Stadsnieuws
Hu
Gemeenteraad
VELTHUIJS
De „Boltha 1937
Klankenparade.
Jan Bijl.-
VAN HOUTEN'S
KLM-REEPEN
Waar gaan we heen?
Feuilleton
Ponderdag 4 Februari 1937
Tweede Blad
Nieuwe Tehuis-concierge
GOEDKOOPE PASSAGE
NAAR INDIË
Stoomv. Mij. „NEDERLAND"
Prijzenswaardig samengaan
van handelaren en kweekers
Cabaret van het goede soort.
Propaganda-feestavond van dc
Heldersche Burgerwacht.
HET RAADSEL
ONBEWOONBARE
IS
Aan de Gem. Universiteit te Amsterdam
is tot arts bevorderd onze stadgenoote mei
Diny Mulders. J
Voor het diploma Machineschrijven
slaagden aan het Instituut „Mercurius"
Loodsgracht 72, J. Kreukniet en J. Planken'
leerlingen van bovengenoemd Instituut.
Weer één van de oude garde heengegaan!
En één der besten.
„Oome Jan'zooals hij in de wandeling aan
den buitenkant werd genoemd, was daar een
gerespecteerde figuur.
Niemand daar, die geen achting had voor
„Oome Jan".
Niet, dat hij daar moeite voor deed, want
uiterlijk vertoon was hem vreemd. Maar, om
dat hij de innerlijke eigenschappen bezat, die
maakten, dat er respect ontstond.
Groot was hij als redder, maar groot was hij
ook als mensch.
Wie zijn oor te luisteren legde aan den bui
tenkant, kan daarvan nu en dan staaltjes op
vangen, die hem stempelden tot een man van
karakter structuur.
Wie, daar in het zeemanskwartier, kende
dezen stoeren man niet? Altijd bezig zoolang
zijn gezondheid hem dat toestond.
Steeds vol werklust.
Zwijgzaam en rustig.
Een geachte persoonlijkheid uit de zeemans
wereld is heengegaan.
Een woord van eerbiedige hulde aan zyn na
gedachtenis.
Hij ruste in vrede!
W. J. Mets.
Men zie ook het artikel elders in dit
nummer.
In het R.-K. Marine-tehuis.
Wij lezen in „Stella Maris", orgaan van het
R.-K. Marinepersoneel:
Onze trouwe Tehuisbezoekers zullen dezer
dagen misschien met eenige verwondering
twee nieuwe gezichten in het R.-K. Marine-
Tehuis hebben aangetroffen. Onze mannen
hebben plotseling een nieuwen vader en nieuwe
moeder gekregen, die waarschijnlijk ook met
eenige verwondering het leven en het doen en
laten van onze katholieke marinemannen heb
ben aangezien. Twee frissche, jonge men-
schen, die hun uiterste best zullen doen om
zich zoo spoedig mogelijk in te werken in
den geest en de mentaliteit van onze mannen
en die met vollen moed hun nieuwe taak aan
vaarden.
Het Tehuisbestuur hoopt van harte een zeer
gelukkige keus te hebben gedaan en ver
wacht spoedig de bewijzen van een volle
tevredenheid èn van het Tehuisbestuur èn van
de nieuwe ouders.
Onze menschen kunnen zelf zeer veel bij
dragen voor een goede verstandhouding in
hun nieuwe positie.
Het Tehuisbestuur heeft den maatregel van
verandering van conciërge genomen, meenend
te handelen in het belang van de zaak.
Het zegt de Familie v. d. Mark van harte
dank voor het eerlijk en accuraat beheer en
voor alles wat zij in het belang van onze
mannen gedaan hebben.
PER
Agentschap
t.o.Postbrug
Eenige maanden geleden schreven wij
reeds, dat het de bedoeling was in Den
Helder, gedurende half Februari, een
holbloemen tentoonstelling te organisee-
ren, en wel door een aantal kweekers uit
den omtrek in samenwerking met de
plaatselijke bloemenhandelaren.
Thans kunnen wij berichten, dat deze
expositie inderdaad doorgang zal hebben
en wel op de data 18, 19, 20 en 21 Februari
a.s. in Musis Sacrum.
Na Aalsmeer roet zijn„Lente in Ja
nuari", thans dus Den Helder met: „Lente
in Februari".
Bovenstaande bolbloemen tentoonstelling
werd als doopnaam gegeven: „Bolta 1937" en
indien zij op het voetspoor van haar nog lang
niet uit de herinnering Verdwenen grootmoe
der van 1931 zal voortgaan, twijfelen wij er
niet aan, of Noordhollands noordpunt zal we
derom demonstreeren waartoe het, op het ge
bied van bloemenkweekerij en bloemenopmaak
in staat is.
Deze expositie zal het product zijn van een
vruchtbare samenwerking tusschen de kwee
kers in onzen omtrek (Breezand, Anna Pau-
lowna etc.) en de plaatselijke handelaren. De
laatsten bezitten thans de veiling en hierop
was het, dat het onderling contact uitgroeide
tot bovengenoemd plan.
De in de kassen getrokken bolbloemen
worden, zooals gezegc. gedemonstreerd in Mu
sis Sacrum en wel in beide zalen. Men meene
evenwel niet, dat in min of meer systemati
sche rangschikking de producten naast elkaar
gedeponeerd zullen worden.
Integendeel: de Musis Sacrum-zalen
zull'en van 18 tot 21 Februari ongetwij
feld iets laten zien. waar behalve de Hle-
dersche en omgeving-bevolking, ook tal
van belangstellenden uit het geheele land
een kijkje zullen komen nemen.
Want behalve dat het groot aantal kweekers
zich zal beijveren om het beste van het beste
van hun product naar Den Helder te brengen,
daarbij is door de handelaren alhier besloten
ogk een groot aantal specimina te laten zien
van bind- en opgemaakt werk. Gezien het feit,
dat Den Helder over een groot aantal experts
op dit gebied beschikt, die hun sporen reeds
gedurende vele jaren verdienden, meenen- wij
wel te mogen verwachten, dat hier iets bijzon
ders tot stand zal komen.
Hiernaast zijn het eveneens de bloemen
handelaren, die de taak op zich hebben geno
men der algemeene aankleeding. Uit den aard
der zaak hangt van een dergelijke expositie
zeer veel af van den sfeer, de wijze van naar-
voren brengen en ook in dit opzicht meenen
wij dat deze zaak in goede handen is.
Behalve dat deze werkzaamheden van
de handelaars uit een oogpunt van alge
meen Heldersch belang hun nut hebben,
is het ook voor hen zelf, in reclame-op
zicht, een mogelijkheid om de aandacht
van het publiek op hun bedrijf te ves
tigen.
In dit verband is het dan ook minstens zeer
merkwaardig te noemen, dat er een klein
aantal handelaren is. die zich niet bereid ver
klaarden hunne medewerking aan de „Boltha
1937" te schenken.
Naar wij vernemen, zal het aantal bol
len vele duizenden tellen en daar men er
verzekerd van kan zijn, dat iedere kwee-
ker het neusje van den zalm instuurt, is
hier voor liefhebbers van bloemen iets
bijzonders te verwachten.
In verband hiermede is het verblijdend, dat
de leidende organisatie besloten heeft den en-
tréeprijs zoo laag mogelijk te stellen. Deze
bedraagt namelijk voor volwassenen 20 en
voor kinderen 10 cent.
Wat de organisatie van de „Boltha 1937"
betreft het volgende:
Nadat door kweekers en handelaren beslo
ten was deze tentoonstelling definitief te laten
doorgaan, heeft men zich verzekerd van de
hulp van de V.V.V. „Helders Belang", de ver-
eeniging, die reeds zoovele malen op dit ter
rein voortreffelijk werk verrichtte.
Zij is het ook thans weer, die de algemeene
voorbereidende maatregelen op zich genomen
heeft, en wel met het navolgend bestuur:
De heer Klerk, voorzitter. De heer Velthuys
secretaris (en wel in zijn functie als secretaris
van de Economische Commissie) en de heer
Delgorge, penningmeester.
Tot eereleden werden benoemd burgemees
ter G. Ritmeester van Den Helder en burge
meester G. J. Lovink van Anna Paulowna.
De jury, die zal beslissen, welke onderdeelen
van de „Boltha 1937" het best aan de ver
wachtingen hebben voldaan, bestaat uit de
heeren: A. van den Berg, te Breezand; G. van
der Wel, te Beverwijk, en J. F. Ch. Dix, te
Heemstede.
Vermelden we nog, dat door een aantal
gemeentenaren een garantiefonds bijeen
gebracht werd en dat medailles beschik
baar gesteld werden, o.a. door het Ge
meentebestuur, de Kamer van Koophandel
en andere openbare lichamen.
Reeds nu wenschen wij de „Boltha
1937" een voorspoedigen bloei en bevelen
wij haar aan in de belangstelling van
Noordhollands Noordpunt en overig Ne
derland.
Voorstel van B. en W. om een Multilith-
kantoormachine aan te schaffen.
Het was tot dusverre gebruikelijk het ver
slag van de gemeente, de bedrijven en andere
gemeentelijke instellingen te laten drukken.
De kosten hiervan vormden een groot bedrag;
in 1935 werd b.v. voor de verslagen over 1934
in totaal aan de gemeente een bedrag van
f 2.392,25 ih rekening gebracht
Het gemeentebestuur wil thans overgaan
tot het werken met een offset- -of een cyclo
style-machine. In het eerste geval zou dit vol
gens ontvangen prijsaanbiedingen 1.225,
in het tweede f 1.340.kosten.
De op de Secretarie aanwezige cyclostyle
machine kan niet voor eeen dergelijk
groot werk geschikt geacht worden. Deze
machine is n.1. reeds vele jaren in gebruik en
behoeft dringend reparatie .In verband hier
mede werd uitgezien naar een andere machine
en viel de aandacht op de Multilith-kantoor-
machine.
De kosten dier machine bedragen f 1.575,
netto, waarbij nog komen de kosten van
enkele benoodigdheden tot een totaal bedrag
van f 25,Deze bedragen zullèn bestreden
kunnen worden uit het op de begrooting 1936
geraamde bedrag van f 2.780,voor de ver
vaardiging van meergenoemde verslagen. Van
het resteerende bedrag zal ongeveer een be
drag van f 1.000,noodig zijn voor het maken
der verslagen op deze machine. In dit bedrag
is tevens begrepen de bezoldiging van den
typist-schrijver, die met dit werk zal worden
belast. Genoemd bedrag van f 1000,voor
bedoeld werk zal zeker voldoende blijken. De
machine kan dus ineens uit den dienst 1936
worden betaald.
soorten van smaak.
Ze zijn alle even
verrukkelijk
Voorts deelen B. en W. mede, dat zal wor
den overgegaan tot de benoeming van een
typist-schrijver. De daaraan verbonden meer
dere uitgave voor de bezoldiging van perso
neel zal ruimschoots gedekt worden door de
voordeelen, welke de machine zal opleveren.
B. en W. stellen den Raad voor tot aan
koop van een Multilith-kantoormachine voor
den prijs van f 1.575,netto, alsmede van de
daarbij behoorende benoodigdheden tot een
totaal bedrag van f 25,over te gaan.
De verhuur van gemeentewoningen.
Ten einde te voorkomen, dat voor elke ver
huring van een gemeentewoning een apart
besluit aan den Raad ter vaststelling zal moe
ten worden aangeboden, stellen B. en W. den
Raad voor het volgende besluit te nemen:
aan Burgemeester en Wethouders, te reke
nen van 1 Januari 1937, over te dragen de
bevoegdheid tot het verhuren van aan de ge
meente in eigendom toebehoorende woningen,
waarvan de jaarlijksche huurprijs een bedrag
van f 600,niet te boven gaat.
Werkplaats in de Crocusstraat.
Het gemeentebestuur stelt den Raad voor,
in afwijking van de meening der Commissie
van Bijstand voor de Publ. Werken en Plant
soenen, afwijzend te beschikken op het ver
zoek van J. Bakker om de door dezen ge
projecteerde werkplaats in het perceel
Crocusstraat 31 te mogen bouwen.
Op zijn zegetocht door ons land waaraan
een succesrijk maandenlang verblijf in het Am-
sterdamsche Leidscheplein-theater voorafging,
heeft het A.B.C.-cabaret gisteravond Den
Helder aangedaan en wel meer in het
bijzonder het Casino-gebouw, dat voor deze
gelegenheid uitstekend bezet was. Evenals in
Amsterdam en in de andere steden, die reeds
met een bezoek vereerd werden, was het suc
ces hier ter stede zeer groot, getuige het dave
rende applaus, dat na elk „nummer" en de
ovatie, die aan het slot van het programma
losbarstte. De reden van dit succes is gemak
kelijk aan te geven.
We hebben hier immers te doen met een ge
zelschap, dat er in de eerste plaats op uit is,
om gezonde kleinkunst te brengen. Men zoekt
het niet in banaliteit, in groffe of losse phra-
sen, doch men ontleent zijn kracht aan het
vooropgezette doel om met elke sketch, met
elk liedje, kortom met alles wat er ten tooneele
gevoerd wordt, iets tot het auditorium te zeg
gen. We zouden haast kunnen zeggen, elk on
derdeel van het programma heeft een moraal.
Veel wordt gezegd met een lach, met een grap,
maar ondertusschen, de goede verstaander kan
tegelijkertijd iets „in zijn zak steken". De
auteurs, acteurs en actrices zijn van Neder-
Natuurhistorisch Museum. Elke week:
eiken Woensdagmiddag van 36 uur, eiken
Zaterdagavond van 710 uur, den eersten
Woensdag van elke maand van 810 uur,
den eersten Zondag van elke maand van
3—5 u.
Donderdag 4 Februari.
Casino8.15 u. Concert „Winnubst".
Burgerlijke Stand van Den Helder
van 3 Februari 1937.
ONDERTROUWD: B. N. W. Planken en
M. Kraan; B. de Bakker en C. van den Ent;
J. Poll en G. Tinkelenberg.
BEVALLEN: Th. Ellen-de Boer, d.; E.
Lenaerts-Oudhoff, d.; W. Kruidenier-Mast, z.
landschen bloede en daarom stemt het tot
groote voldoening te zien, dat ook zij succes,
groot succes kunnen boeken, nu de teksten
goed zijn en de ondergrond serieus is. Dit caba
ret neemt wel op levendige wijze stelling tegen
de nog bij zoovelen heerschende meening, dat
om iets goeds mee te maken, men bij buiten
landers moet zijn. Dat die stelling onjuist is,
wel, de velen, die gisteravond in Casino waren,
zullen het met ons willen getuigen.
In een tijdsbestek van ongeveer 3 uur heb
ben Louis Gimberg en de zijnen een grootè ver
scheidenheid van cabaretnummers opgediend,
de een aardiger dan de andere, maar in haar
geheel een groot stuk gezond amusement vor
mend. Het zou ons te ver voeren het program
ma in détails te bespreken, maar gaarne wil
len wij hier enkele onderdeelen, die ons bijzon
der troffen, noemen. Dat was b.v. punt 4: Con
serven (Families in blik) een prachtig karak
terschetsje, Vader en Zoon, een schrijnend
stukje tragiek met een verrassend slot. De
Jalousie Internationale, een uitstekende trans-
formatieschets met Louis Gimberg als de
groote man, de piano-fantasieën van het be
kende duo Beuker en Denys, en last not least
,,'t Konijn is dood", waarin Corry Vonk het
verdriet van een Amsterdamsch „schoffie",
wiens konijn gestorven is, zoo gevoelvol tot
uiting weet te brengen.
Wij noemden terloops al eenige namen. Als
wij in gedachten de medewerkenden de revue
eens laten passeeren, dan willen wij nog eens
den naam noemen van de kleinste, maar tevens
van de grootste van het gezelschap, n.1. van
Corry Vonk, die wel van een zeer groote veel
zijdigheid op het gebied van het cabaret blijk
gegeven heeft. Het publiek was zeer met haar
ingenomen en elk nummer, waaraan zij haar
medewerking verleende, was een uitgesproken
succes. Met eere mogen ook genoemd worden
Tilly PerinBouwmeester, die vooral succes
oogstte in het levenslied, Louis .Gimberg en
Lau Ezerman, die zoowel in de conférence als
in de sketsches met een verve en flair te werk
gingen, die aangenaam aandeden. Dan noemen
we Wim Kan, zoon van den bekenden Staats
raad, in wien we meer den auteur dan den
tooneelspeler bewonderen, maar die in zijn
eerstgenoemde kwaliteit dan ook origineele en
geestige schetsen geschreven heeft. Tenslotte
vermelden we nog de namen van de dames
Fientje Berghegge en Maria Marletto, die niet
zoo'n groot aandeel in deze Klankenparade
hadden, maar er toch volkomen op haar plaats
waren.
Summa summarum kunnen we zeggen, dat
het A.B.C.-cabaret een avond van uitstekende
kleinkunst heeft gegeven, waarvan, we zeiden
het in den aanvang reeds, ten volle genoten is.
We zijn er zeker van, dat we dit gezelschap
nog wel eens in Den Helder terug zullen zien.
Wij vestigen er hiermede de aandacht op,
dat het tooneelstukje, dat de tooneelvereeni-
ging T.A.L.E.N.T.O. oorspronkelijk op den
propaganda-feestavond van de Heldersche
Burgerwacht ten tooneele zou brengen, niet
doorgegaan is.
VAN HET
Naar het Ecgelsch bewerkt door
THEA BLOEMERS
9)
„O, mijnheer Forsham", protesteerde ze,
„hoe kunt u met zulke dingen spotten? Me
vrouw Grey, u zult het wel met mij eens. Wij
vrouwen zijn niet zoo nuchter en spotziek als
mannen. U bent natuurlijk niet zenuwachtig,
anders was u hier niet komen wonen, hè Toe,
vertelt u me eens, hebt u iets gezien
Amabel lachte en schudde het hoofd.
„Of..." fluisterde ze, „gehoord. Ze zeggen...
o, allerlei nonsens en natuurlijk... dat er vleu
gels klappen, en dat er iets roept 's nachts.
Ze huiverde en sprong op. „Ik had er niet
over moeten praten, ik maak u misschien
angstigen nu durf ik niet alleen weg in t don
ker. Mijnheer Bronson zou me komen halen,
maar hij schijnt het te vergeten."
Met een smeekend gebaar wendde ze zich
tot Julian.
„O, mijnheer Forsham, wilt u me niet de
laan uitbrengen? 't Is zoo donker en als ik
wat zag... Ik ben lang niet zoo dapper als
mevrouw Grey".
Het draaide er natuurlijk op uit, dat Julian
meeliep tot aan het kasteel; onderweg vernam
hij dat Edward Berkeley „raar" gevonden
werd; dat de dokter aoo héél snel aftakelde:
en d«t sommige menschen zeiden maar dat
was natuurlijk niet waar -dat mijnheer
Bronson dronk.
Tien minuten nadat Julian en mevrouw
King vertrokken waren, kwam Jenny den
heer Bronson aandienen. Hij keek verbaasd,
dat zijn gast- niet op hem gewacht had. Ama
bel vond, dat het kasteel een slechteren huur
der getroffen kon hebben. Hij had goede ma
nieren en een prettige stem. Hij was een
forsche man, ver in de veertig, met een glad
geschoren, bleek gezicht en lichtgrijze oogen.
Hij bleef een kwartiertje praten, hoopte, dat
het mevrouw Grey bevallen zou, dat ze het
huis niet te vochtig zou vinden of zoo en
ging toen heen. Jenny sloop binnen om de
thee af te ruimen.
HOOFDSTUK VI.
Dien avond zat Aambei te lezen, toen Ellen
het avondeten binenbracht. Ze keek op, en
wat zij zag deed haar verschrikt opspringen.
Ellen leunde tegen den muur, het blad ge
vaarlijk schuin houdend en haar gezicht...
Amabel bracht het blad in veiligheid en
duwde Ellen op een stoel.
„O mevrouw, doet u de deur dicht!" zei ze
met witte lippen. .O mevrouw!" Ze barstte
in snikken uit.
Amabel liet haar uithuilen en gaf haar een
glas water.
,,'t Was achter me. toen ik de trap af
kwam" klonk het snikkend, „en ik heb het
blad niet eens laten vallen. Ik weet zelf niet
hoe ik het nog heb kunnen vasthouden."
„Dat is kranig van je", prees Amabel, maar
haar stem klonk vast en opgewekt.
„Ik haalde een blad." begon Ellen, .„en toen
ik bij de Brown's langs kwam, riep ik Jenny
en ze zei: „Ja, dag hoor!" Halverwege de
trap dacht ik. dat ik Jenny achter me aan
hoorde komen. Ik bleef staan en vroeg: „Ben
jij 't Jenny?" Maar ik wist opeens, dat het
Jenny niet was. Toen ben ik hard naar boven
geloopen, en ik hoorde 't achter me aankomen,
maar ik dorst niet om te kijken."
„Misschien is 't Jenny toch geweest," ver
onderstelde Amabel.
,,'t Wis geen mensch," verklaarde Ellen
beslist.
Amabel deed de deur open en keek de
gang in. Er was niet te zien. Vervolgens liep
zij naar de trap en keek naar beneden. Er was
niets ongewoons te bespeuren. Zij ging naar
haar kamer terug cn toen zij de deur dicht
deed, hoorde ze zwak het miauwen van een
kat.
Zy gebruikte het avondeten met Ellen sa
men en het blad lieten ze staan tot den vol
genden morgen. Toen ze naar bed gingen,
zette Amabel de deur tusschen de beide slaap
kamers op enen plaatste er een stoel tegen,
om haar in denzelfden stand te houden. Juist
toen ze in bed wilden stappen, hoorde ze iets
tegen de voordeur bonzen.
Aanstonds kwam Ellen de kamer in en
greep Amabel krampachtig bij den arm.
„O, mevrouw, gaat u niet naar beneden!"
riep ze.
„Maar Ellen!"
Het geluid kwam weer met zwakke stooten
en daarop volgde een huilend gebrom. Ellen's
greep werd vasten. „O, gaat u niet, gaat u
niet..."
„Maar als 't Marmaduke is..."
,,'t Is Marmaduke niet," wiep Ellen tegen.
„U gaat niet. Het is geen natuurlijk wezen.
Als 't Marmaduka was. zou hij blaffen en niet
zoo griezelig kermen..."
„Hij kan wel ziek zijn," meende Amabel.
Zij luisterden beiden in roerlooze afwachting.
Er ging een minuut voorbij en Ellen's vingers
ontspanden zich toen was er opnieuw een
bons tegen de deur, gevolgd door een zwak ge
kreun.
Amabel sprong op.
„Ellen, ik moet naar beneden. Wie weet wat
't dier heeft. Neen, zeg maar niets meer..."
Zij was de gang in vóór de dienstbode haar
kon tegenhouden en Ellen volgde haar. Bij de
deur stonden ze even stil, toen draaide Amabel
met een ruk den sleutel om. Zij was van plan
de deur maar een paar centimeters te openen,
maar die zwaaide vanzelf open alsof iemand
er e kracht tegenaan duwde. „Duke, ben je
daar' begon ze, maar ze bracht de woorden
nauwelijks ten einde, want meteen floepten alle
lichten uit. Ze hoorde Ellen gillen. Toen streek
er in het donker iets langs haar en de deur
sloeg dicht. Weer was er „iets" en nu raakte
het haar aan; terwijl de dienstbode tegen haar
aanviel, scheen het mauwen van een kat te
weerklinken.
Met moeite kreeg Amabel Ellen naar boven.
Het mauwen bleef voortduren. Amabel had
maar één gedachte: zij wilde in haar kamer
zijn, in het licht. Het licht ging onmiddellijk
aan en het eerste, wat ze opmerkte, was een
ongewoon ding: midden in de kamer lag een
stoel. Amabel keek verder rond en zag, dat
de tusschendeur dicht was.
Toen Ellen van den schok bekomen was,
droegen ze haar matras en dekens naar de
andere kamer, en na beide deuren gesloten te
hebben, brachten de twee vrouwen samen den
nacht door.
Den volgenden morgen na het ontbijt stelde
Ellen schreiend haar ultimatum.
„Als 't nog een gewoon spook geweest was",
betoogde ze, „had ik 't wel aangedurfd. Mijn
tante Ellen is huishoudster geweest in een
huis, waar 't ook spookte. Daar liep wel eens
een dame rond, in haar nachtjapon, met han
gend haar. Dat was tenminste een menschelijk
spook, en 't deed niemand wat. Maar dat ge
krabbel en gehuil en gebons en gemauw en die
voetstappen als er niemand is, dat noem ik
geen natuur meer. O, mevrouw, u blijft toch
zeker hier niet?"
Amabel, die zeer bleek was, keek haar oude
dienstbode aan...
„Ik moet blijven, Ellen", zei ze. „Maar jij
hoeft niet."
Ellen verborg haar gezicht in een grooten
zakdoek en door verstikte snikken heen be
zwoer ze, dat, al zou ze voor mevrouw door
het vuur gaan, ze zooiets als vannacht niet
nogmaals kon doorleven.
„Ik eisch dat ook niet van je," zei Amabel.
„Je gaat maar weer naar huis. De nieuwe be
woonster, miss Lee, zal je wat graag hebben.
Amabel wou niet toestaan, dat ze een kamer
in het dorp nam en iederen dag kwam, zooals
Ellen voorstelde. Dat zou maar nieuw voedsel
aan de oude geruchten gegeven hebben. De
oude gedienstige bleef schreien en Amabel
voelde zich nog gedrukt, toen ze het rijtuig
met Ellen de laan uit zag rijden. Toen het uit
het gezicht verdweenen was, kwam er een
telegrambesteller aanfietsen.
Zenuwachtig nam ze de enveloppe aan. Wat
kon dat zijn? Toen las ze tot haar verlich
ting: „Marmaduke hier komen aanloopen. Zal
ik hem houden? Lee."
„Antwoord, mevrouw?" vroeg de jongen.
„Ja", zei Amabel.
Ze schreef: „Houd Marmaduke alstublieft"
en peinzend keek ze den wegrijdenden jon
gen r.a.
(Wordt vervolgd.)