Stadsnieuws
m
M.P van Hooijdonk
80 jaar*
Feuilleton
H
Zaterdag 6 Februari 1937
Apotheken*
Leger des Heils
Heldersche Courant
Matroos overboord
geslagen en verdronken»
Jongentje bijna verdronken.
lOICCLSTL fCTC
Tweede Blad
Goedkoop stoken
Gratis Juliana-spelen verkrijgbaar
Fa. H. BOOY ZOON
Het raadslidmaatschap
van den heer Bregman»
HET RAADSEL
VAN HET
ONBEWOONBARE
'AU IS
THEA BLOEMERS
Voor de betrekking van bode hg de afd.
Den Helder van Volksonderwijs hebben zich
niet minder dan 98 liefhebbers aangemeld.
Voor het Bestuur der afdeeling geen ge
makkelijke taak, uit de vele candidaten een
keu3 te doen.
Van hedenavond 10 uur tot Maandagmor
gen is alleen geopend de apotheek van W. H.
Kingma, Kanaalweg.
Van Maandag 8 Febr. tot 15 Febr. wordt
avond- en Zondagdienst waargenomen door
H. J. Rootlieb, Binnenhaven.
In een adv. in dit no. wordt bekend ge
maakt, dat alle samenkomsten, 's morgens
10 uur, 's middags 3.30 uur (eveneens zaal
samenkomst) en 's avonds 8 u. onder leiding
zullen staan van Mr. Dieleman.
Mr. Dieleman zal in de middagsamenkomst
spreken over eenige kenmerkende karakter
eigenschappen van het Leger des Heils.
Bijna een halve eeuw directeur van
Pro Patria. Het geheim van zijn
„eeuwige" jeugd.' Herinneringen.
Maandag a.s. hoopt de heer M. P. van
Hooijdonk, de bekende directeur van de
plaatselijke gymnastiek- en exercitiever-
eeniging „Pro Patria", zijn 80sten verjaar
dag te vieren.
Directeur v. Hooydonk.
80 jaar... We hadden het er van de week
met een kennis over. „Is mijnheer Van Hooij
donk al 80 jaar? Nou, dat is 'm ook niet aan
te zien!" zoo riep deze uit en inderdaad, zoo
is het. Er zullen 'er onder onze lezers en
lezeressen, die den kranigen Pro Patria-direc-
teur kennen, óók wel zijn, die even verwon
derd opkeken toen zij het hoofdje boven dit
artikeltje lazen. Want het is toch een feit,
dat men in die kwieke, veerkrachtig voort
schrijdende, opgeheven figuur niet een man
ziet die de 8 kruisjes genaderd is. Het merk
waardige daarbij is, dat de heer Van Hooij
donk, ondanks zijn hoogen leeftijd, nog in het
volle leven staat, nog een levendige dagtaak
vervult!
We hebben den „directeur", zooals hij door
alle leden en oud-leden van „Pro Patria" ge
noemd wordt, een dezer dagen in zijn woning
opgezocht en troffen hem dadelijk bereid ons
het een en and^r te vertellen. „Als U het
maar niet allemaal in de courant zet," zoo
poogde hij onder het „interview" uit te komen.
Zie, daarmede hebben we meteen een typi-
schen karaktertrek van dezen veteraan te
pakken. Bescheidenheid, ja, dat is een van de
mooiste eigenschappen, die een mensch kan
sieren. Alle die hem kennen, weten, dat deze
eigenschap als het ware verpersoonlijkt is in
Van Hooijdonk.
Als een bijkans tachtigjarige, die 15 Decem
ber van het volgende jaar het unieke feit
hoopt te herdenken, dat hij een halve eeuw
directeur van Pro Patria is, uit zijn leven ver
telt, dan spreekt het welhaast vanzelf, dat
dit verhaal onverbrekelijk verbonden is aan
de historie van de gymnastiekvereeniging,
waaraan hij verreweg het grooste deel van
zijn leven gewijd heeft. We vernemen dan,
hoe Van Hooijdonk eigenlijk bij Pro Patria
terecht is gekomen. We gaan met hem in ge
dachten terug naar het jaar 1888 en we zien,
dat er in het voormalige houten Tivoli een uit
voering gegeven wordt van de Onderofficiers-
vereeniging „Vaderland en Oranje". Het pro
gramma vermeldt o.m. het optreden van het
drietal gymnasten Schutter, v. d. Werf en
v. Hooijdonk, die allerlei gedurfde staaltjes,
die meer van acrobatiek dan van gymnastiek
weg hebben, aan trapéze, ringen en andere
toestellen laten zien. Het „nummer" slaat ge
weldig in. Het toeval wilde, dat Pro Patria
kort tevoren haar directeur kwijt was ge
raakt. Zoo was het te verklaren, dat de heer
F. C. H. Schlamilch, dezelfde die nu nog in
de Koningstraat woont, en die afgevaardigd
was door zijn vereeniging om eens „naar een
nieuwen directeur uit te kijken", zich onder
de aanwezigen bevond en de beste van de drie
gymnasten-acrobaten aanschoot... Zóó kreeg
de onderofficier Van Hooijdonk op 15 Decem
ber 1888 de technische leiding van Pro Patria,
dat die dagen alleen nog maar bestond uit
een hoofdafdeeling en de jongensklassen A
en B, in handen.
Die gymnastisch-acrobatische vaardigheid
had Van Hooijdonk niet zoo maar opgedaan.
Om het zoover te brengen had hij eerst een
harde leerschool te doorloopen, waarvan die
te Schoonhoven den jongen sportman het
voornaamste van de gymnastiek bijbracht.
Later, toen Van Hooijdonk overgeplaatst was
naar Den Helder, waar hij deel uitmaakte van
het voormalige regiment Vestingartillerie,
werd hij tijdelijk gedetacheerd bij de Normaal
Schietschool in Den Haag, waarvan hij 6
maanden later terugkeerde naar zijn regiment
met het brevet van meester op sabel, degen
en geweer in zijn zak. Dat brevet, thans een
vergrijsde en versleten foliant, is gedateerd
30 Maart 1883...
Leuke herinneringen? O ja, plenty. Vroeger
werd er behalve gegymd ook veel geschoten.
Dat deed men in de gymnastiekzaal met z.g.
Flaubert-buksen. Zijn vriendelijk gelaat is
met een lach overgoten, als de directeur aan
dien tijd terug denkt. „Wat hebben we toen
een pleizier gehad! Ik herinner me nog, dat
de oude Hagenaar wel 5 of meer keeren
schutterkoning geweest is. Maar behalve een
prijs voor den besten schutter, hadden we ook
een z.g. poedelprijs voor hem, die er het min
ste van terecht had gebracht. Nou, dat uit
reiken van dien poedelprijs, dat was me wat.
Ieder jaar had men een andere mop, nu eens
kreeg de „uitverkorene" een houten geweertje,
dan weer een zuigflesch en meer van die
„nuttige" dingen."
Eiken Zondagmorgen werden die schietoefe
ningen in het reeds lang afgebrande „Musis",
dat haar houten wanden verhief daar, waar
de firma Manheim thans in de Koningstraat
resideert, gehouden. Toen mevrouw Hooij
donk eens haar man wilde spreken en hem
dientengevolge in het gymnastieklokaal wilde
opzoeken, werd zij aan de deur teruggestuurd
met de mededeeling: „Er komen geen dames
binnen! We hebben hier geen getrouwde man
nen!" Zoo was 't vroeger „in dien goeden,
ouden tijd"...
Veel lief en leed heeft de thans tachtig
jarige met zijn vereeniging meegemaakt.
Nadat het houten Musis afgebrand was, waar
uit de directeur nog juist de geweren van zijn
vereeniging kon redden, betrok men een tijd
lang Casino, dat in die dagen ook nog slechts
in hout bestond. Vandaar is Pro Patria
terecht gekomen in het gebouw in de Weezen-
straat, dat nog niet zoolang geleden geheel ge
moderniseerd werd en waar men thans nog,
tesamen met de zustervereeniging „O.K.K.",
een uitstekende oefengelegenheid vindt. „Jam
mer, dat we nooit tot een gebouw, wat heele-
maal van ons zelf is, hebben kunnen toe
komen", verzucht de a.s. jubilaris.
Niet alleen gymnastiek en schieten.
Men moet niet denken, dat directeur Van
Hooijdonk in die vele jaren alleen maar onder
richt heeft gegeven in gymnastiek en schie
ten. Neen, hij was wat men noemt een all
round sportman en in zijn geest voedde hij
de jonge menschen, die onder zijn leiding kwa
men, ook op. Toen de voetballerij steeds popu
lairder begon te worden, behoorde hjj onder
het elftal van Pro Patria, dat interessante
wedstrijden op het Galgenveld speelde tegen
H.B.S. en andere bekende Heldersche clubs
uit dien tijd.
In de laatste jaren is de wandelsport als
het ware nieuw leven ingeblazen, maar vroe
ger wisten ze ook wat tippelen was. Zoo be
hoorde het vele jaren tot de gewoonte van
Van Hooijdonk en zijn hoofdafdeeling om op
Hemelvaartsdag een grooten wandeltocht te
maken. Dan ging men met de boot van hier
naar Akersloot en vandaar... loopen maar
jongens,' over Uitgeest naar het Kasteel As
senburg, over Limmen naar Alkmaar. Op een
andere keer werd er van Haarlem naar Leiden
geloopen. Toen men in de Sleutelstad aan
kwam, liepen er 2 op hun kousen... hun
schoenen hingen aan de veters over de schou
ders, omdat de blaren verhinderden dat ze
op de meer gebruikelijke plaats zaten... Dat
was nog eens loopen!
Het peil der huidige gymnastiek.
We hadden nu het een en ander uit den
ouden tijd gehoord en keerden nu naar het
„heden" terug met de vraag: wat denkt U
van het peil, waarop de huidige gymnastiek-
beoefening staat? Onmiddellijk kregen we het
antwoord, dat we verwacht hadden: in onze
jonge jaren stond de gymnastiek op een
hooger plan. Het lijkt wel of we toen meer
durfden. Langen tijd is er een inzinking ge
weest, maar het gaat de laatste jaren met de
gymnastiek gelukkig weer veel beter. In onze
vereeniging js de toéwijding en de ambitie
weer grooter geworden en dat stemt mij
natuurlijk tot groote vreugde. Wat de gym
nastiek in het algemeen betreft, in ifederland
is het Kon. Ned. Gymnastiek Verbond op den
goeden weg, mede dank zij de prachtige
demonstraties, die het laat geven door een
keurtroep, welks prestaties ik nog kort ge
leden in Schagen kon bewonderen.
Nog tal van andere dingen heeft de krasse
veteraan, van wien bekend is, dat hij menige
oefening nog voordoet, ons verteld, van zijn
ervaring op gewestelijke wedstrijden, waaraan
hij met zijn vereeniging heeft deelgenomen,
van de wedstrijden van het tegenwoordige
„bondje", waaraan Hij wel eens zijn mede
werking als jurylid heeft verleend, van de
stormen, die over zijn leven gingen en waar
voor ook hij en zijn echtgenoote niet gespaard
bleven
Nu staat hij aan den vooravond van zijn
tachtigsten verjaardag, een mijlpaal, dien het
velen niet gegeven is te bereiken. Of te be
reiken zooals de heer Van Hooydonck dat
doet: werkzaam, actief, met een gezond en
sterk lichaam en met een helderen geest. De
heer Van Hooydonk is wel het levend symbool
van den serieuzen mensch, die altijd zuinig op
zijn lichaam geweest is. Ziedaar het groote
geheim van zijn krachtige gezondheid: wees
zuinig op je lichaam. Dat wil niet zeggen,
dat men zich alles ontzeggen moet, dat heeft
deze veteraan ook niet gedaan. Maar hij hoed
de zich voor uitspattingen en voorts maakte
de sport hem „rechtop van lijf, rechtop van
ziel."
Het spreekt welhaast vanzelf, dat P. P. den
tachtigsen verjaardag van haar directeur niet
onopgemerkt voorbij zal laten gaan. Dinsdag
avond komen adspiranten, leden en oud-leden
van Pro Patria in Casino bijeen en dan zal
er ook de directeur met zijn echtgenoote zijn.
Wat er zal gebeuren, laat zich wel begrijpen;
wjj behoeven daar niet over te schrijven. Maar
dat men zal trachten om het bejaarde echt
paar een paar onvergetelijke uurtjes te bezor
gen, dat staat wel vast!
Aan de vele gelukwenschen, die den heer
Van Hooidonk dezer dagen ongetwijfeld zul
len geworden, voegen we gaarne de onze toe.
Dat hij nog lang werkzaam moge zijn voor
de vereeniging, die hem niet missen kan en
achter het schoone devies van het Koninklijk
Nederlandsch Gymnastiek Vervond: Men sana
in corpore sano! Een gezonde ziel in een ge
zond lichaam
Vrijdagmorgen is de matroos Bijl van
de sleepboot „Marine Transportdienst
No. H", welk vaartuig achter de expe-
ditieloods op de Werf gelegen was, bezig
met waterscheppen en is daarbij over
boord geslagen en verdronken. Van het
ongeluk is niemand getuige geweest.
De schipper van het vaartuig was beneden
in het schip en heeft niets gemerkt. Eerst
toen men Bijl om 9 uur miste, aanvanke
lijk meende men dat hij een boodschap was
gaan doen, werd hier en daar geïnformeerd,
doch zonder resultaat.
Toen men daarna ontdekte, dat de
waterschepper verdwenen was, is men
gaan dreggen en reeds na een half uur
haalde men het levenlooze lichaam van
Bijl uit het water.
Het slachtoffer was 53 jaar oud en onge
huwd.
Gistermiddag te ongeveer half 1 waren
eenige jongens aan het spelen aan de Zuid
straat en wel onder aan den waterkant, waar
zich in het water de planken en balken be
vinden.
Op een gegeven moment is eten der kinde
ren uitgegleden, met het gevolg dat het in
het water stortte en onder de balken terecht
kwam.
Oogenblikkelijk stelde een der vriendjes red
dingspogingen in het werk, en slaagde er in
derdaad ook in het jongetje uit zijn benarde
positie te verlossen. Een waarschuwing voor
den laatste en een woord van lof voor den
jongen redder is hier wel op zijn plaats.
WEKENLANG MET RHEUMATISCHE
RUGPIJN IN BED.
In zeer korten tjjd weer op de been.
„Vorig jaar had ik vreeselijke rheumatische
pijnen in mijn rug en ik was drie weken lang
volkomen hulpeloos. Toen schreef mijn moe
der mij, dat ik beslist Kruschen Salts moest
probeeren. Ik kocht dadelijk een flacon en kan
naar waarheid verklaren, dat ik binnen twee
weken weer op de been was." Dit schreef ons
Mevr. A. G.
Wanneer Uw afvoerorganen niet behoorlijk
werken, zullen bepaalde afvalstoffen het
lichaam verontreinigen en klachten veroor
zaken, als rheumatische pijnen, hoofdpijnen
etc. Kruschen Salts is een onovertroffen
middel om lever, nieren en ingewanden aan
te sporen tot gezonde, geregelde werking. De
„dagelijksche dosis" Kruschen houdt U frisch
en opgewekt als nooit te voren. Kruschen Salts
is verkrijgbaar bij alle apothekers en erkende
drogisten 0.40, 0.75 en 1.60 per flacon.
Let op, dat op het etiket op de flesch, zoowel
als op de buitenverpakking de naam Rown-
tree Handels Mij., Amsterdam, voorkomt.
(Adv.)
PCRTRETL ATELIER
JAC.DE BOER
doet men met onze ANTHRACIET ad
f 1.80 per H L., franco thuis
NEEMT NOG HEDEN EEN PROEF
Tel. 235 en 479 MOLENSTRA AT 134
Het rapport van de commissie ad hoe.
Zooals men weet is in de Raadsvergadering
van 15 September 1936 door den burgemees
ter ingesteld een commissie ad hoe inzake het
raadslidmaatschap van den heer J. Bregman,
bestaande uit de raadsleden L. F. van Loo, J«
H. Smith, Dr. P. Feenstra Kuiper, Mr. J. Mul
der en C. Ran, met opdracht, te onderzoeken,
of er aanleiding bestaat om den heer J. Breg
man, op grond van artikel 28 en 26, 3e lid,
der Gemeentewet, in zijn functie als raadsad.
te schorsen en hieromtrent rapport uit to
brengen aan den Raad.
De aanleiding tot dit onderzoek was de bij
het gewijzigd raadsbesluit verleende concessie
tot radiodistributie, enz., door de Gemeente
Den Helder aan de vennootschap firma E. N.
Heijligenberg, vertegenwoordigd door haar
firmanten E. N. Heijligenberg en J. Bregman,
waarbij wederzijdsche rechten en verplichtin
gen vastgelegd zijn in de overeenkomsten ge
sloten d.d. 19 September 1934.
Sommige leden van den Raad waren van
meening, dat het raadslid J. Bregman als fir
mant van de firma E. N. Heijligenberg in ver
band met de genoemde overeenkomst in een
zoodanige betrekking stond met de gemeente
Den Helder, dat hij door het doen van leverin
gen aan de gemeente in strijd kwam met
artikel 26, derde lid, der gemeentewet, en op
grond hiervan in zijn betrekking als raadslid
diende geschorst te worden. Bovengenoemde
commissie ad hoe heeft in een tweetal verga
deringen, waarbij tevens de Gemeentesecreta
ris, Dr. Mr. E. van Bolhuis, als adviseur aan
wezig was, deze quaestie onderzocht. In de
eerste vergadering werd de heer Van Loo tot
Voorzitter, de heer Mulder tot Rapporteur
benoemd.
Tijdens haar onderzoek is aan de commissie
gebleken, dat krachtens overeenkomsten, ge
sloten d.d. 3 Maart 1936, tusschen de firman
ten E. N. Heijligenberg en J. Bregman en Ir.
G. E. F. van Dijk, aan laatstgenoemde de vol
ledige leiding van de Heldersche Radio Cen
trale firma E. N. Heijligenberg is opgedragen
en genoemde Ir. Van Dijk als procuratiehou*
der is aangesteld en tevens, dat, ingevolge
Raadsbesluit d.d. 10 November 1936 door de
Gemeente Den Helder op 25 November 1936
een overeenkomst is gesloten met de firma E.
N. Heijligenberg inzake het onderhoud, enz.,
van de gemeentelijke brand- en /of politie-
alarmeering en deze overeenkomst voor firma
E. N. Heijligenberg is onderteekend door Ir.
G. E. F. van Dijk, voornoemd, die krachtens
voornoemde overeenkomst van 3 Maart 1936
de eenige persoon was, in de firma E. N.
Heijligenberg, die bevoegd was een zoodanige
onderhoudsovereenkomst met de Gemeente
Den Helder te sluiten.
De commissie is in meerderheid van
meening, dat de concessie-overeenkomst
voor de radiodistributie van de Gemeente
Den Helder met de firma E. N. Heiligen
berg geen overeenkomsten tot aanneming
van eenig werk, noch van levering van
eenig goed als bedoeld in artikel 26, derde
lid, der Gemeentewet is, zoodat het raads
lid J. Bregman met de verdere uitvoering
dezer overeenkomst als firmant van ge
noemde firma geen enkele daad doet,
welke zou vallen onder artikel 26, derde
lid der Gemeentewet.
De commissie is in meerderheid voorts van
meening, dat de bovenvermelde overeenkomst
Naar het Eagelsch bewerkt door
li)
„Er moet een telefoon zijn naar de tuin
manswoning." vertelde hij toen. „Die is een
paar jaar vóór mijn tante's sterven aange
legd. De man van Brownie was toen tuinier
en zij vonden het een rustig idee, als ze Brown
naar den dokter konden sturen, of Brownie
konden roepen, als ze noodig was. Er waren
niets dan vrouwen in huis."
„Ik heb hier geen telefoon gezien," zei
Amabel.
„De installatie werkte toch nog, toen ik met
George hier was, drie jaar geleden. Het toe
stel zat in de kamer hier tegenover."
„Laten we maar eens even gaan kijken,"
stelde Amabel voor. Zij staken de gang over.
„Het toestel was déér, brj het raam," wees
Julian. „Ze hebben er het bureau voor ge
zet." Hij schoof het meubel opzij en er kwam
een telefoontoestel van ouderwetsche con
structie te zien. „Alsjeblieft", zei hij. „Wil jij
even hier blijven? Dan ga ik naar het tuin
manshuisje en dan zullen we zien of de zaak
Werkt. Misschien moet de batterij bijgevuld
worden, maar die is aan mijn kant."
Amabel ging zitten en wachtte. Het had
haar veel moeite gekost om Julian's aanbod,
om in den salon te gaan wonen, af te slaan.
Naarmate de dag vorderde, groeide haar
angst voor den nacht. Als die telefoon werkte,
zou dat een heele geruststelling zijn. Ze zou
dan Julian elk oogenblik kunnen bereiken.
Haar gedachten woelden dooreen, maar op
den ochtergrond bleef steeds het besef van
die ééne noodzakelijkheid: ze moest die twee
honderd- pond van George verdienen. Wat er
ook gebeurde, zij bleef op de villa.
De telefoonbei rinkelde plotseling schel. Zij
stond op, hield den hoorn aan het oor en
hoorde Julian's stem zeggen: „Ben jij daar?"
„Ja." Haar stem beefde een beetje toen ze
antwoordde:
„Dus de boel is in orde Kun je me duide
lijk verstaan?"
„Ja, heel goed."
„Prachtig. Je hoeft maar te bellen en ik
kan binnen twee minuten bij je zijn. Ik heb
nog wat te doen; daarna kom ik nog even aan-
loopen. Daar zullen „de menschen" toch wel
niets tegen hebben?"
„De menschen moeten probeeren een klein
beetje redelijk te blijven", lachte Amabel.
HOOFDSTUK VIII.
Nog geen uur later werd er aan de voordeur
gebeld. Amabel hoorde Jenny opendoen en
toen een stap, die niet van Jenny was.
Zij verwachtte Julian, maar op zijn metge
zel was zij niet voorbereid. Julian keek triom
fantelijk. Aan een ketting hield hij den
grootsten herdershond, dien Amabel ooit had
gezien.
„Forsham-Dapper", stelde hij opgewekt
voor, „gegarandeerd vrij van ondeugden, en
een goed afgerichte waakhond. Kolossaal dier,
hè? Te groot voor de tentoonstellingen, zeg
gen ze, maar toch een mooi beest."
„Julian, heb je hem gekocht?"
„Een gegeven hond kijk je niet in den
bek!" bestrafte hg vroolijk. „Als je het pre
cies weten wilt; hij komt op proef." Julian
maakte den ketting los. „Ga de vrouw eens
goedendag zeggen!"
Dapper kwam naar voren en hield den kop
tegen haar uitgestrekte hand.
Ontroerd keek ze Julian aan.
„Het is een prachtdier," zei ze, „maar je
had het heusch niet moeten doen."
„Mij wou je niet hebben," protesteerde
Julian, „dus moest ik wel een remplagant zoe
ken. Laat hem voorloopig maar aan den ket
ting en houd hem altijd bij je, al ga je maar
even de kamer uit. Hij moet binnen heel rus
tig zijn. Hoe is het met je souper, nu Ellen
weg is? Brengt Jenny het boven?"
„Ik haal het zelf. Jenny wil niet meer naar
boven na de thee."
„Ik zal wel eens met haar praten," ver
klaarde Julian geërgerd.
„Neen, toe, ik heb het heusch liever niet.
Ze is zoo bang."
„En jij dah?" vroeg hij.
„Ik ben ook wel bang", gaf ze toe, „maar
't is m jj n souper, zie je."
Ze sloten Dapper op in de zitkamer en sa
men gingen ze naar de keuken om eieren en
ham te bakken en koffie te zetten. Het was
heel genoeglijk en er volgde een niet minder
gezelligen maaltijd op. Wét de menschen ook
praten, je kunt je koksmaat het eten niet
weigeren! Dapper scheen te slapen, maar toen
Julian opstand, deed hij één oog open en stak
één oor omhoog.
Ze brachten het blad naar beneden en met
tegenzin nam Julian afscheid.
„Houd Dapper bij je en bel me op, als je me
noodig hebt," zei hij.
Amabel knikte. Hij zag hoe haar gezicht
veranderde.
„Wat is er?" vroeg hij snel.
Zij trachtte te glimlachen.
„Het is kinderachtig, maar ik dacht aan
gisteravond. We stonden precies zoo. Ellen en
ik, toen de deur dichtsloeg en het licht uit
ging-
Julian legde de hand op haar arm.
„Toe kind, kijk niet zoo ongelukkig. Ga den
hond maar halen. Ik zal zoolang hier blijven.
Hij had zóó onmiddellijk begrepen, dat ze er
tegenop moest zien alleen de trap weer op te
gaan, dat het haar verbaasde. Het was of
één der vele sluiers, die zich in het verloop
der jaren tusschen menschen weven, voor een
oogenblik werd vaneen gescheurd. Zij kon
hem niet aankijken, zijn oogen zagen te veel.
En misschien zou zij ook iets zien, dat zij nu
nog niet zien durfde. Een vuurroode blos trok
over haar gezicht en zonder iets te zeggen,
keerde zij zich om en snelde de trap op. Toen
zij terugkwam, was de sluier weer tusschen
hen; het moment van intimiteit was voorbij-
gegleden.
Ze wenschten elkander goedennacht. Daar
op sloot Amabel de deur, schoof de grendels
dicht en ging terug naar de zitkamer. Dapper
liep rustig naast haar.
Om tien uur ging ze met hem mee naar
buiten. De hall deed haar niet zoo griezelig
aan. Het regende een beetje, maar het was
niet koud. Toen ze weer binnen kwam, zag ze
Jenny aan het eind van de keukengang en
riep haar een nachtgroet toe. Vervolgens liep
ze met Dapper naar haar slaapkamer, deed de
tusschendeur op slot en ging naar bed. Met
de telefoon en Dapper voelde ze zich rustiger
dan met de zwartgallig» Ellen.
Dapper lag naast de groote linnenkast. Hij
sliep al, toen zij uitgekleed was. Amabel trok
het licht uit, en ging liggen, vervuld van
dankbaarheid jegens Julian.
Ongeveer twee uur later werd ze wakker.
Ze meende een geluid te hooren, maar kon
niet direct realiseeren wat het was. Toen
kwam ze tot het besef, dat Dapper knorde,
hoorde hem door de kamer loopen, stak de
hand uit en trok het licht aan. In dezelfde
seconde keerde hij den kop naar haar toe en
zag zijn oogen, groot en angstig. Daarna liep
hij naar de deur, en ging daar staan snuffe
len en janken.
„Dapper, zoete hond, ga liggen," suste
Amabel. Weer die vlugge, angstige blik naar
haar.
„Liggen, Dapper!"
Maar het dier bleef janken en krabde aan
de deur. Amabel stond op en luisterde. In het
eerst hoorde ze niets. De hond werd steeds
opgewondener. Ze streelde hem over den
kop en meende toen een geluid te hooren, een
ver geluid, dat ze niet kon thuis brengen.
Maar Dapper was niet meer te houden. H(j
stond nu op zijn achterpooten, kraste met
scherpe jankstooten tegen de deur; nu en dan
keerde hij zich om, likte Amabel de hand en
legde een poot op haar pols. Zij nam het einde
van de ketting op, draaide het tweemaal om
haar hand, deed de deur open en reikte naar
de schakelaar van de ganglichten. De hond
sprong en rukte en ze lag op haar knieën
vóór ze het knopje had kunnen aanraken.
Het hooge gerekte gekerm van een kat
kwam uit het gapende duister tot haar. De
ketting werd uit haar hand gerukt, zij ver
loor het evenwicht geheel en viel. Dapper was
weg. Ze hoorde hem de trap afrennen en toen
zij overeind kwam en het licht aandraaide,
was het gemauw van de kat er weer.
(Wordt vervolgd.)