smxmssm Winter Met Hr* Ms* „De Ruyter naar de Oost Als lam geslagen! AKKERTJES T exel over Den Helder. Dinsdag 26 Januari 1937 Haven van Nieuwediep (Van een bij zonderen medewerker _iaan boord van den kruiser) Mr. Dr. H. H. A. van Gybland Oosterhoff ter aarde besteld. Visscherij Brandje in de Middenstraat. Bestrijd de gladheid I Uit het politierapport Een jubileum. Marktoverzicht. We hadden er allemaal al zoo'n beetje aan getwijfeld. We hadden allemaal al zitten te mopperen op de moderne winters, die wel zorgden voor eeuwig-miezerige regen en kou, maar die schijnbaar geen echte sneeuw- en ijsdagen meer konden brengen. Zoo hebben we gemopperd, zooals het echte Hollanders betaamt. Tot... gistermorgen, toen me daar een bonk kou uit een loodgrijze lucht viel, in zülke mate, dat zelfs de echte kou-liefhebbers als éénjarige juffershondjes liepen te rillen en klappertanden om van de echte kou-kleumen maar niet te spreken. Het was z.g. „rouwweer-vorst", een typi sche volksuitdrukking, die inhoudt, dat het weliswaar zeer koud is, doch dat dit goed deels op rekening van den wind geschreven kan worden. In ieder geval vroor het gister avond om 7 uur niet harder dan 3 graden, terwijleen mensch gezworen zou hebben dat het kwik er minstens 10 onder het streepje stond. Zoo kwam de na-avond, het werd steeds kouder. Geen kop liep om half 11 meer in de stad. En vanmorgen 6 uur... daar keken w(j door ons venster en jawel hoor: het had gewinterd! En hoe In den nacht was de sneeuw gekomen. De fijne, poederachtige jachtsneeuw. Een schouw spel, dat we haast vergeten hadden, zóó zeld zaam was het. De wind was nog present en maakte met al die millioenen kleine sneeuwdeeltjes de wonderlijkste capriolen. Pakte ze op van de straten en joeg ze in razende vaart voort. Bij de hoeken der straten vormden ze dan even een waren heksendans, kringelden en stoeiden in het rond om zich dan tegen de trottoirs en hoeken der huizen te verzamelen. Op verschillende plaatsen lag er reeds 2 3 decimeter, op andere niet meer dan een onbeteekenend laagje dat maar nauw het plaveisel dekte. Het was ouderwets winter. In de takken der boomen, die nog glinsterden van den vjzel, gonsde de jachtsneeuw, hij tikte veelbelovend aan de vensters der huizen, en in die deelen van onze stad, welke den vollen windvang had den, lag al een aardig tapijt van de bekende witte wol. Men kan zoo'n vroegen wintermorgen na tuurlek uit twee oogpunten bezien: uit die van den sportliefhebber, die reeds nu naarstiglijk zijn schaatsen voor den dag heeft gehaald en uit die van hem, voor wien al deze sneeuw en koude slechts misère en armoede beteekent. Voor de laatste categorie is het uit den aard der zaak te hopen, dat deze vorstperiode van korten duur is, ofschoon Vanmorgen hebben wij het Observatorium aan den Dijk opgebeld en daar ons licht opge stoken. Hier volgen de waarnemingen: 4 Gistermorgen om 6 uur is het eigenlijk be gonnen. Langzaam, maar met de regelmaat van een klok daalde het kwik in de thermo meters en reeds te 6 uur in den avond wees dit 3% aan. Ook daarna werd het met het uur kouder, hetgeen niet te verwonderen viel, aangezien de wind in den goeden hoek zat (O.Z.O.). Vannacht stak de wind zeer sterk op, en 'hoekte men windkracht 8, hetgeen overeen komt met een snelheid van 15 tot 18 meter per seconde. En het kwik daalde maar en 2 uur vannacht wees het niet minder dan... 7 graden onder het nulpunt aan! X)e laatste 4 jaar heeft men een derge- lijken lagen stand niet in Den Helder mogen aanteekenen. In den na-nacht nam de wind af en tevens minderde de kou, waardoor de strenge vorst over ging in een meer matige. Evenwel, om 7 uur was het toch nog altijd 5 1 6 graden onder nul. Wat doet 't weer? De vraag van den dag is: wat doet het weer? Er is niets zoo moeilijk (en niets zoo gevaar lijk) om hier een definitieve uitspraak te lan- ceeren. De weerberichten van gisteravond waren hoopgevend, doch lieten in verband met diverse depressies over Engeland ook ruimte voor pessimisme. Vermoedelijk zal het winter weer echter nog wel aanhouden, zoodat de kan sen voor enthousiasten der sport op de gladde ijzers niet zoo slecht staan. voelt Ge U als de Griep U pakt. Naar bed, en laat U er snel van afhelpen met die geneeskrachtige Volgens recept van Apotheker Dumont 26 Jan. 1937. Aangekomen van Londen en vertrokken naar Harlingen het Eng. s.s. „Perecrine", IIL Lissabon. Voor de gevoelens wel wat te vroeg, komt een oppasser ons porren: licht wordt onver biddelijk aangedraaid, een gordijntje wegge schoven en een arm grijpt wat hij te pakken krijgen kan. Het slachtoffer lispelt zachtjes wat, onverstaanbaar, begint dan feller te rea- geeren. De oppasser lacht tevreden en deelt minzaam mee, dat het tijd van overal is. We knikken suf, dan plotseling actief: „Oppas, waar zijn we?" „O, wat dat betreft, U hoeft U niet te haasten, een paar lantaarnpaaltjes en verder nog niets". Het is genoeg geweest: de meest noodzakelijke kleedingstukken wor den snel aangetrokken, een generale run naar dek en ver weg flitsen Kaap Roca en nog eenige Portugeesche kustlantaarns hun hel dere lichtbundels door de schemering. Na het eten is aan bakboord de bergachtige kust als een wazige streep te voorschijn gekomen, een loodsbootje komt in zicht, donkere rookplui men uitstootend: een langzaam door den wind wegdrijvend gordijn vormend over het grijze rivierwater, dat nog ver in zee uitstroomt. Een uurtje verloopt, aan bakboord verschijnt een eerste dorpje, aan stuurboord is het voor- loopig alleen nog een bank, in het midden een vuurtorentje. Golvend ligt het land langs de rivier, alles vrij dor en kaal. Hier en daar liggen dorpjes, de huizen kris kras door elkander,lange lage gebouwen uit rotssteen, in den loop der jaren steeds weer bijgepleisterd met stukken leem, de daken vaak verzwaard met groote steenen, door muurtjes gescheiden van aangrenzende huizen; enkele boomen, enkele palmen steken hun bladerkronen tusschen de huizen naar boven; smalle steile weggetjes, ongeplaveid, hobbelig, voeren door het labyrinth. Ver in den achtergrond ligt het gebergte: als een alles overziend bouwwerk verrijst op een der toppen een zwaar fort en kasteel uit de tijden der Mooren, later een der paleizen van de Portugeesche Koningen. Op de rivier zeilen talrijke visschers door elkander: hun merkwaardige vaartuigen, met den ver achteroverstaanden mast, de groote fok en de lange veelkleurige gaffel, schuiven door het grijs-groene rivierwater. Langs de rivier vele forten, uitgehouwen en opgericht op rotsachtige stukken van den oever, alle de rivier, die in vroeger tijden in den winter door handels- en zeerooversvloten graag als winterverblijf werd gebruikt met de daarmee gepaard gaande plunderingen van de bevolking, bestrijkend. Lissabon zelf duikt op: hoog opgetrokken tegen de heuvels, groote massale gebouwen duiken uit de wirwar te voorschijn: Het oude Koninklijke Paleis even buiten de stad, hótels, banken en warenhuizen. Tegenover de groote baai van Lissabon met de voor anker liggende Portugeesche vloot is de ligplaats voor de „De Ruyter": aan de kade staan talrijke men- schen de aankomst^ af te wachten: de, den heelen dag door luierende soldaten, die op ieder uur van den dag verschijnen, in lange grijze mantels met blauwe broeken en vaak glimmend zwarte rijlaarzen, hun pet belang rijk scheef op het pikzwarte kroeshaar; veel politie, altijd gewapend met revolvers; kaai werkers, bruine gezichten, bloote voeten, ver sleten vodden; enkele vrouwen, altijd met den grooten zwarten of bruinen doek om de schou ders of over het hoofd. Zoodra we gemeerd liggen, dromt een groot aantal journalisten en handelaren het schip op; foto's worden gemaakt, een Officier van piket, die op het punt staat, zich door de menschen heen te worstelen, vereeuwigd. Vrouwen met sinaasappels en mandarijnen slenteren langs het schip, voor reclame gooit een van hen iemand aan boord een exemplaar toe. De belangstelling voor de onooglijke dame wordt nu aan boord belangrijk grooter: „Hai zus, geef mij er ook eens een". Vóórdat ze echter kan overgaan tot een meer uitgebreide actie pakt de politie haar op en verdwijnt „zus" van het tooneel. Zoo snel de menschen gelegenheid krijgen, verdwijnen ze de stad in: langs het tentje met de juffrouw, die Hollandsch spreekt en ach teraf een Juttersche blijkt te zijn, en enkele opgelegde oorlogsschepen, waarvan één nog zwaar beschadigd na de laatste muiterij van een paar maanden geleden, met een doorge schoten schoorsteen, komen ze in de stad. Hoog boven elkaar rijzen de huizen op, don kere kronkelwegen leiden naar hooger gelegen punten, bocht of geen bocht, vaak rijdt dóór die straatjes een tram razend hard naar be neden, verdyvijnt een auto pijlsnel in de diepte. Ontelbare karretjes, moeizaam getrokken door sloome paarden en ezels, hoog opgeladen, stremmen het verkeer overal; vrouwen, alles wat ze den ochtend hebben ingekocht, in groote manden op het hoofd dragend, schui ven behoedzaam door de opstoppingen heen, de heeren der schepping wandelen op hun gemak heen en weer, groote sigaren in hun mond. De talrijke politieagenten, nu eens met een zwarten helm, dan weer zonder helm of met een witten, bewegen hun armen op de kruispunten naar gelieven, de auto's handelen naar beste inzichten, de trams doen het den auto's na en zoo wriemelt het verkeer in Lis sabon verder, zonder al te veel ongelukken en drama's. Groote pleinen, massieve standbeelden liggen willekeurig door de stad verspreid; parken met palmen, vol met menschen op bankjes, honderden kleine kinderen spelend in de stra ten en slopjes, zoodra ze een vreemdeling zien, Het tweede artikel werd opgenomen in ons Nr. van Zaterdag 23 Jan. j.1. bedelend om geld; deftige huizen, departe mentsgebouwen, alles licht geschilderd, beige of rose, of met mozaikwerk belegd, wisselen elkaar in een bonte rij af. Kleine winkeltjes, al hun waren, zooveel mogelijk buiten uitstal lend en honderden kleine café's, waar men al de wijnen en portsoorten van Portugal kan krijgen en waar ieder aan de toonbank be diend wordt, zijn glas opdrinkt, betaalt en weer van de toonbank verdwijnt; overal vrou wen, die sinaasappels en mandarijnen ver- koopen, kippen, dadels en vijgen. Maar helaas ieder spreekt Portugeesch, razend snel komt een vloedgolf van woorden naar buiten, armen zwaaien in het rond, alles aan den vertellenden man schijnt los te zitten. Opbellen: You speak English? No? Frangais? Non?... Deutsch? Nein?... Kooi klapper klap per basa Melajoe? Tidak?... Moedeloos wordt de hoorn weer opgehangen, hopeloos. Een autotocht wordt aangeboden: stralend schijnt de zon hoog boven Lissabon en daar verdwijnen de zeven auto's het heuvelland, voor Hollanders het bergland in. Dorpjes vlie gen we door, een chauffeur helpt af en toe bij de explicatie, handen los, achteromkijkend, een zwerm kippen stuift weg voor den auto van daan. Boven op de heuvels staan als peper bussen de witgekalkte molentjes, met vier, zes of acht wieken, schitterend in het zon licht tegen de langzaam opkomende regenbui, met donkere zwarte koppen op de wolken. Over geulen loopt af en toe een vervallen aquaduct, totaal begroeid met mos en wit uit geslagen door zon en regen. De daken der huizen loopen uit in tallooze tierlantijntjes, als Chineesche tempels, vaak zijn de muren met blauw gekleurde tegels bedekt met Bijbel- sche voorstellingen. Langs de wegen aldoor muren, wit, onafgebroken. Veel en lang wach ten voor de talrijke spoorwegoverwegen: een klein puffend treintje voert de menschen, die na hun werk in Lissabon buiten de stad ergens gaan eten, af en aan. Op de wegen soms in rijen achter elkaar muilezeltjes, aan beide zijden groote manden, boven op den rug vrouwen, kinderen, een af en toe fladderende kip. Boomgaarden, oranje van de sinaas appels, wijngaarden met lage bloeiende wijn stokken, duizenden vuurpijlen steken hun oranje-roode toortsen langs de wegen de lucht in. Sintra wordt bereikt: we stoppan voor het groote Moorsche pa:eis in het meest bekende plaatsje van Portugal. Groote zalen, met tal rijke muurschilderingen, alle met groote boogvensters met veel Moorsch lofwerk, klei nere met veelkleurig mozaiekwerk geheel be legde Moorsche eetzalen, in het miden een fonteintje, waar de etenden gehurkt omheen zaten. Veel ingesloten pleintjes met enkele boomen, een fontein in het midden. Te midden van al dat fijne werk verrijzen hoog boven het kasteel twee plomp-massieve torens, aan de basis breede, naar boven fijn toeloopend: de schoorsteenen van de enorme keuken. Een klein pleintje wordt door den gids voorzichtig behandeld: hij verdwijnt even, komt dan weer stralend terug. Plotseling uit sommige hoeken spuit het water op: een niets vermoedend man staat zich even daarna uit te schudden als een poedel, hij heeft het beroemde Arabi sche bad aan den lijve meegemaakt. Een lange maaltijd: Portugeesche witte wijn.Portugee sche roode wijn, Portugeesche porto en nog een Portugeesch likeurtje worden verwerkt, Portugeesche visch smelt op de tong, een Portugeesche sigaar wordt vaak haastiglijk onder tafel uitgetrapt of onopvallend 't raam uitgegooid. Nog een Moorsch kasteel, hoog op de ber gen, wordt bezichtigd: het paleis waar de Por tugeesche Koningen de laatste jaren van hun regeering hebben geleefd: veel kamers, allen met voortbrengselen uit de koloniën propvol volgestuwd, koud en onbewoond, ongezellig uit het laatst der vorige eeuw ingericht. Donker steken de gekanteleerde muren af tegen de lucht als je van beneden opkijkt naar het fort. Weer verder, suizend naar beneden en de zee tegemoet, die van tijd tot tijd helder blauw met de witte branding vlak bij de kust, te zien is tusschen de heuvels. Estoril, de Portugeesche Riviera, komen we door: hoog boven de andere huizen verrijst het ultra moderne Casino, met zijn groote rose be- kleede danszalen, helder roode bars, beige en groene filmzalen, speelkamers waar onverschil lige croupiers groene, roode fiches opstrijken, veel menschen aan alle tafels kansen berekenen en veel geld verliezen, alles veel grooter opge zet dan we ons dat in Holland kunnen voorstel len. De zalen zijn bijna leeg, een enkel paartje danst, de bar is gevuld met „De Ruyter"-men- schen, een enkeling onder hen speelt en wint. De dag voor vertrek: de landingsdivisie treedt aan, er is een kranslegging bij het graf van den onbekenden Portugees, gedood in den wereldoorlog. Voorop de twee Thijssen en twee Pieten, vervolgens een sectie mariniers en eenige secties deks- en machinekamerperso- neel. De belangstelling van het publiek is groot, allen verdringen zich om op de eerste rij een plaatsje te bemachtigen. Ceremonieel tenue: de luitenant van de mariniers met zijn helm, an dere officieren met steek en epauletten op de lange jas, onderofficieren en manschappen op hun paaschbest. Vertrek: vroeg worden de trossen ingeno men, een sleepbootje helpt bjj het rondkomen. Ieder die beneden geen dienst heeft, staat aan dek; langzaam verdwijnt de kade, de stad. Front maken voor de twee Portugeesche on derzeebooten die op de rivier voor anker lig gen, kijkers zoeken bekende punten op; het groote radiostation, dat volgens de berichten de avond te voren is gebombardeerd, met zijn zeven radiomasten en halverwege zee ligt, is achter ons gelaten. We bereiken de zee, het leven van iederen dag neemt weer zijn gang, we beginnen weer te kojangen. De dag gaat normaal voorbij, en kele dolfijnen duiken af en toe vlak bij het schip boven water, bruinachtige ruggen, een witte buik, donkere vinnen. Een nieuwe Fran- sche kruiser loopt ons in den namiddag voorbij, naar het Noorden koersend: de Montcalm, nog iets nieuwer dan wijzelf zijn. Kaap St. Vincent duikt op: met lichtseinen roepen we den vuurtoren aan: het is nog mid dag, dus. let men op den vuurtoren nog niet zoo erg goed op en wordt voorloopig nog niet ge reageerd op de tallooze Z's die de „De Ruyter" wegflitst. Morgen in Tanger: een nieuwe stad, een nieuwe werelddeel op de reis naar Indië. (Wordt vervolgd.) HR. MS. „DE RUYTER". 's-Gravenhage, 25 Jan. Hr. Ms. „De Ruy ter" is 25 Januari om 8 uur van Tanger ver trokken. Zeer groote belangstelling. Onder zeer groote belangstelling uit univer- sitairen, politieken en anderen kring is giste ren op Oud Eik-en-Duinen te Den Haag het stoffelijk overschot van mr. dr. H. H. A. van Gybland Oosterhoff ter aarde besteld. Toespraken in de rouwkapel. In de rouwkapel, waar de organist gewijde muziek ten gehoore bracht, trad als eerste spreker naar voren luitenant-generaal jhr. mr. W. Röell. Generaal Röell deelde mede, dat de nabe staanden van zijn vriend Oosterhoff aan mr. O. graaf Van Limburg Stirum en aan hem verzocht hebben, als vrienden uit diens jeugd en rijpen leeftijd alleen te spreken. Generaal Roëll herinnerde aan het devies van de voorouders van dezen echt Nederlandschen Fries: Christus solus mea rupes. In kinderlijk vertrouwend geloof heeft hij dit wapendevies steeds in het hart gedragen. Trouw was de overledene aan de zijnen, zijn vrienden, maar boven alles aan zijn vaderland in en met Oranje. Voorts repte generaal Roëll van het onver poosd en onversaagd opkomen voor de eenheid des rijks en van de liefde en voorspraak van den overledene voor de rijksweermacht. Aan al zijn vrienden de taak en de eereschuld zonder te versagen het werk in zijn geest voort te zetten en hierbij steeds voor oogen te hou den het: Christus alleen is mijn rots. Vervolgens betrad mr. O. graaf Van Lim burg Stirum, officier van justitie te Arnhem, het spreekgestoelte. Als een der oudste vrien den van den overledene sprak hij eenige woor den ter nagedachtenis. Aan het graf sprak jhr. mr. W. F. van Len- nep een 15de eeuwsche begrafenis-liturgie uit en bad vervolgens het Onze Vader. Namens de nabestaanden dankte mr. P. Geradts, penningmeester van het Verbond van Nationaal Herstel, de aanwezigen voor de be toonde belangstelling. Noch steeds hooge vischprijzen. Ook Maandag waren de vischprijzen aan den afslag te IJmuiden weer hoog. Tarbot liep tot 1.70 per kilo en tong tot 1.60. Maar ook de scholprijzen toonden een zeer hoog beeld. Groote schol van 18.tot 21.50 per 50 kilo; middel schol 20.tot 25.50; zetschol van 31,tot 36.en kleine schol van 8.50 tot 27.Bot van 12.tot 17.schar van 7.tot 15. Kleine schelvisch van 18.tot 30.ha ring 8.50. We deden een greep uit de meest voorko mende vischsoorten en er blijkt wel duidelijk uit hoe hoog de prijzen waren. De besommingen der schepen waren goed te noemen, die van de loggers zelfs uitste kend. Men heeft vaak te IJmuiden bezwaar ge had, dat er zooveel loggers te IJmuiden tege lijk op Maandag aan de markt kwamen, maar waarschijnlijk zal het oordeel den laatsten t\jd wel anders zijn, want deze vaartuigen dra gen belangrijk bij tot den aanvoer, zoodat de handel althans nog over bepaalde hoeveel heden visch kan beschikken. Er was een logger, die 1840.— besom ming maakte en verscheidene andere kwamen ver over de duizend gulden. Hieruit blijkt alweer, dat de z.g. kustvis- scherij nog van groote beteekenis is voor het vischbedrijf. Schade aan behang, gordijnen en meubilair. Hedennacht te 2.20 uur werd de politie in kennis gesteld met het begin van een brand bij een winkelier in de Middenstraat. Door middel van het alarmapparaat werd het personeel gerequireerd, zoodat binnen zeer korten tijd de benoodigde manschappen aan wezig waren. Eveneens present waren burge meester Ritmeester, de heer Dokter, de com missaris van Politie en inspecteur Schippers. Hoewel zoowel het slangenwagentje als de brandspuit beide ter plaatse waren, bleek, dat het niet noodzakelijk was hiervan gebruik te maken. Een schoorsteenlooper boven de kachel had vlam gevat, waarna het vuur zich mede deelde aan het in de nabijheid zijnde behang, enkele gordijnen en meubelen. Men kon een en Einder met emmers water blusschen. Het bleek een practische oefening geweest te zijn voor de nieuwe installatie, die haar waarde voor dergelijke gevallen weder bewe zen heeft. Hoewel velen over de stadslijn van de HRCO gisteravond reeds vernomen hebben, de verordening van den commissaris van politie voor wat betreft het verplichte bestrijden van de gladheid v£in den weg laten wij hier deze verordening nog eens volgen: In verband met de thans bestaande glad heid wordt de burgerij met het oog op de daaraan verbonden gevaren attent gemaakt op de algemeene politieverordening, waarin bepaald is, dat bewoners van perceelen en beheerders of eigenaars van perceelen ver plicht zijn bij gladheid de voetstraat of het trottoirs langs de perceelen met zand, asch of zout te bestrooien teneinde de veiligheid van hen, die zich langs den weg moeten be geven zooveel mogelijk te bevorderen. Ieder wordt nadrukkelijk verzocht genoem de verplichting zoo stipt mogelijk na te komen. Bij nalatigheid of onwil zal de politie zich tot haar leedwezen verplicht zien om tot het opmaken van proces-verbaal over te gaan. Naar Alkmaar overgebracht. De minderjarige, welke met een jeugdig persoon niet nader te noemen handelingen ge pleegd had, is gisteren in arrest gesteld en naar Alkmaar overgebracht, waar hij voor den Kinderrechter zal verschijnen. Waar is het dieplood? Bij de politie werd aangifte gedaan door een schipper van een zich in de Buitenhaven bevindend visschersvaartuig, dat bij hein ont vreemd was een dieplood. Ondeugdelijke melk? Een ingezetene vervoegde zich Maandag op het Hoofdbureau van Folitie en deelde mede, dat men hem z. i. ondeugdelijke melk ver kocht had. Een tweetal monsters werden op het Hoofdbureau achtergehouden, welke ter onderzoek naar den Keuringsdienst van Wa ren zullen worden gezonden. Het geval van ontucht. De verdachte van het geval van ontucht, hetwelk wij reeds eerder in ons blad ver meldden, is door de politie aangehouden. Hij heeft bekend en zal naar Alkmaar worden overgebracht. - ooneelvereeniging „U.D.I.", te Den Burg, zal op Vrijdag 26 Februari a.s., in Pen's Schouwburgzaal, haar 30-jarig bestaan her denken, met een uitvoering. Opgevoerd zal dan worden het blijspel „Muggen om de kaars", door H. de Wilde. Dat „U.D.I." getoond heeft, in de lange periode van haar bestaan, iets goeds te kunnen geven, is meer dan bekend, evenals het feit, dat haar leden zich steeds bij iedere voorkomende gelegenheid belangeloos in dienst der liefdadigheid stelden .„U.D.I." is, zoover ons bekend is, reeds de tweede tooneelvereeniging te Den Burg, die dien naam draagt, van de vroegere vereeniging zijn thans wel geen leden meer in leven, daar het wel 50 jaren geleden is, dat zij optrad. TEXEL, 25 Januari. De ijzel, die voor voertuigen de wegen Maan dag zoo goed als onbegaanbaar maakten, door het gevaar voor uitglijden der paarden, heeft de markt hier ernstig verstoord; vee-aanvoer was er weinig, terwijl het marktbezoek uiterst gering was. Er werd een zestal kalveren verhandeld. Nuchtere kalveren brachten ongeveer 10 gul den, fokkalveren pl.m. 16 gulden op. De varkens op de boerderij stijgen in prijs weer een weinig, betaald wordt 21 k 22 cent per pond. Op de markt kocht men een goede big voor 9 per stuk. De wolveehandel bestond uit enkele rammen, prijzen 20 tot 25 per stuk. De aangevoerde kippen deden ongeveer 0.80. Op de Eierenveiling waren, doordat de boot van 10 uur uit Den Helder door den lagen wa terstand niet kon varen, geen koopers van elders. De eierenprijs steeg bij vorige week om streeks 15 cent per 100 stuks. MARKTBERICHTEN. TEXEL, 25 Januari. 6 kalveren 8—16; 11 biggen 8—10; 2 rammen 20—25; 16 kippen 0.75—0.85. TEXEL, 25 Januari. Aangevoerd 47.890 eieren. 58/62 kg 3.10—3.40; 62/66 kg 3.30—3.60; 66/70 kg 3.50—3.80; 50/56 kg 2.70—3.10, alles per 100 stuks. Een nieuwe uitgave van Van Houten. Wij ontvingen het eerste deel van „Mozaïek", een keurverzameling in vijf deelen, die zal verschijnen in de plaats van „Van Houten's Eigen Tijdschrift", waarvan de uitgave helaas moest worden gestaakt. „Mozaïek" bevat een groot aantal belang wekkende artikelen en boeiende vertellingen, deels nieuw, deels overgenomen uit vóór 1930 verschenen nummers van „Van Houten's Eigen Tijdschrift". Evenals het tijdschrift, zal ook deze keur verzameling, met haar vele illustraties en vlotte indeeling bij de cacao-verbruiksters en verbruikers in den smaak vallen. Beschaafde reclame met een cultureelen grondslag, zooals wij gewend zijn van de firma Van Houten te Weesp.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 6