Stadsnieuws
K.S.K.
PUROL
De strijd om de
„Betty
Bonn"
Kuwe
handen
Waar gaan we heen
ponderdag 17 December 193<S
Heldersche Courant
Tweede Blad
Regenverzekering*
Uitslag aanbesteding*
JftV. Van Splunde», Ridderkerk m
1 of
Derde Marine~concert*
Opbouw van de Pluimvee
tentoonstelling*
Vergadering van
deelnemers
Hedenavond K*S*K*-£eest
in Rialto*
Licht op voor alle voertuigen
Dc 12 man-sterke Grasshoppers
in Casino*
Uit het politierapport
F e ullleton
door Friedrich
L i n d e m a n
Het valt niet te ontkennen, dat de huwe
lijksplechtigheid in Den Haag plaats heeft in
gen tijd, dat de kans op regen buitengewoon
groot is en de uitgegeven gelden vrijwel nut
teloos kunnen zijn. Om zich hiertegen te dek
ken, is de gelegenheid opengesteld zich tegen
fegen te verzekeren, waarvoor, blijkens de
lieden geplaatste advertentie, het assurantie
kantoor Velthuys inlichtingen verstrekt.
t Uitslag der openbare aanbesteding, Perceel
18, voor het vervangen van een gedeelte houten
beschoeiing door een ijzeren beschoeiing achter
de Vuurwerkerswerkplaats en het maken van
een remming aan de oostzijde van het natte dok
ep de Rijkswerf te Den Helder.
H. Broersma, Harlingen
1. O. Kooiman, Harlingen
of
of
of
l of
of
t. W. de Jong en A. J. Waterlan-
der, Sneek en Oude-Haske
of
W. M. Visser Wzn., Lemmer
of
j, K. Simon, Schiedam j
of
C* Teeren op het werk 300.
r minder. Indien damwand koper-
i houdend 265.hooger),
N V. v.h. P. A. van Wijnen,
Dordrecht tin m
of
N.V. C. Kastelein Zn.'s Aan-
nemersbedrijf, Dordrecht
of
•Minneboo Wal'boom, Den Helder
of
3. de Vries, Den Helder -
of
of
of
of
of
i of
of
Of
of
140.-—
f* Teeren ter pteatse
x minder).
JffiV, v.h, Van Dongen éfe
Hoven, Pordrecht
Van
of
K&. Visser Smit"s Aanneming
Jffig. JPapepdrecht?
j pêoperhoudend damwand 3.—
£er ton extra),
R« ItoaayormM Pan., Zwijndrecht
of
of
of
HftW. rih. P, VoUeers Ban,
SUedreoht
R Parel Jzn., Sliedreoht
of
12.322.—
12.&07.
12.840.
13.780.
14.100.—
13.150.—
14.600.—
13.285.—
13.530.—
13.300.—
13.600.—
13.580
12.580
13.73-2.—
14.040.—
13.744.—
14.044.—
13.790.—
14.090.—
13.507.—
13.855.—
12.500.—
12.815.—
13.604
13.884
14.036
14.331
12.000
12.210
18.880.—
14.170.—
13.946.
14.980.
15.240.
15.473.—
15.758.—
13.104.—
13.312.—
1-5.523.—
15.200.—
15.430.—
Violoncelsolist: Eduard Biele.
Gisteravond heeft in Casino plaats
gevonden het 3e Marineconcert van het
Symphonie-orkest der Koninklijke Ma
rinekapel en het spijt ons te moeten con-
stateeren, dat de belangstelling iets min
der bleek te zijn, dan dat wij deze sedert
geruimen tijd gewend zijn.
Jammer, temeer daar het programma
ook ditmaal diverse specialiteiten bracht,
zoowel van het korps zelve als van den
violoncel-solist, Eduard Biele.
De solist.
Voor de pauze trad Eduard Biele op met
een violoncel-concert van den Italiaan Leo-
nardo Leo, een werk in ouden stijl, dat zich
verscheidene malen kenmerkte door een
groote mate van elegantie. Het werd gegeven
in een arrangement van den solist zelf, waar
bij wij veronderstellen, dat het in niet geringe
mate van het origineel afwijkt.
Wat het spel van den heer Eduard Biele
aangaat, hij beschikt ongetwijfeld over een
groote mate van muzikale ontwikkeling en
artistiek aanvoelen. Daarbij is de techniek
van de linkerhand voortreffelijk, eveneens de
stokvoering. Toch hadden wij, speciaal in dit
eerste nummer, gaarne wat meer vuur, wat
meer passie gezien. Afgezien van een klein
incident, bleek, dat het orkest zeker voor zijn
begeleidende taak berekend was, hoewel in
enkele deelen van het larghetto even ge
aarzeld werd.
Belangrijk spontaner en ook gelukkiger
van uitvoering was het tweede optreden, dat
St. Saëns' le Concert voor violoncel bracht.
Daar was gloed en warmte en een geestdrift,
die de eenigszins matte vertolking van het
eerste nummer alleszins vergoedde. Een
prachtig, breed werk, met een groot aantal
momenten van spanning en waarbij het orkest
zich op zijn bést deed hooren. Het applaus be
wees dan ook, hoezeer men dit nummer op
prijs wist te stellen.
Het Symphonie-orkest.
Het programma werd aangevangen met
Haydn's bekende „Militar Symphonie" (in C-
dur) en het was wel een zeer gelukkige ouver
ture van dezen avond. Men zit direct in de
typische Haydn-sfeer, Haydn, die weliswaar
niet de schepper van deze muziek-vorm is,
doch haar ongetwijfeld tot den schoonsten
bloei bracht.
Men kan bij dit werk z'n fantasie aan het
werk zetten: met name de tweede satz is spe
cifiek militair. De trompet schettert en het
slagwerk klinkt fortissimo. Het is allemaal
zeer opgewekt, en treft door een uitermate
krachtige structuur.
Dit werk ligt het orkest uitermate goed en
het bleek verscheidene malen met welk een
gemak en routine er gemusiceerd werd.
Na de pauze kreeg men een oude bekende
te hooren: Grieg's le Peer Gynt-suite, een
werk, dat wij reeds vele malen door onze
Staf hebben mogen beluisteren, doch dat tel
kens weer bekoort door zijn schoonheid van
compositie.
Daar was een „Morgenstimmung" vol van
charme en vol van kleur (voortreffelijk werk
hoorden wij van de hobo!); en een niet min
der goed getroffen „Ases Tod", waarbij we
de violen op hun best konden hooren. Het be
koorlijke „Anitra's Tanz" kenmerkte zich door
een groote mate van rust en hier bleek met
name hoezeer men dit werk beheerscht. Ook
de finale werd gegeven in volmaakten stijl.
Het concert werd besloten met de Ouver
ture 1812 van Tschaikowsky, over welk werk
wij reeds in een vorig blad uitvoerig schre
ven.
Het was een eerste opvoering door het
korps, zoodat men gevoegelijk* zou kunnen
rekenen op enkele misvattingen.
Het is evenwel een prachtig besluit van dit
3e concert geworden, een besluit, dat iedere
schaduw, die er dien avond wellicht over de
uitvoering gevallen was, volledig verdreef.
Een merkwaardig stuk, waar doorheen op
geniale wijze een sfeer van diepen weemoed
geweven werd. Weemoed, direct naast krijgs
rumoer. Weemoed, die deze ouverture haar
schoonste passages schonk.
Door koper en violen is gewerkt op een
wijze, die men eervol zou mogen noemen.
Ieder deel en iedere maat verkregen hun vol
ledig karakter en dat in een atmosfeer, die
merkwaardig van suggestie was. En met welk
een toewijding werd dit alles gegeven. Dó.t
was de staf op z'n best en toen de laatste
klanken van de majestueuze finale verklonken
waren, toen eerst demonstreerde zich het en
thousiasme der aanwezigen in een applaus,
dat de allure aannam van een ovatie.
Een ovatie, die zelden eerlijker verdiend
was!
„Musis Sacrum", een beste expo
sitie-gelegenheid. Hoeveel dieren
er ingezonden zijn.
Morgenmiddag wordt de Pluimvee-ten-
toonstelling, welke door de Pluimveever-
eeniging „Den Helder en Omstreken"
georganiseerd is, door den burgemeester
dezer gemeente, den heer G. Ritmeester,
geopend. Gedurende drie dagen zal in het
gebouw „Musis Sacrum" dan een prach
tige verzameling hoenders, duiven, kana
ries en konijnen te zien zijn. Niet alleen
de liefhebbers van deze dieren zullen ko
men kijken, maar ook zij, die oog en in
teresse hebben voor wat dit gedeelte van
onze fauna betreft.
Gistermiddag zijn ze, de energieke mannen
van de Pluimveevereeniging, aan het opbou
wen van hun expositie begonnen. En nog den
avond van dien zelfden dag konden ze, na
hard werken, zeggen, dat ze gereed gekomen
waren. Toen stonden de ijzeren kooien, die
eerst des middags uit Alkmaar aangekomen
waren, keurig en overzichtelijk aaneengereid
in de „Musis Sacrum"-zaal, die in de rood-
wit-blauwe muurgarneering nog de sporen
droeg van het Assaut-feest, dat hier kort te
voren plaats gevonden had.
Alle inzendingen waren present en reeds in
de kooien ondergebracht. Het gekraai der
hanen vermengde zich met het gekoer der
duiven en in de karanie-afdeeling begon een
fraai exemplaar op jubelenden toon te zingen,
toen de voorhang even weggehaald werd en
het electrische licht in het kooitje viel.
Ja, de tentoonstelling was in één dag op
gebouwd, verklaarden ons de heeren G. J. H.
Verstegen, de voorzitter van de organiseeren-
de vereeniging, tevens leider van de tentoon
stelling en A. J. Melief, secretaris van ge
noemde vereeniging, die het toezicht op het
arrangeeren van de kooien en het nummeren
daarvan gehouden had.
Terecht zeiden zij dat met eenigen trots:
,maar dat komt mede, omdat we zoo'n spe
cialist opbouwer hebben in ons lid Dirk
Sturk".
Wat ons dadelijk opviel was, dat door het
verplaatsen vhn de .tentoonstelling van het
Militair Tehuis naar „Musis Sacrum", aan
overzichtelijkheid ten zeerste is gewonnen.
Het is nu zelfs niet noodig, dat de kooien bo
ven elkaar geplaatst worden, uitgezonderd
dan in de middenrij, waar men er niet van
buiten kon. De a.s. bezoeksters en bezoekers
zullen thans met groot gemak en zeer duide
lijk de ingezonden exemplaren kunnen bewon
deren.
De inzenders staan hun vogels natuurlijk
alleen af in het volle vertrouwen, dat de or-
ganiseerende vereeniging goed voor de dieren
zal zorgen.
Wel, we hebben kunnen aanschouwen, dat
de vereeniging de voedering der heesten zeer
serieus ter harte neemt. De N.V. R. C. Keizer
en Co.' Binnenhaven, alhier, is zoo vriende-
genezen vlug met
Doos 30-60ct. Bij Apoth.en Drogisten
op
Maandag 21 December a.s.,
des avonds half negen, in de
bovenzaal van hetKegelhuis
Mededeeling versiering,
enz.
lijk geweest, gratis het benoodigde voeder ge
durende de tentoonstellingsdagen beschikbaar
te stellen en aan de leden van de vereeniging
is het volkomen toevertrouwd om voor een
juiste voedering zorg te dragen!
De keuring der dieren.
De keuring der ingezonden exemplaren
vindt heden plaats. Bij zoo'n keuring komt
heel wat kijken, wil het serieus geschieden
en dat is zeker het geval! Vier keurmeesters
zijn van buiten gekomen om de keuring te
verrichten.
Het zijn de heeren:
Joh. v. d. Broeke, Haarlem, voor alle hoenders
en sierduiven.
J. van Daalen, Haarlem, voor de postduiven.
H. Schil, Westzaan, voor de konijnen.
J. Pheiffer, Amsterdam, voor de zangkanaries.
Aan de hand van de uitspraak dezer heeren
worden de prijzeix toegekend, waarna kaarten,
vermeldende de(n) gewonnen prijs (zen) aan
de kooien der dieren bevestigd worden.
De inzendingen.
De inzendingen beloopen een respektabel
aantal. Daaronder behooren de vogels van den
heer Hoebe, die enkele dagen geleden zoo'n
groot succes mochten boeken op de tentoon
stelling van „Ornitophilia" in Utrecht.
De meeste inzendingen zijn plaatselijk, maar
er zijn toch ook ettelijke vogels uit Alkmaar,
Burgerbrug, St. Maartensbrug en andere
plaatsen. De inzendingen zijn als volgt:
40 nummers groote hoenders.
20 trio's en toornen.
60 nummers krielhoenders.
Pauwen, fazanten en kalkoenen.
178 sierduiven, een zeer mooie collectie.
50 nummers postduiven.
50 nummers kanaries.
50 nummers groote konijnen.
40 nummers kleinere konijnen.
Zooals gezegd, morgen wordt de tentoon
stelling geopend en naar hetgeen wij er al
van gezien hebben, is zij een bezoek meer
dan waard.
Een uitstekend programma voor
30 cent!
Hedenavond wordt in het Rialto-theater
de K.S.K.-feestavond gegeven, waarover
wij reeds 't noodige in ons blad schreven.
Wij willen er hier nog nog even, hoe
wel het ongetwijfeld overbodig zal zijn, de
aandacht op vestigen, dat dit een avond
zal worden, waarover men nog geruimen
tijd zal nababbelen.
Want niet alleen verricht men met den
aankoop van het kaartje van 3 simpele dub
beltjes een goede daad door het comité te
steunen, doch men verschaft zich tevens de
gelegenheid voor dit belachelijke prijsje een
avond van jolijt mee te maken, die U voor
een uur of vier van alle aardsche zorgen zal
bevrijden en U alle misères en crisis-euvels
doet vergeten.
Gaat U zelf maar na. Als hoofdfilm
wordt gedraaid het nog bij een ieder in
Natuurhistorisch Museum. Elke week:
Woensdag nam. van 35 u. en van 810 u.
en Zaterdag nam. van 36 u„ alsmede op
den eersten Zondag van elke maand nam.
van 35 u.
Woensdag 16 December.
Casino, 8.30 u. 3e Marine-concert.
Violoncel-solist: Eduard Biele.
Donderdag 17 December.
Casino. O.K.K. Gymnastiekuitvoering.
„Centraal", Kanaalweg, 8 u. V. A. R. A,
Propagan da-avond.
Rialto, 8 u. Feestavond K.S.K.-vereeniging.
Gebouw U.8.O.8 u. Psychometrische
séance.
Vrijdag 18 December.
Musis Sacrum, k u. Pluimveetentoonstelling.
Donderdag 17 Dec16.16 uur
herinnering liggende „Het Congres
danst", een operette-film, die haars ge
lijke wellicht nog niet gevonden heeft.
Naast het congres is er een bij-program,
dat waarlijk verrassend is.
Voorts zijn er diverse attracties, waar
van wij noemen o.a. het optreden van het
wonder 1936: Professor Mellorini, een
magiër, die U in het rijk der ongedroom-
de dingen zal voerenVoorts is daar
een accordeon-orkest, dat eveneens zal
zorgen, dat U zich die uren „uit" gevoeld.
Het is vanzelfsprekend, dat dit feest
toegankelijk is voor iederen Jutter, dus
niet alleen voor de city-bewoners. Ook
de Tuindorpers, Huisduiners en Oude Hel-
deraars worden in massale drommen ver
wacht
Vermelden wij voorts nog, dat men in ver
band met den grooten toeloop dringend aan
geraden wordt vanmiddag van 46 uur zijn
kaart aan de kassa af te halen en (eventueel
vanavond om half 8 aan de zaal) en dat de
voorstelling precies kwart over 8 aanvangt.
Men zie de desbetreffende advertentie in
dit blad.
Men schrijft ons:
Zondag verschijnt de nieuwste ster op het
gebied van dansmuziek op het „Casmo"-
tooneel.
„The 12 Grasshoppers" zijn in Amsterdam
bij de voornaamste dansscholen zeer populair
door hun uitstekend repertoire en de goede
kwaliteiten van hun Jazz-muziek.
Eenige zeer aardige shownummers en de
groote bezetting vooral, o,a. twee pianisten,
zullen zoowel voor de danslustigen als voor de
kijkers een voorname factor zijn.
Verkeersongeluk.
Dinsdagmiddag had op het kruispunt Paral
lelwegSluisdijkstraatRuijghweg een aan
rijding plaats tusschen een met een paard be
spannen wagen en een personenauto. De aan
rijding is vermoedelijk veroorzaakt doordat de
bestuurder van den auto den wagen wilde pas-
seeren op het oogenblik dat deze zich ter
hoogte van den ter plaatse aanwezigen vlucht
heuvel bevond. De bestuurder van den wagen
kwam te vallen, doch bekwam geen letsel. Een
onderzoek wordt ingesteld.
Ik had daar natuurlijk kunnen blijven.
Ik was voor mijn leven onderdak geweest.
Neen, neen! Ik ben er vandoor gegaan op
'achtienjarigen leeftijd.
In Betty's oogen glinterde op dit oogenblik
iets van de pailletten van haar kleeren
Vier jaar lang had zij alle mogelijke beroe
pen geprobeerd en was altijd weer ontslagen.
Zj) verweet met bi tere stem: omdat haar
vrome opvoeding nog te veel in den weg
zat.
Het leven is een venijnige kreng. Het
bijt iedereen, die er de gelegenheid toe laat,
zei Spurling.
Maar wanneer gij u niet bijten laat, dan
stoot het u steeds dieper.
Betty Bonn wierp met een kinderlijk trot-
sche beweging haar krullen in de nek.
Op 't eind was mij alles gelijk. Toen heb
ik dit aangenomen. Ik speel weer. Geen vrome
liederen, zooals ge wel ziet.
De overeenkomst, die haar verplichtingen
ten opzichte van de „All Nation" saloon op
legde, was een ding, dat men zooals Bet y
Bonn vertelde met gesloten oogen ondei-
teekent.
Zeker zij kreeg voor haar arbeid een onder
dak en te eten, maar weer. ook niet, ook geen
geld. Voor haar kleeding, voor alles wat tot
het dagelijksch leven behoort, was zij aange
wezen op datgene, wat Jim Paddock „muziek-
geld" noemde. Drinkgeld, gelegenheidsvoor
deeltjes van de gasten.
Ook dit zou wel uit te houden zijn geweest,
vooral daar de dikkel Kapelmeesteres niet al
leen de directrice van haar kapel, maar ook
een meesteres was in het loskrijgen van voor
deeltjes voor haar kapel. Maar de overeen
komst bevatte een bijzondere passage, n.1. dat
ieder der medewerkenden voor haar eigen in
strument moest zorgen.
Hiermede had hij mij vast, deze slaven
handelaar. Grootmoedig had hij mij aangebo
den een voorschot te nemen. Eindeloos had
hij mij ingeprent, hoe gemakkelijk dit bedrag
weer bij elkaar te krijgen was. Al die woor
den had hij niet eene noodig gehad. Elk
woord, dat hij sprak, was te veel. Ook zonder
redeneering had ik onderteekend. Wat bleef
mij anders over? Heel minzaam had hij zelf
de piano voor mij gekocht. Een gelegenheids
koopje, zooals hjj zei. Alleen verdiende hij er
nog de provisie aan. Maar ik had de schuld.
Nu hangt dat ding mij als een steen om m'n
nek en drukt mij zoolang naar beneden, totdat
ik verdrink...
John Spurling kon geen woord van troost
vinden. Misschien dacht hijzelf ook aan den
last, die hem op de schouders drukte; aan zijn
schip. Een schip of een piano; is het leven zoo
weinig waard?
John Spurling zat dien avond nog lang aan
het tafeltje in „All Nations saloon", zat met
zijn hoofd op zijn borst en verzonk van de
eene gedachte in de andere.
En deze gedachten keerden steeds opnieuw
weer bij hem terug, zooals hij zelf den vol
genden avond en de volgende enz. steeds weer
in All Nation saloon terugkwam en zooals
1 ook weer steeds Betty Bonn met zwijgende
vanzelfsprekendheid aan zijn tafel kwam.
Tusschen deze beide mensehen ontstond een
woordelooze kameraadschap, vriendschap uit
eenzaamheid.
Voor Betty Bon was het een genoegdoe
ning hier een plaats te vinden die haar onthief
van de verplichting, zooals haar collega's, van
tafel tot tafel te fladderen. Het was voor
haar genoeg, een man te hebben die niets
van haar vergde, die stom aanwezig was, en
alleen reeds door zijn tegenwoordigheid haar
bewaarde voor de hinderlijke handtastelijk
heden der dronken menigte. John Spurling on
derging echter een zeldzaam geluksgevoel,
waarvan hij nooit geweten had, de nabijheid
van een vrouw, de warme geur van dit meisje,
en als hij de bewonderende blikken der anderen
opmerkte, gaf dit hem een plotselingen steek
door de borst, alsof hem hem iets onstelen
wou.
Ja, dit was het, wat van dag tot dag zijn
onrust grooter maakte; de steeds dieper
gaande wensch, een vrouw, en juist deze
vrouw, voor altijd bij zich te hebben.
John Spurling had nog nooit dergelijke ge
dachten gehad. Hij had nog nooit tegen een
vrouw over liefde gesproken. Hij sprak ook
met Betty Bonn er niet over. Misschien was
hij zichzelf er niet eens bewust van. Wanneer
zij aan boord van de „Frisco" in hun verlan
gens en fantasiën vervallen waren, wanneer
zij een beeld opgehangen hadden wat zij met
het vele geld zouden doen, wanneer op een
goeden dag de „groote slag" gevallen zou
zijn, dan had hij ook altijd een tuin, bloemen
in het vensterkozijn en een schommelstoel
voor zich gezien, maar nooit was er tevens
een vrouw in dit huis of dien tuin.
Vanaf heden mengde zich dit droombeeld der
toekomst vaak met de realiteit van het heden,
dat voor hem „Betty Bonn" beteekende.
Ja, het kwam hem nu voor alsof zijn droo-
men plotseling zin begonnen te krijgen, een
beteekenis, die de juiste richting aangaf
waarop hij zijn omzwervingen op zee zou kun
nen beëindigen.
Veertig jaar lang had hij nu reeds de zee
bevaren.
Veertig jaar lang was er voor hem niets
anders geweest dan zwerven, schelden, vrach
ten en koersen, hard werken voor een zuur
stuk brood. Hij had nooit veel gedachten ver
spild aan de verhouding tusschen man en
vrouw, precies zooals het leven voor hem geen
tjjd over had gehad voor de liefde. Hij was
nu drie en vijftig.
Hij had zich opgewerkt. Hij was kapitein.
Hij was zelfs scheepseigenaar. Maar wat be
teekende dit allemaal? Wat had deze positie
hem voor vreugde bezorgd?
Nog nooit was hij zich zoo sterk bewust
geweest, dat hij het hoogtepunt van zjjn
leven voorbij was, dat hij begon te dalen, dat
dit alles wat hij nu bereikt had niets betee
kende tegenover het verlangen, de eisch, de
tot nog toe ongekende eisch naar vreugde,
naar geluk. De jaren, die hem nog restten,
wilde h(j benutten.
Een grenzeloos medelijden overviel hem,
met zich zelf, met Betty Bonn. Hij wist ook,
op welke manier hij zich het geluk kon ver
schaffen en ook haar. Hij had alleen maar de
schuld bij Jim Paddock in te lossen en dan
was zij vrij.
Dan was zij hem iets verschuldigd. Maar
nooit zou hij zich hierop laten voorstaan. Hij
zou haar bij zich aan boord nemen. Ze zou bij
hem zjjn.
Als zijn vrouw. Voor altijd.
Dan zouden ze den eenen of anderen dag
de „groote slag" winnen, het groote geluk.
Ja, zoo moest het gaan.
Na acht dagen, die geheel in beslag waren
genomen door dergelijke gedachten, en waar
van hij de avonden steeds in „All nations sa
loon" doorbracht, zei hij het haar. Hij sprak
daarbij niet over liefde, hij sprak over zijn
schip.
Morgen vroeg zeilen wij weg.
Haar eerste gedachte was:
En wilt ge mij alleen laten?
In New-York is geen vracht voor mij
En tot wie moet ik me dan wenden?
We moeten geld zien te krijgen.
Maar ik ken hier toch niemand.
Zoo draaiden zij er heen.
Betty Bonn zag alleen maar den dag
voor zich, waarop zij opnieuw zoo moeten af
komen en zich bij de lallende mannen moest
voegen. Zij verweerde zich met al haar ge
schminkte en opgedirkte collegas van de Ka
pel, ieders vriendin, en zelfs nog erger.
In haar leefde, niettegenstaande alles, toch
nog een restant van haar vrome opvoeding.
John Spurling zag alleen maar het oogenblik
voor zich, waarop hjj het geld voor Jim Pad-
doch op tafel kon uittellen en haar vrij maken.
Voor hem was er geen twijfel mogelijk, dat
alles gaan zou, zooals hij zich gedroomd had.
Had zij niet avond aan avond naast hem ge
zeten, naast den verfoeilijken kapitein van een
waardeloos- schip.
Hij zag niet, dat slechts dat haar tot hem
gedreven had, wat ook de bemanning aan
boord van zijn schip bijeen hield; de angst om
onder te gaan.
Zij zag niet dat elk woord van hem over
vaarten en vrachten en geld niets anders was
dan een liefdesverklaring van een verouderden
man.
Zij had tranen van hulpeloosheid in haar
oogen, toen hij opstond. Hij bromde een ver
legen „so long", keerde zich bruusk om en
ging weg. Zij hadden elkaar niet eens de hand
gegeven tot afscheid,
('Wordt vervolgd,)