Texel Het bezoek aan Juliana- dorp» Hubert Cuypers kerst oratorium* Dc band van Majo Marco in Casino Legerberichten Jubileum J* M* Kooreman* Visscherij Oprichting Coöp* Vischmeel fabriek „Noordzee" U. A* te Haarlem, ZIJN VERLEDEN EN ZIJN ECONOMISCHE TOESTAND DOOR C. JONKER, 2e serie: 1. Tichelaar, 2. Fr. Zoons. 3e serie: 1. S. Hoonaard. 2. C. Hoonaard. 4e. serie: 1. P. Hollander, 2. De Boer, 3. Hendriks. Herkans ings-seri es 1. Hendriks, 2. C. Hoonaard. De eerste series hadden een kalm verloop, anders was het met de herkansingsritten, waarbij fel om de eerste plaatsen gestreden werd en eerst op de allerlaatste meters van de baan viel de beslissing. De eerste serie in de kwartfinale tusschen J. Snijder en Tichelaar was een walk over voor Snijder. De tweede serie echter verliep heel wat spannender en eerst in de allerlaatste meters van de baan wist Fr. Zoons een miniem kleine voorsprong te nemen op S. Hoonaard. In de derde serie zegevierde Hollander over Hendriks en De Boer. De halve finales wer den gewonnen door J. Snijder en Hollander, die in den eindstrijd tegen elkaar reden en Snijder behaalde een mooie overwinning met een ruime voorsprong. De strjjd om de derde en vierde plaats werd fel betwist tusschen Hendriks en Zoons. Hen driks had een kleine voorsprong, die hij met succes verdedigde tegen een sterke aanval van Zoons. Hiermee was het kleine programma afgewerkt en kan het buurtcomité op een ge slaagd openingsfeest terug zien. Op Dinsdag 5 Januari het bezoek aan Julianadorp. Aan Julianadorp en de Julianakerk, zal tijdens de feestdagen bij het huwelijk van H.K.H. Prinses Juliana een bezoek worden gebracht, zoo was het de bedoeling bij de samenstelling voor het feestprogramma om daarbij o.m. een blijk te geven van onze be langstelling met de festiviteiten, welke het randgedeelte van de groote gemeente Den Hel der, in deze feestweek heeft georganiseerd. Julianadorp, vroeger haast niet te bereiken, doch met het tegenwoordige moderne verkeer als het ware naast de deur gelegen, verwacht a.s. Dinsdag veel bezoek uit de stad Den Hel der en omstreken. Om 2.15 u. vangt de tocht aan vanaf het Stadhuis. De bedoeling is, dat vele plaatsgenooten zich hierbij zouden aansluiten, om dan gezamen lijk de tocht te ondernemen, en het program ma in Julianadorp mee te maken. In de Julianakerk zal door het Centraal Be stuur een oud-Hollahdsche lichtkroon worden aangeboden, ter herinnering aan het huwelijk van onze Prinses. Wij verwijzen voorts naar het feestprogram ma van deze week, waarin alles staat vermeld wat betrekking heeft op dit bezoek. Het is de aanvang van de vier feestdagen in Den Helder, waarvoor zeer zeker algemeen belangstelling zal bestaan. Het muziekcorps „Kunstzin" zal er met den zang der kinderen voor een goede stemming zorgen. Er is versiering aangebracht, een étalage wedstrijd wordt er gehouden, Julianadorp viert feest. Den Helder doet mede. Een muziekevenement van den eer sten rang. Zondagavond in den R.K. Volksbond. Naar mate de zaal vol loopt begint de spanning merkbaarder te worden. Zou het lukken, of zou de greep te hóóg blijken? De zaal werd goed bezet en onder de aan wezigen zagen wij den burgemeester, die de uitvoering geheel heeft bijgewoond. De uitvoerende vereeniging, „Helders R.K. Gemengd Koor", bestaat nog geen 3 jaar. En nu moge zij al verleden jaar een eersten prijs in de eerste afdeeling mee naar huis hebben gebracht, een werk als het onderhavige, van een componist van klasse als Hubert Cuypers, stelt allicht nog andere eischen aan techniek en sonoriteit... Het werk werd geschreven, of liever samen gesteld voor de Kon. Chr. Oratoriumvereeni- ging te Amsterdam, door Dr. W. G. Harren- stein, naar woorden uit den Bijbel. Hoe mees terlijk is de componist geslaagd in den opzet, elk gebeuren als het ware omgietend in muziek. Inleiding en eerste Deel. Begonnen werd met een spreekkoor, inge leid en bij voortduring begeleid, door den vleugel. Niemand minder dan de heer Cuypers zelve had belangeloos, naar wij vernemen het accompagnement. Nietigheid van den mensch en Majesteit van God staan in dit koor tegenover elkaar. „Wij brengen onze jaren door als een ge dachte"want snellijk wordt het afgesne den en w\j vliegen daarheen..." „De koren vervolgen. Na een gezamenlijk uitgesproken „want de bezoldiging der zonde is de dood", ging de herhaling van „de dood" via de alten over op de bassen, hetgeen buitengewoon sug gestief werkte. De bariton-solist, de heer Lucien Bouman uit Haarlem had tevens de solo-declamatie te vervolgen. Hij viel nu in met eenige woorden uit Genesis en daarna vervolgde het koor weder. Het gedeelte: „Och, dat Gij de hemelen scheurdet, dat Gij nederkwaamt", was zeer aangrijpend. Het was canonisch (de vier stemmen zeggen hetzelfde, doch steeds door elkaar heen) en gaf sterke expressie weer van de wanhoop, welke „in die dagen" op aarde heerschte. En toen eindigde het gesproken woord, en ging over in de vierstemmige (soms zelfs 8-stemmige) 130e Psalm: „Uit de diepten roep ik tot U..." Dat klonk mooi! Reeds bfl de eerste maten kwam het rijke klankgehalte uit, waarvoor de melodie zich trouwens bijzonder leende. Met een zacht: „Wie zal bestaan?", gezongen en gesproken, werd de inleiding besloten. Onmiddellijk hierop aansluitend werd het eerste deel, geheel gewijd aan" de beloften van Christus, begonnen. Zang en declamatie wis selden hier fflkander af. De declamator kon digt in de verre toejcomst de geboorte van den Verlosser aan. en het koor bezingt de visioenen, die het menschdom heeft. „Want J een kind is ons geboren" werd schitterend door de 4 stemmen, achtereenvolgens inval lend, gezongen. Bij het volgend emotief konden de bassen zich even uitzingen het forsche: „En men noemt Zijn naam Wonderlijk". Waarna een goed gezongen sopranen-, alten- en tenoren koortje het pastorale: „Hij zal zijn kudden weiden", weergaf. En nog eenmaal gaf het koor zijn beste krachten in een heerlijk vier stemmig: „Doch over U zal de Heere opgaan", waarna unisono besloten werd met het koraal: „Gij toch, Gy zijt hun roem". Een levendig applaus beloonde de uitvoer ders. Het tweede Deel. In dit gedeelte van het koorwerk wordt een groot deel gewijd aan Johannes den Dooper, den voorlooper en wegbereider van Christus. Wij hoorden een vierstemmig koraal uit de 87e Psalm: „Zijn grondslag, zijn onwrikbre vastigheden". Dit koraal lag goed in het ge hoor en gaf der uitvoerders niet de minste last. En dan volgde één der mooiste gedeelten van het tweede deel, samenzang tusschen bariton-solist en mannenkoor. Na eerst, verhalend, ons iets uit het leven van Johannes te hebben medegedeeld, zong de heer Bouman met prachtige bariton den lofzang van Zacharias: „Lof zij den God van Israël, de eerste strofe geheel ten einde. Bij de tweede strofe werd afwisselend door den solist gezongen, en door het mannenkoor, met een even hoogere toonaard, geantwoord. Het geheele no. 4 van het tweede deel is eigenlijk een bewerking van Psalm 2. Terwijl het dameskoor sonoor en toch beheerscht den inzet: „Kust den Zoon" zong, nam het man nenkoor al staccateerende, de melodie weer over en donker en laag in toon klonk het drei gend: „Opdat Hij niet toorne", telkens weer- aan herhaald, tot in een sterk crescendo...!! Nog eenmaal klinkt het van het geheele koor: „Kust den Zoon" en dan eindigen de bassen, maar nu met een dubbel-piano: „Opdat Hij niet toorne Met een vlot gezongen „Welzalig Hij die naar zijn reine ieer", werd het einde van het tweede deel bereikt. Ook nu weerklonk een krachtig applaus. Het derde Deel. Om 10 uur werd vervolgd. Wij hoorden nu het eigenlijke Kerstverhaal. Het geheele koor zong, na een 25 maten van de piano, een heel oud Kerstlied: „Dit is de dag dien God ons schenkt". Zoowel het meerstemmige gedeelte, als de enkele stukjes unisono, klonken lief lijk. Het derde deel is door den componist wel het meest gevarieerd gemaakt. Van het groote koor gingen wij met slechts enkele maten tus- schenspel over in een ongewoon fraai a capella voor de heeren: „In den beginne was het Woord". En als dan met een forsch crescendo het: „Vol genade en waarheid" uitgezongen is, gaan wij ineens over naar het recitatief, waar in de solist verhaalt van de Boodschap van den Engel. En toen kregen de toehoorders iets fraais te genieten. De boodschap aan de H. Maria, gevolgd door de Lofzang van Maria, een en ander voor sopraan-solo met vrouwenkoor. Mevr. Struyckenvan den Adel, van Voor burg, beschikt over een bijzonder fraaie, warme sopraanstem, welke de groote zaal ge makkelijk vulde. Zij zong zoowel de partij van den engel Gabriël als die van de H. Maagd. Dit gedeelte, waarbij ook de dames van het koor wel een vermelding verdienen, vulde een groot gedeelte van het derde deel. Andermaal vertelt de declamator; nu het bekende: „en het geschiedde in die dagen, dat er een gebod uitging van keizer Augustus", waarbij de begeleiding een herdersmotiefje er doorheen geeft, en dan volgt de Engelenzang bij de herders op de velden. Achtereenvolgens beginnen 2e en le bas, 2e en le tenor enz. te zingen, afgewisseld door het „Eere zij God". Dit gedeelte moet uiterst fijn en subtiel ge zongen worden. Laat ons er meteen bijvoegen dat het goed geslaagd werd afgewerkt. De bariton-solist zingt dan den lofzang van Simeon, gevolgd door een schitterend ver tolkt mannftikoortje: „want mijne oogen heb ben Uw zaligheid gezien", waarna via een pieuw recitatief meteen het slotkoor, hetwelk het geheele deel 9 van het derde hoofdstuk vulde, ingezet werd. Terwijl de tenoren achter eenvolgens zingen: „Gij huis Israëls, Gij huis Aarons, Gij huis van Levi", jubelen de andere stemmen er tusschen door: „Looft den Heer", om ten slotte met een stralend en jubelend Halleluja te eindigen. Even, heel even leek het alsof dit aller laatste Halleluja gedoemd was te mislukken, doch de forsche hand van den dirigent be hoedde het scheepje voor stranden. Onze eindbeschouwing. Na afloop werden aan mevr. Struycken en aan den componist, den heer Cuypers, bloe men aangeboden. Ze waren verdiend. Mevr. Struycken heeft subliem gezongen en van den componist kan de geste, om hier in persoon zijn schepping te komen accompagneeren, niet genoeg op prijs worden gesteld. Ook voor den anderen solist, de heer Lucien Bouman, die zong en declameerde, niets dan lof. Zijn geluld is zeer mooi, ook bij de declamatie; hij gaf zich geheel. De greep bleek voor het koor niet te hoog te zijn geweest. Reeds 's middags bij de gene rale repetitie had de heer Cuypers zich waar- deerend uitgelaten óver het klankgehalte, en de heer Cuypers was wel zoo vriendelijk, om bij de hem gebrachte hulde den heer Leewens, de directeur van het koor, te betrekken. Rest ons nog te vermelden, dat de beide solisten van gisteravond ook op 16 Dec. j.1. waren opgetreden in het Concertgebouw te Amsterdam, waar dit oratorium werd gegeven door den componist, met het orkest van Wil lem Mengelberg. Het is, al met al, een eerste klas avond geweest, en wjj mogen Den Helder met dit ondernemende koor dan ook wel gelukwen- schen. STEUNVERGOEDING ERWTEN EN VELDBOONEN. De Nederlandsche Akkerbouwcentrale maakt bekend, dat de steunvergoeding voor groene erwten van de kwaliteitsklasse C, gedenatu reerd in het tijdvak van 21 December 1936 tot en met 26 December 1936 1.50 per 100 kg zal bedragen.. Voor in datzelfde tijdvak gedenatureerde groene erwten van de laagste klasse en andere erwten, zal die steunvergoeding 1,per 100 kg bedragen. Voor veldboonen, welke blijkens de datee ring van het dorschbriefje in genoemd tijdvak zijn gedorscht, is de steunvergoeding op 2. per 100 kg vastgesteld. (Adv.) Na een waardig besluit van 1936 met resp. de „Grasshoppers" en „The Blue Ramblers", heeft de „Casino"-directie het nieuwe jaar op schitterende wijze ingeluid met het engagee- ren van Majo Marco en zijn orkest. Het is al meer dan een jaar geleden, dat wij deze band in „Casino" hoorden. Sedert dien heeft de band slechts een paar wijzigin gen in de bezetting gehad; de bekende pia nist-arrangeur Klaas van Beeck is overge gaan naar het „A.v.r.o.-dansorkest" en werkte eerst onder Eddie Meenk en nu bij Hans Mossel. Marco heeft echter een zeer goeden plaatsvervanger voor hem gevonden! De in druk was als toen; haast nog beter: bescha ving, perfect rhythme, groot repertoire. Het samenspel is subliem, vooral bij de saxes. Er is ook een „multi-instrumentalist", die fun geert als bassist (zeer goed), 3e alt en tenor sax (clarinet), violist en 2e trumpetist. (Trou wens alle bandleden bespelen meer dan één instrument). Het rhythme is goed verzorgd. Voor dans liefhebbers een openbaring en voor jazzfans een „kei", is de negerdrummer. Verder noemen wij de leader (Majo Marco) als le sax, clarinet, le viool en vocalist en de trum petist. De uitvoering der tango's in de be zetting: accordeon, 3violen, 2 guitaren (waar van één drum) valt zeer te roemen, evenals die der Weensche walzen. De pianist, violist en drummer bewezen voorts, dat met 3 man een zeer behoorlijke serie Engelsche walzen te maken is. Terwijl de pianist op accordeon met drum en basbegeleiding eenige nummers in het zeer populaire „novelty"-genre bracht. In één woord een prima dansband. v. L. De Gouden Medaille voor 36 jaar trouwen dienst. Donderdag, 31 December, had de plechtige uitreiking plaats van de gouden medaille voor zes en dertig jaren trou wen dienst aan den Adjudant-Onderoffi cier-Administrateur van den Staf van het Regiment Kustartillerie. Als gevolg van de heerschende griep ontier het Garnizoen kon deze onderscheiding niet voor het front van de troepen worden uitge reikt, doch vond de plechtigheid plaats in de Garnizoensvereenigingszaal in de kazerne Langestraat. Ten 11.00 ure hadden zich in genoemde zaal alle Officieren en Onderofficieren voor zoover niet door dienst verhinderd ver- eenigd, terwijl ook diverse familieleden van den jubilaris en andere belangstellenden wer den opgemerkt. In een zeer gevoelvolle en van groote waar deering voor het werken en streven van den jubilaris blijkgevende toespraak, bracht de Regimentscommandant, Luitenant-Kolonel, J. H. C. Bentz van den Berg, die persoonlijk het eeremetaal op de borst van den Adj.O.O. A. Kooreman, hechtte, naar voren, hoe de ju bilaris gedurende 36 jaren een bescheiden, zich nimmer op den voorgrond plaatsende, doch stoer en degelijk werker was geweest, in den waren zin van het woord, steeds een uitnemend voorbeeld voor collega's en onder geschikten en een steun voor zijn superieuren. Met een hartelijke en gevoelvolle bede- wensch, voor de toekomst van jubilaris en diens verwandten werd het officieele gedeelte besloten, nadat de Regimentscommandant eerst nog een draagmedaille in goud aan den jubilaris, namens de Officieren van het Regi ment, had aangeboden en nadat de aanwezi gen in de gelegenheid waren gesteld hunne persoonlijke gelukwenschen aan te bieden. Ten slotte had nog een gezellige bijeen komst in intiemere kring plaats, waarbij na mens de Onderofficieren van het Garnizoen een divan als aandenken werd aangeboden, terwijl tal van bloemstukken de feestvreugde nog kwamen verhoogen. Naar aan'eiding van de maaswijdtevergroo- ting en een mogelijk geachte bepaling omtrent een minimummaat van de aan te voeren visch, zijn de eendenhouders op audiëntie geweest by den Minister van Landbouw en Visscherij, volgens een mededeeling aan De Telegraaf. Wat betreft een z.g. pufverbod heeft de Minister aan deze belanghebbenden gerust stellende mededeelingen gedaan, omdat het niet in het voornemen nog lag om tot een pufverbod te komen. Mocht de aanvoer van puf, door de hoogere maaswijdte, gering worden, dan zou de aan gelegenheid in overweging worden genomen. En als mocht blijken, dat er evenveel puf werd aangevoerd, zoodat de maaswjjdtever- grooting in dat opzicht geen effect zou blijken te sorteeren ten opzichte der vernietiging van kleine visch, dan mocht nog niet worden ver ondersteld, dat op dien grond een pufverbod zou zijn te verwachten. Eerst zouden de belanghebbenden met een een voornefnen in die richting worden inge licht. Volgens mededeeling aan deze belangheb benden door de Vischerij-inspectie was men doende met bepalingen omtrent mosselen en garnalen. Zoo ongeveer was de strekking van het be richt in De Telegraaf. Het is bekend, dat er veel pufgarnalen op aansporen van de Visscherij-centrale worden gevischt en men heeft er reeds op gewezen, dat daarin een zekere inconsequentie schuilt, want dat deze garnalenpufvisscherij, uitge oefend op groote schaal, toch zeker invloed zal moeten hebben op den stand van de garnalen in het algemeen, terwijl men voor het bescher men van jonge visch juist alleriei maatregelen wil toepassen, die veel schade zullen p voor de kustvisscherij en voor de bedrijven. daarvan afhankelijk zijn. .-—„.inir Maar ook dit: wanneer er overeenstemming tusschen de landen is verkregen, die te Londen hebben vergaderd over het opvoeren van den vischstand in de Noordzee, dan, meenen w zit daaraan vast, dat er minimummaten op de aan te voeren visch zullen worden gesteld. Dat mag dan geen z.g. pufverbod zijn maar het zal er dan toch veel van weg hebben. Enfin, we zullen er het beste van hopen. Omzet van den Rotterdamschen afslag in 1936. In 1936 werd aan visch omgezet voor een bedrag van 669.000 tegen het voorgaande jaar 668.000. Het verschil is dus niet groot, maar er is toch eenige vooruitgang te constateeren, en daar de stad zich steeds uitbreidt en er voor de scheepvaart en scheepsbouw een beter perspectief schijnt te zijn, is het niet den - beeldig, dat Rotterdam grooter gelegenheid biedt voor meer vischafzet. Een Coöperatieve Vischmeelfabriek De N. Rt. Crt. weet te berichten, dat voor een notaris te Haarlem de acte is verleden voor de oprichting van de Coöperatieve vischmeel fabriek Noordzee. Deze stelt zich ten doel de verwerking tot vischmeel van de door de leden-visschers gevangen visch. Voor de bestaande vischmeelfabrieken is dit dus een belang van verstrekkende beteekenis ten nadeele van deze fabrieken, want, daar er toch door deze fabrieken al wordt geklaagd, dat, door het ontbreken van grondstof niet met volle capaciteit kan worden gewerkt, zal hun grondstof nu nog meer verminderen. Binnenkort hopen we hierover iets meer te kunnen berichten. Aanvoer te Scheveningen In 1936. Aan versche visch werd aangevoerd voor 368.662 tegen het voorgaande jaar voor 354.776. Aan pekelharing werd in 1936 aangebracht 21.735 last tegen in 1935 15.180 last. UITKOMSTEN OVER 1936. In de vischhal te IJmuiden is over 1936 omgezet voor een bedrag van 6.230.231.33 tegen in 1935 6.338.264.17. Een verschil alzoo van ongeveer 90.000, hetgeen wel is te wijten aan de staking verleden jaar, die ongeveer een maand heeft geduurd. Is het dus schijn baar een achteruitgang, toch kan worden ge zegd, dat de omzet over beide jaren ongeveer hetzelfde is geweest. Volgens het Dagblad voor IJmuiden hebben de groote schelvischbooten de beste besom mingen gemaakt en de kleine vaartuigen de laagste. Er is een boot, die over 1936 een totaal be somming maakte van 90.333.28 en er zijn er van ver in de 80.000, zoodat voor enkele bedrijven de resultaten bevredigend kunnen worden genoemd. Men heeft dan ook te IJmuiden een wat optimistischer kijk op het reederbedrijf en denkt over het ergste heen te zijn. We hopen dat men niet teleurgesteld 2aj worden in deze verwachting. Voor de kustvisscherij kunnen we helaag niet zoo'n opgewekt geluid laten hooren, z0o, als ook in het jaaroverzicht werd gezegd. Een goed geoutilleerde kottervloot kaJ waarschijnlijk betere uitkomsten opleveren maar de noodige middelen om zich dergelijke schepen aan te schaffen ontbreken in den regel, Gewenscht zou het zijn daarvoor kapitaal be. schikbaar te krijgen, indien althans een ere, dietfonds van overheidswege niet wordt op, gericht. Vischpryzen. Zaterdag waren de vischprijzen te IjmU[, den weer zeer goed te noemen. Tarbot deed tot 1.50 per kilo en tong tot 1.12. De scholprijzen waren zeer hoog, vooral middel- zet- en kleine schol noteerden bijzonder hoogj terwijl groote schol de laagste noteering ha<j van deze platvischsoort. Haring was laag in prijs, maar toch maak, ten enkele schepen, die versche haring had* den aangevoerd, goede besommingen, zoodat; de vangst wel groot moet zijn geweest. Goede vangsten sprot en haring. Bij Dartmouth in Ejigeland zijn zulke ver, bazende hoeveelheden sprot en haring gevan, gen als men zich niet kan herinneren. Op een morgen werd om 8 uur een groot net uitge, worpen en de vangst was zóó groot, dat het tot middernacht duurde voor het net leeg was. Een twaalftal mannen werkten hier steeds aan, en evengoed ontsnapte nog menige visch. Deze eene trek leverde 300 ton op. in de laatste weken kwamen vangsten van 400 ton sprot en haring voor. Op de banken vóór de kust ziet men duizenden meeuwen azen op al de visch. Van leegvisschen van de Noordzee is du$ nog geen sprake. Men meldt ons: De regeeringsmaatregelen betreffende de maaswijdtevergrooting, welke in het laatst van 1936 genomen zijn, beloven van vérstrek- kende beteekenis voor de visschersbevolking te worden. Immers, door de vangstbeperking wordt de verdienste van den visschersman belangrijk verminderd, daar tot dusver de kleinere visch een welkome bijverdienste voor hem beteekende door de verwerking tot visch meel. In deze kringen heeft een en ander met recht bezorgdheid gewekt voor de naaste toe komst en heeft men zich beraden welke maat regelen genomen kunnen worden. Reeds jaren leefde onder hen het verlangen om zelf hun visch tot vischmeel te verwerken door middel van eene coöperatieve vischmeel fabriek en heeft het genomen regeerings- besluit thans den doorslag hiertoe gegeven, Blijkens acte, verleden voor notaris mr. H. C. Ittman te Haarlem, is op Donderdag 24 Dec. jl. te Haarlem opgericht de coöperatieve vereeniging: Coöperatieve Vischmeelfabriek „Noordzee" U.A. en stelt zich ten doel de ver- werking tot vischmeel der door de leden- visschers gevangen visch. SECR. DER GEMEENTE TEXEL. III*) De bevolking, die in het omstreeks 1848 ver schenen Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden van Van der Aa als spaarzaam geteekend wordt, heeft zich van de onder vonden tegenslagen weten op te werken en mocht vóór het uitbreken van den wereldoor log welvarend genoemd worden: „armoede wordt op Texel niet geleden", zóó was de gangbare meening; bovendien trokken eenige der kerkelijke instellingen van weldadigheid niet onbelangrijke inkomsten uit bezittingen; de taak van de burgerlijke armenzorg was dan ook niet veel omvattend. Bij de daarop gevolgde periode van hoog conjunctuur steekt de tegenwoordige tijd wel schril af. Niettemin mag Texel zich gelukkig prijzen; immers, ondanks de groote werkloos heid is het tot dusverre gelukt op de ge meente-begrooting het evenwicht tusschen ontvangsten en uitgaven te bewaren; m.a.w Texel behoort nog niet tot de noodlijdende ge meenten. De in de jaren van voorspoed ge voerde voorzichtige financieele politiek door tal van uitgaven, tot den kapitaaldienst be- hoorende, niet uit leeningen doch uit de ge wone inkomsten te bestrijden, is hieraan niet vreemd. Uit het bovenstaande zal men reeds begre pen hebben, dat het eiland Texel één burger lijke gemeente vormt. Reeds eeuwenlang is het staatkundig één plaatselijke gemeenschap geweest met een sterk ontwikkelden inslag van autonomie. Zooals hierboven reeds werd opgemerkt, is by giftbrief, geteekend 26 Maart 1414, door Hertog Willem VI Graaf van Holland, aan Texel Poortrechtof wel Stederecht verleend. In de oude keuren lezen we dan Ook herhaaldelijk van de „Stede en de Eylande van Texel". De voorrechten, die de bevolking als ge volg hiervan door de eeuwen heen genoten 66 gev0egd blJ de geïsoleerde ligging, heeft Het tweede artikel werd opgenomen in ons nummer van 29 December 1.1, bij de bewoners van het eiland een sterken drang, naar vrijheid en onafhankelijkheid doen ontstaan met daarnaast een critische belang stelling in het besturen van het plaatselijk gebied. Tevens hebben de zooeven genoemde omstandigheden, ondanks alle verschill in levensbeschouwing, een gezamenlijk optrek ken mogelijk gemaakt, wanneer de belangen van de bevolking op het spel stonden. Meer dere malen is dit in het verleden tot uiting gekomen. Zoo heeft de bevolking in een op roerige beweging den Schout en Dijkgraaf van Texel en Baljuw van Eierland, zekeren Mr. Gerrit Buijskens, genoodzaakt tot aftreden wegens zijn patriottische opvattingen, waarin de Gecommitteerde Raden van Noorderkwar tier niet beter wisten te doen dan onder af keuring van het gedrag der eilanders in de afzetting door ontslagverleeninig te berusten. Ook het verjagen op eigen gelegenheid in 1813 van de Franschen duidt in die richting. Een voorbeeld van meer recenten datum' De Texelaars raakten er van doordrongen, dat de wijze, waarop een elders gevestigde financieel krachtige onderneming de verbin ding per stoomboot tusschen Texel en Den Helder onderhield, den economischen vooruit gang van het eiland tegenhield. Zij sloegen in 1907 de handen ineen, besloten zelf een stoom- bootdienst in het leven te roepen en boycotten practisch lederen vastelander, die op Texel zaken wilde doen en met de oude onderneming het Marsdiep overstak, met als resultaat, dat ,,1 exels Eigen Stoombootonderneming" thans de beschikking heeft over twee comfortabele flinke zeewaardige schepen, die de bewonde ring afdwingen van ieder, die er kennis mede maakt. Van de ondernemingsgeest harer bestuur- ers, zoo van gemeente als van waterschap- Pen, getuigen de vele kilometers stofvrije verharde wegen, welke het eiland in. al'e ii ntingen doorkruisen, de aanleg van ge meentewege in werkverschaffing van een I*'A" £ro°t luchtvaartterrein en de op- c mg door de gemeente van een eigen lectnsche centrale, die alle bevolkingscentra "evens den Eeierlandschen lichttoren van noodigen electrischen stroom voorziet en

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 8