Stadsnieuws De strijd om de „B etty Bonn" Waar gaan we heen Dinsdag 15 December 1936 De „Martha" wordt gerepareerd op de Marinewerf, Een succes voor den heerN.Hoebe Hubcrt Cuijpers Kerstoratorium. Theo Bruin krijgt belooning van het Carnegie Helden-Fonds. Het 3de Marine-Concert Heldersche Courant Kerstétalage bij V. D. Tragisch sterfgeval aan de Buitenhaven. Man bij Kapé van de trap gevallen Schoorsteenbrandje in de Kapperstraat. Ingekomen personen F e ullleton dan Het Zweedsche stoomschip „Martha", dat Woensdag 2 December j.1. de haven van Nieu- wediep binnenliep met water in de ruimen, is op de Marinewerf gedokt en zal aldaar gere pareerd worden. Behaalt op intern, pluimveeten toonstelling te Utrecht een 2den en 2 eere-pryzen. Vorige week is te Utrecht gehouden de Internationale Pluimveetentoonstelling „Orni- trophilia" en waaraan werd deelgenomen door onzen stadgenoot, den heer N. Hoebe, wonende Koekoekstraat 14. Het was een buitengewoon resultaat wat deze mocht boeken: niet minder dan een 2den prijs en 2 eere-prijzen. Het waren 2 vogels van eigen kweek, die beide 73 punten behaalden, in totaal dus 146, wat een zéér hoog aantal is. Bereids is in dit blad reeds mededeeling ge daan, dat de uitvoering van dit bijzondere werk hier ter plaatse op Zondag 3 Januari 1936 zal plaats hebben. Teneinde dit oratorium vooraf als geheel te kunnen beoordeelen, wordt de aandacht geves tigd op de radio-uitzending vanuit het Con certgebouw te Amsterdam, hetwelk op Woensdag a.s. (16 Dec.) 's avonds te 8.15 u. zal geschieden door de Chr. Omroepvereeniging N.C.R.V. Onder leiding van den componist zal aldaar met medewerking van de dames Ankie van Wickevoort Crommelin en Marie Struycken van den Adel, sopranen te Den Haag en Voor burg, en de heeren Lucien Louman, bariton te Haarlem en Otto Couperis, declamator te Am sterdam, deze uitvoering plaats hebben. Het Concertgebouworkest verzorgt de begeleiding. Ongetwijfeld zal dit vele luisteraars opwek ken op 3 Januari ook hier ter plaatse dit werk te komen beluisteren, temeer, daar de compo nist persoonlijk de begeleiding aan den vleugel zal verzorgen en in hoofdzaak dezelfde solisten hun medewerking zullen verleenen. Per advertentie zullen bereids nadere toe gangsregelingen worden bekend gemaakt. Voor het tegenhouden van een op hol geslagen paard op den Huis- duinerweg. De eigenlijke tijd der romantiek, de „helden tijd", die is lang voorbij, en alleen in de boeken van Alexander Dumas en Jacob van Lennep kunnen we nog lezen van jonge ridders, die hun goed en bloed gaven voor een zaak, en dat met inzet van eigen leven. Onze tijd is nuchterder geworden, maar on danks dit zijn er toch nog wel dappere men- schen overgebleven. Zooals er door alle tijden heen steeds helden gevonden zullen worden. Zooals men zich nog zal herinneren, haalde in den middag van den 30sten Mei van dit jaar de toen nog 15-jarige Theo Bruin het waagstuk uit, op den Huis- duinerweg een hollend paard tot stilstand te brengen, en dat ongetwijfeld met levensgevaar. De jongen zag op genoemden weg een wa gen, bespannen met een paard, aan komen rennen en het bleek, dat zoowel de voerman, als het naast hem zittende kind ieder oogen- blik uit het voertuig geworpen konden worden. Daar men al vrij dicht Huisduinen genaderd was en hier. zooals men weet, steeds kinderen plegen te spelen, stond het voor velen vast, dat hier een ernstig ongeluk zou passeeren. Maar daar stond op het land, aan de zijde van den weg, Theo- Bruin. Hij aarzel de geen moment, sprong over het damhek heen en ondanks de waarschuwingen van zijn vader vloog hij op het razende paard af, en greep dit bij het gebit. Na een 30 meters meegesleurd te zijn kwam het dier tot stilstand. Het is maar een gewoon krantenbericht, maar men zou zich ieder persoonlijk kunnen gaan afvragen: „had ik het gedaan7" Het is gelukkig, dat een dergelijke daad, die zoowel ouderen als jongeren ten voorbeeld strekt, niet onopgemerkt is gebleven. Eenige instanties spanden zich ervoor en zoodoende kwam deze zaak terecht bij het bekende Carnegie Heldenfonds in Den Haag, dat besloot den kranigen boy een belooning te geven. Hij mocht kiezen en zijn keuze viel op een fiets. Zaterdagmiddag is de heer L.H. E. de Rid der van 't Raadhuis met Theo op het pad ge gaan en bij een rijwielhandel hier ter stede heeft Theo een fijne kar mogen uitzoeken. Dat onze jonge vriend een belooning voor zijn kordaat optreden kreeg vinden we heerlijk. Nóg prettiger echter het feit, dat ook in onzen tijd jongens zijn, die niet voor een klein tje vervaard blijken en op een critiek moment weten te handelen alseen held. Solo-violoncellist: Eduard Biele. Verzoek-nummer: Grieg's Peer Gynt- Suite. Morgen zal door het Symphonieorkest van het Stafmuziekkorps in Casino het 3e Marineconcert in dit seizoen gegeven worden en ongetwijfeld zal de opkomst ditmaal zeer groot zijn. Dit om meer dan een reden. Ten eerste is daar een solo violoncellist met een zeer be kenden naam in de muziekwereld, die zal spelen vóór de pauze een concert van Leonar- dus Leo en een concert van Saint Saëns né. de pauze. Gezien de buitengewoon gunstige perscritie- ken wacht ons hier ongetwijfeld iets bijzonders. Op het programma staat echter voorts vermeld de vermaarde Peer Gynt suite van Grieg en naar wij vernemen is dit nummer een speciaal verzoek van een aantal trouwe luisteraars. Wij laten hier eenige bijzonderheden volgen van dit wel zeer merkwaardige muziek- en tooneelstuk. De Peer Gynt-Suite. Wie kent niet de melodieën van beide suites, getrokken uit de tooneelmuziek, de populairste muziek van de 19e eeuw? De namen: Peer Gynt, Aase, Anitra, Solveig zijn echter voor velen weinig of niets zeggend Daarom zullen wij hier een beknopte be schouwing geven, over het drama van Ibsen en over de scènes die Grieg muzikaal illustreerde, echter alleen die, welke in de eerste orkestsuite voorkomen. In „Peer Gynt" is de centrale figuur het type van het echte Noorsche Volk, dat won derlijk mengsel van fantaisie en nuchterheid, van romantiek en zelfstandigheid. Veel van Peer's avonturen zijn ontleend aan de sprookjes van Ash Jörson. Het dramatische schema van het stuk is zeer eenvoudig. De wild opgegroeide jongen Peer-Gynt ziet op een bruiloft een meisje, Solveig, dat hem zoo frappeert, dat hij met haar wil dansen. Maar zij weigert, uit angst voor zijn wilden natuur. Woedend over deze beleediging, schaakt hij tijdens het huwelijksfeest, Ingrid. Hij vlucht met haar in de bergen, doch stuurt haar na enkele dagen reeds terug. Iedereen is tegen hem, behalve Solveig, die van hem is gaan houden. Zij volgt Peer in het bosch en wacht op hem in zijn hut. Maar Peer is de wereld ingetrokken en verdoet zijn leven. Hij wordt zulk een mislukking, dat hel noch hemel van hem iets willen weten. Men moet echter niet denken, dat Peer Gynt kortweg een slecht mensch is. Zijn leugen achtigheid komt grootendeels voort uit het verkeerd gebruiken van zijn fantaisie. Maar hij kan die ook goed aanwenden. Wanneer zijn oude moeder Aase, die hij door zijn raar leven zooveel verdriet deed, angstig is voor den dood, dien zij voelt komen, weet Peer haar door zijn kinderlijke fantaisie rustig te laten sterven. Deze scène staat op de grens van het sublie me en het ridicule: moeder en zoon denken aan het verleden, hoe zij hem naar bed bracht en vlak voor het slapen gaan nog sleedje rijden met hem speelde, hoe zij met moeite de denk beeldige wilde paarden in bedwang hielden en Peer weet haar te suggereeren, dat hij haar den hemel inrijdt waar Petrus haar wacht en binnenlaat. Peer is de zwakkeling, die óók sterk kan zijn, al is het een enkele keer slechts. Maar in de grot van den bergkoning lukt het hem. Deze vorst der Trollen legendarische dwergjes die in het drama een symbolische beteekenis hebben wil Peer met zijn dochter laten trouwen. Maar dan dient hij eerst zelf een Trol te worden: hij moet zich kleeden als een Troller een sfeer van Ibsen op het Chauvinisme van de Noren en hij moet zich in het dog laten snijden om de loensche blik van de dwergen te krijgen waarop zij zoo trotsch zijn. Maar Peer wil zijn persoonlijk heid niet verschacheren. Hij weigert, wordt aangevallen door de kabouters en door hen overwonnen. Doch op dat oogenblik begint de kerkklok te luiden; de slechte dwergen vluch ten en de hal stort in. Niet steeds echter weet Peer 't kwade te weerstaan. Op zijn zwerf tocht in de woestijn ontmoet hij het Arabische meisjes Anitra; zij danst voor hem om den gast bezig te houden en ook haar schaakt hij, al weet hij, dat haar schoonheid grof en zinne lijk is. Grieg schreef op Ibsens verzoek tooneel muziek bij „Peer Gynt", hij heeft zich in het geheel niet gehouden aan de oorspronkelijke volgorde van de nummers der tooneelmuziek bijv.: in Morgenstimmung. Dit is het voorspel voor het vierde bedrijf hetgeen wonderlijk aan doet, want het eerst tooneel speelt in Marokko tegen zonsondergang. Grieg componeerde het oorspronkelijk voor het vijfde tooneel van deze acte, dat ook werkelijk begint in den vroegen ochtend. Het typisch Noorsche Pastorale thema wordt op grootsche wijze tot een climax verwerkt door een steeds voller instrumentatie, houtblazers, daarna strijkers, dan hoorn, het geen herinnert aan een woudleven. Aases Tod. Dit overbekende stuk dient tot inleiding van de bovenomschreven scène tus- schen Peer en zijn moeder Aase. Hier een voorbeeld hoe met eenvoudige middelen iets heel frappants bereikt kan worden. Anitra's Tanz. Zeer pattend is dit stuk .Het Arabische meisje danst hier, men zou nen noemen een romantische Mazur In der Halle des Bergkönigs. Ook hier kry gen wij een groot climax van het zeer teristieke thema. Eerst klinkt het wa P na den inzet der hoorns, later krygt e meer komisch karakter, het wor krijsender en leidt tot een grandioos s o Hiermede meenen wij de verzoe ers suite en voorts alle trouwe bezoekers er certen een schema gegeven te geven, c Grieg voor Ibsens dramatisch gedicht sc re In ons nummer van morgen laten wij noB eenige bijzonderheden van de overige nummers volgen. Een succes voor den etaleur, den heer K. Geestman. Het is al zoo langzamerhand een traditie geworden, dat firma Vroom Dreesman in de Spoorstraat met het Kerstfeest iets bijzonders van haar zaak maakt, doch ditmaal is zij hierin op een wel bijzonder gelukkige wijze geslaag De étaleur der firma, de heer K. Geestman, heeft van de benedenafdeeling een geheel we ten te maken, dat inderdaad een idee geeft van een feeëriek Kerstfeest, en dat iets ver tolkt van den geest, die zich manifesteert door dennengroen, Kerstmannetjes en roode en zil veren ballen. Het is opvallend, dat sommige onderdeelen juist bijzonder slaagden, doordat men van zeer simpele hulpmiddelen gebruik maakte. Daar is een pracht van een Kerstman, die door de sneeuw getrokken wordt, daar zijn kleurige kabouters, die een sneeuwman aan het fabriceeren zijn en voorts zijn daar tal van details, die zoowel de ouderen onder ons als de jongeren zullen treffen. Merkwaardig is, dat met eenvoudige hulp middelen soms verrassende resultaten verkre gen werden, hoev/el men dit anderzijds weer kan toeschrijven aan de artistieke wijze, waar op de étaleur, van wie zoowel het ontwerp als de uitvoering is, gewerkt heeft. Zij, die dezer dagen een bezoek aan de firma brengen, zullen ongetwijfeld onder de bekoring komen van dit waarlijk uitermate geslaagd Kerst-interieur. Werkman in kolenaak door hart verlamming getroffen. Gisterenmorgen heeft aan de Buitenhaven een tragisch ongeval plaatsgevonden. Voor de kolenloodsen lag sinds eenige dagen een uit Rotterdam afkomstige kolenaak, waar uit ook gisterenmorgen door losse arbeiders gelost werd. Op een gegeven moment is de 49-jarige van der Hert, met den schop nog in zijn hand dood gebleven, getroffen door een hartverlamming. Van der Hert is gehuwd en vader van vijf kinderen. Hij woonde aan den Bonselaarsweg. Goed afgeloopen. Gisterenmiddag te omstreeks 2 uur waren eenige personen werkzaam voor de zaak van de firma Kapé in de Koningstraat, aan een Kerst-reclame bord, hetwelk aan den gevel opgehangen werd. Op een gegeven moment verloor een man, die op de vrij hooge trap stond, zijn evenwicht, viel en kwam op het trottoir terecht. De direct ontboden geneesheer, Dr. Thor- becke, heeft het slachtoffer, dat waarschijnlijk geen nadeelige gevolgen van zijn val zal on dervinden, naar zijn huis vervoerd. Spoedig gebluscht. Gistermorgen te omstreeks half twaalf brak een schoorsteenbrandje uit ten huize van den heer C. K., wonende in het perceel Kapper straat no. 14. Bijna direct na alarmeering was de politie reeds met het slangenwagentje ter natuurhistorisch Museum. - Elke weekj Woensdag nam. van 3-5 u. en van 8-l0 u. Zaterdag nam. van 3-6 u„ alsmede o3 den eersten Zondag van elke maand na^ van 35 u. Dinsdag 15 December, Café Centraal, 8 u. - Openbare Propagadg, vergadering der Intern. Ver. Bellamy. rasino 8 u. Uitvoering Off. Tooneelvereen» ging „De reis naar Turkije Gebouw Palmstraat, 5 en 8 u. Nat. Chr. GelJ Onth. Ver. Propaganda-filmvertooning. Woensdag 16 December. Casino, 8.S0 u. - 3e Marine-concert. Donderdag 11 December. Casino. O.K.K. Gymnastiekuitvoering. „Centraal", Kanaalweg, 8 u. V.A.R.^ Propaganda-avond. plaatse aanwezig, doch het bleek, dat de om, vang van het vuur niet veel te beteekenen had. De oorzaak is vermoedelijk gelegen in hei feit dat de schoorsteenpijp, welke van dg kachel door het plafond over de zolder loopt op de scheiding niet voorzien was van eerj stalen koker, zoodat het houtwerk door d« groote hitte tenslotte in brand geraakt is, Er was vrijwel geen schade. HET A.B.C.-CABARET VAN AMSTERDAM Het bekende A.B.C.-Cabaret, onder leiding van Louis Grimberg, dat sinds eenige maan» den triomfen viert in het Leidsche plein- theater te Amsterdam en op 5 Januari, ter| gelegenheid van het Vorstelijk huwelijksfeest in Den Haag, medewerkt op den Gala-avond, welke door H. M. de Koningin, H.K.H. Prinses Juliana en Z.D.H. Prins Bernard, zal worden bijgewoond, is op verzoek van de Casino directie bereid gevonden in begin Februari ook een Cabaret-voorstelling te geven in Der» Helder. R. van Spandaw, zonder beroep, de la Reij» straat 29. H. J. P. de Nijs, dienstbode, Janzenstraat 631, R. A. Jellema, dienstbode, Ruyghweg 55. C. S. Duinker, Insp. Ned. Ind. Tank St.boot» Mij., Singel 139. R. de Kok, zonder beroep, Internaat Zee» vaartschool, Ankerpark 20. A. Hessen, dienstbode, Weezenstraat 42. D. J. Beek, zonder beroep, Bonselaarsweg 8, Hendrik v. d. Vaart, bloemkweeker, Lange» vliet 38. H. Donders, smid-bankwerker, Emmastr. 98, J. W. Lötgerink, stuurman Mij. Oostzee^ Van Galenstraat 105 inw. Wed. T. LeijenKind, zonder beroep, Vla» mingstraat 46. J. F. v. Leeuwen, kleermaker, Binnenhaven 75. Jhr. J. H. W. S. Laman Trip, luit. t. zee, Hoofdgracht 62. D. J. A. Westerveld, luit. ter zee le kl^ Singel 127. J. Knol, boerenknecht, Molenerf 2. A. M. Colem, kleermaker, Sluisdijkstraat 131 P. Tijmersma, zeeman, Keizersgracht 148. H. Kloosterman, schipper K.M., Jan Blaiï» kenstraat 26. J. Homburg, mach.-t'eekenaar, Spuistraat 1 S. Faber, sergt.-maj. der mars., Reiger» straat 56. N. van der Duin Schouten, zonder beroeft Hoogstraat 116, inw. Wed. R. van 't RietDiephuis, zonder b® roep, Dahliastraat 146. R. Reijers, maj.-bottelier, Anemonenstr. l'A J. Nottrot, off. van adm. le kl. Binnen» haven 54. L. Meijer, zonder beroep, Brakkeveldweg 81» A. M. Ziemons, zonder beroep, Parallel» weg 54. M. E. Souwer, winkelierster, Paleissteeg 1» W. O. F. Rombaut, linieerder, Spuistraat 2> R. Ritsema van Eek, luit, ter zee 2e kl» Badhuisstraat 118. door Friedrich L i n d e m a n 22) Opnieuw had zijn beeld een geheel anderen indruk in mij wakker gemaakt: zooals hij daar nu zat, was hij plotseling niet meer de smerige kleine piratenhoofdman met zijn duistere zaken, maar een eenzaam mensch door het noodlot achtervolgd. Ik weet, het klinkt een beetje pathetisch. Maar op mij maakte het dien avond zoo'n in druk in de ellendige kroeg, tusschen de kunst matige bloemen en de meedoogenlooze spie gelwanden, een eenzame mensch, die vertellen moest. Alleen ik zelf was op dit oogenblik, waarop ik zoo dicht bij de deur, die toegang tot het geheim verleende, niet genoeg mensch, niet genoeg medemensch, en het juiste woord te vinden, het woord dat niet vragen, doch helpen wil. Ik geef toe, ik schoot voor dit noodlot tekort. Ik was toen misschien nog te jong. Ik kon geen ander woord vinden dan de vraag, door mijn nieuwsgierigheid ingegeven: Vertel mij eens, wie was die vrouw? Ik wist toch, dat hij al eenmaal ontkend had ds vrouw te kennen, en hij had zoo ge logen, dat de naiefste het had moeten mer ken, hij liegt. Hij wilde liegen. En daar was reden voor. Misschien was het wel dezelfde reden, die hem als een last drukte. En dat moest ik aanroeren? Wie was die vrouw? Weer verbaasde hij mij dooj- zijn antwoord. Bliksemvlug richtte hij zich op, zoover als zijn kromme schouders het toelieten. Zijn spitse baard, die als een vogelsnavel op zijn borst gerust had, kwam omhoog. In zijn kleine oogen blonk een diepe haat. Die! Hij siste het woord tusschen zijn tanden. Woede en verachting drukte het uit. Als een steekvlam sloeg het in mijn gezicht. Even zoo vlug als hij omhoog gekomen was, zonk hij weer terug, alsof hij zich aan zijn eigen haat gebrand had. Zijn hoofd was weer tus schen zijn schouders gezakt. Zijn stem klonk merkwaardig week, tusschen haat en stree ling, toen hij nog eenmaal zei: „Betty Bonn". Lieve God, die naam! het monogram B.B. Als het schip? Hij knikte. Naar haar had hij het genoemd. Hij herhaalde, als 't ware om zijn moed bijeen te rapen tot spreken: ...had het naar haar genoemd. Een heesche zucht van woede brak uit hem los. toen hij verder ging: heeft haar alles geschonken... de piano... de kleeren..., het schip..., zichzelf..., alles... zwendel..., leege woorden... een man die zich zelf schenkt... bedrog... hij heeft haar bedrogen... vrouwen laten zich bedriegen..., geld..., een glad gezicht... Schokkend als het bloed door zijn aderen kwam het er uit. De ellende was hem de baas geworden en zijn gal liep over. Hij kon zich niet meer inhouden. Hij moest spreken. Hij wist misschien zelf niet, dat hij sprak. Met starenden blik keek hij naar het marmeren blad, met een blik, die niets meer zag, die slechts zijn geheele ziel weerspiegelde. Ik zat naast hem, maar het had net zoo goed een ander kunnen zijn. Hij had alleen maar het gevoel noodig, een ademend wezen in zijn nabijheid te hebben, een oor, dat naar hem luisterde, opdat zijn woorden niet in het niet zouden verdwijnen. Ik zweeg. Ik durfde ook niets anders dan zwijgen. Ieder vreemd geluid had hem aanstonds doen verstommen. Hij hing op zijn stoel. Hij be woog zich niet. Hij bewoog alleen zijn lippen en vormde klanken, die voor mg woorden werden, zinnen, een menschennoodlot, een tragedie van een man,, „de strijd om Betty Bonn". Deze strijd was begonnen als zoovele zee mansliefden in een havenkroeg, in All Nations Saloon, Southstreet, Manhattan. Drie jaar later, 1904 ik was als buiten gewoon correspondent op het Internationale Physiologencongres te New York heb ik den oorsprong dezer tragedie gezocht. Toen heb ik pas goed begrepen wat Spurling voor drie jaren te Gibraltar gebiecht had. Het was, zoowat daar, waar de toegangs- boog tot de Brooklijn-brug begint een grijs, nuchter, door kolenstof-besmeerd gebouw, zooals er aan den waterkant van alle haven steden te vinden zijn. In de vier bovenste verdiepingen: kantoren van makelaars, scheepsagenten, assuradeuren, die den glans hunner firmanamen door prach tige gouden letters op borden trachten te ver- hoogen. Benedf de havenkroegen, die het interna tionaal karakter op gelijke wijze vertoonen, of ze nu „Stad Antwerpen", „Zum Leucht- turm" of „L'Ancre d'or" heeten. Hier luidde de naam zooals reeds gezegd: „All Nations Saloon" en werd versierd door een kleurrijke decoratie, waartoe zich de vlaggen van alle zeevarende naties in een schitterende groep vereenigd hadden. Achter dit pronkstuk hing, met spelden aan de smerige gordijnen vast gemaakt, een verzameling foto's der leden van een achthoofdige dameskapel, die met lieftallige glimlachjes, duistere blikken en slechts half verborgen aanlokkelijkheden on gehoorde opwinding beloofden. Wie echter door deze papierensireneverlokkingen hoopvol gestemd was, werd door de werkelijkheid grenzeloos ontnuchterd. Want wanneer men de draaideur achter zich had laten rondsuizen, bevond men zich plotseling in een armoedig groot lokaal, dat met zijn nuchterheid van witgelakte muren en ijzeren stutten eerder den indruk van een kelder maakte. Daarbij zaten aan kleine gele tafeltjes ge heel onverwacht, slechts welgestelde heeren die er uitzagen als kleine boeren uit het midden-westen of groente handelaren uit de omgeving der oostelijke 137e straat De „All-nations" was een gelegenheid voor kapiteins, zooals mij Jim Paddock, de eige naar, niet zonder trotsch vertelde By hem kwamen de kapiteins der kleine kustvaartuigen, zeilschepen of stoombooten menschen, die tijdens de uitoefening van hun beroep er niet beter aan toe waren dan dê gewone matrozen. Aan boord liepen zi in dezelfde smerige kleedij als janmaat om dat ze net zoo hard moesten alnpaS a"s de lui van den mast. ijver, hun positie als kapitein 0f zelfs 'als eigenaar, ook in hun uiterlijke Meedy T toonen. Dan haalden zij ergens onder eert oude versleten jas te voorschijn, knelden hun nekken in een gipsverband, deden stijve das sen om, zetten mooie petten op en slenterden aan land; wat kost New-York. Maar zoodra zij hun drie, vier boodschappen in de stad, naar den reeder, makelaar of naafi het Gerechtshof achter den rug hadden, voel den zij zich reeds zoo verlamd door het slen teren, zoo hulpeloos door de ongewone drukta op straat, zoo zonder eenig thuis of bekende of bekendheid met dit vreemde land, dat zij zielsverheugd waren, bij Jim Paddock voor anker te kunnen gaan, om tenminste daaï onder bekenden waarmee tenminste verstan dig te praten viel over schepen en vrachten* in een taal, die naar het zoute water rook en naai teer. Want deze gesprekken met d0 voorname klerken, de halfwijze schryvers op het Gerechtshof, de voorname stuwadoors, hingen hun al lang de keel uit. Zoo hokten zij dan per slot van rekening weer met zijn allen samen om de ongelijke tafels van de „AU Nations-Saloon", precies zooais zij aan boord gehokt hadden in de eine ïuimten, pijpenrookend, zwetsend en schimpend.. Alleen konden zij hier af en toe een schuinen i werpen naar de dameskapel, die op het podium, met een prachtig papieren boog ver ter te pronk zat en hun muzikale gaven uitleefden Maar deze vrouwelijke muzikanten betee- enc en voor deze kleinburgers der zee, die z(j nu eenmaal waren, het toppunt der verdor venheid. Weken lang op zee hadden zij van do W s'e uitspattingen gedroomd, hadden op geschept over de ongehoordste avonturen, ie zij aan land beleven zouden, en nu voelden m Zich plotseling zoo hulpeloos en gebonden» taak.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 6