Iran, een reusachtige
mierenhoop
Frankrijks nieuwe Bagnos
Dr. Deterding's
millioenen
De chemische industrie
in Rusland
Grondspeculatie
voor den landbouw
Zaterdag 2 Januari 1937
Derde blad
door spoorwegaanleg
Het Fransche Bagno
Teheran, In December,
Nog steeds te Iran overstroomd met Eu-
ropeesche arbeiders en ingenieurs uit alle
mogelijke landen, maar hun aanval is toch
eerder af- dan toegenomen en dat voorna
melijk om twee redenen. Ten eerste zijn vele
Italiaansche arbeiders, die in Iran werk
zaam waren bij den aanleg van wegen en
spoorlijnen, naar Oost-Afrika vertrokken,
naar het thans onderworpen Abessinië,
waarvan ik ben teruggekeerd. Het is juist
dat soort arbeiders, dat men er noodig
heeft en de Italianen werken liever onder
eigen dan onder vreemde vaan.
Er is evenwel nog een tweede reden,
waarom vele arbeiders, ook niet-Italiaan-
sche, Iran hebben verlaten. De meeste
Europeesche arbeiders en ingenieurs komen
niet alleen naar Azië om er een stuk brood
te verdienen, maar ook om er iets over te
houden, wat bij de hier aan Europeanen be
taalde loonen en de kosten van levensonder
houd ook mogelijk is. Sedert ongeveer een
half jaar bestaan er evenwel strenge voor
schriften betreffende het verzenden van
geld naar het buitenland, zoodat de hier
werkenden hun overgespaarde duiten niet
of zeer moeilijk over de grenzen kunnen
krijgen. Dit heeft velen doen besluiten het
land te verlaten om elders hun heil te zoe
ken. Dientengevolge zijn de arbeidslponen
d.er Europeanen in vele takken van bedrijf
gestegen. Deze Europeanen zijn allen vak
lieden, want voor menschen zonder vak is
hier geen plaats.
De meeste Nederlanders, Belgen, Engel-
schen en Franschen, die door werkgevers
uit Europa naar hier zijn gezonden, krijgen
hun loon gewoonlijk slechts voor een deel
'uitbetaald in Iransch geld. De rest wordt
hun in het vaderland tegoed geschreven,
zoodat zij door de strenge bepalingen be
treffende den uitvoer van geld niet of zeer
weinig te lijden hebben.
Het aantal hier werkende Belgen te de
laatste tijden weinig of niet toegenomen, dat
der Nederlanders is een weinig vermeer
derd, daar er niet slechts Nederlanders wer
ken aan de haven aan de Kaspische Zee,
waar een Nederlandsche aannemer werk
zaam is bij den aanleg van den grooten
spoorweg, die de Kaspische Zee met de Per
zische Golf moet verbinden. Een Belgische
maatschappij, de S.O.K.O.L. heeft verschil
lende werken onderhanden, o.a. een nieu
wen weg, die Teheran een kortere verbin
ding met de Kaspische Zee moet bezorgen,
een weg dwars door het gebergte met tun
nels en beschuttingsdaken tegen lawinen
in den wintertijd. Behalve Nederlanders en
Belgen zijn er ook nog Hongaarsche, Duit-
sche, Tsjechische, Italiaansche, Engelsche,
Oostenrijksche, Zweedsche, Deensche onder
nemers aan het werk aan wegen, bruggen,
spoorbaan, tunnels, fabrieksbouw, haven-
bouw en den laatsten tijd hebben ook eeni-
ge Iransche ondernemers werk op zich ge
nomen. Groote gedeelten van het land doen
denken aan een reusachtige mierenhoop,
waar menschelijke mieren in het indruk
wekkende landschap onvermoeid arbeiden.
Het verbazingwekkende is, dat dit alles ge
schieden kan zonder dat Iran hulp heeft
gezocht in een buitenlandsche leening, die
feitelijk de lasten voor een groot deel zou
afwentelen op een toekomstig geslacht, dat
voor de renten en aflossing zou hebben op
te komen.
Vergevorderd is te Teheran reeds het sta
tion, dat vier a vijf millioen guldens zal
kosten en een der best ingerichte en mo
dernste stations der geheele wereld zal wor
den. Reeds in den loop van het jaar 1937
zal de spoorwegverbinding tusschen de
Iransche hoofdstad en de Kaspische Zee ge
reed zijn. De belangrijke kunstwerken op
dit gedeelte van den spoorweg zijn reeds
voltooid en er moeten nog slechts twee-en
vijftig kilometer rails worden gelegd om
Teheran te bereiken.
Welk een geweldige omwenteling de spoor
weg in het verkeer zal brengen, ondervond
ik dezer dagen nog eens aan den lijve,
zou een bezoek gaan brengen bij een mijner
oude kennissen te Sjahi, noordelijk van
Teheran, in het Elboursgebergte, waar
spoedig nu de trein zal loopen. Na eenig
zoeken en vragen had ik een automobie
gevonden, die in deze richting vertrok met
vier passagiers. Voor mij was er nog een
plaats en ik meende nog denzelfden dag te
Sjahi te zullen aankomen, doch ik had
zonder de sneeuw gerekend. Nog geen uur
hadden we Teheran verlaten, of de witte
vlokken begonnen neder te dwarrelen, zoo
dat op den soms langs diepe afgronden
slingerenden weg de chauffeur bijna geen
uitzicht meer had en zijn snelheid ten
zeerste moest beperken. Veel meer dan tien
Een oponthoud onderweg in het
Morgenland (in het Elboersgebergte,
noordelijk van Teheran).
kilometer per uur maakten we niet meer
en daar we ons op dat oogenblik nog ruim
honderd kilometer van het reisdoel bevon
den, was het vooruitzicht van de verdere
reis alles behalve aanlokkelijkk. Na onge
veer twee uur hield het sneeuwen op en
kon de chauffeur de snelheid tenminste een
weinig vermeerderen. Door de reeds ge
vallen sneeuw moest hij evenwel de uiterste
voorzichtigheid in acht nemen. Bovendien
scheen verder- en hoogerop nog immer
sneeuw te vallen. Het was hoogst onge
moedelijk, vooral ook daar we in den auto
mobiel bittere koude leden en ik na mijn
verblijf in Afrika (ten minste voorloopig)
koude veel minder goed verdraag dan vroe
ger.
Ten slotte kwamen we in een bergdorpje
waar eenige tientallen automobielen van al
lerlei soort stonden. De chauffeurs vertelden,
dat de volgende bergpas volkomen inge
sneeuwd en onberijdbaar geworden was.
Ook wij konden niet verder. In een ,tsjai-
chane" (theehuis) vond ik een warme kachel
en daar slurpte ik groote hoeveelheden heete
thee, die me weder tot mezelf bracht.
Ik vroeg hoe lang het wel zou kunnen du
ren eer de bergpas weder berijdbaar zou zijn
en men vertelde me, dat er reeds aan twee
zijden werd gewerkt door een ploeg arbei
ders, maar dat er nog meer bij zouden ko
men. In elk geval moest; ik rekenen met een
opdril houd van zesr a acht uren,, indien er
geen nieuwe sneeuw viel, want in dit geval
kon het oponthoud ook vier-en-twintig uren
of meer worden.
Ik kreeg heimwee naar mijn warme, gezel
lige kamer te Teheran en wilde het liefst
terugkeeren, doch mijn chauffeur en de
andere reizigers wenschten te wachten, ook
al zouden ze den nacht in de „tsjaichane"
zonder bed moeten doorbrengen. Er was
evenwel een chauffeur, die met een leegen
vrachtautomobiel onderweg was naar de
stad Sari om vracht te halen en geen geduld
had te wachten. Hij besloot terug te keeren
naar Teheran en tegen goed geld nam hij
me mede, zoodat ik denzelfden avond weder
door en door verkleumd, aankwam in mijn
eigen kamer, waar ik een flinke verkoud
heid uit kon broeden bij een warme kachel.
Over een jaar zal men evenwel dezelfde reis
die ik thans niet kon volbrengen, maken in
een goed verwarmden spoorwegwagon.
De nog niej geheel voltooide spoorweg heeft
thans reeds invloed op de grondprijzen in
de nabijheid. Vruchtbare bodem, die tot nu
toe niet werd bebouwd, daar het vervoer der
producten te veel moeilijkheden zou hebben
geboden, zal spoedig met nut bebouwd kun
nen worden en stijgt aanzienlijk in waarde.
Kleine dorpjes groeien reeds nu tot stadjes,
nieuwe nijverheidsondernemingen verrijzen
en er bestaan zelfs groote plannen voor de
uitnutting van verschillende bodemschatten,
o.a. voor ijzermijnen met een daaraan te
verbinden hoogoven-bedrijf. Behalve petro
leum bevat de Iransche bodem ook nog
andere rijkdommen, o.a. goud, dat reeds nu
hier en daar in kleine hoeveelheden gewon
nen wordt. In hoeverre goudwinning op
groote schaal mogelijk zal zijn en voordeden
zal leveren, is op dit oogenblik nog niet
vast te stellen. In dit onmetelijke rijk, drie
maal zoo groot als Frankrijk, is de bodem
nog lang niet overal grondig onderzocht.
Veel werk op dit gebied valt nog te verrich
ten. Trouwens, het is nog niet zoo heel lang
geleden, dat men begon de petroleumbronnen
in Iran uit te buiten en aan de man, die de
petroleumbronnen in Iran ontdekte bracht
deze ontdekking niet heel veel nut Deze
man, die jarenlang in Iran naar petroleum
bronnen zocht en daar al zijn geld in stak,
werd aanvankelijk door velen voor een half
krankzinnige gehouden. Hoe hij ook door
anderen werd uitgelachen, hij zette koppig
zijn onderzoekingen voort. Hij had namelijk
de oude geschiedenis van Iran bestudeerd
en gelezen, dat de oude Iraniërs vuuraanbid
ders waren, die bij hun tempels groote vuren
onderhielden. Dit was volgens den onderzoe
ker, een Canadees met Fransch bloed, slechts
mogelijk indien er brandstof rijk voorhanden
was en deze brandstof kon slechts petro
leum zijn, meende de hardnekkige onder
zoeker en ten slotte gaven de feiten hem
gelijk, zonder dat hij zelf er veel voordeel
van wist te trekken,
J. K. Brederode.
Reeds 15 millioen kg. aardappel
meel gekocht. Van verstrek
kende beteekenis voor het ge
heele volk.
Wij hadden een onderhoud met
Ir. Wigersmade voorzitter van de
stichting waaraan Dr. Deterding
de uitvoering heeft opgedragen
van zijn plan om het teveel aan
voedingsmiddelen in Nederland op
te koopen en dit ter beschikking
te stellen van het noodlijdende
Duitschland. In dit onderhoud ver
telt Ir. Wigersma enkele interes
sante bijzonderheden over de maat
regelen die voor den massainkoop
reeds genomen zijn.
Het millioenenplan vdn Dr. Deterding, een
daad van een groot Nederlander, die de har
ten van tienduizenden sneller heeft doen
kloppen! Het principe is zoo ontzettend een
voudig: twee landen, in het eene land wordt
de overvloed aan eten vernietigd, in het
andere heerscht gebrek en honger. Wat is
er dan eenvoudiger om aan deze zijde van
de grens het teveel op te koopen om het
aan de andere zijde te geven aan hen, die
het noodig hebben?
En binnen enkele weken is er een organi
satie gemaakt van inkoop-centrales, die
geheel Nederland bestrijkt en zooals men
reeds weet is de uitvoering opgedragen aan
enkele ieden van de eveneens met behulp
van dr. Deterding opgerichte „De Waag",
waarvan de ideeele doeleinden nog verre
uitgaan buiten het sensationeele welvaarts
plan.
Met Ir. Wigersma, die de uitvoering van
Dr. Deterding's voorstellen leidt, hadden
wij heden een onderhoud.
„Wij waren reeds eenigen tijd met de uit
voering van het plan bezig" vertelde Ir.
Wigersma, „voordat in het begin van deze
week de eerste publicaties kwamen en het
geheele Nederlandsche volk er kennis van
kon nemen. Tot dat moment konden wij
rustig onzen gang gaan, maar sedert eenige
dagen staan onze telefoons niet meer stil!
Zeer snelle ontwikkeling. Uit
gesloten wegblijvers
Moskou, 30 Dec. (A.N.P.) Gisteren is de
zitting der academie van wetenschappen
der Sovjet-Unie, welke voornamelijk was
gewijd aan de chemische wetenschap, be
ëindigd.
In verband hiermede wordt in de pers
verklaard, dat de vraagstukken der schei
kunde van het grootste belang zijn voor de
moderne industrie en meer nog voor de
landsverdediging. Uit het feit, dat de aca
demie van wetenschappen zich met deze
vraagstukken heeft bezig gehouden blijkt
wel, dat de academie een open oog heeft
voor de levensbelangen van het land.
De „Pravda" merkt op, dat de productie
van de organische scheikunde sneller toe
neemt dan die van de zware industrie. In
1935 nam de chemische met 50 pet. Jtoe in
het afgeloopen jaar met omstreeks 70 pet.
De chemische fabrieken verwezenlijkten bin
nen vier jaar het tweede vijfjaarplan. Dit
alles stelde groote eischen aan de Sovjet-
Russische wetenschap.
Het blad deelt verder mede, dat de acade
mie Ipattef en Tsjitsjibabin, die weigerden
uit het buitenland terug te keeren, uit haar
rijen heeft uitgestooten. Hiermede bewees
de academie dat geen wetenschappelijke
verdienste in staat is gebrek aan waardig
heid te doen vergeten. Het geheele land ver
klaart zich solidair met deze beslissing van
de academie. Ipatief en Tsjitsjibabin heb
ben hun plicht jegens het volk vergeten en
hebben hierdoor de waardigheid van Sov
jetburger verloren.
Over deze „wegblijvers" vinden wij een
nadere uiteenzettting in een N.R. Crt. welke
daarover het volgende schrijft.
Komarof, de nieuwe voorzitter van de
Russische Academie van Wetenschappen,
heeft aan den vooravond van zijn verkiezing
in de Prawda een artikel gepubliceerd tegen
twee collega's-academieleden, die sedert ge-
ruimen tijd in het buitenland vertoeven,
zonder acht te slaan op de aanmaningen
om weer naar de Sowjetunie terug te kee
ren.
„Aan den eenen kant", aldus Komarof,
„zijn de academici W. N. Ipatief en A. E.
Tsjitsjibabin allebei groote geleerden en we
moeten ze niet verliezen: maar aan den
anderen kant, wat te doen met burgers, die
zoo slecht hun verplichtingen tegenover
het land begrijpen, als deze academici dat
doen?"
Tsjitsjibabin is in 1929 tot lid van de Aca
demie gekozen, op grond van zijn belang
rijke verrichtingen op chemisch gebied, zoo
wel in het belang van de petroleum-indus-
trie en voor de synthese van alcaloiden. Hij
was directeur van het laboratorium voor
het onderzoek en de synthese van plant
aardige en dierlijke producten van de aca
demie. In 1930 werd hij echter door de
sowjetregeering naar het buitenland gezon
den en maakte van deze gelegenheid ge
bruik om in dienst te treden van een parti
culier laboratorium. Daarom wijdde hij zich
in zijn nieuwen werkkring nog aan de che
mie voor legerdoeleinden. Herhaaldelijk zijn
pogingen gedaan om hem tot terugkeer
naar zijn land te bewegen, maar tevergeefs.
In een van zijn brieven schrijft hij, dat
„indien het land zijn werk ook thans zoo
weinig op prijs stelt, dat hem inplaats van
woordbeloften geen voltooide voorwaarden
schenken wil, voor de onverwijlde voortzet
ting van zijn werk, hij verzoekt hem hier te
laten"., Hij verzocht hem de gelegenheid
te geven om zijn tijd uit te leven en te
werken, zooals hij wilde en kon.
Ipatief is eveneens chemicus. Hij is reeds
sedert 1916 lid van de Academie. Ook hij
heeft van een detacheering in het buiten
land partij getrokken om in dienst te tre
den van de Universal Oil Company. Op den
op hem geoefenden aandrang om terug te
keeren, heeft hij geantwoord, dat zijn firma
hem niet wilde toestaan zijn contract te
verbreken. Bovendien schreef hij, dat „zijn
geheele denkorde, nauw verbonden met
zijn medewerkers en thans verwezenlijkt in
een door de jaren grootsch ingericht labo
ratorium, verstoord zou worden, hetgeen
slechts schade aan zijn onderzoekingswerk
zou toebrengen en dus aan de wetenschap
en de techniek.
In een hoofdartikel komt de Prawda op
deze beide geleerden terug, die „hun burger
plicht en geweten vergeten hebben, door
zich voor een Judaspenning aan kapitalis
tische meesters te verkoopen". Zij zegt, dat
zij hun vaderland vergeten en verraden heb
ben.
Men komt bij ons met de meest wonderlijke
voorstellen en aanbiedingen. Honderden va
ten jam, pakhuizen vol spek, wagonladin
gen kool wil men ons verkoopen, soms zelfs
schenken, maar hoe goed ook bedoeld, wij
kunnen er niet op ingaan. Onze inkoop
plannen staan reeds vast en daarenboven
treden wij, om de prijzen niet los te ma
ken van de marktrioteeringen, slechts via
tusschenpersonen en nooit onder eigen
naam bij onze inkoopers op.
DE INKOOPEN ZIJN GEHEIM
Men kan deze wijze van werken eenigs-
zins vergelijken met de transacties van het
egalisatiefonds. Ook daarbij treedt men
steeds in het geheim onder anderen naam
en op andere markten op. En dat is lo
gisch, want onze bedoeling is juist niet het
opzetten van de prijzen, maar het verhinde
ren van de prijsdalingen, die voor de land
bouwproducenten juist zoo funest zijn.
Dat onze werkwijze de juiste is, is
dezer dagen overduidelijk gebleken
want enkele handelaars, wier winst
streven blijkbaar belangrijk grooter
is dan hun inzicht in sociale ver
houding, belden ontstemd op met
de mededeeling, dat wanneer zij
geweten hadden, dat wij het wa
ren, die hun producten kochten,
hun prijzen wel hooger hadden ge
steld!
Deze opvatting over het schitte
rend Deterdingplan is natuurlijk on
juist. Want enkele guldens meer te
onzer beschikking beteekent meer
hulp aan beide landen! Daarom
juist heeft Dr. Deterding iedereen,
die sympathie voelt voor zijn stre
ven, opgewekt om giften te storten
bij de Amsterdamsche Kasvereeni.
CLAIRVAUX - CAEN FONTEVRNAULT
Wreede disciplinaire straffen,
(Van onzen V.P.B.-correspondent.)
Parijs December 1936.
Michel Henriot, die wegens den moord op
zijn vrouw tot twintig jaar dwangarbeid
werd veroordeeld, en de Oustachis, die aan
den moord op Barthou en Koning Alexander
van Yougoslavië hadden deelgenomen, zul
len niet naar Cayenne worden getranspor
teerd. De gestraften-transporten naar Guya
na zijn opgeschort; de „Martinière", welke
zoovele gebroken carrières naar gene zijde
van den Oceaan voerde, is verkocht en zal
worden gesloopt
Het bagno is niet afgeschaft, maar het
zal geleidelijk verdwijnen. De gevangenen
die zich daar bevinden, zullen ten gronde
gaan, of weer terugkeeren, maar er zullen
geen nieuwe gevangenen naar toe worden
gestuurd. Om verder te gaan, zou een wijzi
ging van de wet van 30 Mei 1854, waaraan
het bagno zijn bestaan dankt, noodzakelijk
zijn, en hierop durft men het niet te laten
aankomen. De Minister van Justitie, Mare
Rucart, heeft echter artikel zes van de ge
noemde wet laten vallen, zoodat in de toe
komst gestraften na de zitting van hun straf
werkelijk vrij zullen zijn en naar hun ge
boorteplaats kunnen terugkeeren. Het toe
komstige bagno-reglement bevindt zich nog
slechts in het begin-stadium. Het is waar
schijnlijk, dat men in de bestaande strafin
richtingen van Frankrijk en de koloniën
bijzondere afdeelingen voor jongere gestraf
ten zal inrichten, die anders naar Cayenne
zouden zijn gestuurd. Hiervoor komen dan in
Een rilling loopt langs den rug
als men denkt aan de ellende, welke
de zwaar gestraften in dit strafkolo
nie in Cayenne wacht.
Minister Rucart wil aan deze ver
ouderde strafmethode een eind ma
ken en de dwangarbeid door cellu
laire straf vervangen.
Wij geven hiernevens een be
schrijving van de toestanden in de
Fransche strafgevangenissen, wel
ke naar onze begrippen verre van
Ideaal zijn.
aanmerking de strafinrichtingen van Clair-
vaux, Caen en Fontevrault, waarin gevan
genen werden opgesloten, alvorens zij naar
Cayenne werden getransporteerd. Hier mist
men echter de gunsten, die in Cayenne kun
nen worden verleend. Het is dus begrijpelijk
dat juist de tot langere straffen veroordeel
den zooals uit een onderzoek van het Mi
nisterie van Justitie bleek over de ophef
fing van het bagno heelemaal niet te spre
ken zijn.
DF. NIEUWE „ERZATS"-
BAGNOS".
De drie inrichtingen, „die het eigenlijke
bagno moeten vervangen", .vertoonen wei
nig overeenkomst met elkaar. De strafinrich
ting van Caen in Normandië is een enorm
groot, cirkelvormig gevangeniscomplex, met
hooge, dikke muren. Een meesterwerk van
moderne gevangenisbouw. De onderlinge af
deelingen zijn zoodanig gebouwd, dat het
aan één uitkijkpost mogelijk is het geheele
complex te overzien. Hierdoor heeft men
het aantal bewakers aanmerkelijk kunnen
inkrimpen.
In Clairvaux en Fontevrault is het anders.
Beide inrichtingen zijn voormalige abdijen,
die uit de vroegste Middel Eeuwen stam
men,
Clairvaux werd in het jaar 1114 voor den
heiligen Bernardus gebouwd. Fontevrault
in het jaar 1099 door den monnik Robert
d'Abrissel. In de kapel van Fontevrault, die
tegenwoordig als kerkgebouw voor de ver
oordeelden dient, zijn Richard Leeuwenhart
en Isabella van Angoulême begraven. De
Engelsche regeering heeft reeds verschillen
de malen groote bedragen voor de over
brenging van deze graven naar Londen
aangeboden, maar de onderhandelingen
werden tot nog toe steeds afgebroken.
In Fontevrault bevinden zich thans Michel
Henriot, de Oustachis en drie, eveneens tot
deportatie veroordeelde, spionnen.
REGLEMENT EN DWANGARBEID.
Het reglement is in de drie inrichtingen
hetzelfde en beantwoordt aan het reglement
van het eigenlijk hagno. De gestraften war
den om 7 uur ('s winters 8 uur) gewekt en
hebben een kwartier den tijd, ore zich aan
te kleeden, hun cellen op te ruimen en zich
naar de appèlzaal te begeven, waar zij ge
teld en geïnspecteerd worden. Dan komt de
man, die koffie ronddeelt deze man is
eveneens een gestrafte en geeft aan ieder
een kwart liter koffie. Ook hierbij worden
de namen afgeroepen, opdat degene, die tot
een of meer dagen droog brood veroordeeld
zijn, werkelijk deze straf ondergaan.
Nadat de koffie en het daarbij behooren-
de rond brood is genuttigd, neemt het werk
ging. En voor de allerkleinste giften
zijn wij even dankbaar als voor groo
te bedragen.
Eenige uren, nadat de eerste opwekking
was gepubliceerd, stroomden reeds bedra
gen binnen en zoo moet het gaan, wil het
plan blijvende beteekenis hebben.
OPHEFFING LANDBOUW-CRISTS"
WETTEN?
Want de draagkracht voor den Nederland-
schen landbouw van deze massainkoopen
moet men niet onderschatten. Dezer dagen
werden bereids 30.000 varkens gekocht, mil
lioenen kilogrammen spek en niet minder
dan 15 millioen kg. aardappelmeel, wat ont
lasting beteekent voor een gebied van dui
zenden H.A. Stellig zullen al deze maatre
gelen een versnellenden invloed uitoefenen
op de opheffing van de talrijke restrictie
maatregelen die de landbouw knellen. In
derdaad is een liquidatie van het duizenden
ambtenaren omvattende landbouwcrisis-ap
paraat voor de regeering zeer moeilijk,
maar juist nu wordt de gelegenheid daartoe
gunstig. En de Nederlandsche regeering
heeft uiteraard veel belangstelling voor on
ze plannen.
Daarenboven gaat de beteekenis van Dr.
Deterding's plannen niet uit van landbouw
belangen uitsluitend, want ook de Clearing
positie van Nederland ten opzichte van het
Duitschland zal erdoor verbeteren.
De export van de door ons gekochte goe
deren gaat buiten de clearing om, maar;
Duitschland zal nu het geld, dat het an
ders voor agrarische producten besteed zou
hebben in ons land besteden aan andere
artikelen bijvoorbeeld industrieproducten en
ook deze takken van de Nederlandsche nij
verheid ondervinden er dus indirect de voor
deelen van."
een aanvang, bestaande uit het knoopen
van vischnetten, het maken van manden,
enz. Iedere gestrafte moet een minimum
prestatie leveren; houdt hij zich niet aan de
miniimum-opdracht en is de directeur van
de inrichting van meening, dat moedwillig
heid voorstaat, dan wordt hij disciplinair
gestraft.
Na het betrekkelijk overvloedige middag
maal volgt een wandeling van een uur op de
binnenplaats van de gevangenis. Spreken is
tijdens deze wandeling verboden, evenals
tijdens het werk. Verder mag er in geen van
deze drie inrichtingen worden gerookt.
Na de wandeling wordt er gewerkt tot des
avonds zeven uur. Vervolgens wordt de
avondsoep rondgediend en tenslotte zoeken
de gestraften hun slaapruimte op. Om 9 uur
wordt het licht uitgedaan.
DISCIPLINAIRE STRAFFEN.
Op overtredingen van dit reglement wordt
disciplinair gestraft. Deze straffen bestaan al
naar den aard van de overtreding uit een
of meer dagen droog brood, strafzaal of ker
kerstraf.
Hoe onaangenaam de kerkerstraf, die in
de vochtige, weinige frissche keldergewelven
moet worden uitgezeten, ook mag zijn, wordt
deze straf niet zoo gevreesd als de strafzaak
Deze bestaat uit een groote, rechthoekige,
getraliede ruimte, in welker midden zich
groote, als zitplaats dienden cementen blok
ken bevinden. In deze kooi moeten de ge
straften acht uur, met kleine tusschenpoozen,
rond marcheeren. De voeding in deze straf
zaal bestaat uit een pond brood en een bord
soep. De dagelijksch afgelegde afstand be
draagt minstens 40 K.M. Men kan hoogstens
40 dagen met de strafzaal worden gestraft;
daarna moet men onverbiddellijk een of 2
dagen in het hospitaal doorbrengen.
Ook deze voorschriften zullen in den loop
der tijden in meer humanen geest worden
gewijzigd.