Stadsnieuws SlagroomtrufFels L. Elte, Banketbakker KLGOSTERBALSEM De strijd om de „Betty Bonn" aan Winterhanden en Wintervoeten Predikbeurten Zaterdag 22 Januari 1937 Lezing Mevr. W. L. Boldingh- Goemans. Ds. C. J. Hoekendijk. Museumniewws. Cabaret-avond in Casino. met bijzonder fijne vulling 20 ct. per ons «Het Voorste Legioen". l)f MCCI3TC fCTC Heldersche Courant Goedkoop stoken Fa. H. BOOY ZOON Tel. 235 en 479 MOLENSTRAAT 134 Tweede Blad ELKEN WINTER LEED HIJ Amuscmentsavond Held. Mannenkoor. Nutsspaarbank tc Den Helder. Burgerlijke Stand van Den Helder WIJ KOOPEN Louis Davids revue „Groote Polonaise"» Feuilleton door Friedrich Lindem a n L. Op den gehouden internationale tentoon stelling der Kon. Ned. Vereeniging „Avicul- tura", in Den Haag, behaalden onze'plaats- genooten, de heeren Gebr. Wiering, met 4 inzendingen goud- en zilver-Brackies 4 eerste prijzen en een eereprijs. APOTHEKEN*. Van hedenavond 10 uur tot Maandagmorgen is alleen geopend de apotheek der firma SmeetsSnel, Weststraat. Van Maandag 25 Januari tot 1 Februari wordt avond- en Zondagsdienst waargenomen door A. P. Hoolmans, Spoorstraat. Men verzoekt ons nog even de aandacht van onze lezers te vestigen op den literairen avond, die de Afd. Den Helder, van de Ned. Ver. v. Huisvrouwen geeft. Mevr. Boldingh— Goemans zal spreken over de boeken „Brui loft in Europa" van Marianne Philips en ^Boerenpsalm" van Felix Timmermans. De geringe toegangsprijs maakt het bijwo nen van dezen avond gemakkelijk. Men zie de advertentie in dit blad. Blijkens een in dit nummer voorkomende advertentie hoopt Dinsdag a.s. in het Evange lisatiegebouw, Palmstraat, Ds. C. J. Hoeken dijk, vrij evang. predikant te Bussum, te spreken. De samenkomst, die voorafgegaan wordt door een zangdienst van een half uur, vangt aan te kwart over acht. Vanwege het Natuurhistorisch Museum wordt, dank zij de onbaatzuchtige medewer king van de Directie van Rialto, op Zaterdag 6 Februari, 's midags om 3 uur, weder een Bioscoop-middag gegeven. Evenals in de vorige periode heeft het Mu seum-bestuur het programma met zorg ge kozen. De keuze is gevallen op de verfilming van het prachtige boek van Waldemar Bonsels „Die Biene Maja": onder den titel „De avon turen van de bij Maja". Ook hierbij zal een duidelijke explicatie ge geven worden door den heer N. H. Wolf, den Directeur van de Cinematografische Volks universiteit te Amsterdam. Allen, die iets ge voelen voor de aesthetische filmkunst, zullen dien middag zeker niet ontevreden zijn, wan neer zij zich een toegangskaart aanschaffen. De afdeeling Den Helder van de „Vara", organiseert Dinsdag 26 Januari a.s. een Cabaretavond in Casino. Medewerking ver- leenen: het accordeon-trio „The Lucky Match" en Willem van Iependaal. Conferencier-zanger. Opvoering van één-acters en straat-scènes. De prijs is zóó laag gesteld, dat ieder van dezen avond kan profiteeren. Er wordt nage- danst. Voor bijzonderheden verwijzen wij naar de advertentie, voorkomende in dit blad. (eigen fabrikaat) Bijzonder goede opvoering van het „Centraal Tooneei". Gisteravond heeft in „Casino" de derde der serie abonnementsvoorstellingen plaats gevon den en wel met een der merkwaardigste stukken van het vorige seizoen: „Het Voorste Legioen". „Het Voorste Legioen" mogen wij zonder eenige restrictie noemen een stuk dramatiek van grooten stijl, zoowel wat betreft belang wekkendheid van inhoud als de waarlijk niet te verbeteren weergave, die de leden van het „Centraal Tooneei" ons hebben doen zien. Een tooneelstuk, dat men een gebeurtenis zou kunnen noemen. Het stuk behandelt een episode uit de ge schiedenis van een Jezuïeten-college van den Heiligen Gregorius in een niet genoemde stad der Vereenigde Staten van Noord-Amerika, en werd geschreven door den Amerikaan Emmet Lavery. Het bezit een zeer sterke in nerlijke handeling met daarnaast een machtig zielsconflict, dat op niet te miskennen wijze indruk maakte op het groote auditorium, dat gisteravond deze voorstelling bijwoonde. De inhoud. Wat den inhoud betreft, in het kort behelst deze het volgende: Genoemde Jezuïeten-orde is het z.g. „voor ste legioen" en het conflict is de strijd in de zielen van eenige leden. Het is een strijd van wóór geloof tegen wereldsch bedrog, van zui verheid in het geloof tegen wereldsche con- sessies. Er gebeurt een wonder in het klooster, al thans iets, wat hierop gelijkt. Een verlamde wordt plotseling weder in het gebruik van zijn beenen gesteld en het klooster juicht. Er is een wonder geschied! En we hooren van den indruk, die dit alles op de wereld daar buiten maakt, hoe duizen den en duizenden naar het wonder-klooster komen getogen. Nieuwsgierigen, persmen- schen, fotografen... In deze periode is het, dat een tweetal novicen in hun hart den twijfel voelen ont waken. Het is Lente... ze zijn jong. In de paars-en-geel gekleurde ruiten van de cellen lokt het licht van het voorjaar. Het is pater Ahern, de man van de letter van den bijbel- streng-geloovige Jezuïet, die den twijfel uit hun jonge zielen bant. Die hen weet te behouden voor de Orde. Dan komt het wonder, en is het pater Ahern, wiens geloof ditmaal op de proef ge steld wordt. Pater Ahern, de zuivere in de lëer, die hooger stelt het geloof in den on- zichtbaren God, dan dat in waarschijnlijk be- driegelijke verschijnselen, zijn deze dan ook „zichtbaar". An het einde van het stuk eerst biecht dokter Morell, aanvankelijk spotter, cynicus, aan pater Ahern op, dat het wonder inderdaad geen wonder was. Dat het wantrouwen van den pater inderdaad terecht was. Evenwel, de geneesheer van het klooster heeft zijn bekentenis in den biechtstoel afge legd, en eischt volledige geheimhouding. Pa ter Ahern is gebonden aan zijn belofte. En het is deze pater, deze ijveraar voor recht en geloof, die dan moet toezien, hoe er met de waarheid gezwendeld wordt. Hoe het college, zijn boven alles verheven orde, de dupe wordt van bedrog. De rector, van het klooster wil hem, den vurige en ter zake kundigen advocaat naar Rome zenden om daar als postulator op te treden. Hij weigert. Zelfs op het sterfbed van PORTRET ATELIER JAC. DL BCÉR den door allen vurig geliefden meester. Dan komt in het geestelijk drama het we reldsche vallen. Het drama van den dokter en zijn neefje Jimmy, die zich reeds jaren in een rolstoel voortbeweegt. Eveneens aan beide beenen verlamd. Het is aan dezen jongen, dat zich thans een wonder gaat voltrekken. Een echt, een levend wonder. Want bjj het zingen van het schoone Te Deum in de kapel, merkt de jonge plotseling, dat het leven in zijn ver lamde leden terugkeert. Voor pater Ahern de verlossing. Het grootste wonder is toch tenslotte voor hem niet het wonder op zich zelf maar de gedachte, dat het grootste aller wonderen tenslotte bestaat uit het geloof! Zooals men ziet: een belangwekkend gege ven, dat vertolkt werd door uitsluitend man nenrollen, met uitzondering vag Mary Dres- selhuys, die echter als travesti speelde. Er is gisterenavond tooneei gespeeld met een bewonderenswaardige opvatting en een opvallende mate van soberheid. Afgezien van tendenz is het schoone van dit „Voorste Legioen" o.i. voornamelijk gelegen in het feit, dat de schrijver kans gezien heeft zijn idee van het begin tot het einde volkomen in harmo nie te houden. Alles verloopt even rustig, even logisch Daarbij is het geschreven met een onmiskenbare kennis van zaken in de So ciëteit van Jezus Christus, en fascineert het zoowel niet-katholieken ongetwijfeld in even groote mate als de belijders van dit geloof. Allen staan in dit stuk anders tegenover het geloof. Ieder heeft zijn eigen opvattin gen, maar zij allen zijn zuiver, eerlijk tegen over zichzelf. Een strijd tegen de wereld, vóór God. De spelers. Wat de spelers betreft, het zou ons te ver voeren de waarlijk buitengewone anteceden ten van ieder afzonderlijk in de breedte naar voren te moeten brengen. En gezien de aller gunstigste reputatie van ons „Centraal Too neei" meenen wij dat dit ook niet noodig is. Cor Hermus bracht den rector, de hoofdrol. In wezen de vader over al die mannen in dat klooster. Ernstig, onverbiddellijk daar waar het 't Geloof betreft, maar ook mild en lief derijk. Hermus op zijn best en wel speciaal daar, waar hij zijn magistrale sterfscène geeft. Joan Remmelts vertolkte de eveneens zeer zware rol van pater Ahern; wij zagen Rem melts nog nimmer zóó zeker van zijn zaak, zóó nobel, zóó eerlijk en overtuigd. Een speler van ongetwijfeld groot talent. Herman Schwab was de oude pastoor, de zilvergrijze Monseigneur. Vriendelijk, wijs, en de eenige die zijn goedmoedige humor over de ernstige broeders uitstort. Geen groote rol, maar een héél dankbare. Cees Laseur als pater Edward, een fijne figuur, aanvankelijk wat op den achtergrond, doch die tenslotte met sterken arm ingrijpt. Gevoelig en met een groote mate van be- heerschtheid. Voorts noemen wij nog Mary Dresselhuys, die haar kleine rol op uitmuntende wijze weergaf, Jan van Ees als huisarts van het college, die ons aanvankelijk een ietsje vlak voorkwam en tenslotte Gijsbert Tersteeg, een voor ons onbekenden naam op de Nederland- sche planken, die evenwel met een flair en begrip acteerde, die den waren tooneelspeler verraadt. Van hem zullen, wij zeker nog hooren. Laat ons besluiten met te vermelden, dat de regie van deze voortreffelijke opvoering goed was, dat er, ondanks de 11 tafereelen doet men met onze ANTHRACIET ad f 1.80 per H L., franco thuis NEEMT NOG HEDEN EEN PROEF Gratis Juliana-spelen verkrijgbaar Dank zij den KLOOSTERBALSEM komt hij daar voor goed van af. „Door mijn beroep moest ik den ge- geheelen dag op straat loopen en daar door gingen de plekken altijd open en begonnen te zweren. Van alles pro beerde ik, maar baat vond ik niet, tot dat ik met Kloosterbalsem begon. El- ken ochtend en avond deed ik die op de plekken. Ze genazen binnen een week prachtig en voor goed. Nu smeer ik als 't koud wordt van te voren mijn handen en voeten eiken ochtend met Kloosterbalsem in en heb sedert dien geen last meer van winterhanden en -voeten gehad." w te VGr> fHflfEB'C MISINEEL TER INZAQb „Geen goud zoo goed" Onovertroffen bij brand- en Cafjwonden Ook ongeëvenaard als wrijfmiddel by Rheumatiek, spit eiI pijnlijke spiereu Schroefdoos HL ct Potten: 62% ct. en 1.04 snel afgewerkt werd en dat de décors fraai waren. Ziedaar: een opvoering, waarvan men ze ker mag zeggen, dat zij in optima forma was. Hedenavond geeft Held. Mannenkoor haar jaarlijksche Soirée in Casino. Ditmaal brengt het een bijzonder afwisselend programma. Mevr. Dora AriszSchrama, van IJmuiden, zingt operetteliederen; er wordt tooneelspel gegeven, Prof. Mullens, de bekende illusionist, treedt voor het eerst voor deze vereeniging op, terwijl H. M. zelve met eenige speciale, verrassende nummers uitkomt en ten slotte een gezellig samenzijn met dansen. Ook voor het publiek is deze amusementsavond tegen een zeer geringe entrée toegankelijk. Vergeljjkend jaaroverzicht over de jaren 1935 en 1936. Bij de Nutsspaarbank te Den Helder werd in 1936 aan spaargelden ontvangen 2.376.317,43 (v. j. 2.363.665,63) en terugbetaald 2.332.275,88 (v. j. 2.536.396,15), zoodat meer werd ingelegd dan terugbetaald 44.041,55 (v. j. meer terugbetaald dan inge legd .172.730,52). Op 31 December werd aan rente over 1936 op de spaarbankrekeningen bijgeschreven totaal 74.454,73 (v. j. 77.873,12). Het tegoed van de spaarders bij den aan vang van 1936 groot 2.797.365,33, bedroeg derhalve aan het einde van dat jaar 2.915.861,61. In het jaar 1936 werden 1398 nieuwe boek jes uitgereikt (vorig jaar 1312), terwijl 514 boekjes werden ingetrokken (v. j. 572). Bij den aanvang van 1936 bedroeg het aan tal in omloop zijnde spaarbankboekjes 9460. Dit aantal vermeerderde in 1936 met 884 tot 10.344. In 1936 bedroeg het aantal posten van inleg 27.605 (v. j. 26.808) en dat van terugbetaling 24.552 (v. j. 23.397) tezamen: 52.157 (v. j. 50.205). 22 Januari 1937. BEVALLEN: C. J. van Galenvan der Vliet, z. OVERLEDEN: T. van der KnaapDrijver, 36 jaar. Zondag 24 Januari 1937 Ned. Herv. Gem. (Nw. Kerk, Weststraat) 's Morgens 10.30 uur, Ds. F. W. J. v.d. Poel 's Avonds 6.30 u., Eerw. HeerC. Korndörffer Liturgische Jeugddienst. Onderw.: Jer. 16. „Ach Heer, ik ben jong" Westerkerk, (Helden der Zeeplein). Geen dienst. Geref. Kerk. (Julianapark). s Morgens 10 uur, Ds. Tollenaar 's Avonds 5.30 uur, Ds. Meijnen Geref. Kerk (Rehoboth-Kerk). 's Morgens 10 uur Ds. Meijnen s Avonds 5.30 uur, Ds. Tollenaar Oud Geref. Kerk (Hoogstraat). 's Morgens 10 uur en 's avonds 5.30 uur Leesdienst. Donderdagavond 7.30 u., Ds. N. v.d. Kraats Chr. Geref. Kerk (Steengracht). 's Morgens 10 uur, bediening H. Avondmaal 's Avonds 5 uur, Nabetrachting door Ds. A. Ponstein, van Lisse. Woensdagavond 8 uur, Bijbellezing door den heer J. Rebel. Herst. Evang. Luth. Gem. (Weezenstr.). 's Morgens 10.30 uur, Ds. W. J. F. Meiners Doopsgezinde Gemeente (Kerkgracht). 's Morgens 10 uur, Ds. P. J. Smidts Evangelisatie (Palmstraat). 's Morgens 10 uur, Cand. J. B. Oskamp 's Avonds 6 u., Ds. M. v.d.Voet, van Haarlem Gebouw Middenstraat 117. 's Avonds 8 u., Evangelisatie-samenkomst Oud-Katholieke Kerk (Langestraat 76) 's Morgens 10 uur, kerkdienst Evangeliesatiegebouw, Vijzelstraat: 's Morgens 10.30 uur, samenkomst Zondagmiddag 4 uur, straatprediking Tuindorp. Verschillende sprekers, 's Avonds 8 uur, samenkomst Leger des Heils. 10 uur v.m. Heiligings-Samehkomst 3.30 Openluchtsamenkomst. 8 uur n.m. Verlossings-Samenkomst Donderdagav. 8 u., Heiligings-samenkomst Hersteld Apostolische Zending Gemeente Sluisdijkstraat hoek Schagenstraat. Geen dienst. Kerk van Jezus Christus, Janzendw.str. 8 's Morgens 9.30 en 's avonds 5 uur Samenkomsten. rrcui y hoi.» n HUISDUINEN Ned. Herv. Gemeente. 's Morgens 10 uur, Ds. M. van Wichen oud goud en zilver tegen de hoogste waarde. Fa. Beemsterboer. De Directie van de Nederlandsche Revue verzoekt ons in verband met de voorstelling op morgenavond in Casino nog mede te deelen, dat zij naar aanleiding van eenige ingekomen verzoeken den aanvang nader bepaald heeft op kwart over acht. In verband met het gerucht, als zou Casino voor deze voorstelling reeds geheel uitver kocht zijn, deelt de Directie mede, dat in tegendeel op alle rangen nog goede plaatsen verkrijgbaar zijn. Men zie de advertentie. 52 Neen, neen, Dierksen, zeker niet. Zoo als ik nu door uw verhaal zie, kunt ge vrij en frank ieder sterveling onder de oogen ko men wannneer ge niet en deze vraag moet ge eerlijk beantwoorden wanneer ge niet een deel van het bergloon gekregen hebt. Reeds sprong hem opnieuw de jongens achtige angst in zijn oogen, toen hij opnieuw bezwoer: Niets, heelemaal niets heb ik gekregen. Absoluut. Ik zou het ook niet aangenomen hebben, neen, neen, zelfs niet wanneer ze het mij aangeboden hadden. Maar de stuurman zei eiken dag, als hij mg eten bracht, dat ik big mocht zijn, dat zg mij er zoo doorsleepten. Ik had net zoo goed overboord kunnen vallen als Glover en Ibarra... En nu begon hij te schimpen op Crane, die voor hem zooiets van den vlieeschelijken dui vel moet gehad hebben. De stuurman, die was de ergste, die was de eigenlijke oorzaak en aanstoker geweest bg de heele geschiedenis van het bergloon. De stuurman had hem, den overtolligen vier e van de „Betty Bonn' getemd. De stuurman had hem angstig gemaakt, met alle mogelg e straffen en bedreigingen. De stuurman ha hem eiken dag, elk uur, toegesnauwd: als ge verdwijnt of als ge iets verraadt, dan komen niet alleeen wij, maar dan komt gijzelf ook in de gevangenis; ons kunnen ze alleen maar voor bedrog opsluiten, maar gij nu, gij, dat weet gezelf wel: muiterij, misschien wel moord! De arme jongen moest bijna gek geworden zijn van angst door de praatjes van Crane. Hij had zich in zijn vertwijfeling beslist nog er ger dingen laten welgevallen dan de gevan genschap in het hok, Maar meneer, geloof me, ik wilde niets anders dan zoo gauw mogelijk naar huis! Voor mij waren de laatste weken te Gibral tar de ergste, die ge u inbeelden kunt, niet door de onzekerheid van het proces, neen, neen, alleen omdat het niet opschoot, omdat ik niet verder kon. Gebruld heb ik van heimwee, geloof me. En ik was misschien, niettegenstaande alle bedreigingen, toch nog gevlucht, als de stuur man mij niet beloofd had; hij zou mijn terug reis van Genua tot mijn vaderland betalen. Dat is dan ook het eenige. En om die reden alleen reeds, zou ik ge zwegen hebben, had ik zeker gezwegen. Maar ziet u meneer, nu zal ik morgen of overmor gen alweer in een vreemde stad staan, alleen, op straat, zonder eenig geld en zonder dat ik een woord versta, van wat de menschen zeg gen... Ik reikte hem over de tafel heen mijn hand. Luister, Dierksen, daarover hoeft ge geen grijze haren te krijgen. Deze verplichting van mijn specialen vriend Crane, neem ik over. Ik zal dat wel in orde maken met die terugreis. Misschien ga ik wel een groot ge deelte met u mee, op z'n minst tot aan de Duitsche grens... Emmo Dierksen keek mij met zijn goedige oogen dankbaar aan. Wilt ge dat doen? En juist voor U heeft Crane me zoo gewaarschuwd. Ik moest lachen. Ja, die! Maar ik heb daar dan ook een bedoeling mee. Ge moet ons eerst nog helpen, voordat we verder gaan. We gaan te Genua eerst naar den Britschen Consul, en daar zet ge uw verhaal nog eens op een protocol. De jongen schrok. Protocol? Rechtbank? Ik stelde hem aanstonds op fijn gemak. Neen, neen, ge hoeft niet bang te zijn, Dierksen. U persoonlijk kan niets overkomen. Daar geef ik u mijn woord van eer op. En ten hoogste over een week zijt ge thuis. Dit vooral scheen hem gerust te stellen. Als ge denkt... Maar ik moest hem toch nog een vraag stellen. Tot nu toe was in zijn verhaal over het voorgevallene op de „Frisco" steeds de stuurman op den voorgrond getreden. Ik kon mij dan ook best voorstellen dat Crane steeds de motor bij de heele geschie denis geweest was. De drie mannen hadden hem het schip in handen gespeeld, maar zijn ongebreidelde fantasie had steeds weer nieu we mogelijkheden en wendingen verzonnen voor de geschiedenis, die men ben het Admi raliteitsgerechtshof te Gibraltar opdisschen zou. En toch zou een zoo fantastisch comediant als Crane zich per slot van rekening gewoon „vastgelogen" hebben, wanneer de koelbloe dige energie en het helder overleg van Spur- ling'hem niet gered hadden. Maar juist deze Spurling was voor mij de meest raadselach tige en trieste figuur in dit spel; het zonder linge verlangen naar zijn proces en zg'n dood juist op het moment, dat het geluk van zg'n leven hem in den schoot gevallen was. Ik vroeg daarom: Ge spreekt maar steeds over den stuur man. Welke rol speelde de kapitein, toen de beide schepen elkaar ontmoet hebben. Bij Emmo Dierksen scheen iets te verkil len. Zijn antwoorden werden kort. Hij wilde niet. Ik vroeg verder: Wat wilde hij niet? Hij wilde de „Betty Bonn" niet gevonden hebben. Ge bedoelt, hij wilde aan het bedrog niet meedoen, hij wilde eerlgk blijven? Emmo werd steeds meer gesloten. Eerlijk? Hij wilde niet. Ja, maar jongen, waarom? Om welke reden dan? Dat weet ik niet. Maar hg heeft het dan toch maar ge daan. Door hem is het eigenlgk gekomen en er kwamen allerlei gelukkige omstandig heden bij maar zonder hem hadden de lui van de „Frisco" nooit een penning ook maar te zien gekregen. Waarom heeft hij dat dan gedaan? Alleen voor zijn mannen. En heeft Crane hem eerst daartoe moe ten overhalen? Ja. Dierksen, ge weet meer. Waarom, zijt ge dan opeens zoo zwijg zaam? Ik weet niet, of ik daarover spreken mag. Waarover? Spurling was zoo zonderling. Heeft hg dan vaak met u gesproken? Vaak. En wat? Ik weet het niet... Nu, bijvoorbeeld, toen de stuurman u naar de „Frisco" overgebracht had, moest ga toen niet eerst bij den kapitein komen? Ja, en ik moest hem alles haarfijn ver tellen. Wij waren geheel alleen. Al de anderen had hg weggestuurd. En toen aan 't slot vroeg hij mij plotseling: In dien nacht, toen Glover over boord sloeg, hebt ge mij toen daar niet gezien? Ik vroeg: Waar dan? Hg zei: Op de „Marlborough". Hij noemde het schip nog steeds de „Marlborough", nooit „Betty Bonn". En wat hebt ge hem geantwoord, toen hij dat vroeg? Niets. Hij werd erg geheimzinnig en ik ben snel weggegaan. Maar wat denkt ge, dat hij ermee bedoelde? Bedoelde? Ik geloof: hij verbeeldde zich, dat hij zelf op de „Betty Bonn" geweest was en de oorzaak van wat er gebeurd was. Eens vroeg hg mij zelfs, of Ibarra geen overeenkomst met hem vertoonde, met Spur ling, moet u zich voorstellen! Te Gibraltar vroeg hij mij, of ik geloofde, dat men met zijn gedachten een schip bestu ren kon en een mensch dooden. Ik wist na tuurlijk niet, wat ik daarop antwoorden moest. Maar dan schoof hij de vraag al weer van zich af en zei: de Rechtbank zou oordeelen. Maar ik kan het allemaal niet zoo vertellen, als het werkelijk was. Wat bedoelt ge daarmee? Zooals het werkelijk was? Zoo... zoo akelig. Hij liet me vaak bij zich komen. Dan vroeg hij in wezen steeds hetzelfde, vooral naar de vrouw. Maar op den duur trilden mijn knieën al, wanneer ik door hem geroepen werd. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 5