Voodooisme
Angola
in Amerika
De erfenis van
Neeltje Pater
Bedriegers per telefoon
Botsing op zee
Botsing tusschcn twee
trams in de Hoofdstad
het afrikaansche oerwoud leeft
onverklaarbare verschijnselen.
Zijn
erfgenamen van de mil-
lionaire uit broek in
waterland komen in
jaarvergadering bijeen.
er nog millioenen te
verdeelen
duitschland's nieuwe concessie
gebied.
verleden en heden van de
portugeesche kolonie.
nederlandsch stoomschip
voor de portugeesche kust
met engelsch slagschip in
ernstige aanvaring. het
schip kreeg een scheur in
den voorsteven.
Succesvolle jacht op een
inbreker
schaatsenrijden.
schitterende prestatie van zes
tienjarige noor.
VOORT IN AMERIKA'S NEGERS.
Aan het einde van de vorige maand moest
de politie te Detroit een in doodsangst ver-
keel ende negerin en haar 11-jarig dochter
tje in bescherming nemen, om hen voor het
religieuse fanatisme van hun eigen rasge-
nooten te redden. De beide menschen zouden
in een ketel kokend water geofferd worden.
De politie arresteerde nog een neger, in
wiens huis de aanhangers van het voodoois
me waren samengekomen, om het tooneel
bij te wonen.
Het is niet de eerste maal, dat dergelijke
fanaieke religieuse secten de politie veel last
bezorgen. In dezen of genen vorm duiken
zij steeds weer onder de primitieve volks-
lagen op. Maar moeilijker te bestrijden dan
alle andere secten, is de voodoo-cultus, wijl
hij zoo diep in de primitiefste geloofsvoorstel
lingen van de negers wortelt. In 1932 b.v.
werd in een huis in de negerwijk van De
troit een onthoofde neger gevonden. Zijn
romp lag op een ruw stcenen altaar. Ook
twee jaar later, in 1934, moest de politie een
groot aantal negers arrest eeren.
Het meest verbreid is deze eeredienst in
het zuiden van de Vereenigde Staten met
zijn groote negerbevolking, in het bijzonder
in Louisiana. Vele boeken zijn over het
voodooisme geschreven, en toch heeft men
vele dingen nimmer kunnen verklaren. Er
bestaat b.v. geen twijfel aan, dat de voodoo-
priester in trancetoestand, in de religieuse
extase, zekere dingen verrichten, die door de
negers als wonderen worden beschouwd en
waarvoor een ratieele verklaring eenvou
dig niet te vinden is.
De achtergrond van den voodoo-
eeredienst.
Om den achtergrond van den voodoo-
cultus eenigszins te loeren hegrijpen, moe
ten wij ons naar zijn eigenlijk vaderland
hegeven, het zoo schitterende eiland Haiti.
Hier is het rijk van den zwarten man, de
vrije negerrepubliek, waar de blanke slechts
geduld wordt. De eerste negers kwamen als
slaven naar het eiland, dat indertijd nog on
der Fransche heerschappij stond. Zij kwa-
men uit het Congo-gebied met zijn groote ri
vieren, zijn schitterende bloemen en planten,
zijn verschrikkelijke hitte, zijn tropische re
gens en onweders, zijn reusachtige, ondoor
dringbare oerwouden. Zij brachten met zich
de voorstellen, die deze natuurverschijnselen
in hen gewekt en ontwikkeld hadden, ani
misme en afgodendienst. Zij zagen geesten
of „voodoos" in alle rivieren en hoornen, in
den wind en in den donder, in alle natuur
krachten zagen zij goden. In het middelpunt
van hun godsdienst stond, zooals bij zoovele
andere religies, de slangen-cultus.
Nog op het oogenblik leven deze voorstel
lingen in een groot aantal negers, niet slechts
op Haiti, maar ook in de Vereenigde Staten,
dikwijls slechts in het onderbewustzijn, om
zich dan plotseling dierlijk-wild weer te open
baren. Zelfs de mulatten van Harlem zijn
daarvan niet geheel vrij.
Vreemde invloeden.
Natuurlijk heeft dit oorspronkelijk, primi
tief geestengeloof zich in den loop der eeu
wen zeer sterk met katholieke religie-voor-
Stellingen vermengd. Katholieke zendelin
gen trachtten den voodoo-cultus te vuur en
te zwaard te lijf te gaan. Acht dagen na hun
ontschepen in Santo Domingo moesten de
slaven zich door de katholieke priesters laten
doopen. Dat deze nieuwe religie voorloopig
niet al te veel invloed op hun uitoefenden,
kan men zich indenken. In donkere nachten
hielden zij in de oerwouden met razende dan
sen hun eigen eeredienst. En alle maatrege
len van geweld, die men tegen den cultus
nam, konden niet verhinderen, dat de be
volking ook verder aan de oude goden en
aan de tooverkracht van den voodoo bleef
gelooven, in het bijzonder wanneer er weer
eens een „wonder" gebeurd was.
Mettertijd echter deden de katho
lieke invloeden zich meer en meer
gelden. De slangencultus is b.v. reeds
jaren geleden uit den voodoo-eere-
dienst verdwenen. Voodoo-gebeden
zijn op het oogenblik een eigenaardig
mengsel van Afrikaansche begrippen
en katholieke religie-voorstellingen.
Voodoo-goden nemen langzamerhand
de trekken van katholieke heiligen
aan. Uit Oegoe Balindjo is Jacobus
geworden, Agonee Tonnere gelijkt
zeer veel op Johannes den Dooper,
Grande Manbo Batala is de Heilige
Maagd.en Pierre Dambala stelt nie
mand anders dan Petrus voor.
De eeredienst.
Welke handelingen behooren nu bij een
Voodo-eeredienst? Kvenals bij vele andere
primitieve religies drukt de religieuse ijver
zich in dansen uit. De eeredienst bestaat
hoofdzakelijk uit den dans, die de „geloovi-
gen" dikwijls als een demon overvalt. Dan
hebben wij met een soort psychopathisch
verschijnsel te doen, dat men voodoo-crisis
noemt. Het slachtoffer valt tenslotte doode-
ijk vermoeid op den grond, met schuim
op den mond, de ledematen verstijfd, terwijl
de geest dikwijls voor het geheele verdere
leven verstoord is. Bij het begin van den
dienst brengt de priester, medicijnman, of
hoe men hem noemen wil, den goden offers
en mompelt daarbij een gebed. Plotseling
springen dansers in den kring; slechts met
broeken gekleed, draaien zij steeds sneller,
steeds razender in het rond, begeleid door
het gezang van de menigte, het roffelen der
trommen, elkaar aanvurend, ophitsend, tot
dat het geheel in wilde dansorgie ontaart.
Tot de talrijke phenomenen, die bij derge
lijke dansen werden waargenomen, b.v. vol
komen ongevoeligheid, oogenblikkelijken
dood van personen, die de hoogepriester
dood wenschte, genezingen door gebed enz.,
behoort ook een geval, dat uit Florida werd
gemeld. Daar zong een negerin gedurende
de „crisis" in een taal, die door een aanwe
zig taalgeleerde als een dialect herkend
werd, dat meer dan 200 jaar geleden in 'n
bepaalde streek van Afrika werd gesproken.
Naar later bleek, hadden de voorvaderen
van deze negerin, die in normalen toestand
geen woord van deze taal kende, werkelijk
in bedoelde streek van Afrika gewoond.
Voodoo-diensten zijn natuurlijk slechts
zeer zelden en onder de moeilijkste omstan
digheden in den beschreven vorm gade te
slaan. Zelfs op Haiti is het een blanke vol
strekt niet aan te raden zich in de wouden
van het binnenland te wagen en daar de ne
gers in hun religieuse extase te storen.
Reeds velen hebben hun nieuwsgierigheid
met het leven moeten betalen. Ook in Noord-
Amerika leeft de cultus, zooals de gebeurte
nissen in Detroit bewijzen, in het geheim
nog voert.
De erfgenamen van de Broeker
millionaire „Neeltje Pater" hebben
Zaterdagmiddag te Amsterdam hun
eerste jaarvergadering gehouden. Het
aantal aanwezigen moge aanmerke
lijk geringer geweest zijn dan vori
ge malen, de bijeenkomst kenmerkte
zich nu toch meer dan ooit tevoren
door een sfeer van gegronden hoop.
De besprekingen stonden niet meer
op losse schroeven. Men moest wel
het idéé krijgen, dat de vereeniging
klaarblijkelijk op den goeden weg is
om zich in het bezit te stellen van
de onverdeelde erfenis.
Het voornaamste agendapunt werd wel ge
vormd door het bestuursvoorstel om een
een roefproces aanhangig te maken op
kosten van de vereeniging, waartoe het batig
saldo van 't eerste jaar (f322.22) haar in
staat stolt, wilde liet bestuur een gerechte
lijk onderzoek instellen met een familie-tak
of bepaald lid, wiens afstamming volledig
verkregen is. De vereeniging wordt aldus 't
voorstel, door dat lid schriftelijk gemachtigd
om hot proces 1e voeren. Alle voordeden en
nadeelen daaruit voortvloeiende komen ten
nutte of ten laste van het algemeen belang.
Op deze wijze hoopt men zekerheid te krij
gen of de eventueel nog niet uitgekeerde na
latenschap alsnog kan worden uitgekeerd
indien de afstamming bewezen wordt. Met
succes meent men zoo te kunnen nagaan in
welke handen het niet aan de rechthebben
den uitgedeelde milliQenenbedrag wel is
gekomen.
De heer C. Pater (Haarlem) vertelde uit
voerig van de door hem als secretaris opge
dane ervaringen, concludeerende dat er in
1823 en 1836 geld was, dat niet uitgekeerd
werd. Hij schetste de erfenis-quaestie als een
kansspel, waarin valsch gespeeld werd. „Als
wij eerlijk spelen, zullen we de overwinning
bereiken", zei spr.
Het voorstel werd met algemeene stemmen
aanvaard. Bij de besprekingen bleek wel, dat
enkelen de vrees koesterden, dat de familie
welke uitgekozen wordt voor het proefproces,
met de winst zal gaan strijken. Hen stelde
het bestuur gerust door te wijzen op de
schriftelijke volmacht.
Naar de heer Vroegop, voorzitter der ver
eeniging vernomen had, kan de koninklijke
goedkeuring der statuten dezer dagen de
vereeniging bereiken Het onderzoek is reeds
beëindigd. De president van de rechtbank
had in een kantteekening bij de statuten op
gemerkt, dat de vóór 1811 uitgedeelde bedra
gen onaantastbaar waren. In dit verband
vestigde de heer Vroegop er de aandacht op,
dat het geenszins in de bedoeling ligt om
sensatie te maken. Niet zal geëischt worden,
dat families, wier voorouders op oneerlijke
wijze aan deelen van de erfenis zijn geko
men, deze bedragen weer afstaan. Spreker
had dergelijke families reeds bij zich op be
zoek gehad, doch ook haar kon hij gerust
stellen. De vereeniging „Neeltje Pater", wil
alleen weten of er nog geld is, dat niet ver
deeld werd en of haar leden, wier afstam
ming bewezen is, daarop aanspraak kun
nen maken.
Een juridisch adviseur heeft de vereeniging
zich nog niet gekozen.
Een oude truc die nog maar
steeds opgaat. Misbruik ge
maakt van de weldadigheid
der menschen.
De secretaris van den Amsterdamschen
Armenraad schrijft:
Een stadgenoote wordt opgebeld: „U
spreekt met kapitein West uit Bloemendaal.
„Mag ik U aanbevelen een allerdringendst
geval van armoede, waar ik op het oogen
blik zelf niet volledig helpen kan en waar
voor ik nu een beroep zou willen doen op
U". De „kapitein" doet nu een hartroe
rend verhaal: de in-nood-verkeerende is
een veel te fatsoenlijk man om zelf om
hulp te vragen, maar „kapitein West" kan
den behoeftige ten volle aanbevelen. Er is
dringende haast bij de hulp, anders gaat
een leven reddeloos verloren. Over een
uurtje zal zijn protégé bij de stadsgenoote
de benoodigdc tien gulden in ontvangst ko
men nemen. De dame, wier hulp op deze
wijze is ingeroepen, is wel wat verbaasd,
zij kent „kapitein West" niet en kreeg ook
geen antwoord meer door de telefoon, toen
zij iets naders vroeg. De man, die het geld
In liet jaar 1675 erkende het zwarte kei
zerrijk Angola aan de Zuid-Westkust van
Afrika, dat vroeger Loeanda heette, de be
schermende heerschappij van Portugal. Om
streeks 1750 viel het in een klein aantal staat
jes uiteen en uit het protectoraat werd een
kolonie. In 1853 kwam Bihó daarbij, in 1840
Mossamedes, in 1815 Ilocilla, in 1851 Kas-
Sandsje en bij de Congo-overecnkomst van
1884 het Kabinda-land. Het geheele gebied
omvat bijna 1.3 millioen vierkante kilometer
wordt door ongeveer 5 millioen menschen be
woond, waarvan er 20.000 in de hoofdstad
Sao Paolo de Loanda gevestigd zijn en wordt
geregeerd door een Portugeeschen gouver
neur-generaal, die wordt bijgestaan door een
koloniaal parlement en een leger van 1100
Portugeezen en 3600 inboorlingen te zijner be
schikking heeft.
De kolonie Angola bezit een levendig
scheepsverkeer, 1100 km. spoorweg. 321 post
en 133 telegraafkantoren. Het voert jaarlijks
voor 250 millioen escudo's aan koffie, dia
manten, mais, suiker, palmolie, visch, was en
katoen uit en voor ongeveer hetzelfde be
drag aan textielwaren, machines, wijn, hout,
ijzer, staal, automobielen en benzine in. De
economische toestand van de kolonie zou
veel gunstiger kunnen zijn, indien de Portu
geezen van alle agrarische en industrieele
(mijnbouw) mogelijkheden gebruik zouden
maken, maar dit doen zij in Angoln al even
weinig als in hun andere overzeesche bezit
tingen.
Mislukte projecten.
De Portugeezen hebben de waarde van de
ze bezitting zoo weinig begrepen, dat zij reeds
verschillende malen op het punt hebben ge
staan, haar weg te schenken. Eenige jaren
voor den wereldoorlog onderhandelde Por
tugal met Engeland over een eventucelen
verkoop, maar men kon niet tot een ver
gelijk komen. Vijftien jaren later interesseer
de Polen, dat grondstoffen voor zijn industrie
en kolonisatiemogelijkheden voor zijn bevol
kingsoverschot noodig had, zich voor het
land. Het kwam tot onderhandelingen en in
het jaar 1930 trok Pilsoedski persoonlijk naar
Lissabon, om het verdrag in kannen en krui
ken te brengén. Maar op het laatste oogen
blik kon men het niet over de koopsom eens
worden.
Eind 1935 vonden er onderhandelingen
plaats tusschcn Portugal en den Volken
bond, die een oogenblik met de gedachte
speelde, in Angola een nieuwe woonplaats
voor de uit Irak gevluchte Assyriërs en
een deel van de uit Duitscldand geëmigreer
de Joden te scheppen. De Portu-'eezen wa
ren wel bereid, de souvereiniteit. over een
deel van de kolonie aan den Volkenbond
over te dragen, maar het pro'ect strandde
tenslotte, daar het onmogelijk bleek te zijn
de kolonisatiekosten te garandeeren.
Kort voor het begin van den Abessijn-
schen oorlog bleken de Italianen belangstel
ling voor de kolonie te hebben; er hadden
eenige besprekingen plaats, die echter zon
der resultaat bleven.
De ironie van het noodlot wil nu, dat de
Duitschers thans heizelfde Angola als con
cessiegebied (niet als kolonie) krijgen, waar
twee jaren geleden volgens den wensch van
den Volkenbond de uit hun land gevluchte
Joden een toevluchtsoord zouden vinden.
De bevolking van Angola.
Het eigenaardige van dit in Europa nau
welijks bekende land is echter zijn bevol
king. De I.ocandas zijn het eenige volk van
Zuid-A frika met een betrekkelijk hoogstaan
de cultuur. Maar meer dan dat, zij bezitten
een eigen oud schrift en kunnen hun ge
schiedenis tot de vroege Middeleeuwen vol
gen.
Toen de Portugeezen kwamen, vormde het
land een sterk, goed georganiseerd keizer
rijk, welks bewoners den verwonderden
blanken de wild-romantische geschiedenis
van keizerin Zingoea vertelden.
Zingoea regeerde in het begin van de der
tiende eeuw. Zij was in zekeren zin Semira-
mis, Messalina en Catharina II in een per
soon. Van haai kleine stamland aan de uit
monding van de Loeanda rivier uit onder
wierp zij in nauwelijks twintig jaren tijd
alle stammen en volkeren tusschen de uit
monding van de Congo rivier en het Ovambo-
land, den oceaan en Betsjoeana-land. Haar
hof was een plaais van barbaarsche pracht
en praal. Haar paleis, uit het fijnste ebben
hout gebouwd, was geheel met dikke gou
den platen bedekt en herbergde een geheel
leger van slaven en slavinnen, die uit de
voornaamste families van de door haar on
derworpen volken stamden.
Een „zwarte" Barbarossa-legende.
Keizerin Zingoea was overigens al even
heersch- en krijgszuchtig als wreed. Krijgs
gevangenen werden evenals de eigen onder
danen, die bij haar in ongenade waren ge
vallen, op gruwelijke wijze doodgemarteld.
De beschrijving van de terechtstellingen
doet ons op het oogenblik nog huiveren. De
gevangenen werden in nauwe koperen bui
zen van manshoogte geperst en dan op een
brandstapel gezet, zoodat de buizen lang
zaam gloeiend weiden en de hulplooze
slachtoffers langzaam roosterden.
Zingoea viel, zoo vertelt de geschiedenis
der Loeanda's, in den veldtocht tegen de
Ovambo's, die zij vergeefs trachtte te onder
werpen. Haar lijk werd niet gevonden. De
sage der Loeanda's vertelt, dat zij niet ge
storven is, maar zich in de bergen verbor
gen houdt, om op een gegeven oogenbik
haar volk van het juk der vreemde heer
schappij te bevrijden en weer groot en
machtig te maken.
De Duitsehe kolonisten, die thans tiaar An
gola gaan, zullen in deze legende der Loean
da's gemakkelijk de eigen, in het Afri-
kaansch overgezette Barbarossa-legende her
kennen
(Auteursrecht V.P.R.), (Nadruk verboden)
DINSDAG 9 FEBRUARI
Hilversum I.
AVRO-uitzending. 11.0011.30 v.m. en 6.30
—7.00 RVU.
8.00 Gramofoonplaten.
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gramofoonplaten.
10.30 Jetty Cantor's Ensemble.
11.00 Lezing „Wjj en onze zieken".
11.30 Ensemble J. Cantor.
12.30 Orgelspel.
1.00 Kovacs Lajos' orkest.
2.00 Het Omroeporkest.
3.00 Knipcursus.
4.00 Pianorecital.
4.30 Kinderkoorzang.
5.00 kinderhalfuur.
5.30 Het Omroeporkest.
6.30 Psychologische causerie.
7.00 Voor de kinderen.
7.05 AVRO-Dansorkest.
7.30 Engelsche les.
8.00 Berichten A.N.P. Mededeelingen.
8.10 Bonte Dinsdagavondtrein.
9.30 Vocaal concert.
10.00 Gramofoonplaten.
10.30 Schaakles.
11.00 Berichten A.N.P. Hierna AVRO-Dans.
orkest.
11.4012.00 Gramofoonplaten.
Hilversum n.
KRO-uitzending.
8.009.15 en 10.00 Gramofoonplaten.
11.30 Godsd. halfuur.
12.00 Berichten.
12.15 KRO-orkest en gramofoonplaten.
2.00 Vrouwenuur.
3.00 Modecursus.
4.05 Gramofoonplaten.
4.10 Orgelconcert en gramofoonplaten.
5.20 Gramofoonplaten.
5.45 Felicitatiebezoek.
6.00 De KRO-Melodisten en solist.
6.40 Esperanto-cursus.
7.00 Berichten.
7.15 Economische causerie.
7.35 Sporthalfuur.
8.00 Berichten ANP.
8.10 Vastenavondprogramma m.m.v. KRO-
orkesten en solisten.
10.30 Berichten ANP.
10.40 Lilly Mathé en haar orkest.
11.2012.00 Gramofoonplaten.
kwam halen, leek echter sympathiek, ach
teraf is zij toch gaan twijfelen, zij vraagt
den Armenraad en dan komt uit, dat de
„kapitein" en zijn protégé of denzelfden
man of twee bondgenooten zijn en dat zij
haar geld heeft gegeven aan een sluwen
weldadigheids-exploitant.
Het is wonderlijk hoe dikwijls deze oude
truc opgaat. Wie opbelt geeft zich een voor
naam cachet door zich te tooien met een
adellijken titel of met den naam van een
bekend stadgenoot of roept, door een leger-
rang aan te duiden, de suggestie op, dat
men te doen heeft met het leger des heils.
Dikwijls is er al gewaarschuwd tegen
deze bedriegerijcn-per-telefoon, maar altijd
opnieuw vindt het kunstje nog toepassing.
Vandaar dat ik opnieuw nog eens met na
druk moge waarschuwen: ga nooit op zulke
telefonische verzoeken van onbekenden in
en geef nooit aan onbekenden zonder den
Armenraad even te hebben geraadpleegd.
Het stoomschip „Kertosono" van
de Rotterdamsche Lloyd heeft draad
loos medegedeeld, dat het ter hoog
te van Oporto in ernstige aanvaring
met, het Britsche slagschip „Ma-
laya" is geweest.
Hulp was echter niet onmiddel
lijk noodig. Van persoonlijke onge
vallen werd geen melding gemaakt.
DE BOTSING TUSSCHEN „KER
TOSONO" EN „MALAYA" GOED
AFGELOOPEN.
Men meldt ons nader uit Amsterdam:
Naar wij van de directie van de Rot
terdamsche Lloyd vernemen heeft de bot
sing tusschcn de „Kertosono" en de „Ma-
laya" Zaterdagavond plaa's gehad.
De .Kertosono" kreeg een scheur in den
voorsteven boven de waterlinie. Het schip
vaart op eigen kracht naar een Portugee-
sche haven. Hoewel er geen enkel gevaar
bestaat, blijven het Engelsche slagschip
,Malaya" en een uit Leixoes ter assisten
tie gekomen Duitsehe sleepboot in de
buurt van het schip.
Kapitein van de „Kertosono" is de heer
De Boer. Het schip meet 7323 ton.
De „Kertosono" is het grootste vrachtschip
van de Rotterdamsche Lloyd en beschikt
over passagiersaccomodatie. Het schip heeft
een afmeting van 7323 ton. Aan boord be
vindt zich een lading stukgoederen.
De Nederlandsche motorbergingsboot
„Zwarte Zee" van L. Smit en Co's Inter
nationalen Sleepdienst is in denl oop van
Zondag vanh aar station te Falmouth ver
trokken om assistentie te verleenen aan de
„lvertensono'. De Zwarte Zee zal het schip
over 48 uur kunnen bereiken.
Mist de oorzaak? Ook
„Zwarte Zee" uitgevaren.
de
De Rotterdamsche Lloyd ontving gister
avond van den kapitein van de „Kertosono"
draadloos bericht, dat de toestand nog on
veranderd was. De Duitsehe sleepboot „See-
falke" van den sleepdienst Bugsier te Ham-
brug, welke des ochtends te zeven uur Lei
xoes had verlaten, was in den laten middag
bij de „Kertosono" aangekomen.
Het lag evenwel in de bedoeling eerst
Maandagochtend vast te maken. In dien tus
schentijd zou het schip trachten zooveel mo
gelijk zee te houden, waarbij de machines op
achteruit zijn gezet, teneinde 't beschadigde
gedeelte zooveel mogelijk van den water
druk te ontlasten. Zoo dreef het schip gis
teravond langzaam in Noordwestelijke rich
ting. Behalve de „Seefalke" bleef ook nog
de Engelshe oorlogsbodem „Malaya" in de
nabijheid. Onder deze omstandigheden is de
aankomst van de „Kertosono" te Lissabon
thans nog niet te bepalen.
De kapitein seinde uitdrukkelijk, dat van
een noodtoestand geen sprake is en dat hij
de situatie gunstig beoordeelde.
Omtrent de toedracht der aanvaring
wacht men liet uitvoerige rapport van den
kapitein af. Ook is de juiste omvang van
beschadiging nog niet bekend.
Zeker is echter, dat het schip aan de
voorzijde gescheurd is, doch de ruimen ma
ken geen water. Aangenomen wordt, dat de
schade boven de waterlijn is toegebracht.
Het gebeurde vond plaats, dwars van
Oporto op 41.8 graden N.B. y 9.40 gr. W.L.
In den nacht van Vrijdag op Zaterdag be
merkte de waker K. van de eerste 's-Graven-
haagsche Nachtveiligheidsdienst, dat van de
lingeriezaak van Zeggelenlaan 145 de win
keldeur geforceerd was. Een onderzoek in
stellende, zag hij door de winkelruit, dat
twee mannen bezig waren, den winkel te
doorzoeken. De bewaker trók zijn gummi
stok en stapte naar binnen, waarop een der
inbrekers een kist naar K.'s hoofd smeet. De
nachtwaker kwam daardoor te vallen en de
beide mannen, die over hem heen spron
gen, maakten zich uit de voeten.
Een van hen stapte op de fiets van den
nachtwaker, de andere verdween te voet,
maar werd door den waker heimelijk ge
volgd. Toen de nachtveiligheidsman den in
breker een perceel in een der zijstraten had
zien binnengaan, waarschuwde hij de po
litie. Direct daarop verschenen agenten van
de motorbrigade en rechercheurs met poli
tiehonden.
Eerst werd de op heeterdaad betrapte van
zijn bed gelicht en overgebracht naar het po
litiebureau Rijswijksche plein.
De motorpolitie ging daarop in de buurt
rondrijden om den anderen man te zoeken.
Zij vond echter alleen het rijwiel van den
nachtwaker in een der straten liggen. Door
middel van een hond trachtte men het spoor
van den inbreker te vinden.
Dit gelukte echter niet, omdat het dier, na
lucht te hebben genomen van de fiets
hard naar den eigenaar, die op een afstand
gebleven was, toeliep.
Zoo eindigde dit nachtelijk avontuur. De
ongenoode gasten hadden nog geen gelegen
heid gehad iets weg te nemen. De gearres
teerde is de 30-jarige B., een goede bekende
van de politie.
Geen persoonlijke ongelukken.
Zandvoortsche tram gleed door.
Gistermiddag te ongeveer 2.20 uur is op de
Westermarkt te Amsterdam een motorwa
gen van de Zandvoortsche train, welke van
de richting Sloterdijk kwam op een bij de
halte stilstaande tramwagen van lijn veer
tien gereden.
Van den wagen der gemeentetram werd
het achterbalcon zoo zwaar beschadigd, dat
de wagen naar de remise moest worden ge
reden. Persoonlijke ongelukken kwamen niet
voor.
Het ongeval is veroorzaakt door het feit,
dat de motorwagen van de Zandvoortsche
tram bij het remmen is doorgegleden.
Het tramverkeer ter plaatse was ongeveer
.gedurende den tijd van 20 minuten gestag
neerd.
De zestienjarige Noorsrhe schaatsenrijder
Arne Jacobsen reed tijdens de wedstrijden
In het hardrijden op de schaats te Ilamar
de 500 meter in den schitterenden tijd van
44.1 sec. Het wereldrecord over dien afstand
heeft zijn landgenoot Engestangen de vo
rige week tijdens de F.uropeesche kampioen
schappen te Davos op zijn naam gebracht
met 42.3 sec. De tijd van den jeugdigen Noor
belooft dus wat voor de toekomst.