"AKKERTJES" lexel Strenge vorst! De ijsbaan is geopend. Waar gaan we heen pgfr Ruwe handen Feuilleton Donderdag 28 Januari 1937 Heldersche Courant De koorts daalt onmiddellijk, De besmetting wordt gestuit, De ziekte-duur wordt ingekort, Steeds goede resultaten met: (AKKER-CACHETS) Recept van Apotheker Dumont Visscherij Correspondentie. Marineberichten Hr. Ms. „de Ruyter" Algiers gepasseerd. De benoeming van vice-admiraal J. de Graaff. Ongeregelde bootdienst* Burgerlijke Stand van Den Heldet Opening sl agers vaktentoonstelling HET RAADSEL VAN HET ONBEWOONBARE TT OUIS THEA BLOEMERS Overal bij Apothekers en Drogisten 12 stuks in koker 52 cent, 3 stuks in zakdoosje 20 cent. Nederlandsch Fabrikaat wijzend personeel der Ambachtsschool mogen wij hier zeker neerschrijven. Dit was het einde... voorzoover het ten minste een kijkje betrof d&&r, waar men gemeenschappelijk opgeleid wordt tot een bruikbaar werkman, een werkman, met handen aan z'n lijf, die iets kan presteeren. De Heldersche Ambachtsschool is een moderne onderwijs-inrichting, een inrichting, waar men kosten noch moeite spaart om de leerlingen dat gene bij te brengen, waar ze in hun later leven profijt van zullen trekken. Steeds zijn daar de vergaderingen van het schoolbestuur, dat in nauw contact staat met alles wat de school aanbelangt en dat er diep van doordrongen is, dat hier een reputatie is op te houden. Hoewel wij het dagelijksch bestuur in het algemeen hier noemen, komt het ons voor, dat een speciaal woord van waardeering hier zeker niet achterwege mag blijven voor den ijverigen secretaris, den heer S. Jaring, die Nog hooge prijzen. Tong- en tarbotprijzen liepen even terug aan den IJmuider afslag, maar stonden toch nog op een hoog peil. Scholprijzen echter liepen Woensdag weer op en ook de overige vischprijzen toonden een uitstekend beeld. De besommingen, vooral van de loggers, waren dan ook zeer goed. Dat de prijs van tong en tarbot wat daalde, vindt wel zijn oorzaak in den maatregel, die de Vi3scherij-centrale heeft genomen ten op zichte van het verlangen van uitvoerconsent. Daar de prijzen van fijne visch den laatsten tijd zoo hoog waren, zoodat er bij den export weinig of geen voordeel viel te behalen, heeft men waarschijnlijk geaarzeld om het toege stane contingent vol te maken. En om dat wat te bespoedigen, heeft, naar men veronderstelt, de Visscherij-centrale ingegrepen en de uit voervergunningen, voor het restend gedeelte ter beschikking gesteld van die welke daar naar vragen. Zij moeten dan inderdaad de fijnvisch ter beschikking hebben en die ook uitvoeren. Anders vervalt ook zoo'n dergelijke vergunning en komt ter beschiking van an dere gegadigden. Men veronderstelt, dat er wel exporteurs zullen zijn, die hiervan gebruik zullen maken, omdat ze niet zoozeer zullen zien op winst, dan wel meer om hun klanten niet te ver liezen. Misschien kunnen we later hierover nog iets meer meedeelen. J. J. S. Uw stukje was voor plaatsing in aanmerking gekomen, mitshet niet bezij den de waarheid was. Er is n.1. gisteren op tal van plaatsen in de stad zand gestrooid, en het is dus wenschelijk, voor u, in een ge val als dit, naar de pen grijpt, eerst naar uw fiets grrijpt en u overtuigt van de waarheid van uw pennevrucht. Red. Held. Crt. Storm uit den Oosthoek, met circa 6 graden onder het vriespunt. Hedenmorgen hebben wij ons nog even in verbinding gesteld met het Observato rium aan den Dijk, teneinde in cijfers het verloop der koude te kunnen aangeven. De heer Van Dok deelde ons mede, dat gedurende den nacht de temperatuur vr\j constant gebleven was en wel 6.8 graden onder 0. Om 8 uur hedenmorgen bedroeg de vorst 5.8 onder 0. Dat het zoo buitengewoon koud is, valt niet te verwonderen, als men in aanmer king neemt, dat vanmorgen de wind kracht nog 8 tot 9 bedroeg, hetgeen over eenkomt met een snelheid per seconde van ongeveer 18 tot 21 meter. Deze kracht is stormsterkte. Hoewel er geen positieve conclusies zgn te trekken, mag men wel aannemen, dat dit barre weer nog wel eenigen tijd zal aanhouden. Breede baan van ongeveer 1 km. Nu het vannacht zoo flink gevroren heeft, heeft de N.V. „Het Sportpark" uitvoering kunnen geven aan haar plan om vanmorgen de ijsbaan aan de Langevliet te openen. Dat is dan ook om 9 uur geschied, vrijwel in „alle stilte", want de gure Oostenwind was er de oorzaak van, dat zich nog geen liefhebbers hadden aangemeld. Later op den dag, als de wind wat zal zijn afgenomen, hetgeen volgens De Bilt zal geschieden, zal de animo echter wel grooter zijn! Ofschoon de baan gisteren niet geopend kon worden, kwamen toch al velen kijken of ze een baantje konden maken. De bekende Ford dealer Maarten Smit komt de eer toe, dit jaar de eerste te zijn geweest, die op een officieele baan hier ter plaatse de schaatsen onder heeft gehad. Vanmorgen hebben we even op de baan rondgekeken. Het was er bar koud en de man nen met hun schuiven en schoppen hadden het dan ook zwaar te verantwoorden. Maar... zij hebben eer van hun werk, want zij hebben de baan keurig voor elkaar gekregen. Er is een breede baan vlak onder den wal gelegd, ter lengte van circa 1 Kilometer. Aan de zijde van de werkkeet, die lékker ver warmd is en waar verkleumde rijders en rijd sters zich kunnen verwarmen bij het snor rende potkacheltje, is een apart baantje voor de schoonrijders aangelegd. Het ijs is hard en als er een paar menschen een uurtje op ge reden hebben zijn alle ribbels ongetwijfeld ver dwenen. Naar wij vernemen zal, als het eenigszins mogelijk is, de baan hedenavond verlicht zijn. 's-Gravenhage, 27 Januari. Bij beschikking van den Minister van Staat, minister van Defensie a.i., zijn de volgende plaatsingen gelast: Met 1 Febr. 1937: de luitenants ter zee der 2de klasse H. M. L. F. E. van Oostrom Soede, aanboord Hr. Ms. Schorpioen; A. N. baron De V03 van Steenwijk, bij de Marinekazerne te Willems oord; J. H. Geijs, bjj de Marinekazerne te Willemsoord. Met 15 Februari 1937: de luitenants ter zee der 2e klasse P. Schotel, bij de Marinekazerne te Willemsoord, A. G. den Boesterd, bij de Marinekazerne te Willemsoord, J. A. Agelink van Rentergem, bij den aanbouw der mijnenvegers te Rotter dam, A. E. J. Modderman, bij den aanbouw der mijnenvegers te Rotterdam; de hoofdoffi cier van den marinestoomvaartdienst der 2e klasse C. B. Eenhoorn, belast met de functie van hoofdofficier van den Marinestoomvaart dienst toegevoegd aan den Commandant der Marine te Willemsoord. Met 22 Februari 1937: de officier-vlieger der 2e kl. J. G. Planten- ga, bij het Departement van Defensie. Met 1 Maart 1937: de luitenant ter zee der le klasse B. J. Vel- derman, aan boord Hr. Ms. Schorpioen; de hoofdofficier van den Marinistoomvaartdienst der 2e kl. D. W. Kwak, bij het Departement van Defensie. 's-Gravenhage, 27 Januari. Hr. Ms. „De Ruyter" is 26 Januari om 12 uur, Algiers ge passeerd. En de houding van de Neder- landsche regeering. Aan het ministerie van buitenlandsche za ken is op 25 Januari van de zijde van het Vol- ksnbondssecretariaat onderhands medegedeeld, dat de gepensionneerde vice-admiraal De Graaff, behoorde tot degenen, die ernstig in aanmerking kwamen te worden, aangezocht, de functie van hooge commissaris te Dantzig op zich te nemen. De regeering heeft geen aanleiding gevon den om ingeval de keuze van den Volken bondsraad in overeenstemming met de betrok ken partijen op dezen vlagofficier mocht val len, zich tegen zoodanige aanwijzing te ver zetten, maar zij heeft anderzijds niets gedaan om de benoeming, hetzij van bovengenoemden, hetzij van eenigen anderen Nederlandschen candidaat te bevorderen. De loopbaan van Admiraal De Graaff. 's-Gravenhage, 27 Januari. De gepen sionneerde vice-admiraal J. de Graaff, die naar uit Genève gemeld is benoemd zal worden tot hooge-commissaris van den Vol kenbond te Dantzig, werd 16 September 1879 te Sommelsdijk geboren. Op 1 September 1896 kwam hij als adel borst derde klasse bij het Koninklijk Instituut voor de Marine. Twee jaar later werd hij be vorderd tot adelborst tweede klasse en in 1S00 tot adelborst eerste klasse. Vervolgens werd hij 16 April 1903 benoemd tot luitenant ter zee tweede klasse, in 1914 bevorderd tot lui tenant ter zee eerste klasse, 1 October 1923 tot kapitein-luitenant ter zee, in Januari 1929 tot kapitein ter zee, in April 1932 tot schout bij-nacht en 2 jaren daarna werd hem de rang van vice-admiraal verleend. Op verscheidene schepen is de heer De Graaff in den loop der jaren werkzaam ge weest. In 1915 werd hij belast met de leiding van het bureau personeelzaken van den com mandant der Marine te Willemsoord en in September 1918 werd hij geplaatst bij de Hoogere Krijgsschool. Met ingang van 15 April 1926 werd hij belast met de betrekking van Chef van den Staf der Zeemacht in de stelling Den Helder, welke functie hij tot November 1929 vervulde. In deze functie heeft hij, uit hoofde van zijn ambt, veel contact gehad met internatio nale lichamen. De' buitenlandsche marine-atta- ché's werden herhaaldelijk door hem ontvan gen, en ook kreeg hij in die jaren veel bezoek van scheepsfcouwcommissies. Vervolgens heeft heeft hij het bevel gehad respectievelijk over Hr. Ms. „Pelikaan", Hr. Ms. „Sumatra" en Hr. Ms. „Java". Op 11 December 1930 werd hem het bevel over het eskader in Ned.-Indië opgedragen. In Augustus 1931 werd hij benoemd tot Com mandant van de Marine te Soerabaja. Na in het begin van 1932 te zijn gerepatrieerd, werd de heer De Graaff met ingang van 16 April 1932 benoemd tot Chef van den Marinstaf aan het Departement van Defensie, welke functie hij een viertal jaren heeft bekleed. Bij Kon. besluit van 9 Juni 1936 werd hij eervol uit die functie ontheven, terwijl hem met ingang van 1 Juli d.a.v. op zijn verzoek eervol ontslag uit den zeedienst werd verleend pndej dankbe* tuiging van de langdurige en gewichtige dien sten, door hem aan den lande bewezen. Vice-Admiraal De Graaff is drager van het eere-teeken Atjeh 19011095, ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw, com mandeur in het legioen van eer van Frankrijk en commandeur in de orde van Oranje-Nassau met de zwaarden. Tengevolge van den lagen waterstand, ver oorzaakt door den feilen Oostenwind, is de bootverbinding TexelDen Helder zeer onge regeld. Voor alle zekerheid ligt er een boot klaar te Den Helder, om, indien een boot vast zit in de Texelsche haven, toch den dienst te kunnen vervullen. Gistermorgen kon de eerste postdienst van Texel niet vervuld worden, terwijl ook later op den dag niet vol gens de dienstregeling kon worden gevaren, Te 4.40 des middags werd de laatste dienst vervuld. Natuurhistorisch Museum. Elke week: eiken Woensdagmiddag van 36 uur, eiken Zaterdagavond van 7—10 uur, den eersten Woensdag van elke maand van 810 uur, den eersten Zondag van elke maand van 35 u. Donderdag 28 Januari. Casino, 8.15 u. Amusementsavond Christel, Marine Belangen Vereeniging. Vrijdag 29 Januari. Chr. Militair Tehuis, 8.15 u. Ned. Chr, Vrouwenbond. Lezing mevr. L. A. Lever- Brouwer. Zaterdag 30 Januari. Militair TehuisSpoorstraat 8 u. „Gysbert Japicx". Musis Sacrum, 8 u. Propaganda-feestverga- dering afd. Centrum der Speeltuinvereeniging „Den Helder". Casino, 7.30 u. Bal-Masqué M.S.F. Zondag 31 Januari. Casino, 2 u. Afternoon-bal. Dansinstituut „Mouton". R. K. Volksbond, 8 u. Propaganda-avond Maria-vereeniging. m Ruwe huid. Schrale lippen IUROL. verzacht en geneest Doos 30 en 60 ct. Bij Apothekers en Drogisten. van 27 Jan. 1937. ONDERTROUWD: G. J. A. Sweere en M, Ziemons. BEVALLEN: M. J. A. SpeekenbrinkCre- vels, d.; L. SlotBais, z.; A. SigonTen Bo den,d.; C. A. E. LuijckxVan Koningsbrug- gen, z. Het schijnt wel, dat ieder jaar, juist wan neer de dienstregeling wordt uitgebreidt, door winter stagnatie in den dienst komt. Ook nu zal volgens de dienstregeling er a.s. Maandag weer een dienst bij komen, doch het staat er nu niet naar, dat die direct Maandag vervuil kan worden. De dienstregeling zou 1 Febr. weer zijn: 17.35 van Texel en 18.55 van Den Helder (alleen op werkdagen). Oudeschild. De Slagersvaktentoonstelling, die hier ge durende drie dagen in hotel „Texel" wordt gehouden, werd Dinsdagmiddag geopend door den keurings-veearts, den heer Noordijk. Voor den heer Noordijk 't woord verkreeg sprak even de heer Ph. H. v. Westen, die hier den cursus aan een 9-tal personen heeft gegeven. Spr. wees daarbij op de betrekkelijk moeilijke omstandigheden waarop hier den cursus plaats heeft gehad. Hij wees evenwel daarbij op 't ernstig streven van de Texelsche slagers om 't vleesch, een der hoofdbestanddeelen van 't dagelijksch menu, zoo smakelijk mogelijk op te dienen. De heer v. Westen sprak verder een hartelijk woord van welkom tot de beide wet houders dezer gemeente, ook tot 't bestuur van de Herv. Zusterkring en Middenstands- vereeniging. En dankte de vertegenwoordigers van de Texelsche en Heldersche Crt. voor hun aanwezigheid. bijna dagelijks de school bezakt. De Heldersche Ambachtsschool staat te goeder naam en faam bekend in Den Helder. Maar ook daarbuiten, overal waar in ons land industrie gevonden wordt, daar vindt men de jongens van de Heldersche Ambachtsschool. Ook in het buitenland bij wereldconcerns vonden er verscheidene emplooy. Hierop kan de school met recht trots zijn. Met een dergelijk schoolbestuur en een dergelijke staf leeraren twijfelen wij er niet aan, of deze zoo zeer gunstige repu tatie zal zich nog gedurende lange jaren bestendigen. (Slot.) Naar het Eogelsch bewerkt door 3) HOOFDSTUK I. „Precies", zei mijnheer Berry, „precies". George Forsham die tegenover hem zat, droogde met een vloeiblad z(jn handteekening en gaf het papier zwijgend en met gefronste wenkbrauwen aan den heer Berry. ,,'t Is naturlijk een erg scheeve positie", sprak George Forsham. „Maar dat zal ons niet helpen om... eh... het huis te verhuren." „Staat het dan al zoo lang leeg?" vroeg de notaris. De deftige cliënt keek bedenkelijk. „Sinds mijn tante Georgina gestorven is, dat is vier jaar geleden. Ik besloot het kasteel en de villa beide te verhuren, en dat kostte geen moeite. Bronson huurde het kasteel en op de villa kwamen de dames Tul- kinghorn, heel rustige, nette bewoners. Maar toen ze er veertien dagen woonden, vertrokken ze weer; zei zeiden, dat het er spookte." „Oude dames hebben wel eens last van ze nuwen", merkte de heer Berry op. George Forsham fronste de wenkbrauwen nog meer. „Hun overhaast vertrek maakte een heel slechten indruk. Het huis is na dien tijd nog tweemaal verhuurd, maar den eersten keer was^ het maar twee dagen bewoond, den tweeden keer nauwelijks vier en twintig uur. Telkens kwam dat malle gerucht weer boven, dat het er spookte. Hebt u ooit zoo'n onzin gehoord, mijnheer Berry? Het huis, waar mijn grootmoeder in gewoond heeft, waar tante Georgina en tante Harriet hun heele leven hebben doorgebracht... vrouwen met gezond verstand... 't Is ongelooflijk!" „Hebt u 't er zelf wel eens geprobeerd?" informeerde de heer Berry, „Maar waarde heer, ik kan er geen dienst bode of bediende naar tbe krijgen! Er loopen in het dorp allerlei belachelijke praatjes, geen mensch zou er willen slapen, al bood je hem een fortuin. Mijn broer Julian en ik zijn er een paar nachten geweest, toen hij den laatsten keer thuis was, We zagen natuurlijk niets. Maar dat hielp de praatjes de wereld niet uit. Integendeel. De dorpelingen beweren, dat de spoken een Forsham nooit iets zullen doen... omdat 't zelf Forshams zijn!" De cliënt lachte even, schoof zijn stoel ach teruit en stond op. „U noemde zooeven uw broer Julian", zei de heer Berry, eveneens opstaand. „Volgens de „Times" is hij in Italië, maar ik meen toch stellig hem vanmorgen op 't Embark- ment gezien te hebben. Ik wilde hem niet aan spreken, maar ik had toch graag, dat hij me een half uurtje tyd gaf, ik zal zorgen dat er geen reporters in de buurt zijn". George Forsham deed verstrooid. Hij keek over den notaris heen en mompelde: „Ja... o, juist." Toen ging hij naar de deur. Met den knop in de hand bleef hij staan en zei: „Om nu nog even terug te komen op dat... eh... voorstel. Ik voel het als een smaad voor de familie, dat de villa leeg staat. Als u iemand kunt vinden, die als een geschikte huurder kan worden beschouwd dat wil zeggen iemand van goede familie dan be taal ik dien persoon tweehonderd pond, mits hij een half jaar op de villa blijft wonen, zoo dat er aan die malle geruchten een einde komt. Als hij vóór dien tijd vertrekt, moet hij 't geld terugbetalen. U moet maar zien, dat u daar voldoende waarborg voor krijgt. Maar dat laat ik allemaal met een gerust hart aan u over. Ik zie j nog wel, voor ik vertrek." „Ja, Vrijdag," antwoordde mijnheer Berry, de hand die hem werd toegestoken, druk kend. „U gaat toch eerst Maandag weg, niet waar? U zult daarginds in Nieuw-Zeeland wel meer zon te zien krijgen dan hier. Tot ziens dus, en de groeten aan uw broer, als hij tenminste niet in Italië is!" George Forsham keerde zich om en ging. Hij passeerde de wachtkamer, en keek vluch tig naar een dame, die voor het raam stond. Hij was te boos om eenige notitie van haar te nemen, boos op Berry, die hem naar Julian gevraagd had, en op Julian zelf, die hem in zoo'n lastige positie gebracht had. Zoodra hij de voordeur uit was, kwam mijnheer Berry uit zijn kantoor. De dame aan het raam keerde zich om en stak hem beide handen toe. „Beste mevrouw Grey", sprak de notaris, „neemt u mij niet kwalijk, dat ik u moest laten wachten! Onder ons gezegd, ik had nogal een lastig heerschap bij me." Lachend ging Amabel de andere kamer bin nen. ,,'t Was George Forsham, nietwaar?" vroeg ze, toen ze gezeten was. „Kent u hem Weer lachte Amabel en mijnheer Berry vond dat zij er charmanter uitzag, jonger dan gewoonlijk en opgewekter. „H(j zou mij niet herkennen," zei ze. „Ik heb hem jaren en jaren geleden ontmoet, toen hij nog student was. Ik vond hem nogal vervelend. Maar ik stel hoegenaamd geen be lang in. George Forsham, hoewel dat huis van hem mij bijzonder interesseert. Ik kon het heusch niet helpen, dat ik iets hoorde... hij trok de deur open en toen zei hij een paar dingen... toe, vertelt u me er alles van, mijn heer Berry." „Maar mevrouw Grey!" schertste de heer heer Berry. ,,Ik sta verbaasd over u! Wat een vraag! Het vertrouwen van een cliënt... „Ja vreeselijk, hè?" lachte Amabel. Maar als menschen geheimen vertellen, met open deuren... ofschoon, 't is niet eens een geheim. Hij vroeg, of u een huurder voor zijn huis wou zoeken. Welnu, u is daarin geslaagd, - ik wil dat huis huren." ,,U?" riep de notaris verbaasd uit. „Maar u hebt zelf een huis en..." „Mijn eigen huis verhuur ik. Clilde Lee wil het direct hebben." Ze lachte hem toen toe en vervolgde op ernstigen toon: „Mijnheer Berry. ik heb die tweehonderd pond noodig." De notaris fronste de wenkbrauwen en trommelde op de tafel. „Mevrouw Grey, u weet dat uw man mjjn beste vriend was. Als ik u van dienst kan zijn..." „U bent een echte vriend," antwoordde ze. „Als ik van iemand leenen kon, zou 't van u z(jn. Maar ik kan het niet zoo ben ik nu eenmaal. Ik zou niet weten, hoe ik 't terug moest geven, en ik zou er dag en nacht over tobben. Begrijpt u?" Ze keek hem aan met een blik, die hem altjjd het gevoel gaf, als stond hij aan den rand van een lokkenden afgrond. Hij was een verstokt vrijgezel, hjj had nog nooit een vrouw gevraagd maar ééns per jaar, als Amabel Grey tegenover hem zat en tegen hem glimlachte, voelde hij zich in gevaar. ,,'t Is heel vriendelijk van u", vervolgde Amabel, „maar ik wil het geld liever verdie nen. 't Is toch waar, dat hij tweehonderd pond geven wil, als iemand een half jaar op de villa bhjft wonen?" „Ja, beaamde de heer Berry, maar..." „Er is geen maar, ik ben de huurder. Ik kwam juist hier om te vragen, of u niets wist, waarmee ik tweehonderd pond verdienen kon! U zult een goed woordje voor me doen, nietwaar?" „Het is werkelijk niets voor u," zei de no taris met een ernstig gezicht. „Er schijnt daar iets niet pluis te zijn... er loopen geruch ten over spoken de huurders nemen over haast de vlucht... 't is nog eigenaardig..." „Het zal wel niet zoo erg zijn," meende Amabel. „En ik begrijp best dat ik die twee honderd pond niet cadeau krijg, vooral niet van George Forsham!" „Ik zou het u beslist afraden", hernam de heer Berry. „Het huis heeft een slechten naam." „Vroeger toch niet!" zei mevrouw Grey. „Ik ben met de Berkeley's op Forsham ge- weest, toen ik eeen jong meisje was. Toen woonden de twee oude dames Forsham op de villa heel lieve menschen. En het was een een prettig, zonnig huis. Wat 'n idee... spo ken! Zit er nog een geschiedenis aan vast?" „Dat niet bepaald", gaf de notaris ten ant woord. „De huurders vluchten stuk voor stuk en ze beweren bij hoog en laag, dat het er spookt. In het dorp gaan natuurlijk allerlei praatjes. Mijnheer George en zijn broer heb ben er eens een paar nachten gelogeerd, maar ze hebben niets gehoord of gezien." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 6