Stads nieuws Het PI an Deterding Waar gaan we heen? Feuilleton Woensdag 3 Maarf 1937 Bomvrije kelders in Den Helder? Museumnieuws* Apachenbal Burgerlijke Stand van Den Helder Visscherij Heldersche Courant Licht op voor alle voertuigen Df roTC Lezing van DrIr. M. D. Dijt voor de Maatschappij voor Nijverheid en Handel Tweede Blad HET RAADSEL VAN HET ONBEWOONBARE Huis THEA BLOEMERS Onze stadgenoot, laagd< afd. B. Slaagde voor den cursus^er^ed. Heide^; Uw NIEUWE PAK VRAAGT STALENCOLLECTIE 1937 I bij HERM. DE HAAN DE ZAAK VOOR BETER MAATWERK, Koningstraat 92. - Tel. 666 Voor het diploma machineschröven slaaf den aan het Instituut „Mercurius" Loods- gracht 72, F. C. A. Kwast en H. Wijnbeek leerlingen van bovengenoemd Instituut Goedkeuring van Defensie verplicht bij het bouwen in Den Helder van complexen, grooter dan 150 vierkante meter. Bouw der firma van Willigen erdoor gestagneerd. Naar wij vernemen, hebben zich de vele voorschriften en bepalingen, waaraan de Heldersche bouwers zich te houden hebben wederom vermeerderd, en wel met een zeer jnerkwaardige. Het blijkt namelijk, dat architecten en aannemers voortaar bij het neerzetten van panden, wier oppervlakte meer dan 150 vier kante meter bedraagt, alvorens tot den bouw hiervan kan worden overgegaan, eerst de toestemming van het Departe ment van Defensie moeten afwachten. De reden van deze nieuwe maatregel is te zoeken in de plannen van Defensie, met betrekking tot den aanleg van bomvrije kelders hier ter plaatse Genoemde bepaling treft als eerste de firma van Willigen, daar, alvorens met den bouw van haar complex in de Koningstraat aange vangen kan worden, eerst de sanctie van Defensie afgewacht dient te worden. In verband met een vrij groote uitbreiding in de Vogelafdeeling, zal het Museum heden avond gesloten zijn en vervalt ook de uitleg voor kinderen vanmiddag. A.s. Zondag hoopt het Museumbestuur met de plaatsing en etiketteering van de nieuwe aanwinsten klaar te zijn en de uitleg met licht beelden, die dan aan de rondleiding vooraf gaat, zal in hoofdzaak op het nieuwe materiaal betrekking hebben. A.s. Zaterdag. Het door 't Dansinstituut Mouton te geven Apachenbal, dat oorspronkelijk geannonceerd was op Zondag 7 Maart, zal niet op Zondag, maar op Zaterdag a. s. worden gehou den. Dit Apachenfeest, waarvoor reeds groote animo bestaat, belooft iets origineels te wor den. Twee Apachenorkesten zullen de echte stemming er in brengen. Het Casino wordt als Montmartre versierd en het tooneel inge richt als Apachenkelder. Voor het aanvragen van introducties verwijzen we naar de adver tentie. van 2 Maart 1936. BEVALLEN: A. WaelpoelVerver, z. A. M. van Zonvan Lienen, z. C. P. RoosLuwema, Z. G. RuitenPost, d. OVERLEDEN: Geen. Uitkomsten Urker vloot. _,^°or het zeer ongestadige weer der vorige Zw Taard00r slechts afgebroken de vis- tnf w°rden uitgeoefend, zijn de resul- J~„en d,er kleine kustvisscherij onvoldoende geweest. De kleinste vaartuigen, visschende in het al gemeen tusschen IJmuiden en Scheveningen, kwamen met hooger dan tot 50.—, de groo tere vaartuigen, visschende van Texel tot Ter schelling, besomden tot ten hoogste 90.en de grootste, die nog wat verder van den wal dani4oe'kten t0Ch geen koogëre besomming De garnalenvisschers, visschende bij IJmui den, hadden ook geen hooge besommingen, ook a wegens het slechte weer. Ze kwamen niet hooger dan 60.— k 85.—. Vischprjjzen. Het wel eigenaardige verschijnsel doet zich V0°L dat de prijzen van tong en tarbot (de fijn- visch) nog steeds een neiging tot daling toonen, terwijl de scholprijzen omhoog gaan. Vooral de zet- en kleine scholprijzen toonen weer een zeer hoog beeld. Zetschol b.v. kwam Dinsdag aan den IJmui- der afslag tot ten hoogste 28.— en kleine schol tot 25.— per 50 kilo. Ook schar liep flink omhoog en liep tot 13.50 op. Schelvisch gaf behoorlijke markt, daaren tegen wees kabeljauw geringen prijs aan en deed 30. per 125 kilo ten hoogste, zoodat deze vischsoort onder de goedkoope visch kan worden gerekend. Door de verscheidenheid in de vangst maakten de trawlers nu weer goede besom mingen. De meesten bleven boven de tweedui zend gulden, welk bedrag wordt geacht beslist noodzakelijk te zijn voor loonende uitkomst. Ook de loggers maakten het niet slecht; één was er met een besomming van 1500. Wel zou men meer afzet willen hebben, op dat de voorraad eens werd opgeruimd, maar de moeilijkheden in de transacties met dit luxe artikel schijnen geen grootere afname toe te laten. V oor jaarsha ring. De prijzen blijven nog aan den hoogen kant. Wel is er wat vangst, maar van beteekenis kan deze nog niet worden genoemd. Levende garnalen. Levende garnalen deden Dinsdag aan den Amsterdamschen afslag van 1.75 tot 2.50 per lit van 15 kilo. Woensdag 3 Mrt. 18.12 uur PORTRET ATELIER JAC CL BOER IÖB Natuurhistorisch Museum. Elke week: eiken Woensdagmiddag van 36 uur, eiken Zaterdagavond van 710 uur, den eersten Woensdag van elke maand van 810 uur, den eersten Zondag van elke maand van 3—5 u. Woensdag S Maart. Casino, 8 u. Concert. Sted. Muziekcorps. Donderdag 4 Maart. Musis Bacrum, 8 u. Jaarfeest Ned. Ver. van Huisvrouwen. Zondag 7 Maart. Musis Bacrum, 8 u. Joodsche Sociëteits avond. Ansjovis. Volgens mededeeling van de Coöperatieve ansjovisvereeniging te Amsterdam, was 41e voorraad ansjovis op 1 Februari 1937 totaal 33.738 ankers en 784 tonnen. Opgeslagen wer den in Februari 123 ankers; uitgeslagen 1946 ankers, zoodat de voorraad op 1 Maart was 31.915 ankers en 784 tonnen. Hieruit blijkt dus, dat er steeds afname van dit product is. Gisteravond heeft in de bovenzaal van het Kegelhuis de vergadering van het departement Den Helder en Omstreken van de Nederl. Mij. voor Nijverheid en Handel plaats gevonden, waar he* woord gevoerd is door Dr. Ir. M. D. Dijt, den be kenden uitvoerder van het „Plan Deter ding". Voor deze vergadering bestond op merkelijke belangstelling. Het was de voorzitter, de heer J. W. J. Schreuder, die den inleider een woord van welkom toeriep en er op wees, dat het reeds ge- ruimen tijd geleden is, dat Dr. Dijt voor het Departement alhier optrad. De heer Schreuder zegt voorts nog, dat het steeds het streven van de Mij. v. N. en H. is, voorlichting te geven op econo misch terrein, ook nu het schijnt, dat de depressie overwonnen is en men met meer optimisme de toekomst tegemoet mag gaan. Hierna geeft spr het woord aan den heer Dijt De heer Dijt. De heer Dijt vangt zijn betoog aan met er op te wijzen, dat Europa twee landen bezit, die in de laatste eeuw o.m. ook in economisch opzicht met elkander vergroeid zijn: het zijn Holland en Duitschland. Gedurende een halve eeuw hebben beide landen een uitgebreiden ruilhandel gedreven en thans staan de zaken zoo, dat Nederland aan den eenen kant een overschot van producten bezit, waaraan Duitschland juist groot gebrek heeft. Aan de normale ontwikkeling van het han delsverkeer is sedert geruimen tijd een einde gekomen en in dit verband wil het plan van Sir Henri Deterding niets anders zijn dan een poging aan genoemde spanning een einde te maken. De opzet is bekend: hij koopt voor 10 miljoen aan overschotten op de Nederlandsche markt om deze goederen in Duitschland (aan de z.g. Winterhilfe) te distribueeren. Dit is, in een nutshell, het geheele plan. Om de strekking van het plan te kunnen beoordeelen, wordt allereest een overzicht ge geven van de ontwikkeling van het nationale en internationale handels- en kapitaalverkeer in de laatste eeuw en in het bijzonder na den wereldoorlog. Hieruit blijkt, dat èn handel èn crediet niet alleen absoluut, doch ook relatief een veel grootere plaats zijn gaan innemen in het economische leven. Behalve dat hierdoor de productie zich sterk kon specialiseeren en het algemeen levenspeil belangrijk kon wor den verhoogd, is door deze ontwikkeling de samenleving hoe langer hoe onevenwichtiger geworden, hoe langer hoe gevoeliger voor prijsschommelingen. Het internationale betalingsverkeer ver loopt goeddeels via de goederen en voor slechts een klein deel via het goud. De nor male, voor den oorlog gegroeide structuur, gaf eenerzijds crediteurstaten te zien en an derzijds debiteurstaten, waarvan de crediteur staten een passieve handelsbalans kregen in verband met het ontvangen van rente en de laatste een actieve, in verband met het beta len op de kapitaalverplichtingen. Hoe labiel deze structuur reeds voor de crisis van 1929 was blijkt, wanneer men het internationale betalingsvereker met de agra rische grondstoffenlanden (Canada, Australië, Afrika, Britsch-Indië), die tevens distributie- staten zijn, beschouwt. Van 1925 tot 1929 liep de activiteit der handelsbalans door de daling der grondstoffenprij zen terug, de balans van rente en dividend liep op, hetgeen gepaard ging met het verstrekken van nieuwe credie- ten. Na 1929 werd deze verhouding nóg on gunstiger, wat een verlies van goud door de debiteurstaten en tenslotte een werkelijke calamiteit veroorzaakte. Duitschland en Twente. Waar door de prijsdalingen na 1925, en bovenal door die van 1929, de normale debi teurstaten reeds in de onmogelijkheid kwa men aan hun verplichtingen te voldoen, en, ook de crediteurstaten niet meer capabel wa ren de te vorderen rente in goederen te ont vangen, dus hun verplichtingen als crediteur staten ook niet meer konden nakomen, moet het niemand verwonderen, aldus Dr. Dijt, dat de situatie van Duitschland nog veel moei lijker werd. Duitschland was voor den oorlog debi- teurstaat met een daarbij passende econo mische structuur en dus een passieve handelsbalans. Door den oorlog veranderde deze situatie grondig wat door spreker met tal van cijfers en grafische voorstel lingen verduidelijkt wordt. De handels balans bleef na den oorlog passief! De scheeve situatie werd eerst gecamoufleerd door de inflatieperiode, na de stabilisatie van de Mark door groote buitenlandsche investeeringen. Ook zonder algemeene prijsdaling moest dit echter tot een cata- strophe leiden. Aan de andere zijde zien we de Vereenigde Staten met een actieve handelsbalans en een financieele structuur van debiteurstaat vóór den oorlog, en crediteurstaat né. den oorlog. Amerika's handelsbalans bleef actief en als behoorlijk crediteur zou het 't betalen met goederen door het buitenland hebben moeten toestaan. Om echter het eigen productie-appa raat te behoeden kon het de grenzen niet openstellen. Er ontstond dus een onoverbrug bare kloof tusschen Amerika als crediteuren- staat en als exportstaat, evenals er in Duitschland een dergelijke situatie ontstond tusschen dat land als debiteurstaat en als im- portstaat. Spr. demonstreert in verband hier mede het verloop van de handelsbalans van Duitschland gedurende de laatste jaren. Onhoudbare toestand. Is het wonder dat Nederland hiervan door zijn ligging en tevens door zijn zeer belang rijken handel met Duitschland ernstige gevol gen moest ondervinden? Wanneer Duitschland aan zijn financieele verplichtingen zou willen voldoen, moest zijn import (dus onze export) sterk worden be perkt en zijn uitvoer worden vermeerderd. Het laatste was door de algemeene depressie on mogelijk, het eerste leidde tot autarkie en tot vernietiging van onze export-productie. Doch wanneer Nederland er op stond, de door zijn burgers te vorderen rente te innen, moest dit geschieden óf door vermeerdering van den in voer óf door vermindering van den uitvoer naar dat land. Zooals men weet, heeft de re geering zich bij de instelling van de clearing uitgesproken voor een rigoureuze beperking van den uitvoer. Deze situatie is onhoudbaar. In het belang van zeer riskante leeningen aan Duitschers, gegeven van 19251930, wordt nu onze exportproductie, en in het bijzonder de boeren- en tuindersstand, opgeofferd. Wij moe ten nu de productie van die goederen beper ken, waarvan in Duitschland een tekort be staat. Gevolgen zijn eenerzijds bij ons vernie tiging van welvaart, anderzijds in Duitsch land streven naar autarkie, welk streven tot verlaging van levenspeil moet leiden en nim mer behoorlijk kan slagen. Bovendien hebben wij te rekenen met de mededinging van an dere exportlanden (Denemarken, Finland, Po len), die hun handel met Duitschland niet inkrimpen, doch uitbreiden, en daarbij onze exportproductie verdringen. In de eerste plaats is hiervoor noodig een volledige schul denherziening, zooals die geregeld is bij het verdrag van Versailles. Wat wil het Plan? Het plan-Deterding wil nu niets anders dan in de geweldige spanningen, die door de bovengeschetste wanverhoudingen zijn ontstaan, ontspanning brengen en daarbij den weg wijzen naar betere toestanden, die alleen door Westersche samenwerking kunnen worden verkregen. Dr. Dijt wijst er dan met nadruk op, dat het mogelijk zal zijn door de overheveling van de overschotten, dat in Nederland een belang rijk deel van het agrarische productie-appa raat behouden zal blijven, dat wij voor de toe komst noodig zullen hebben. Spr. demonstreert dit aan de hand van de beperking van den melkveestapel, die hij rampzalig noemt. Hij toont aan, hoe de beper- kingspolitiek achter de markt aanloopende, de veehouderij verzwakt en nu verhindert, dat deze groep van de bevolking van de komende hoogconjunctuur in voldoende mate kan pro- fiteeren. Bezwaren. Voorts gaat hij uitvoerig in op enkele be zwaren die tegen het Plan-Deterding zijn op geworpen. De bewering, dat Duitschland nu minder eieren uit andere landen zou koopen is reeds weerlegd door de cijfers over Januari. Behalve de 17 millioen eieren die onder het plan-Deterding zijn ingevoerd, heeft Duitsch land bovendien nog 58 millioen eieren uit an dere landen extra ingevoerd. De Nederlandsche consument wordt door het plan eer bevoor deeld dan benadeeld, omdat de beperking nu beperkt kan worden en derhalve in de toe komst meer goederen kunnen worden voort gebracht, wat ten goede komt aan de consu menten. Wanneer men nu zegt, dat het plan geen duurzame resultaten zal kunnen hebben, dan is dit, aldus Dr. Dijt, onjuist, omdat het voor komen van verdere beperking in de toekomst een zeer belangrijke uitwerking moet hebben, maar vooral is deze meening verkeerd, omdat juist door het plan-Deterding de vinger is ge legd op een wonde plek in onze internationale samenleving. Het plan geeft een stoot in de goede richting aan de voor Europa, en voor ons land in het bijzonder, zoo noodzakelijke westersche samenwerking. Dat er internationale belangstelling voor het Plan bestaat, bewijst spr door mede te deelen, dat hij juist dezer dagen vernam, dat het een punt van bespreking uitmaakt in de financieele commissie van den Volkenbond. Hij besluit met de verzekering te geven, dat het hier een daad betreft van buitengewoon groote veelzijdigheid, een daad, die zeker in Naar het Engelsch bewerkt door 32) Julian Forsham had het druk in Londen. Hij had voor verschillende aangelegenheden te zorgen en het was niet vroeg, toen hij bij Sir Charles le Mesurier binnenstapte. „Je hebt mijn brief zeker ontvangen?" in formeerde hij, na de wederzijdsche begroeting. „Ja... .een nogal raadselachtig epistel Waarom stel je zooveel belang in het telefoon tje van mevrouw Thompson? Je bent toch zeker niet van plan, haar in de familie te brengen of zooiets?" .Merci," verklaarde Julian met een uitdruk king van walging op het gezicht. „Maar je kunt me toch feliciteeren, ik ga binnen heel korten tijd trouwen." „Neen!" viel Charles ongeloovig uit. „Het is geen mop, hoor", verzekerde zijn neef. „Herinner je je nog, dat ik je twintig jaar geleden verteld heb van een zkere Amabel Ferguson, Charley? Hoe ik in den put zat, omdat ze niet met me trouwen wou?" „Alsjeblieft!" lachte Sir Charles. „Je zat zóó zuur te boomen, dat ik nog niet begrijp, waar om ik je de trap niet heb afgegooid", Julian lachte. „Nu, ouwe jongen, ik heb Amabel terugge vonden, als huurster van George's villa en ik ben aan het probeeren, of ik haar de volgende week al mee in het bootje kan krijgen. Over het principe zijn wij het eens..." Sir Charles legede zijn pen, waarmee hij als naar gewoonte poesen had zitten schetsen, neer en stak z'n groote hand uit. „Julian, ik ben zoo blij als een kind! En Isobel zal je er waarschijnlijk voor om den hals vallen. De eenige ondeugd, die ik ooit bij haar heb kunnen constateeren is, een haast ziekelijk verlangen, alle menschen even geluk kig te zien, als wij zijn. In vollen ernst, Julian, het doet me kolossaal veel plezier. Geloof mij, kerel, het is een prettige gewaarwording, een lief en vriendelijk gezicht te zien, als je van je werk komt." „Zeg Charley", hernam Julian na enkele oogenblikken, „ik heb je het nieuws gedeelte lik verteld, omdat ik er niet over zwijgen kan en jij in de eerste plaats in aanmerking komt om het te weten maar toch ook, omdat ik je raad noodig heb." „Stort je hart maar uit, waarde heer!" „Goed maar eerst een vraag: je hebt zeker nog geen tijd gehad om iets over die mevrouw Thompson uit te visschen?" „Jawel, toch wel", was het antwoord, „ik heb van die telefoonkwestie direct werk ge maakt, toen ik je brief kreeg, en nèt voordat je binnenkwam, heb ik rapport gekregen. Even kijken o, hier!" Hij nam een vel pa pier in de linkerhand, terwijl de rechter voort ging aan de katten. „Mevrouw Thompson, telefoonnummer M- M-M, Dinsdag M-M-M, ha, daar hebben we 't. Opgebeld door Ledlington 202 om half één. Ledlington is ergens in de buurt van Fors ham, hè?" „Zeven mijl van Forsham", lichtte Julian in. „Wat is Ledlington 202? Staat dat er bij?" „Kens kijken, ja, daar staat het, 't is een hotel Queen's Hotel, Ledlington." Julian floot zacht. Het Queen's Hotel ln Ledlington, Dinsdag Ellen's verhaal over Ferdinand Miller Miller op de stoel van het Queens Hotel in Ledlington, toen hij Bronson zag, slipte hij hals over kop naar bin nen. „De vloek van een schuldig geweten!" had Amabel lachend gezegd. Ferdinand Miller in Queens Hotel omstreeks den tijd, dat het medium vandaar uit werd opgebeld, en toen Bronson toevallig langs kwam, wilde hij niet gezien worden! De schrandere oogen van Sir Charles merk ten den frons op het voorhoofd, de peinzende gelaatsuitdrukking bij zijn bezoeker op. Hij legde zijn pen neer en vroeg: „Wat is er, kerel? Vind je niet, dat je me nauwkeuriger op de hoogte moest brengen?" Julian knikte. „Een halve minuut", verzocht hy. Nita King was ook in Ledlinton geweest, overdacht hij. Ja, hij moest Charley op de hoogte brengen. Hij zat er alleen mee, of hij niet verschillende details verzwijgen moest voor het geval Annie Brown in de zaak ge moeid was, en Anita King mocht blijken Annie Brown te zijn. Annie in moeilijkheden te blen- gen dat kon hij die arme Brownie niet aan doen... „Charley", verbrak hij de stilte, „kun je me vijf minuten tijd geven? Het is eigenlijk een beetje verwarde boel in mijn hersens en ik wou graag de dingen eerst 'n beetje sorteeren. Kun je me nog even laten denken Je hebt het zeker weer zooals gewoonlijk weer afgrijselijk druk?" „Druk", gromde Sir Charles. „We houden ons op het moment onledig met de aangename tijdpasseering, een naald in een hooiberg te zoeken. Ben jij bij geval op een van je vele omzwervingen op deze planeet een lieftallig vrouwspersoon tegengekomen, die om de %eurt Anaïs en „Rooie Annie" heet? Voorzien van rood haar en waarschijnlijk grondig bij die valsche bankbiljettenkwestie betrokken Aan gezien zij op het oogenblik onze eenige hou vast is, ben ik nogal op een ontmoeting met die dame gesteld. Maar hou dat vóór je, alsje blieft! Neem je vijf minuten maar, als je ze noodig hebt. Je weet, ik moet helaas eeuwig een paar brieven schrijven." Julian Forsham was naar het andere einde van de kamer geloopen. Hij scheen verdiept in de beschouwing van een schilderij. Het duurde een poosje, voor hij over zijn schouder zei: „Ik ben bang, dat ik er met vijf minuten niet kom, Charley. Het zou alleen maar tijd ver knoeien zijn, om er nu verdere mee lastig te vallen. Het zaakje duurt nog wel even dank je alvast voor de informatie over dat telefoon gesprek. Ik zal je een anderen keer wel ver tellen waarom ik dat weten wou." Sir Charles keek verbaasd op. „Maar beste Julian", begon hij. Eer hij evenwel verder kon spreken, draaide zijn neef zich om, kwam naar hem toe en klopte hem op den schouder. „Ik houd je maar op," zei Julian, „het wordt bovendien mijn tijd. Over een paar dagen kun je met verdere ontboezemingen verwachten. Doe de groeten aan Isobel en zeg haar maar vast, dat ze op mijn bruiloft komt. Tot ziens." De deur ging dicht. Sir Charles keek er naar en trok de wenkbrauwen op. „Julian is een beetje gek vandaag", mom pelde hij. „Zeker een gevolg van de liefde op zijn ouden dag!" HOOFDSTUK XXX. Met den trein van 6.20 ging Julian naar Farsham terug. Hij had een coupé alleen en veel om over te denken. Die schertsende vraag van Charley: „Ben jij soms een vrouws persoon tegengekomen... mademoiselle... Anaïs en Rooie Annie.., bij de valsche bank biljettenkwestie betrokken... was een gruwe lijke openbaring voor hem geweest. Hij had op het punt gestaan Charley alles maar te vertellen, ondanks zijn vrees, dat Annie Brown op een of andere manier aan de geheimzin nige voorvallen in de villa deel zou hebben. Hij moest dan maar zien hoe hij de arrai Brownie voor nieuwe schande en nieuw ver driet zou kunnen behoeden. Maar toen had Charley zelf hem er van teruggehouden met twee woorden, een naam: Rooie Annie. Dien naam kende hjj in verband met Annie Brown, toen hij haar tien jaar geleden in Parijs ge zocht en bijna gevonden had. Dat zij n u ge vonden was, of elk oogenblik gevonden koa worden, leed geen twijfel. „Grondig betrokkea bij de bankbiljettenkwestie!" Neen dat zou te bar voor Brownie zijn! De feiten begonnen zich in zijn geest aaneen te schakelen tot een begrijpelijk beeld. Als Annie Brown inderdaad in die bankbiljetten- fraude gemengd was, welke plaats zou dan geschikter zijn voor de vervaardiging van het valsche papier dan de zoogenaamde spook- villa? Nogal duidelijk, dat de schurken tel kens weer getracht hadden, om in het een zaam gelegen huis het rijk alleen te krijgen door de bewoners door het verspreiden van schrik en angst er uit te verjagen. Als hjj Brownie wilde sparen, zou Annie onopgemerkt uit de buurt gebracht moeten worden, vóór de rest van de bende geknipt werd, maar dan zou hjj, ook al stond het vast, dat Annie Brown en Rooie Annie identiek waren, haar eerst moeten vinden. Het eene oogenblik had hij gedacht, haar te herkennen in Marie Anas- tasie Lemoine, het andere had hij Jenny's trekken teruggevonden bij Anita King. Hij moest vandaag beide vrouwen zien en aan dien twijfel een einde maken. (Wordt vervolgd),

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 5