Stadsnieuws
De strijd om de
„Betty
Bonn"
ASTO
voor Buitenritten
Waar gaan we heen?
ampo lucht op en geneest I
Maandag 4 Januari 1937
Helderschc Courant
Tweede Blad
Wijdingsdienst Nieuwe kerk
Aanvulling Buurtcomité's.
De feestavond van Moed,
Volharding en Zelf
opoffering
TELEF. 636 Ruijghweg38
Den Helder trekt het
bruidskleed aan
Feestprogamma's.
Verkouden - Grieperig!
Feuilleton
Onder verwijzing naar een in dit nummer
opgenomen advertentie vestigen wij de aan
dacht op den morgenavond te houden Wij
dingsdienst in de Nieuwe Kerk aan de West
straat.
Het Kerkgebouw is in verband met het aan
staande feest versierd.
Ons werd verzocht te willen melden, dat bij
de opgave der buurtcomité's, zooals men deze
vindt in het algemeen programma der feeste
lijkheden, bij de namen van Huisduinen ver
geten werd op te geven die van den heer J. J.
Snel.
Buurtcomité Emmastraat.
Men deelt ons mede, dat, twee weken ge
leden alsnog is opgericht een buurtcomité ter
versiering van de Emmastraat van het Ko
ningsplein tot de Van Galenstraat, welke ver
siering inmiddels bijna gereed is. Deze buurt-
commissie is niet vermeld in het feestpro
gramma.
Het comité bestaat uit de heeren G. de Haan,
voorzitter; J. Bastiaanse, secretaris; W. de
Vries, penningmeester; C. Koopman, J. Kus
sendrager, P. A. Klik, J. Oudijk, leden.
Buiten was het Zaterdagavond Januari-
weer. Of beter gezegd: Heldersch Januari-
weer. Dat was me een regen en een bul
derende wind en maar gelukkig, dat de
oud-redders zich hiervan niets aantrekken.
Ze weten dat het er bij hoort in Januari.
En Casino was vol. Met de mannen,
waarvan er velen waren wier borst
schitterde en flonkerde van het eere
metaal en de dames, die in niet gering
ïfental medegekomen waren. En velen
neurieden vast met de Casino-band mee,
wat altijd het beste bewijs is dat een
avond gaat slagen.
Om kwart over acht beklom de voorzitter
der vereeniging, de heer J. van Dok, het
podium, voor deze gelegenheid extra versierd,
en met op den achtergrond het voltallige be
stuur met in het midden: Claas Roetman.
De heer van Dok heette de aanwezigen
hartelijk welkom, speciaal burgemeester Rit
meester, den garnizoens-commandant Bentz
van den Berg, den burgemeester van Callants-
oog, den commissaris van Politie, de aan
wezige wethouders en raadsleden en tenslotte
de vertegenwoordigers van de N.- en Z.-Holl.
Reddingmaatschappij, het Reddingfonds en
het eere-lid, den heer Egner.
De heer van Dok spreekt de hoop uit, dat
dit wederom een van die gezellige avonden
mag worden, die er in de geschiedenis van
M.V.Z. reeds zoo vele zijn en besluit zijn kort
woord met een driewerf hoezee uit te bren
gen op het Vorstelijk Paar, iets waaraan
spontaan gevolg wordt gegeven.
Hierna wordt mededeeling gedaan, dat bur
gemeester Ritmeester bereid gevonden is tot
het aanvaarden van zijn functie als Bescherm
heer, en even later staat onze eerste burger
reeds voor het voetlicht.
De heer van Dok dankt den burgemeester
voor zijn groote sympathie die deze sedert zijn
verblijf in Den Helder reeds getoond heeft
voor het reddingwerk, en noemt hier eenige
voorbeelden van. Spr. wijst er voorts op, dat
men steeds bij den heer Ritmeester een luiste
rend oor voor de belangen van M.V.Z. vond
en dat het bestuur dit uit den aard der zaak
op bijzonder hoogen prijs stelt. Het is hem
dan ook een eer insigne en diploma te kunnen
aanbieden.
Rede burgemeester Ritmeester.
De burgemeester vangt aan met er op te
wijzen, dat het geen phrase is als hij zegt, dat
hij het beschermheerschap van juist deze
vereeniging op prijs stelt, daar hij hierdoor
in de gelegenheid is ook iets bij te dragen
voor medemenschen, die het nog steeds niet
bijzonder ruim hebben.
Spr. wijst er op, dat men wel eens in de
meening verkeert, dat deze menschen, die men
zoo langs de straat ziet kuieren nietsdoeners
zijn. Men vraagt zich onwillekeurig af; „wat
voert zoo'n kerel nu toch eigenlijk uit?" Doch
dan moet men zijn linker-revers zien, veelal
bedekt met medailles, die U vertellen van
het menschlievende werk, van de helden
daden die deze zelfde menschen op hun naam
hebben staan.
Het heeft spr. goed gedaan eenige maan
den geleden in Rotterdam Janus Kuiper als
eerste in den grooten stoet te zien mee-
loopen. Janus Kuiperde oudste en tevens:
een Jutter.
Burgemeester Ritmeester wijst er op, dat
ondanks de vele hulp die men thans den red
ders biedt, er toch nog meer gedaan moet
worden en hiertoe moeten wij allen mede
werken. Tenslotte is hier een eeretaak te ver
vullen.
Spr. heeft in de oude historie van Den Hel
der gelezen en o.a. over een zekeren nacht
in October 1824, toen twee schepen in den
storm omkwamen en de redders niet meer
terugkeerden. Dat was het, wat den stoot gaf
tot de oprichting van de Noord-Zuidholland-
sche Reddingmaatschappij.
Voor de instandhouding hiervan en voor
den bloei is, spr. herhaalt het, evenwel de
medewerking en de volle sympathie van ieder
noodig.
De heer Ritmeester releveert de groote
liefde, die wijlen Prins Hendrik voor dit ideëele
werk gevoelde en zegt het plan te hebben
deze week, een krans voor diens borstbeeld op
het Helden der Zeeplein te leggen.
De burgemeester besluit zijn toespraak met
de belofte, dat hij M.V.Z. zal steunen en hel
pen zooveel hem dit mogelijk is en te danken
voor zijn benoeming.
Nadat mevr. Ritmeester bloemen geoffreerd
zijn, treedt de jubilaris naar voren en wordt
toegesproken door den heer van Dok. Samen
hebben van Dok en Roetman reeds 25 jaar
bestuursfuncties in de vereeniging vervuld en
samen heeft men al heel moeilijke klippen
moeten omzeilen, vooral in de oorlogsjaren.
Maar het is gelukt, dank Zij de groote
kracht die Roetman voor M.V.Z. was, een
kracht die niet gemist kan worden.
De vereeniging is Roetman dankbaar.
Dankbaar voor zijn vele en belangelooze
werk, dat hij gedurende lange jaren ver
richtte.
Een gouden horloge is dan ook het cadeau
dat men voor Roetman het meest op zijn
plaats achtte. De heer van Dok wijst er
nog op, dat de gelden voor dit prach
tig cadeau vrijwillig gestort zijn en
werden opgebracht met een groote mate
van spontaniteit.
Nadat een hartelijk schrijven van Levy
Grunwald voorgelezen is en namens het be-
stuur nog een schilderij gegeven wordt, deelt
de heer v. Dok onder daverend enthousiasme
der zaal mede, dat oud-burgemeester Houwing
een pracht van een prjp gestuurd heeft voor
Roetman met een begeleidend schrijven.
Uit dit schrijven citeeren wij:
Tot mijn leedwezen moet ik U mededeelen,
dat ik geen gebruik heb kunnen maken van
de vriendelijke uitnoodiging van het bestuur
der vereeniging M.V.Z. om den feestavond bij
te wonen, ter gelegenheid van het 25-jarig
jubileum van den penningmeester, den heer
Roetman.
Dit spijt mij, omdat ik den heer Roetman
zeer heb leeren waardeeren en dan ook gaarne
persoonlijk blijk had willen geven van mijn
belangstelling in zijn huldiging.
Dit dus niet mogelijk zijnde, stel ik er prijs
op, van mijn waardeering voor zijn persoon
te doen blijken door hem een souvenir aan te
bieden.
Voorts is bericht van verhindering (tevens
felicitatieschrijven) ontvangen van den vice-
Admiraal en den heer Bandsma.
Nadat mevr. Roetman in de bloemetjes ge
zet is, dankt de jubilaris voor de gaven en
hartelijke woorden en laat een driewerf hoera
voor het huidige bestuur aanheffen.
Het feestelijke gedeelte.
Dit was 't einde van het eigenlijke officieele
gedeelte en hierna arriveerden ter planken het
ensemble, dat voor en na de pauze zorgde voor
een non-stop-programma. Het programma
was geleverd door het Amusements-bureau
Ben Ali Libi te Amsterdam en sloeg zeer in.
Het zou ons te ver voeren in détails alle
medewerkenden hier te noemen, doch een uit
zondering willen wij maken voor Poor Billi,
die zooveel en zoo voortreffelijk!) instrumen
ten bespeelde, en voor den goochelaar (de
Prof. zelf).
Met het uur groeide de stemming in de
zaal en toen men na de prijzenverdeeling op
de steunbonnen ten dansvloer toog, kon met
recht gesproken worden van „Feest-avond"
van Moed-Volharding-Zelfopoffering.
Waarmede dus wederom een prettige her
innering aan de vele reeds bestaande is toe
gevoegd.
De inzet van de feestelijke verlichting van
onze stad is niet zonder tranen gepaard ge
gaan. Het drupte Zaterdagmiddag uit den he
mel, het stroomde Zaterdagavond. Maar dat
heeft de vreugde van het lichtfeest toch niet
getemperd en velen hebben het beschamend
enthousiasme van onzen burgemeester ge
volgd, die Zaterdagavond, na de ontsteking
van de feestverlichting van Spoorstraat, Ko
ningstraat, Keizerstraat, de heeren van het
comité tot „een wandeling" door de verlichte
straten uitnoodigde, hoewel de regen tegen
de ruiten van de warme bovenzaal van het
militair Tehuis tikte.
Het bleek later op den avond, dat heel wat
Helderschen, het was toen trouwens droog ge
worden, een wandeling door de stad maakten,
om de verlichting in oogenschouw te nemen.
En dat was waarlijk ook de moeite waard,
want onze stad komt goed voor den dag. Er
zijn straten, die zich speciaal hebben toege
legd op de versiering. Er zijn er ook die bij
zondere aandacht hebben besteed aan ver
lichting en daarmede alleraardigste effecten
hebben bereikt. Natuurlijk was alles Zater
dagavond nog niet ontstoken. De meeste
buurtcomité's wachten tot Maandag of Dins
dag, maar in de binnenstad was er toch al
te genieten van vaak origineele verlichtingen.
Zoo b.v. die van de Breewaterstraat, die van
de Hoogstraat, die van, ja, waar moeten
we eigenlijk eindigen. We zullen dan ook
maar stoppen met het noemen van straat
namen, al mogen de bezoekers van de city
toch niet vergeten een bezoek te brengen aan
de Reigerstraat, die zeer fraai is.
Hieronder laten wij nog eens een opgave
volgen der adressen waar men zich het Oranje
programma kan aanschaffen:
Het programma bevat de opgave van alle
feestelijkheden, tot in bijzonderheden, en
wordt voor slechts 0.10 verkocht.
Bureau Drukkerij De Boer, Koningstraat.
Boekhandel Duinker, Spoorstraat.
Boekhandel Spruit, Kanaalweg.
Boekhandel Egner, Keizerstraat.
Boekhandel De Wit, Keizerstraat.
Boekhandel Schreuder, Koningstraat.
Boekhandel v. d. Hagen, Spoorstraat.
Boekhandel Boendermaker, Koningdwarsstr.
Boekhandel Bergman, Van Galenstraat.
Boekhandel 't Noorden, Stakmanbossestraat.
Sigarenmagazijn Mesker, Spoorstraat; Van
der Maden, Koningstraat; Lassche, Keizer
straat; Stegehuis, Weststraat; Kok, Hoofd
gracht; Blom, Dijkstraat; Keizer (Het Monu
ment), Kanaalweg; Bibl. Tuindorp „Sustrath",
Bloemstraat.
En aan de volgende depóts;
Depóts: Duinker, Oostslootstraat; Smit,
Westgracht; J. de Wit, Vijzelstraat; Riedeman,
Oranjestraat; Jongkees, Paardestraat; Bieg-
straten, Corn. Ditostraat; Bres, Spoorgracht;
Buis, Molenstraat; Wed. Mondfrans, Jonker
straat; Minneboo, Vischstraat; Roomeijer, Pol.
derweg; Kramer, Ruyghweg; Boogert, Kei
zersgracht; Riteco, Vosstraat; Heiligenberg,
Stakman Bossestraat;. Vlas, Ruyghweg;
't Hart, Schagenstraat; Uipkes, Brakkeveld-
weg; Thijssen, Basstraat; Bosch, de la Reystr.;
Czech, Corn. Ditostraat; Kikkert, Zuidstr. 47.
De K.S.K.-verlichting wordt ont
stoken door den burgemeester.
Het K.S.K.-comité had gemeend een offi
cieel tintje te moeten geven aan het ontste
ken van de feestverlichting en het had den
burgemeester bereid gevonden, Zaterdagavond
zeven uur de handle over te halen, die de
Spoorstraat in feestlicht zou zetten en die
het sein zou zijn voor de ontsteking in Ko
ningstraat en Keizerstraat.
Het K.S.K.-comité was Zaterdagavond, om
zeven uur, bijna voltallig aanwezig in de bo
venzaal van het Alg. Militair Tehuis, Spoor
straat. Het was de heer Zegel, die den bur
gemeester dankte voor zijn bereidwilligheid
aan het verzoek te voldoen, om de feestver
lichting te ontsteken.
De heer Zegel sprak er zijn vreugde over
uit, dat er in onze stad zooveel belangstel
ling bestaat voor de viering van het feest.
Den Helder is een van de plaatsen waar veel
tijd en zorg is besteed aan de versiering. Het
is prettig de straten te doorkruizen en dat
niet alleen de groote, maar ook de kleinste.
Het is een spontane uiting van de gevoelens,
die men koestert voor het Huis van Oranje.
En dat is in dezen tijd van buitengewoon
groot belang.
De ontsteking van de verlichting is een
inleiding tot de feesten van de komende week.
Spr. wijst dan nog op een gelukkig toeval.
De heer Ph. B. Polak was n.1. op de aardige
gedachte gekomen een vers voor het bruids
paar te dichten, dat aan de Koninklijke Fa
milie werd gestuurd en waarop reeds spoedig
een hartelijke dankbetuiging werd ontvangen.
Spr. overhandigt een exemplaar van dit
lied aan den burgemeester, die het in dank
aanvaardt.
De burgemeester, hierna het woord verkrij
gend, zegt, dat hij bij zijn rondwandeling door
de stad, gezien heeft dat het meest kapitaal
krachtige deel van Den Helderschen Midden
stand, de K.S.K., met buitengewoon enthou
siasme de zaak heeft aangepakt. Hij begrijpt,
dat daar achter, behalve een ideëele, ook een
materieele kant is. De vraag is ook geweest:
Natuurhistorisch Museum. Elke week:
Woensdag nam. van 35 u. en van 810 u.
en Zaterdag nam. van 36 u., alsmede op
den eersten Zondag van elke maand nam.
van 35 u.
Licht op voor alle voertuigen
Maandag 4 Jan16.29 uur
DDan Dam po inwrijven en diep inademen.
Pot 50. Doos 50 ct. Bij Apoth. en Drogisten.
Hoe kom ik het best naar voren, hoe trekt
m'n zaak de meeste aandacht. Dat is vol
komen begrijpelijk en het is prijzenswaardig,
dat men in dezen moeilijken tijd worstelt om
het hoofd boven water te houden.
In eiken tijd, maar vooral in den onzen, is
dit gezamenlijk naar voren komen van groote
beteekenis.
dig hebben. Er is vroeger wel anders gedacht,
een feit van groote ideëele beteekenis. Wan
neer wij ons realiseeren hoe slecht, onzuiver
en ellendig de toestand om ons heen is, dan is
er diepe vreugde over de bevoorrechte positie
waarin ons land leeft, een vreugde over den
ideëlen band, die ons bindt, in Oranje. Wij
voelen meer dan ooit, dat wij elkander noo
dig hebben. Er is vrouger wel anders gedacht,
maar gelukkig is er in dat opzicht een ken
tering gekomen.
Spr. hoopt tenslotte dat het weer zal mo
gen medewerken om het feest te doen slagen
en hij spreekt den wensch uit, dat uit deze
samenwerking de band mag blijven, die den
Middenstand nu bindt en dat men door lezin
gen en opwekkingen tot een regelmatig con
tact zal komen. Want: Eendracht maakt
macht.
Spr. stel hierna door het omhalen van een
handle, de feestverlichting van de Spoorstraat
in werking en op dit sein volgen, kort daar
na, Koningstraat en Keizerstraat. Het is een
voorname, artistieke verlichting, die de hoofd
straten hebben aangebracht. Op verzoek van
den burgemeester werd hierna door het comité
een rondwandeling door de drie straten ge
maakt.
Wielerfeest in de Vroonstraat.
Het was het buurtcomité van de Vroon
straat, dat Zaterdagmiddag haar feestpro
gramma inzette met sprintwedstrijden voor
wielrenners, waaraan de Heldersche renners-
vereeniging „Dok" haar medewerking ver
leende.
Ondanks de dreigende regenwolken hadden
velen reeds ver voor het aanvangsuur zich
van een goed plaatsje onder de groene guir
landes verzekerd en tegen half drie was de
publieke belangstelling zoo groot, dat de re
gelingscommissie, geassisteerd door de Po
litie handen vol werk had de baan vrij te
houden.
Het was jammer, dat er onder de renners
zelf zoo weinig animo voor deze wedstrijden
bestond, want slechts negen hadden zich ln
laten schrijven. De vele andere wiairen-
beoefenaars hebben zich blijkbaar door de
hobbelige straatkeien af laten schrikken, of
misschien houden zij wel een winterslaap.
Niettemin hebben de vele bezoekers kun
nen genieten van het gebodene, menige sprint
werd fel verreden en gaven de renners elkaar
niet cadeau. Ook waren er minder spannen
de series, waarbij de winnaar met een „straat,
lengte" voorsprong de overwinning behaalde,
zooals J. SnijderAberson en J. Snijder-
Tichelaar, waarin Snijder blijk gaf een stuk
boven zijn concurrenten uit te steken.
De uitslagen luidden:
le serie:
1. J. Snijder, 2. A. Aberson.
door Friedrich
Lindem a n
36)
De uitreis zou waarschijnlijk over twee
dagen plaats vinden. Men was met Thompson
overeengekomen, dat de helft van het bergloon
hier in Gibraltar uitbetaald zou worden en de
rest te Genua na aflevering der vracht. Verder
was men overeengekomen, dat drie man en
de bootsman van de „Frisco" tot Genua
zouden worden geplaatst op de „Betty Bonn
omdat zeelui te Gibraltar zeer moeilijk te
krijgen waren. Als kapitein wilde Thompson
zelf zijn schip aanvoeren.
Zoo was dus alles eerder klaar, dan ik had
durven denken, of liever gevreesd had.
Wij zonden onze bagage den volgenden
morgen aan boord laten brengen. Wij namen
afscheid van Spurling en Crane op een zeer
vriendschappelijke wijze. Alle narigheid die
om dit schip was, scheen weggevaagd.
Ja, zelfs menigmaal, tijdens de onderhan
delingen, hadden Nancy en ik het onverklaar-
bare gevoel gehad, dat wij bij zeer goede
bekenden aan boord waren en ieder zich in
spande het de ander zoo aangenaam mogelijk
te maken
Daardoor waren wij beiden voor een bijna
kinderachtige vroolijkheid aangestoken, toen
wij naar de stad terugkeerden, net alsof wij
zoo juist een kwajongensstreek hadden uitge
haald of een gezellig avontuur beleefd.
Toch keek ik Nancy eenigszins twijfelend
van terzijde aan:
Ge komt nu juist niet in een eerste klas
omgeving, en ik vrees...
Maar zij viel mij lachend in de rede.
MannengekletsGe zult eens zien hoe ik
op een twee drie dat donkere hol in een vor
stelijk salon veranderd heb.
Ja, we waren beiden zoo uitgelaten vroolijk,
dat wij niet alleen een zoo zeldzaam avon
tuurlijk plan hadden uitgedacht, maar ook dat
wij vier volle dagen gewonnen hadden, vier
dagen, waarin niet aan scheiding gedacht be
hoefde te worden.
Nu moest ik alleen nog een laatste visite
bij den Rijksadvocaat maken. Niet dat daar
door nog iets veranderd kon worden. Trevor
had reeds zijn toestemming voor Nancy's reis
gegeven.
Ik vroeg Nancy nog hoe zij dit, toch
minstens zeer ongewone voorstel gedaan
had.
Zij lachte alleen maar. Ik kon het echter
niet begrijpen.
Hij was met al zijn fantasie, met al zijn on
berekenbaarheid, jeugd, ja, wonderlijke samen
stelling van zijn heele karakter toch per slot
van rekening ambtenaar, een man met een
ver-strekkende en verantwoordelijke positie,
en dan daarbij nog in een Provinciestad.
En deze man zou zijn dochter toestemming
voor zulk een avontuurlijke reis gegeven heb
ben, zonder mij van te voren nog eerst even
te spreken?
Een antwoord op deze vraag kreeg ik. toen
Nancy en ik als kinderen na ons bezoek aan
de „Frisco" de werkkamer in het gebouw bin
nenstormden. Mijn stemming en vreugde waren
met een slag verdwenen.
Daar zat als altijd achter zijn lessenaar
Trevor, in de donkere kamer. Maar als Nancy
reeds gezegd had, dat hij oud geworden was in
deze twee dagen, zoo was het nog veel erger,
dan ik ooit had kunnen vermoeden.
Zijn anders zoo frisch rood gezicht was asch-
grauw. Dikke wallen lagen onder zijn oogen,
die rood waren van eindeloos, eindeloos slape-
looze nachten. Zijn zilvergrijze haar, waarop
hij nog gaarne een beetje ijdel was, hing
kleurloos en ongekamd over zijn voorhoofd.
Alles aan hem maakte de troostelooze indruk
van een onverzorgd, zich laten gaan.
Hij keek niet eens op, toen wij, frisch door
den zeewind, stralend van de zon en gelukkig
over het door ons bereikte resultaat, zijn ka
mer binnenkwamen.
Hij liet zioh cok niet aansteken door Nancy's
vroolijkheid, waarmee zij hem bij de schouders
pakte en door elkaar schudde. Mat bleef hij in
zijn stoel zitten. Ik wist. Zoo zit hij nu al
twee dagen, de vele, vele uren, sinds zijn neder
laag. Want een nederlaag was het, een schan
delijke, hoe flink ook zijn terugtreden geweest
was; en niet hij alleen onderging het zoo.
Maar wie was dan de overwinnaar?
Spurling? Die sleepte zijn treuïig bestaan
voort en ging ten gronde aan een hopelooze
liefde.
Thompson? Die had het meeste geld gekost
en de krijgskosten betaald.
Sir William Douglas? Die was en bleef
een diplomaat.
Het Bristol-parlement en met hen de open
bare meening te Gibraltar? Ook hier had men
een bittere nasmaak op de tong; dat men een
Britisch Rechter, die men een oogenblik tot
boven de wolken verheven had, nu door een
Amerikaansch bullebak zoo diep had doen
vallen.
Neen, overwinnaars waren er niet, alleen
overwonnenen. Iets ondefinieerbaars was de
motor bij dit spelletje, had ze allen als trek
poppen op bevel laten dansen, een onoplos
baar raadsel, waarbij de kapitein Spurling, dit
armzalig mensch met zijn slecht gezicht, nog
het dichtste bij stond.
Alleen Trevor was het zwaarste getroffen.
Hij moest wel het gevoel hebben, dat het on
geluk hem overal achteryolgde, waar hij ook
giing. Voor hem beduidde deze afloop niets
anders dan een noodlottige uitspraak van het
Recht zelf.
Slechts eenmaal had hij zich verzet tegen
zijn lot. Maar hij was verslagen, veroordeeld
tot eeuwige verbanning. Hij kon en mocht
zich niet meer verzetten tegen deze macht, die
hem blind vervolgde.
Hij had eenvoudig de kracht niet meer, om
op iets, dat hem gevraagd werd, „neen" te
zeggen. En zoo had hij ook zich niet tegen
Nancy's plan verzet.
Toegelaten had hij echter niet en deed dit
ook' nu niet. Hij maakte een onbestemde be
weging met zijn hand, schudde zijn hoofd en
mompelde zacht: kinderenkinderen
Nancy had zichzelf antwoord gegeven op
haar vraag en wel in dien zin, als haar hart
haar ingaf.
Toen wij Trevor verlieten en over de Main-
street teruggingen, ik sterk onder den indruk
van Trevor. Nancy, die dit al gewoon was,
nog steeds van een aanstekelijke vroolijkheid,
probeerde ik nog eenmaal een bezwaar op te
werpen:
Nancy, kunnen we uw vader alleen
laten?
Zij keek mij aan. Zij wist, wat deze vraag
mij kostte, die zij zichzelf dikwijls genoeg ge
steld had. Toen antwoordde zij ernstig.
Ik geloof, dat wjj vergeten hebben, dat
wij niet op een pleizierreisje gaan, dat deze
reis, die naar de uiterlijke omstandigheden te
oordeelen, zeker een genoegen zal zijn, dat
deze reis een doel heeft, ja, dat zij in wezen
voor mij niets anders beteekent dan een ver
volg op het onderzoek naar de „Betty Bonn"
alleen met andere middelen, en dat gij daar
bij helpt.
Ik wil en zal deze Emmo Deerkson vin
den, omdat ik er van overtuigd ben, dat hij
iets definitiefs te vertellen heeft.
En dat zal vader ook begrijpen, al is het
dan misschien nog niet heden. Maar zijn
tegenwoordige neerslachtigheid zal voorbij
gaan, en dan zal er voor hem ook niets meer
anders zijn dan dit: deze nederlaag, die hij
nu eenmaal geleden heeft, uit te wisschen,
dan zal hij het onderzoek ook weer ter hand
nemen, al is het dan ook niet officieel.
Eerst moet hem weer een spoor gewezen
worden, dan komt zijn oude speurzin weer
boven.
En vooruit, beste vriend, laten wij zijn
trouwe jachthonden zijn, die het wil opsporen.
Tegen dien tijd kan hij weer schieten.
Ik kon niet anders, ik moest haar hand
kussen. Een warme stroom van bewondering
voor dit meisje ging door mijn hart. Zooals
zij tegenover haar vader stond, zou zij ook
tegenover ieder staan, die zich haar vriend
en kameraad noemen kon.
De Rijksadvocaat had mij dien avond voor
de eerste maal bij hem aan huis uitgenoodigd.
Nancy kwam mij in de gang tegemoet.
Zij werd rood tot aan haar haarwortels toe,
nu zij mij in deze omgeving als vrouw des
huizes begroette. Zij bracht mij in de kamer
bij Trevor. Wij spraken over niets anders dan
over de „Betty Bonn", over onze aanstaande
reis en over dien geheimzinnig?n passagier
Deerkson, (Wordt vervolgd.),