De loopende
band staat stil...
Nieuwe groepeeringen in
den Oriënt
Dc zeeslag
der toekomst
Wat is een neger?
Deensche krijgslieden staan
uit het graf op.
Het vliegtuigmoederschip
een vulkaan
DE AMERIKAANSCHE AUTO-
MOBIELSTAKING.
1 MILLIOEN DOLLAR SCHADE
PER DAG.
Gouverneur Murphy van den staat
Detroit heeft den leider van de
stakingspartijen in het conflict in
de automobiel-industrie tot een be
spreking uitgenoodigd. Hij hoopt dat
het hem gelukt een bevredigende
oplossing van het conflict te be
werkstelligen.
Vuile en rommelige zalen, zwaar hangen
de tabakswolken, geschreeuw en rumoer
en hier en daar muziek van harmonica s
en geïmproviseerde legersteden uit hooi en
houtwol zie daar den aanblik van de
fabrieken van de „General Motors" in Flint,
Detroit, in Ohio en in Michigan.
De loopende band staat stil. In de een
of andere fabriek van het groote concern
der General Motors mogen dan al enkelen
hun plicht toen, het helpt niets. Immers,
daar de fabrikatie van automobielen vol
komen gespecialiseerd is. gebeurt het ierte
ren dag weer opnieuw, dat de fabriek, die
een zeker soort schroeven of moeren maakt,
stilgelegd is waardoor de half-klare auto's
blijven liggen en niet voltooid kunnen wor
den. Men kan zich voorstellen welke verlie
zen het Amerikaansehe volksvermogen door
deze staking lijdt. De President van de Ge
neral Motors, Sloan, schat de dagelijksche
schade van zijn concern op 1 millioen dol
lar.
Om eenie begrip te krijgen van de ge
vaarlijke uitbreiding van deze monster
staking, behoeft men slechts enkele cijfers
na te gaan. In deze gevallen spreken getal
len een duidelijker taal dan woorden.
De staking begon in Cleveland, waar een
groep Zwitsers het werk neerlegde, toen
daar het gerucht de ronde deed, dat de di
recteur der betreffende onderneming een
onderhoud met den vakvereenigingsleider
over een belangrijke loon- en arbeidstijd-
kwestie, geweigerd had.
Andere arbeiders volgden het. voor
beeld in de fabriek, stelden den
loopenden band buiten dienst en
maakten het zich gemakkelijk. 8000
man verlieten het werk; nog maar
een week later staakten er al 39.600
in de veertien voornaamste fabrie
ken der General Motors. Twee we
ken later waren het er 93.500 en op
dit oogenblik is het aantal stakers
toegenomen tot 235.000 man.
Daarhij dient men te bedenken, dat de
staking ook op andere bedrijven oversloeg.
Uit deze cijfers ziet men dat/ een staking
als deze als een boschbrand om zich heen
sloeg.
Het gevaarlijke in Amerika zit in de Fran-
sche methode om de fabriek-bezettingen in
grooten stijl na te volgen. Alleen in Flint
b.v. zijn vier groote fabrieken door de sta
kers bezet. Reeds zijn de eerste schoten ge
vallen. Reeds moest er een militaire garde
ingrijpen en ontstond er een soort belege
ringstoestand.
Drie pogingen tot bemiddeling van de zij
de der regeering bleven zonder resultaat. In
■de Amerikaansehe pers kon men dezer da
gen een landkaartje zien dat een ontstel
lend document genoemd mag worden. Men
kon er alle steden en plaatsjes op zien, die
in de staking betrokken waren en nauwe
lijks één belangrijke plaats ontbreekt er
aan.
Van Washington tot Los Angelos, van
Dalles tot Detroit, van Seattle tot Colum-
bia, overal braken de stakingen uit en
staan groote groepen werkwilligen tegen
over de stakers.
Wie zijn de aanvoerders In de staking?
Het intellectueele hoofd is John Lewis. Hij
is het die de „American Federation of
Labour", de gematigde organisatie onder
mijnde en het heel wat radicaler „Commit-
tee for Industrial Organisation" oprichtte.
Deze onderscheidde zich in zooverre van
de andere organisatie, dat zij ook de onge
schoolde arbeiders in haar verbond opnam,
wat tot dusver niet het geval was ge
weest. Wanneer men nu bedenkt drft van
de 35 millioen arbeiders niet meer dan on
geveer 5 millioen georganiseerd waren, dan
kan men begrijpen wat dat beteekent.
Inderdaad neemt Lewis met het aantal
arbeiders dat achter hem staat dan ook
een positie in, die niet weggecijferd kan
worden. Wat de regeering betreft, haar po
sitie met betrekking tot de staking is niet
te benijden. Want zijnerzijds heeft Lewis
er bij zijn arbeiders voor gezorgd dat zij
bij de Presidents-verkiezing voor Roose-
velt stemden, wat nu tot gevolg heeft dat
de regeering niet zoo heel scherp tegen de
stakers kan optreden, zeker niet in die mate
als men het anders zou hebben gedaan.
De eigenlijke actieve leider van de sta
king is een man uit Detroit, Homer S.
Martin, die eerst sedert kort een rol speelt
in de Amerikaansehe politiek. Hij is de
voorzitter van de vakvereeniging der arbei
ders in het automobielbedrijf. Deze man
heeft een alleszins merkwaardige en een
echt Amerikaansehe loopbaan achter zich.
Naar het uiterlijk heeft hij niets met den
arbeider gemeen. Een smal gebrild en wei
nigzeggend gezicht als van den een of
anderen college-student die een aardig
maandelijksch wisseltje van zijn papa
ontvangt. Mr. Martin heeft dan ook nog
nooit van zijn leven aan den loopenden
band gestaan hij heeft nooit een hamer
gehanteerd, noch ooit een stuk gesmeed.
Oorspronkelijk kreeg hij bekendheid hij
het William Jewell College in Liberty (Mis
souri) als athleet. Hij studeerde theologie,
werd baptisten-prediker en pastoor bij de
baptisten-kerk in Leeds. Op zekeren dag ecli
ter klapte hij zijn bijbel dicht een an
dere taak wenkte hem. Hij ontdekte zijn
kwaliteiten als arbeiders-leider en werd
mede-oprichter van de vakvereeniging der
automobiel-arbeiders. Tegenwoordig ont
vangt hij 3000 dollar als jaar-salaris, is
vakvereenigingsleider en populair bij zijn
arbeiders.
De tegenspeler van dezen vroegeren pre
diker en sportstudent is de vice-president
van „General Motors", de heer Knudsen,
een waar self-made man. Geboren in De
nemarken, waar hij zijn eerste geld als
rijwiel-reparateur verdiende, kwam hij
met de eeuw-wisseling met 30 dollar in zijn
zak naar Amerika. In 1913 werd hij door
Henri Ford ontdekt; 10 jaar later was hij
productie-chef bij Chevrolet. Nu is hij vice-
president van General-Motors.
Sloan, de President van het wereldcon
cern ziet in den temperamentvollen en
energieken man zijn toekomstigen opvolger
Het is dan ook waarlijk geen wonder dat
Knudsen in den strijd tegen de stakers het
opperbevel voert.
Hoe deze staking mag afloopen en het
is voor alle partijen te wenschen dat dit
spoedig gebeurt, de winsten en vorderingen
der Amerikaansehe automobiel-industrie,
die sinds het presidentschap van Roosevelt
waren vast te stellen, zijn intusschen weer
verdwenen; het Amerikaansehe nationale
vermogen heeft door deze staking ernstige
en onherstelbare verliezen geleden.
Londen wijzigt zijn Arabische
politiek. De verhoogde acti
viteit van Turkije.
Het nieuwe Turkije begint sinds korten
tijd een opvallende politieke activiteit in
den Oriënt te ontplooien en wordt daardoor
tot een factor in de Oostersche politiek,
waarmede de Europeesche staatskansela-
rijen terdege rekening moeten houden, zulks
te meer, daar de staat van Ataturk kenne
lijk niet de rol wil spelen, welke hem door
zekere Europeesche landen is toegedacht.
De langdurige onderhandelingen over de
stichting van een Mohammedaanse!) staten-
bloc Turkije-Iran-Afghanistan-Irak zijn vast-
geloopen, wijl juist op het oogenblik de
Turko-Arabische tegenstellingen, in het hij
zonder tusschen Ankara en Bagdad, met al
le duidelijkheid aan het daglicht zijn ge
treden. Twee partijen hebben om de ziel
van dit pact geworsteld: Sovjet-Rusland,
dat door middel van dit pact aan Groot-
Brittannië den genadestoot in Azië hoopte
te geven, en Engeland, dat zich van dit
verbond wilde bedienen, om de idéé van het
op een groot Arabisch keizerrijk gebaseerd
vazallensysteem te verwezenlijken. De spits
vondigheid, waarmede de beide groote mo
gendheden om dezen statenbond streden,
liet het werk niet gedijen, zoodat tenslotte
een algehecle mislukking het resultaat
was.
Verschuiving van het evenwicht.
Het jaar 1936 heeft groote veranderingen
in de krachtsverhoudingen van den Oriënt
gebracht, De verschuiving van het even
wicht in de Middellandsche Zee ten na-
dcele van de vroegere entente-staten en de
stichting van een nieuw Italiaanse!) keizer
rijk zijn tot factoren geworden, die het
kaartenhuis van een Arabisch vazalkeizcr-
rijk van Engeland aan het wankelen heb
ben. gebracht, Egypte, welks politieke aan
hankelijkheid door Londen moest worden
gekocht met de schenking van de algehecle
onafhankelijkheid aan het land, kon niet
langer het centrum van het gehcele net blij
ven, terwijl Turken en Perzen, die het uit
stekend met elkaar kunnen vinden, begre
pen, dat de nieuwe statenbond hoofdzake
lijk vreemde belangen zou dienen. Ankara
en Teheran gaven dan ook dit plan op. De
goede betrekkingen tusschen Turkije en
Iran verschaffen Ankara een dekking in
den rug in den Kaukasus en in het oosten
en ook zonder pact van vier kan Turkije
wel voordeel halpn uit de verwarring in de
Engelsche en Fransche invloedsgebieden
en naar een revisie van de vredesverdragen
van 19201921 streven.
Verandering in
politiek.
de Engelsche
Het belangrijkste is voor Turkije het
vraagstuk van de olievoorziening, dat voor
leger, marine en oorlogsindustrie van de
grootste beteekenis is. De twee rijkste olie-
gebieden op ethnografisch-Turksch gebied
zijn door de vredesverdragen onder Arabi
sche souvereiniteit (Irak en Syrië) gebracht.
Nadat Groot-Brittannië tot het inzicht geko
men was, dat op het drijfzand van het Ara
bische statensysteem geen goed gefundeerd
huis te bouwen is, moest Downingstreet wel
vaststellen, dat het noodzakelijk was het
roer om te gooien.
Weliswaar verduisteren nog Engelsche le-
gerpolitici uit de school van den wereld
oorlog den blik van de Engelsche diploma
tie, maar zelfs de ongeveer een jaar gele
den gestorven Allenby, die als de beste
Britsche Oriënt-deskundige werd beschouwd,
heeft in den laatsten tijd van zijn leven in
gezien en verkondigd, dat de Engelsche brug
naar Indië in den Oriënt hoofdzakelijk Tur
kije en niet slechts Arabië tot grondpciler
zou moeten hebben. De ideeënstrijd in de
Britsche diplomatie tusschen de*oude Ara
bische en de nieuw-oude Turksche school is
reeds beslist. Londen's weg naar Indië leidt
over Cypres en behoeft de vriendschap van
het daar voor gelegen Zuid-Anatolië. En
voor dit feit moeten zich ook de nog in op
positie zijnde Middlc East-deskundigen te
Londen buigen. Vrijwillig of onvrijwillig
In het bekende Engelsche tijdschrift „The
Navy" hebben, zegt onze V.P.B. corres
pondent, verschillende marine-deskundi
gen hun mcening ten beste gegeven over
dén zeeslag van de toekomst. Over het
algemeen komt men daarbij tot de volgen
de conclusies.
Indien men de vlootbouwprogramma's
der groote mogendheden bestudeert, neemt
men waar, dat zij alle als twee druppels
water op elkaar gelijken en zich nauwelijks
onderscheiden van de vlootbouwprogram
ma's van voor den wereldoorlog. Evenals
in het jaar 1914 worden er op het oogen
blik slagschepen, zware kruisers, lichte
kruisers, torpedojagers en duikbooten in
ongeveer dezelfde verhouding gebouwd. En
bij de hulpschepen, zooals kanonneerboo-
ten, mijnenleggers, enz. is het al niet an
dere gesteld. Het eenigo, werkelijk nieuwe
srheepstype is het vliegtuigmoederschip,
maar ook dit kende men in zijn primitiefste
vormen reeds 20 jaar geleden.
Dit alles doet veronderstellen, dat er in
de principes van den zeeoorlog na 1918 geen
verandering is gekomen.
Kanonnen en torpedo's.
In een komende zeeslag zal het kanon
weer het belangrijkste wapen blijken te
zijn. Vooropgesteld, dat er geen mist hangt,
zullen de beide strijdende partijen zich ech
ter op grooter afstand van elkaar bevin
den, dan in den laatsten oorlog het geval
was.
Gebruikt men verkenningsvliegtuigen, dan
zal het vuur reeds geopend kunnen worden
terwijl het doel zich nog onder den kim
bevindt.
Iedere volle treffer veroorzaakt 'aan
zienlijke schade, want de moderne granaten
zijn veel zwaarder en exploitiever dan vroe
ger.
Onder gunstige voorwaarden zullen de
wederzijdsche flottieljes torpedojagers den
aanval openen en daarbij gebruik maken
van de moderne tropedo's die het vijan
delijke schip in zijn z:--zagkocrs kunnen
volgen.
De vliegtuigen.
Bij ongeveer gelijke sterkte van de we-
derzijdsche luchtstrijdkrachten zullen bei
de partijen om de overmacht strijden, zoo
dat er weinig gelegenheid zal bestaan tot
aanvallen op de schepen zelf. Een sterk in
de meerderheid zijnde partij daarentegen
zal de bruggen van de vijandelijke schepen
door laagvliegende toestellen met een hagel
van spring- brand- en gasbommen laten
bombardeeren. Het luchtdoelgeschut van
de tegenwoordige, slechts gebrekkig be
schermde slagschepen zal daar weinig tegen
kunnen uitrichten. Andere is het daaren
tegen gesteld met de toekomstige slagsche
pen. Zij zullen voorzien zijn van zwaar ge
pantserde dekken, waar zelfs de zwaarste
bommen niet doorheen vermogen, te dringen
bom- en gasvrije bruggen, 12 tot 16 lucht-
doelkanonncn en talrijke machinegeweren.
Gedurende den slag zullen de vliegtuig-
moederschepen zich op een flinken afstand
houden, want deze schepën zijn uiterst
kwetsbaar. Wordt een dei-gelijk gevaarte
vanuit de lucht aangevallen, dan is zijn
lot meestal bezegeld. Twee of drie bommen
op het reusachtige dek geworpen, zijn vol
doende, om het vliegtuigmoederschip voor
zijn doel onbruikbaar te maken. De groote
hoeveelheden brandbaar materiaal in de
hangars, de reparatiewerkplaatsen en de
magazijnen om over de benzinetanks
maar te zwijgen maken elk vliegtuig-
moederschip tot een vulkaan. Vele zee
officieren beschouwen dit scheepstype daar
om in tijden van oorlog als een groote
last.
Bescherming der koopvaardijschepen.
Wat de bescherming van de koopvaardij
schepen betreft, zal het convooisysteem in
het begin van den oorlog niet worden toe
gepast. Men zal zijn toevlucht nemen tot
het „uitkijk-systeem" („evasive routeing).
Dit wil zeggen, dat de schepen van hun
gebruikelijken koers afwijken en de vijand
zijn buit dus maar op goed geluk moet
zoeken. Vele zee-officieren zijn er intusschen
van overtuigd, dat men tenslotte toch ge
dwongen zal worden tot het convooi-sy-
steem terug te keeren.
Het toch reeds moeilijke probleem van
de bescherming der handelsschepen wordt
nog ingewikkelder gemaakt door het feit,
dat zij in een eventucolen oorlog steeds
bloot staan aan luchtaanvallen en zulks
niet slechts in open zee, maar ook indien
zij in de haven liggen.
De duikboot.
Dat de duikboot in een komenden oorlog
een groote rol zal spelen staat wel vast.
Maar niets wijst er op, dat deze rol be
slissend zal zijn. Het cluikbootwapen is
sinds den wereldoorlog slechts weinig ver
beterd. Weliswaar kon de snelheid boven
water opgevoerd worden, maar onder wa
ter is dit nog niet mogelijk gebleken en
daarop komt het tenslotte in tactisch op
zicht toch aan. Dc snelheid van de oorlogs-
en koopvaardijschepen is intusschen wel
grooter geworden, zoodat de duikbooten er
eigenlijk slechter zijn komen voor te staan.
Het ecnige nieuwe op het gebied van dc
duikboot is de electrische torpedo, waar
mede verschillende marinestaven op het
oogenblik experimenteeren. Overigens is
de actie-radius van do duikbooten grooter
geworden, zoodat ook de meer afgelegen
zeewegen der koopvaardijschepen thans ge
vaarlijk zijn geworden.
Voor zoover bekend, zijn er sinds den
wereldoorlog geen nieuwe wapens uitgevon
den, die den zee-oorlog aan een principi-
ëele verandering zouden kunnen onder
werpen. Desondanks is het niet uitgesloten,
dat de toekomst nog onaangename ver
rassingen brengt. Het is b.v. zeer wel mo
gelijk, dat het luchtwapcn in den toekom
stigen zee-oorlog een heel wat grootcre rol
zal spelen, dan men op het oogenblik in
niarinekringen veronderstelt.
VRIJDAG 12 FEBRARI 1937.
Hilversum I.
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA.
12.00 AVRO. 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.00
VARA. 10.40 VPRO. 11.00 VARA.
8.00 Gramofoonplaten.
8.15 Sportreportage.
8.30 Gramofoonplaten.
10.00 Morgenwijding.
10.20 Declamatie en gramofoonplaten.
12.00 Gramofoonplaten.
12.30 De Palladians.
1.30 Willy Kok's ensemble.
2.00 Modepraatje.
2.20 Vervolg concert.
2.35 Gramofoonplaten.
3.05 AVRO-Dansorkest.
4.05 Gramofoonplaten.
5.00 Kinderuurtje.
5.30 Les Ménétriers.
6.25 Politiek radiojournaal.
6.45 Sportreportage (gramofoonplaten).
7.00 Gramofoonplaten.
7.10 Literaire lezing.
7.30 Berichten V. G. P.
7.35 „Lezen in de Bijbel", causerie.
8.00 Fluit en piano.
8.30 „Nederlandsche vertaling uit de wereld
poëzie", voordracht.
9.00 15-jarig bestaan van Cinema Royal, Am
sterdam.
9.50 „35 jaar arbeiderszangcultuur", m.m.v.
spreker en solisten.
10.00 Sportreportage.
10.15 Revue-uitzending.
10.30 Berichten ANP.
10.40 Avondwijding.
11.00 Jazzmuziek (gramofoonplaten).
11.3012.00 Gramofoonplaten.
Hilversum H.
Algemeen Programma, verzorgd door de
NCRV.
8.00 Schriftlezing, meditatie, gewijde muziek
gramofoonplaten
8.309.30 Gramofoonplaten.
12.30 Ensemble van der Horst.
2.00 Gramofoonplaten.
2.30 Chr. Lectuur.
3.00 Gramofoonplaten.
3.153.45 en 4.00 Trio BeuteZepparonl—
Hemerink.
4.30 Orgelspel.
5.30 Declamatie en gramofoonplaten.
6.30 Voor tuinlieihebbers.
7.00 Berichten.
7.15 Literair halfuur.
7.45 Reportage.
8.00 Berichten A.N.P.
8.15 Haarl. Orkectvereenlging.
9.00 „Emigratie-perspectieven", causerie.
9.30 Vervolg concert, m.m.v. soliste en de
Kon. Liederentafel „Zang en Vriendschap",
10.15 Berichten A.N.P.
10.2011.30 Gramofoonplaten. Hierna schrift
lezing.
moest de Engelsche diplomatie van front
veranderen en zij heeft het met behulp van
de traditioneele Oriënt-politiek van Dis-
raeli reeds klaar gespeeld, in Ankara aan
zienlijke diplomatieke successen te beha
len. De Turksche steun in de Italiaansche
sanctiekwestie, de sluiting van de Darda-
nellen voor de Russische vloot en het ver
schaffen van een bescherming in den flank
voor het Engelsche luchtverkeer beteeke-
nen voor Londen oneindig veel meer dan
de onbetrouwbare vriendschap van de Ara
bische stamhoofden en politici, die zich bo
vendien nog zeer duur laten betalen ook.
De Turksche rekening.
Turkije kan nu echter zijn rekening voor
den in tijden van crisis verleenden steun
presentèérefl; en daar de crisis van 1936
naar alle waarschijnlijkheid niet de laatste
zal zijn, zullen de Engelsche diplomaten te
genover Ankara niet karig kunnen zijn.
Zelfs een vroeg of later teruggeven van de
oude Turksche olievelden in de omgeving
van Kirkoek en Aiexandrette aan het
nieuwe Turkije in een de Engelsche be
langen beschermenden vorm zou geen te
groot offer zijn voor de nieuwe vriendschap
van Groot-Brittannië met Ankara.
(Auteursrecht V.P.B.)
„Blanke"-zwarten en „zwarte"-
blanken in de vereenigde staten
In het R.K. tijdschrift „Schonere Zukunft"
No. 17 vinden wij het resultaat van een
onderzoek, dat P. Gillard S. J. in het R.
K. weekblad „America" gedaan heeft in
zake het negervraagstuk „Wanneer wij eens
de wetboeken der afzonderlijke staten in
zien, dan zullen wij geheel willekeurige en
dikwijls elkander tegensprekende begrips
bepalingen vinden. De voorschriften in Ken
tucky, Maryland, Mississippi, North Caro-
hna, rennessee en Texas bepalen, dat als
„kleurling" beschouwd moet worden dege
ne, die van negers tot in de derde gene
ratie afstamt ook dan wanneer in elk ge
slacht een blanke als één der ouders kan
worden aangetoond. In den staat Alaba-
ma daarentegen wordt een ieder als „kleur
ling beschouwd, die in 't algemeen se
dert vijf generaties negerbloed in zich heeft
In Florida, Georgië. Indiana, Missouri en
Carolina is een achtste negerbloed reeds
voldoende om volgens de wet tot „kleurling
gestempeld te worden, enz. Daarom kan
dikwijls het merkwaardige feit zich voor
doen, dat één en dezelfde mensch in den
éénen staaf door de wet als „neger" in den
anderen staat echter als „blanke" be
schouwd wordt."
P. Gillard wijst in dit verband op het
feit, dat de negers in de Ver. Staten ten
gevolge van ononderbroken vermenging met
de blanken meer en meer hun uitwendige
rasmerkteekenen verliezen. De neger van
dit land is niet langer meer een „zwarte"
mensch hij is bruin en veel „blauw"
bloed vloeit door z'n aderen Z'n neus wordt
scherp zijn haar glad zijn huid krijgt een
mooio gebruinde tint, niet zooz eer door de
kunsten der kosmetiek, doch door de vele
zedelijke ontsporingen der blanken! Noord-
sche en negroïde menschen hebben „de
kleurengrens" zoo dikwijls doorbroken,
dat. deze praktisch aan het verdwijnen is.
De ambtelijke statistieken geven ongeveer
20 pet., der kleurlingen als van gerneng-
den bloede aan; betrouwbare particuliere
onderzoekingen echter komen tot het resul
taat, dat slechts 20 pet. van alle kleurlingen
nog als zuivere negers die geen „blank"
bloed in zich hebben, kunnen aangemerkt
worden. Hieruit volgt dus, dat de huidkleur
die wij in het gewone leven als het onder
scheidende merkteeken beschouwen, een
zeer onbetrouwbaar merkteeken is. Want
er zijn „blanke" zwarten en „zwarte" blan
ken, zoodat de donkerste vertegenwoordi
gers van het blanke ras dikwijls aanzien
lijk zwarter zijn dan de meest blanke blan
ke vertegenwoordigers van het negerras.
Een feit is het, dat er noch in Afrika,
noch elders „typische" d.w.z. absoluut
„reinrassige" negers meer bestaan Hoe
meer wij de geschiedenis van Afrika be-
studeeren des te duidelijker wordt het, dat
de Afrikaansche volken evenals de Euro
peanen onder zich zelf de grootste ras
sen-verscheidenheden en rassenvermengin
gen aanwijzen; de nieuwste onderzoekingen
bewijzen tevens, dat in bepaalde perioden
der geschiedenis ook negerstammen een
hooge trap van cultuur bereikt hebben".
Deze mededeelingen zullen natuurlijk
geenszins de mogelijkheid van een oplos
sing van het rassenvraagstuk in de Ver.
Staten ontkennen; zij zijn alleen bedoeld
om de buitengewone moeilijkheden van dit
vraagstuk in het licht te stellen.
Nieuwe historische schatten
i
voor het Museum te Stockholm.
Binnenkort zullen in het rijks
museum te Stockholm 25 schitte
rende ridderharnassen, onlangs op
gegraven op het eiland Gotland, ten
toon gesteld worden.
Eenige honderden meters ten Oosten van
de beroemde stad Visvy staat een middel-
eeuwsch kruis uit kalksteen. Het is zegt
onze V.P.B. correspondent het z.g. Valde-
marskruis, het eereteeken voor 1800 Got-
landsche boeren, die hier 600 jaren gele
den in een heldhaftigen strijd hun leven
lieten. Het kruis draagt het navolgende
Latijnsche opschrift: „In het jaar 1361, op
27 Juli, vielen voor de poorten van Visvy
de boeren in Deensche handen. Hier liggen
zij begraven. Bidt voor hen".
In Zweden regeerde indertijd Magnus
Ericson. Het Zweedsche koninkrijk omvatte
in dezen tijd niet slechts het gebied van het
tegenwoordige Zweden, maar ook Finland
en Noorwegen. In het jaar 1360 deed de
Deensche koning Valdemar Attertag een
inval in Zuid-Zweden, maakte zich van de
landstreek Schonen meester en bereidde
daarop een aanval op het eiland Gotland
voor. In Juli 1361 verscheen een sterke
Deensche vloot voor de westkust van het
rotsachtige eiland. Het doel van de Deen
sche koning was de rijke handelsstad Visvy
Op 27 Juli vond de beslissende slag plaats
waarbij het geheele boerenleger van Goh
land tot op den laatsten man viel.
Eerst in het jaar 1928 begon men met
zorgvuldige opgravingen op de historische
plaats. Voorloopig vond men echter slechts
eenige graven met resten van wapenrustin
gen. Men zocht vooral naar een goudschat
dien Valdemar Attertag op zijn schepen me
degenomen had. Bij een hevigen storm
zouden de zwaar met goud en juweelen be
laden schepen vergaan zijn. Duikers zochten
den zeebodem af, maar zonder resultaat.
Daarna ging men zijn aandacht weer aan
het land besteden. Kortgeleden vond men
nu een massagraf, dat ongeveer 2 M. diep
lag, 8 meter breed en 50 meter lang was.
Hierin ontdekte men 25 ongeschonden har;
nassen, die zeer waardevol waren, wijl zil
ten deele nog uit de tijd der Vikingers
stamden.
Thans worden 25 menschelijke figuren uit
kurk vervaardigd en met de behouden 8®'
bleven wapenrustingen bekleed. De har
nassen zullen worden tentoongesteld in het
historisch museum te Stockholm. Zij vor
men daar een bijzondere afdeeling in 3®
ook ovorigens rijke en interessante verzam®
ling.
(Nadruk verbodenj