De feestvieringen in onze stad
Zaterdag 9 Januari 1937
Heldersche Courant
Tweede Blad
Meer dan twee duizend
schoolkinderen zingen
voor het Stadhuis*
Massaal défilé, dat begunstigd
werd door mooi weer.
PARADE*
Autoriteiten en Centraal
Oranjebestuur bezoeken
Huisduinen*
De verlichting aan de
Buitenhaven*
Mochten wij nog in ons nummer van
gisteren, met betrekking tot de Reveille
der herauten, gewagen van uitstekend
weer, naarmate het later op den morgen
werd, bleek steeds duidelijker dat het een
uitgezochte wintersche dag zou worden,
een dag, die aan de vele feestelijkheden
specialen luister zou bijzetten.
Schoolkinderen marcheeren door de
stad.
Te omstreeks 9 uur werd een aanvang ge
maakt met den marsch door de stad. Zooals
aangekondigd, zou hieraan worden deelge
nomen door niet minder dan 2000 deelnemers
en deelneemsters, doch toen wij in de Koning
straat den stoet voor het eerst voorbij zagen
trekken kwam het ons voor, dat dit aantal
veel grooter was.
Het was een buitengewoon fleurig schouw
spel, al die jongens en meisjes daar te zien
marcheeren, netjes in rijen, steeds geflankeerd
door de onderwijzers en onderwijzeressen.
Vooraf ging het Stedelijk Muziekkorps,
terwijl eveneens muzikale medewerking
verleend werd door de Oranje Harmonie
Kapel.
En zoo ging het door de City, en de
muziek speelde pittige marschen en de
jongens en meisjes zongen mee. En ze
zwaaiden met hun vlaggetjes.
Voor het Stadhuis.
In den omtrek van het Stadhuis, waarvoor
de Zanghulde gebracht zou worden, was het
inmiddels reeds een drukte van belang, ook
in verband met de op dit programma-nummer
volgende Parade op het Helden der Zeeplein.
Langs den Kanaalweg, langs Kerkgracht en
op het Singel stonden ze geschaard, honderden
en honderden menschen, allen met opgewekte
gezichten en allen getooid met Oranje.
Wederom viel het op, hoe keurig het
geheel door de Politie, onder leiding van
hoofdinspecteur Helder, geregeld was.
Geen enkele maal was er sprake van een
enkele wanorde, zoodat een compliment
voor ons korps en diens leiding hier o.i.
zeker op zijn plaats is.
Dan arriveert de stoet, lachend en zingend
en zwaaiend met de rood-wit-blauwe vlagge
tjes. Het is een feestelijk gezicht, onze jeugd
hier te zien aankomen, opgewekt en vol
enthousiasme.
Op het bordes van het Stadhuis staan reeds
burgemeester en Mevrouw Ritmeester en
voorts de leden van het Centraal Oranje
Comité.
Vriendelijk knikt de burgemeester 't jeug
dige ensemble toe, dat geestdriftig met de
vlaggetjes wuift.
Ook de opstelling van die duizenden jongens
en meisjes gaat zeer vlot en reeds na enkele
minuten is het zoover, dat met de zanghulde
een aanvang gemaakt kan worden.
De zanghulde.
Dan beklimt onze grijze plaatselijke muziek
meester, de heer A. J. Leewens, het podium
voor het bordes. Voor hem is het Stedelijk en
de Oranje Harmoniekapel gezeten, terwijl, zoo
dicht mogelijk bij elkaar gegroepeerd, de
jonge zangers opgesteld staan.
De heer Leewens attenteert zijn enorm
koor..* maakt met zijn dirigeerstok het
bekende gebaar.., dan klinken de eerste
tonen van het Wilhelmus over de stad
en ontblooten duizenden het hoofd.
Bijna op hetzelfde moment breekt de
zon door. En thans eerst goed. Goudig en
warm straalt zij over de stad, die ver
scholen gaat in Oranje-tooi. Zjj vlamt in
de wimpels en in de gouden knoppen der
vlaggenstokken en zij zet het alles in een
recht feestelijk gewaad.
Het Wilhelmus klinkt plechtig en ge
dragen in het rond: ver in den omtrek
zijn de bekende klanken hoorbaar, ver
dringen deze stemmen van die jonge
menschen door.
Hierna wordt gezongen het „Prins Bernhard
Lied", het „Mijn Nederland", „Een liedje van
de Zee" en tot slot het prachtige „Hollands
vlag".
Er is gezongen door de zangers op een wijze
die alle respect verdient en hiervoor komt, na
den heer Leewens en het „Stedelijk", alle lof
toe aan de onderwijzers, die met name de
laatste dagen wel gezorgd zullen hebben, dat
het vocale gedeelte er bij hun discipelen goed
inkwam.
rr PORTRET «\TEI1ER
JAC DE BOER
Het was meermalen ontroerend te zien hoe
waarlijk spontaan, met welk een entrain er
gezongen werd. Ze leefden mee, de jongens en
meisjes. Ze wisten wat ze zongen.
Het was met recht: een zanghulde.
Bij ieder nummer werd er door den Burge
meester, voor wien deze hulde bestemd was,
warm geapplaudisseerd, evenals door de leden
van het Oranje Comité.
De Burgemeester dankt.
Nadat de laatste klanken van „Hollands
vlag" verstorven waren en de kinderen den
Burgemeester toegejuicht hadden, nam deze
het woord.
Hij zeide, dat er heel mooi gezongen was
en persoonlijk heel blijde te zijn met deze, hem
gebrachte hulde.
Dubbel verheugde het hem echter dat hij
gezien en gehoord had, dat de kinderen b e-
grepen wat ze zongen.
Eenigen tijd geleden, aldus de Burge
meester, werd hier voor het Stadhuis een
soortgelijke zanghulde gebracht, doch
toen waren er 400 kinderen. Ik heb daar
bij den wensch uitgesproken, dat, mocht
er nog eens zoo iets voorkomen, dat men
dan in grooter getale zou opkomen. En
zie: men is teruggekomen en in véél en
véél grooter getale. Ook hiervoor is hij
dankbaar.
Hierna dankt de Burgemeester de onder
wijzers en onderwijzeressen voor hun mede
werking in dezen en wijst er op, dat ook in
het opzicht van zang het onderwijs op de
Heldersche scholen in orde is.
Hij besluit zijn hartelijke woorden met een
lang leve de Koningin, de Prinses en Prins
aan te heffen, dat door duizenden kelen over
genomen wordt en aangroeit tot een machtige
ovatie voor het Oranje-Huis.
Nog eens: Hollands Vlag.
Hierna wordt nogmaals een couplet van
„Hollands Vlag" gezongen en daarmede be
hoort de Zanghulde tot het verleden.
Een hulde, die wel zeer bijzonder geslaagd
mag heeten, en die een succes voor den heer
Leewens was.
Netjes werden de jongelui weer in rijen ge
plaatst en in volgorde vertrok de stoet, de
muziek voorop, door de stad, waar duizenden
en duizenden deze massale demonstratie van
jong Den Helder gadesloegen.
„Mooier dan op Koninginnedag", was
de indruk om ons heen op dezen stralen-
den winterdag. Was het, omdat de klan
ken van de kinderzanghulde nog niet eens
goed en wel verstorven waren, of had de
verwachting van het altijd aantrekkelijke
schouwspel de menschen naar buiten ge
lokt? Feit is, dat ondanks dat de zaken
en banken open waren, en de werkplaat
sen bezet, er een enorme belangstelling
was.
Reeds om even tien uur begonnen de toe
schouwers, al of niet officieel, zich op te
stellen.
Even vóór elf uur verscheen de Vice-Admi-
raal op het terrein, begroet met enkele maten
van het „Wien Neerlandsch Bloed"; direct
daarop volgde de inspectie. De opgestelde
troepen reikten tot op het begin van deiï Ka
naalweg, zoodat het eenigen tijd duurde, voor
de Admiraal met zijn staf weer terug was.
De kranslegging.
Hier werd de plechtigheid even onderbroken.
De Burgemeester, die zich bezijden den in
gang van het Raadhuis had opgesteld, sloot
zich aan, gevolgd door den heer De Ruiter,
die een fraaien, ringvormigen krans droeg. De
Admiraal begaf zich, met de besturen van de
plaatselijke Oranjevereenigingen, naar de na
bijheid van het borstbeeld van wijlen Prins
Hendrik.
Terwjjl de muziek 't Wilhelmus speelde,
legde onder diepe stilte van het publiek,
de Burgemeester den krans ter plaatse
neer. Toen het lied ten einde was, was
deze mooie plechtigheid, welke juist door
haar eenvoud zoo aangreep, voltooid.
De Parade.
Men stelde zich op, „in orde van parade",
en marcheerde vier aan vier af. Onderwijl de
admiraal met zijn staf zich op de stoep van
het Raadhuis opstelde, marcheerde de troep
rond, om vervolgens in breede rijen te voor
schijn te komen en langs den Admiraal te
défileeren.
Overste H. Pitlo had het commando. Ach
tereenvolgens zagen wij de adelborsten, enkele
afdeelingen matrozen, een groep mariniers,
weer een afdeeling matrozen, en eindelijk een
groote afdeeling van de landmacht. Er werd
door allen, zonder onderscheid, keurig gemar
cheerd, in goed gerichte rijen. Een ieder deed
zjjn best.
Men ging naar huis terug, de marine-
menschen, die natuurlijk de muziek mee
namen, door een dichte haag van kijk-
lustigen. Ook dit nummer van het festijn
was afgehandeld.
Onze badplaats maakt een goede
beurt. Hartelijke woorden van
Burgemeester Ritmeester.
Gisterenmiddag te 3 uur vertrok een groot
aantal autoriteiten en het Centraal Oranje-
Comité in auto's naar Huisduinen, alwaar een
officieel bezoek afgelegd zou worden.
Onder hen, die deze tocht medemaak-
ten, merkten wij o.a. op, behalve burge
meester Ritmeester, den garnizoenscom
mandant J. H. Benz van den Berg, Kapi
tein Kalkman, Schout bij Nacht Dikkers,
en voorts verscheidene hoofden van tak
ken van dienst.
En zoo vertrok men, terwijl over de weide
landen de lage'winterzon bruine tinten too-
verde en men zich af en toe waande op een
mooien herfstdag...
Om kwart over drie bereikte het gezelschap
het dorp, aan den ingang waarvan Winnubst
opgesteld stond. Drie herauten te paard stel
den zich voorop, gevolgd door de kapel en
hierachter kwamen de auto's met de bezoekers.
De heer Sinjewel:
Zoo reed men Huisduinen binnen.
Wel, daar was het al precies als in Den Hel
der, feest. Een goed feest! Want daarvoor
schijnen onze buren geen lesje meer noodig te
hebben.
't Heele dorp op de been.
Overal klonk muziek, van straatorkestjes,
van radio's, en van dolende harmonica-lieden.
Heel het dorp was uitgeloopen om de incom-
ste mede te maken en er gingen heel wat
hoera-tjes en hoezee-tjes op voor de gasten.
Als men uitgestapt is, wordt direct
aangevangen met de bezichtiging van de
versieringen. Het was te zien, dat het zeer
op prijs gesteld werd, wat Huisduinen
in deze bereikt had en tal van bewonde
rende blikken werden er op de diverse on-
derdeelen geworpen. Met name op de „Hus-
sedunia", die men thans, rijk versierd en
met verscheidene koppen bemand, kon
aanschouwen.
Het Wilhelmus wordt gespeeld en hierna is
het de heer J. de Jong van van het Comité
Huisduinen, die een „Leve de Koningin!"
aanheft.
Vervolgens wordt een rondje gemaakt,
waarna men zich naar het Badpaviljoen be
geeft.
In 't Paviljoen.
Hier is het, zooals men dat trouwens ge
wend is, zeer gezellig, en als de dames en
heeren gezeten zijn kan met recht gespro
ken worden van een intiem samenzijn De zon
zakt op zee weg naar de kim, en met de
prachtige zee vormt het geheel buiten een
soort schilderij.
Als het later gaat schemeren, worden er
kaarsjes aangestoken, die dan de Oranjetooi
der zaal extra voordeeiig doen uitkomen. In
derdaad mag hier gesproken worden van een
alleszins correcte on'vangst
Nadat ververschingen aangeboden zijn en
men eenigen tijd genoeglijk bijeengeweest is,
neemt de heer voorzitter van het Comité Huis
duinen, de heer J. Sinjewel, het woord, om
een kort welkom uit te spreken.
Met nadruk wijst spreker er op, dat het
door Huisduinen ten zeerste op prijs gesteld
wordt, dat dit gezelschap naar het dorp ge
komen is, en in het bijzonder voor de aanwe
zigheid van Burgemeeste Ritmeester is men
dankbaar. Toen men vernam, dat het de be
doeling was Huisduinen een officieel bezoek te
brengen, heeft men dat plan met beide han
den aangegrepen, omdat men ook hier weet en
gevoelt, dat beide plaatsen één geheel vormen.
Na ook de overige autoriteiten hartelijk ge
dankt te hebben voor hun komst besluit de
heer Sinjewel zijn woorden met een driewerf
hoezee voor het Vorstelijk Paar en eveneens
voor H.M. de Koningin.
De Burgemeester:
Nadat een tweetal coupletten van het Wil
helmus gezongen zijn, neemt burgemeester
Ritmeester het woord:
Uit diens rede vermelden wij het volgende:
Spreker vindt de ontvangst op Huisduinen
buitengewoon „warm", en dat zelfs in tweër-
lei opzicht. Figuurlijk, als zijnde zeer harte
lijk en...letterlijk. (Dit laatste in verband met
de werkelijk zeer genoeglijke temperatuur in
het Paviljoen).
Het is de eerste maal, dat spr. eigenlijk
officieel Huisduinen bezoekt, en hij vindt dit
bezoek buitengewoon prettig. Huisduinen, het
dorp, dat zoo kalmpjes aan zijn eigen weg
gaat, en dat toch zoo onverbrekelijk met Den
Helder verbonden is.
In de oude historie van Den Helder heeft
spr. gelezen en daarin gevonden bijzonderhe
den over het vroegere Hussedunia. Het was
toen een groot dorp, waar walvischvaarders
leefden en dat zelfs het toenmalige Den Hel
der in de schaduw stelde. In dit opzicht is er
thans wel veel veranderd.
Spr. wijst er met nadruk op, dat Den Hel
der en Huisduinen een eenheid vormen. Beide
hebben elkander noodig en gezamenlijk zal er
zeker veel te bereiken zijn.
Met betrekking tot het thans tot stand ge
brachte, hetgeen uit een vrij schrale beurs
moest geschieden, zegt burgemeester dan zeer
hartelijke woorden. Het blijkt hier wel duide
lijk, hoe eendrachtelijk men gewerkt heeft en
spr. is vol lof over deze gemeenschapszin.
In verband met de dien morgen gebrachte
Zanghulde wijst spr. er nog op, welk een geest
Uitbundig juichen de kinderen onzen burgemeester toe.
Fotobureau Modern", Wesbatraat.
van eendracht juist deze dagen door ons volk
gaat, een geest van liefde en gehechtheid aan
ons Vorstenhuis. Laat men steeds zoo blijven,
zoo trouw aan de leuzen. Tenslotte is het ook
ons eigenbelang, als Nederland gehandhaafd
wordt door Oranje.
Voorts wijst de burgemeester er nog op,
dat tijdens de feestelijkheden geen enkele
maal een wanklank vernomen is. Er werd
met recht „feest" gevierd, eensgezind,
eendrachtig, en ook Huisduinen heeft hier
aan zijn niet gering deel gehad. Hij hoopt
tenslotte dat de samenwerking zoo moge
lijk nog grooter lusschen beide plaatsen
moge worden, iets wat met een enthou
siast applaus onderstreept wordt.
Nadat men nog eenigen tijd gezellig bijeen
gebleven is, begeeft het gezelschap zich we
derom naar buiten, waar inmiddels de be
langstelling nog belangrijk grooter afmetin
gen aangenomen heeft. Overal langs den weg
staan de Huisduiners (en met hen vele Hel-
derschen) en als dan „Winnubst" enkele vlotte
marschen ten gehoore brengt, wordt er al
spoedig hartelijk meegezongen.
Wederom worden de versieringen en de
„Hussedunia" in oogenschouw genomen, ter
wijl door aangekleede meisjes de dames bloe
men geoffreerd worden. Enkele vuurpijlen sis
sen naar boven en spatten in honderden von
ken uiteen. Op de „Hussedunia" staat een
boy, en hij geeft een mond-harmonica-solo.
Zoo aardig, dat hem een hartelijk applausje
gebracht wordt.
Tenslote rijden nog de Jongens en meisjes
op de keurig versierde fietsen voor, waarop
zich eveneens aardige lampions bevinden en
dan is het burgemeester Ritmeester, die ten
besluit van dit wel bijzonder geslaagde bezoek
aan onze badplaats, hen heer Sinjewel de
hand drukt en hem nog eens extra complimen
teert met datgene, wat Huisduinen hier ge
presteerd heeft.
Voor de verlichting aan de Buitenhaven was
gisterenavond een groote belangstelling. Hon
derden hebben genoten van het licht-schouw-
spel. Voor het laatst heeft men kunnen ge
nieten van de prachtige lijnen van Hr. Ms.
kruiser „De Ruyter", die, zooals men weet,
Dinsdag a.s. de groote reis naar de Tropen
aanvaard. Prachtig was „de mast van de
v. Speyck", voor het instituut, vriendelijk de
laan naar het Marine-hospitaal en imposant
de Marine-kazerne en de Marine-cantine, ter-
wijl Hr. Ms. „Heemskerk" een sprookjesschip
Burgemeester Ritmeester heeft gisterenmorgen een krans gelegd biJ het monument van
wijlen Z.K.H. Prins Hendrik.
Fotobureau ,diïodern", Weststraat.
I I' J!
yxx?
De kinderzanghulde voor het Stadhuis.
Burgemeester en Mevrouw Ritmeester luisteren aandachtig naar de liederen.
Fotobureau „Modern", Weststraat