"AKKERTJES"
lexel
Strenge vorst!
De ijsbaan
is geopend.
Waar gaan we heen
pgfr Ruwe handen
Feuilleton
Donderdag 28 Januari 1937
Heldersche Courant
De koorts daalt onmiddellijk,
De besmetting wordt gestuit,
De ziekte-duur wordt ingekort,
Steeds goede resultaten met:
(AKKER-CACHETS)
Recept van Apotheker Dumont
Visscherij
Correspondentie.
Marineberichten
Hr. Ms. „de Ruyter"
Algiers gepasseerd.
De benoeming van vice-admiraal
J. de Graaff.
Ongeregelde bootdienst*
Burgerlijke Stand van Den Heldet
Opening
sl agers vaktentoonstelling
HET RAADSEL
VAN HET
ONBEWOONBARE TT
OUIS
THEA BLOEMERS
Overal bij Apothekers
en Drogisten 12 stuks in
koker 52 cent, 3 stuks
in zakdoosje 20 cent.
Nederlandsch Fabrikaat
wijzend personeel der Ambachtsschool mogen
wij hier zeker neerschrijven.
Dit was het einde... voorzoover het ten
minste een kijkje betrof d&&r, waar men
gemeenschappelijk opgeleid wordt tot een
bruikbaar werkman, een werkman, met
handen aan z'n lijf, die iets kan presteeren.
De Heldersche Ambachtsschool is een
moderne onderwijs-inrichting, een inrichting,
waar men kosten noch moeite spaart om de
leerlingen dat gene bij te brengen, waar ze in
hun later leven profijt van zullen trekken.
Steeds zijn daar de vergaderingen van het
schoolbestuur, dat in nauw contact staat met
alles wat de school aanbelangt en dat er diep
van doordrongen is, dat hier een reputatie is
op te houden.
Hoewel wij het dagelijksch bestuur in het
algemeen hier noemen, komt het ons voor, dat
een speciaal woord van waardeering hier
zeker niet achterwege mag blijven voor den
ijverigen secretaris, den heer S. Jaring, die
Nog hooge prijzen.
Tong- en tarbotprijzen liepen even terug
aan den IJmuider afslag, maar stonden toch
nog op een hoog peil. Scholprijzen echter
liepen Woensdag weer op en ook de overige
vischprijzen toonden een uitstekend beeld.
De besommingen, vooral van de loggers,
waren dan ook zeer goed.
Dat de prijs van tong en tarbot wat daalde,
vindt wel zijn oorzaak in den maatregel, die
de Vi3scherij-centrale heeft genomen ten op
zichte van het verlangen van uitvoerconsent.
Daar de prijzen van fijne visch den laatsten
tijd zoo hoog waren, zoodat er bij den export
weinig of geen voordeel viel te behalen, heeft
men waarschijnlijk geaarzeld om het toege
stane contingent vol te maken. En om dat wat
te bespoedigen, heeft, naar men veronderstelt,
de Visscherij-centrale ingegrepen en de uit
voervergunningen, voor het restend gedeelte
ter beschikking gesteld van die welke daar
naar vragen. Zij moeten dan inderdaad de
fijnvisch ter beschikking hebben en die ook
uitvoeren. Anders vervalt ook zoo'n dergelijke
vergunning en komt ter beschiking van an
dere gegadigden.
Men veronderstelt, dat er wel exporteurs
zullen zijn, die hiervan gebruik zullen maken,
omdat ze niet zoozeer zullen zien op winst,
dan wel meer om hun klanten niet te ver
liezen.
Misschien kunnen we later hierover nog iets
meer meedeelen.
J. J. S. Uw stukje was voor plaatsing in
aanmerking gekomen, mitshet niet bezij
den de waarheid was. Er is n.1. gisteren op
tal van plaatsen in de stad zand gestrooid,
en het is dus wenschelijk, voor u, in een ge
val als dit, naar de pen grijpt, eerst naar uw
fiets grrijpt en u overtuigt van de waarheid
van uw pennevrucht. Red. Held. Crt.
Storm uit den Oosthoek, met circa
6 graden onder het vriespunt.
Hedenmorgen hebben wij ons nog even
in verbinding gesteld met het Observato
rium aan den Dijk, teneinde in cijfers het
verloop der koude te kunnen aangeven.
De heer Van Dok deelde ons mede, dat
gedurende den nacht de temperatuur vr\j
constant gebleven was en wel 6.8 graden
onder 0. Om 8 uur hedenmorgen bedroeg
de vorst 5.8 onder 0.
Dat het zoo buitengewoon koud is, valt
niet te verwonderen, als men in aanmer
king neemt, dat vanmorgen de wind
kracht nog 8 tot 9 bedroeg, hetgeen over
eenkomt met een snelheid per seconde
van ongeveer 18 tot 21 meter. Deze kracht
is stormsterkte.
Hoewel er geen positieve conclusies zgn
te trekken, mag men wel aannemen, dat
dit barre weer nog wel eenigen tijd zal
aanhouden.
Breede baan van ongeveer 1 km.
Nu het vannacht zoo flink gevroren heeft,
heeft de N.V. „Het Sportpark" uitvoering
kunnen geven aan haar plan om vanmorgen
de ijsbaan aan de Langevliet te openen. Dat
is dan ook om 9 uur geschied, vrijwel in „alle
stilte", want de gure Oostenwind was er de
oorzaak van, dat zich nog geen liefhebbers
hadden aangemeld. Later op den dag, als de
wind wat zal zijn afgenomen, hetgeen volgens
De Bilt zal geschieden, zal de animo echter
wel grooter zijn!
Ofschoon de baan gisteren niet geopend kon
worden, kwamen toch al velen kijken of ze
een baantje konden maken. De bekende Ford
dealer Maarten Smit komt de eer toe, dit jaar
de eerste te zijn geweest, die op een officieele
baan hier ter plaatse de schaatsen onder heeft
gehad.
Vanmorgen hebben we even op de baan
rondgekeken. Het was er bar koud en de man
nen met hun schuiven en schoppen hadden
het dan ook zwaar te verantwoorden. Maar...
zij hebben eer van hun werk, want zij hebben
de baan keurig voor elkaar gekregen.
Er is een breede baan vlak onder den wal
gelegd, ter lengte van circa 1 Kilometer. Aan
de zijde van de werkkeet, die lékker ver
warmd is en waar verkleumde rijders en rijd
sters zich kunnen verwarmen bij het snor
rende potkacheltje, is een apart baantje voor
de schoonrijders aangelegd. Het ijs is hard en
als er een paar menschen een uurtje op ge
reden hebben zijn alle ribbels ongetwijfeld ver
dwenen.
Naar wij vernemen zal, als het eenigszins
mogelijk is, de baan hedenavond verlicht zijn.
's-Gravenhage, 27 Januari.
Bij beschikking van den Minister van Staat,
minister van Defensie a.i., zijn de volgende
plaatsingen gelast:
Met 1 Febr. 1937:
de luitenants ter zee der 2de klasse H. M.
L. F. E. van Oostrom Soede, aanboord Hr.
Ms. Schorpioen; A. N. baron De V03 van
Steenwijk, bij de Marinekazerne te Willems
oord; J. H. Geijs, bjj de Marinekazerne te
Willemsoord.
Met 15 Februari 1937:
de luitenants ter zee der 2e klasse P.
Schotel, bij de Marinekazerne te Willemsoord,
A. G. den Boesterd, bij de Marinekazerne te
Willemsoord, J. A. Agelink van Rentergem,
bij den aanbouw der mijnenvegers te Rotter
dam, A. E. J. Modderman, bij den aanbouw
der mijnenvegers te Rotterdam; de hoofdoffi
cier van den marinestoomvaartdienst der 2e
klasse C. B. Eenhoorn, belast met de functie
van hoofdofficier van den Marinestoomvaart
dienst toegevoegd aan den Commandant der
Marine te Willemsoord.
Met 22 Februari 1937:
de officier-vlieger der 2e kl. J. G. Planten-
ga, bij het Departement van Defensie.
Met 1 Maart 1937:
de luitenant ter zee der le klasse B. J. Vel-
derman, aan boord Hr. Ms. Schorpioen; de
hoofdofficier van den Marinistoomvaartdienst
der 2e kl. D. W. Kwak, bij het Departement
van Defensie.
's-Gravenhage, 27 Januari. Hr. Ms. „De
Ruyter" is 26 Januari om 12 uur, Algiers ge
passeerd.
En de houding van de Neder-
landsche regeering.
Aan het ministerie van buitenlandsche za
ken is op 25 Januari van de zijde van het Vol-
ksnbondssecretariaat onderhands medegedeeld,
dat de gepensionneerde vice-admiraal De
Graaff, behoorde tot degenen, die ernstig in
aanmerking kwamen te worden, aangezocht,
de functie van hooge commissaris te Dantzig
op zich te nemen.
De regeering heeft geen aanleiding gevon
den om ingeval de keuze van den Volken
bondsraad in overeenstemming met de betrok
ken partijen op dezen vlagofficier mocht val
len, zich tegen zoodanige aanwijzing te ver
zetten, maar zij heeft anderzijds niets gedaan
om de benoeming, hetzij van bovengenoemden,
hetzij van eenigen anderen Nederlandschen
candidaat te bevorderen.
De loopbaan van Admiraal De Graaff.
's-Gravenhage, 27 Januari. De gepen
sionneerde vice-admiraal J. de Graaff, die
naar uit Genève gemeld is benoemd zal
worden tot hooge-commissaris van den Vol
kenbond te Dantzig, werd 16 September 1879
te Sommelsdijk geboren.
Op 1 September 1896 kwam hij als adel
borst derde klasse bij het Koninklijk Instituut
voor de Marine. Twee jaar later werd hij be
vorderd tot adelborst tweede klasse en in 1S00
tot adelborst eerste klasse. Vervolgens werd
hij 16 April 1903 benoemd tot luitenant ter
zee tweede klasse, in 1914 bevorderd tot lui
tenant ter zee eerste klasse, 1 October 1923
tot kapitein-luitenant ter zee, in Januari 1929
tot kapitein ter zee, in April 1932 tot schout
bij-nacht en 2 jaren daarna werd hem de
rang van vice-admiraal verleend.
Op verscheidene schepen is de heer De
Graaff in den loop der jaren werkzaam ge
weest. In 1915 werd hij belast met de leiding
van het bureau personeelzaken van den com
mandant der Marine te Willemsoord en in
September 1918 werd hij geplaatst bij de
Hoogere Krijgsschool.
Met ingang van 15 April 1926 werd hij
belast met de betrekking van Chef van
den Staf der Zeemacht in de stelling Den
Helder, welke functie hij tot November
1929 vervulde.
In deze functie heeft hij, uit hoofde van
zijn ambt, veel contact gehad met internatio
nale lichamen. De' buitenlandsche marine-atta-
ché's werden herhaaldelijk door hem ontvan
gen, en ook kreeg hij in die jaren veel bezoek
van scheepsfcouwcommissies. Vervolgens heeft
heeft hij het bevel gehad respectievelijk over
Hr. Ms. „Pelikaan", Hr. Ms. „Sumatra" en
Hr. Ms. „Java".
Op 11 December 1930 werd hem het bevel
over het eskader in Ned.-Indië opgedragen.
In Augustus 1931 werd hij benoemd tot Com
mandant van de Marine te Soerabaja. Na in
het begin van 1932 te zijn gerepatrieerd, werd
de heer De Graaff met ingang van 16 April
1932 benoemd tot Chef van den Marinstaf aan
het Departement van Defensie, welke functie
hij een viertal jaren heeft bekleed. Bij Kon.
besluit van 9 Juni 1936 werd hij eervol uit
die functie ontheven, terwijl hem met ingang
van 1 Juli d.a.v. op zijn verzoek eervol ontslag
uit den zeedienst werd verleend pndej dankbe*
tuiging van de langdurige en gewichtige dien
sten, door hem aan den lande bewezen.
Vice-Admiraal De Graaff is drager van het
eere-teeken Atjeh 19011095, ridder in de
orde van den Nederlandschen Leeuw, com
mandeur in het legioen van eer van Frankrijk
en commandeur in de orde van Oranje-Nassau
met de zwaarden.
Tengevolge van den lagen waterstand, ver
oorzaakt door den feilen Oostenwind, is de
bootverbinding TexelDen Helder zeer onge
regeld. Voor alle zekerheid ligt er een boot
klaar te Den Helder, om, indien een boot
vast zit in de Texelsche haven, toch den
dienst te kunnen vervullen. Gistermorgen kon
de eerste postdienst van Texel niet vervuld
worden, terwijl ook later op den dag niet vol
gens de dienstregeling kon worden gevaren,
Te 4.40 des middags werd de laatste dienst
vervuld.
Natuurhistorisch Museum. Elke week:
eiken Woensdagmiddag van 36 uur, eiken
Zaterdagavond van 7—10 uur, den eersten
Woensdag van elke maand van 810 uur,
den eersten Zondag van elke maand van
35 u.
Donderdag 28 Januari.
Casino, 8.15 u. Amusementsavond Christel,
Marine Belangen Vereeniging.
Vrijdag 29 Januari.
Chr. Militair Tehuis, 8.15 u. Ned. Chr,
Vrouwenbond. Lezing mevr. L. A. Lever-
Brouwer.
Zaterdag 30 Januari.
Militair TehuisSpoorstraat 8 u. „Gysbert
Japicx".
Musis Sacrum, 8 u. Propaganda-feestverga-
dering afd. Centrum der Speeltuinvereeniging
„Den Helder".
Casino, 7.30 u. Bal-Masqué M.S.F.
Zondag 31 Januari.
Casino, 2 u. Afternoon-bal. Dansinstituut
„Mouton".
R. K. Volksbond, 8 u. Propaganda-avond
Maria-vereeniging.
m
Ruwe huid. Schrale lippen
IUROL. verzacht en geneest
Doos 30 en 60 ct. Bij Apothekers en Drogisten.
van 27 Jan. 1937.
ONDERTROUWD: G. J. A. Sweere en M,
Ziemons.
BEVALLEN: M. J. A. SpeekenbrinkCre-
vels, d.; L. SlotBais, z.; A. SigonTen Bo
den,d.; C. A. E. LuijckxVan Koningsbrug-
gen, z.
Het schijnt wel, dat ieder jaar, juist wan
neer de dienstregeling wordt uitgebreidt, door
winter stagnatie in den dienst komt. Ook nu
zal volgens de dienstregeling er a.s. Maandag
weer een dienst bij komen, doch het staat er
nu niet naar, dat die direct Maandag vervuil
kan worden. De dienstregeling zou 1 Febr.
weer zijn: 17.35 van Texel en 18.55 van Den
Helder (alleen op werkdagen).
Oudeschild.
De Slagersvaktentoonstelling, die hier ge
durende drie dagen in hotel „Texel" wordt
gehouden, werd Dinsdagmiddag geopend door
den keurings-veearts, den heer Noordijk. Voor
den heer Noordijk 't woord verkreeg sprak
even de heer Ph. H. v. Westen, die hier den
cursus aan een 9-tal personen heeft gegeven.
Spr. wees daarbij op de betrekkelijk moeilijke
omstandigheden waarop hier den cursus
plaats heeft gehad. Hij wees evenwel daarbij
op 't ernstig streven van de Texelsche slagers
om 't vleesch, een der hoofdbestanddeelen van
't dagelijksch menu, zoo smakelijk mogelijk op
te dienen. De heer v. Westen sprak verder een
hartelijk woord van welkom tot de beide wet
houders dezer gemeente, ook tot 't bestuur
van de Herv. Zusterkring en Middenstands-
vereeniging. En dankte de vertegenwoordigers
van de Texelsche en Heldersche Crt. voor hun
aanwezigheid.
bijna dagelijks de school bezakt.
De Heldersche Ambachtsschool staat te
goeder naam en faam bekend in Den
Helder.
Maar ook daarbuiten, overal waar in
ons land industrie gevonden wordt, daar
vindt men de jongens van de Heldersche
Ambachtsschool.
Ook in het buitenland bij wereldconcerns
vonden er verscheidene emplooy. Hierop
kan de school met recht trots zijn.
Met een dergelijk schoolbestuur en een
dergelijke staf leeraren twijfelen wij er
niet aan, of deze zoo zeer gunstige repu
tatie zal zich nog gedurende lange jaren
bestendigen.
(Slot.)
Naar het Eogelsch bewerkt door
3)
HOOFDSTUK I.
„Precies", zei mijnheer Berry, „precies".
George Forsham die tegenover hem zat,
droogde met een vloeiblad z(jn handteekening
en gaf het papier zwijgend en met gefronste
wenkbrauwen aan den heer Berry.
,,'t Is naturlijk een erg scheeve positie",
sprak George Forsham. „Maar dat zal ons
niet helpen om... eh... het huis te verhuren."
„Staat het dan al zoo lang leeg?" vroeg de
notaris.
De deftige cliënt keek bedenkelijk.
„Sinds mijn tante Georgina gestorven is,
dat is vier jaar geleden. Ik besloot het
kasteel en de villa beide te verhuren, en dat
kostte geen moeite. Bronson huurde het
kasteel en op de villa kwamen de dames Tul-
kinghorn, heel rustige, nette bewoners.
Maar toen ze er veertien dagen woonden,
vertrokken ze weer; zei zeiden, dat het er
spookte."
„Oude dames hebben wel eens last van ze
nuwen", merkte de heer Berry op.
George Forsham fronste de wenkbrauwen
nog meer.
„Hun overhaast vertrek maakte een heel
slechten indruk. Het huis is na dien tijd nog
tweemaal verhuurd, maar den eersten keer
was^ het maar twee dagen bewoond, den
tweeden keer nauwelijks vier en twintig uur.
Telkens kwam dat malle gerucht weer boven,
dat het er spookte. Hebt u ooit zoo'n onzin
gehoord, mijnheer Berry? Het huis, waar mijn
grootmoeder in gewoond heeft, waar tante
Georgina en tante Harriet hun heele leven
hebben doorgebracht... vrouwen met gezond
verstand... 't Is ongelooflijk!"
„Hebt u 't er zelf wel eens geprobeerd?"
informeerde de heer Berry,
„Maar waarde heer, ik kan er geen dienst
bode of bediende naar tbe krijgen! Er loopen
in het dorp allerlei belachelijke praatjes,
geen mensch zou er willen slapen, al bood je
hem een fortuin. Mijn broer Julian en ik zijn
er een paar nachten geweest, toen hij den
laatsten keer thuis was, We zagen natuurlijk
niets. Maar dat hielp de praatjes de wereld
niet uit. Integendeel. De dorpelingen beweren,
dat de spoken een Forsham nooit iets zullen
doen... omdat 't zelf Forshams zijn!"
De cliënt lachte even, schoof zijn stoel ach
teruit en stond op.
„U noemde zooeven uw broer Julian", zei
de heer Berry, eveneens opstaand. „Volgens
de „Times" is hij in Italië, maar ik meen
toch stellig hem vanmorgen op 't Embark-
ment gezien te hebben. Ik wilde hem niet aan
spreken, maar ik had toch graag, dat hij me
een half uurtje tyd gaf, ik zal zorgen dat
er geen reporters in de buurt zijn".
George Forsham deed verstrooid. Hij keek
over den notaris heen en mompelde: „Ja... o,
juist." Toen ging hij naar de deur. Met den
knop in de hand bleef hij staan en zei:
„Om nu nog even terug te komen op dat...
eh... voorstel. Ik voel het als een smaad voor
de familie, dat de villa leeg staat. Als u
iemand kunt vinden, die als een geschikte
huurder kan worden beschouwd dat wil
zeggen iemand van goede familie dan be
taal ik dien persoon tweehonderd pond, mits
hij een half jaar op de villa blijft wonen, zoo
dat er aan die malle geruchten een einde
komt. Als hij vóór dien tijd vertrekt, moet hij
't geld terugbetalen. U moet maar zien, dat
u daar voldoende waarborg voor krijgt. Maar
dat laat ik allemaal met een gerust hart aan
u over. Ik zie j nog wel, voor ik vertrek."
„Ja, Vrijdag," antwoordde mijnheer Berry,
de hand die hem werd toegestoken, druk
kend. „U gaat toch eerst Maandag weg, niet
waar? U zult daarginds in Nieuw-Zeeland
wel meer zon te zien krijgen dan hier. Tot
ziens dus, en de groeten aan uw broer, als
hij tenminste niet in Italië is!"
George Forsham keerde zich om en ging.
Hij passeerde de wachtkamer, en keek vluch
tig naar een dame, die voor het raam stond.
Hij was te boos om eenige notitie van haar te
nemen, boos op Berry, die hem naar Julian
gevraagd had, en op Julian zelf, die hem in
zoo'n lastige positie gebracht had.
Zoodra hij de voordeur uit was, kwam
mijnheer Berry uit zijn kantoor. De dame aan
het raam keerde zich om en stak hem beide
handen toe.
„Beste mevrouw Grey", sprak de notaris,
„neemt u mij niet kwalijk, dat ik u moest
laten wachten! Onder ons gezegd, ik had
nogal een lastig heerschap bij me."
Lachend ging Amabel de andere kamer bin
nen. ,,'t Was George Forsham, nietwaar?"
vroeg ze, toen ze gezeten was.
„Kent u hem
Weer lachte Amabel en mijnheer Berry
vond dat zij er charmanter uitzag, jonger
dan gewoonlijk en opgewekter.
„H(j zou mij niet herkennen," zei ze. „Ik
heb hem jaren en jaren geleden ontmoet,
toen hij nog student was. Ik vond hem nogal
vervelend. Maar ik stel hoegenaamd geen be
lang in. George Forsham, hoewel dat huis van
hem mij bijzonder interesseert. Ik kon het
heusch niet helpen, dat ik iets hoorde... hij
trok de deur open en toen zei hij een paar
dingen... toe, vertelt u me er alles van, mijn
heer Berry."
„Maar mevrouw Grey!" schertste de heer
heer Berry. ,,Ik sta verbaasd over u! Wat
een vraag! Het vertrouwen van een cliënt...
„Ja vreeselijk, hè?" lachte Amabel. Maar
als menschen geheimen vertellen, met open
deuren... ofschoon, 't is niet eens een geheim.
Hij vroeg, of u een huurder voor zijn huis wou
zoeken. Welnu, u is daarin geslaagd, - ik
wil dat huis huren."
,,U?" riep de notaris verbaasd uit. „Maar u
hebt zelf een huis en..."
„Mijn eigen huis verhuur ik. Clilde Lee
wil het direct hebben."
Ze lachte hem toen toe en vervolgde op
ernstigen toon:
„Mijnheer Berry. ik heb die tweehonderd
pond noodig."
De notaris fronste de wenkbrauwen en
trommelde op de tafel.
„Mevrouw Grey, u weet dat uw man mjjn
beste vriend was. Als ik u van dienst kan
zijn..."
„U bent een echte vriend," antwoordde ze.
„Als ik van iemand leenen kon, zou 't van
u z(jn. Maar ik kan het niet zoo ben ik nu
eenmaal. Ik zou niet weten, hoe ik 't terug
moest geven, en ik zou er dag en nacht over
tobben. Begrijpt u?"
Ze keek hem aan met een blik, die hem
altjjd het gevoel gaf, als stond hij aan den
rand van een lokkenden afgrond. Hij was een
verstokt vrijgezel, hjj had nog nooit een
vrouw gevraagd maar ééns per jaar, als
Amabel Grey tegenover hem zat en tegen
hem glimlachte, voelde hij zich in gevaar.
,,'t Is heel vriendelijk van u", vervolgde
Amabel, „maar ik wil het geld liever verdie
nen. 't Is toch waar, dat hij tweehonderd
pond geven wil, als iemand een half jaar op
de villa bhjft wonen?"
„Ja, beaamde de heer Berry, maar..."
„Er is geen maar, ik ben de huurder. Ik
kwam juist hier om te vragen, of u niets
wist, waarmee ik tweehonderd pond verdienen
kon! U zult een goed woordje voor me doen,
nietwaar?"
„Het is werkelijk niets voor u," zei de no
taris met een ernstig gezicht. „Er schijnt
daar iets niet pluis te zijn... er loopen geruch
ten over spoken de huurders nemen over
haast de vlucht... 't is nog eigenaardig..."
„Het zal wel niet zoo erg zijn," meende
Amabel. „En ik begrijp best dat ik die twee
honderd pond niet cadeau krijg, vooral niet
van George Forsham!"
„Ik zou het u beslist afraden", hernam de
heer Berry. „Het huis heeft een slechten
naam."
„Vroeger toch niet!" zei mevrouw Grey.
„Ik ben met de Berkeley's op Forsham ge-
weest, toen ik eeen jong meisje was. Toen
woonden de twee oude dames Forsham op de
villa heel lieve menschen. En het was een
een prettig, zonnig huis. Wat 'n idee... spo
ken! Zit er nog een geschiedenis aan vast?"
„Dat niet bepaald", gaf de notaris ten ant
woord. „De huurders vluchten stuk voor stuk
en ze beweren bij hoog en laag, dat het er
spookt. In het dorp gaan natuurlijk allerlei
praatjes. Mijnheer George en zijn broer heb
ben er eens een paar nachten gelogeerd, maar
ze hebben niets gehoord of gezien."
(Wordt vervolgd.)