Stadsnieuws De strijd om de „Betty Bonn" onze adverteerders Waar gaan we heen? Heldersche Courant Tweede Blad Het vreugdevuur van hedenavond Modellen-wedstrijd „Onze Vloot", Doe Uw inkoopen bij Raadpleeg onze advertentie kolommen voor Uw inkoopen Maggi's propaganda- avond Licht op voor alle voertuigen Haydn's Schöpfung Zeekrj^araad Wi$4ef»®©ofcL F euilleton door Friedrioh Lindeman Benoemd tot kantonrechter plaatsvervanger m het kanton Den Helder: Mr. D. B. A. Fran ken, fiscaal bij den krijgsraad vooi de zee macht binnen het rijk in Europa te Wilems- oord en G. J. Lovink, burgemeester der ge- meente Anna-Paulowna. Om half 8. Hedenavond te half 8 zullen de overblijf selen van de eens roemrijke Heldersche ver siering aan de vlammen prijsgegeven worden. Zooals wij reeds schreven, zal dit vreugde vuur gehouden worden op het terrein tus- schen Javastraat en Singel. Ongetwijfeld zullen velen van deze branden de gebeurtenis getuige zijn. Onze Vloot is op het aardige idee gekomen een modellen-wedstrijd te organiseeren van eenige van Hr. Ms. oorlogsbodems. In het Januarinummer van „Onze Vloot" vin den we over dezen wedstrijd, waarvoor bij een deel onzer lezers zeker veel animo zal zijn, de volgende 'bijzonderheden. 1. Model van den Flottieljeleider. Aan leden van „Onze Vloot" (of hun kin deren) zal, op aanvrage gratis, en aan niet- leden tegen toezending van 2.50 (per post wissel of op giro no. 37.486, Penningmeester Hoofdbestuur „Onze Vloot", Den Haag) een stel teeekeningen (aanzicht, topzicht, spant- teekening) worden toegezonden van Hr. Ms. Flottieljeleider „M. H. Tromp". Hierbij dient opgemerkt dat ieder, die zich vóór 15 Febr. als lid opgeeft (mini mum contributie 1.per jaar) gratis mee kan doen. Opgave van deelneming moet vóór 1-5 Febr. a.s. (aanvragen uit Oost en West vóór 1 April) ontvangen zijn bij het Hoofdbestuur, Surinamestraat 15, Den Haag. De modellen zullen aldaar moeten zijn ingekomen vóór 1 September a.s. (uit Oost en West vóór 1 October). De inzendingen zullen aan de volgende eischen moeten voldoen: a. Schaal vrij, doch niet grooter dan 1 100 (max. lengte 1.35 m.); b. Materiaal-keuze vrij. Daar het de bedoe ling is ieder zooveel mogelijk een kans te geven, komen voor prijzen alleen in aanmer king modellen samengesteld uit eenvoudige materialen (gedachtenbepaling: waarde hoog stens ca. 10. Fantasie-modellen zijn eveneens welkom, doch blijven „buiten mededinging". 2. Model van een Zee-bommenwerper (T.4). Op dezelfde voorwaarden, doch wat maxi mum afmeting betreft lengte over vleugels (spanwijdte) niet meer dan 1 m., wordt ge vraagd modellen van een dergelijk vliegtuig in te zenden, waarvan, op aanvrage als boven, eveneens de gegevens zullen worden toegezonden. Data voor inzending enz. als boven. Voor bizonderheden verwijzen wij verder naar het Januari-nr. van genoemd tijdschrift. Een dankbare luisterschare. Maggi, de bekende fabriek van Voedings middelen, heeft weer eens een deputatie naar onze stad gezonden, om onze huisvrouwen na der in kennis te brengen met de verschillende artikelen, die de fabriek in den handel brengt. Ditmaal heeft de fabriek haar toevlucht ge zocht tot een filmavond, waar men tevens de gelegenheid heeft om middels een paar korte causerieën de voedingsproducten en hun be reidingswijze toe te lichten. Er zijn twee van dergelijke bijeenkomsten in „Musis Sacrum" georganiseerd, de eerste had gisteren voor een vrij goed bezette zaal plaats, de tweede hoopt men hedenavond, op hetzelfde tijdstip, en in het zelfde gebouw te geven. Een bezoek aan deze demonstratie is werkelijk de moeite waard, wij, als vertegen woordigers van het mannelijk geslacht zeggen dat, maar de vele dames, die gisteren pre sent waren, zullen dat kunnen beamen. Zij waren immers in haar nopjes met datgene wat op de films vertoond werd en met de uiteenzettingen van de beide propagandisten. Het filmisch gedeelte bestaat uit een land- bouwfilm, waarin we prachtig gefotogra feerde beelden zien van het agrarisch bedrijf, dat in ons land zoo'n voornaam middel van bestaan vormt. Dan is er de bedrijfsfilm van de Maggi-fabriek in Amsterdam, die een uit stekend beeld geeft van de wijze, waarop de Maggi-producten tot stand worden gebracht. Opvallend is de zindelijkheid en de hygiëne, prachtige, blinkende, vernuftig geconstrueer de machines draaien en wentelen steeds maar- door en leveren de producten kant en klaar af. De producten worden op absoluut hygië nische wijze bereid. Tevens krijgt men een goeden indruk van het groote aantal men- schen, dat in deze industrie een goed be staan vindt en van den bloei, waarin dit 40- jarige bedrijf zich mag verheugen. Het laatste filmpje is van geheel anderen aard, maar vormt een alleraardigst slot. Dat is n.1. een teekenfilm „Sneeuwtijd", waarom braaf gelachen wordt. Zooals gezegd, er wordt en passant het een en ander over de Maggi-producten gezegd, de voordeelen van de Maggi-aroma's, soepen, bouillon-blokjes etc. worden opgesomd, terwijl op vlotte wijze de dames in kennis gesteld worden met de bereidingswijze van soepen, e.d. Die bereidingswijze is zoo eenvoudig, dat een van de aanwezige heeren (die waren er óók) tegen zijn vrouw zeide: „Ga jij nu mor gen maar wandelen, ik weet nu hoe 't moet en als jullie terugkomen eten we door m ij klaargemaakte soep Niet het minst attractieve gedeelte van den avond wordt gevormd door de bouillon en vermecelli-soep, waarvan men de aanwezi gen laat proeven. Te zien hoe de naast ons gezeten dames van hun kopje soep smulden, was een genoegen op zichzelf. Te half elf werd de geslaagde bijeenkomst, die ongetwijfeld voor het Maggi-concern zijn nuttig effect zal afwerpen, met een kort woord van dank voor de betoonde belangstel ling, gesloten. Donderdag 14 Jan16.38 uur door Toonkunst op Maandag en Dinsdag a.s 18 en 19 Januari, in „Casino". Dir.: A. J. Leewens. Bereids is in dit blad reeds mededeeling ge daan, dat bovenstaand Oratorium voor soli koor en orkest, op genoemde data door Toon kunst zal worden uitgevoerd. Betreffende de geëngageerde solisten: Me vrouw Corry van StaaBeversluis, te Arn hem (sopraan), die de Gabriel-partij vertolkt, de heer Henk Viskil, te Den Haag (tenor), welke de Uriel-partij zingt, en de heer Otto Couperus, te Amsterdam (bas-bariton), die de Raphel-partij voor zijn rekening heeft ge nomen, volgen hieronder eenige kritieken. De begeleiding is toevertrouwd aan het be kende Bach-orkest (afd. strijkensemble) te Amsterdam, mevr. C. A. Velthuijs-Huchshorn te Den Helder (piano) en de heer Feike Asma, te Leiden (orgel). (De firma Tielrooy, Muziekhandel, West straat alhier, stelt een Klammborg-orgel be langeloos ter beschikking.) Corry van StaaBeversluis. „Mevr. van Staa droeg de liederen voor met de distinctie, welke deze behoeven, met groote muzikaliteit en doordrongen van be grip." Louis Couturier. „N. Arnh. Crt.": „Mevr. van Staa zong de tekstregels sug gestief nadichtend, met dringende teederheid, met snijdende melancholie, met fugitieve phraseeringsfijnheid". „Matthëus Passion" van Bach, onder Lod. de Vocht, te Antwerpen. „Mad. Corry van StaaBeversluis possède un soprani de belle qualité et de non moins m heerlijk stuk toiletzeeit. Dat buitenkansje mag U niet ontgaan. 1.2.3. voor de wasch en deze fijne toiletzeep voor U. 1 2 3. is toch al zoo zeldzaam goedkoop slechts 18 cent per groot pak. En nu deze Savon Mille Fleurs, een pracht stuk toiletzeep van 121/2 cent, gratis bij 2 pak. Zijn er nog huisvrouwen, die geen 1.2.3. gebruiken? Probeert het dan nu en ziet zelf hoeveel mooier Uw waschgoed wordi. hoeveel gemakkelijker Uw werk. Ho-vee! mooier vooral ook hr fijne góed. Dan zegt U voortaar ook, evenals duizenden vóór U Eerlek is eerlek, 1. 2. 3. is 't best HANDELSONDERNEMING ARSOL. APELDOORN splendides qualites musicales au service d'une culture classique solide. „Le Matin" (G. Davenel). „Prov. Gron. Crt.": „We hebben de zangeres bewonderd om haar prestaties in zoo geheel verschillend genre, om de schoonheid van haar stem en de wijding van haar voordracht. Zij is een zangeres van uitgesproken talent". „Utrechts Dagblad": „Zij bleek een vocaliste te zijn van onge- meene kwaliteiten. Het gebruik van stemmid- delen is technisch en muzikaal verantwoord Ook in de voordracht toonde zij een gelijk waardige beheersching." Piet Tiggers. Henk Viskil. „Schöpfung", Chr. Gem. Koor, Deventer: „De tenor Henk Viskil heeft een mooie soepele stem. Van de drie solisten beviel hij mij het best. Vooral zijn groote aria was goed en daarin speciaal het slotund wenne zu". („Deventer Dagblad"). Bach Weihnachts Oratorium, Dec. '34, Rot terdam, onder leiding van Flipse: „De tenor Henk Viskil was een verrassing. Vooral de aria „Frohe Hirten eilet", klonk uitstekend, technisch paraat en aandoenlijk van voordracht." („Rott. Nbl.") „Messias", Amsterdam Concertgebouw. „Sympathieke en veelbelovende eigenschap pen van stemmateriaal en ernstige intenties". („Alg. Handelsblad".) „Das Lied v. d. Glocke", Gebouw v. K. en W., Den Haag: „Van de solisten noemen wij in de eerste plaats den tenor Henk Viskil". Betreffende de bas-bariton, Otto Couperus, hopen wij deze week nog eenigen zijner veel vuldige kritieken te plaatsen. Zitting van Woensdagmiddag 13 Januari. De openbare zitting van den Zeekrijgsraad, welke onder presidium van mr. Arn. Veldman, gistermiddag gehouden werd, ving twintig minuten na het gebruikelijke tijdstip, half twee, aan. Diefstal in functie van schildwacht. Van de rol, die een drietal zaken ver meldde, verscheen de zeemillicien 3e klasse F. L. voor het bekende hekje. Hij was naar den Zeekrijgsraad verwezen, terzake, dat hij op 9 November van het vorige jaar als uitkijk op de 2e verdieping van de Onderzeedienst- kazerne fungeerde, uit den broekzak van een anderen schepeling een portemonnaie gehaald had, die het luttele bedrag vqn 65 centen be vatte. Nu gaat het hier minder om het ge ringe bedrag, dan wel om den ernst van het feit, daar het misdrijf gepleegd werd door den schildwacht, dus door den man, aan wien allen hun volle vertrouwen sofrenken. Met nadruk wees de fiscaal, officier van administratie der lste klasse, mr. D. B. A. Franken op deze omstandigheid, vooral ook omdat dergelijke prijktijken meer schijnen voor te komen. Mede omdat L. al eens eerder veroordeeld is voor diefstal, meende de fiscaal een zware straf te moeten eischen, n.1. 3 maanden gevangenis straf met aftrek van den tijd in preventieve hechtenis doorgebracht (van 12 Nov. af) en ontslag uit den zeedienst. Mr. J. Mulder, die als raadman aan bekl. was toegevoegd, had juridisch niets tegen het requisitoir in te brengen, terwijl hij het voorts met den fiscaal eens was, dat het een ernstige misdrijf is, als de schildwacht van het in hem gestelde vertrouwen misbruik maakt. Echter pl. wilde ook de persoon van den bekl., dien hij nu ging belichten, een woordje mee laten spreken. P. wilde n.1. als verzach tende omstandigheid aanvoeren, dat bekl. niet begrepen heeft wat hij in zijn functie als schildwacht heeft gedaan. Hij beschouwde hem M atuurh\stor\sch Museum. Elke week: eiken Woensdagmiddag van 36 uur, eiken Zaterdagavond van 710 uur, den eersten Woensdag van elke maand van 810 uur, den eersten Zondag van elke maand van 3—5 u. Donderdag H Januari. Musis Sacrum, S6 u. en 812 u. Bedrijfs film „Maggi's voedingsmiddelenfabriek". als geestelijk niet heelemaal normaal. Veertien dagen nadat het vonnis over het stelen van een oud baadje over hem uitgesproken was, deed L. dit, hetgeen er op wijst, dat het hem totaal aan militair besef mankeert. Of hij nu als schildwacht fungeert of niet, het verschil voelt hij gewoon niet aan. Daar L. geestelijk arm is, vroeg pl. een gevangenisstraf gelijk aan den tijd, welke in voorarrest is doorge bracht. Overigens is pl. het met den fiscaal eens, dat bekl. den dienst uit moet. In zijn repliek zeide de heer Franken, dat z.i. de opgelegde straf voor den eersten dief stal te licht is geweest en dat hij in deze zware straf een prikkel voor L. ziet om beter de verleiding te léeren weerstaan. Mr. Mulder antwoordde, dat z.i. de langere straf L. stomp zinniger zal maken en, dat hij bovendien niet verwacht, dat de lange straf corrigeerend op L. zal werken. De Raad, na besloten zitting doende, ver oordeelde L. tot 4 maanden gevangenisstraf, met aftrek van preventief, en ontslag uit den zeedienst. Een halfbloed-fantast, die in moeilijk heden zat. De matroos 2e kl. P. E. N. P., een jonge man met Indisch bloed in de aderen, had op 4 November 1.1. in de Onderzeedienstkazerne een portemonnaie gestolen, inhoudende 14.61%. 6 dagen later was hij bij recher cheur Beukers met het verhaaltje gekomen, dat er uit zijn kastje een bedrag van 4.58 was weggenomen. Beukers vertrouwde het zaakje echter niet en onderzocht het grondig, zoodat na verloop van korten tijd vast was komen te staan, dat P. den dief was van het bedrag van ruim 14 gulden en dat het ver haaltje aan den rechercheur maar een ver zinsel was om de aandacht van hem, als ver dachte, af te leiden. Er bleek meer achter deze zaak te zitten, want volgens zeggen van bekl. stond hem het eten op den O.Z.D. niet aan en had hij veel rijst-eten gekocht in een winkel in de Spoorstraat. Zoodoende had hij schuld gemaakt, die hem zwaar ging drukken. De fiscaal maakte een compliment aan den heer Beukers, dien hij een uitstekend politieman noemde. Vervolgens eischte hij tegen P. 4 maanden gevangenisstraf met aftrek van den tijd in voorarrest gezeten. Ook P. werd door Mr. Mulder verdedigd. Deze noemde hem 'n zeldzamen fantast, wiens Indische mentaliteit hem aan fantasiedroomen doet lijden. Die droomen zijn helaas niet on schuldig, daar ze hem tot daden van niet te best allooi inspireeren, als oplichting e.d. Pl. ging vervolgens de geschiedenis van de schul den-makerij na, waarna hij betoogde, dat be klaagde oorspronkelijk niet de bedoeling had om te stelen. Hij zag echter op een gegeven moment de sleutels van 'het kastje van een buurman en toen heeft hij aan een plotseling opkomenden drang om te stelen toegegeven. Pl. noemde P. géén misdadiger, doch zag de oorzaak van den diefstal in het feit, dat P. onrustig was geworden door die schuld bij den rijst-leverancier. Ook het tweede delict schreef pl. toe aan bekl.'s onrust, daar deze meende, dat men hem als den dader van den diefstal aankeek. Dat hij geen misdadiger is, bewijst wel het volgende: Van het gestolen geld ging hij eerst zijn schuld betalen, later gaf hij 2 gulden aan den bestolene terug en de rest van het geld heeft hij zoo vlug mogelijk opge maakt aan bioscoopjes, eten e.d., om zoo doende de onrust af te koopen. Pl. was van meening, dat een gevoelige straf inderdaad 44) Ik snauwde hem toe: Wie zijt ge? Hij was zichtbaar angstig, maar hij trachtte zich groot te houden. Inplaats van antwoord te geven vroeg hjj mij: Waar zijn de anderen? Ik wil weten, wie gij zijt? Waar is de stuurman? Er is hier aan boord geen stuurman meer. Geef antwoord op mijn vraag! Dan wil ik den kapitein spreken. Ik heb met u niets te maken. Gij zijt een passagier. Snel ging door mijn hoofde hoe weet deze man, dat ik een passagier ben? Maar ik schoof deze vraag voorloopig opzij. De zag in, dat wij hier niet eeuwig konden bljjven staan, het wapen tusschen ons in, en tegen elkaar schreeuwen. Ik liet mjjn revolver zaken en probeerde het met een vriendelijker toon: Luister eens, beste man, hier aan boord ie geen kapitein en geen bemanning meer, alleen wij drieën. Deze jonge dame ie me- juffer Trevor. Mijn naam is..* Ik noemde hem. En nu wilt gij mischien ook wel zoo vriendelijk zijn u voor te stellen. De manier, waarop ik tot hem sprak, scheen scheen hem in de war te brengen. Of mis schien kwam het, doordat wij alleen waren? In ieder geval, hij maakte een soort buiging en noemde zijn naam. Deerkson. Nancy gaf een schreeuw. Emmo Deerkson? De jonge man maakte opnieuw een link buiging. Jawel. Ik moet toegeven, dat ik een oogenblik sprakeloos was. Dat had ik zeker niet ver wacht, dien geheizinnigen passagier van de „Frisco" hier aan boord in dezen toestand terug te vinden. Iets was mij vanaf het begin opgevallen: hij sprak Engelsch, maar En- gelsch met een bijzonderen tongval, die mij meer van Duitschen oorsprong scheen. Op de volgende wijze trachtte ik nauwer met hem in contact te komen. Ik stak de re volver weg en sprak hem in 't Duitsch toe. Zijt ge een landgenoot? Hij was verbluft en werd eenigsins spraak zamer. Jawel. Hoe weet ge dat? Dat hoor ik. Ik kom uit Oost-Friesland. En hoe* komt ge als passagier op dit schip? Weer keek hij mij verwonderd aan. Passagier? IK? Terloops zei ik: Ik verwonderde er mij ook al over, dat men passagiers opsluit, maar Kapitein Spur- ling heeft u zoo genoemd. Nu gooMe Deerkson of Dieriwcm, zooals hij eigenlijk heette, er de vraag uit, die hem door zijn vrees werd ingegeven: Zijt ge van de politie? Ik moest lachen. Neen, man, zie ik er zoo uit? Toch vertrouwde hij mij niet. Maar die stuurman heeft gezegd... Ik liet hem niet eens uitspreken. Ik pakte hem eenvoudig bij zijn arm. De stuurman heeft zooveel gezegd, die is namelijk ook bang voor de politie. Maar kom uit uw hok en ga met ons naar achteren. Hij liet zich weliswaar meetroonen, maar was toch lang niet overtuigd, dat hier of daar niet een valstrik voor hem gespannen was. Loerend keek hij het dek rond. Zijn ze er werkelijk niet meer? Ik vertelde hem met drie woorden, wat er gebeurd was. Hij luisterde en zweeg. De wind was nu heelemaal gaan liggen. De „Frisco" dreef rustig verder. Wij brachten onzen gast dus naar de kajuit. Nancy stak de lamp aan. Wij gingen om de tafel zitten, waarop nog het avondeten stond Hier in het licht der lamp kon ik hem be ter zien. Hij had een goed, openhartig ge zicht, een echt jongensgezicht van het soort, zooals het aan den waterkant opgroeit. Zijn oogen lagen eenigszins diep in zijn hoofd, met zware wenkbrauwen. Dat gaf aan zijn blik iets scherps, verstandigs. Hij was van het soort, waaruit de zeelui gemaakt worden, maar toch behoorde hij er niet toe. Hij hield zijn hoofd m^t het witblon de haar naar beneden. Hij wist nog niet goed hoe hij het had in dezen nieuwen toestand, waarin de lui van de „Frisco" hem verlaten hadden en hem ewer, naar zijn meening, in handen van de politie gespeeld hadden. Maar ik moest hem geruststellen. Moest hem aan 't spreken krijgen. Ik spraK dus nog eens met hem in onze moedertaal. Luister eens, Dierksen. Wij zijn land- genooten. Ik zeg u als landgenoot: Ik ben niet van de politie. Van mij hebt ge niets te vreezen. Juffrouw Trevor en ik zijn passagiers hier op de „Frisco". De be manning heeft ons bij nacht en ontij verlaten. En ge begrijpt, dat wij graag willen weten: Waarom Waarom zij ook u in den steek gelaten hebben? Misschien alleen, omdat ge ook passagier zijt? Waart ge ook passagier? Hij keek mij met zrjn staalblauwe oogen onderzoekend aan. Passagier, als ge dat zoo noemen wilt, was ik het ook. Hoe bedoelt ge: als ge het zoo noemen wilt? Spurling heeft het gezegd .Kijk maar eens hier. Ik greep de scheepslijst, die nog op tafel lag, en liet hem de invulling van zgn naam zien. Hij haalde zijn schouders op. Maar ik drong aan. Als ge passagier waart, waarom sloten zij u dan op? Ik was niet opgesloten, ze hielden me alleen maar verborgen. Ja, maar waarom dan? Uw naam staat hier duidelijk genoeg. Ze mochten me niet te zien krijgen. Wie? Ik? Wjj beiden? Ja. Maar waarom dan niet? Wij hebben en hadden toch niets met u te maken. De stuurman heeft het me uitgelegd. Wie, Crane? Wat heeft hjj u dan uit gelegd Dat ze me zochten. Ik keek Nancy aan en zn mij. Zou Crane werkelijk iets vermoed hebben? Of was dat maar een truc tegenover Deerkson? Ja, maar beste jongen, waarom denkt ge dan dat wij, juist wij u zochten, zooals ge dat noemt? Hij haalde zijn schouders op. Vlak in zijn gezicht vroeg ik hem: Hebt ge dan wat uitgehaald? Vlug, zoo bliksems vlug, waardoor men onmogelijk zijn slechte geweten had kunnen ontkennen, antwoordde hij: Neen. Dan hoefde ge u toch niet te laten verstoppen. Opnieuw haalde hij zijn schouders op. Op deze manier was niets met hem te be ginnen. Nu probeerde Nancy het. Waart ge er destijds bij, toen de „Betty Bonn" gevonden werd? Hij keek haar onderzoekend aan, wat te be grijpen was. Maar hij kon het toch moeilijk ontkennen. Ja. Waarom hebt ge u dan niet te Gibraltar als getuige aangemeld? Ik mocht niet. Wie had u dat gezegd? Crane. Omdat ik toch niet meer kon zeggen dan de anderen. Komt ge van New-York? Ja. Gaat ge naar Genua? Ja. Hebt ge een betrekking? Neen. Dus ge wilt nog verder? Ja. Waar naartoe dan? Naar huis. Naar Oost-Friesland. Over C Ja.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 5