smxmssm
Winter
Met Hr* Ms* „De Ruyter
naar de Oost
Als lam geslagen!
AKKERTJES
T exel
over Den Helder.
Dinsdag 26 Januari 1937
Haven van Nieuwediep
(Van een bij zonderen medewerker
_iaan boord van den kruiser)
Mr. Dr. H. H. A. van Gybland
Oosterhoff ter aarde besteld.
Visscherij
Brandje in de Middenstraat.
Bestrijd de gladheid I
Uit het politierapport
Een jubileum.
Marktoverzicht.
We hadden er allemaal al zoo'n beetje aan
getwijfeld. We hadden allemaal al zitten te
mopperen op de moderne winters, die wel
zorgden voor eeuwig-miezerige regen en kou,
maar die schijnbaar geen echte sneeuw- en
ijsdagen meer konden brengen. Zoo hebben
we gemopperd, zooals het echte Hollanders
betaamt. Tot... gistermorgen, toen me daar
een bonk kou uit een loodgrijze lucht viel, in
zülke mate, dat zelfs de echte kou-liefhebbers
als éénjarige juffershondjes liepen te rillen en
klappertanden om van de echte kou-kleumen
maar niet te spreken.
Het was z.g. „rouwweer-vorst", een typi
sche volksuitdrukking, die inhoudt, dat het
weliswaar zeer koud is, doch dat dit goed
deels op rekening van den wind geschreven
kan worden. In ieder geval vroor het gister
avond om 7 uur niet harder dan 3 graden,
terwijleen mensch gezworen zou hebben dat
het kwik er minstens 10 onder het streepje
stond.
Zoo kwam de na-avond, het werd steeds
kouder. Geen kop liep om half 11 meer in de
stad.
En vanmorgen 6 uur... daar keken w(j door
ons venster en jawel hoor: het had gewinterd!
En hoe
In den nacht was de sneeuw gekomen. De
fijne, poederachtige jachtsneeuw. Een schouw
spel, dat we haast vergeten hadden, zóó zeld
zaam was het.
De wind was nog present en maakte met
al die millioenen kleine sneeuwdeeltjes de
wonderlijkste capriolen. Pakte ze op van de
straten en joeg ze in razende vaart voort. Bij
de hoeken der straten vormden ze dan even
een waren heksendans, kringelden en stoeiden
in het rond om zich dan tegen de trottoirs en
hoeken der huizen te verzamelen.
Op verschillende plaatsen lag er reeds
2 3 decimeter, op andere niet meer dan
een onbeteekenend laagje dat maar nauw het
plaveisel dekte.
Het was ouderwets winter. In de takken
der boomen, die nog glinsterden van den vjzel,
gonsde de jachtsneeuw, hij tikte veelbelovend
aan de vensters der huizen, en in die deelen
van onze stad, welke den vollen windvang had
den, lag al een aardig tapijt van de bekende
witte wol.
Men kan zoo'n vroegen wintermorgen na
tuurlek uit twee oogpunten bezien: uit die van
den sportliefhebber, die reeds nu naarstiglijk
zijn schaatsen voor den dag heeft gehaald en
uit die van hem, voor wien al deze sneeuw en
koude slechts misère en armoede beteekent.
Voor de laatste categorie is het uit den aard
der zaak te hopen, dat deze vorstperiode van
korten duur is, ofschoon
Vanmorgen hebben wij het Observatorium
aan den Dijk opgebeld en daar ons licht opge
stoken.
Hier volgen de waarnemingen:
4 Gistermorgen om 6 uur is het eigenlijk be
gonnen. Langzaam, maar met de regelmaat
van een klok daalde het kwik in de thermo
meters en reeds te 6 uur in den avond wees dit
3% aan.
Ook daarna werd het met het uur kouder,
hetgeen niet te verwonderen viel, aangezien de
wind in den goeden hoek zat (O.Z.O.).
Vannacht stak de wind zeer sterk op, en
'hoekte men windkracht 8, hetgeen overeen
komt met een snelheid van 15 tot 18 meter
per seconde.
En het kwik daalde maar en 2 uur
vannacht wees het niet minder dan... 7
graden onder het nulpunt aan!
X)e laatste 4 jaar heeft men een derge-
lijken lagen stand niet in Den Helder
mogen aanteekenen.
In den na-nacht nam de wind af en
tevens minderde de kou, waardoor de
strenge vorst over ging in een meer matige.
Evenwel, om 7 uur was het toch nog altijd
5 1 6 graden onder nul.
Wat doet 't weer?
De vraag van den dag is: wat doet het weer?
Er is niets zoo moeilijk (en niets zoo gevaar
lijk) om hier een definitieve uitspraak te lan-
ceeren. De weerberichten van gisteravond
waren hoopgevend, doch lieten in verband met
diverse depressies over Engeland ook ruimte
voor pessimisme. Vermoedelijk zal het winter
weer echter nog wel aanhouden, zoodat de kan
sen voor enthousiasten der sport op de gladde
ijzers niet zoo slecht staan.
voelt Ge U als de Griep U pakt.
Naar bed, en laat U er snel van
afhelpen met die geneeskrachtige
Volgens recept van Apotheker Dumont
26 Jan. 1937.
Aangekomen van Londen en vertrokken
naar Harlingen het Eng. s.s. „Perecrine",
IIL
Lissabon.
Voor de gevoelens wel wat te vroeg, komt
een oppasser ons porren: licht wordt onver
biddelijk aangedraaid, een gordijntje wegge
schoven en een arm grijpt wat hij te pakken
krijgen kan. Het slachtoffer lispelt zachtjes
wat, onverstaanbaar, begint dan feller te rea-
geeren. De oppasser lacht tevreden en deelt
minzaam mee, dat het tijd van overal is. We
knikken suf, dan plotseling actief: „Oppas,
waar zijn we?" „O, wat dat betreft, U hoeft
U niet te haasten, een paar lantaarnpaaltjes
en verder nog niets". Het is genoeg geweest:
de meest noodzakelijke kleedingstukken wor
den snel aangetrokken, een generale run naar
dek en ver weg flitsen Kaap Roca en nog
eenige Portugeesche kustlantaarns hun hel
dere lichtbundels door de schemering. Na het
eten is aan bakboord de bergachtige kust als
een wazige streep te voorschijn gekomen, een
loodsbootje komt in zicht, donkere rookplui
men uitstootend: een langzaam door den wind
wegdrijvend gordijn vormend over het grijze
rivierwater, dat nog ver in zee uitstroomt.
Een uurtje verloopt, aan bakboord verschijnt
een eerste dorpje, aan stuurboord is het voor-
loopig alleen nog een bank, in het midden een
vuurtorentje.
Golvend ligt het land langs de rivier, alles
vrij dor en kaal. Hier en daar liggen dorpjes,
de huizen kris kras door elkander,lange lage
gebouwen uit rotssteen, in den loop der jaren
steeds weer bijgepleisterd met stukken leem,
de daken vaak verzwaard met groote steenen,
door muurtjes gescheiden van aangrenzende
huizen; enkele boomen, enkele palmen steken
hun bladerkronen tusschen de huizen naar
boven; smalle steile weggetjes, ongeplaveid,
hobbelig, voeren door het labyrinth.
Ver in den achtergrond ligt het gebergte:
als een alles overziend bouwwerk verrijst op
een der toppen een zwaar fort en kasteel uit
de tijden der Mooren, later een der paleizen
van de Portugeesche Koningen.
Op de rivier zeilen talrijke visschers door
elkander: hun merkwaardige vaartuigen, met
den ver achteroverstaanden mast, de groote
fok en de lange veelkleurige gaffel, schuiven
door het grijs-groene rivierwater.
Langs de rivier vele forten, uitgehouwen en
opgericht op rotsachtige stukken van den
oever, alle de rivier, die in vroeger tijden in
den winter door handels- en zeerooversvloten
graag als winterverblijf werd gebruikt met de
daarmee gepaard gaande plunderingen van de
bevolking, bestrijkend.
Lissabon zelf duikt op: hoog opgetrokken
tegen de heuvels, groote massale gebouwen
duiken uit de wirwar te voorschijn: Het oude
Koninklijke Paleis even buiten de stad, hótels,
banken en warenhuizen. Tegenover de groote
baai van Lissabon met de voor anker liggende
Portugeesche vloot is de ligplaats voor de
„De Ruyter": aan de kade staan talrijke men-
schen de aankomst^ af te wachten: de, den
heelen dag door luierende soldaten, die op
ieder uur van den dag verschijnen, in lange
grijze mantels met blauwe broeken en vaak
glimmend zwarte rijlaarzen, hun pet belang
rijk scheef op het pikzwarte kroeshaar; veel
politie, altijd gewapend met revolvers; kaai
werkers, bruine gezichten, bloote voeten, ver
sleten vodden; enkele vrouwen, altijd met den
grooten zwarten of bruinen doek om de schou
ders of over het hoofd. Zoodra we gemeerd
liggen, dromt een groot aantal journalisten
en handelaren het schip op; foto's worden
gemaakt, een Officier van piket, die op het
punt staat, zich door de menschen heen te
worstelen, vereeuwigd.
Vrouwen met sinaasappels en mandarijnen
slenteren langs het schip, voor reclame gooit
een van hen iemand aan boord een exemplaar
toe. De belangstelling voor de onooglijke dame
wordt nu aan boord belangrijk grooter: „Hai
zus, geef mij er ook eens een". Vóórdat ze
echter kan overgaan tot een meer uitgebreide
actie pakt de politie haar op en verdwijnt
„zus" van het tooneel.
Zoo snel de menschen gelegenheid krijgen,
verdwijnen ze de stad in: langs het tentje met
de juffrouw, die Hollandsch spreekt en ach
teraf een Juttersche blijkt te zijn, en enkele
opgelegde oorlogsschepen, waarvan één nog
zwaar beschadigd na de laatste muiterij van
een paar maanden geleden, met een doorge
schoten schoorsteen, komen ze in de stad.
Hoog boven elkaar rijzen de huizen op, don
kere kronkelwegen leiden naar hooger gelegen
punten, bocht of geen bocht, vaak rijdt dóór
die straatjes een tram razend hard naar be
neden, verdyvijnt een auto pijlsnel in de diepte.
Ontelbare karretjes, moeizaam getrokken
door sloome paarden en ezels, hoog opgeladen,
stremmen het verkeer overal; vrouwen, alles
wat ze den ochtend hebben ingekocht, in
groote manden op het hoofd dragend, schui
ven behoedzaam door de opstoppingen heen,
de heeren der schepping wandelen op hun
gemak heen en weer, groote sigaren in hun
mond. De talrijke politieagenten, nu eens met
een zwarten helm, dan weer zonder helm of
met een witten, bewegen hun armen op de
kruispunten naar gelieven, de auto's handelen
naar beste inzichten, de trams doen het den
auto's na en zoo wriemelt het verkeer in Lis
sabon verder, zonder al te veel ongelukken
en drama's.
Groote pleinen, massieve standbeelden liggen
willekeurig door de stad verspreid; parken
met palmen, vol met menschen op bankjes,
honderden kleine kinderen spelend in de stra
ten en slopjes, zoodra ze een vreemdeling zien,
Het tweede artikel werd opgenomen in
ons Nr. van Zaterdag 23 Jan. j.1.
bedelend om geld; deftige huizen, departe
mentsgebouwen, alles licht geschilderd, beige
of rose, of met mozaikwerk belegd, wisselen
elkaar in een bonte rij af. Kleine winkeltjes,
al hun waren, zooveel mogelijk buiten uitstal
lend en honderden kleine café's, waar men al
de wijnen en portsoorten van Portugal kan
krijgen en waar ieder aan de toonbank be
diend wordt, zijn glas opdrinkt, betaalt en
weer van de toonbank verdwijnt; overal vrou
wen, die sinaasappels en mandarijnen ver-
koopen, kippen, dadels en vijgen.
Maar helaas ieder spreekt Portugeesch,
razend snel komt een vloedgolf van woorden
naar buiten, armen zwaaien in het rond, alles
aan den vertellenden man schijnt los te zitten.
Opbellen: You speak English? No? Frangais?
Non?... Deutsch? Nein?... Kooi klapper klap
per basa Melajoe? Tidak?... Moedeloos wordt
de hoorn weer opgehangen, hopeloos.
Een autotocht wordt aangeboden: stralend
schijnt de zon hoog boven Lissabon en daar
verdwijnen de zeven auto's het heuvelland,
voor Hollanders het bergland in. Dorpjes vlie
gen we door, een chauffeur helpt af en toe bij
de explicatie, handen los, achteromkijkend, een
zwerm kippen stuift weg voor den auto van
daan. Boven op de heuvels staan als peper
bussen de witgekalkte molentjes, met vier,
zes of acht wieken, schitterend in het zon
licht tegen de langzaam opkomende regenbui,
met donkere zwarte koppen op de wolken.
Over geulen loopt af en toe een vervallen
aquaduct, totaal begroeid met mos en wit uit
geslagen door zon en regen. De daken der
huizen loopen uit in tallooze tierlantijntjes,
als Chineesche tempels, vaak zijn de muren
met blauw gekleurde tegels bedekt met Bijbel-
sche voorstellingen. Langs de wegen aldoor
muren, wit, onafgebroken. Veel en lang wach
ten voor de talrijke spoorwegoverwegen: een
klein puffend treintje voert de menschen, die
na hun werk in Lissabon buiten de stad
ergens gaan eten, af en aan. Op de wegen
soms in rijen achter elkaar muilezeltjes, aan
beide zijden groote manden, boven op den rug
vrouwen, kinderen, een af en toe fladderende
kip. Boomgaarden, oranje van de sinaas
appels, wijngaarden met lage bloeiende wijn
stokken, duizenden vuurpijlen steken hun
oranje-roode toortsen langs de wegen de
lucht in.
Sintra wordt bereikt: we stoppan voor het
groote Moorsche pa:eis in het meest bekende
plaatsje van Portugal. Groote zalen, met tal
rijke muurschilderingen, alle met groote
boogvensters met veel Moorsch lofwerk, klei
nere met veelkleurig mozaiekwerk geheel be
legde Moorsche eetzalen, in het miden een
fonteintje, waar de etenden gehurkt omheen
zaten. Veel ingesloten pleintjes met enkele
boomen, een fontein in het midden. Te midden
van al dat fijne werk verrijzen hoog boven het
kasteel twee plomp-massieve torens, aan de
basis breede, naar boven fijn toeloopend: de
schoorsteenen van de enorme keuken. Een
klein pleintje wordt door den gids voorzichtig
behandeld: hij verdwijnt even, komt dan weer
stralend terug. Plotseling uit sommige hoeken
spuit het water op: een niets vermoedend
man staat zich even daarna uit te schudden
als een poedel, hij heeft het beroemde Arabi
sche bad aan den lijve meegemaakt. Een lange
maaltijd: Portugeesche witte wijn.Portugee
sche roode wijn, Portugeesche porto en nog
een Portugeesch likeurtje worden verwerkt,
Portugeesche visch smelt op de tong, een
Portugeesche sigaar wordt vaak haastiglijk
onder tafel uitgetrapt of onopvallend 't raam
uitgegooid.
Nog een Moorsch kasteel, hoog op de ber
gen, wordt bezichtigd: het paleis waar de Por
tugeesche Koningen de laatste jaren van hun
regeering hebben geleefd: veel kamers, allen
met voortbrengselen uit de koloniën propvol
volgestuwd, koud en onbewoond, ongezellig uit
het laatst der vorige eeuw ingericht. Donker
steken de gekanteleerde muren af tegen de
lucht als je van beneden opkijkt naar het fort.
Weer verder, suizend naar beneden en de zee
tegemoet, die van tijd tot tijd helder blauw met
de witte branding vlak bij de kust, te zien is
tusschen de heuvels.
Estoril, de Portugeesche Riviera, komen we
door: hoog boven de andere huizen verrijst het
ultra moderne Casino, met zijn groote rose be-
kleede danszalen, helder roode bars, beige en
groene filmzalen, speelkamers waar onverschil
lige croupiers groene, roode fiches opstrijken,
veel menschen aan alle tafels kansen berekenen
en veel geld verliezen, alles veel grooter opge
zet dan we ons dat in Holland kunnen voorstel
len. De zalen zijn bijna leeg, een enkel paartje
danst, de bar is gevuld met „De Ruyter"-men-
schen, een enkeling onder hen speelt en wint.
De dag voor vertrek: de landingsdivisie
treedt aan, er is een kranslegging bij het graf
van den onbekenden Portugees, gedood in den
wereldoorlog. Voorop de twee Thijssen en twee
Pieten, vervolgens een sectie mariniers en
eenige secties deks- en machinekamerperso-
neel. De belangstelling van het publiek is groot,
allen verdringen zich om op de eerste rij een
plaatsje te bemachtigen. Ceremonieel tenue: de
luitenant van de mariniers met zijn helm, an
dere officieren met steek en epauletten op de
lange jas, onderofficieren en manschappen op
hun paaschbest.
Vertrek: vroeg worden de trossen ingeno
men, een sleepbootje helpt bjj het rondkomen.
Ieder die beneden geen dienst heeft, staat aan
dek; langzaam verdwijnt de kade, de stad.
Front maken voor de twee Portugeesche on
derzeebooten die op de rivier voor anker lig
gen, kijkers zoeken bekende punten op; het
groote radiostation, dat volgens de berichten
de avond te voren is gebombardeerd, met zijn
zeven radiomasten en halverwege zee ligt, is
achter ons gelaten.
We bereiken de zee, het leven van iederen
dag neemt weer zijn gang, we beginnen weer
te kojangen. De dag gaat normaal voorbij, en
kele dolfijnen duiken af en toe vlak bij het
schip boven water, bruinachtige ruggen, een
witte buik, donkere vinnen. Een nieuwe Fran-
sche kruiser loopt ons in den namiddag voorbij,
naar het Noorden koersend: de Montcalm, nog
iets nieuwer dan wijzelf zijn.
Kaap St. Vincent duikt op: met lichtseinen
roepen we den vuurtoren aan: het is nog mid
dag, dus. let men op den vuurtoren nog niet zoo
erg goed op en wordt voorloopig nog niet ge
reageerd op de tallooze Z's die de „De Ruyter"
wegflitst.
Morgen in Tanger: een nieuwe stad, een
nieuwe werelddeel op de reis naar Indië.
(Wordt vervolgd.)
HR. MS. „DE RUYTER".
's-Gravenhage, 25 Jan. Hr. Ms. „De Ruy
ter" is 25 Januari om 8 uur van Tanger ver
trokken.
Zeer groote belangstelling.
Onder zeer groote belangstelling uit univer-
sitairen, politieken en anderen kring is giste
ren op Oud Eik-en-Duinen te Den Haag het
stoffelijk overschot van mr. dr. H. H. A. van
Gybland Oosterhoff ter aarde besteld.
Toespraken in de rouwkapel.
In de rouwkapel, waar de organist gewijde
muziek ten gehoore bracht, trad als eerste
spreker naar voren luitenant-generaal jhr. mr.
W. Röell.
Generaal Röell deelde mede, dat de nabe
staanden van zijn vriend Oosterhoff aan mr.
O. graaf Van Limburg Stirum en aan hem
verzocht hebben, als vrienden uit diens jeugd
en rijpen leeftijd alleen te spreken.
Generaal Roëll herinnerde aan het devies van
de voorouders van dezen echt Nederlandschen
Fries: Christus solus mea rupes. In kinderlijk
vertrouwend geloof heeft hij dit wapendevies
steeds in het hart gedragen.
Trouw was de overledene aan de zijnen, zijn
vrienden, maar boven alles aan zijn vaderland
in en met Oranje.
Voorts repte generaal Roëll van het onver
poosd en onversaagd opkomen voor de eenheid
des rijks en van de liefde en voorspraak van
den overledene voor de rijksweermacht.
Aan al zijn vrienden de taak en de eereschuld
zonder te versagen het werk in zijn geest voort
te zetten en hierbij steeds voor oogen te hou
den het: Christus alleen is mijn rots.
Vervolgens betrad mr. O. graaf Van Lim
burg Stirum, officier van justitie te Arnhem,
het spreekgestoelte. Als een der oudste vrien
den van den overledene sprak hij eenige woor
den ter nagedachtenis.
Aan het graf sprak jhr. mr. W. F. van Len-
nep een 15de eeuwsche begrafenis-liturgie uit
en bad vervolgens het Onze Vader.
Namens de nabestaanden dankte mr. P.
Geradts, penningmeester van het Verbond van
Nationaal Herstel, de aanwezigen voor de be
toonde belangstelling.
Noch steeds hooge vischprijzen.
Ook Maandag waren de vischprijzen aan
den afslag te IJmuiden weer hoog.
Tarbot liep tot 1.70 per kilo en tong tot
1.60. Maar ook de scholprijzen toonden een
zeer hoog beeld. Groote schol van 18.tot
21.50 per 50 kilo; middel schol 20.tot
25.50; zetschol van 31,tot 36.en
kleine schol van 8.50 tot 27.Bot van
12.tot 17.schar van 7.tot 15.
Kleine schelvisch van 18.tot 30.ha
ring 8.50.
We deden een greep uit de meest voorko
mende vischsoorten en er blijkt wel duidelijk
uit hoe hoog de prijzen waren.
De besommingen der schepen waren goed
te noemen, die van de loggers zelfs uitste
kend.
Men heeft vaak te IJmuiden bezwaar ge
had, dat er zooveel loggers te IJmuiden tege
lijk op Maandag aan de markt kwamen, maar
waarschijnlijk zal het oordeel den laatsten
t\jd wel anders zijn, want deze vaartuigen dra
gen belangrijk bij tot den aanvoer, zoodat de
handel althans nog over bepaalde hoeveel
heden visch kan beschikken.
Er was een logger, die 1840.— besom
ming maakte en verscheidene andere kwamen
ver over de duizend gulden.
Hieruit blijkt alweer, dat de z.g. kustvis-
scherij nog van groote beteekenis is voor het
vischbedrijf.
Schade aan behang, gordijnen en
meubilair.
Hedennacht te 2.20 uur werd de politie in
kennis gesteld met het begin van een brand
bij een winkelier in de Middenstraat.
Door middel van het alarmapparaat werd
het personeel gerequireerd, zoodat binnen zeer
korten tijd de benoodigde manschappen aan
wezig waren. Eveneens present waren burge
meester Ritmeester, de heer Dokter, de com
missaris van Politie en inspecteur Schippers.
Hoewel zoowel het slangenwagentje als de
brandspuit beide ter plaatse waren, bleek, dat
het niet noodzakelijk was hiervan gebruik te
maken. Een schoorsteenlooper boven de kachel
had vlam gevat, waarna het vuur zich mede
deelde aan het in de nabijheid zijnde behang,
enkele gordijnen en meubelen. Men kon een
en Einder met emmers water blusschen.
Het bleek een practische oefening geweest
te zijn voor de nieuwe installatie, die haar
waarde voor dergelijke gevallen weder bewe
zen heeft.
Hoewel velen over de stadslijn van de
HRCO gisteravond reeds vernomen hebben, de
verordening van den commissaris van politie
voor wat betreft het verplichte bestrijden van
de gladheid v£in den weg laten wij hier deze
verordening nog eens volgen:
In verband met de thans bestaande glad
heid wordt de burgerij met het oog op de
daaraan verbonden gevaren attent gemaakt
op de algemeene politieverordening, waarin
bepaald is, dat bewoners van perceelen en
beheerders of eigenaars van perceelen ver
plicht zijn bij gladheid de voetstraat of het
trottoirs langs de perceelen met zand, asch
of zout te bestrooien teneinde de veiligheid
van hen, die zich langs den weg moeten be
geven zooveel mogelijk te bevorderen.
Ieder wordt nadrukkelijk verzocht genoem
de verplichting zoo stipt mogelijk na te
komen.
Bij nalatigheid of onwil zal de politie zich
tot haar leedwezen verplicht zien om tot het
opmaken van proces-verbaal over te gaan.
Naar Alkmaar overgebracht.
De minderjarige, welke met een jeugdig
persoon niet nader te noemen handelingen ge
pleegd had, is gisteren in arrest gesteld en
naar Alkmaar overgebracht, waar hij voor
den Kinderrechter zal verschijnen.
Waar is het dieplood?
Bij de politie werd aangifte gedaan door
een schipper van een zich in de Buitenhaven
bevindend visschersvaartuig, dat bij hein ont
vreemd was een dieplood.
Ondeugdelijke melk?
Een ingezetene vervoegde zich Maandag op
het Hoofdbureau van Folitie en deelde mede,
dat men hem z. i. ondeugdelijke melk ver
kocht had. Een tweetal monsters werden op
het Hoofdbureau achtergehouden, welke ter
onderzoek naar den Keuringsdienst van Wa
ren zullen worden gezonden.
Het geval van ontucht.
De verdachte van het geval van ontucht,
hetwelk wij reeds eerder in ons blad ver
meldden, is door de politie aangehouden. Hij
heeft bekend en zal naar Alkmaar worden
overgebracht.
- ooneelvereeniging „U.D.I.", te Den
Burg, zal op Vrijdag 26 Februari a.s., in Pen's
Schouwburgzaal, haar 30-jarig bestaan her
denken, met een uitvoering. Opgevoerd zal dan
worden het blijspel „Muggen om de kaars", door
H. de Wilde. Dat „U.D.I." getoond heeft, in
de lange periode van haar bestaan, iets goeds
te kunnen geven, is meer dan bekend, evenals
het feit, dat haar leden zich steeds bij iedere
voorkomende gelegenheid belangeloos in dienst
der liefdadigheid stelden .„U.D.I." is, zoover ons
bekend is, reeds de tweede tooneelvereeniging
te Den Burg, die dien naam draagt, van de
vroegere vereeniging zijn thans wel geen leden
meer in leven, daar het wel 50 jaren geleden is,
dat zij optrad.
TEXEL, 25 Januari.
De ijzel, die voor voertuigen de wegen Maan
dag zoo goed als onbegaanbaar maakten, door
het gevaar voor uitglijden der paarden, heeft
de markt hier ernstig verstoord; vee-aanvoer
was er weinig, terwijl het marktbezoek uiterst
gering was.
Er werd een zestal kalveren verhandeld.
Nuchtere kalveren brachten ongeveer 10 gul
den, fokkalveren pl.m. 16 gulden op.
De varkens op de boerderij stijgen in prijs
weer een weinig, betaald wordt 21 k 22 cent
per pond. Op de markt kocht men een goede
big voor 9 per stuk. De wolveehandel bestond
uit enkele rammen, prijzen 20 tot 25 per
stuk. De aangevoerde kippen deden ongeveer
0.80.
Op de Eierenveiling waren, doordat de boot
van 10 uur uit Den Helder door den lagen wa
terstand niet kon varen, geen koopers van
elders. De eierenprijs steeg bij vorige week om
streeks 15 cent per 100 stuks.
MARKTBERICHTEN.
TEXEL, 25 Januari.
6 kalveren 8—16; 11 biggen 8—10; 2
rammen 20—25; 16 kippen 0.75—0.85.
TEXEL, 25 Januari.
Aangevoerd 47.890 eieren.
58/62 kg 3.10—3.40; 62/66 kg 3.30—3.60;
66/70 kg 3.50—3.80; 50/56 kg 2.70—3.10,
alles per 100 stuks.
Een nieuwe uitgave van Van Houten.
Wij ontvingen het eerste deel van „Mozaïek",
een keurverzameling in vijf deelen, die zal
verschijnen in de plaats van „Van Houten's
Eigen Tijdschrift", waarvan de uitgave helaas
moest worden gestaakt.
„Mozaïek" bevat een groot aantal belang
wekkende artikelen en boeiende vertellingen,
deels nieuw, deels overgenomen uit vóór 1930
verschenen nummers van „Van Houten's
Eigen Tijdschrift".
Evenals het tijdschrift, zal ook deze keur
verzameling, met haar vele illustraties en
vlotte indeeling bij de cacao-verbruiksters en
verbruikers in den smaak vallen. Beschaafde
reclame met een cultureelen grondslag, zooals
wij gewend zijn van de firma Van Houten te
Weesp.