Stadsnieuws K.S.K. PUROL De strijd om de „Betty Bonn" Kuwe handen Waar gaan we heen ponderdag 17 December 193<S Heldersche Courant Tweede Blad Regenverzekering* Uitslag aanbesteding* JftV. Van Splunde», Ridderkerk m 1 of Derde Marine~concert* Opbouw van de Pluimvee tentoonstelling* Vergadering van deelnemers Hedenavond K*S*K*-£eest in Rialto* Licht op voor alle voertuigen Dc 12 man-sterke Grasshoppers in Casino* Uit het politierapport F e ullleton door Friedrich L i n d e m a n Het valt niet te ontkennen, dat de huwe lijksplechtigheid in Den Haag plaats heeft in gen tijd, dat de kans op regen buitengewoon groot is en de uitgegeven gelden vrijwel nut teloos kunnen zijn. Om zich hiertegen te dek ken, is de gelegenheid opengesteld zich tegen fegen te verzekeren, waarvoor, blijkens de lieden geplaatste advertentie, het assurantie kantoor Velthuys inlichtingen verstrekt. t Uitslag der openbare aanbesteding, Perceel 18, voor het vervangen van een gedeelte houten beschoeiing door een ijzeren beschoeiing achter de Vuurwerkerswerkplaats en het maken van een remming aan de oostzijde van het natte dok ep de Rijkswerf te Den Helder. H. Broersma, Harlingen 1. O. Kooiman, Harlingen of of of l of of t. W. de Jong en A. J. Waterlan- der, Sneek en Oude-Haske of W. M. Visser Wzn., Lemmer of j, K. Simon, Schiedam j of C* Teeren op het werk 300. r minder. Indien damwand koper- i houdend 265.hooger), N V. v.h. P. A. van Wijnen, Dordrecht tin m of N.V. C. Kastelein Zn.'s Aan- nemersbedrijf, Dordrecht of •Minneboo Wal'boom, Den Helder of 3. de Vries, Den Helder - of of of of of i of of Of of 140.-— f* Teeren ter pteatse x minder). JffiV, v.h, Van Dongen éfe Hoven, Pordrecht Van of K&. Visser Smit"s Aanneming Jffig. JPapepdrecht? j pêoperhoudend damwand 3.— £er ton extra), R« ItoaayormM Pan., Zwijndrecht of of of HftW. rih. P, VoUeers Ban, SUedreoht R Parel Jzn., Sliedreoht of 12.322.— 12.&07. 12.840. 13.780. 14.100.— 13.150.— 14.600.— 13.285.— 13.530.— 13.300.— 13.600.— 13.580 12.580 13.73-2.— 14.040.— 13.744.— 14.044.— 13.790.— 14.090.— 13.507.— 13.855.— 12.500.— 12.815.— 13.604 13.884 14.036 14.331 12.000 12.210 18.880.— 14.170.— 13.946. 14.980. 15.240. 15.473.— 15.758.— 13.104.— 13.312.— 1-5.523.— 15.200.— 15.430.— Violoncelsolist: Eduard Biele. Gisteravond heeft in Casino plaats gevonden het 3e Marineconcert van het Symphonie-orkest der Koninklijke Ma rinekapel en het spijt ons te moeten con- stateeren, dat de belangstelling iets min der bleek te zijn, dan dat wij deze sedert geruimen tijd gewend zijn. Jammer, temeer daar het programma ook ditmaal diverse specialiteiten bracht, zoowel van het korps zelve als van den violoncel-solist, Eduard Biele. De solist. Voor de pauze trad Eduard Biele op met een violoncel-concert van den Italiaan Leo- nardo Leo, een werk in ouden stijl, dat zich verscheidene malen kenmerkte door een groote mate van elegantie. Het werd gegeven in een arrangement van den solist zelf, waar bij wij veronderstellen, dat het in niet geringe mate van het origineel afwijkt. Wat het spel van den heer Eduard Biele aangaat, hij beschikt ongetwijfeld over een groote mate van muzikale ontwikkeling en artistiek aanvoelen. Daarbij is de techniek van de linkerhand voortreffelijk, eveneens de stokvoering. Toch hadden wij, speciaal in dit eerste nummer, gaarne wat meer vuur, wat meer passie gezien. Afgezien van een klein incident, bleek, dat het orkest zeker voor zijn begeleidende taak berekend was, hoewel in enkele deelen van het larghetto even ge aarzeld werd. Belangrijk spontaner en ook gelukkiger van uitvoering was het tweede optreden, dat St. Saëns' le Concert voor violoncel bracht. Daar was gloed en warmte en een geestdrift, die de eenigszins matte vertolking van het eerste nummer alleszins vergoedde. Een prachtig, breed werk, met een groot aantal momenten van spanning en waarbij het orkest zich op zijn bést deed hooren. Het applaus be wees dan ook, hoezeer men dit nummer op prijs wist te stellen. Het Symphonie-orkest. Het programma werd aangevangen met Haydn's bekende „Militar Symphonie" (in C- dur) en het was wel een zeer gelukkige ouver ture van dezen avond. Men zit direct in de typische Haydn-sfeer, Haydn, die weliswaar niet de schepper van deze muziek-vorm is, doch haar ongetwijfeld tot den schoonsten bloei bracht. Men kan bij dit werk z'n fantasie aan het werk zetten: met name de tweede satz is spe cifiek militair. De trompet schettert en het slagwerk klinkt fortissimo. Het is allemaal zeer opgewekt, en treft door een uitermate krachtige structuur. Dit werk ligt het orkest uitermate goed en het bleek verscheidene malen met welk een gemak en routine er gemusiceerd werd. Na de pauze kreeg men een oude bekende te hooren: Grieg's le Peer Gynt-suite, een werk, dat wij reeds vele malen door onze Staf hebben mogen beluisteren, doch dat tel kens weer bekoort door zijn schoonheid van compositie. Daar was een „Morgenstimmung" vol van charme en vol van kleur (voortreffelijk werk hoorden wij van de hobo!); en een niet min der goed getroffen „Ases Tod", waarbij we de violen op hun best konden hooren. Het be koorlijke „Anitra's Tanz" kenmerkte zich door een groote mate van rust en hier bleek met name hoezeer men dit werk beheerscht. Ook de finale werd gegeven in volmaakten stijl. Het concert werd besloten met de Ouver ture 1812 van Tschaikowsky, over welk werk wij reeds in een vorig blad uitvoerig schre ven. Het was een eerste opvoering door het korps, zoodat men gevoegelijk* zou kunnen rekenen op enkele misvattingen. Het is evenwel een prachtig besluit van dit 3e concert geworden, een besluit, dat iedere schaduw, die er dien avond wellicht over de uitvoering gevallen was, volledig verdreef. Een merkwaardig stuk, waar doorheen op geniale wijze een sfeer van diepen weemoed geweven werd. Weemoed, direct naast krijgs rumoer. Weemoed, die deze ouverture haar schoonste passages schonk. Door koper en violen is gewerkt op een wijze, die men eervol zou mogen noemen. Ieder deel en iedere maat verkregen hun vol ledig karakter en dat in een atmosfeer, die merkwaardig van suggestie was. En met welk een toewijding werd dit alles gegeven. Dó.t was de staf op z'n best en toen de laatste klanken van de majestueuze finale verklonken waren, toen eerst demonstreerde zich het en thousiasme der aanwezigen in een applaus, dat de allure aannam van een ovatie. Een ovatie, die zelden eerlijker verdiend was! „Musis Sacrum", een beste expo sitie-gelegenheid. Hoeveel dieren er ingezonden zijn. Morgenmiddag wordt de Pluimvee-ten- toonstelling, welke door de Pluimveever- eeniging „Den Helder en Omstreken" georganiseerd is, door den burgemeester dezer gemeente, den heer G. Ritmeester, geopend. Gedurende drie dagen zal in het gebouw „Musis Sacrum" dan een prach tige verzameling hoenders, duiven, kana ries en konijnen te zien zijn. Niet alleen de liefhebbers van deze dieren zullen ko men kijken, maar ook zij, die oog en in teresse hebben voor wat dit gedeelte van onze fauna betreft. Gistermiddag zijn ze, de energieke mannen van de Pluimveevereeniging, aan het opbou wen van hun expositie begonnen. En nog den avond van dien zelfden dag konden ze, na hard werken, zeggen, dat ze gereed gekomen waren. Toen stonden de ijzeren kooien, die eerst des middags uit Alkmaar aangekomen waren, keurig en overzichtelijk aaneengereid in de „Musis Sacrum"-zaal, die in de rood- wit-blauwe muurgarneering nog de sporen droeg van het Assaut-feest, dat hier kort te voren plaats gevonden had. Alle inzendingen waren present en reeds in de kooien ondergebracht. Het gekraai der hanen vermengde zich met het gekoer der duiven en in de karanie-afdeeling begon een fraai exemplaar op jubelenden toon te zingen, toen de voorhang even weggehaald werd en het electrische licht in het kooitje viel. Ja, de tentoonstelling was in één dag op gebouwd, verklaarden ons de heeren G. J. H. Verstegen, de voorzitter van de organiseeren- de vereeniging, tevens leider van de tentoon stelling en A. J. Melief, secretaris van ge noemde vereeniging, die het toezicht op het arrangeeren van de kooien en het nummeren daarvan gehouden had. Terecht zeiden zij dat met eenigen trots: ,maar dat komt mede, omdat we zoo'n spe cialist opbouwer hebben in ons lid Dirk Sturk". Wat ons dadelijk opviel was, dat door het verplaatsen vhn de .tentoonstelling van het Militair Tehuis naar „Musis Sacrum", aan overzichtelijkheid ten zeerste is gewonnen. Het is nu zelfs niet noodig, dat de kooien bo ven elkaar geplaatst worden, uitgezonderd dan in de middenrij, waar men er niet van buiten kon. De a.s. bezoeksters en bezoekers zullen thans met groot gemak en zeer duide lijk de ingezonden exemplaren kunnen bewon deren. De inzenders staan hun vogels natuurlijk alleen af in het volle vertrouwen, dat de or- ganiseerende vereeniging goed voor de dieren zal zorgen. Wel, we hebben kunnen aanschouwen, dat de vereeniging de voedering der heesten zeer serieus ter harte neemt. De N.V. R. C. Keizer en Co.' Binnenhaven, alhier, is zoo vriende- genezen vlug met Doos 30-60ct. Bij Apoth.en Drogisten op Maandag 21 December a.s., des avonds half negen, in de bovenzaal van hetKegelhuis Mededeeling versiering, enz. lijk geweest, gratis het benoodigde voeder ge durende de tentoonstellingsdagen beschikbaar te stellen en aan de leden van de vereeniging is het volkomen toevertrouwd om voor een juiste voedering zorg te dragen! De keuring der dieren. De keuring der ingezonden exemplaren vindt heden plaats. Bij zoo'n keuring komt heel wat kijken, wil het serieus geschieden en dat is zeker het geval! Vier keurmeesters zijn van buiten gekomen om de keuring te verrichten. Het zijn de heeren: Joh. v. d. Broeke, Haarlem, voor alle hoenders en sierduiven. J. van Daalen, Haarlem, voor de postduiven. H. Schil, Westzaan, voor de konijnen. J. Pheiffer, Amsterdam, voor de zangkanaries. Aan de hand van de uitspraak dezer heeren worden de prijzeix toegekend, waarna kaarten, vermeldende de(n) gewonnen prijs (zen) aan de kooien der dieren bevestigd worden. De inzendingen. De inzendingen beloopen een respektabel aantal. Daaronder behooren de vogels van den heer Hoebe, die enkele dagen geleden zoo'n groot succes mochten boeken op de tentoon stelling van „Ornitophilia" in Utrecht. De meeste inzendingen zijn plaatselijk, maar er zijn toch ook ettelijke vogels uit Alkmaar, Burgerbrug, St. Maartensbrug en andere plaatsen. De inzendingen zijn als volgt: 40 nummers groote hoenders. 20 trio's en toornen. 60 nummers krielhoenders. Pauwen, fazanten en kalkoenen. 178 sierduiven, een zeer mooie collectie. 50 nummers postduiven. 50 nummers kanaries. 50 nummers groote konijnen. 40 nummers kleinere konijnen. Zooals gezegd, morgen wordt de tentoon stelling geopend en naar hetgeen wij er al van gezien hebben, is zij een bezoek meer dan waard. Een uitstekend programma voor 30 cent! Hedenavond wordt in het Rialto-theater de K.S.K.-feestavond gegeven, waarover wij reeds 't noodige in ons blad schreven. Wij willen er hier nog nog even, hoe wel het ongetwijfeld overbodig zal zijn, de aandacht op vestigen, dat dit een avond zal worden, waarover men nog geruimen tijd zal nababbelen. Want niet alleen verricht men met den aankoop van het kaartje van 3 simpele dub beltjes een goede daad door het comité te steunen, doch men verschaft zich tevens de gelegenheid voor dit belachelijke prijsje een avond van jolijt mee te maken, die U voor een uur of vier van alle aardsche zorgen zal bevrijden en U alle misères en crisis-euvels doet vergeten. Gaat U zelf maar na. Als hoofdfilm wordt gedraaid het nog bij een ieder in Natuurhistorisch Museum. Elke week: Woensdag nam. van 35 u. en van 810 u. en Zaterdag nam. van 36 u„ alsmede op den eersten Zondag van elke maand nam. van 35 u. Woensdag 16 December. Casino, 8.30 u. 3e Marine-concert. Violoncel-solist: Eduard Biele. Donderdag 17 December. Casino. O.K.K. Gymnastiekuitvoering. „Centraal", Kanaalweg, 8 u. V. A. R. A, Propagan da-avond. Rialto, 8 u. Feestavond K.S.K.-vereeniging. Gebouw U.8.O.8 u. Psychometrische séance. Vrijdag 18 December. Musis Sacrum, k u. Pluimveetentoonstelling. Donderdag 17 Dec16.16 uur herinnering liggende „Het Congres danst", een operette-film, die haars ge lijke wellicht nog niet gevonden heeft. Naast het congres is er een bij-program, dat waarlijk verrassend is. Voorts zijn er diverse attracties, waar van wij noemen o.a. het optreden van het wonder 1936: Professor Mellorini, een magiër, die U in het rijk der ongedroom- de dingen zal voerenVoorts is daar een accordeon-orkest, dat eveneens zal zorgen, dat U zich die uren „uit" gevoeld. Het is vanzelfsprekend, dat dit feest toegankelijk is voor iederen Jutter, dus niet alleen voor de city-bewoners. Ook de Tuindorpers, Huisduiners en Oude Hel- deraars worden in massale drommen ver wacht Vermelden wij voorts nog, dat men in ver band met den grooten toeloop dringend aan geraden wordt vanmiddag van 46 uur zijn kaart aan de kassa af te halen en (eventueel vanavond om half 8 aan de zaal) en dat de voorstelling precies kwart over 8 aanvangt. Men zie de desbetreffende advertentie in dit blad. Men schrijft ons: Zondag verschijnt de nieuwste ster op het gebied van dansmuziek op het „Casmo"- tooneel. „The 12 Grasshoppers" zijn in Amsterdam bij de voornaamste dansscholen zeer populair door hun uitstekend repertoire en de goede kwaliteiten van hun Jazz-muziek. Eenige zeer aardige shownummers en de groote bezetting vooral, o,a. twee pianisten, zullen zoowel voor de danslustigen als voor de kijkers een voorname factor zijn. Verkeersongeluk. Dinsdagmiddag had op het kruispunt Paral lelwegSluisdijkstraatRuijghweg een aan rijding plaats tusschen een met een paard be spannen wagen en een personenauto. De aan rijding is vermoedelijk veroorzaakt doordat de bestuurder van den auto den wagen wilde pas- seeren op het oogenblik dat deze zich ter hoogte van den ter plaatse aanwezigen vlucht heuvel bevond. De bestuurder van den wagen kwam te vallen, doch bekwam geen letsel. Een onderzoek wordt ingesteld. Ik had daar natuurlijk kunnen blijven. Ik was voor mijn leven onderdak geweest. Neen, neen! Ik ben er vandoor gegaan op 'achtienjarigen leeftijd. In Betty's oogen glinterde op dit oogenblik iets van de pailletten van haar kleeren Vier jaar lang had zij alle mogelijke beroe pen geprobeerd en was altijd weer ontslagen. Zj) verweet met bi tere stem: omdat haar vrome opvoeding nog te veel in den weg zat. Het leven is een venijnige kreng. Het bijt iedereen, die er de gelegenheid toe laat, zei Spurling. Maar wanneer gij u niet bijten laat, dan stoot het u steeds dieper. Betty Bonn wierp met een kinderlijk trot- sche beweging haar krullen in de nek. Op 't eind was mij alles gelijk. Toen heb ik dit aangenomen. Ik speel weer. Geen vrome liederen, zooals ge wel ziet. De overeenkomst, die haar verplichtingen ten opzichte van de „All Nation" saloon op legde, was een ding, dat men zooals Bet y Bonn vertelde met gesloten oogen ondei- teekent. Zeker zij kreeg voor haar arbeid een onder dak en te eten, maar weer. ook niet, ook geen geld. Voor haar kleeding, voor alles wat tot het dagelijksch leven behoort, was zij aange wezen op datgene, wat Jim Paddock „muziek- geld" noemde. Drinkgeld, gelegenheidsvoor deeltjes van de gasten. Ook dit zou wel uit te houden zijn geweest, vooral daar de dikkel Kapelmeesteres niet al leen de directrice van haar kapel, maar ook een meesteres was in het loskrijgen van voor deeltjes voor haar kapel. Maar de overeen komst bevatte een bijzondere passage, n.1. dat ieder der medewerkenden voor haar eigen in strument moest zorgen. Hiermede had hij mij vast, deze slaven handelaar. Grootmoedig had hij mij aangebo den een voorschot te nemen. Eindeloos had hij mij ingeprent, hoe gemakkelijk dit bedrag weer bij elkaar te krijgen was. Al die woor den had hij niet eene noodig gehad. Elk woord, dat hij sprak, was te veel. Ook zonder redeneering had ik onderteekend. Wat bleef mij anders over? Heel minzaam had hij zelf de piano voor mij gekocht. Een gelegenheids koopje, zooals hjj zei. Alleen verdiende hij er nog de provisie aan. Maar ik had de schuld. Nu hangt dat ding mij als een steen om m'n nek en drukt mij zoolang naar beneden, totdat ik verdrink... John Spurling kon geen woord van troost vinden. Misschien dacht hijzelf ook aan den last, die hem op de schouders drukte; aan zijn schip. Een schip of een piano; is het leven zoo weinig waard? John Spurling zat dien avond nog lang aan het tafeltje in „All Nations saloon", zat met zijn hoofd op zijn borst en verzonk van de eene gedachte in de andere. En deze gedachten keerden steeds opnieuw weer bij hem terug, zooals hij zelf den vol genden avond en de volgende enz. steeds weer in All Nation saloon terugkwam en zooals 1 ook weer steeds Betty Bonn met zwijgende vanzelfsprekendheid aan zijn tafel kwam. Tusschen deze beide mensehen ontstond een woordelooze kameraadschap, vriendschap uit eenzaamheid. Voor Betty Bon was het een genoegdoe ning hier een plaats te vinden die haar onthief van de verplichting, zooals haar collega's, van tafel tot tafel te fladderen. Het was voor haar genoeg, een man te hebben die niets van haar vergde, die stom aanwezig was, en alleen reeds door zijn tegenwoordigheid haar bewaarde voor de hinderlijke handtastelijk heden der dronken menigte. John Spurling on derging echter een zeldzaam geluksgevoel, waarvan hij nooit geweten had, de nabijheid van een vrouw, de warme geur van dit meisje, en als hij de bewonderende blikken der anderen opmerkte, gaf dit hem een plotselingen steek door de borst, alsof hem hem iets onstelen wou. Ja, dit was het, wat van dag tot dag zijn onrust grooter maakte; de steeds dieper gaande wensch, een vrouw, en juist deze vrouw, voor altijd bij zich te hebben. John Spurling had nog nooit dergelijke ge dachten gehad. Hij had nog nooit tegen een vrouw over liefde gesproken. Hij sprak ook met Betty Bonn er niet over. Misschien was hij zichzelf er niet eens bewust van. Wanneer zij aan boord van de „Frisco" in hun verlan gens en fantasiën vervallen waren, wanneer zij een beeld opgehangen hadden wat zij met het vele geld zouden doen, wanneer op een goeden dag de „groote slag" gevallen zou zijn, dan had hij ook altijd een tuin, bloemen in het vensterkozijn en een schommelstoel voor zich gezien, maar nooit was er tevens een vrouw in dit huis of dien tuin. Vanaf heden mengde zich dit droombeeld der toekomst vaak met de realiteit van het heden, dat voor hem „Betty Bonn" beteekende. Ja, het kwam hem nu voor alsof zijn droo- men plotseling zin begonnen te krijgen, een beteekenis, die de juiste richting aangaf waarop hij zijn omzwervingen op zee zou kun nen beëindigen. Veertig jaar lang had hij nu reeds de zee bevaren. Veertig jaar lang was er voor hem niets anders geweest dan zwerven, schelden, vrach ten en koersen, hard werken voor een zuur stuk brood. Hij had nooit veel gedachten ver spild aan de verhouding tusschen man en vrouw, precies zooals het leven voor hem geen tjjd over had gehad voor de liefde. Hij was nu drie en vijftig. Hij had zich opgewerkt. Hij was kapitein. Hij was zelfs scheepseigenaar. Maar wat be teekende dit allemaal? Wat had deze positie hem voor vreugde bezorgd? Nog nooit was hij zich zoo sterk bewust geweest, dat hij het hoogtepunt van zjjn leven voorbij was, dat hij begon te dalen, dat dit alles wat hij nu bereikt had niets betee kende tegenover het verlangen, de eisch, de tot nog toe ongekende eisch naar vreugde, naar geluk. De jaren, die hem nog restten, wilde h(j benutten. Een grenzeloos medelijden overviel hem, met zich zelf, met Betty Bonn. Hij wist ook, op welke manier hij zich het geluk kon ver schaffen en ook haar. Hij had alleen maar de schuld bij Jim Paddock in te lossen en dan was zij vrij. Dan was zij hem iets verschuldigd. Maar nooit zou hij zich hierop laten voorstaan. Hij zou haar bij zich aan boord nemen. Ze zou bij hem zjjn. Als zijn vrouw. Voor altijd. Dan zouden ze den eenen of anderen dag de „groote slag" winnen, het groote geluk. Ja, zoo moest het gaan. Na acht dagen, die geheel in beslag waren genomen door dergelijke gedachten, en waar van hij de avonden steeds in „All nations sa loon" doorbracht, zei hij het haar. Hij sprak daarbij niet over liefde, hij sprak over zijn schip. Morgen vroeg zeilen wij weg. Haar eerste gedachte was: En wilt ge mij alleen laten? In New-York is geen vracht voor mij En tot wie moet ik me dan wenden? We moeten geld zien te krijgen. Maar ik ken hier toch niemand. Zoo draaiden zij er heen. Betty Bonn zag alleen maar den dag voor zich, waarop zij opnieuw zoo moeten af komen en zich bij de lallende mannen moest voegen. Zij verweerde zich met al haar ge schminkte en opgedirkte collegas van de Ka pel, ieders vriendin, en zelfs nog erger. In haar leefde, niettegenstaande alles, toch nog een restant van haar vrome opvoeding. John Spurling zag alleen maar het oogenblik voor zich, waarop hjj het geld voor Jim Pad- doch op tafel kon uittellen en haar vrij maken. Voor hem was er geen twijfel mogelijk, dat alles gaan zou, zooals hij zich gedroomd had. Had zij niet avond aan avond naast hem ge zeten, naast den verfoeilijken kapitein van een waardeloos- schip. Hij zag niet, dat slechts dat haar tot hem gedreven had, wat ook de bemanning aan boord van zijn schip bijeen hield; de angst om onder te gaan. Zij zag niet dat elk woord van hem over vaarten en vrachten en geld niets anders was dan een liefdesverklaring van een verouderden man. Zij had tranen van hulpeloosheid in haar oogen, toen hij opstond. Hij bromde een ver legen „so long", keerde zich bruusk om en ging weg. Zij hadden elkaar niet eens de hand gegeven tot afscheid, ('Wordt vervolgd,)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1936 | | pagina 7