illiw:illlllllllllllllllljl)ül^i^jjm^xlir *1,-• Raadsels „Jacqueline" Beste Jongens en Meisjes Kindervriend. Nieuwe Raadsels Waar en hoe de peper groeit* Toon wat je kunt* In bijna al de briefjes, die ik deze week van jullie heb ontvangen, wordt gerept van het voorbije Kerstfeest, dat heerlijke feest, dat ons vertelt van het Licht dat eeuwen geleden op aarde kwam in een kleine stal in een ver, heel ver land. Het is uitgekomen zoals ik verleden week geschreven heb: geen sneeuw. Op Eerste Kerstdag dacht ik nog: nu komt ze, maar nee hoor, het werd géén witte Kerst. En nu is ook de viering van het Oude en Nieuwe weer voorbij en tevens... de feestda gen. De vacanties zijn bijna weer om en ook de Kindervriend moet, evenals jullie, wachten op de Paas Het boek is gewonnen doort LIENY VAN LOPIK, Spoorstraat 89. Johanna Kohier. Laat ik beginnen, Joh, met jou vriendelijk te bedanken voor de keurige kaart die je me zond met de geluk wensen voor het nieuwe jaar. Het is te hopen, dat dit jaar jou en mij en al onze vriendjes en vriendinnetjes, die ik ken en die ik niet ken, in Den Helder en in Soerabaia, in Wash ington en Honoloeloe, veel geluk en vreugde brengen mag. Luit Folkerts. Ja, wij hebben thuis ook een mooie kerstboom gehad, vol dansende lichtjes, Luit, en we hebben ook gezongen en voorgelezen, maar die tweede Kerstdag werd er een uit ons kringetje ziek en toen was de vreugde voorlopig geëindigd. Gelukkig dat het Kerstfeest een feest is om binnen te vie ren, dan kan het mistige weer het genot niet storen, Henk Doelman. Die laatste week van het jaar is behalve een feestweek, ook een boeken week, Henk, dan worden alle Zondagsschool kinderen verrast met een fijn boek. En er is eigenlijk geen beter cadeau dan een boek, want het verrijkt je geest. Adriana Grande. De raadsels moeten Uiterlijk Woensdagavond 6 uur op kantoor zijn, Jaantje. Ik zou je dus aanraden, breng ze Woensdagmiddags zelf, dan weet je zeker dat ze op de plaats van bestemming komen. Je vader zal wel andere dingen aan zijn hoofd hebben en kan het dus licht vergeten. Geertje Swaager. We hebben wel niet de Ijzers onder kunnen binden, Geertje, en we hebben geen sneeuwballen kunnen gooien, maar het is toch een fijne kerstvacantie ge worden, omdat jullie niet door storm en regen binnen gehouden werden. Theo Bruning. Nee, ik vind Amsterdam In de winter gezelliger dan in de zomer, Theo. *s Zomers is het prettiger op de hei en in de bossen, op het strand en in de zee. Tinie en Beppie Vink. Ik wil niet graag op slechte voet met jou komen, Beppie, want dat heb je niet aan me verdiend. Dat je naam niet bij de goede oplossingen stond is buiten mijn schuld, want er is een ander die dat na- Ziet. Ik beantwoord alleen jullie briefjes. Annie Doeleman. Dat was een prijs waar je ook wat aan had, hè, Annie? Meisjes lezen net zo graag jongensboeken als de jongens zelf, vooral wanneer er een massa leuke, on deugende jongensstreken in voorkomen. Lieny v. Lopik. Waar blijven je briefjes, *Lieny, heb je het zo over, over druk? Beier Jans. Ja, ik heb prettige Kerst dagen gehad, Reier, en ik hoop dat je wens in vervulling gaat, dat ik ook een gelukkig nieuwjaar heb. Gretha v. Vliet. Ja, als je twee keer niet meedoet, Gretha, dan kan je ook niet ver wachten dat je het boek wint. Daarvoor is in de eerste plaats nodig: trouw. Onthoud dat dus. Mientje Hoogendijk. Electrische kaarsen In zo'n kerstboom is wel veilig, Mientje, maar die dansende kaarsenvlammetje ztfn leuker, die behoren eigenlijk tusschen die groene pracht van de boom. Maar ja, 't brandgevaar is groter, dat is waar. Trijntje Jans. Leuk wordt die stad, hè, Jans? 't Lijkt dromeland wel. Je zal eens zien als straks die honderden, nee, duizenden lam pions branden, hoe sprookjesachtig de stad eruit ziet. De Middenstraat is mooi, dat heb ik gezien en er zijn heel veel mooie straten. Wat zal het gezellig zijn, volgende week. Dirk, Jan Mosk, Breezand. Dat vind ik erg aardig van je, Dirk, dat je me die week geen briefje gestuurd hebt, want ik heb het die weken ook erg druk gehad. Heb je Je nog een beetje vermaakt met de vacantie? Jullie hebben daar in Breezand in ieder geval ruimte genoeg om te spelen en jij hebt thuis meteen een heel stel speelmakkertjes. Frida de Boer. Dat was een rapport waar je mee tevreden kon zijn, Frida, alleen rekenen moet één of twee punten naar boven. Doe daar dus extra je best op en zorg dat de andere cijfers niet achteruit gaan, dan ga je straks met vlag en wimpel naar de zesde. Wim Ouwens. Leuk dat je je de laatste dag van het jaar, want dat is het, terwjjl ik aan je zit te schrijven, bij onze vriendenkring aansluit, Wim. Dat je welkom bent, wel dat heb ik je niet te zeggen. Dat spreekt zo van zelf, dat ik daar geen regel meer over schrijf. Theun Kroonstuiver. Nog een nieuw vriendje. Nu, voor jou geldt het briefje aan Wim, Theun. Je bent even hartelijk welkom. Jopie, dat broertje van Theun, geeft ik ook gauw een hand. Ik vind het leuk, Jopie, dat jij met je zeven jaren ook meedoet. Wrnt voor jou ik zo'n -- schrijven eigen"j'" g een hele toer. Gilles en Bertha Hendriks. 't Is gelukkig dat jij en Gilles goed met elkaar op kunnen schieten, Bertha, trouwens ik had ook niet anders verwacht, hoor, een broertje en een zusje houden toch veel van elkaar, ook al zijn ze het wel eens niet altijd eens met elkaar. Tinie Gomes. De Reigerstraat heb ik ge zien, Tinie, en die vind ik ook mooi. 't Is zo'n feesteljjk gezicht boven dat brede grasgazon. Annie Moor. Dat is een felicitatie waard, Annie, die prachtige vooruitgang van je rap port. Dat is een bewijs dat je je best gedaan hebt. Nu heb je er alleen voor te zorgen dat het volgende niet achteruitgaan. En als je je best doet, behoeft dat niet. Dus: de tanden op elkaar. Ik ben benieuwd wat je me van het volgende rapport te vertellen hebt. Janje Koomen. Jullie boffen maar met al die vrije dagen, Jantje. Je moet maar niet bij de krant gaan, want dan is een feestdag voor een ander, een extra drukke dag voor je. Als je nu veel van werken houdt geeft dat natuurlijk niet, maar anders... Willy Kerkhoven. Bof jij even, Willy, dat je nog naar Den Haag gaat. Je zal je ogen vast uitkijken aan al dat fraais, dat daar te zien is. De binnenstad moet een sproakje zijn. Volgende week vertel je me er maar wat van in je briefje. Loeki en Leon v. d. Wal, Den Haag. Ik hoop dat jullie wensen in vervulling gaan Loeki en Leon en dan zal ik ook zeker veel aan jullie schrijven, want als ik gezond ben, wel, dan babbel ik graag iedere wek met jullie. Ik begrijp, dat jullie de maanden al tellen, dat je Paps naar huis komt. Zet je een kruisje op de kalender als er een maand om is? Wat een prettige kerstdagen hebben jullie gehad. Nu, ik ook, hoor. Jongens en meisjes, het laatste briefje Is be antwoord. Tot volgend jaar dus, O, nee, het is al 1937 als jullie dit lezen, ik moet dus schrijven, tot volgende week. Oplossingen vorige raadsels. L B e I roe nevel hiel a e n r n d de Ietter R. Goede oplossingen ontvangen vant Frits R.; Luit F.; Jan B.; Jan D.; Henk D.; Cor de J.; G. S.; Grietje v. d. W.; Tineke W.; Ria W.; Theo B.; Tinie en Beppie V.; Sieni V.; Teetje B.; Reinhard K.; Johanna K.; Annie D.; Loeki J.; Lieny v. L.; Tiny B.; Nellie V.; Rika v. O.; Reier J.; Mientje H.; Trijntje J.; Joosje D.; Nettie H.; Frida de B.; Wim D.; Theun K.; Jopie (in de Walvisch- straat); Gieles H.; Fritsje C.; Coen C.; Piet H.; Neeltje C.; Tinie G.; Tieny C.; Anna M.; Jopie v. d. R.; Jantje K.; Ria M.; Willy K.; Annie J.; Jan B.; Dirk R.; Adriaan K.; Zil verschoon; Coentje C.; Loeki v. d, W, Nieuwe raadsels. 1. Wie heeft tanden en knabbelt nooit? 2. Noem een jongensnaam, die omgekeerd precies hetzelfde blijft. 3. Welke ziekte heerscht op geen enkel land? Een verhaal met een onverwacht slot. Op de derde dag van zijn bezoek aan de nieuwe school, des morgens vroeg, kwam een troepje jongens aanlopen, dat druk scheen te praten over een belangrijk onderwerp. „Z(j hebben het zeker over de voetbalwed strijd van vanmiddag," dacht Jacques en er kwam een verdrietig gevoel in hem op, dat hij zo van alles was uitgesloten. Het troepje jongens liep hem voorbij en bleef een paar meter verder staan. Hoewel ze niet luid spra ken, kon Jacques hen toch heel goed verstaan. ,,Het is een lamme boel," zei een lange jon gen met rood haar. „Maar hoe kwam het nou eigenlijk pre cies?" „Nou, wij zouden gistermiddag na school nog wat gaan spelen", zei een der jongens. „Wim Verschuur, Jaap Booy, Piet Mencke, Chris Mooy en ik. Chris Mooy stelde voor, dat wij over het schoolhek zouden klimmen en op de speel plaats een beetje zouden gaan voetballen. Nou, je weet, over het hek klimmen mag niet en voetballen op het schoolplein is helemaal verboden. Wij vonden het dus een lollig idee en voetbalden. Het was reuze leuk, maar Wim gaf het balletje ineens een „pil", dat het ding door de lucht suisde. Je weet, hoe ontzettend hard die Wim kan trappen" „Nou en niet zo zuinig!" verklaarde een derde jongen opgewonden en lachend. En daar vliegt me die tennisbal zó door een van de ruiten van onze klas!" „Ai!" zei de jongen met rood haar en trok een scheef gezicht. „Ja, en nou is het 't lamste, dat Wim na tuurlijk school moet blijven en niet mee kan spelen. Wij worden ingemaakt, zo „En als wij die ruit nu gezamenlijk betaal den?" vroeg de roodharige jongen. „Geeft niks", zei Kees nijdig, wij zijn immers toch over het hek geklommen en wij hebben hier toch op de speelplaats gevoet bald!" „Ai!" zei de roodharige Jongen weer; het scheen zijn stopwoordje te zijn. „Nou ja, als je niets anders weet, hoepel dan op", zei Kees nukkig en vond 't lam, dat niemand een oplossing wist. De rode jongen kreeg een kleur en lachte maar wat. „Ik weet wat", zei hij toen opeens, „als mijnheer Dekkers straks vraagt, hoe dat gat in die ruit gekomen is, dan zegt niemand één woord. Wim moet vanmiddag voor ons spelen, anders verliezen wij het vast!" „Nog niet zo'n stom idee", zei Kees, „kom mee, dat moeten we dadelijk met de anderen afspreken!" Jacques had met belangstelling staan luisteren. Hij leefde geheel met de situatie van de voetballers mee. Wim Verschuur moest meedoen; die was lid van het elftal! Nauwelijks zaten de leerlingen op hun plaatsen of daar had je 't al. „Wie heeft die ruit gebroken?" vroeg hij streng en wees naar het vernielde venster. Maar buiten zijn verwachting, ging er geen vinger in de hoogte. Dit maakte mijnheer Dekkers heel boos. „Als de dader zich niet onmiddellijk aan meldt, dan zal ik vanmiddag de gehele klas moeten laten nablijven. Ik geef dus nog één kans!" dreigde hij boos en zijn anders zo vriendelijke ogen fonkelden nu streng achter de grote brilleglazen. Nu was goede raad duur. Op die wijze zou niet alleen Wim Verschuur niet mee kunnen doen aan de wedstrijd, maar bovendien nog drie andere spelers, die in dezelfde klasse za ten en eveneens slecht gemist konden worden. Twintig jongenshoofden zochten naar een oplossing, twintig jongensharten klopten ang stig sneller en ieder wachtte af op de dingen, die komen zouden Wat nu? Neen, niemand wist raad. Toen rees, op de achterste bank, een vinger om hoog, en werkelijk, er was een vrolijke klank in, toen Jaques, bijgenaamd „Jacqueline", plotseling door de klas galmde: „Het was mijn tennisbal mijnheer!" Natuurlijk volgde een verschrikkelijke schrobering van mijnheer Dekkers en dui zend strafregels en... de ruit betalen. Toen begon de les en was de zaak afgehan deld. Dat wil zeggen voor mijnheer Dekkers, maar niet voor de jongens, die zoiets niet hadden verwacht van „Jacqueline". Het prettig slot van dit verhaal is, dat de club met 20 als overwinnaar uit de strijd kwam. Maar vóór die tijd had er nog iets anders plaats. Wim Verschuur gaf den nieu wen kameraad Jacques Kolff een stevige hand en noemde hem „een reuzenkerel." „Het spijt me verschrikkelijk," zei hij, „dat ik altijd zo flauw tegen je geweest ben, maar nou worden we vrienden hoor. Jongens, een hoera voor Jacques Kolffhiep hiep hoera!galmde het door de klas, tot grote verbazing van mijnheer Dekkers, die eens door de ruiten keek om te zien, wat er aan de hand was. „Wat er precies gebeurd is, weet ik niet", zei de man bij zichzelf, maar 't was Kolff's balletje niet en Kolff was evenmin de schul dige!" De duizend strafregels werden in tien verschillende handschriften ingeleverd en... Kolff's hand was er niet bij. Maar mijnheer Dekkers deed of hij niets zag In het kasboek van de voetbalclub staan onder „onvoorziene uitgaven" de kosten van een gebroken ruit Langs staken. Ditmaal willen wij jullie iets vertellen over de peper. Peper komt oorspronkelijk uit Ned. Oost-Indië, hoofdzakelijk uit Java en Suma- tra en is vandaar ook naar andere landen overgebracht. Nu levert ook West-Indië heel veel peper, o.a. de bekende Cayenne-peper. Peper is de zaadvormige vrucht vkn een klimmende heester, die uit dunne stammetjes bestaat. Deze stammetjes zitten vol ogen, zo als men dat noemt en uit deze oogen schie ten weer nieuwe wortels, zodat de heester zich steeds verder verspreidt. Zonder een steuntje zouden deze takken over de grond kruipen en daarom houdt men de struiken door staken overeind, zooals men dat bij ons wel doet bij beplanting van boomen- en erw- tenstokken. De peperheesters worden in rijen op heel grote velden geplant en gewoonlijk krijgen twee struiken één staak tot ondersteuning. Als de struiken ongeveer 3 of 4 meter hoog zijn, worden zij tot op een meter gesnoeid, De bloesem van de peperstruik is wit en en als de heester drie jaar oud is, begint hij vruchtjes te geven. wordt opgevolgd door roode bessen. Deze bes jes zitten trotsvormig aan de struik, maar rijpen niet allemaal tegelijk. Het komt dik wijl voor, dat rode en groene besjes door el kaar groeien. De rijpe besjes vallen al gauw af. Bij het plukken worden de rijpe en onrijpe bessen gescheiden. De onrijpe bessen worden in de zon te drogen gelegd, waardoor zij zwart en hobbelig worden; deze gedroogde bessen vor men dan de gewone zwarte peper. De rijpe bessen, zoowel de geplukte als de afgevallene, worden in zeewater geweekt. Vervolgens gewassen en met de handen ge wreven, waardoor de schil van de bessen af valt, waarna de bessen in de zon worden ge droogd. Deze bessen leveren witte peper, welke niet zo scherp is als de zwarte, ook is zij veel zachter, aangenamer en specerij achtiger van smaak. Een goede struik levert jaarlijks drie tot vier pond bessen. De peper bevat weinig vlugge olie en is hierin van de muskaat noten en kruidnagelen te onderscheiden. Da specerij-achtige beginselen moet men bij de gom-achtige delen zoeken. Met het gebruik van peper moet men echter voorzichtig zijn; personen met een zwakke maag dienen er vooral geen gebruik van te maken. Vroeger werd peper ook wel als genees middel aangewend. Koortslijders gaf men dik wijls, inplaats van kina, eenige grammen pe per. De Spaanse, eigenlijk Braziliaanse peper, is afkomhstig van een heel andere plant, welke haar vaderland in de hete luchtstreek heeft, maar thans ook veel in Zuid-Europa wordt gekweekt. De peul van de Spaanse peper is vliezig, glad en donkerrood of saf- fraankleurig. De zaden zijn platgedrukt en hebben een roodachtige gele kleur. De Spaan se peper is sterk verhittend en bevat vele scherpe bestanddelen. Aardige voorbeelden om te kleuren. Hierbij een prent, waarop zeven verschil lende dieren zijn afgebeeld. De bedoeling is, dat jullie deze prent eens mooi kleurt. Niet zo maar raak, maar nauwkeurig en kies je kleurtjes goed. Bovenaan links zien jullie een vlinder. Houd je van witte vlinders, met gele stippeltjes op de rug, maak deze vlinder dan wit en geel. De kop kan een klein beetje bruin zijn, want let maar 'ns op. 'n Witte vlinder heeft toch altijd nog een donker kopje. Nu kijken we naar de zwaluw. Een pracht beest, vind je niet? Weet je de kleur van zo'n mooie vogel? Meestal blauwzwart, je weet wel van dat fluweelachtig blauw, iets lichter, maar niet veel. Verder gaan we: We zien 'n kip. 'n Heel mooie, dikke kloek. Maak haar bruin met goudgeel en geef haar een helrode kam. De poten kunnen geel zijn en de staart iets don kerder bruin. De slak is ook een leuk diertje om te kleu ren. Het huisje is grijsachtig bruin en heeft meestal de kleur van de grond, waarop de slak loopt. De slak zelf kan geelbruin wor den gemaakt. Haar hoorntjes zijn over het algemeen zwart. Dan volgt de kreeft. Brr! Wat ziet hij er gevaarlijk uit! Maar wij zijn niet bang voor 'm hoor! We durven 'm zelfs wel te kleuren. Wat dachten jullie van rood? Jullie hebt toch zeker wel eens 'n kreeft voor de ramen van een' viswinkel zien liggen. En dan hebben jullie zeker ook wel opgemerkt, dat de kreeft meestal rood is. Maak zijn rug dan rood met zwarte stippen er op. Zijn poten kunnen heel licht rood zijn, bijna rose. De snavel kan iets donkerder rood zijn en zijn lange scharen ook. Tenslotte komt de vis aan de beurt. Wat een mooie vette vis is dit hè. Wat zou het zijn? Een karper of 'n schelvis. In ieder geval is deze mooi genoeg om gekleurd te wor den, maar, nietwaar, een vis hééft eigenlijk niet veel kleur. Maak de rug blauwachtig grijs en de romp van onderen iets lichter om tenslotte over te gaan in wit. Het oog kan rood zijn, want vissenogen zijn meestal rood. De bek is ook wit en de kop van boven weer wat blauwachtig. De vinnen zou je grijs kun nen maken en de staart eveneens. Nou, veel succes met de prentjes en knoei niet te veel!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 15