De Figuur en de Mensch
Tjsiang-Kai-Sjek
Onbekend menschenras
in Siam
?^1r.kee°„rgl,8sfr°
Van vlieger tot
Radja
Gaan we naar
een nieuwe
Wereldkrijg?
Abonneert U op
dit blad
Ponderdag 14 Januari 1937t
Derde blad
Aan hem zijn de belangrijkste
functies in het leger, de Eegee-
ring en de Kwomintang opge
dragen.
In de „Manchester Guardian" heeft G F
positie welke Tsiianc Kn> c- ze^eiL dat de
de belangrijkste functies in he" leger de
e" de Kwomintang zijn opgedra
gen. Niet alleen heeft hij in China hot u
lang rijkste werk verricht, een modern regee"
™„gTem te vestigen, waarbij ondeniver-
pen als gezondheidsdienst, opvoeding en
3'ln* der nationale financiën zi n zorg
hadden; maar vooral heeft hij zich verdien
stelijk gemaakt door de uitbreiding van het
gezag van lanking over geheel China door
middel van een modern nationaal leger van
ongeveer zestien divisies.
Een modern nationaal leger.
Maar de democratische lenden-
zen werden onderdrukt.
Bij de organisatie van dit leger is hij ge
holpen door wijlen generaal von Seeckt. en
ongeveer 70 andere Duitsche militaire advi
seurs. De jongste gebeurtenissen hebben
aangetoond, dat geen benden of provinciale
legers aan de nationale troepen kunnen
weerstand bieden, en de vestiging van deze
centrale macht is de voornaamste reden,
waarom de regeering van Nanking zich in
een zoo groote populariteit verheugt.
Tegenover deze centraliseering van de
macht staat echter een groot nadeel. Deze
eenheid is verkregen door de onderdrukking
van democratische tendengen en heeft
armoede of achterstelling van oeconomische
maatregelen bij de militaire maatregelen
ten gevolge gehad.
De Eegeering afhankelijk van
haar militaire leiders. Om de
militaire uitgaven te dekken
zijn de belastingen tot een ge
vaarlijke hoogte opgevoerd.
Van het begin af is de regeering van Nan
king afhankelijk geweest van haar militaire
leiders. Aan de Kwomintang is nooit toe
gestaan die politieke macht in het leger te
ontwikkelen, die controle op een revolutibn-
naire beweging zou hebben moglijk ge
maakt. Elke mogelijkheid, die de burgerlijke
autoriteiten hadden om haar gezag te vesti
gen, werd teniet gedaan door de binnen-
landsche moeilijkheden met het commu
nisme, en de voortdurende bedreigingen van
Japan. De inzichten van hen, die beweerden,
dat men het communisme beter met boter
dan met wapenen kon bestrijden, vonden
geen gehoor; de jongste campagne tegen de
Sowjets in de provincie Kiangsi werd ge
voerd met een leger van een millioen man.
In deze omstandigheden valt te verklaren,
dat de militaire uitgaven een zeer aanzien
lijke plaats innemen in de nationale begroo-
ting. China gebruikt op het oogenblik voor
militaire doeleinden hetzelfde bedrag, dat
Soen Jat-sen voor het oeconomisch herstel
had willen gebruiken. De belastingen onder
het huidige regime zijn tot een gevaarlijke
hoogte opgevoerd en worden voor een groot
deel ten behoeve van het leger besteed. Het
is de vraag, of de agrarische achteruitgang,
die in groote mate het gevolg is van de op
gevoerde belastingen, tenslotte Tsjiang Kai-
sjek niet in discrediet zal brengen.
De koopkracht der Chineesche
boerenbevolking is snel in ver
val geraakt tengevolge van de
hooge grondbelasting.
Het snelle verval van de koopkracht van
de Chineesche boerenbevolking, valt o.m. te
constateeren aan den achteruitgang van den
Britschen export naar China. De verhooging
van de grondbelasting in dat land is hier
van ongetwijfeld de diepste oorzaak. In som
mige districten behaalt de boer 300 pet.
meer dan in den tijd voordat deze regeering
aan het bewind kwam. En dit is nog niet
alles. Er zijn geen maatregelen getroffen om
de daling van de prijzen der landbouwpro
ducten, waardoor de lasten der boeren nog
zwaarder worden, te compenseeren. Natuur
lijk zijn velen gedwongen geweest hun lan
derijen te verkoopen en de laatste cijfers
toonen een aanzienlijke toeneming van het
aantal pachters. Zodoende neemt de hoeveel
heid land, waarvoor geen belasting wordt
betaald toe, en verhoogt daardoor de alreeds
zoo zware lasten van hen, die nog wèl be
lasting opbrengen. Een deel der boerenbevol
king is gedwongen het platteland te ver
laten en verhoogt nu het aantal der stede
lijke armen. Sommigen van hen worden
bandieten, anderen voegen zich bij de com
munisten.
In zijn eenvoudigsten vorm is het proces
aldus: de verhooging van de grondbelasting
heeft sociale onrust ten gevolge, die in zijn
extreme vormen het communisme doet toe
nemen; dit communisme wordt dan onder
drukt door het leger en om dit te bekostigen
moet de grondbelasting worden verhoogd en
zoodoende worden de sociale onlusten weer
in de hand gewerkt. Dit is een van de rede
nen, waarom na acht jaren van voortduren-
den strijd, de communisten nog steeds een
aanzienlijke macht vormen, zoo aanzienlijk,
dat China nooit den strijd tegen Japan zal
kunnen aanbinden, voordat het probleem
van het communisme is opgelost.
Pogingen tot economisch herstel
faalden door het opslokken van
geweldige sommen voor de mili
taire organisatie.
De agrarische achteruitgang heeft de aan
dacht van de regeering op de noodzakelij
heid van steun aan de boerenbevolking g
Tsjiang Kai-Sjek.
richt. Men zag in, dat men met het vestigen
van industrieën alleen niet kon helpen, daar
deze bij de verarmde bevolking niet genoeg
koopkracht zouden aantreffen. Met behulp
van raadgevers van den Volkenbond, stelde
de regeering uitstekende plannen op om de
productie van den landbouw te verhoogen.
Tallooze instellingen hielden zich bezig met
de technische problemen van den landbouw
en in de provincie Kiangsi werden z.g. wel
vaartscentra gevestigd.
De eischen van de militaire organisatie
echter, maakten het onmogelijk groote som
men aan dit oeconomische herstel te be
steden. Bijna alle inkomsten werden ge
bruikt voor de onderdrukking van het com
munisme en de uitbreiding van het gezag
van de centrale regeering over de provincies
Welk voordeel kan de boerenbevolking er
dan van hebben, wanneer de verhoogde
productie gepaard gaat met steeds weer ver
hoogde grondbelasting of pacht? Welk nut
hebben de technische vooruitgang en de
plannen tot het scheppen van markten,
wanneer de sociale moeilijkheden, die de
verlaging van de grondbelasting onmogelijk
maken, niet worden uit den weg geruimd?
Een Fascistische Oeconomie naar
de voorbeelden van Duitschland
en Italië.
Nog gevaarlijker is het, dat generaal
Tsjiang sinds de aanvaarding van de dicta
toriale macht in November 1935, de plannen
tot herstel in naam heeft laten voortbestaan,
maar de uitwerking daarvan in feite heeft
veranderd.. Geimponeerd door Duitsche en
Italiaansche voorbeelden, streeft hij ernaar
eer gehoorzaamheid van dan samenwerking
met het volk te bereiken, teneinde een
waarlijk militairen geest bij hen ingang te
doen vinden. Zijn plannen dragen al de
kenmerken van de fascistische economie. In
zijn,, nieuwe levenbeweging" noemt hij
openlijk Duitschland en Italië als voorbeel
den van landen, die naar zijn meening door
een autoritair bestuur, een nationale ople
ving hebben bereikt. Dit, zoo zegt hij, is tot
stand gebracht ten spijt van oeconomische
inzinking en internationale tegenwerking.
In China streeft hij, die onder de milita
risten de grootste diplomaat kan genoemd
worden, ernaar, oeconomische moeilijkheden
met politieke maatregelen te cureeren.
Het wordt echter steeds moeilijker voor
generaal Tsjiang, het enthousiasme van de
Chineesche cultureele kringen te doen
voortbestaan voor een militair systeem, dat
niet gebruikt wordt tegen een buitenland-
schen vijand, en om zich van de trouw te
verzekeren van de boerenbevolking, die een
kennelijk gebrek vertoont aan politiek ver
antwoordelijkheidsgevoel en voor wie de
groeiende grondbelasting de alles overheer-
schende zorg beteekent. Nog erger is het
feit, dat de boerenbevolking, de kip, die de
gouden eieren moet leggen, reeds voor drie
kwart oeconomisch dood is. Toch is het
oeconomisch herstel van den boerenstand
van het meeste belang voor de onderdruk
king van het communisme, den opbouw van
de Chineesche industrie en het behoud van
het politieke aanzien van China. Wanneer
niet spoedig maatregelen worden getroffen
om het agrarisch verval tegen te gaan, is
het moeilijk te begrijpen, hoe China zich als
een soort fascistische staat zal kunnen
handhaven; terwijl de ontwikkeling tot een
volwaardige democratie dan ten eenenmale
onmogelijk zal zijn.
Vier weken bij de Ka-tong-
Luangs; de laatste overlevenden
van een onbekend ras, die tot
dusverre onbekend waren.
Zijn er nog onbekende volkeren op aarde?
Wanneer men onder „volk" een vrij groot
aantal menschen, die door hun ras aan
elkaar verwant zijn, verstaat, neen, dan
niet; indien men echter geruchten hoort,
dat het in Azië of in Zuid-Amerika gelukt
is, om leden te ontdekken van een tot dus
verre onbekend ras, dan behoeft zulk een
-bericht volstrekt niet te berusten op sen
satie, want het is zeer goed mogelijk, dat
er op afgelegen plaatsen nog menschen
wonen van een ras, dat sinds lang elders
is verdwenen.
De ethnologische wetenschap onderzoekt
steeds de waarheid van dergelijke berich
ten, en toen dan ook eenige jaren geleden
een Zwaedsch ingenieur in het onherberg
zame Noorden van Siam een zwervenden
Mongolenstam ontmoette, die, naar hij
meldde, in geen enkele Mongoolsche groep
kon worden gerangschikt, verwierp de
wetenschap deze mogelijkheid geenszins.
Integendeel, men rustte een expeditie uit,
onder leiding van den Oostenrijker Bernat-
zik, om te trachten, deze geheimzinnige
menschen op te sporen. Daar het gebied,
waarin de Mongolen zouden voorkomen, nl.
tusschen Siam en Annam, nog nooit door
Europeanen was betreden, was deze expe
ditie des te interessanter, doch tevens ge
vaarlijker. Doch de moeite is met succes
bekroond.
Drie maanden lang hoorde men niets van
de expeditie, doch thans is zij, volgens de
Oostenrijksche kranten, veilig in Nan, de
oude koningsstad in Siam, aangekomen. De
onderzoeker, die door zijn vrouw en slechts
weinige dragers werd begeleid, heeft vier
weken lang door de woeste, onherbergzame
oerwouden getrokken Het is hein gelukt, om
in contact te komen met niet minder dan
vier vertegenwoordigers van verschillende
groepen van dezen stam, de Ka-tong-Luang,
en, wat voor hem, als onderzoeker, het be
langrijkste was, hij heeft verscheidene
weken te midden van hen geleefd; vandaar
Romantische bergwereld aan de grens van Britsch-Indië en Afghanistan,
waar ook in den laatsten tijd herhaal delijk bloedige gevechten tegen op
standige stammen werden geleverd.
de langdurige afwezigheid van de expeditie.
Op grond van zijn anthropologische, taal
kundige en ethnologische studiën, trekt
Bernatzik de conclusie, dat het hier gaat
om een stam, die een overblijfsel is van
een Mongoolsch ras. Zij gebruiken een zelf
standige, zeer primitieve taal, en kunnen
beschouwd worden als de zuiverste voor
beelden van de z.g. bamboe-cultuur. Daar
onder verstaat men de cultuur van de be
woners van Zuid-Oost-Azië, wier huizen uit
bamboe bestaan, en wier wapens, werktui
gen en dergelijke uitsluitend uit bamboe
zijn vervaardigd. Daar de Ka-tong-Luangs
op een veel lagere trap van ontwikkeling
staan dan hun naburen, werden zij door
deze verdreven tot in de oerwouden, waar
zij zich thans bevinden.
Papoea's en persoonlijkheid.
In „K.N.I.L.M.-nieuws" lezen wij het vol
gende:
Voor de karteering aan de Zuidkust van
Nieuw-Guinea is een basis voor watervlieg
tuigen aangelegd bij de Aikarivier, niet ver
van kaap Steenloom. De bewoners zijn nog
niet zoo heel veel met de Westersche bescha
ving in aanraking geweest; tot voor kort
kwamen er nog menschen eters voor. Het is
te begrijpen, dat de Papoea's veel belangstel
ling toonden in het werk, dat de Nederland-
sche Nieuw-Guinea Petroleum Maatschappij,
die de basis aanlegde, daar verrichtte; de be
langstelling nam nog toe toen het vliegtuig
er zijn geregeld werk begon. Spoedig bleek
echter, dat er iets was, dat in nog hooger
mate de interesse der bevolking opwekte en
wel de gestalte van een der leden van de
K.N.I.L.M.-expeditie. Het moet erkend wor
den, dat deze gestalte noch wat de lengte,
nóch wat de breedte, nóch wat de vulling
BORRELENDE VULKANEN OVER
AL RONDOM ONS. ER IS NOG
EEN REM; MAAR VOOR HOE
LANG?
Het is nog niet zoo heel lang geleden, dat
wij een hooggeplaatsten Officier van den
Generalen Staf spraken. Niet de eerste de
beste dus! En zoo samen sprekende over
den politieken toestand in Europa, zeide
deze: „U zult het zien; we krijgen oorlog
en lang zal dat niet meer duren ook!"
Was hier een ingewijde aan het woord,
die heel stilletjes even een tip oplichtte van
den sluier, waaronder de militaire geheimen
verborgen liggen; of gold het hier de per
soonlijke meening van onzen zegsman?
Neenzegt mevr. Leoni, de Parijsche
waarzegster met wereldvermaerdheid; neen
in 1937 komt er nog geen oorlog! Ze
heeft geen sluier op te lichten om aan deze
wetenschap te komen, want ze ziet de toe
komst klaar en duidelijk voor zich op tafel
liggen. Ook de toekomst van Europa!
En wij nuchtere menschen weten niet wie
we gelooven zullen. We zouden zoo gaarne
voor waar aannemen, hetgeen mevr. Leoni
uit de kaarten ziet, maar aan den anderen
kant rillen we even bij de gedachte aan de
sombere voorspelling van onzen zegsman.
We zien om ons heen, rechts en links,
voor en achter ons en overal hooren we een
zacht gerommel, eenzelfde gerommel, dat
we eens waarnamen diep onder den grond
bij de bestijging van een vuurspuwenden
berg. Dat is lang, heel lang geleden, maar
wij herinneren ons nog als de dag van
gisteren hoe op dat oogenblik een panische
schrik ons beving. Hoe we vluchten wilden
van dat oord der verschrikking, waar scher
pe zwaveldampen de ademhaling belemmer
den en dikke vuilgele rookwolken de zon
verduisterden. Hoe we vluchten wilden,
maar niet konden, omdat we als door
een magische kracht werden vastgehouden,
omdat we luisteren moesten naar dat ge
heimzinnige steunen en kreunen daar diep
onder de aardkorst. Het was alsof ieder
oogenblik die broze korst vaneen zou scheu
ren; en de Duivel met geweld te voorschijn
zou springen, om met een hoongelach ver
derf en ellende over de wereld uit te
storten.
Hooren we ook hier niet het angstaan
jagende gerommel; soms van vèraf klin
kend, dan weer in onze onmiddellijke nabij
heid? Wachten ook hier niet de duivelschie
machten op een uitweg naar buiten; ver
langt de Satan er niet naar van de men
schen hyena's te maken, die belust op roof
en moord uittrekken om hun dierlijke
instincten bot te vieren?
Het bruist en brult; het gromt en bromt
als in een heksenketel en de vraag is
slechts: wanneer zal de vloeistof overloopen
en zich als een lawine van verderf en ver
schrikking uitstorten over de wereld?
Duitschland heeft 35 milliard gebracht op
de Rijksbegrooting voor nog intensiever be
wapening; Engeland en Amerika versterken
steeds meer hun oorlogsvloten, bouwen
steeds grootere, steeds modernere kruisers,
terwijl Frankrijk en België angstvallig de
Oostgrens versterken. Italië, nog pas op
avontuur uit geweest in Abessinië, haakt
naar nieuwe sensatie en steekt dat niet
onder stoelen of banken ookf.
En in het Verre Oosten is een verwijderd
gerommel hoorbaar!
De naties en de menschen; ze vertrouwen
elkander niet!
Heeft het waakzame Frankrijk niet nijdig
geblaft, toen voor eenige dagen bekend
werd, dat Duitschland troepen aan land had
gezet in Spaansch-Marokko en heeft Ma-
rianne niet dadelijk Germania beschuldigd,
dat dit de eerste stap zou zijn om weer te
komen in het bezit van koloniën? En Hitier,
slimme vos als hij is, verzekert nadrukkelijk
Frankrijk, dat dit snoode plan nooit bij hem
heeft voorgezeten. Maar Engeland seinde
niettemin aan alle posten: „Weest op Uw
hoede" en vertrouwt Duitschland en ook
Italië met zoo ver als het de heeren dicta
tors zien kan. En al is de overeenkomst tus
schen Engeland en Italië inzake de Middel-
landsche Zee-rechten schijnbaar een licht
puntje in deze zoo donkere tijden, het is
toch niet meer dan een doekje voor het
bloeden en geenszins een middel dat ge
nezing brengt, waar deze dringend van
noode is.
Neen, daarvoor dient het mes diep in de
wonde te worden gezet, daartoe moet het
eigen ik plaats maken voor een warm ge
meenschapsgevoel en mag de zieke niet
worden ontzien.
Maar zoover zijn we nog bij lange na
niet. Want zij die in goed vertrouwen op de
menscheid, meenden dat na den geweldigen
wereldoorlog welke vier volle jaren duren
moest en millioenen kostbare menschen-
levens eischte, lat het toen wel uit zou zijn
metr oorlogvoeren, zijn wel heel erg bedro
gen uitgekomen. Zij hebben slechts terug
te denken aan het Italiaansche avontuur in
Abessinië nog niet lang geleden en zij die
nen slechts het oog te richten op den krank
zinnigen Burgeroorlog in Spanje, waar
menschen van éénzelfde natie elkander nu
reeds maandenlang bestrijden, waar het
bloed van den eenen Spanjaard dat van
den andere bezoedelt, enkel en alleen uit
zucht naar macht, alleen maar uit een
egocentrisch oogpunt.
En allen die zoo naief waren te veronder
stellen dat het Instituut van den Volken
bond alle internationale geschillen langs
den weg der bemiddeling tot een oplossing
zou weten te brengen, moeten nu wel tot
de erkenning komen, dat dit Instituut, het
welk millioenen kost, niet in staat bleek te
zijn een oplossing te vinden in het eerste
groote conflict dat Genéve werd voorgelegd.
En het is maar gelukkig, dat we in
Europa een rem hebben, een rem welke
de heerschers in de verschillende landen
tegenhoudt van stappen, welke ongetwijfeld
een nieuwen wereldbrand zouden ontkete
nen. Die rem bestaat naar onze meening
enkel en alleen hierin, dat de eene natie
voor de andere niet durft; uit vrees niet
klaar te zijn! Men peilt weliswaar elkanders
krachten zeer zorgvuldig, doch daarbij blijft
het. Men komt er niet achter, wie de
sterkste is!
Want; is het eenmaal zoover, dat een der
machthebbers meent te kunnen toeslaan,
dan zal de vulkaan waarop wij in Europa
leven, andermaal tot uitbarsting komen.
Dan zal de aardkorst splijten van de bom
men uit de gevechtsvliegtuigen; dan zal de
vuile gele rook opstijgen uit den wild wer
kenden krater en vernieling brengen, waar
heen de woest voortstortende lavastroom
zich een weg baant.
En dan zal het geenszins onmogelijk zijn,
dat ons kleine landje aan de zee, waar we
temidden van werkende vulkanen rond
om ons rustigjes voortleven, ook onder
dien stroom van vernieling bedolven wordt.
Mogen we daarvoor gespaard blijven!
aangaat te kort kwam. De Papoea's waren
van het grootste ontzag vervuld. Zij trach
ten eerst de bedienden uit te hooren, hoe hun
heer er in geslaagd was een dergelijk resul
taat te bereiken. De bedienden konden het
ook niet verklaren en verwezen hem om
inlichtingen naar den toewan zelf. Na
eenige dagen overwonnen de moedigsten hun
schroom en klampten onzen vlieger aan»
Deze niet wetende in hoeverre de
oude gewoonten van dit volk overwonnen
waren, en vreezende dat de belangstelling
min of meer van gastronomischen aard was,
gaf het diplomatieke antwoord, dat hij zijn
fraai gewicht toeschreef aan het feit, dat
zoowel hijzelf als zijn ouders en grootouders
nimmer menschenvleesoh hadden willen
eten.
Vermoedelijk heeft hij de bedoelingen van
zijn bewonderaars echter te ongunstig be
oordeeld. Eenigen tijd later toch kwaimien zij
terug en boden hem het radjaschap over hun
stam aan.
Een dergelijk vereerend aanbod kan niet
zoo maar worden afgewezen. De toekomstige
heerscher vroeg dus waar zijn koninkrijk
zou zijn gelegen en wees vragend naar het
gebied aan den overkant der rivier. Groote
ontsteltenis op de gezichten der afgezanten;
neen, daar moest hij vooral geen radja wor
den, daar woonde een zeer onvriendelijk
volk.
Langzamerhand werd de situatie duidelijk
De Papoea's, die zoo hevig zijn leiderschap
begeerden, behoorden tot een stad, die vroe
ger de geheele streek aan zich onderworpen
had en wier hand zwaar op de andere
stammen drukte. Tenslotte kregen de over-
heerschten er genoeg van; zij beraamden een
nachtelijken overval en wisten het meeren-
deel van hun onderdrukkers om te brengen.
De overlevenden vormden nog slechts een
kleine groep, die met weemoed aan vroegere
groote tijden terugdachten Eindelijk meenden
zij een weg te zien om de dagen van weleer
te doen herleven. Onder de aanvoering van
een zoo sterk en machtig man, die bovendien
de gave der vogels bezat, moest het hun
mogelijk zijn al hun vijanden te verslaan
en de oude glorie en derzelve materieele
voordeelen te herwinnen.
Helaas is hun hoop niet in vervulling ge
gaan. Boven die vorstelijke hoogheid verkoos
onze vlieger de nuttige taak verder aan de
luchtkarteering van Nieuw-Guinea mede te
werken.
EEN NIEUWE WIJZE VAN TRAINING.
De Engelsche zwaargewicht-bokser, Jack
Doyle, bereidt zich op een aanstaande kamp
voor, door het helpen bij stratenmakers-
werk.