Iran, een reusachtige mierenhoop Frankrijks nieuwe Bagnos Dr. Deterding's millioenen De chemische industrie in Rusland Grondspeculatie voor den landbouw Zaterdag 2 Januari 1937 Derde blad door spoorwegaanleg Het Fransche Bagno Teheran, In December, Nog steeds te Iran overstroomd met Eu- ropeesche arbeiders en ingenieurs uit alle mogelijke landen, maar hun aanval is toch eerder af- dan toegenomen en dat voorna melijk om twee redenen. Ten eerste zijn vele Italiaansche arbeiders, die in Iran werk zaam waren bij den aanleg van wegen en spoorlijnen, naar Oost-Afrika vertrokken, naar het thans onderworpen Abessinië, waarvan ik ben teruggekeerd. Het is juist dat soort arbeiders, dat men er noodig heeft en de Italianen werken liever onder eigen dan onder vreemde vaan. Er is evenwel nog een tweede reden, waarom vele arbeiders, ook niet-Italiaan- sche, Iran hebben verlaten. De meeste Europeesche arbeiders en ingenieurs komen niet alleen naar Azië om er een stuk brood te verdienen, maar ook om er iets over te houden, wat bij de hier aan Europeanen be taalde loonen en de kosten van levensonder houd ook mogelijk is. Sedert ongeveer een half jaar bestaan er evenwel strenge voor schriften betreffende het verzenden van geld naar het buitenland, zoodat de hier werkenden hun overgespaarde duiten niet of zeer moeilijk over de grenzen kunnen krijgen. Dit heeft velen doen besluiten het land te verlaten om elders hun heil te zoe ken. Dientengevolge zijn de arbeidslponen d.er Europeanen in vele takken van bedrijf gestegen. Deze Europeanen zijn allen vak lieden, want voor menschen zonder vak is hier geen plaats. De meeste Nederlanders, Belgen, Engel- schen en Franschen, die door werkgevers uit Europa naar hier zijn gezonden, krijgen hun loon gewoonlijk slechts voor een deel 'uitbetaald in Iransch geld. De rest wordt hun in het vaderland tegoed geschreven, zoodat zij door de strenge bepalingen be treffende den uitvoer van geld niet of zeer weinig te lijden hebben. Het aantal hier werkende Belgen te de laatste tijden weinig of niet toegenomen, dat der Nederlanders is een weinig vermeer derd, daar er niet slechts Nederlanders wer ken aan de haven aan de Kaspische Zee, waar een Nederlandsche aannemer werk zaam is bij den aanleg van den grooten spoorweg, die de Kaspische Zee met de Per zische Golf moet verbinden. Een Belgische maatschappij, de S.O.K.O.L. heeft verschil lende werken onderhanden, o.a. een nieu wen weg, die Teheran een kortere verbin ding met de Kaspische Zee moet bezorgen, een weg dwars door het gebergte met tun nels en beschuttingsdaken tegen lawinen in den wintertijd. Behalve Nederlanders en Belgen zijn er ook nog Hongaarsche, Duit- sche, Tsjechische, Italiaansche, Engelsche, Oostenrijksche, Zweedsche, Deensche onder nemers aan het werk aan wegen, bruggen, spoorbaan, tunnels, fabrieksbouw, haven- bouw en den laatsten tijd hebben ook eeni- ge Iransche ondernemers werk op zich ge nomen. Groote gedeelten van het land doen denken aan een reusachtige mierenhoop, waar menschelijke mieren in het indruk wekkende landschap onvermoeid arbeiden. Het verbazingwekkende is, dat dit alles ge schieden kan zonder dat Iran hulp heeft gezocht in een buitenlandsche leening, die feitelijk de lasten voor een groot deel zou afwentelen op een toekomstig geslacht, dat voor de renten en aflossing zou hebben op te komen. Vergevorderd is te Teheran reeds het sta tion, dat vier a vijf millioen guldens zal kosten en een der best ingerichte en mo dernste stations der geheele wereld zal wor den. Reeds in den loop van het jaar 1937 zal de spoorwegverbinding tusschen de Iransche hoofdstad en de Kaspische Zee ge reed zijn. De belangrijke kunstwerken op dit gedeelte van den spoorweg zijn reeds voltooid en er moeten nog slechts twee-en vijftig kilometer rails worden gelegd om Teheran te bereiken. Welk een geweldige omwenteling de spoor weg in het verkeer zal brengen, ondervond ik dezer dagen nog eens aan den lijve, zou een bezoek gaan brengen bij een mijner oude kennissen te Sjahi, noordelijk van Teheran, in het Elboursgebergte, waar spoedig nu de trein zal loopen. Na eenig zoeken en vragen had ik een automobie gevonden, die in deze richting vertrok met vier passagiers. Voor mij was er nog een plaats en ik meende nog denzelfden dag te Sjahi te zullen aankomen, doch ik had zonder de sneeuw gerekend. Nog geen uur hadden we Teheran verlaten, of de witte vlokken begonnen neder te dwarrelen, zoo dat op den soms langs diepe afgronden slingerenden weg de chauffeur bijna geen uitzicht meer had en zijn snelheid ten zeerste moest beperken. Veel meer dan tien Een oponthoud onderweg in het Morgenland (in het Elboersgebergte, noordelijk van Teheran). kilometer per uur maakten we niet meer en daar we ons op dat oogenblik nog ruim honderd kilometer van het reisdoel bevon den, was het vooruitzicht van de verdere reis alles behalve aanlokkelijkk. Na onge veer twee uur hield het sneeuwen op en kon de chauffeur de snelheid tenminste een weinig vermeerderen. Door de reeds ge vallen sneeuw moest hij evenwel de uiterste voorzichtigheid in acht nemen. Bovendien scheen verder- en hoogerop nog immer sneeuw te vallen. Het was hoogst onge moedelijk, vooral ook daar we in den auto mobiel bittere koude leden en ik na mijn verblijf in Afrika (ten minste voorloopig) koude veel minder goed verdraag dan vroe ger. Ten slotte kwamen we in een bergdorpje waar eenige tientallen automobielen van al lerlei soort stonden. De chauffeurs vertelden, dat de volgende bergpas volkomen inge sneeuwd en onberijdbaar geworden was. Ook wij konden niet verder. In een ,tsjai- chane" (theehuis) vond ik een warme kachel en daar slurpte ik groote hoeveelheden heete thee, die me weder tot mezelf bracht. Ik vroeg hoe lang het wel zou kunnen du ren eer de bergpas weder berijdbaar zou zijn en men vertelde me, dat er reeds aan twee zijden werd gewerkt door een ploeg arbei ders, maar dat er nog meer bij zouden ko men. In elk geval moest; ik rekenen met een opdril houd van zesr a acht uren,, indien er geen nieuwe sneeuw viel, want in dit geval kon het oponthoud ook vier-en-twintig uren of meer worden. Ik kreeg heimwee naar mijn warme, gezel lige kamer te Teheran en wilde het liefst terugkeeren, doch mijn chauffeur en de andere reizigers wenschten te wachten, ook al zouden ze den nacht in de „tsjaichane" zonder bed moeten doorbrengen. Er was evenwel een chauffeur, die met een leegen vrachtautomobiel onderweg was naar de stad Sari om vracht te halen en geen geduld had te wachten. Hij besloot terug te keeren naar Teheran en tegen goed geld nam hij me mede, zoodat ik denzelfden avond weder door en door verkleumd, aankwam in mijn eigen kamer, waar ik een flinke verkoud heid uit kon broeden bij een warme kachel. Over een jaar zal men evenwel dezelfde reis die ik thans niet kon volbrengen, maken in een goed verwarmden spoorwegwagon. De nog niej geheel voltooide spoorweg heeft thans reeds invloed op de grondprijzen in de nabijheid. Vruchtbare bodem, die tot nu toe niet werd bebouwd, daar het vervoer der producten te veel moeilijkheden zou hebben geboden, zal spoedig met nut bebouwd kun nen worden en stijgt aanzienlijk in waarde. Kleine dorpjes groeien reeds nu tot stadjes, nieuwe nijverheidsondernemingen verrijzen en er bestaan zelfs groote plannen voor de uitnutting van verschillende bodemschatten, o.a. voor ijzermijnen met een daaraan te verbinden hoogoven-bedrijf. Behalve petro leum bevat de Iransche bodem ook nog andere rijkdommen, o.a. goud, dat reeds nu hier en daar in kleine hoeveelheden gewon nen wordt. In hoeverre goudwinning op groote schaal mogelijk zal zijn en voordeden zal leveren, is op dit oogenblik nog niet vast te stellen. In dit onmetelijke rijk, drie maal zoo groot als Frankrijk, is de bodem nog lang niet overal grondig onderzocht. Veel werk op dit gebied valt nog te verrich ten. Trouwens, het is nog niet zoo heel lang geleden, dat men begon de petroleumbronnen in Iran uit te buiten en aan de man, die de petroleumbronnen in Iran ontdekte bracht deze ontdekking niet heel veel nut Deze man, die jarenlang in Iran naar petroleum bronnen zocht en daar al zijn geld in stak, werd aanvankelijk door velen voor een half krankzinnige gehouden. Hoe hij ook door anderen werd uitgelachen, hij zette koppig zijn onderzoekingen voort. Hij had namelijk de oude geschiedenis van Iran bestudeerd en gelezen, dat de oude Iraniërs vuuraanbid ders waren, die bij hun tempels groote vuren onderhielden. Dit was volgens den onderzoe ker, een Canadees met Fransch bloed, slechts mogelijk indien er brandstof rijk voorhanden was en deze brandstof kon slechts petro leum zijn, meende de hardnekkige onder zoeker en ten slotte gaven de feiten hem gelijk, zonder dat hij zelf er veel voordeel van wist te trekken, J. K. Brederode. Reeds 15 millioen kg. aardappel meel gekocht. Van verstrek kende beteekenis voor het ge heele volk. Wij hadden een onderhoud met Ir. Wigersmade voorzitter van de stichting waaraan Dr. Deterding de uitvoering heeft opgedragen van zijn plan om het teveel aan voedingsmiddelen in Nederland op te koopen en dit ter beschikking te stellen van het noodlijdende Duitschland. In dit onderhoud ver telt Ir. Wigersma enkele interes sante bijzonderheden over de maat regelen die voor den massainkoop reeds genomen zijn. Het millioenenplan vdn Dr. Deterding, een daad van een groot Nederlander, die de har ten van tienduizenden sneller heeft doen kloppen! Het principe is zoo ontzettend een voudig: twee landen, in het eene land wordt de overvloed aan eten vernietigd, in het andere heerscht gebrek en honger. Wat is er dan eenvoudiger om aan deze zijde van de grens het teveel op te koopen om het aan de andere zijde te geven aan hen, die het noodig hebben? En binnen enkele weken is er een organi satie gemaakt van inkoop-centrales, die geheel Nederland bestrijkt en zooals men reeds weet is de uitvoering opgedragen aan enkele ieden van de eveneens met behulp van dr. Deterding opgerichte „De Waag", waarvan de ideeele doeleinden nog verre uitgaan buiten het sensationeele welvaarts plan. Met Ir. Wigersma, die de uitvoering van Dr. Deterding's voorstellen leidt, hadden wij heden een onderhoud. „Wij waren reeds eenigen tijd met de uit voering van het plan bezig" vertelde Ir. Wigersma, „voordat in het begin van deze week de eerste publicaties kwamen en het geheele Nederlandsche volk er kennis van kon nemen. Tot dat moment konden wij rustig onzen gang gaan, maar sedert eenige dagen staan onze telefoons niet meer stil! Zeer snelle ontwikkeling. Uit gesloten wegblijvers Moskou, 30 Dec. (A.N.P.) Gisteren is de zitting der academie van wetenschappen der Sovjet-Unie, welke voornamelijk was gewijd aan de chemische wetenschap, be ëindigd. In verband hiermede wordt in de pers verklaard, dat de vraagstukken der schei kunde van het grootste belang zijn voor de moderne industrie en meer nog voor de landsverdediging. Uit het feit, dat de aca demie van wetenschappen zich met deze vraagstukken heeft bezig gehouden blijkt wel, dat de academie een open oog heeft voor de levensbelangen van het land. De „Pravda" merkt op, dat de productie van de organische scheikunde sneller toe neemt dan die van de zware industrie. In 1935 nam de chemische met 50 pet. Jtoe in het afgeloopen jaar met omstreeks 70 pet. De chemische fabrieken verwezenlijkten bin nen vier jaar het tweede vijfjaarplan. Dit alles stelde groote eischen aan de Sovjet- Russische wetenschap. Het blad deelt verder mede, dat de acade mie Ipattef en Tsjitsjibabin, die weigerden uit het buitenland terug te keeren, uit haar rijen heeft uitgestooten. Hiermede bewees de academie dat geen wetenschappelijke verdienste in staat is gebrek aan waardig heid te doen vergeten. Het geheele land ver klaart zich solidair met deze beslissing van de academie. Ipatief en Tsjitsjibabin heb ben hun plicht jegens het volk vergeten en hebben hierdoor de waardigheid van Sov jetburger verloren. Over deze „wegblijvers" vinden wij een nadere uiteenzettting in een N.R. Crt. welke daarover het volgende schrijft. Komarof, de nieuwe voorzitter van de Russische Academie van Wetenschappen, heeft aan den vooravond van zijn verkiezing in de Prawda een artikel gepubliceerd tegen twee collega's-academieleden, die sedert ge- ruimen tijd in het buitenland vertoeven, zonder acht te slaan op de aanmaningen om weer naar de Sowjetunie terug te kee ren. „Aan den eenen kant", aldus Komarof, „zijn de academici W. N. Ipatief en A. E. Tsjitsjibabin allebei groote geleerden en we moeten ze niet verliezen: maar aan den anderen kant, wat te doen met burgers, die zoo slecht hun verplichtingen tegenover het land begrijpen, als deze academici dat doen?" Tsjitsjibabin is in 1929 tot lid van de Aca demie gekozen, op grond van zijn belang rijke verrichtingen op chemisch gebied, zoo wel in het belang van de petroleum-indus- trie en voor de synthese van alcaloiden. Hij was directeur van het laboratorium voor het onderzoek en de synthese van plant aardige en dierlijke producten van de aca demie. In 1930 werd hij echter door de sowjetregeering naar het buitenland gezon den en maakte van deze gelegenheid ge bruik om in dienst te treden van een parti culier laboratorium. Daarom wijdde hij zich in zijn nieuwen werkkring nog aan de che mie voor legerdoeleinden. Herhaaldelijk zijn pogingen gedaan om hem tot terugkeer naar zijn land te bewegen, maar tevergeefs. In een van zijn brieven schrijft hij, dat „indien het land zijn werk ook thans zoo weinig op prijs stelt, dat hem inplaats van woordbeloften geen voltooide voorwaarden schenken wil, voor de onverwijlde voortzet ting van zijn werk, hij verzoekt hem hier te laten"., Hij verzocht hem de gelegenheid te geven om zijn tijd uit te leven en te werken, zooals hij wilde en kon. Ipatief is eveneens chemicus. Hij is reeds sedert 1916 lid van de Academie. Ook hij heeft van een detacheering in het buiten land partij getrokken om in dienst te tre den van de Universal Oil Company. Op den op hem geoefenden aandrang om terug te keeren, heeft hij geantwoord, dat zijn firma hem niet wilde toestaan zijn contract te verbreken. Bovendien schreef hij, dat „zijn geheele denkorde, nauw verbonden met zijn medewerkers en thans verwezenlijkt in een door de jaren grootsch ingericht labo ratorium, verstoord zou worden, hetgeen slechts schade aan zijn onderzoekingswerk zou toebrengen en dus aan de wetenschap en de techniek. In een hoofdartikel komt de Prawda op deze beide geleerden terug, die „hun burger plicht en geweten vergeten hebben, door zich voor een Judaspenning aan kapitalis tische meesters te verkoopen". Zij zegt, dat zij hun vaderland vergeten en verraden heb ben. Men komt bij ons met de meest wonderlijke voorstellen en aanbiedingen. Honderden va ten jam, pakhuizen vol spek, wagonladin gen kool wil men ons verkoopen, soms zelfs schenken, maar hoe goed ook bedoeld, wij kunnen er niet op ingaan. Onze inkoop plannen staan reeds vast en daarenboven treden wij, om de prijzen niet los te ma ken van de marktrioteeringen, slechts via tusschenpersonen en nooit onder eigen naam bij onze inkoopers op. DE INKOOPEN ZIJN GEHEIM Men kan deze wijze van werken eenigs- zins vergelijken met de transacties van het egalisatiefonds. Ook daarbij treedt men steeds in het geheim onder anderen naam en op andere markten op. En dat is lo gisch, want onze bedoeling is juist niet het opzetten van de prijzen, maar het verhinde ren van de prijsdalingen, die voor de land bouwproducenten juist zoo funest zijn. Dat onze werkwijze de juiste is, is dezer dagen overduidelijk gebleken want enkele handelaars, wier winst streven blijkbaar belangrijk grooter is dan hun inzicht in sociale ver houding, belden ontstemd op met de mededeeling, dat wanneer zij geweten hadden, dat wij het wa ren, die hun producten kochten, hun prijzen wel hooger hadden ge steld! Deze opvatting over het schitte rend Deterdingplan is natuurlijk on juist. Want enkele guldens meer te onzer beschikking beteekent meer hulp aan beide landen! Daarom juist heeft Dr. Deterding iedereen, die sympathie voelt voor zijn stre ven, opgewekt om giften te storten bij de Amsterdamsche Kasvereeni. CLAIRVAUX - CAEN FONTEVRNAULT Wreede disciplinaire straffen, (Van onzen V.P.B.-correspondent.) Parijs December 1936. Michel Henriot, die wegens den moord op zijn vrouw tot twintig jaar dwangarbeid werd veroordeeld, en de Oustachis, die aan den moord op Barthou en Koning Alexander van Yougoslavië hadden deelgenomen, zul len niet naar Cayenne worden getranspor teerd. De gestraften-transporten naar Guya na zijn opgeschort; de „Martinière", welke zoovele gebroken carrières naar gene zijde van den Oceaan voerde, is verkocht en zal worden gesloopt Het bagno is niet afgeschaft, maar het zal geleidelijk verdwijnen. De gevangenen die zich daar bevinden, zullen ten gronde gaan, of weer terugkeeren, maar er zullen geen nieuwe gevangenen naar toe worden gestuurd. Om verder te gaan, zou een wijzi ging van de wet van 30 Mei 1854, waaraan het bagno zijn bestaan dankt, noodzakelijk zijn, en hierop durft men het niet te laten aankomen. De Minister van Justitie, Mare Rucart, heeft echter artikel zes van de ge noemde wet laten vallen, zoodat in de toe komst gestraften na de zitting van hun straf werkelijk vrij zullen zijn en naar hun ge boorteplaats kunnen terugkeeren. Het toe komstige bagno-reglement bevindt zich nog slechts in het begin-stadium. Het is waar schijnlijk, dat men in de bestaande strafin richtingen van Frankrijk en de koloniën bijzondere afdeelingen voor jongere gestraf ten zal inrichten, die anders naar Cayenne zouden zijn gestuurd. Hiervoor komen dan in Een rilling loopt langs den rug als men denkt aan de ellende, welke de zwaar gestraften in dit strafkolo nie in Cayenne wacht. Minister Rucart wil aan deze ver ouderde strafmethode een eind ma ken en de dwangarbeid door cellu laire straf vervangen. Wij geven hiernevens een be schrijving van de toestanden in de Fransche strafgevangenissen, wel ke naar onze begrippen verre van Ideaal zijn. aanmerking de strafinrichtingen van Clair- vaux, Caen en Fontevrault, waarin gevan genen werden opgesloten, alvorens zij naar Cayenne werden getransporteerd. Hier mist men echter de gunsten, die in Cayenne kun nen worden verleend. Het is dus begrijpelijk dat juist de tot langere straffen veroordeel den zooals uit een onderzoek van het Mi nisterie van Justitie bleek over de ophef fing van het bagno heelemaal niet te spre ken zijn. DF. NIEUWE „ERZATS"- BAGNOS". De drie inrichtingen, „die het eigenlijke bagno moeten vervangen", .vertoonen wei nig overeenkomst met elkaar. De strafinrich ting van Caen in Normandië is een enorm groot, cirkelvormig gevangeniscomplex, met hooge, dikke muren. Een meesterwerk van moderne gevangenisbouw. De onderlinge af deelingen zijn zoodanig gebouwd, dat het aan één uitkijkpost mogelijk is het geheele complex te overzien. Hierdoor heeft men het aantal bewakers aanmerkelijk kunnen inkrimpen. In Clairvaux en Fontevrault is het anders. Beide inrichtingen zijn voormalige abdijen, die uit de vroegste Middel Eeuwen stam men, Clairvaux werd in het jaar 1114 voor den heiligen Bernardus gebouwd. Fontevrault in het jaar 1099 door den monnik Robert d'Abrissel. In de kapel van Fontevrault, die tegenwoordig als kerkgebouw voor de ver oordeelden dient, zijn Richard Leeuwenhart en Isabella van Angoulême begraven. De Engelsche regeering heeft reeds verschillen de malen groote bedragen voor de over brenging van deze graven naar Londen aangeboden, maar de onderhandelingen werden tot nog toe steeds afgebroken. In Fontevrault bevinden zich thans Michel Henriot, de Oustachis en drie, eveneens tot deportatie veroordeelde, spionnen. REGLEMENT EN DWANGARBEID. Het reglement is in de drie inrichtingen hetzelfde en beantwoordt aan het reglement van het eigenlijk hagno. De gestraften war den om 7 uur ('s winters 8 uur) gewekt en hebben een kwartier den tijd, ore zich aan te kleeden, hun cellen op te ruimen en zich naar de appèlzaal te begeven, waar zij ge teld en geïnspecteerd worden. Dan komt de man, die koffie ronddeelt deze man is eveneens een gestrafte en geeft aan ieder een kwart liter koffie. Ook hierbij worden de namen afgeroepen, opdat degene, die tot een of meer dagen droog brood veroordeeld zijn, werkelijk deze straf ondergaan. Nadat de koffie en het daarbij behooren- de rond brood is genuttigd, neemt het werk ging. En voor de allerkleinste giften zijn wij even dankbaar als voor groo te bedragen. Eenige uren, nadat de eerste opwekking was gepubliceerd, stroomden reeds bedra gen binnen en zoo moet het gaan, wil het plan blijvende beteekenis hebben. OPHEFFING LANDBOUW-CRISTS" WETTEN? Want de draagkracht voor den Nederland- schen landbouw van deze massainkoopen moet men niet onderschatten. Dezer dagen werden bereids 30.000 varkens gekocht, mil lioenen kilogrammen spek en niet minder dan 15 millioen kg. aardappelmeel, wat ont lasting beteekent voor een gebied van dui zenden H.A. Stellig zullen al deze maatre gelen een versnellenden invloed uitoefenen op de opheffing van de talrijke restrictie maatregelen die de landbouw knellen. In derdaad is een liquidatie van het duizenden ambtenaren omvattende landbouwcrisis-ap paraat voor de regeering zeer moeilijk, maar juist nu wordt de gelegenheid daartoe gunstig. En de Nederlandsche regeering heeft uiteraard veel belangstelling voor on ze plannen. Daarenboven gaat de beteekenis van Dr. Deterding's plannen niet uit van landbouw belangen uitsluitend, want ook de Clearing positie van Nederland ten opzichte van het Duitschland zal erdoor verbeteren. De export van de door ons gekochte goe deren gaat buiten de clearing om, maar; Duitschland zal nu het geld, dat het an ders voor agrarische producten besteed zou hebben in ons land besteden aan andere artikelen bijvoorbeeld industrieproducten en ook deze takken van de Nederlandsche nij verheid ondervinden er dus indirect de voor deelen van." een aanvang, bestaande uit het knoopen van vischnetten, het maken van manden, enz. Iedere gestrafte moet een minimum prestatie leveren; houdt hij zich niet aan de miniimum-opdracht en is de directeur van de inrichting van meening, dat moedwillig heid voorstaat, dan wordt hij disciplinair gestraft. Na het betrekkelijk overvloedige middag maal volgt een wandeling van een uur op de binnenplaats van de gevangenis. Spreken is tijdens deze wandeling verboden, evenals tijdens het werk. Verder mag er in geen van deze drie inrichtingen worden gerookt. Na de wandeling wordt er gewerkt tot des avonds zeven uur. Vervolgens wordt de avondsoep rondgediend en tenslotte zoeken de gestraften hun slaapruimte op. Om 9 uur wordt het licht uitgedaan. DISCIPLINAIRE STRAFFEN. Op overtredingen van dit reglement wordt disciplinair gestraft. Deze straffen bestaan al naar den aard van de overtreding uit een of meer dagen droog brood, strafzaal of ker kerstraf. Hoe onaangenaam de kerkerstraf, die in de vochtige, weinige frissche keldergewelven moet worden uitgezeten, ook mag zijn, wordt deze straf niet zoo gevreesd als de strafzaak Deze bestaat uit een groote, rechthoekige, getraliede ruimte, in welker midden zich groote, als zitplaats dienden cementen blok ken bevinden. In deze kooi moeten de ge straften acht uur, met kleine tusschenpoozen, rond marcheeren. De voeding in deze straf zaal bestaat uit een pond brood en een bord soep. De dagelijksch afgelegde afstand be draagt minstens 40 K.M. Men kan hoogstens 40 dagen met de strafzaal worden gestraft; daarna moet men onverbiddellijk een of 2 dagen in het hospitaal doorbrengen. Ook deze voorschriften zullen in den loop der tijden in meer humanen geest worden gewijzigd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 9