Voodooisme Angola in Amerika De erfenis van Neeltje Pater Bedriegers per telefoon Botsing op zee Botsing tusschcn twee trams in de Hoofdstad het afrikaansche oerwoud leeft onverklaarbare verschijnselen. Zijn erfgenamen van de mil- lionaire uit broek in waterland komen in jaarvergadering bijeen. er nog millioenen te verdeelen duitschland's nieuwe concessie gebied. verleden en heden van de portugeesche kolonie. nederlandsch stoomschip voor de portugeesche kust met engelsch slagschip in ernstige aanvaring. het schip kreeg een scheur in den voorsteven. Succesvolle jacht op een inbreker schaatsenrijden. schitterende prestatie van zes tienjarige noor. VOORT IN AMERIKA'S NEGERS. Aan het einde van de vorige maand moest de politie te Detroit een in doodsangst ver- keel ende negerin en haar 11-jarig dochter tje in bescherming nemen, om hen voor het religieuse fanatisme van hun eigen rasge- nooten te redden. De beide menschen zouden in een ketel kokend water geofferd worden. De politie arresteerde nog een neger, in wiens huis de aanhangers van het voodoois me waren samengekomen, om het tooneel bij te wonen. Het is niet de eerste maal, dat dergelijke fanaieke religieuse secten de politie veel last bezorgen. In dezen of genen vorm duiken zij steeds weer onder de primitieve volks- lagen op. Maar moeilijker te bestrijden dan alle andere secten, is de voodoo-cultus, wijl hij zoo diep in de primitiefste geloofsvoorstel lingen van de negers wortelt. In 1932 b.v. werd in een huis in de negerwijk van De troit een onthoofde neger gevonden. Zijn romp lag op een ruw stcenen altaar. Ook twee jaar later, in 1934, moest de politie een groot aantal negers arrest eeren. Het meest verbreid is deze eeredienst in het zuiden van de Vereenigde Staten met zijn groote negerbevolking, in het bijzonder in Louisiana. Vele boeken zijn over het voodooisme geschreven, en toch heeft men vele dingen nimmer kunnen verklaren. Er bestaat b.v. geen twijfel aan, dat de voodoo- priester in trancetoestand, in de religieuse extase, zekere dingen verrichten, die door de negers als wonderen worden beschouwd en waarvoor een ratieele verklaring eenvou dig niet te vinden is. De achtergrond van den voodoo- eeredienst. Om den achtergrond van den voodoo- cultus eenigszins te loeren hegrijpen, moe ten wij ons naar zijn eigenlijk vaderland hegeven, het zoo schitterende eiland Haiti. Hier is het rijk van den zwarten man, de vrije negerrepubliek, waar de blanke slechts geduld wordt. De eerste negers kwamen als slaven naar het eiland, dat indertijd nog on der Fransche heerschappij stond. Zij kwa- men uit het Congo-gebied met zijn groote ri vieren, zijn schitterende bloemen en planten, zijn verschrikkelijke hitte, zijn tropische re gens en onweders, zijn reusachtige, ondoor dringbare oerwouden. Zij brachten met zich de voorstellen, die deze natuurverschijnselen in hen gewekt en ontwikkeld hadden, ani misme en afgodendienst. Zij zagen geesten of „voodoos" in alle rivieren en hoornen, in den wind en in den donder, in alle natuur krachten zagen zij goden. In het middelpunt van hun godsdienst stond, zooals bij zoovele andere religies, de slangen-cultus. Nog op het oogenblik leven deze voorstel lingen in een groot aantal negers, niet slechts op Haiti, maar ook in de Vereenigde Staten, dikwijls slechts in het onderbewustzijn, om zich dan plotseling dierlijk-wild weer te open baren. Zelfs de mulatten van Harlem zijn daarvan niet geheel vrij. Vreemde invloeden. Natuurlijk heeft dit oorspronkelijk, primi tief geestengeloof zich in den loop der eeu wen zeer sterk met katholieke religie-voor- Stellingen vermengd. Katholieke zendelin gen trachtten den voodoo-cultus te vuur en te zwaard te lijf te gaan. Acht dagen na hun ontschepen in Santo Domingo moesten de slaven zich door de katholieke priesters laten doopen. Dat deze nieuwe religie voorloopig niet al te veel invloed op hun uitoefenden, kan men zich indenken. In donkere nachten hielden zij in de oerwouden met razende dan sen hun eigen eeredienst. En alle maatrege len van geweld, die men tegen den cultus nam, konden niet verhinderen, dat de be volking ook verder aan de oude goden en aan de tooverkracht van den voodoo bleef gelooven, in het bijzonder wanneer er weer eens een „wonder" gebeurd was. Mettertijd echter deden de katho lieke invloeden zich meer en meer gelden. De slangencultus is b.v. reeds jaren geleden uit den voodoo-eere- dienst verdwenen. Voodoo-gebeden zijn op het oogenblik een eigenaardig mengsel van Afrikaansche begrippen en katholieke religie-voorstellingen. Voodoo-goden nemen langzamerhand de trekken van katholieke heiligen aan. Uit Oegoe Balindjo is Jacobus geworden, Agonee Tonnere gelijkt zeer veel op Johannes den Dooper, Grande Manbo Batala is de Heilige Maagd.en Pierre Dambala stelt nie mand anders dan Petrus voor. De eeredienst. Welke handelingen behooren nu bij een Voodo-eeredienst? Kvenals bij vele andere primitieve religies drukt de religieuse ijver zich in dansen uit. De eeredienst bestaat hoofdzakelijk uit den dans, die de „geloovi- gen" dikwijls als een demon overvalt. Dan hebben wij met een soort psychopathisch verschijnsel te doen, dat men voodoo-crisis noemt. Het slachtoffer valt tenslotte doode- ijk vermoeid op den grond, met schuim op den mond, de ledematen verstijfd, terwijl de geest dikwijls voor het geheele verdere leven verstoord is. Bij het begin van den dienst brengt de priester, medicijnman, of hoe men hem noemen wil, den goden offers en mompelt daarbij een gebed. Plotseling springen dansers in den kring; slechts met broeken gekleed, draaien zij steeds sneller, steeds razender in het rond, begeleid door het gezang van de menigte, het roffelen der trommen, elkaar aanvurend, ophitsend, tot dat het geheel in wilde dansorgie ontaart. Tot de talrijke phenomenen, die bij derge lijke dansen werden waargenomen, b.v. vol komen ongevoeligheid, oogenblikkelijken dood van personen, die de hoogepriester dood wenschte, genezingen door gebed enz., behoort ook een geval, dat uit Florida werd gemeld. Daar zong een negerin gedurende de „crisis" in een taal, die door een aanwe zig taalgeleerde als een dialect herkend werd, dat meer dan 200 jaar geleden in 'n bepaalde streek van Afrika werd gesproken. Naar later bleek, hadden de voorvaderen van deze negerin, die in normalen toestand geen woord van deze taal kende, werkelijk in bedoelde streek van Afrika gewoond. Voodoo-diensten zijn natuurlijk slechts zeer zelden en onder de moeilijkste omstan digheden in den beschreven vorm gade te slaan. Zelfs op Haiti is het een blanke vol strekt niet aan te raden zich in de wouden van het binnenland te wagen en daar de ne gers in hun religieuse extase te storen. Reeds velen hebben hun nieuwsgierigheid met het leven moeten betalen. Ook in Noord- Amerika leeft de cultus, zooals de gebeurte nissen in Detroit bewijzen, in het geheim nog voert. De erfgenamen van de Broeker millionaire „Neeltje Pater" hebben Zaterdagmiddag te Amsterdam hun eerste jaarvergadering gehouden. Het aantal aanwezigen moge aanmerke lijk geringer geweest zijn dan vori ge malen, de bijeenkomst kenmerkte zich nu toch meer dan ooit tevoren door een sfeer van gegronden hoop. De besprekingen stonden niet meer op losse schroeven. Men moest wel het idéé krijgen, dat de vereeniging klaarblijkelijk op den goeden weg is om zich in het bezit te stellen van de onverdeelde erfenis. Het voornaamste agendapunt werd wel ge vormd door het bestuursvoorstel om een een roefproces aanhangig te maken op kosten van de vereeniging, waartoe het batig saldo van 't eerste jaar (f322.22) haar in staat stolt, wilde liet bestuur een gerechte lijk onderzoek instellen met een familie-tak of bepaald lid, wiens afstamming volledig verkregen is. De vereeniging wordt aldus 't voorstel, door dat lid schriftelijk gemachtigd om hot proces 1e voeren. Alle voordeden en nadeelen daaruit voortvloeiende komen ten nutte of ten laste van het algemeen belang. Op deze wijze hoopt men zekerheid te krij gen of de eventueel nog niet uitgekeerde na latenschap alsnog kan worden uitgekeerd indien de afstamming bewezen wordt. Met succes meent men zoo te kunnen nagaan in welke handen het niet aan de rechthebben den uitgedeelde milliQenenbedrag wel is gekomen. De heer C. Pater (Haarlem) vertelde uit voerig van de door hem als secretaris opge dane ervaringen, concludeerende dat er in 1823 en 1836 geld was, dat niet uitgekeerd werd. Hij schetste de erfenis-quaestie als een kansspel, waarin valsch gespeeld werd. „Als wij eerlijk spelen, zullen we de overwinning bereiken", zei spr. Het voorstel werd met algemeene stemmen aanvaard. Bij de besprekingen bleek wel, dat enkelen de vrees koesterden, dat de familie welke uitgekozen wordt voor het proefproces, met de winst zal gaan strijken. Hen stelde het bestuur gerust door te wijzen op de schriftelijke volmacht. Naar de heer Vroegop, voorzitter der ver eeniging vernomen had, kan de koninklijke goedkeuring der statuten dezer dagen de vereeniging bereiken Het onderzoek is reeds beëindigd. De president van de rechtbank had in een kantteekening bij de statuten op gemerkt, dat de vóór 1811 uitgedeelde bedra gen onaantastbaar waren. In dit verband vestigde de heer Vroegop er de aandacht op, dat het geenszins in de bedoeling ligt om sensatie te maken. Niet zal geëischt worden, dat families, wier voorouders op oneerlijke wijze aan deelen van de erfenis zijn geko men, deze bedragen weer afstaan. Spreker had dergelijke families reeds bij zich op be zoek gehad, doch ook haar kon hij gerust stellen. De vereeniging „Neeltje Pater", wil alleen weten of er nog geld is, dat niet ver deeld werd en of haar leden, wier afstam ming bewezen is, daarop aanspraak kun nen maken. Een juridisch adviseur heeft de vereeniging zich nog niet gekozen. Een oude truc die nog maar steeds opgaat. Misbruik ge maakt van de weldadigheid der menschen. De secretaris van den Amsterdamschen Armenraad schrijft: Een stadgenoote wordt opgebeld: „U spreekt met kapitein West uit Bloemendaal. „Mag ik U aanbevelen een allerdringendst geval van armoede, waar ik op het oogen blik zelf niet volledig helpen kan en waar voor ik nu een beroep zou willen doen op U". De „kapitein" doet nu een hartroe rend verhaal: de in-nood-verkeerende is een veel te fatsoenlijk man om zelf om hulp te vragen, maar „kapitein West" kan den behoeftige ten volle aanbevelen. Er is dringende haast bij de hulp, anders gaat een leven reddeloos verloren. Over een uurtje zal zijn protégé bij de stadsgenoote de benoodigdc tien gulden in ontvangst ko men nemen. De dame, wier hulp op deze wijze is ingeroepen, is wel wat verbaasd, zij kent „kapitein West" niet en kreeg ook geen antwoord meer door de telefoon, toen zij iets naders vroeg. De man, die het geld In liet jaar 1675 erkende het zwarte kei zerrijk Angola aan de Zuid-Westkust van Afrika, dat vroeger Loeanda heette, de be schermende heerschappij van Portugal. Om streeks 1750 viel het in een klein aantal staat jes uiteen en uit het protectoraat werd een kolonie. In 1853 kwam Bihó daarbij, in 1840 Mossamedes, in 1815 Ilocilla, in 1851 Kas- Sandsje en bij de Congo-overecnkomst van 1884 het Kabinda-land. Het geheele gebied omvat bijna 1.3 millioen vierkante kilometer wordt door ongeveer 5 millioen menschen be woond, waarvan er 20.000 in de hoofdstad Sao Paolo de Loanda gevestigd zijn en wordt geregeerd door een Portugeeschen gouver neur-generaal, die wordt bijgestaan door een koloniaal parlement en een leger van 1100 Portugeezen en 3600 inboorlingen te zijner be schikking heeft. De kolonie Angola bezit een levendig scheepsverkeer, 1100 km. spoorweg. 321 post en 133 telegraafkantoren. Het voert jaarlijks voor 250 millioen escudo's aan koffie, dia manten, mais, suiker, palmolie, visch, was en katoen uit en voor ongeveer hetzelfde be drag aan textielwaren, machines, wijn, hout, ijzer, staal, automobielen en benzine in. De economische toestand van de kolonie zou veel gunstiger kunnen zijn, indien de Portu geezen van alle agrarische en industrieele (mijnbouw) mogelijkheden gebruik zouden maken, maar dit doen zij in Angoln al even weinig als in hun andere overzeesche bezit tingen. Mislukte projecten. De Portugeezen hebben de waarde van de ze bezitting zoo weinig begrepen, dat zij reeds verschillende malen op het punt hebben ge staan, haar weg te schenken. Eenige jaren voor den wereldoorlog onderhandelde Por tugal met Engeland over een eventucelen verkoop, maar men kon niet tot een ver gelijk komen. Vijftien jaren later interesseer de Polen, dat grondstoffen voor zijn industrie en kolonisatiemogelijkheden voor zijn bevol kingsoverschot noodig had, zich voor het land. Het kwam tot onderhandelingen en in het jaar 1930 trok Pilsoedski persoonlijk naar Lissabon, om het verdrag in kannen en krui ken te brengén. Maar op het laatste oogen blik kon men het niet over de koopsom eens worden. Eind 1935 vonden er onderhandelingen plaats tusschcn Portugal en den Volken bond, die een oogenblik met de gedachte speelde, in Angola een nieuwe woonplaats voor de uit Irak gevluchte Assyriërs en een deel van de uit Duitscldand geëmigreer de Joden te scheppen. De Portu-'eezen wa ren wel bereid, de souvereiniteit. over een deel van de kolonie aan den Volkenbond over te dragen, maar het pro'ect strandde tenslotte, daar het onmogelijk bleek te zijn de kolonisatiekosten te garandeeren. Kort voor het begin van den Abessijn- schen oorlog bleken de Italianen belangstel ling voor de kolonie te hebben; er hadden eenige besprekingen plaats, die echter zon der resultaat bleven. De ironie van het noodlot wil nu, dat de Duitschers thans heizelfde Angola als con cessiegebied (niet als kolonie) krijgen, waar twee jaren geleden volgens den wensch van den Volkenbond de uit hun land gevluchte Joden een toevluchtsoord zouden vinden. De bevolking van Angola. Het eigenaardige van dit in Europa nau welijks bekende land is echter zijn bevol king. De I.ocandas zijn het eenige volk van Zuid-A frika met een betrekkelijk hoogstaan de cultuur. Maar meer dan dat, zij bezitten een eigen oud schrift en kunnen hun ge schiedenis tot de vroege Middeleeuwen vol gen. Toen de Portugeezen kwamen, vormde het land een sterk, goed georganiseerd keizer rijk, welks bewoners den verwonderden blanken de wild-romantische geschiedenis van keizerin Zingoea vertelden. Zingoea regeerde in het begin van de der tiende eeuw. Zij was in zekeren zin Semira- mis, Messalina en Catharina II in een per soon. Van haai kleine stamland aan de uit monding van de Loeanda rivier uit onder wierp zij in nauwelijks twintig jaren tijd alle stammen en volkeren tusschen de uit monding van de Congo rivier en het Ovambo- land, den oceaan en Betsjoeana-land. Haar hof was een plaais van barbaarsche pracht en praal. Haar paleis, uit het fijnste ebben hout gebouwd, was geheel met dikke gou den platen bedekt en herbergde een geheel leger van slaven en slavinnen, die uit de voornaamste families van de door haar on derworpen volken stamden. Een „zwarte" Barbarossa-legende. Keizerin Zingoea was overigens al even heersch- en krijgszuchtig als wreed. Krijgs gevangenen werden evenals de eigen onder danen, die bij haar in ongenade waren ge vallen, op gruwelijke wijze doodgemarteld. De beschrijving van de terechtstellingen doet ons op het oogenblik nog huiveren. De gevangenen werden in nauwe koperen bui zen van manshoogte geperst en dan op een brandstapel gezet, zoodat de buizen lang zaam gloeiend weiden en de hulplooze slachtoffers langzaam roosterden. Zingoea viel, zoo vertelt de geschiedenis der Loeanda's, in den veldtocht tegen de Ovambo's, die zij vergeefs trachtte te onder werpen. Haar lijk werd niet gevonden. De sage der Loeanda's vertelt, dat zij niet ge storven is, maar zich in de bergen verbor gen houdt, om op een gegeven oogenbik haar volk van het juk der vreemde heer schappij te bevrijden en weer groot en machtig te maken. De Duitsehe kolonisten, die thans tiaar An gola gaan, zullen in deze legende der Loean da's gemakkelijk de eigen, in het Afri- kaansch overgezette Barbarossa-legende her kennen (Auteursrecht V.P.R.), (Nadruk verboden) DINSDAG 9 FEBRUARI Hilversum I. AVRO-uitzending. 11.0011.30 v.m. en 6.30 —7.00 RVU. 8.00 Gramofoonplaten. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonplaten. 10.30 Jetty Cantor's Ensemble. 11.00 Lezing „Wjj en onze zieken". 11.30 Ensemble J. Cantor. 12.30 Orgelspel. 1.00 Kovacs Lajos' orkest. 2.00 Het Omroeporkest. 3.00 Knipcursus. 4.00 Pianorecital. 4.30 Kinderkoorzang. 5.00 kinderhalfuur. 5.30 Het Omroeporkest. 6.30 Psychologische causerie. 7.00 Voor de kinderen. 7.05 AVRO-Dansorkest. 7.30 Engelsche les. 8.00 Berichten A.N.P. Mededeelingen. 8.10 Bonte Dinsdagavondtrein. 9.30 Vocaal concert. 10.00 Gramofoonplaten. 10.30 Schaakles. 11.00 Berichten A.N.P. Hierna AVRO-Dans. orkest. 11.4012.00 Gramofoonplaten. Hilversum n. KRO-uitzending. 8.009.15 en 10.00 Gramofoonplaten. 11.30 Godsd. halfuur. 12.00 Berichten. 12.15 KRO-orkest en gramofoonplaten. 2.00 Vrouwenuur. 3.00 Modecursus. 4.05 Gramofoonplaten. 4.10 Orgelconcert en gramofoonplaten. 5.20 Gramofoonplaten. 5.45 Felicitatiebezoek. 6.00 De KRO-Melodisten en solist. 6.40 Esperanto-cursus. 7.00 Berichten. 7.15 Economische causerie. 7.35 Sporthalfuur. 8.00 Berichten ANP. 8.10 Vastenavondprogramma m.m.v. KRO- orkesten en solisten. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Lilly Mathé en haar orkest. 11.2012.00 Gramofoonplaten. kwam halen, leek echter sympathiek, ach teraf is zij toch gaan twijfelen, zij vraagt den Armenraad en dan komt uit, dat de „kapitein" en zijn protégé of denzelfden man of twee bondgenooten zijn en dat zij haar geld heeft gegeven aan een sluwen weldadigheids-exploitant. Het is wonderlijk hoe dikwijls deze oude truc opgaat. Wie opbelt geeft zich een voor naam cachet door zich te tooien met een adellijken titel of met den naam van een bekend stadgenoot of roept, door een leger- rang aan te duiden, de suggestie op, dat men te doen heeft met het leger des heils. Dikwijls is er al gewaarschuwd tegen deze bedriegerijcn-per-telefoon, maar altijd opnieuw vindt het kunstje nog toepassing. Vandaar dat ik opnieuw nog eens met na druk moge waarschuwen: ga nooit op zulke telefonische verzoeken van onbekenden in en geef nooit aan onbekenden zonder den Armenraad even te hebben geraadpleegd. Het stoomschip „Kertosono" van de Rotterdamsche Lloyd heeft draad loos medegedeeld, dat het ter hoog te van Oporto in ernstige aanvaring met, het Britsche slagschip „Ma- laya" is geweest. Hulp was echter niet onmiddel lijk noodig. Van persoonlijke onge vallen werd geen melding gemaakt. DE BOTSING TUSSCHEN „KER TOSONO" EN „MALAYA" GOED AFGELOOPEN. Men meldt ons nader uit Amsterdam: Naar wij van de directie van de Rot terdamsche Lloyd vernemen heeft de bot sing tusschcn de „Kertosono" en de „Ma- laya" Zaterdagavond plaa's gehad. De .Kertosono" kreeg een scheur in den voorsteven boven de waterlinie. Het schip vaart op eigen kracht naar een Portugee- sche haven. Hoewel er geen enkel gevaar bestaat, blijven het Engelsche slagschip ,Malaya" en een uit Leixoes ter assisten tie gekomen Duitsehe sleepboot in de buurt van het schip. Kapitein van de „Kertosono" is de heer De Boer. Het schip meet 7323 ton. De „Kertosono" is het grootste vrachtschip van de Rotterdamsche Lloyd en beschikt over passagiersaccomodatie. Het schip heeft een afmeting van 7323 ton. Aan boord be vindt zich een lading stukgoederen. De Nederlandsche motorbergingsboot „Zwarte Zee" van L. Smit en Co's Inter nationalen Sleepdienst is in denl oop van Zondag vanh aar station te Falmouth ver trokken om assistentie te verleenen aan de „lvertensono'. De Zwarte Zee zal het schip over 48 uur kunnen bereiken. Mist de oorzaak? Ook „Zwarte Zee" uitgevaren. de De Rotterdamsche Lloyd ontving gister avond van den kapitein van de „Kertosono" draadloos bericht, dat de toestand nog on veranderd was. De Duitsehe sleepboot „See- falke" van den sleepdienst Bugsier te Ham- brug, welke des ochtends te zeven uur Lei xoes had verlaten, was in den laten middag bij de „Kertosono" aangekomen. Het lag evenwel in de bedoeling eerst Maandagochtend vast te maken. In dien tus schentijd zou het schip trachten zooveel mo gelijk zee te houden, waarbij de machines op achteruit zijn gezet, teneinde 't beschadigde gedeelte zooveel mogelijk van den water druk te ontlasten. Zoo dreef het schip gis teravond langzaam in Noordwestelijke rich ting. Behalve de „Seefalke" bleef ook nog de Engelshe oorlogsbodem „Malaya" in de nabijheid. Onder deze omstandigheden is de aankomst van de „Kertosono" te Lissabon thans nog niet te bepalen. De kapitein seinde uitdrukkelijk, dat van een noodtoestand geen sprake is en dat hij de situatie gunstig beoordeelde. Omtrent de toedracht der aanvaring wacht men liet uitvoerige rapport van den kapitein af. Ook is de juiste omvang van beschadiging nog niet bekend. Zeker is echter, dat het schip aan de voorzijde gescheurd is, doch de ruimen ma ken geen water. Aangenomen wordt, dat de schade boven de waterlijn is toegebracht. Het gebeurde vond plaats, dwars van Oporto op 41.8 graden N.B. y 9.40 gr. W.L. In den nacht van Vrijdag op Zaterdag be merkte de waker K. van de eerste 's-Graven- haagsche Nachtveiligheidsdienst, dat van de lingeriezaak van Zeggelenlaan 145 de win keldeur geforceerd was. Een onderzoek in stellende, zag hij door de winkelruit, dat twee mannen bezig waren, den winkel te doorzoeken. De bewaker trók zijn gummi stok en stapte naar binnen, waarop een der inbrekers een kist naar K.'s hoofd smeet. De nachtwaker kwam daardoor te vallen en de beide mannen, die over hem heen spron gen, maakten zich uit de voeten. Een van hen stapte op de fiets van den nachtwaker, de andere verdween te voet, maar werd door den waker heimelijk ge volgd. Toen de nachtveiligheidsman den in breker een perceel in een der zijstraten had zien binnengaan, waarschuwde hij de po litie. Direct daarop verschenen agenten van de motorbrigade en rechercheurs met poli tiehonden. Eerst werd de op heeterdaad betrapte van zijn bed gelicht en overgebracht naar het po litiebureau Rijswijksche plein. De motorpolitie ging daarop in de buurt rondrijden om den anderen man te zoeken. Zij vond echter alleen het rijwiel van den nachtwaker in een der straten liggen. Door middel van een hond trachtte men het spoor van den inbreker te vinden. Dit gelukte echter niet, omdat het dier, na lucht te hebben genomen van de fiets hard naar den eigenaar, die op een afstand gebleven was, toeliep. Zoo eindigde dit nachtelijk avontuur. De ongenoode gasten hadden nog geen gelegen heid gehad iets weg te nemen. De gearres teerde is de 30-jarige B., een goede bekende van de politie. Geen persoonlijke ongelukken. Zandvoortsche tram gleed door. Gistermiddag te ongeveer 2.20 uur is op de Westermarkt te Amsterdam een motorwa gen van de Zandvoortsche train, welke van de richting Sloterdijk kwam op een bij de halte stilstaande tramwagen van lijn veer tien gereden. Van den wagen der gemeentetram werd het achterbalcon zoo zwaar beschadigd, dat de wagen naar de remise moest worden ge reden. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. Het ongeval is veroorzaakt door het feit, dat de motorwagen van de Zandvoortsche tram bij het remmen is doorgegleden. Het tramverkeer ter plaatse was ongeveer .gedurende den tijd van 20 minuten gestag neerd. De zestienjarige Noorsrhe schaatsenrijder Arne Jacobsen reed tijdens de wedstrijden In het hardrijden op de schaats te Ilamar de 500 meter in den schitterenden tijd van 44.1 sec. Het wereldrecord over dien afstand heeft zijn landgenoot Engestangen de vo rige week tijdens de F.uropeesche kampioen schappen te Davos op zijn naam gebracht met 42.3 sec. De tijd van den jeugdigen Noor belooft dus wat voor de toekomst.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 2