Texel
Het bezoek aan Juliana-
dorp»
Hubert Cuypers kerst
oratorium*
Dc band van Majo Marco in
Casino
Legerberichten
Jubileum J* M* Kooreman*
Visscherij
Oprichting Coöp* Vischmeel
fabriek „Noordzee" U. A*
te Haarlem,
ZIJN VERLEDEN EN ZIJN
ECONOMISCHE TOESTAND
DOOR C. JONKER,
2e serie:
1. Tichelaar, 2. Fr. Zoons.
3e serie:
1. S. Hoonaard. 2. C. Hoonaard.
4e. serie:
1. P. Hollander, 2. De Boer, 3. Hendriks.
Herkans ings-seri es
1. Hendriks, 2. C. Hoonaard.
De eerste series hadden een kalm verloop,
anders was het met de herkansingsritten,
waarbij fel om de eerste plaatsen gestreden
werd en eerst op de allerlaatste meters van
de baan viel de beslissing.
De eerste serie in de kwartfinale tusschen
J. Snijder en Tichelaar was een walk over
voor Snijder.
De tweede serie echter verliep heel wat
spannender en eerst in de allerlaatste meters
van de baan wist Fr. Zoons een miniem kleine
voorsprong te nemen op S. Hoonaard.
In de derde serie zegevierde Hollander over
Hendriks en De Boer. De halve finales wer
den gewonnen door J. Snijder en Hollander,
die in den eindstrijd tegen elkaar reden en
Snijder behaalde een mooie overwinning met
een ruime voorsprong.
De strjjd om de derde en vierde plaats werd
fel betwist tusschen Hendriks en Zoons. Hen
driks had een kleine voorsprong, die hij met
succes verdedigde tegen een sterke aanval
van Zoons.
Hiermee was het kleine programma
afgewerkt en kan het buurtcomité op een ge
slaagd openingsfeest terug zien.
Op Dinsdag 5 Januari het bezoek
aan Julianadorp.
Aan Julianadorp en de Julianakerk, zal
tijdens de feestdagen bij het huwelijk van
H.K.H. Prinses Juliana een bezoek worden
gebracht, zoo was het de bedoeling bij de
samenstelling voor het feestprogramma om
daarbij o.m. een blijk te geven van onze be
langstelling met de festiviteiten, welke het
randgedeelte van de groote gemeente Den Hel
der, in deze feestweek heeft georganiseerd.
Julianadorp, vroeger haast niet te bereiken,
doch met het tegenwoordige moderne verkeer
als het ware naast de deur gelegen, verwacht
a.s. Dinsdag veel bezoek uit de stad Den Hel
der en omstreken. Om 2.15 u. vangt de tocht
aan vanaf het Stadhuis.
De bedoeling is, dat vele plaatsgenooten zich
hierbij zouden aansluiten, om dan gezamen
lijk de tocht te ondernemen, en het program
ma in Julianadorp mee te maken.
In de Julianakerk zal door het Centraal Be
stuur een oud-Hollahdsche lichtkroon worden
aangeboden, ter herinnering aan het huwelijk
van onze Prinses.
Wij verwijzen voorts naar het feestprogram
ma van deze week, waarin alles staat vermeld
wat betrekking heeft op dit bezoek. Het is de
aanvang van de vier feestdagen in Den Helder,
waarvoor zeer zeker algemeen belangstelling
zal bestaan.
Het muziekcorps „Kunstzin" zal er met den
zang der kinderen voor een goede stemming
zorgen.
Er is versiering aangebracht, een étalage
wedstrijd wordt er gehouden, Julianadorp viert
feest. Den Helder doet mede.
Een muziekevenement van den eer
sten rang.
Zondagavond in den R.K. Volksbond. Naar
mate de zaal vol loopt begint de spanning
merkbaarder te worden. Zou het lukken, of
zou de greep te hóóg blijken?
De zaal werd goed bezet en onder de aan
wezigen zagen wij den burgemeester, die de
uitvoering geheel heeft bijgewoond.
De uitvoerende vereeniging, „Helders R.K.
Gemengd Koor", bestaat nog geen 3 jaar. En
nu moge zij al verleden jaar een eersten prijs
in de eerste afdeeling mee naar huis hebben
gebracht, een werk als het onderhavige, van
een componist van klasse als Hubert Cuypers,
stelt allicht nog andere eischen aan techniek
en sonoriteit...
Het werk werd geschreven, of liever samen
gesteld voor de Kon. Chr. Oratoriumvereeni-
ging te Amsterdam, door Dr. W. G. Harren-
stein, naar woorden uit den Bijbel. Hoe mees
terlijk is de componist geslaagd in den opzet,
elk gebeuren als het ware omgietend in
muziek.
Inleiding en eerste Deel.
Begonnen werd met een spreekkoor, inge
leid en bij voortduring begeleid, door den
vleugel. Niemand minder dan de heer Cuypers
zelve had belangeloos, naar wij vernemen
het accompagnement.
Nietigheid van den mensch en Majesteit
van God staan in dit koor tegenover elkaar.
„Wij brengen onze jaren door als een ge
dachte"want snellijk wordt het afgesne
den en w\j vliegen daarheen..." „De koren
vervolgen. Na een gezamenlijk uitgesproken
„want de bezoldiging der zonde is de dood",
ging de herhaling van „de dood" via de alten
over op de bassen, hetgeen buitengewoon sug
gestief werkte.
De bariton-solist, de heer Lucien Bouman
uit Haarlem had tevens de solo-declamatie te
vervolgen. Hij viel nu in met eenige woorden
uit Genesis en daarna vervolgde het koor
weder. Het gedeelte: „Och, dat Gij de hemelen
scheurdet, dat Gij nederkwaamt", was zeer
aangrijpend. Het was canonisch (de vier
stemmen zeggen hetzelfde, doch steeds door
elkaar heen) en gaf sterke expressie weer van
de wanhoop, welke „in die dagen" op aarde
heerschte.
En toen eindigde het gesproken woord, en
ging over in de vierstemmige (soms zelfs
8-stemmige) 130e Psalm: „Uit de diepten
roep ik tot U..."
Dat klonk mooi! Reeds bfl de eerste maten
kwam het rijke klankgehalte uit, waarvoor
de melodie zich trouwens bijzonder leende. Met
een zacht: „Wie zal bestaan?", gezongen en
gesproken, werd de inleiding besloten.
Onmiddellijk hierop aansluitend werd het
eerste deel, geheel gewijd aan" de beloften van
Christus, begonnen. Zang en declamatie wis
selden hier fflkander af. De declamator kon
digt in de verre toejcomst de geboorte van den
Verlosser aan. en het koor bezingt de
visioenen, die het menschdom heeft. „Want J
een kind is ons geboren" werd schitterend
door de 4 stemmen, achtereenvolgens inval
lend, gezongen.
Bij het volgend emotief konden de bassen
zich even uitzingen het forsche: „En men
noemt Zijn naam Wonderlijk". Waarna een
goed gezongen sopranen-, alten- en tenoren
koortje het pastorale: „Hij zal zijn kudden
weiden", weergaf. En nog eenmaal gaf het
koor zijn beste krachten in een heerlijk vier
stemmig: „Doch over U zal de Heere opgaan",
waarna unisono besloten werd met het koraal:
„Gij toch, Gy zijt hun roem".
Een levendig applaus beloonde de uitvoer
ders.
Het tweede Deel.
In dit gedeelte van het koorwerk wordt een
groot deel gewijd aan Johannes den Dooper,
den voorlooper en wegbereider van Christus.
Wij hoorden een vierstemmig koraal uit de
87e Psalm: „Zijn grondslag, zijn onwrikbre
vastigheden". Dit koraal lag goed in het ge
hoor en gaf der uitvoerders niet de minste
last. En dan volgde één der mooiste gedeelten
van het tweede deel, samenzang tusschen
bariton-solist en mannenkoor.
Na eerst, verhalend, ons iets uit het leven
van Johannes te hebben medegedeeld, zong
de heer Bouman met prachtige bariton den
lofzang van Zacharias: „Lof zij den God van
Israël, de eerste strofe geheel ten einde. Bij
de tweede strofe werd afwisselend door den
solist gezongen, en door het mannenkoor, met
een even hoogere toonaard, geantwoord.
Het geheele no. 4 van het tweede deel is
eigenlijk een bewerking van Psalm 2. Terwijl
het dameskoor sonoor en toch beheerscht den
inzet: „Kust den Zoon" zong, nam het man
nenkoor al staccateerende, de melodie weer
over en donker en laag in toon klonk het drei
gend: „Opdat Hij niet toorne", telkens weer-
aan herhaald, tot in een sterk crescendo...!!
Nog eenmaal klinkt het van het geheele koor:
„Kust den Zoon" en dan eindigen de bassen,
maar nu met een dubbel-piano: „Opdat Hij
niet toorne
Met een vlot gezongen „Welzalig Hij die
naar zijn reine ieer", werd het einde van het
tweede deel bereikt. Ook nu weerklonk een
krachtig applaus.
Het derde Deel.
Om 10 uur werd vervolgd. Wij hoorden nu
het eigenlijke Kerstverhaal. Het geheele koor
zong, na een 25 maten van de piano, een heel
oud Kerstlied: „Dit is de dag dien God ons
schenkt". Zoowel het meerstemmige gedeelte,
als de enkele stukjes unisono, klonken lief
lijk.
Het derde deel is door den componist wel
het meest gevarieerd gemaakt. Van het groote
koor gingen wij met slechts enkele maten tus-
schenspel over in een ongewoon fraai a capella
voor de heeren: „In den beginne was het
Woord". En als dan met een forsch crescendo
het: „Vol genade en waarheid" uitgezongen is,
gaan wij ineens over naar het recitatief, waar
in de solist verhaalt van de Boodschap van
den Engel.
En toen kregen de toehoorders iets fraais
te genieten. De boodschap aan de H. Maria,
gevolgd door de Lofzang van Maria, een en
ander voor sopraan-solo met vrouwenkoor.
Mevr. Struyckenvan den Adel, van Voor
burg, beschikt over een bijzonder fraaie,
warme sopraanstem, welke de groote zaal ge
makkelijk vulde. Zij zong zoowel de partij
van den engel Gabriël als die van de H.
Maagd.
Dit gedeelte, waarbij ook de dames van het
koor wel een vermelding verdienen, vulde een
groot gedeelte van het derde deel.
Andermaal vertelt de declamator; nu het
bekende: „en het geschiedde in die dagen, dat
er een gebod uitging van keizer Augustus",
waarbij de begeleiding een herdersmotiefje er
doorheen geeft, en dan volgt de Engelenzang
bij de herders op de velden. Achtereenvolgens
beginnen 2e en le bas, 2e en le tenor enz. te
zingen, afgewisseld door het „Eere zij God".
Dit gedeelte moet uiterst fijn en subtiel ge
zongen worden. Laat ons er meteen bijvoegen
dat het goed geslaagd werd afgewerkt.
De bariton-solist zingt dan den lofzang van
Simeon, gevolgd door een schitterend ver
tolkt mannftikoortje: „want mijne oogen heb
ben Uw zaligheid gezien", waarna via een
pieuw recitatief meteen het slotkoor, hetwelk
het geheele deel 9 van het derde hoofdstuk
vulde, ingezet werd. Terwijl de tenoren achter
eenvolgens zingen: „Gij huis Israëls, Gij huis
Aarons, Gij huis van Levi", jubelen de andere
stemmen er tusschen door: „Looft den Heer",
om ten slotte met een stralend en jubelend
Halleluja te eindigen.
Even, heel even leek het alsof dit aller
laatste Halleluja gedoemd was te mislukken,
doch de forsche hand van den dirigent be
hoedde het scheepje voor stranden.
Onze eindbeschouwing.
Na afloop werden aan mevr. Struycken en
aan den componist, den heer Cuypers, bloe
men aangeboden. Ze waren verdiend. Mevr.
Struycken heeft subliem gezongen en van den
componist kan de geste, om hier in persoon
zijn schepping te komen accompagneeren, niet
genoeg op prijs worden gesteld. Ook voor den
anderen solist, de heer Lucien Bouman, die
zong en declameerde, niets dan lof. Zijn geluld
is zeer mooi, ook bij de declamatie; hij gaf
zich geheel.
De greep bleek voor het koor niet te hoog
te zijn geweest. Reeds 's middags bij de gene
rale repetitie had de heer Cuypers zich waar-
deerend uitgelaten óver het klankgehalte, en
de heer Cuypers was wel zoo vriendelijk, om
bij de hem gebrachte hulde den heer Leewens,
de directeur van het koor, te betrekken.
Rest ons nog te vermelden, dat de beide
solisten van gisteravond ook op 16 Dec. j.1.
waren opgetreden in het Concertgebouw te
Amsterdam, waar dit oratorium werd gegeven
door den componist, met het orkest van Wil
lem Mengelberg.
Het is, al met al, een eerste klas avond
geweest, en wjj mogen Den Helder met dit
ondernemende koor dan ook wel gelukwen-
schen.
STEUNVERGOEDING ERWTEN EN
VELDBOONEN.
De Nederlandsche Akkerbouwcentrale maakt
bekend, dat de steunvergoeding voor groene
erwten van de kwaliteitsklasse C, gedenatu
reerd in het tijdvak van 21 December 1936 tot
en met 26 December 1936 1.50 per 100 kg zal
bedragen..
Voor in datzelfde tijdvak gedenatureerde
groene erwten van de laagste klasse en andere
erwten, zal die steunvergoeding 1,per
100 kg bedragen.
Voor veldboonen, welke blijkens de datee
ring van het dorschbriefje in genoemd tijdvak
zijn gedorscht, is de steunvergoeding op 2.
per 100 kg vastgesteld. (Adv.)
Na een waardig besluit van 1936 met resp.
de „Grasshoppers" en „The Blue Ramblers",
heeft de „Casino"-directie het nieuwe jaar op
schitterende wijze ingeluid met het engagee-
ren van Majo Marco en zijn orkest.
Het is al meer dan een jaar geleden, dat
wij deze band in „Casino" hoorden. Sedert
dien heeft de band slechts een paar wijzigin
gen in de bezetting gehad; de bekende pia
nist-arrangeur Klaas van Beeck is overge
gaan naar het „A.v.r.o.-dansorkest" en werkte
eerst onder Eddie Meenk en nu bij Hans
Mossel. Marco heeft echter een zeer goeden
plaatsvervanger voor hem gevonden! De in
druk was als toen; haast nog beter: bescha
ving, perfect rhythme, groot repertoire. Het
samenspel is subliem, vooral bij de saxes. Er
is ook een „multi-instrumentalist", die fun
geert als bassist (zeer goed), 3e alt en tenor
sax (clarinet), violist en 2e trumpetist. (Trou
wens alle bandleden bespelen meer dan één
instrument).
Het rhythme is goed verzorgd. Voor dans
liefhebbers een openbaring en voor jazzfans
een „kei", is de negerdrummer. Verder
noemen wij de leader (Majo Marco) als le
sax, clarinet, le viool en vocalist en de trum
petist. De uitvoering der tango's in de be
zetting: accordeon, 3violen, 2 guitaren (waar
van één drum) valt zeer te roemen, evenals
die der Weensche walzen. De pianist, violist
en drummer bewezen voorts, dat met 3 man
een zeer behoorlijke serie Engelsche walzen
te maken is. Terwijl de pianist op accordeon
met drum en basbegeleiding eenige nummers
in het zeer populaire „novelty"-genre bracht.
In één woord een prima dansband.
v. L.
De Gouden Medaille voor 36 jaar
trouwen dienst.
Donderdag, 31 December, had de
plechtige uitreiking plaats van de gouden
medaille voor zes en dertig jaren trou
wen dienst aan den Adjudant-Onderoffi
cier-Administrateur van den Staf van het
Regiment Kustartillerie.
Als gevolg van de heerschende griep ontier
het Garnizoen kon deze onderscheiding niet
voor het front van de troepen worden uitge
reikt, doch vond de plechtigheid plaats in de
Garnizoensvereenigingszaal in de kazerne
Langestraat.
Ten 11.00 ure hadden zich in genoemde zaal
alle Officieren en Onderofficieren voor
zoover niet door dienst verhinderd ver-
eenigd, terwijl ook diverse familieleden van
den jubilaris en andere belangstellenden wer
den opgemerkt.
In een zeer gevoelvolle en van groote waar
deering voor het werken en streven van den
jubilaris blijkgevende toespraak, bracht de
Regimentscommandant, Luitenant-Kolonel, J.
H. C. Bentz van den Berg, die persoonlijk het
eeremetaal op de borst van den Adj.O.O.
A. Kooreman, hechtte, naar voren, hoe de ju
bilaris gedurende 36 jaren een bescheiden,
zich nimmer op den voorgrond plaatsende,
doch stoer en degelijk werker was geweest,
in den waren zin van het woord, steeds een
uitnemend voorbeeld voor collega's en onder
geschikten en een steun voor zijn superieuren.
Met een hartelijke en gevoelvolle bede-
wensch, voor de toekomst van jubilaris en
diens verwandten werd het officieele gedeelte
besloten, nadat de Regimentscommandant
eerst nog een draagmedaille in goud aan den
jubilaris, namens de Officieren van het Regi
ment, had aangeboden en nadat de aanwezi
gen in de gelegenheid waren gesteld hunne
persoonlijke gelukwenschen aan te bieden.
Ten slotte had nog een gezellige bijeen
komst in intiemere kring plaats, waarbij na
mens de Onderofficieren van het Garnizoen
een divan als aandenken werd aangeboden,
terwijl tal van bloemstukken de feestvreugde
nog kwamen verhoogen.
Naar aan'eiding van de maaswijdtevergroo-
ting en een mogelijk geachte bepaling omtrent
een minimummaat van de aan te voeren visch,
zijn de eendenhouders op audiëntie geweest
by den Minister van Landbouw en Visscherij,
volgens een mededeeling aan De Telegraaf.
Wat betreft een z.g. pufverbod heeft de
Minister aan deze belanghebbenden gerust
stellende mededeelingen gedaan, omdat het
niet in het voornemen nog lag om tot een
pufverbod te komen.
Mocht de aanvoer van puf, door de hoogere
maaswijdte, gering worden, dan zou de aan
gelegenheid in overweging worden genomen.
En als mocht blijken, dat er evenveel puf
werd aangevoerd, zoodat de maaswjjdtever-
grooting in dat opzicht geen effect zou blijken
te sorteeren ten opzichte der vernietiging van
kleine visch, dan mocht nog niet worden ver
ondersteld, dat op dien grond een pufverbod
zou zijn te verwachten.
Eerst zouden de belanghebbenden met een
een voornefnen in die richting worden inge
licht.
Volgens mededeeling aan deze belangheb
benden door de Vischerij-inspectie was men
doende met bepalingen omtrent mosselen en
garnalen.
Zoo ongeveer was de strekking van het be
richt in De Telegraaf.
Het is bekend, dat er veel pufgarnalen op
aansporen van de Visscherij-centrale worden
gevischt en men heeft er reeds op gewezen,
dat daarin een zekere inconsequentie schuilt,
want dat deze garnalenpufvisscherij, uitge
oefend op groote schaal, toch zeker invloed zal
moeten hebben op den stand van de garnalen
in het algemeen, terwijl men voor het bescher
men van jonge visch juist alleriei maatregelen
wil toepassen, die veel schade zullen p
voor de kustvisscherij en voor de bedrijven.
daarvan afhankelijk zijn. .-—„.inir
Maar ook dit: wanneer er overeenstemming
tusschen de landen is verkregen, die te Londen
hebben vergaderd over het opvoeren van den
vischstand in de Noordzee, dan, meenen w
zit daaraan vast, dat er minimummaten op de
aan te voeren visch zullen worden gesteld.
Dat mag dan geen z.g. pufverbod zijn maar
het zal er dan toch veel van weg hebben.
Enfin, we zullen er het beste van hopen.
Omzet van den Rotterdamschen
afslag in 1936.
In 1936 werd aan visch omgezet voor een
bedrag van 669.000 tegen het voorgaande
jaar 668.000.
Het verschil is dus niet groot, maar er is
toch eenige vooruitgang te constateeren, en
daar de stad zich steeds uitbreidt en er voor
de scheepvaart en scheepsbouw een beter
perspectief schijnt te zijn, is het niet den -
beeldig, dat Rotterdam grooter gelegenheid
biedt voor meer vischafzet.
Een Coöperatieve Vischmeelfabriek
De N. Rt. Crt. weet te berichten, dat voor
een notaris te Haarlem de acte is verleden voor
de oprichting van de Coöperatieve vischmeel
fabriek Noordzee. Deze stelt zich ten doel
de verwerking tot vischmeel van de door de
leden-visschers gevangen visch.
Voor de bestaande vischmeelfabrieken is dit
dus een belang van verstrekkende beteekenis
ten nadeele van deze fabrieken, want, daar er
toch door deze fabrieken al wordt geklaagd,
dat, door het ontbreken van grondstof niet
met volle capaciteit kan worden gewerkt, zal
hun grondstof nu nog meer verminderen.
Binnenkort hopen we hierover iets meer te
kunnen berichten.
Aanvoer te Scheveningen In 1936.
Aan versche visch werd aangevoerd voor
368.662 tegen het voorgaande jaar voor
354.776.
Aan pekelharing werd in 1936 aangebracht
21.735 last tegen in 1935 15.180 last.
UITKOMSTEN OVER 1936.
In de vischhal te IJmuiden is over 1936
omgezet voor een bedrag van 6.230.231.33
tegen in 1935 6.338.264.17. Een verschil alzoo
van ongeveer 90.000, hetgeen wel is te wijten
aan de staking verleden jaar, die ongeveer
een maand heeft geduurd. Is het dus schijn
baar een achteruitgang, toch kan worden ge
zegd, dat de omzet over beide jaren ongeveer
hetzelfde is geweest.
Volgens het Dagblad voor IJmuiden hebben
de groote schelvischbooten de beste besom
mingen gemaakt en de kleine vaartuigen de
laagste.
Er is een boot, die over 1936 een totaal be
somming maakte van 90.333.28 en er zijn
er van ver in de 80.000, zoodat voor enkele
bedrijven de resultaten bevredigend kunnen
worden genoemd.
Men heeft dan ook te IJmuiden een wat
optimistischer kijk op het reederbedrijf en
denkt over het ergste heen te zijn.
We hopen dat men niet teleurgesteld 2aj
worden in deze verwachting.
Voor de kustvisscherij kunnen we helaag
niet zoo'n opgewekt geluid laten hooren, z0o,
als ook in het jaaroverzicht werd gezegd.
Een goed geoutilleerde kottervloot kaJ
waarschijnlijk betere uitkomsten opleveren
maar de noodige middelen om zich dergelijke
schepen aan te schaffen ontbreken in den regel,
Gewenscht zou het zijn daarvoor kapitaal be.
schikbaar te krijgen, indien althans een ere,
dietfonds van overheidswege niet wordt op,
gericht.
Vischpryzen.
Zaterdag waren de vischprijzen te IjmU[,
den weer zeer goed te noemen. Tarbot deed
tot 1.50 per kilo en tong tot 1.12. De
scholprijzen waren zeer hoog, vooral middel-
zet- en kleine schol noteerden bijzonder hoogj
terwijl groote schol de laagste noteering ha<j
van deze platvischsoort.
Haring was laag in prijs, maar toch maak,
ten enkele schepen, die versche haring had*
den aangevoerd, goede besommingen, zoodat;
de vangst wel groot moet zijn geweest.
Goede vangsten sprot en haring.
Bij Dartmouth in Ejigeland zijn zulke ver,
bazende hoeveelheden sprot en haring gevan,
gen als men zich niet kan herinneren. Op een
morgen werd om 8 uur een groot net uitge,
worpen en de vangst was zóó groot, dat het
tot middernacht duurde voor het net leeg
was. Een twaalftal mannen werkten hier
steeds aan, en evengoed ontsnapte nog menige
visch. Deze eene trek leverde 300 ton op. in
de laatste weken kwamen vangsten van 400
ton sprot en haring voor. Op de banken vóór
de kust ziet men duizenden meeuwen azen
op al de visch.
Van leegvisschen van de Noordzee is du$
nog geen sprake.
Men meldt ons:
De regeeringsmaatregelen betreffende de
maaswijdtevergrooting, welke in het laatst
van 1936 genomen zijn, beloven van vérstrek-
kende beteekenis voor de visschersbevolking
te worden. Immers, door de vangstbeperking
wordt de verdienste van den visschersman
belangrijk verminderd, daar tot dusver de
kleinere visch een welkome bijverdienste voor
hem beteekende door de verwerking tot visch
meel.
In deze kringen heeft een en ander met
recht bezorgdheid gewekt voor de naaste toe
komst en heeft men zich beraden welke maat
regelen genomen kunnen worden.
Reeds jaren leefde onder hen het verlangen
om zelf hun visch tot vischmeel te verwerken
door middel van eene coöperatieve vischmeel
fabriek en heeft het genomen regeerings-
besluit thans den doorslag hiertoe gegeven,
Blijkens acte, verleden voor notaris mr. H. C.
Ittman te Haarlem, is op Donderdag 24 Dec.
jl. te Haarlem opgericht de coöperatieve
vereeniging: Coöperatieve Vischmeelfabriek
„Noordzee" U.A. en stelt zich ten doel de ver-
werking tot vischmeel der door de leden-
visschers gevangen visch.
SECR. DER GEMEENTE TEXEL.
III*)
De bevolking, die in het omstreeks 1848 ver
schenen Aardrijkskundig Woordenboek der
Nederlanden van Van der Aa als spaarzaam
geteekend wordt, heeft zich van de onder
vonden tegenslagen weten op te werken en
mocht vóór het uitbreken van den wereldoor
log welvarend genoemd worden: „armoede
wordt op Texel niet geleden", zóó was de
gangbare meening; bovendien trokken eenige
der kerkelijke instellingen van weldadigheid
niet onbelangrijke inkomsten uit bezittingen;
de taak van de burgerlijke armenzorg was dan
ook niet veel omvattend.
Bij de daarop gevolgde periode van hoog
conjunctuur steekt de tegenwoordige tijd wel
schril af. Niettemin mag Texel zich gelukkig
prijzen; immers, ondanks de groote werkloos
heid is het tot dusverre gelukt op de ge
meente-begrooting het evenwicht tusschen
ontvangsten en uitgaven te bewaren; m.a.w
Texel behoort nog niet tot de noodlijdende ge
meenten. De in de jaren van voorspoed ge
voerde voorzichtige financieele politiek door
tal van uitgaven, tot den kapitaaldienst be-
hoorende, niet uit leeningen doch uit de ge
wone inkomsten te bestrijden, is hieraan niet
vreemd.
Uit het bovenstaande zal men reeds begre
pen hebben, dat het eiland Texel één burger
lijke gemeente vormt. Reeds eeuwenlang is
het staatkundig één plaatselijke gemeenschap
geweest met een sterk ontwikkelden inslag
van autonomie. Zooals hierboven reeds werd
opgemerkt, is by giftbrief, geteekend 26
Maart 1414, door Hertog Willem VI Graaf
van Holland, aan Texel Poortrechtof wel
Stederecht verleend. In de oude keuren lezen
we dan Ook herhaaldelijk van de „Stede en de
Eylande van Texel".
De voorrechten, die de bevolking als ge
volg hiervan door de eeuwen heen genoten
66 gev0egd blJ de geïsoleerde ligging, heeft
Het tweede artikel werd opgenomen in
ons nummer van 29 December 1.1,
bij de bewoners van het eiland een sterken
drang, naar vrijheid en onafhankelijkheid doen
ontstaan met daarnaast een critische belang
stelling in het besturen van het plaatselijk
gebied. Tevens hebben de zooeven genoemde
omstandigheden, ondanks alle verschill in
levensbeschouwing, een gezamenlijk optrek
ken mogelijk gemaakt, wanneer de belangen
van de bevolking op het spel stonden. Meer
dere malen is dit in het verleden tot uiting
gekomen. Zoo heeft de bevolking in een op
roerige beweging den Schout en Dijkgraaf van
Texel en Baljuw van Eierland, zekeren Mr.
Gerrit Buijskens, genoodzaakt tot aftreden
wegens zijn patriottische opvattingen, waarin
de Gecommitteerde Raden van Noorderkwar
tier niet beter wisten te doen dan onder af
keuring van het gedrag der eilanders in de
afzetting door ontslagverleeninig te berusten.
Ook het verjagen op eigen gelegenheid in
1813 van de Franschen duidt in die richting.
Een voorbeeld van meer recenten datum'
De Texelaars raakten er van doordrongen,
dat de wijze, waarop een elders gevestigde
financieel krachtige onderneming de verbin
ding per stoomboot tusschen Texel en Den
Helder onderhield, den economischen vooruit
gang van het eiland tegenhield. Zij sloegen in
1907 de handen ineen, besloten zelf een stoom-
bootdienst in het leven te roepen en boycotten
practisch lederen vastelander, die op Texel
zaken wilde doen en met de oude onderneming
het Marsdiep overstak, met als resultaat, dat
,,1 exels Eigen Stoombootonderneming" thans
de beschikking heeft over twee comfortabele
flinke zeewaardige schepen, die de bewonde
ring afdwingen van ieder, die er kennis mede
maakt.
Van de ondernemingsgeest harer bestuur-
ers, zoo van gemeente als van waterschap-
Pen, getuigen de vele kilometers stofvrije
verharde wegen, welke het eiland in. al'e
ii ntingen doorkruisen, de aanleg van ge
meentewege in werkverschaffing van een
I*'A" £ro°t luchtvaartterrein en de op-
c mg door de gemeente van een eigen
lectnsche centrale, die alle bevolkingscentra
"evens den Eeierlandschen lichttoren van
noodigen electrischen stroom voorziet en