De Brabantsche Brief
van
DE GENEESKRACHTDERKRUIDEN
zooals ondermeer Droserd enAconitum,
thans nog vensferktdoor toevoeging van Codeïrtum
makenAKKER'S Abdijsiroop
tot s werelds beste koest-siroop*
AKKER's
Steun aan de Gerst
Itegen Hoest, Griep. Bronchitis, Asthma I
Een wereldreiziger tusschen
trein-assen
ficoniium
Amico,
Ulvenhout, 4 Januari 1937.
Trui „werkt" 't
heele jaar met
„veurgevoelens",
die altij uitko
men! Want ko
men ze niet uit,
dan plooit en dan
draait zij net zoo
lang, tot ze wèl
uitkomen.
Komt er iemand
binnen, dan zegt
ze ijskoud: „nee
maar! Da's sterk!
'k Zat sjuust aan
oe te denken..."
Mot ik 'ns weg, dan beweert ze: als ik
't nie gedocht had..!" Heeft ze in langen
tijd genen brief ontvangen van de kinders
en zegt ze dan op 'nen avond: „wat heb
ben we in langen niks gehoord van onzen
Kees" en kómt er dan den anderen mor
gen iets van den Kees, ochenm! „Wat
heb ik oe gezeed, Dré? Gisteravond? 'k
Klad er zo'n veurgevoel van!"
En komt dieën brief 'n week later, dan
beweert ze precies 't zelfde! „Wat heb ik
oe gezeed, Dré? Verlejen week? 'k Had er
zo'n veurgevoel van!"
Wa 'k daar mee zeggen wil, amico?
Da'k vandaag ook eens 'n veurgevoel
heb! Een, dat vast uitkomt! 'k Heb zo'n
veurgevoel, dat deuzen brief uitvalt aan
den korten kant!
Ochja!
Dieën eersten Maandag van 1 Jaar..
Amico, ik wil er nie om liegen; ik ben
altijd zo'n bietje „Maandaghouwer" ge
weest! En ilk geneer me nie, veur die be
kentenis; daarveur is me den Zondag te...
lief! En nou we zooveul Zondagen gehad
hebben, allee, 't is nou vandaag ook zoo
„erg" Maandag!
'n Zwarte locht, triestig weer, 'n stil wijf
(en ik zelf, ik ben ook niet zoo bezonder
spraakzaam, nou alle kinders weer pas
weg zijn) allee, m'n zielement verzuipt in
den killen Maandag!
Alles om me henen ziet er zoo anders
uit. Zoo eh leeg Nuchter, somberkes,
mee dat trieste weer ook. d'Oogen zijn aan
dieën killen duister nog nie gewend. Ze
knipperen teugen den nuchteren dag, die in
mistdropkens van den valen hemel siepert.
d' Oogen zijn nog te veel verwend aan
den gouwen wemel van feestelijk keersen-
licht, waar oew zielement in kroelde als
poes in de zon!
En toch toch heb ik vol goeien moed
van den morgen den zwaren Groentenwagel
bij z'n lurven gepakt en 'm over den dur-
pel van 't nieuwe werkjaar gedouwd, 't
Ging zwaar efkens, maar na 'n uur begost
ie vaneigens weer te rollen. En 'k heb stil-
lekes Onzenlievenheer gedankt veur m'n
zwaren wagel, die 'k weer douwen moest
naar m'n klantjes naar den Zaterdag, naar
de Zondagen, naar de dagen van gouwen
wemel en diep geluk. En zoo geren als ik
'm veur de feesten had gestald, zoo greet
heb 'k 'm van den morgen over de zwarte
straten gedouwd van 't verregende stadje,
waar de nevels van de gevels dropen.
Ik voelde m'nen kop blinken van 't
fijne nat, dat uren en uren deur de locht
poeierde.
Dat m'n bonker zwaar maakte op T end,
dat als 'nen druiven-schimmel op m'n
groentes kleefde.
Vort ging 't deur de smalle straten, die
allemaal schijnen uit te loopen op den hoo-
gen toren, waarvan den piek vervaagde in
de lage lochten.
Vort ging 't langs de langzaam-opengaande
deuren, mee de stugge klantjes, die alle
maal den Maandag nog moesten verstou
wen; deurslikken!
„Wat zal 1 zijn, juffrouw, vandaag?*
„Iets da'k rap klaar heb, Dré; geef maar
wat boerenkool."
„Niks noodig vandaag, „Tc doel maar
mee den snert van gisteren."
„Geef me maar 'n bus princeskes, die zijn
gauw gereed."
Lachende verstond ik ze, die trage wef-
kes, die er vandaag geen zin in kosten
krijgen! V -V
„Geef me maar wat eiers, dan hoef ik
nie naar den slager, deur dat vuile weer."
„Zijn de kinders weg. Dré? De mijn ook
en geef me maar 'n savooike, dat kan k
stampen!"
Ja, amico, 't was veul „Maandag" van
daag!
Gisteren, mee den Zondag, ben Ti met
den kleinen Dré naar 'nen... voetbalwed
strijd geweest!
D'n brak was nog hier, alleen, en heel 1
jaar op kostschool, wou ie nou toch 'ns
geren ,nen „echten mets" zien, zee ie.
Nou, 't was bekans 'nen menschenleeftijd
gelejen, da'k zooiets had bijgewoond, dus
ook veur mij was 't wel 'ns plazierig, om
te zien, mee eigen oogen, hoe er teugen-
woordig teugen den bal wordt aangetrapt.
't Was kolossaal, in één woord.
Sodemearel, wat „werkten" die twee-en-
twintig jongkearels! Die hebben daar in
anderhalf uur 'nen vracht arbeid verzet,
allee, genoeg om heel m'n land om te
spaaien!
En toen was 't nul-nul!
't Veld was zwaar en zacht van t water
Heele graszooien vlogen nou en dan mee
den bal de locht in. Den bal wier zoo
zwaar, of ie van beton was! Den scheids
rechter floot als 'n kanarie. Nie zoo schoon,
maar even hardnekkig, 't Was 'n lust zoo
als dieën kearel floot. Vast 'nen zeun van
'nen ouwen stationschef, die zijnen spruit
veul op de fluit had laten toeteren. Nou
en dan floten de gasten langs de lijn mee,
maar dat kon ie goed hebben, den scheids
rechter.
Dré III, die veul vlugger mee z'n oogs-
kes is, dan ik, vertelde me dan waar die
fluitjes veur dienden. „Maar die fent ken
nie fluiten," zee Dré III.
„Dat ben ik nie mee oe eens, Pré* hij
fluit als 'nen schorren ekster, alleen nie
zoo mooi."
Maar hij gaf me geen antwoord, den lek
keren brak. Z'n kopked raaide met den
bal mee als 'n windvaantje, z'n zwarte glan
zend' oogskes, zaten vast aan den bal.
Geen oogenblik' stond z'n moeleke stil!
„Naar den vleugel, kaffer!" „Hier die
bal!" „Let op je center-voor." „Nie alleen,
nie alleen, kever!" „Daar gaat ispang!
Is dat schieten!" „Mooi geplaatst! Oow!"
„Hé, wat 'n knoeiers!" „Te lui, te lui!" „Nou!
Schiet dan, stommeling! De kans van je le
ven" „Sodejuu!"
Toen schot ik in den lach.
Maar hij had geen erg in me. Z'n kopke
draaide, draaide, z'n oogskes lieten den bal
nie los.
Toen floot den scheisrechter weer *n
deuntje of den tram moest stoppen.
Dré III zette z'n vingers in den mond
en floot den echo. Ik zag dat ie kwaad
was! „Waarom laat die fent nie doorspe
len?" foeterde-n-ie! „Die bal had moeten
zitten!" Maar 'n secondeke later was ie
dat weer vergeten en voetbalde weer dap
per mee „Naar je midvoor, prul!" „Kijk
uit, suffert!" „Zie je wel;- kwijt die bal!"
Toen duikelde er 'nen voetbalder drie
keer over 't veld. Hoe ie 't 'm lapte is me
'n raadsel! En mee verwondering keek ik
naar dieën acrobaat. Maar toen sprong
den Dré omhoog en kwam boven op m'n
teenen. Den bal zat! Maar den scheidsrech
ter floot, zwaaide met z'n hand, 't punt tel
de nie! 'k Had spijt veur m'n baaske, dat
al zoo blij was geweest mee dat „kooltje"
„Docht ik wel", zee ie: ,,'t was 'n achttien
karaats afzetbar.
Toen was 't rust.
Het geheim der verrassende werking
van Abdijsiroop berust voor een groot
deel op de vele daarin verwerkte „ge-;
neeskruiden", waarvan de bijzondere
genezende eigenschappen reeds in de
oudheid bekend waren. Deze kruiden»
bevatten geneeskrachtige stoffen it\
hun natuurlijke samenstelling, waar
door zij. gemakkelijk döor hel lichaam
kunnen worden opgenomen. Daar*
door is hun werking snel en veeP
zijdig, zij schaden het gestel niet,
daar ze geen sporen in net lichaam
achter laten, in tegenstelling met de
z.g. nieuwere „chemische" middelen.
Jhans per flacon flechts 75 cent, f. 1.25, f. 2* et) f. 3.50. Overal verkrijgbaar!
De schitterende werking van deze1
kruiden-siroop, die Abdijsiroop is,
wordt thans nog krachtig versterkt,
nu Apotheker Dumont op bijzondere
wijze daaraan heeft toegevoegd de
krachtig „hoest-bedwingende stof
„codeïne'', zonder dat de natuurlijke
werking der kruiden wordt vermin^
[derd. Integendeel, door deze gelukkige
combinatie wordt zij nóg doeltreffen»
der. 'n Betere samenstelling tegen aan
doeningen der ademhalings-organen,
de ondervinding zal het U bewijzen, is
ondenkbaar. Grijp dus vol vertrouwen,
^\gar ,,'s werelds béste" boest-siroop.
ABDIJSIROOP
En als we in de cantine zaten, aan 'n
kommeke thee, dan vroeg ik: „zeg Dré,
jammer ee?"
„Watte opa"?
„Dat ge zo'nen prulwedstrijd treft",
„Prulwedstrij d.Prachtmets!
„En ge staat die voetbalders allemaal
uit te schelden?"
„Uitschelden, Opa?"
„Ja, veur knoeiers, prutsers, kevers, kaf
fers!"
Toen lachte-n-ie me uit! Zee niks, dronk
'ns van z'nen thee.
„Nou?" vroeg ik.
„Neem ze thuis, opa!"
Na de rust lette-n-ik was scherper op.
Die tweeëntwintig jongkearels tooverden
ZONDAG 10 JANUARI 1937.
Hilversum I. 1875 m. 8.55 V.A.R.A.
12.00 A.V.R.O. 5.00 V.P.R.O, 5.30 V.A.R.A
6.30 V.P.R.O. 8.00 A.V.R.O.
8.55 Gram.platen.
9.00 Voetbalnieuws.
9.05 Tuinbouwpraatje.
9.20 „Het paedagogisch effect van de tegen
spoed", causerie.
9.35 Gram.platen.
10.15 Natuur-historische lezing.
10.30 Viool en piano.
10.45 Cello en orgel.
11.00 Hobo en piano.
11.15 „Van staat en maatschappij", causerie.
11.30 Gram.platen.
12.00 Orgelconcert.
12.10 Gram.platen.
12.30 „Wat Indië in de laatste veertien dagen
beroerde", causerie.
12.50 Omroeporkest en solist.
1.30 Televisiepraatje.
1.45 Vervolg concert.
2.00 Boekbespreking.
2.30 Concertgebouw-orkest en solist.
4.00 Gram.platen.
4.10 Dameskoor „Veni Vidi Vici".
4.30 A.V.R.O.-Dansorkest.
4.55 Sportnieuws A.N.P.
5.00 Gesprekken met luisteraars.
5.30 Kinderuurtje.
6.00 Voetbalpraatje.
6.15 Sportnieuws A.N.P.
6.20 Gram.platen.
6.30 Een dankwoord.
6.45 Ned. Herv. Kerkdienst.
8.00 Berichten A.N.P. Mededeelingen.
8.15 A.V.R.O.-Operette-orkest, Operettekoor
en solisten.
9.15 Radio-journaal.
9.30 Omroeporkest en solist.
10.00 „Nederlanders op avontuur", Interview.
10.20 Kovacs Lajos' orkest en orgelspel,
11.00 Berichten A.N.P.
11.10 Vervolg Kovacs Lajos.
11.30—12.00 A.V.R.O.-Dansorkest.
Hilversum II. 301 m. 8.30 K.R.O.
9.30 N.C.R.V. 12.15 K.R.O. 5.00 N.C.R.V,
7.45—11.30 K.R.O.
8.30 Morgenwijding.
9.30 Gewijde muziek (grm.platen).
9.50 Geref. Kerkdienst. Hierna: Gewijde mu
ziek (gram.platen).
12.15 K.R.O.-orkest.
1.00 Interview.
1.20 R.K. Mannenzangvereen. „St. Cecilia" en
Gram.platen.
2.00 Vragenuur.
2.30 K.R.O.-Symphonie-orkest en Gram.platen.
4.15 Ziekenlof.
4.55 Sportnieuws.
5.00 Gewijde muziek (gram.platen).
5.20 Ned. Herv. Kerkdienst. Hierna: Gewijde
muziek (gram.platen).
7.45 Sportnieuws.
7.50 Causerie „Godsdienst en Zenuwlijden".
8.10 Berichten A.N.P. en Mededeelingen.
8.20 K.R.O.-Melodisten.
8.50 Gram.platen.
9.00 K.R.O.-orkest.
9.30 Piano-recital.
9.45 K.R.O.-orkest (vervolg).
10.10 Schaakdialoog.
10.30 Berichten A.N.P. Gram.platen.
10.40 Epiloog.
11.0011.30 Esperanto-lezing.
MAANDAG 11 JANUARI 1937,
Hilversum I. 1875 m. Algemeen programma,
verzorgd door de A.V.R.O.
8.00 Gram.platen.
10.00 Morgenwijding. Gram.platen.
10.30 Declamatie en concert.
12.00 Cantabile-orkest en orgelspel.
2.00 Omroeporkest en soliste. In de pauze:
Declamatie.
4.30 Muzik. causerie met illustraties aan den
vleugel.
5.30 Kovacs Lajos' orkest.
6.45 A.V.R.O.-Dansorkest.
7.15 Zang.
7.40 Causerie 16.000 km door de Vereen. Sta
ten van Noord-Amerika.
8.00 Berichten A.N.P,
8.10 Gram.platen.
8.30 Concertgebouw-orkest en solist.
9.40 Radiotooneel.
10.15 „Louise", opera (Gram.platen).
11.00 Berichten A.N.P.
11.1012.00 A.V.R.O.-Dansorkest en Gram.
platen.
Hilversum n. 301 m. N.C.R.V.-Uitzending.
8.00 Schriftlezing, meditatie.
8.159.30 Gram.platen,
10.30 Morgendienst.
11.00 Chr. Lectuur.
11.3012.00 en 12.15 Gram.platen.
12.30 Het Amsterd. Salonorkest
2.00 Voor de scholen.
2.35 Gevarieerd concert (Gram.platen).
3.00 Wenken voor de keuken.
3.303.45 Gram.platen.
4.00 Bijbellezing.
5.00 Viool, cello en piano.
6.30 Gram.platen.
7.00 Berichten.
7.15 Gram.platen.
7.45 Reportage.
8.00 Berichten A.N.P.
8.15 Bach-koor, en -orkest der Bethlehem-
kerk, Den Haag, m.m.v. solisten.
8.50 Causerie: 1587 J. P. Coen 1937.
9.20 Vervolg concert.
10.15 Berichten A.N.P.
10.2011.30 Gram.platen. Hierna schriftlezing
mee dieën bal, amico, da'k mee open mond
me te verwonderen stond. Ze haalden 'm
tusschlpn tien voeten uit soms, da'k in
den lach schoot. Ze kopten 't ding, da'k
niks begreep van die kearels d'r „dakpan
nen".
Soms kwam den bal in geen drie minu
ten op den grond. Buts klots, bing, boets,
titste n-ie van kop naar kop, van voet
naar voet. En ik hoorde roepen: „prutsers,
leert voetballen!" „Stommeling, loopen!"
En dan liep ie lijk 'nen haas! Naast me
stond 'n kort dik manneke. In 'nen leeren
jas. Sportpet op één oor. Z'nen asem piep
te, zoo dik was dat propke.
'k Weet zeker, dat is z'n eigen schoenen
nie vast kost maken. En toen 'nen voet
baller als 'n slangenmensch den bal trapte
mee z'nen hak, in 'nen boog over z'nen
eigen kop en daarna den bal 'n „lel" gaf
(da's 'nen voetbalterm!) 'n „lel" gaf, dat
't bonsde, toen kwekte dat dikke, leeren
rolpenske: „zoo kan m'n grootmoeder 't
ook, koei!"
Afijn!
Ik heb wel gemorken, amico. de beste
voetballers stonden allemaal aan den bui
tenkant van de lijnen.
'k Heb me bedooid!
't Is daar al net mee, als met alles
in de weareld: critiek, critiek, critiek!
Ze geven d'r geld uit, de menschen, nie
om te genieten, maar om te critiseeren,
naar 't schijnt.
'k Heb er veul plazier om g'ad. En als
gij ook 'ns gaat kijken naar 'nen voetbal
wedstrijd, doe dan als ik: neem nen expert
mee en luistert naar 't publiek!
Ge lacht oew gezicht moeil
En nou schei ik er af.
Ge ziet: m'n veurgevoel komt Uit...!
Veul groeten van Trui enals altij geen
haarke minder van oewen
toet a voe
DRé.
Te Hoek van Holland gestrand.
Van Boedapest tot Hoek van Holland tus
schen de assen van een sneltrein; het is een
ritje, dat niet bepaald aanlokkelijk is, doch
dat door een 24-jarigen Pool toch op deze
wijze is afgelegd. Het is niet de eenige reis,
welke hij op deze wijze deed, daar de jonge
man als heel wat ervaringen achter den
rug heeft
Hij werkte aldus de N. Rott. Crt. te Parijs
doch werd ontslagen, waarna hij op weg ging
naar zijn vaderland. Hij ondernam de tocht
gedeeltelijk te voet, gedeeltelijk als „stow-
away" op treinen Zoo kwam hij door Tur
kije in Constantinopel terecht. Volgens zijn
zeggen werd hij daar door de politie gear
resteerd: al wat hij nog bezat werd hem
ontnomen en hij werd over de grens gezet..
In Boedapest ging de jongeman onder den
Mitropatrein zitten, waarna de vliegende
vaart door de landen begon. Steeds moeilij
ker werd de tocht, honger en koude kwelden
hem, maar toch hield hij vol,
Op deze manier kwam hij te Rotterdam
terecht, waar zijn treindeel werd afgetakt
naar Hoek van Holland
Dat werd het laatste traject, dat bijna nog
een tragisch einde nam Want de Pool liep
op den steiger van de Harwichlijn in het
donker en nog versuft van vermoeienis den
Waterweg in. Zwemmende wist hij zich te
redden. Toen kon de Pool zich niet langeij
schuil houden en hij maakte kennis met da
Politie, die hem van droge kleeren voorzag
en hem tevens te eten gaf. Daarna naiü
inspecteur de Pous te Hoek van Holland
hem een verhoor af.
De politie heeft Hem tenslotte overge*
bracht naar den vreemdelingendienst te Rot*
terdam die zal nagaan wat er verder met
den Pool gebeuren moet,
Verhoogde uitkeering van op*
brengst door taxatie van aidor*
sching vóór of op 28 September,
Na de intrekking van de Crisis-Steunbe*
schikking 1936 Gerst (oogst 1936) werd van
verschillende zijden de vraag gesteld, of een
nieuwe Steunregeling zou worden getroffen
tevens rezen er moeilijkheden ten aanzien
van de uitbetaling van steun aan telers,
van wier perceelen gerst de opbrengst door
taxatie werd vastgesteld, die vóór 12 Octo*
ber geen bericht van afdorsching zonden
aan de betreffende Landbouw-Crisisorgani»
satie. Hieromtrent deelt men ons van be*
voegde zijde mede, dat het niet in de bedoe*
ling van den Minister van Landbouw en
Visseherij ligt een nieuwe Steunregeling in
het leven te roepen; wel zal eerstdaags een
beschikking afkomen, dat voor alle gerst,
waarvan de opbrengst door taxatie is vast*
gesteld en de kennisgeving van afdorsching
niet voor of op 28 September j.1. was binnen
gekomen, een bedrag van ï.12% per 100
kg, over de getaxeerde hoeveelheid zal wor
den uitgekeerd.
Aan de telers, wier opbrengst door taxatie
te velde is vastgesteld en die volgens hun
opgave hebben gedorscht in de periode van
28 September* tot 12 October en dus een steun
ontvingen van 0.75 per 100 kg, zal het ver
schil tusschen 1.12i/2 en 0.75 worden bij*
betaald. De verplichting aan de Landbouw*
Crisisorganisaties opgave te doen van af
dorsching, is vervallen.
MET EEN MES DOOD GESTOKEN
In den nacht van Donderdag op Vrijdag
hebben twee inwoners van Sliedrecht een
oude veete uitgevochten binnen de kom van
de gemeente Papendrecht Daarbij is de
bivjarige G. Boer door eenige messteken in
nart en nieren zoodanig getroffen, dat de
nood onmiddellijk intrad. De dader, de ge
huwde W.V. oud 31 jaar, heeft zich bij de po
utie gemeld. Hij is in de Marechausseekazer
ne te Papendrecht ingesloten. Het lijk van
het slachtoffer is naar het lijkenhuisje op
de begraafplaats te Papendrecht vervoerd.