Het Agrarische vraagstuk
in Amerika
Arbeider doodgereden
Kamponggevecht
na bruiloft
Binnenland
Buitenland
Aquariumnieuws
uit Artis
Serie inbraken op
gekelderd
Het Engelsche pond
Kaasf abricag e
in België?
De mineralen rijkdom van
Zuid-Afrika
Heeft Amerika weer hoop 1
De stakingen in
Amerika
Vliegtuig, tevens autobus
Grootmoeder en Kleinkind
Een daad van piëteit.
In het late middaguur van den 7en Jan.
j.1. heeft Prinses Juliana een daad van pië
teit verricht, welke eerst thans bekend is ge
worden. Op een oogenblik, dat allen zich in
gissingen omtrent het uur van vertrek voor
de huwelijksreis verdiepten, heeft Prinses
Juliana het Paleis Noordeinde te 's-Graven-
hage verlaten. Voor het gedenkteeken van de
Koningin-Moeder in het Rosarium op het
Jozef Israëlsplein heeft zij bij het invallen
van de duisternis een ruiker van blauwe
tulpen en aronskelken, bijeen gehouden door
een wit lint, neergelegd en enkele oogenblik-
ken in gedachten verzonken voor het monu
ment gestaan. Uit deze piëteitsvolle daad,
kan blijken, dat op dezen nationalen geluks
dag, de gedachten van de Vorstelijke Bruid
ook uitgingen naar Haar, die gedurende haar
leven door geheel Nederland bemind en ge
ëerd was en wier nagedachtenis ook thans
nog in dankbare herinnering bij het Neder-
landsche volk voortleeft.
Den volgenden dag heeft de Vorst van
Waldeck, een broeder van wijlen de Konin
gin-Regentes, eveneens bloemen aan den
voet van het gedenkteeken in het Rosarium
neergelegd.
In het Artisaquarium te Amsterdam is in
dezen tijd allerlei merkwaardigs te bewon
deren. De hondshaaien van onze kust heb
ben er in het groote zeewaterbassin hun
eieren afgezet aan de hoornkoraaltakken en
Venuswaaiers. Als. langwerpige doorschij
nende capsulus, waarbinnen de dooier zicht
baar is, hangen deze haaieneieren aan de
koraalwaaiers, waaraan ze zich met behulp
van lange, sterk hygroscopische en dus in
het water aan het kronkelen slaande slijm-
d raden, waarin de vier hoeken der eischaal
uitloopen, verankerd hebben. De moeder-
haai zet dus haar eieren te bestemder plaats
af, het ei zelf legt zich aan zijn slijmdraden
voor anker.
Voorts is er in de kleine zaal een aardig
nest van Braziliaansche blauwe Acara's te
zien, waarbij het ouderpaar een school larf-
jes verzorgt en tegen deburen verdedigt.
Een wondermooi mannetje van een Sia-
meesche Sluierstaart Kempvisch heeft zijn
schuimnest aan de oppervlakte van het
water vervaardigd en eenige blauwzwarte,
witgebefte mannen der Zuid-Afrikaarische
Tilapia Sparmanni Weber zijn verwoed aan
het graven van nestkuilen begonnen, waar
na de wijfjes zich bij hen voegen, die kuit
komen schieten in deze kuilnesien, om daar
na de door het mannetje met hom be
vruchte eieren in den bek te nemen en daar
verder te verzorgen. Men ziet dan na eenige
dagen een donker larvenklompje in moeders
bek krioelen en van tijd tot tijd naar bui
ten komen en ook weer naar binnen gaan.
Tenslotte wijzen wij nog op een prachtig
.geteekend paar Snuitkoffervischjes (Ostraci-
on Nasus Bloch) door den heer Jac. J. Eren-
stein, machinist aan boord m.s. „Poelau
Roebiah" van de Sabangbaai meegebracht,
welke sierlijke vischjes met hun „verstan
dig" rondkijkende oogjes, niet als de meeste
andere visschen wrikken derwijs met hun
staart, doch met hun borstvinnen en dus
roeienderwijs zwemmen, terwijl de staart
hier alleen als stuur dient.
Een maand hechtenis tegen auto
mobilist geëischt.
Op een winterschen avond in April 1935
gebeurde op de kruising Leidschestraat-Prin
sengracht een ernstig ongeluk, waarbij een
arbeider van de gem.-waterleiding het leven
verloor, doordat een auto in den kuil reed,
waarin deze man werkte. In de Leidsche-
straat waren n.1. eenige arbeiders met her
stelwerkzaamheden van een buis van de wa-
leiding bezig.
Zij werkten in een ongeveer 1 Meter
diepen kuil, die op de gebruikelijke wijze
was gemarkeerd door drie lantaarns.
Van de zijde van het Koningsplein kwam
een auto, waarvan de bestuurder niet vol
doende oplette. Hij reed met de voorwielen
van den auto in den kuil, waardoor de ar
beider vrijwel onmiddellijk werd gedood.
De rechtbank veroordeelde den automobi
list wegens veroorzaken van dood door
schuld tot twee maanden hechtenis en intrek
king van het rijbewijs voor den tijd van een
jaar.
In hooger beroep voor het gerechtshof
requireerde de Procureur-Generaal, Mr. A.
Baron van Harinxma Thoe Slooten een hech-
tenisstraf van een maand, zonder intrekking
van bet rijbewijs.
Op 10 December j.1. wees het Hof een inter
locutoir arrest en beval een nieuw getuigen
verhoor.
Het Hof hoorde gisteren o.a. nog eenige
getuigen over de verlichting van den kuil.
Volgens opzichter Böse was het geheele com
plex duidelijk zichtbaar voor iemand die
normaal oplette.
Een wielrijder daarentegen, die dien avond
kort voor het ongeluk den kuil passeerde,
was van meening, dat verd. geen straf ver
diende. Ook hij was bijna in het gat gereden,
dat z.i. slechts was gemarkeerd. Hij had
slechts één lantaarn gezien.
Een motorrijder had dezelfde ervaringen
opgedaan.
De Procureur^Generaal Mr. A. Baron van
Harinxma thoe Slooten, vestigde er in zijn
requisitoir de aandacht op, dat tientallen
automobilisten den kuil wel hebben gezien.
Spr. persisteerde bij zijn eisch: een maand
hechtenis.
De verdediger, Mr. Th. Folkers, pleitte vrij
spraak, z.i. was het ongeluk toe te schrijven
aan een noodlottigen samenloop van omstan
digheden.
Arrest 26 Januari.
SCHILDERIJTJES VERDUISTERD.
Dader meldt zich bij de politie.
Bij de politie van het bureau Marnixstraat
te Amsterdam heeft zich een jongeman ge
meld met de mededeeling dat hij twee schil
derstukjes, die hij van een op de Prinsen
gracht wonende winkelierster in commissie
ontvangen had, verduisterd heeft. Hij had
de schilderijtjes, die geen groote waarde ver
tegenwoordigden, voor een geringen prijs
verkocht en het geld ten eigen bate aange
wend.
Kortgeleden had de winkelierster, die niets
meer van den man gehoord had, wegens
vermoedelijke verduistering aangifte gedaan.
De dader is opgesloten.
EEN BUIT DIE NIET MEEVIEL.
Tot dusver onbekend gebleven personen
hebben zich tijdens afwezigheid van de be
woners toegang verschaft tot de eerste ver
dieping van perceel Zeeburgerdijk 64 te Am
sterdam. De geheele buit bestond uit een
geldkistje met voor de daders waardelooze
papieren.
Gedurende den laatsten tijd werd in de
omgeving van Utrecht herhaaldelijk ingebro
ken, o.a. in Zuilen, Oude Rijn, Zeist,
Maartensdijk, Vreeswijk en Houten.
Ook de Bilt werd niet met rust gelaten.
In een achttal woningen drongen de dieven
binnen en ontvreemdden verschillende voor
werpen en geld. Veel sieraden werden ver
mist, o.a. gouden horloges, waardevolle ket
tingen, ringen, enz. Eigenaardig was het,
dat na een inbraak ook rijwielen verdwe
nen waren. Deze rijwielen werden echter
in de stad Utrecht teruggevonden, zoodat
men concludeerde, dat de rijwielen alleen
gebruikt werden om uit de voeten te komen
Dank zij de samenwerking tusschen de
gemeente-politie uit de reeds genoemde
plaatsen, de politie te Utrecht en de Rijks-
veldwacht, is het in den afgeloopen nacht
gelukt, twee personen te de Bilt aan te
houden. Een der aangehoudenen was in het
bezit van een geladen pistool, terwijl de
andere een groote hoeveelheid sieraden,
ringen, horloges, enz. bij zich droeg.
Het onderzoek is nog in vollen gang.
Eén doode, vier gewonden.
Nabij Sigli heeft een formeele vechtpartij
plaats gehad tusschen twee kampongs. Ten
gevolge van zware kwetsuren, tijdens den
strijd opgeloopen, is een zeventienjarige
jongen overleden, terwijl vier personen met
verwondingen naar het hospitaal Sigli zijn
overgebracht.
Gedurende de vastenmaand waren de ge
moederen nog al opgewonden, meldt het B.
N., en allerlei lang vergeten veeten kwamen
opnieuw voor den dag. Dit bleek ook het
geval te zijn na een huwelijk van het kam
ponghoofd B. van Boesoe (landschap Keu-
mangan nabij Lammeulo) die kort voor
den poeassa trouwde met een vrouw uit
kampong Djeumpa (landschap Toembal.
B. woonde in kampong Djeumpa en spoe
dig werd daar algemeen verteld, dat de
kepala kampong B. zich niet streng aan de
godsdienstige voorschriften hield en ook
geen trouw bezoeker van het bedehuis was.
Dit wekte de verontwaardiging der bevol
king op en men stak zijn misnoegen niet
onder stoelen, en. banken.
B. achtte het lijdelijk verzet en het ach-
terbaksch gepraat een aantasting van zijn
prestige als „kepala kampong" en hij
zocht steun bij twaalf kamponggenooten uit
Boesoe, die beloofden wraak te zullen ne
men.
Het twaalftal werd door B. in kampong
Dieumpa op een maaltijd genoodigd en na
afloop daarvan wilde men, zooals gebruike
lijk, naar het bedehuis gaan. B.. begaf
zich naar .buiten en toevalligerwijze pas
seerde een man van Djeumpa, die door het
wraakzoekende kanjpong-hoofd aangehou
den werd. Het twistgesprek ontaardde in
een gevecht en van alle kanten schoten
Djeumpa-menschen toe, om hun kam-
ponggenoot te helpen.
Plotseling kwamen ook de twaalf Boesoe-
wrekers opdagen ent zij stortten zich met
geweld, in den strijd',
Een zeventienjarige jongen viel als eerste
slachtoffer, hij bekwam zeer ernstige
kwetsuren en overleed spoedig. Vier andere
vechtersbazen liepen voorts ernstige ver
wondingen op.
Later werd het twaalftal van Boesoe door
een brigade politie zonder verzet in arrest
gesteld, terwijl ook B. en enkele kampong-
lieden van Djeumpa zijn aangehouden.
Een Dnitsche persstem over een
mogelijke verdere depreciatie v-
het pond.
De financieele correspondent te Berlijn
van de N. R. Crt. meldt:
Kastenholz, de financieele redacteur van
het Berliner Tageblatt, bespreekt in een
hoofdartikel de geruchten aangaande verdere
depreciatie van het Engelsche pond, waar
over in bepaalde Engelsche bladen gespro
ken wordt. Het belang van den uitvoer zou
deze nieuwe depreciatie gewenscht maken.
Kastenholz meent, dat het Duitsche publiek
zich voor het „devaluatiegedoe" weinig in
teresseert, in het bewustzijn dat Duitsch-
land, dank zij zijn deviezenpolitiek tamelijk
goed tegen dergelijke gebeurtenissen is be
schermd.
Hij voegt er terstond aan toe dat
voor zoover de valutamanipulaties
bedoeld zijn als instrument van de
handelspolitiek, zij wel degelijk in
het buitenland handelingen kunnen
uitlokken en bij deze handelingen
heeft tenslotte Duitschland wel
belang.
Kastenholz kan moeilijk gelooven, dat be
voegde instanties te Londen iets voelen voor
een nieuwe depreciatie van het pond. Men
beseft, dat een gevaarlijk experiment in geval
van herhaling niet noodzakelijkerwijs op
nieuw behoeft te gelukken. Anderzijds heb
ben de ideeën aangaande een revalorisatie
in Scandinavië voor Engeland een niet onbe
denkelijke beteekenis. Ingeval van een nieu
we depreciatie in Engeland zou Scandinavië,
of ten minste 'n' deel van dit gebied, het ster
lingblokvaarwel zeggen. Dit zou in Engeland
een stijging van de prijzen van ijzererts en
hout, eventueel ook van spek en boter betee-
kenen. 't Succes van de Engelsche valutapo
litiek steunt juist op de breede basis van het
sterlingblok. Kastenholz ziet een bevestiging
van zijn opvatting in de jongste verklaring
van den heer Colijn, waarbij een beroep op
heit „bekende zakeninstinct van den Neder
lander" wordt gedaan. Hij komt tot de con
clusie, dat allerlei logische motieven tegen
een nieuwe depreciatie van het pond spre
ken, maar voegt er aan toe, dat logica in
het algemeen niet de sterkste zijde van de
devaluatiepolitiek is.
Het is bekend, dat Zuid-Afrika over
haast onuitputtelijke mineralen-rijkdommen
beschikt. Thans blijkt, dat waarschijnlijk
die rijkdom nog grooter is dan vermoed
werd.
Bij Klerksdorp, aldus het Maandblad Zuid-
Afrika, wordt al sinds jaren goud gegraven
en onlangs heeft men eenige zeer rijke ge
bieden blootgelegd. Men is van meening.
dat deze gebieden daar niet ophouden en
dat binnenkort zal bliik°n. dat ook de Vrij
staat ziin goudmijnen heeft.
In den Vrijstaat is men nu bezig boringen
te verrichten naar de voortzetting van de
gebieden, welke bij Klerksdorp doodloonen.
De Great Western goudmh'n in den Vrij
staat zoekt kanitaal voor uitbreiding en het
schijnt, dat deze növërheid een groote ver
andering in den Vrijstaat zal teweegbrengen
De Vrijstaat is ook rijk aan steenkool en
met het oog on de groote vraag naar steen
kool als de goudmijnen in werking zouden
treden, worden thans in koortsachtige
haast voorbereidingen getroffen, om steen
kolenmijnen te ooenen.
Diezelfde goudkoorts heerscht op bet
oogenblik in het Waterhergsche district,
waar de maatschappiien in snel tempo bezig
zijn naar goud te graven.
De actie van den Boerenbond.
Naar aanleidng van plannen, die bestaan
om in België op grooter schaal dan tot nog
toe het geval is geweest aan kaasfabricage te
doen, had de Brusselsche „Standaard opge
merkt, dat hier wel niet veel van terecht
zou komen, zoolang de bedreiging zou be
staan tegen het particulier initiatief in déze
richting, van een Belgischen Boerenbond, die
op een gegeven oogenblik het initiatief zou
te niet doen, om zelf de zaak in handen te
nemen, door de grondstof voor zich zelf te
monopoliseeren en aldus verdere kaasfabri
cage door particulieren, onmogelijk te maken.
De Belgische Boerenbond heeft hierop een
nota aan het blad gestuurd, waarin onder
meer het volgende wordt gezegd:
„Zonder bescherming, ten minste tijdelijk,
is de uitbreiding van de kaasnijverheid on
mogelijk. En ziehier waarom: zelfs onder
normale mededingingsvoorwaarden zou een
bij ons ontwakende kaasnijverheid het niet
kunnen uithouden tegen de vreemde con
currentie die in zake techniek en ervaring
een hoog peil van volmaaktheid bereikt
heeft. Er is echter meer: de mededingings
voorwaarden zijn zelfs niet normaal.
Zooals voor de meeste landbouwproducten
is ook de internationale kaashandel het voor
werp van dumpingspractijken. Zoo bijv. in
Nederland, onze grootste leverancier, zijn
productie en uitvoer financieel gesteilnd, wat
onze Noorderburen in staat stelt kaas op
onze markten te brengen tegen prijzen
.beneden alle concurrentie". Daartegenover
beteekent ons invoerrecht van zoowat, 80
centiemen slechts een schijn van bescher
ming.
Daarbij dient opgemerkt, dat in ons hui
dig stelsel van bescherming der zuivelpro-
ductie een groote leemte bestaat: het invoer
recht op kaas berekend op basis botervet, is
veel te laag in verhouding tot de bescher
ming van het botervet in de boter en andere
zuivelproducten. Zelfs afgezien van de nood
zakelijkheid onze kaasnijverheid te bescher
men, zou het niet meer dan logisch zijn de
bescherming van kaas en boter, tegen ab
normale en oneerlijke mededinging, op basis
botervet gelijk te stellen.
Het voorbeeld onzer groote industrieën
houdt geen steek, juist omdat de industrieën
de huidige, ongezonde mededinging niet ken
den en ook omdat hun vreemde mededingers
zich ook in een ontwikkelingsstadiuw en niet
in een toestand van groote technische vaar
digheid, bevonden".
De „Standaard" teekent hierbij aan: ,.Wij
moeten bekennen, dat wij aan die theoreti
sche beschouwingen over de bescherming
van het botervet in de kaas, met den besten
wil van de wereld niet veel belang kunnen
hechten".
Verder zegt de Boerenbond nog:
„De Boerenbond is geen producent van
zuivelproducten; al zijn leden zijn volkomen
vrij met hun melk te doen wat ze willen,
te koopen en te verkoopen naar eigen goed
dunken. Zijn werking, langs het Zuivelcon-
sulentschap om, en langs allerlei andere
middelen, bektaat in het aanmoedigen en
verbeteren van de zuivelnijverheid, in het
helpen oprichten van samenwerkende zui
velfabrieken, in technische en andere raad
gevingen, enz.: ze bestaat niet in het prn-
duceeren van boter, kaas of eenig ander zui
velproduct. Het zou ongewoon zijn als de
Boerenbond aan de melkerijen waarvan de
best ingerichte op samenwerkenden grond
slag door zijn toedoen werd opgericht, moest
rachten te beletten kaas te produceeren."
(Msb.)
ii.
Een van onze eerste bezoeken op onzen
ontdekkingstocht door Noord-Amerika geldt
de Landbouwhoogeschool van den staat
New-York. Waarom beginnen wij onze
studiereis juist met een bezoek aan een
wetenschappelijke instelling, zal menigeen
wellicht vragen? Wij wilden immers het
leven leeren kennen, zooals het werkelijk
is en ons niet op academische zijwegen be
wegen! Deze bedenking is ongegrond, want
de staatslandbouwhoogescholen in Noord-
Amerika zijn instellingen, die in nauw ver
band met het practische leven werkzaam
zijn, zij zijn het, die de vorderingen op land
bouwkundig gebied rechtstreeks in de prac-
tijk uitdragen. Hun werkzaamheden beper
ken zich niet tot het opleiden van studen
ten en tot wetenschappelijk onderzoek, doch
zij hebben tevens tot taak, door de onder
hen ressorteerende gewestelijke consulenten,
de „county-agents", den landbouw met raad
en daad ter zijde te staan. De regeering
bedient zich van de hoogescholen om met
de practijk in verbinding te komen. Zij be
schikken dan ook ruimschoots over land en
andere middelen, die voor de uitvoering van
deze taak noodig zijn. De gewestelijke con
sulenten, waarvan de Vereenigde Staten ei
eenige duizenden tellen, vormen als het
ware een verlengstuk van de hoogesehool,
terwijl zij anderzijds in hun werk ten nauw
ste voeling houden met de landbouwver-
eenigingen. Door deze innige samenwerking
tusschen wetenschap en landbouwpractijk,
is niet alleen een middel geschapen om
invloed op den boer en zijn bednjf uit te
oefenen, doch men bereikt er tevens mee,
dat liet wetenschappelijk onderzoek zien
aan de behoeften van de practijk aanpast.
Het was dus geenszins onze bedoeling,
uit de laagvlakten van het leven naar de
eenzame toppen van de abstracte theone
te vluchten, toen wij met een 80 km vaartje,
hoofdzakelijk in gezelschap van boeren en
Wij laten hier het tweede artikel
volgen van den bijzonderen cor
respondent van de V.P.B. van zijn
reis door de V. S. ter bestudeering
van het agrarische vraagstuk. Wij
volgen hem als hij een bezoek
brengt aan de Landbouwhooge
school van den Staat New-York.
landbouwers, naar de beroemde Cornell-
Universiteit in Ithaka koers zetten. In den
staat New-York is de landbouwhoogeschool
een deel van de Staatsuniversiteit, in vele
andere staten daarentegen zijn de hooge
scholen zelfstandige inrichtingen, die in
kleine steden of ook wel op het platteland
gevestigd zijn. Ik heb als student op vroe
gere reizen, waarbij ik in een ouden Essex
ongeveer 40.000 km op het Amerikaansche
continent heb afgelegd, vele van deze instel
lingen leeren kennen en daarbij telkens
weer ervaren wat de Amerikaansche gast
vrijheid beteekent. Het is zelfs wel voor
gekomen, dat ik na dagenlange omzwervin
gen en nachtelijk kampeeren in de open
lucht met een min of meer landlooner
achtig voorkomen op de plaats van bestem
ming aankwam. Na mijn met olie
doordrenkte reisplunje ergens in een verbor
gen hoekje voor een beter pak te hebben
verwisseld, ging het dan naar de wasch
lokalen van de hoogesehool, waarna ik
enkele minuten later zonder stoppels en ook
overigens in meer presentabelen toestand,
met een aanbevelingsbrief gewapend, bij
den president mijn opwachting maakte. Dat
het mij vergund is, in mijn studiejaren de
agrarische problemen van Noord-Amerika
meer dan oppervlakkig te leeren kennen,
dank ik niet in de laatste plaats aan de
professoren en studenten van de landbouw-"
hoogescholen, die mij overal waar ik kwam,
met de grootste tegemoetkomendheid op den
juisten weg hielpen.
De Amerikaansche boer ver
anderlijker dan de Europeesch e.
Op grond van deze ervaringen mochten
wij ook van ons bezoek aan Cornell veel
resultaat verwachten. Verschillende profes
soren bereidden ons een allerhartelijkste
ontvangst. Wij kregen een begrip van het
wezen en de taak van een instelling, die in
soortgelijken vorm zij het ook minder
groot in eiken staat van de Unie te vin
den is. Wij vernamen hier, dat in den staat
New-York een vierde deel van de farms
elke vijf jaar van eigenaar verandert. Men
kent hier niet die gehechtheid aan huis en
hof, als wij in Europa gewend zijn. De
agrarische politiek stelt zich ten doel, den
farmer, die het over het algemeen zonder
vreemde arbeidskrachten kan stellen, een
inkomen te verschaffen, dat eenigszins met
dat van den stadsarheider en den kleinen
beambte overeenkomt. In den staat New-
York voltrekt zich sinds vele tientallen van
jaren een omvormingsproces, dat ook thans
nog niet is afgeloopen. In de bergen gaat
de landbouw meer en meer achteruit, ter
wijl in de streken waar de grond beter is,
de landbouwproductie aan beteekenis wint.
Het zwaartepunt van don landbouw verlegt
zich dus van de Oostelijke deelen van den
staat naar de Westelijke deelen van het
land ten Zuiden van het Erie-meer. Deze
verschuiving wordt door den staat bevor
derd, men wil de noodlijdende streken zoo
snel mogelijk uit hun ellende opheffen. Met
deze verschuiving, die ongetwijfeld nog vele
tientallen van jaren zal aanhouden, treedt
steeds scherper de scheiding aan het licht
tusschen de eigenlijke agrarische streken
en de onvruchtbare, doch uit een oogpunt
van landschapsschoon prachtig gelegen
boschgebieden, die zich tot centra van toe
risme, weekenduitstapjes en sport ontwik
kelen.
De verandering voltrekt zich tevens in
dezen zin, dat de al te kleine landbouw
bedrijven langzamerhand worden uitgescha
keld. Elke farmer moet met gebruikmaking
van alle mogelijke technische hulpmidde
len, zoo veel mogelijk land bebouwen, ten
einde een zoo groot mogelijke productie per
man. op te brengen. De groote landrijkdom
van Noord-Amerika in aanmerking geno
men, is het niet noodzakelijk, van eiken
vierkanten meter een maximum onbrengst
te willen verkriigen, zooa's dit in D"'+sch-
land tegenwoordig het streven is. Tot nu
was de concurrentiestrijd tusschen de far
mers zoo scherp, dat er in vele gevallen
niet eens het allernoodzakelijkste kon wor
den uitgetrokken om de vruchtbaarheid van
den grond op peil te houden. Alle krach
ten ziin er op geconcentreerd, zoo goedkoop
mogelijk te produceeren. De kennis, die de
hoogescholen over het land verbreiden, is
een van de belangrijkste middelen om ten
spijt van de concurrentie den boer een
draaglijk bestaan te verschaffen.
Practisch landbouwonderricht
dat druk wordt qevolqd.
De hoogescholen worden in den loop van
het jaar bezocht door vele farmers, die hier
door middel van korte cursussen en voor
drachten over practische vraagstukken wor
den ingelicht. Ons reisgezelschap vormt
slechts in zooverre een uitzondering, dat
het hier boeren van de overzijde van den
Atlarjtischen Oceaan betreft, die hier met
behulp van een tolk de cursussen komen
volgen. 'Dè landbouwhoogescholen zijn ook
de centrales-voor het werk onder de jeugd
van het platteland, welk werk men van
bijzonder belang acht. In de Vereenigde
Staten Zijn meer dan 000.000 boerenjongens
en meisjes tusschen de 12 en 18 jaar in
„Boys and Girls Clubs" georganiseerd. In
deze clubs worden onder leiding van de
gewestelijke consulenten of speciale beamb
ten en van de landbouwvereenigingen prac
tische experimenten betreffende veeteelt,
akkerbouw of huishoudkunde uitgevoerd.
Ook organiseeren de hoogescholen voor de
jongens en meisjes van de clubs nu en dan
leerkampen. Naar wij later op een veeten
toonstelling in Kansas City zagen, worden
er ook wedstrijden gehouden tusschen de
clubs onderling. Van ons bezoek aan de
landbouwhoogescholen in den staat New-
York nemen wij den indruk mede, dat deze
instellingen de rechtstreeksche ondersteu
ning van de practijk als hun voornaamste
taak beschouwen. Ook bemerken wij, dat er
geen sprake is van neerzien van den acade
micus op den niet-academicus. Amerika
heeft een weg gevonden om in de land-
economie wetenschap en practijk met elkaar
te vereenigen. De geweldige uitgestrektheid
van het te bewerken terrein en de ver
spreide ligging der bedrijven in aanmerking
genomen, is dit zeker geen lichte taak.
170.000 man in staking, waarvan
112.000 bij de General Motors.
In de verschillende takken van industrie
in de Vereenigde Staten en in de scheep
vaart zijn thans in het geheel 17JO.OOO man
in staking, waarvan alleen reeds bij de Ge
neral Motors 112.000 man.
In nog slechts vijf fabrieken, welke on-
derdeelen vervaardigen voor de General Mo
tors, wordt gewerkt.
Ernstige ongeregeldheden te Flint
in Michiaan. Traangassen en
leege melkflesschen.
Dertien burgers en twee politie beambten
moesten na een botsing tusschen politie en
stakers in een ziekenhuis worden opgeno
men.
Het vuurgevecht, dat zich twintig minu
ten tang afspeelde voor een sinds een week
door stakers bezette fabriek van auto-chis-
sis was het ernstigste incident sinds het
begin van de staking in de automobielnij
verheid.
De politie loste twee salvo's op de sta-
kingposten en zij maakte van traangas-
bommen gebruik tegenover de vijandige
menigte, welke was toegeschoten om ten
gunste van de stakers te betoogen.
De botsing begon, nadat de bewakings
dienst der onderneming de ladders voor de
vensters had verwijderd, waardoor de
stakers levensmiddelen ontvingen.
De politie heeft ook traangasbommen door
de ruiten gegooid. .Na een vergeefsche po
ging de traangasbommen door middel van
waterstralen te verspreiden, vluchtten de
stakers de daken van het fabrieksgebouw
op, van waar zij met leege melkflesschen
de politie-bgambten bekogelden.
De Amerikaansche Handelskamer heeft
onlangs de „autogiro-of-America" een proef-
vliegtuig afgeleverd, hetwelk uit eigen
kracht over den grond kan rijden. Heeft
men het vliegtuig op den beganen grond
noodig, dan worden de vleugels over elkaar
geslagen en aan den buitenwand van den
romp vastgemaakt. Een kleine omschakeling
in de motoren en het toestel kan de snel
heid van een automobiel bereiken. De
breedte van het vliegtuig is zelfs nog iets
smaller dan die van een autobus. De plaat
sen voor de passagiers zijn twee aan twee
gerangschikt. De motor is aangebracht ach
ter de laatste passagiersplaatsen. In de
lucht kan de kleine machine een snelheid
ontwikkelen van 150 km en op straat een
snelheid van 40 km.