IVOROL
Texel
Met Hr, Ms. „De Ruyter
naar de Oost
Het minste tandbederf
Het Natuurhistorisch
Museum en de Bij en
Professor Dudlai*
Aanwinst voor de
garage Zwierstra*
Een radio-saboteur in de
Piet Heinstraat
(Van een bij zonderen medewerker
.aan boord van den kruiser)
Visscherij
Licht op voor alle voertuigen
Uit 1 iet politierapport
Pcrsilavond te Oosterend
Propaganda-avond Wereldbond
der Kerken.
Visscherijberichten
Het Natuurhistorisch Museum staat dezer
dagen in het teeken van de bijen. Zooals men
weet, wordt Zaterdagmiddag a.s. in Rialto een
UFA-film gedraaid, welke ons de geschiedenis
zal laten zien van de kleine bij Maja, wier
leven op zoo boeiende wijze werd b e s c hr e-
v e n door Waldemar Bonsels. Ter inleiding en
ter nadere oriëntatie heeft het Museum-bestuur
een tweetal verhandelingen over de bij aan die
filmvertooning laten voorafgaan. Deze werden
gisteren in het schoolgebouw van het Museum
aan de Vroonstraat door den heer J. Nijkamp
gehouden, één voor de jeugd des middags en
één voor de ouderen des avonds. De eerste
hebben we bijgewoond en tot ons genoegen
zagen we, dat de heer Nijkamp zijn verhande
ling voor een goed bezet leslokaal kon geven.
Het werd een interessant verhaal, over die
eigenaardige gemeenschap, die het bijenvolkje
vormt. Met aandacht luisterden de kinderen
toe, en lieten zich het verschil tusschen konin
gin en werkbij duidelijk maken. De koningin,
dat was voor hen natuurlijk de belangrijkste
figuur, trouwens dat is zij voor de bijen zelf
óók. De heer Nijkamp heeft bij de beteekenis
van die bijen-koningin dan ook wat langer
stilgestaan: zij is het, die de tallooze eieren
legt en die dus voor het voortbestaan van het
geslacht der bijen zorgt. Ook vertelde de heer
Nijkamp veel interesssante dingen over het
iemkersbedrijf, dat er op gericht is om zooveel
mogelijk honing te winnen. Hier werd het ge
sprokene verduidelijkt door het groote aantal
iemkerswerktuigen, dat aanwezig bleek te zijn.
Algemeene vroolijkheid was daar, toen de heer
Nijkamp een der jongens de iemkerskap op
zette.
Verder waren er enkele lantarenplaatjes en
tenslotte zorgden de langs den wand opgehan
gen platen er voor, dat de kinderen een duide
lijk inzicht kregen in het bijenleven.
Ongetwijfeld heeft deze lezing er weer toe
bijgedragen, dat de belangstelling van het kind
voor dé natuur en voor datgene, wat daarin
leeft, toegenomen is.
Morgenavond voor het eerst zal in Casino
optreden de toovenaar, hekser, beoefenaar
der „zwarte kunst", magiër, en wat de voca
bulaire al meer voor eigenamen voor derge
lijke wonder-menschen aangeeft, Dudlai.
We schreven reeds, dat hier iets bijzonders
te zien zal zijn. Dingen, die doorgaans uit
munten door realiteit zullen thans voor Uw
verbaasd oog in 't niet verdwijnen en zulks
meer.
Het „Overijselsch Dagblad" schrijft over
Dudlai o.a.:
Na de pauze volgde wederom het eene won
derbaarlijke na het andere. Nauwelijks was
een man uit den dichtgeknoopten zak ver
dwenen, of een kast, waarin de assistente,
werd met tal van zwaarden doorstoken en
ongedeerd kwam zij te voorschijn. Verbazing
wekte ook de zwevende dame de magische
bal en het doorzagen van de assistente, die
in een kist zich had neergelegd.
Geheel onbegrijpelijk lijkt het tenslotte, als
een 20-tal personen op het tooneel heeft
plaats genomen een wit doek over hen wordt
getroffen om na een schot direct weer te
worden verwijderd, terwijl dan de personen
aan het oog zijn onttrokken.
Zoo was het den geheelen avond.
Het luxe auto-verhuurbedrijf „Zwierstra",
Draaisteeg no. 2, alhier, heeft dezer dagen
een belangrijke aanwinst kunnen boeken, n.1.
de Peugeot-1937, die de Opel, waarmede tot
nu toe taxi-diensten gedaan werden, gaat ver
vangen.
Deze nieuwe 4-cylinder Peugeot is een
prachtige wagen, gestroomlijnd en met inge
bouwde koplampen. Het model doet sterk aan
een Lincoln Zephyr of aan een nieuwen Buick
denken. De nieuwste technische snufjes heb
ben hier toepassing gevonden. De meest op
vallende zijn wel die, waarbij de versnellings
knuppel op het dashbord is aangebracht, waar
door de chauffeur veel ruimer zit als in oudere
modellen, zoomede de passagier naast hem.
Trouwens de geheele bediening van den wagen
vindt men op het dashbord, met inbegrip van
de handrem en een knop om de koplampen te
verstellen, hetgeen bij mist noodig en nuttig
kan zijn. Voorts valt de zwaarte-verdeeling op.
De beide accu's zijn voor de vooras aange
bracht, de benzinetank er achter, waardoor de
wagen zeer vast op den weg ligt, hetgeen ons
proefondervindelijk bewezen werd.
Voorts vestigen wij de aandacht op den in-
gebouwden koffer, welke zoowel van buiten
als van de cabine uit bereikt kan worden, op
de geblindeerde wielen en op de luxieuze uit
voering van de cabine. Deze laatste is boven
dien zeer ruim; de wagen kan gemakkelijk 7,
als het moet 8 personen, vervoeren.
Toen de radio nog in de luren lag, vonden
sommige „amateurs" het zulk ideaal speel
goed, dat ze louter en alleen uit amateurisme
Mexicaansche honden kweekten en hiermede
andere, met minder humor bedeelde amateurs
het leven zuur en ondragelijk maakten. Dat
was vroeger.
Edoch... thans ontvangen wij klachten van
eenige Piet Heinstraat-luisteraars, die hart
grondig hun nood klagen over een persoon,
die met tergende regelmaat des avonds, juist
als de persberichten door den aether golven,
een knortoon gaat produceeren, waardoor het
luisteren een verdriet wordt. Naar men ons
berichtte, was het niet onmogelijk, dat deze
van een electriseer-machine afkomstig is.
Wij doen een beroep op den al dan niet
moedwilligen saboteur. Dat hij het plezier van
anderen bedenke
IV
Tange>r.
Uren lang zijn de blauwachtige kusten aan
beide zijden van het schip naar elkaar toe
gekomen boven het kalme zeetje, eindelijk, in
de verte ontmoeten de twee kusten elkaar en
doemt Tanger op. Een groote, in de fel schij
nende zon schitterende betonnen golfbreker,
groote rotsblokken onder tegen den kant, een
zwarte zware hijschkraan steken af tegen
het hel blauw-groene water en de crême-kleu-
rige huizen en gebouwen van onze eerste stad
in Afrika. Aan het einde van den golfbreker
is een laag douanegebouwtje, een stuk steiger.
Een sleepbootje helpt achter aan het halfdek,
de motorsloepen brengen staaltrossen en ma
nilla's over. Op de reede liggen talrijke oor
logsschepen: een Engelsche Washington krui
ser uit 1927, vier groote torens, drie schoor-
steenen, even aan de Gelderland doen den
kend, zal morgen weer verdwijnen; een Ita-
liaansch eskadertje van vier schepen en een
nieuwe Fransche jager liggen meer naar bin
nen voor anker. Nauwelijks liggen we afge
meerd of het gewone bezoek wordt weer ont
vangen, in hun kleine bootjes, zoo vol geladen
met manden met vruchten en visch, dat de
roeier staande moet peddelen, komen ze van
de andere schepen naar ons toe, motorbootjes
met scheldende Arabieren probeeren elkaar
weg te werken van de valreep. Ploffend en
wel gaan ze op elkaar in, geen van beiden wil
uitwijken, op het laatste oogenblik komt een
haak-voor in touw om de botsing te voorko
men.
Langs den wal staan tallooze Arabieren
rustig te kijken: een groote fez op het hoofd;
roode, paarse, blauwe pofbroeken, bloote bee-
nen en groote witte muilen. Een enkele in
witte pij, de driehoekige muts diep over het
voorhoofd getrokken. Allen zijn donkerver-
brand, de ouderen hebben een eerwaardig
grijs sikje, anderen donkere kringbaardjes.
Voetballende jongens op hun bloote voeten,
klimmen over het hooge traliehek als ze er
hun bal over heen geschopt hebben, een in de
hitte traag heen en weer wandelende politie
agent in zijn donkerblauw uniform met lichte
tressen, een kleine karwats nonchalant zwaai
end, deelt af en toe tikken uit als de menschen
te dicht het schip gaan naderen. De valreep
wordt aan boord gebracht: de heele gemeente
wordt op eens levendig en wil helpen; schreeu
wend en elkaar in den weg loopend, springen
ze af en aan op de valreep, willen met zijn
vieren een haak inpikken, ieder neemt hem
op zijn beurt weer zijn buurman af en doet het
nog weer beter over. Langzaam neemt de kraan
tenslotte de valreep op, nog even en we heb
ben verbinding met den wal gekregen.
De Frankjes komen aan boord: uitbetaling.
De majoor met het tooverboek en veel geld,
een Officier van Administratie met nog meer
geld begeven zich naar een der volksverblijven.
De aankomst van Het Kapitaal wordt met
spanning afgewacht, nog een Officier, de
schipper en de uitbetaling kan beginnen. Beurt
voor beurt komen de menschen te voorschijn
uit de wachtende drom: bankpapier, veel bank
papier verdwijnt over de tafel. Overigens is
dat hier geen kunst, te beginnen bij 43.5 cent
zien we hier veelkleurige bankjes, bekrabbeld
met Arabische lettertjes, gescheurd, vuil, de
ronde doen. Rijen heffen ergens bij hun topi
hun rose tot zwarte handjes op, vijf vingers
staan als een waaier uit. Bescheiden bedragen
worden opgestoken. „Pieters, 100 frank". Even
is het stil, verbaasd kijken de officieren elkaar
aan. Bewuste Pieters neemt onverschillig de
100 frankjes op, het toekijkend publiek be
denkt rustig ieder voor zich: „hier de man
waar we kunnen leenen".
De wal anders schijnt gevaarlijk te zijn: zóó
laat moeten de Jannen binnen zijn, de Onder
officieren kunnen iets langer passagieren,
Officieren hebben het record. Als losloopende
honden mogen we bepaalde buurten niet bin
nengaan, alléén passagieren mag 's avonds
niet. Dat we de gemoederen hier een beetje in
beweging gebracht hebben, is anders geen won
der; ook in Tanger wordt gekletst en zoo deed
het verhaal de ronde, dat de „De Ruyter" lig
plaats aan den steiger had genomen wat
oorlogsschepen anders nooit doen omdat we
vol zaten met lijken van Spaansche regeerings-
troepen, die hier nu aan den wal werden ge
bracht om begraven te worden. De toeschou
wers moesten echter teleurgesteld worden, het
was ons niet gegeven aan hun hooge verwach
tingen te voldoen.
's Middags meteen is aan boord een instuif:
het halfdek is met tenten bespannen, een loud
speaker aangebracht. Het feest zal om vijf uur
beginnen: op de uitnoodigingen is dus door den-
Gezant gezet half vijf, plus de mededeeling,
dat de Hollanders er erg op gesteld zijn, dat
ts op tijd begint. Een enkele snelle bezoeker
komt dan ook om vijf uur aan boord opdraven,
de overigen wachten nog een half uurtje.
Vlaggen op het halfdek, wimpels om de ka
nonnen, alles geeneens zoo heel erg warm, de
laatste bezoekers als de eerste gasten na het
Wilhelmus weer vertrekken om zeven *uur.
dansmuziek, mutslintjes, veel zoetigheden en
drank: de instuif is op de vriestemperatuur in
Lissabon na, weer precies htezelfde als twee
dagen geleden.
Bezoeken door vertegenwoordigers van den
Sultan in lichte zijden, tot op den grond neer
hangende gewaden, breede centuren om hun
middel, een Gezant in zijn schitterend, flonke
rend van goud boven een witte broek, veel
buitenlandsche officieren van de aanwezige
oorlogsschepen, Engelsche officieren, een kort
rijzweepje onder den arm, een Italiaansche
Het derdë artikel werd opgenomen in
ons nr. van Dinsdag 26 Jan. j.1.
marine-officier in veldgrijs, steeds weer zien
we verschillen met onze eigen officieren.
Wat overigens geen wacht of dienst aan
bcord heeft, trekt een schoone braniekraag
aan, schoone boordjes worden uit kasten op
gediept, een nette pet of een zwierige hoed
worden opgezet. Volgens de voorschriften
gaan de menschen in groepjes weg, steeds
weer aangeschoten door vlot Engelsch rate
lende gidsen, die geheel vrijblijvend het schoons
van Tanger zullen laten zien. Eén wordt er
weggebiesd, een tweede lukt ook nog, maar ze
geven het niet op en zoo wandelt tenslotte
ieder met een zwaaiende en gesticuleerende
Arabische gids door het stadje. De Fransche
wijk, de Engelsche wijk, een Spaansche wijk,
alle nationaliteiten zrjn hier verzameld. Groote
hotels bevatten 's zomers duizenden toeristen,
groote lichtkleurige huizen en gezantschaps
gebouwen overal tusschen ontelbare palmen,
als in Lissabon omgeven met hooge muren.
Veel lofwerk, af en toe een om het heele huis
heen loopende galerij. Steeds weer steile
straatjes, lange onafzienbare trappen, aan
beide zijden de winkeltjes, drie meter diep en
met alleen de breede ingang, die als uitstal
kast dienst doet. 's Avonds verdwijnt de eige
naar: een houten schot en de winkel is gauw
dicht. Veel typischer is de Arabische wijk: op
de groote markt met in het midden het plein
met palmen, zitten op den grond de vrouwtjes
met handelswaren van allerlei soort: groote
ronde hardgebakken brooden, die als de kooper
maar een half wil hebben, met een vuile nagel
in tweeën worden gegroefd en afgebroken;
tapijtjes, groenten. De talrijke café's, muil
ezeltjes, van tijd tot tijd een vrouw geheel in
het wit,een doek voor neus en mond, die snel
van het eene in het andere huis verdwijnt. De
gids wandelt en kletst onvermoeibaar verder:
we loopen nog steeds achter hem aan en dus
zijn we van vreemdelingen sadja nu „friends"
geworden: hij geeft ons een arm, hij vangt
ons op als we een te steil straatje, dank zij
allerlei resten, af beginnen te glijden. Nauw
en hoog zijn de slopjes soms, donker; in vuile
portiekjes staan menschen met onverschilligen
blik, boven uit kamertjes klinkt sombere
Moorsche muziek. Moorsche koffie, veel koffie
dik moet gewaardeerd worden, een fleschje
bier, dat overigens afkomstig blijkt uit Heine-
kens Brouwerij, wordt in echte café's ver
werkt. Een Moorsche begraafplaats, alleen
boomen en verder niets, aangezien de menschen
zonder steen onder den grond gestopt worden,
ligt naast de keurig onderhouden Engelsche
dito. een kolenmarkt, groote Spaansche en
Fransche barakken met schildwachten ervoor
wisselen elkaar af, zonder systeem en regel
maat, obscure bioscoopjes zijn overal te vin
den. Groote gewelfde poortjes, witgekalkt, een
enkele lantaarn die een spookachtig licht heen
en weer kaatst over enkele als zakken neer
liggende slapende Arabieren.
De gids is te vreden, we hebben genoeg ge
zien, en met een Frank in zijn hand verdwijnt
Ali, Mohammed of Oemar weer op zoek naar
een ander vreemdeling? Een laatste breede
grijns laat zijn bruine tanden zien, goodnight,
sir! hij heeft zijn plicht gedaan.
We zoeken onzen weg terug door de steeg
jes: steeds naar beneden, dan kom je tenslotte
wel ergens aan den grooten boulevard, met
breede gazons en rijen palmen, parkeerter
reinen en ruime trottoirs. Langs den boulevard
gaan we weer verder: de havenkwartieren in,
de modderige weg leidt langs de visschers-
haven; hoog zjjn de visschersschuitjes tegen
het droge gehaald, enkele wrakken liggen mid
den in het ondiepe haventje en steken hun
zwarte vergane spanten boven het rustige wa
ter uit, op het strandje, vlak bij de zachtrui-
schende golven van de branding zitten een
paar vischers doodstil te staren naar hun dob
bertjes.
Onder tegen den golfbreker slaat van zee uit
de zware Oceaandeining op de rotsblokken in
een fijn scherm van waterdruppels uit elkaar,
achter ons zijn de tallooze lichtjes en silhou
etten van torens van Tanger.
Zaterdag, 16 Januari.
Knippend staan de bewoners voor ons:
heusch, dergelijk regenweer is het in Tanger
ééns, bij uitzondering twee keer per jaar.
Zwaar is de deining geworden in den vorigen
avond: een der trossen heeft het begeven. Het
weer wordt er anders niet mooier op: tegen
den middag springt een tweede tros, even
daarna een derde. De bijna onzichtbare golven
nemen de „De Ruyter" als een klein kind op,
met een vaartje schuiven we langs de kade, de
valreep rolt knarsend een eindje mee. begint
dan scheef op te loopen. De slap neerhangende
trossen komen stijf te staan, even trillen ze,
dan komt een teruglooper de toestand weer
opklaren: deze keer is er gelukkig weer niets
gebeurd. De sleeptros is uitgebracht, veel
meer is er niet over.
Voorloopig is het het weerbericht afwach
ten: is dit niet gunstig dan zoeken we de
reede op. De menschen gaan den wal weer op:
bij terugkomst ligt „De Ruyter" ver weg op
de reede; in zijn eentje, zonder sleepbooten is
hij vertrokken van de kade. Even achter ons
ligt de „Graf Spree", een van Duitschlands
beroemde pocket-battle ships, formidabele
torens, zijn groote gevechtsmast, massieve
romp steken af tegen het schip wat oorspron
kelijk als gelijkwaardige van deze schepen
was bedoeld: de Engelsche Washington krui
ser. Van den wal af zien we de groote motor
sloepen de honderden matrozen naar den wal
brengen: we wachten op ons motorsloepje, dat
hakkend en druk bezet heen en weer ploft. Bij
de valreep staat het wachtsvolk de aankomst
af te wachten: nu eens is de valreep bijna
onder water verdwenen, een ander oogenblik
hoog boven een golf dal verrezen. Spanning:
en de schoonste tanden,
indien U poetst met de
antiseptische tandpasta
Tube 60 en 40 ct. Doos 20 ct.
wie zou er gezellig nat vanaf komen? De
sloep legt aan, bij twee, drie tegelijk sprin
gen de menschen de valreep op, de golf komt
nog iets hooger en de slachtoffers staan mach
teloos, tot hun knieën in het water, te tieren
en razen tegen de menschen die boven hen
net droog op de valreep staan en de genoeg
lijk grijnzende koppen van het wachtsvolk.
Vier, vijf keer komt de motorsloep langszij
dan is de lading geloodsd en wordt weer een
nieuwe vracht van den wal gehaald. De auto
tocht door de omstreken van Tanger is weer
geëindigd: wachtkwartier A en B zijn in de
vuilbruine vehicels, in deze streek autobussen
genoemd, prettig aan het toeren geweest.
Regenvlaggen hebben ze dit eerste deel van den
tocht kunnen bewonderen, toen zijn de ruiten
beslagen en hebben ze verder om de beurt de
ruiten kunnen schoonvegen en regenbuien
tegen de bergen, over de dalen, langs de hui
zen kunnen bekijken. „Morgen," denkt C, „wij
beter, hier regent het toch maar eenmaal
per jaar."
Zondag is gekomen, veel regen klettert op
dek, hol en hoog staat de deining tegen boord
en we slingeren of we in volle zee zijn. Geen
passagieren, alleen officieele bezoeken gaan
door. Het evenement van het in de sloep ko
men is nu veel kleurrijker geworden: een
paar Jacobsladders handen langszij af, de
motorsloep, de bemanning in dik oliegoed, de
kap opgetrokken, giert onderlangs voorbij; is
dan weer op de goede hoogte veel te ver af
om in te springen. Onderaan het slingerende
leertje hangt een ongelukkige, een golfdal
passeert diep beneden: dus een paar treden
naar beneden kan nog; een golftop dwingt
weer naar boven. Met ééns witte handschoe
nen komt tenslotte de feestganger in den sloep
rollen, nog een paar volgen en we gaaan weer
feesten. Voor alle patrijspoortjes worden de
prestaties bewonderd, ieder leeft mee. Een
laatste ontvangst, wéér de onvermijdelijke
sloep om terug te komen. Een paar laatste
natte voeten, als we als zeeroovers langs de
Jacobsladders onder het aanmoedigende ge
juich naar dek enteren.
Bezoek aan Tanger is afgeloopen, morgen
verdwijnen we, onze zakken vaak nog vol
met Frankjes, die we vanwege het niet pas
sagieren niet hebben kunnen opkrijgen.
(Wordt vervolgd)
Er is te weinig in den lande bekend van
welk belang de visscherij is voor de geheele
gemeenschap, zoodat daardoor waarschijnlijk
ook niet de belangstelling voor dat bedrijf
bestaat, die noodig zou zijn om hieraan, in
breeden kring, wat meer aandacht te schen
ken.
Dat dit niet zoo is, kan worden toegeschre
ven aan de geslotenheid van het bedrijf, dat
zeer schroomvallig was om er een blik in te
gunnen.
De andere omstandigheden hebben daarin
kentering gebracht. Dit is ingezien door den
Ned. Visschersbond, die zich zette tot het
verzamelen' van gegevens, waaruit zou kunnen
worden gedemonstreerd, dat juist de neven-
bedrijven het grootste percentage van de
vischopbrengst tot zich trokken, zoodat daar
mee kon worden aangetoond, dat een goed
functionneerend visscherijbedrijf, tevens bracht
een zeer ruime bestaansmogelijkheid aan tal
rijke bedrijven.
Maar ook bij de haringvisscherij heeft men
ingézien van hoeveel belang het kon zijn, dat
eens precies werd aangegeven, welke belangen
bij de haringvisscherij waren betrokken. En
de Kamer van Koophandel te Vlaardingen
heeft daarover een rapport laten samenstel
len, dat het geheele bedrijf onder de loupe
heeft genomen en een hoofdstuk wijdde aan
de beteekenis van het bedrijf voor andere
bedrijven en industrie.
Zoo wordt daarin aangetoond, dat de loon
som gemiddeld bedroeg in de periode van 1925
tot 1930:
in de hoofdbedrijven f 4.039.266
in de nevenbedrijven1.690.845
in de overige Ned. industrieën 25.972.538
In de periode 1830 tot 1934 waren de cijfers:
in de hoofdbedrijven f 2.626.446
in de nevenbedrijven1.059.825
in de overige Ned. industrieën 15.195.099
Als hoofdbedrijven worden beschouwd de
visscherij en handel; als nevenbedrijven:
scheepsmakerjjnetten- en touwfabfricage;
taanderij; kuiperij; machinereparatie; levens-
middelenbedrijfzouthandel,
en de overige Ned. industrieën voor zoo
ver deze via hun ontvangsten in verband staan
met de hoofd- en nevenbedrijven.
Wat betreft de opbrengst der belastingen
ingevolge dit bedrijf vinden we vermeld in de
periode 1925 tot 1930 voor hoofdbedrijven
f 167.816 gemiddeld per jaar; voor de neven
bedrijven f 220.245 en voor de overige Ned.
industrieën f 6.245.816.
In de periode van 1930 tot 1934 zijn deze
cijfers resp. f 114.773; f 142.336 en f 3.687.457.
Dit zijn sprekende cijfers, maar die omtrent
de arbeidsweken zijn misschien nog spreken
der.
In 1934 b.v. gaven de hoofdbedrijven werk
gelegenheid voor 120.495 arbeidsweken; de
nevenbedrijven voor 40.964 arbeidsweken en
de overige Ned. industrieën voor 562.916
arbeidsweken.
Dergelijke cijfers hebben ons, en het Neder-
landsche volk heel wat te zeggen en daarom
achten wij het noodig, dat dit in ruimer kring
bekend wordt. Al te lang heeft het visscherij
bedrijf te veel geïsoleerd gestaan en het wordt
tijd. dat er, ook in volksvertegenwoordigers
kringen, meer belangstelling voor komt.
Donderdag 4 Febr17.22 uut
STEUN VERLEENT J.TG ERWTEN EN
YELDBOOXEN.
De Nederlandsche Akk'erbouwcentrale maakt
bekend, dat de steunvergoeding voor groene
erwten van de kwaliteitsklasse C, gedenatu
reerd in het tijdvak van 25 Januari 1937 tot
en met 30 Januari 1937 1.20 per 100 kg zal
bedragen.
Voor groene erwten van de laagste klasse
en voor andere erwten, in datzelfde tijdvak
gedenatureerd, bedraagt de steunvergoeding
0.70 per 100 kg.
De steunvergoeding voor veldboonen, welke
blijkens de dateering van het dorschbriefje in
bovengenoemd tijdvak zijn gedorscht, is vast
gesteld op 1.75 per 100 kg. (Adv.)
Het rapport, waaruit wij putten, is inder
tijd ter hand gesteld aan den Minister van
Landbouw en Visscherij. Hopelijk zal het zijn
uitwerking niet missen.
Wanneer, zoowel van de grootvisscherij als
van de kustvisscherij dergelijke cijfers zouden
kunnen worden gegeven, zouden die er toe
kunnen meewerken, dat er meer geestdrift
zou ontstaan om dezen tak van industrie
meer te gaan steunen. Dit zou zijn een alge
meen landsbelang.
Hooge vischprjjzen.
Ook Woensdag waren de vischprijzen te
IJmuiden aan den afslag weer hoog. Er was
niet veel aanvoer; sommige trawlers hadden
uiterst geringe vangsten, hetgeen veroorzaakt
is door de geweldige stormen, die langdurig op
de Noordzee hebben geheerscht. Verscheidene
trawlers hebben dan ook heel wat averij opge-
loopen. Hoe hoog de vischprijzen wel waren
demonstreert zich het beste door het vermel
den van enkele feiten. Een trawler met 60
manden visch had een besomming van 2360 ;j
een ander met 85 manden een opbrengst van!
3080. Toch, door den langen duur der reizen
zal het resultaat, ondanks deze prijzen weinig
bevredigend kunnen worden genoemd.
De stoombeugerij kan niet tot flinke besom
ming komen, want een vierde bcuger, die aan,
den IJmuider afslag is geweest, kwam slechtg
tot een besomming van 240.
De tarbotprijs ging dien dag even naar om
laag en bracht 1.50 per kilo op. Tong daaren
tegen liep omhoog en kwam tot 1.90 per kilo,
De scholprijzen blijven hun hoogen stand hou
den, maar ook bot en schar, de minst markt
waardige visch, brachten het resp. nog tot ten
hoogste 18 en 16.50 per 50 kilo.
Ook de schelvischsoorten toonden een hoog
prijsbeeld. Groote schelvisch kwam tot 41;
middel schelvisch tot 35, kleinmiddel tot 28|
en kleine schelvisch tot 25.
Levende garnalen.
Ook op de prijzen der levende garnalen heeft
het stormachtige weer invloed, want aan den
Amsterdamschen afslag werd per lit besteed
4.25.
Tevens werd verbaliseerd een persoon, die
goederen opkocht van minderjarigen.
Zoo gaat het.
Door een rechercheur en rijksveldwachter
werd gisteren op Huisduinen tegen een 5-tal
jongens proces-verbaal opgemaakt wegens
diefstal van lood, hetwelk zich bevond aan
verscheidene leegstaande villa's aldaar.
Bij Koninklijk Besluit is aan onzen vroege-
ren plaatsgenoot, Prof. Keesom te Leiden,
verlof verleend tot het aannemen van de ver
sierselen van het Legioen van Eer van
Frankrijk.
Den lOen Febr. a.s. zal te Oosterend in „Het
Wapen van Amsterdam" een z.g. „Persil-
avond" voor huisvrouwen gegeven worden.
Behalve dat daar voor de dames veel te leeren
zal zijn op het gebied van wasschen van aller
lei goederen, ,al ter verhooging van de gezel
ligheid thee en koffie worden aangeboden,
terwijl den bezoeksters tevens een kleine ver
rassing wacht. De toegang is geheel gratis.
De dames krijgen daarvoor een toegangskaart
toegezonden. Meisjes beneden 16 jaren hebben
echter geen toegang. Ongetwijfeld zal de zaal
geheel gevuld zijn. Dergelijke avonden vallen
bij de dames steeds zeer in den smaak.
Vrijdagavond wordt in de Ned. Herv. Kerk
te Den Burg een propaganda-avond gegeven
van den Wereldbond der Kerken. Als spreker
zal optreden Dr. J. C. Wissing, secr. van de
Afd. Nederland, met het onderwerp „Wat is
de Wereldbond der Kerken?" Dr. Vis, Doops
gezind predikant te Den Burg, zal het ope
ningswoord spreken. Ds. Kok van Oosterend
zal de bijeenkomst sluiten. Door de Chr. Zang-
vereen. van Den Hoorn wordt de bijeenkomst
met koorzang opgeluisterd.
3 Februari.
Tongen
Slips
Tarbot
Schol le soort
Schol 2e soort
Schar
Wijting
p. kg 1.53—1.40
1.32—1.20
1.06
o. kist 12.50-10.00
8.00—6.90
7.10—6.20
4.20—3.65