IVOROL Texel Met Hr, Ms. „De Ruyter naar de Oost Het minste tandbederf Het Natuurhistorisch Museum en de Bij en Professor Dudlai* Aanwinst voor de garage Zwierstra* Een radio-saboteur in de Piet Heinstraat (Van een bij zonderen medewerker .aan boord van den kruiser) Visscherij Licht op voor alle voertuigen Uit 1 iet politierapport Pcrsilavond te Oosterend Propaganda-avond Wereldbond der Kerken. Visscherijberichten Het Natuurhistorisch Museum staat dezer dagen in het teeken van de bijen. Zooals men weet, wordt Zaterdagmiddag a.s. in Rialto een UFA-film gedraaid, welke ons de geschiedenis zal laten zien van de kleine bij Maja, wier leven op zoo boeiende wijze werd b e s c hr e- v e n door Waldemar Bonsels. Ter inleiding en ter nadere oriëntatie heeft het Museum-bestuur een tweetal verhandelingen over de bij aan die filmvertooning laten voorafgaan. Deze werden gisteren in het schoolgebouw van het Museum aan de Vroonstraat door den heer J. Nijkamp gehouden, één voor de jeugd des middags en één voor de ouderen des avonds. De eerste hebben we bijgewoond en tot ons genoegen zagen we, dat de heer Nijkamp zijn verhande ling voor een goed bezet leslokaal kon geven. Het werd een interessant verhaal, over die eigenaardige gemeenschap, die het bijenvolkje vormt. Met aandacht luisterden de kinderen toe, en lieten zich het verschil tusschen konin gin en werkbij duidelijk maken. De koningin, dat was voor hen natuurlijk de belangrijkste figuur, trouwens dat is zij voor de bijen zelf óók. De heer Nijkamp heeft bij de beteekenis van die bijen-koningin dan ook wat langer stilgestaan: zij is het, die de tallooze eieren legt en die dus voor het voortbestaan van het geslacht der bijen zorgt. Ook vertelde de heer Nijkamp veel interesssante dingen over het iemkersbedrijf, dat er op gericht is om zooveel mogelijk honing te winnen. Hier werd het ge sprokene verduidelijkt door het groote aantal iemkerswerktuigen, dat aanwezig bleek te zijn. Algemeene vroolijkheid was daar, toen de heer Nijkamp een der jongens de iemkerskap op zette. Verder waren er enkele lantarenplaatjes en tenslotte zorgden de langs den wand opgehan gen platen er voor, dat de kinderen een duide lijk inzicht kregen in het bijenleven. Ongetwijfeld heeft deze lezing er weer toe bijgedragen, dat de belangstelling van het kind voor dé natuur en voor datgene, wat daarin leeft, toegenomen is. Morgenavond voor het eerst zal in Casino optreden de toovenaar, hekser, beoefenaar der „zwarte kunst", magiër, en wat de voca bulaire al meer voor eigenamen voor derge lijke wonder-menschen aangeeft, Dudlai. We schreven reeds, dat hier iets bijzonders te zien zal zijn. Dingen, die doorgaans uit munten door realiteit zullen thans voor Uw verbaasd oog in 't niet verdwijnen en zulks meer. Het „Overijselsch Dagblad" schrijft over Dudlai o.a.: Na de pauze volgde wederom het eene won derbaarlijke na het andere. Nauwelijks was een man uit den dichtgeknoopten zak ver dwenen, of een kast, waarin de assistente, werd met tal van zwaarden doorstoken en ongedeerd kwam zij te voorschijn. Verbazing wekte ook de zwevende dame de magische bal en het doorzagen van de assistente, die in een kist zich had neergelegd. Geheel onbegrijpelijk lijkt het tenslotte, als een 20-tal personen op het tooneel heeft plaats genomen een wit doek over hen wordt getroffen om na een schot direct weer te worden verwijderd, terwijl dan de personen aan het oog zijn onttrokken. Zoo was het den geheelen avond. Het luxe auto-verhuurbedrijf „Zwierstra", Draaisteeg no. 2, alhier, heeft dezer dagen een belangrijke aanwinst kunnen boeken, n.1. de Peugeot-1937, die de Opel, waarmede tot nu toe taxi-diensten gedaan werden, gaat ver vangen. Deze nieuwe 4-cylinder Peugeot is een prachtige wagen, gestroomlijnd en met inge bouwde koplampen. Het model doet sterk aan een Lincoln Zephyr of aan een nieuwen Buick denken. De nieuwste technische snufjes heb ben hier toepassing gevonden. De meest op vallende zijn wel die, waarbij de versnellings knuppel op het dashbord is aangebracht, waar door de chauffeur veel ruimer zit als in oudere modellen, zoomede de passagier naast hem. Trouwens de geheele bediening van den wagen vindt men op het dashbord, met inbegrip van de handrem en een knop om de koplampen te verstellen, hetgeen bij mist noodig en nuttig kan zijn. Voorts valt de zwaarte-verdeeling op. De beide accu's zijn voor de vooras aange bracht, de benzinetank er achter, waardoor de wagen zeer vast op den weg ligt, hetgeen ons proefondervindelijk bewezen werd. Voorts vestigen wij de aandacht op den in- gebouwden koffer, welke zoowel van buiten als van de cabine uit bereikt kan worden, op de geblindeerde wielen en op de luxieuze uit voering van de cabine. Deze laatste is boven dien zeer ruim; de wagen kan gemakkelijk 7, als het moet 8 personen, vervoeren. Toen de radio nog in de luren lag, vonden sommige „amateurs" het zulk ideaal speel goed, dat ze louter en alleen uit amateurisme Mexicaansche honden kweekten en hiermede andere, met minder humor bedeelde amateurs het leven zuur en ondragelijk maakten. Dat was vroeger. Edoch... thans ontvangen wij klachten van eenige Piet Heinstraat-luisteraars, die hart grondig hun nood klagen over een persoon, die met tergende regelmaat des avonds, juist als de persberichten door den aether golven, een knortoon gaat produceeren, waardoor het luisteren een verdriet wordt. Naar men ons berichtte, was het niet onmogelijk, dat deze van een electriseer-machine afkomstig is. Wij doen een beroep op den al dan niet moedwilligen saboteur. Dat hij het plezier van anderen bedenke IV Tange>r. Uren lang zijn de blauwachtige kusten aan beide zijden van het schip naar elkaar toe gekomen boven het kalme zeetje, eindelijk, in de verte ontmoeten de twee kusten elkaar en doemt Tanger op. Een groote, in de fel schij nende zon schitterende betonnen golfbreker, groote rotsblokken onder tegen den kant, een zwarte zware hijschkraan steken af tegen het hel blauw-groene water en de crême-kleu- rige huizen en gebouwen van onze eerste stad in Afrika. Aan het einde van den golfbreker is een laag douanegebouwtje, een stuk steiger. Een sleepbootje helpt achter aan het halfdek, de motorsloepen brengen staaltrossen en ma nilla's over. Op de reede liggen talrijke oor logsschepen: een Engelsche Washington krui ser uit 1927, vier groote torens, drie schoor- steenen, even aan de Gelderland doen den kend, zal morgen weer verdwijnen; een Ita- liaansch eskadertje van vier schepen en een nieuwe Fransche jager liggen meer naar bin nen voor anker. Nauwelijks liggen we afge meerd of het gewone bezoek wordt weer ont vangen, in hun kleine bootjes, zoo vol geladen met manden met vruchten en visch, dat de roeier staande moet peddelen, komen ze van de andere schepen naar ons toe, motorbootjes met scheldende Arabieren probeeren elkaar weg te werken van de valreep. Ploffend en wel gaan ze op elkaar in, geen van beiden wil uitwijken, op het laatste oogenblik komt een haak-voor in touw om de botsing te voorko men. Langs den wal staan tallooze Arabieren rustig te kijken: een groote fez op het hoofd; roode, paarse, blauwe pofbroeken, bloote bee- nen en groote witte muilen. Een enkele in witte pij, de driehoekige muts diep over het voorhoofd getrokken. Allen zijn donkerver- brand, de ouderen hebben een eerwaardig grijs sikje, anderen donkere kringbaardjes. Voetballende jongens op hun bloote voeten, klimmen over het hooge traliehek als ze er hun bal over heen geschopt hebben, een in de hitte traag heen en weer wandelende politie agent in zijn donkerblauw uniform met lichte tressen, een kleine karwats nonchalant zwaai end, deelt af en toe tikken uit als de menschen te dicht het schip gaan naderen. De valreep wordt aan boord gebracht: de heele gemeente wordt op eens levendig en wil helpen; schreeu wend en elkaar in den weg loopend, springen ze af en aan op de valreep, willen met zijn vieren een haak inpikken, ieder neemt hem op zijn beurt weer zijn buurman af en doet het nog weer beter over. Langzaam neemt de kraan tenslotte de valreep op, nog even en we heb ben verbinding met den wal gekregen. De Frankjes komen aan boord: uitbetaling. De majoor met het tooverboek en veel geld, een Officier van Administratie met nog meer geld begeven zich naar een der volksverblijven. De aankomst van Het Kapitaal wordt met spanning afgewacht, nog een Officier, de schipper en de uitbetaling kan beginnen. Beurt voor beurt komen de menschen te voorschijn uit de wachtende drom: bankpapier, veel bank papier verdwijnt over de tafel. Overigens is dat hier geen kunst, te beginnen bij 43.5 cent zien we hier veelkleurige bankjes, bekrabbeld met Arabische lettertjes, gescheurd, vuil, de ronde doen. Rijen heffen ergens bij hun topi hun rose tot zwarte handjes op, vijf vingers staan als een waaier uit. Bescheiden bedragen worden opgestoken. „Pieters, 100 frank". Even is het stil, verbaasd kijken de officieren elkaar aan. Bewuste Pieters neemt onverschillig de 100 frankjes op, het toekijkend publiek be denkt rustig ieder voor zich: „hier de man waar we kunnen leenen". De wal anders schijnt gevaarlijk te zijn: zóó laat moeten de Jannen binnen zijn, de Onder officieren kunnen iets langer passagieren, Officieren hebben het record. Als losloopende honden mogen we bepaalde buurten niet bin nengaan, alléén passagieren mag 's avonds niet. Dat we de gemoederen hier een beetje in beweging gebracht hebben, is anders geen won der; ook in Tanger wordt gekletst en zoo deed het verhaal de ronde, dat de „De Ruyter" lig plaats aan den steiger had genomen wat oorlogsschepen anders nooit doen omdat we vol zaten met lijken van Spaansche regeerings- troepen, die hier nu aan den wal werden ge bracht om begraven te worden. De toeschou wers moesten echter teleurgesteld worden, het was ons niet gegeven aan hun hooge verwach tingen te voldoen. 's Middags meteen is aan boord een instuif: het halfdek is met tenten bespannen, een loud speaker aangebracht. Het feest zal om vijf uur beginnen: op de uitnoodigingen is dus door den- Gezant gezet half vijf, plus de mededeeling, dat de Hollanders er erg op gesteld zijn, dat ts op tijd begint. Een enkele snelle bezoeker komt dan ook om vijf uur aan boord opdraven, de overigen wachten nog een half uurtje. Vlaggen op het halfdek, wimpels om de ka nonnen, alles geeneens zoo heel erg warm, de laatste bezoekers als de eerste gasten na het Wilhelmus weer vertrekken om zeven *uur. dansmuziek, mutslintjes, veel zoetigheden en drank: de instuif is op de vriestemperatuur in Lissabon na, weer precies htezelfde als twee dagen geleden. Bezoeken door vertegenwoordigers van den Sultan in lichte zijden, tot op den grond neer hangende gewaden, breede centuren om hun middel, een Gezant in zijn schitterend, flonke rend van goud boven een witte broek, veel buitenlandsche officieren van de aanwezige oorlogsschepen, Engelsche officieren, een kort rijzweepje onder den arm, een Italiaansche Het derdë artikel werd opgenomen in ons nr. van Dinsdag 26 Jan. j.1. marine-officier in veldgrijs, steeds weer zien we verschillen met onze eigen officieren. Wat overigens geen wacht of dienst aan bcord heeft, trekt een schoone braniekraag aan, schoone boordjes worden uit kasten op gediept, een nette pet of een zwierige hoed worden opgezet. Volgens de voorschriften gaan de menschen in groepjes weg, steeds weer aangeschoten door vlot Engelsch rate lende gidsen, die geheel vrijblijvend het schoons van Tanger zullen laten zien. Eén wordt er weggebiesd, een tweede lukt ook nog, maar ze geven het niet op en zoo wandelt tenslotte ieder met een zwaaiende en gesticuleerende Arabische gids door het stadje. De Fransche wijk, de Engelsche wijk, een Spaansche wijk, alle nationaliteiten zrjn hier verzameld. Groote hotels bevatten 's zomers duizenden toeristen, groote lichtkleurige huizen en gezantschaps gebouwen overal tusschen ontelbare palmen, als in Lissabon omgeven met hooge muren. Veel lofwerk, af en toe een om het heele huis heen loopende galerij. Steeds weer steile straatjes, lange onafzienbare trappen, aan beide zijden de winkeltjes, drie meter diep en met alleen de breede ingang, die als uitstal kast dienst doet. 's Avonds verdwijnt de eige naar: een houten schot en de winkel is gauw dicht. Veel typischer is de Arabische wijk: op de groote markt met in het midden het plein met palmen, zitten op den grond de vrouwtjes met handelswaren van allerlei soort: groote ronde hardgebakken brooden, die als de kooper maar een half wil hebben, met een vuile nagel in tweeën worden gegroefd en afgebroken; tapijtjes, groenten. De talrijke café's, muil ezeltjes, van tijd tot tijd een vrouw geheel in het wit,een doek voor neus en mond, die snel van het eene in het andere huis verdwijnt. De gids wandelt en kletst onvermoeibaar verder: we loopen nog steeds achter hem aan en dus zijn we van vreemdelingen sadja nu „friends" geworden: hij geeft ons een arm, hij vangt ons op als we een te steil straatje, dank zij allerlei resten, af beginnen te glijden. Nauw en hoog zijn de slopjes soms, donker; in vuile portiekjes staan menschen met onverschilligen blik, boven uit kamertjes klinkt sombere Moorsche muziek. Moorsche koffie, veel koffie dik moet gewaardeerd worden, een fleschje bier, dat overigens afkomstig blijkt uit Heine- kens Brouwerij, wordt in echte café's ver werkt. Een Moorsche begraafplaats, alleen boomen en verder niets, aangezien de menschen zonder steen onder den grond gestopt worden, ligt naast de keurig onderhouden Engelsche dito. een kolenmarkt, groote Spaansche en Fransche barakken met schildwachten ervoor wisselen elkaar af, zonder systeem en regel maat, obscure bioscoopjes zijn overal te vin den. Groote gewelfde poortjes, witgekalkt, een enkele lantaarn die een spookachtig licht heen en weer kaatst over enkele als zakken neer liggende slapende Arabieren. De gids is te vreden, we hebben genoeg ge zien, en met een Frank in zijn hand verdwijnt Ali, Mohammed of Oemar weer op zoek naar een ander vreemdeling? Een laatste breede grijns laat zijn bruine tanden zien, goodnight, sir! hij heeft zijn plicht gedaan. We zoeken onzen weg terug door de steeg jes: steeds naar beneden, dan kom je tenslotte wel ergens aan den grooten boulevard, met breede gazons en rijen palmen, parkeerter reinen en ruime trottoirs. Langs den boulevard gaan we weer verder: de havenkwartieren in, de modderige weg leidt langs de visschers- haven; hoog zjjn de visschersschuitjes tegen het droge gehaald, enkele wrakken liggen mid den in het ondiepe haventje en steken hun zwarte vergane spanten boven het rustige wa ter uit, op het strandje, vlak bij de zachtrui- schende golven van de branding zitten een paar vischers doodstil te staren naar hun dob bertjes. Onder tegen den golfbreker slaat van zee uit de zware Oceaandeining op de rotsblokken in een fijn scherm van waterdruppels uit elkaar, achter ons zijn de tallooze lichtjes en silhou etten van torens van Tanger. Zaterdag, 16 Januari. Knippend staan de bewoners voor ons: heusch, dergelijk regenweer is het in Tanger ééns, bij uitzondering twee keer per jaar. Zwaar is de deining geworden in den vorigen avond: een der trossen heeft het begeven. Het weer wordt er anders niet mooier op: tegen den middag springt een tweede tros, even daarna een derde. De bijna onzichtbare golven nemen de „De Ruyter" als een klein kind op, met een vaartje schuiven we langs de kade, de valreep rolt knarsend een eindje mee. begint dan scheef op te loopen. De slap neerhangende trossen komen stijf te staan, even trillen ze, dan komt een teruglooper de toestand weer opklaren: deze keer is er gelukkig weer niets gebeurd. De sleeptros is uitgebracht, veel meer is er niet over. Voorloopig is het het weerbericht afwach ten: is dit niet gunstig dan zoeken we de reede op. De menschen gaan den wal weer op: bij terugkomst ligt „De Ruyter" ver weg op de reede; in zijn eentje, zonder sleepbooten is hij vertrokken van de kade. Even achter ons ligt de „Graf Spree", een van Duitschlands beroemde pocket-battle ships, formidabele torens, zijn groote gevechtsmast, massieve romp steken af tegen het schip wat oorspron kelijk als gelijkwaardige van deze schepen was bedoeld: de Engelsche Washington krui ser. Van den wal af zien we de groote motor sloepen de honderden matrozen naar den wal brengen: we wachten op ons motorsloepje, dat hakkend en druk bezet heen en weer ploft. Bij de valreep staat het wachtsvolk de aankomst af te wachten: nu eens is de valreep bijna onder water verdwenen, een ander oogenblik hoog boven een golf dal verrezen. Spanning: en de schoonste tanden, indien U poetst met de antiseptische tandpasta Tube 60 en 40 ct. Doos 20 ct. wie zou er gezellig nat vanaf komen? De sloep legt aan, bij twee, drie tegelijk sprin gen de menschen de valreep op, de golf komt nog iets hooger en de slachtoffers staan mach teloos, tot hun knieën in het water, te tieren en razen tegen de menschen die boven hen net droog op de valreep staan en de genoeg lijk grijnzende koppen van het wachtsvolk. Vier, vijf keer komt de motorsloep langszij dan is de lading geloodsd en wordt weer een nieuwe vracht van den wal gehaald. De auto tocht door de omstreken van Tanger is weer geëindigd: wachtkwartier A en B zijn in de vuilbruine vehicels, in deze streek autobussen genoemd, prettig aan het toeren geweest. Regenvlaggen hebben ze dit eerste deel van den tocht kunnen bewonderen, toen zijn de ruiten beslagen en hebben ze verder om de beurt de ruiten kunnen schoonvegen en regenbuien tegen de bergen, over de dalen, langs de hui zen kunnen bekijken. „Morgen," denkt C, „wij beter, hier regent het toch maar eenmaal per jaar." Zondag is gekomen, veel regen klettert op dek, hol en hoog staat de deining tegen boord en we slingeren of we in volle zee zijn. Geen passagieren, alleen officieele bezoeken gaan door. Het evenement van het in de sloep ko men is nu veel kleurrijker geworden: een paar Jacobsladders handen langszij af, de motorsloep, de bemanning in dik oliegoed, de kap opgetrokken, giert onderlangs voorbij; is dan weer op de goede hoogte veel te ver af om in te springen. Onderaan het slingerende leertje hangt een ongelukkige, een golfdal passeert diep beneden: dus een paar treden naar beneden kan nog; een golftop dwingt weer naar boven. Met ééns witte handschoe nen komt tenslotte de feestganger in den sloep rollen, nog een paar volgen en we gaaan weer feesten. Voor alle patrijspoortjes worden de prestaties bewonderd, ieder leeft mee. Een laatste ontvangst, wéér de onvermijdelijke sloep om terug te komen. Een paar laatste natte voeten, als we als zeeroovers langs de Jacobsladders onder het aanmoedigende ge juich naar dek enteren. Bezoek aan Tanger is afgeloopen, morgen verdwijnen we, onze zakken vaak nog vol met Frankjes, die we vanwege het niet pas sagieren niet hebben kunnen opkrijgen. (Wordt vervolgd) Er is te weinig in den lande bekend van welk belang de visscherij is voor de geheele gemeenschap, zoodat daardoor waarschijnlijk ook niet de belangstelling voor dat bedrijf bestaat, die noodig zou zijn om hieraan, in breeden kring, wat meer aandacht te schen ken. Dat dit niet zoo is, kan worden toegeschre ven aan de geslotenheid van het bedrijf, dat zeer schroomvallig was om er een blik in te gunnen. De andere omstandigheden hebben daarin kentering gebracht. Dit is ingezien door den Ned. Visschersbond, die zich zette tot het verzamelen' van gegevens, waaruit zou kunnen worden gedemonstreerd, dat juist de neven- bedrijven het grootste percentage van de vischopbrengst tot zich trokken, zoodat daar mee kon worden aangetoond, dat een goed functionneerend visscherijbedrijf, tevens bracht een zeer ruime bestaansmogelijkheid aan tal rijke bedrijven. Maar ook bij de haringvisscherij heeft men ingézien van hoeveel belang het kon zijn, dat eens precies werd aangegeven, welke belangen bij de haringvisscherij waren betrokken. En de Kamer van Koophandel te Vlaardingen heeft daarover een rapport laten samenstel len, dat het geheele bedrijf onder de loupe heeft genomen en een hoofdstuk wijdde aan de beteekenis van het bedrijf voor andere bedrijven en industrie. Zoo wordt daarin aangetoond, dat de loon som gemiddeld bedroeg in de periode van 1925 tot 1930: in de hoofdbedrijven f 4.039.266 in de nevenbedrijven1.690.845 in de overige Ned. industrieën 25.972.538 In de periode 1830 tot 1934 waren de cijfers: in de hoofdbedrijven f 2.626.446 in de nevenbedrijven1.059.825 in de overige Ned. industrieën 15.195.099 Als hoofdbedrijven worden beschouwd de visscherij en handel; als nevenbedrijven: scheepsmakerjjnetten- en touwfabfricage; taanderij; kuiperij; machinereparatie; levens- middelenbedrijfzouthandel, en de overige Ned. industrieën voor zoo ver deze via hun ontvangsten in verband staan met de hoofd- en nevenbedrijven. Wat betreft de opbrengst der belastingen ingevolge dit bedrijf vinden we vermeld in de periode 1925 tot 1930 voor hoofdbedrijven f 167.816 gemiddeld per jaar; voor de neven bedrijven f 220.245 en voor de overige Ned. industrieën f 6.245.816. In de periode van 1930 tot 1934 zijn deze cijfers resp. f 114.773; f 142.336 en f 3.687.457. Dit zijn sprekende cijfers, maar die omtrent de arbeidsweken zijn misschien nog spreken der. In 1934 b.v. gaven de hoofdbedrijven werk gelegenheid voor 120.495 arbeidsweken; de nevenbedrijven voor 40.964 arbeidsweken en de overige Ned. industrieën voor 562.916 arbeidsweken. Dergelijke cijfers hebben ons, en het Neder- landsche volk heel wat te zeggen en daarom achten wij het noodig, dat dit in ruimer kring bekend wordt. Al te lang heeft het visscherij bedrijf te veel geïsoleerd gestaan en het wordt tijd. dat er, ook in volksvertegenwoordigers kringen, meer belangstelling voor komt. Donderdag 4 Febr17.22 uut STEUN VERLEENT J.TG ERWTEN EN YELDBOOXEN. De Nederlandsche Akk'erbouwcentrale maakt bekend, dat de steunvergoeding voor groene erwten van de kwaliteitsklasse C, gedenatu reerd in het tijdvak van 25 Januari 1937 tot en met 30 Januari 1937 1.20 per 100 kg zal bedragen. Voor groene erwten van de laagste klasse en voor andere erwten, in datzelfde tijdvak gedenatureerd, bedraagt de steunvergoeding 0.70 per 100 kg. De steunvergoeding voor veldboonen, welke blijkens de dateering van het dorschbriefje in bovengenoemd tijdvak zijn gedorscht, is vast gesteld op 1.75 per 100 kg. (Adv.) Het rapport, waaruit wij putten, is inder tijd ter hand gesteld aan den Minister van Landbouw en Visscherij. Hopelijk zal het zijn uitwerking niet missen. Wanneer, zoowel van de grootvisscherij als van de kustvisscherij dergelijke cijfers zouden kunnen worden gegeven, zouden die er toe kunnen meewerken, dat er meer geestdrift zou ontstaan om dezen tak van industrie meer te gaan steunen. Dit zou zijn een alge meen landsbelang. Hooge vischprjjzen. Ook Woensdag waren de vischprijzen te IJmuiden aan den afslag weer hoog. Er was niet veel aanvoer; sommige trawlers hadden uiterst geringe vangsten, hetgeen veroorzaakt is door de geweldige stormen, die langdurig op de Noordzee hebben geheerscht. Verscheidene trawlers hebben dan ook heel wat averij opge- loopen. Hoe hoog de vischprijzen wel waren demonstreert zich het beste door het vermel den van enkele feiten. Een trawler met 60 manden visch had een besomming van 2360 ;j een ander met 85 manden een opbrengst van! 3080. Toch, door den langen duur der reizen zal het resultaat, ondanks deze prijzen weinig bevredigend kunnen worden genoemd. De stoombeugerij kan niet tot flinke besom ming komen, want een vierde bcuger, die aan, den IJmuider afslag is geweest, kwam slechtg tot een besomming van 240. De tarbotprijs ging dien dag even naar om laag en bracht 1.50 per kilo op. Tong daaren tegen liep omhoog en kwam tot 1.90 per kilo, De scholprijzen blijven hun hoogen stand hou den, maar ook bot en schar, de minst markt waardige visch, brachten het resp. nog tot ten hoogste 18 en 16.50 per 50 kilo. Ook de schelvischsoorten toonden een hoog prijsbeeld. Groote schelvisch kwam tot 41; middel schelvisch tot 35, kleinmiddel tot 28| en kleine schelvisch tot 25. Levende garnalen. Ook op de prijzen der levende garnalen heeft het stormachtige weer invloed, want aan den Amsterdamschen afslag werd per lit besteed 4.25. Tevens werd verbaliseerd een persoon, die goederen opkocht van minderjarigen. Zoo gaat het. Door een rechercheur en rijksveldwachter werd gisteren op Huisduinen tegen een 5-tal jongens proces-verbaal opgemaakt wegens diefstal van lood, hetwelk zich bevond aan verscheidene leegstaande villa's aldaar. Bij Koninklijk Besluit is aan onzen vroege- ren plaatsgenoot, Prof. Keesom te Leiden, verlof verleend tot het aannemen van de ver sierselen van het Legioen van Eer van Frankrijk. Den lOen Febr. a.s. zal te Oosterend in „Het Wapen van Amsterdam" een z.g. „Persil- avond" voor huisvrouwen gegeven worden. Behalve dat daar voor de dames veel te leeren zal zijn op het gebied van wasschen van aller lei goederen, ,al ter verhooging van de gezel ligheid thee en koffie worden aangeboden, terwijl den bezoeksters tevens een kleine ver rassing wacht. De toegang is geheel gratis. De dames krijgen daarvoor een toegangskaart toegezonden. Meisjes beneden 16 jaren hebben echter geen toegang. Ongetwijfeld zal de zaal geheel gevuld zijn. Dergelijke avonden vallen bij de dames steeds zeer in den smaak. Vrijdagavond wordt in de Ned. Herv. Kerk te Den Burg een propaganda-avond gegeven van den Wereldbond der Kerken. Als spreker zal optreden Dr. J. C. Wissing, secr. van de Afd. Nederland, met het onderwerp „Wat is de Wereldbond der Kerken?" Dr. Vis, Doops gezind predikant te Den Burg, zal het ope ningswoord spreken. Ds. Kok van Oosterend zal de bijeenkomst sluiten. Door de Chr. Zang- vereen. van Den Hoorn wordt de bijeenkomst met koorzang opgeluisterd. 3 Februari. Tongen Slips Tarbot Schol le soort Schol 2e soort Schar Wijting p. kg 1.53—1.40 1.32—1.20 1.06 o. kist 12.50-10.00 8.00—6.90 7.10—6.20 4.20—3.65

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 6