Kruiswoordraadsel
T HOEKJE
OUDERS
Gezonde slaap -
Gezonde kinderen
Het toedienen van
medicijnen aan
kinderen
Tob nooit hoekje
Practische wenken.
VOOR DE
Opvoedingsfouten, die zich wreken.
Vele moeders weten er van mede te spre
ken hoeveel moeite het kost, indien kinderen
niet willen slapen. lederen avond opnieuw
doen zich scènes voor, wanneer de bedtijd
nadert. Niet alleen bij de kleintjes gebeurt
dit, doch eveneens bij de schoolgaande kinde
ren, die steeds weer het liedje van verlangen
zingen. Deze laatste zijn de meening toege
daan, dat zij geen kleine kinderen meer zijn
en gerust wat langei mogen opblijven. Soms
zijn de kinderen dan ook klaar wakker en
hebben niets geen lust naar bed te gaan. Ver
maningen volgen, harde woorden vallen en
aan waterlanders is er tenslotte geen ge
brek, totdat zij eindelijk in de slaapkamer
gearriveerd zijn.
Principieel mogen de ouders en meestal
geldt dit in het bijzonder voor de moeders
niet toegeven met een verontschuldigend: „Zij
kunnen toch nog niet slapen". Kinderen kun
nen niet slapen, omdat ze te laat naar bed
gaan er hieraan langzamerhand gewend zijn.
Niets weerhoudt een krachtigen groei echter
zoozeer als gebrek aan slaap. Ieder uur, dat
de moeder het oogluikend toelaat later naar
bed te gaan, benadeelt hun gezondheid.
Zuigelingen hebben veel slaap noodig( en
iedere moeder weet bij ervaring, dat baby de
eerste levensmaanden nagenoeg uitsluitend
slapende doorbrengt. Hij wordt eerst onrus
tig, tegen den tijd, dat hij voedsel of verzor
ging behoeft en dan meldt hij zich met luid
geschrei. Is zijn honger gestild en is hij weer
droog gelegd, dan slaapt hn weer in en ge
dijt op deze wijze buitengewoon goed. Een
gezonde zuigeling moet 's nachts doorslapen
en zich eerst tegen den morgen melden. Naar
mate de lichamelijke ontwikkeling voort
schrijdt, zal de behoefte aan slaap minder
worden en heeft hij langzamerhand genoeg
aan 1011 uren nachtrust, doch zal minstens
tot het derde jaar 's middags moeten slapen.
13 is de beste tijd, want wordt het later,
dan is het inslapen 's avonds moeilijker. Wel
een bewijs, dat kinderen veel behoefte heb
ben aan slaap is, dat zij soms temidden van
hun speelgoed inslapen. Natuurlijk zullen de
kleintjes ook 's middags wel eens tegenstrib
belen, en niet willen slapen, doch ook hier
moet de wil der moeder domineeren en moet
de kleine weten, dat hij naar bed moet.
Blijkt het, dat de slaap uitblijft, dan toch
moeten kinderen naar bed; zij rusten in ieder
geval uit. Indien ze dan speelgoed bij zich
hebben houden zij zich op rustige wijze beztg.
Ook in de eerste schooljaren wordt door
de moeder in verband met het naar bed gaan
te veel toegegeven. Kinderen moeten tot hun
achtste jaar om zeven uur in bed liggen en
tot hun tiende jaar uiterlijk om acht uur.
Mocht het inderdaad zijn, dat kinderen niet
In slaap komen, dan moet men trachten de
oorzaak hiervan te vinden. Soms kan het zijn
dat de avondmaaltijd te laat gebruikt wordt,
daar tusschen deze en het naar bed gaan
12 uur moet verloopen. Het kind kan niet
met een te volle maag gaan slapen, daarom
is het zoo mogelijk beter de hoofdmaal
tijd in het middaguur te geven en 's avonds
een licht broodmaal met vruchten en karne
melk. Meerdere oorzaken kunnen aan niet
slapen ten grondslag liggen, o.a. dat het
schoolwerk vlak voor het slapengaan gemaakt
is. Het laatste kan ook voorkomen, indien
het een inspannend boek gelezen heeft. De
fantasie van kinderen is spoedig geprikkeld,
daarom is het vertellen van sprookjes e.d.
voor zij gaan slapen, af te keuren evenals het
doen van wilde spelletjes. Weet men uit erva
ring, dat een kind niet in een donkere kamer
kan inslapen, dan kan er niets tegen zijn, het
een gedempt nachtlichtje te geven. Vooral
nerveuze kinderen hebben wel eens tijden, dat
zij voor alles bang zjjn, hetgeen weer voorbij
gaat als zij ouder worden.
Vele kinderen, ook zelfs heel jonge, zullen
evenals volwassenen in bepaalde gevallen me
dicijnen moeten innemen. De meest voorko
mende methoden zijn het innemen in vloei
baren of poedervorm, terwijl heele kleintjes
de medicijnen vrijwel altijd vloeibaar krijgen.
Oudere kinderen nemen ze ook als pillen of
capsules in en de wijze van reageeren is zeer
verschillend.
Het is verkeerd van moeders, om dadelijk,
wanneer het kind zijn afkeer kenbaar maakt,
te dreigen, en even verkeerd is het, om te
vertellen, dat het drankje „zoo lekker"
smaakt, wanneer men weet, dat dit niet het
geval is, men mag de eerste dosis dan wel
licht naar binnen krijgen zonder moeite, doch
voor de rest passen ze. Tenslotte moeten kin
deren, waarmee niets te beginnen is, weten,
dat moeders wil ten slotte domineert. De
armen worden enkele oogenblikken door een
tweede persoon vast gehouden, terwijl de an
der het hoofd van het kind vasthoudt en de
lepel met medicijn zoover mogelijk in den
mond brengt; met den onderkant van de
lepel de tong naar beneden houden, waarna
de slikbeweging moet volgen. Harde maat
regelen zijn steeds onaangenaam om genomen
te worden, doch er zijn gevallen, dat het
noodig is.
In bepaalde gevallen zullen medicijnen door
een slangetje door neus of mond geleid wor
den naar de maag.
Sommige drankjes zullen in melk toege
diend mogen worden of op citroensap, o.a.
levertraan. De lucht hiervan geeft vele kin
deren reeds een tegenzin, doch hier is ook
reeds een oplossing gevonden door het fabri-
ceeren van reuk- en smaaklooze levertraan.
Castorolie kan eveneens op vruchtensap
worden ingenomen, doch ook op fosco, zonder
toevoeging echter van melk of water, aange
zien de hoeveelheid dan te groot zou worden.
Een gewoon papje van poederchocolade, sui
ker en een weinig lauwe melk is eveneens
goed.
Sommige geneesmiddelen worden rectaal
gegeven en wel in gevallen, dat zij te prikke
lend op de maag zouden inwerken of de con
ditie van hét kind zoodanig is, dat het niet
in staat is te slikken, b.v. bij stuipen.
Bloedtransfusies, tegengiften en serum voor
Deze keer hebben we twee verschillende
raadsels.
Ten eerste, op verzoek van een aantal
abonné's weer eens een kruistalpuzzle. Maar
omdat smaken verschillen, en een deel van
onze puzzelaars rekenraadsels weinig aan
trekkelijk vindt, plaatsen we er nog een tus-
schenvoegraadsel bij. Deze puzzle is vooral
interessant, wanneer men bij het oplossen
géén woordenboek gebruikt, maar uit het
hoofd de verschillende combinaties tracht te
vinden. Naar verkiezing kan men een, of
allebei puzzles inzenden. In 't laatste geval
maakt U een dubbele kans.
Deze week waren er veel inzendingen,
waaronder talrijke goede. De meest voor
komende fouten waren „perkaton" voor ,mer-
katon", en „rassenstand" voor rassenstrijd".
De pr\js werd toegekend aan den heer
D. W. H. Deelen, Weststraat 10.
Oplossing Kruiswoordraadsel vorige week.
Horizontaal: pruttelen, dennestam, oor,
uien, teen, A.T.O., eik, razernij, loo, oma,
Korea, I.K.P., negers, oké, tassen, dweil, en,
la, kaste, teaen, A.T.O., tjilp, en, fat, plons,
K.N.M., pi, sof. rassenstrijd, kok.
Verticaal: poen of poet, roi, Urk, duikelaar,
ei. Ier, Enak, Etna, Neij, ne, Enakskind, tal,
A.T.O., Moos, Merkaton, zoö, ree, ogief, ar,
ia, psalm, n.w„ eet, sen, t.a.t, esp, n.t., does,
edik, ale, ons, no, p.s., st, Po
Correspondentie. J. F. H. en A.M, Uw cor
rectie hebben wij ontvangen.
Mej. C. K. Waarschijnlijk over veertien
dagen!
De andere correspondentie blijft tot de vol
gende week overstaan.
TUSSCHENVOEGRAADSEL.
Tusschen de onderstaande woorden moet een
woordje van vier letters geplaatst worden, dat
zoowel met het voorgaande, als het achter
staande weer een woord vormt. Wanneer U
de woorden juist heeft ingevuld, vormen de
eerste letters, van boven naar beneden ge
lezen, den naam van een Hollandsch staats-
man.
nieuw
gang.
schar
steen.
lijn
jas.
lijn
vak.
herts
koorts.
vracht
maat.
toon
bol.
hof
koop.
rede
stig.
voor
bord.
beste
tuig.
ent
ren.
cit
dom.
hand
iaire
klei
hulp.
bel
veel.
PO
val.
hor
ment.
bal
dier.
schjjn
op
pan
ak.
heksen
naai.
ras
heid.
Hori zon taal.
Vertikaal.
1.
kwadraat.
1.
kwadraat.
4.
3e macht.
2.
7-voud.
7.
kwadraat.
3.
3e macht.
10.
als vert. 5.
4.
13-voud.
12.
reeks.
5.
4e macht.
13.
elf-voud.
6.
3e macht.
14.
dwadraad.
8.
13-voud.
16.
elf-voud.
9.
reeks.
17.
17-voud.
11.
reeks.
18.
17-voud.
15.
kwadraat.
20
52-voud.
17.
17-voud.
20.
61-voud.
19.
elf-voud.
22.
13-voud.
20.
7- en 3-voud.
23.
31-voud.
23.
Kwadraat.
24.
17-voud.
24.
11- en 13-voud.
26.
111-voud.
25.
11-voud.
28.
13-voud.
27.
Reeks 9 (als
29.
reeks.
hor. 35).
31.
11-voud.
29.
11-voud.
32.
derde macht.
30.
35-voud.
34.
reeks (omgek.
32.
9-voud.
v. hor. 29).
33.
3e en 2e macht.
de behandeling tegen tetanus e.a. worden
direct in de aderen gebracht, in het bijzonder
in gevallen, waar onmiddellijk ingrijpen ver-
eischt wordt. De in het bloed opgenomen
injectie werkt zeer snel. In gevallen van
meningitis b.v. wordt het serum in het rug-
gemerg ingespoten, terwijl de medicus ln
weer andere gevallen onderhuidsche injecties
geeft of in spieren.
Bijzondere zorg vereischt het steriliseeren
van de injectiespuitjes, opdat de medicijnen,
die op deze wijze ln de weefsels gebracht
worden, niet irriteerend werken en aanleiding
zouden kunnen geven tot ontsteking.
Sommige geneesmiddelen, o.a. kwik, wer
den vroeger door massage in de huid gewerkt..
Tenslotte noemen wij nog de inhalatie van
bepaalde medicijnen, vooral bij ontstekingen
van de bronchiën, hoesten e.d., waarbij o.a.
terpentijd aan het water in het inhaieertoe-
stel wordt toegevoegd en de stoom door de
patiëntjes wordt ingeademd en veel verlich
ting brengt.
Op de markt.
Dame: Neen, vrouwtje, die kool is te duur
en daarbij bevalt ze mij niet; ze is te los en
vult niet genoeg in de maag.
Koopvrouw: Dan moet uwes steenkool ne
men, mevrouw.
„Leen me eens 10 pop, wil je?"
„Ik heb er maar 6 bij me."
„Leen me dan die 6, dan blijf je me er
nog 4 schuldig."
Zondag.
Groentensoep.
Kalfsbout met snijboonen.
Aardappelen.
Crème Bruxelloise.
Maandag.
Jachtschotel.
(Van Soepvleesch.)
Gebraden appelen.
Dinsdag.
Koud vleesch.
Knolraapjes. Aardappelen.
Roomrijst.
Woensdag.
Rolpens.
Roode kool. Aardappelen.
Appelmoes.
Donderdag.
Runderlapjes.
Spruitjes. Aardappelen.
Wentelteefjes,
Vrijdag.
Filet van tong.
Doperwten Aardappelpuree.
Compóte abrikozen.
Zaterdag.
Vischsoep.
Witte boonen met tomatensaus
en harde eieren (Aardappelen).
5IENU'S VOOR DE VASTENDAGEN.
Vegetarische erwtensoep.
Harde eieren.
Brusselsch lof.
Gesmolten boter.
Aardappelen.
Roereieren met kaas
Gestoofde prei.
Aardappelen.
Abrikozencompote.
Tomatensoep.
Ommelet met Groene kruiden.
Gestoofde selderyknol.
Aardappelen.
Crème Bruxelloise.
20 bitterkoekjes, 5 eieren, 4 eetlepels poe
dersuiker, \<s ons witte sluiker, 1 pakje va
nillesuiker, liter melk, 1 fl. eetlepel mai-
zena, abrikozenjam.
We kloppen de eierdooiers met de 50 gram
suiker totdat ze mooi dik en schuimig zijn en
roeren hierdoor de maizena en 1 dl melk. De
overige melk brengen we aan de kook en
schenken een gedeelte hiervan met een dun
straaltje, steeds roerende, bij de eiermassa,
gieten daarna alles terug in de pan en laten
het steeds roerende op een asbestplaatje nog
even doorkoken. De bitterkoekjes, die met jam
bestreken en op den bodem van een kristallen
schaal gelegd zijn, worden nu bestreken met
de vla.
Het eiwit kloppen wij met de vanille- en
poedersuiker tot een zeer stijve massa en
scheppen hiervan met een theelepeltje kleine
bergjes uit, die wjj op het bakblik op vetvrij
papier leggen en in een lauw-warme oven
zachtbruin kleuren, daarna van het papier af
nemen en er de vla mede gamereen.
HET GOEDE HART.
Een goed hart wordt een gemakkelijk bezit
zonder een vaste wil en een helder verstand.
Het ligt klaar voor iedereen, die het wil ge
bruiken.
Het was altijd Nicolien, die opkwam voor
alle vervelende karweitjes. Kousen stoppen
kon Nicolien vlugger en netter dan een van
haar zusjes, dus kreeg Nicolien de kapotte
kousen van de heele familie te verstellen.
Wanneer er een uitgangetje in 't zicht was,
waarbij de zwakke, nerveuze moeder niet mee
kon, was het altijd Niek, die wel bij Mama
kon blijven, Mama was immers gewend
aan Niek, die bij dergelijke gelegenheden altijd
degene was, die haai gezelschap hield. Wilde
er een van de zusjes een japon aanschafffen,
op een oogenblik dat haar inkomen dit niet
toeliet, dan was het Niek, die het ontbrekende
wel leenen kon. Niek had immers toch zelf
zoo weinig noodig, want waar ging zij ooit
heen?
Kortom, Niek's goede hart, te zamen met
een zachten, wat gemakzuchtigen aard, had
den haar tot Asschepoes van de familie ge
maakt, zonder dat iemand daarin nog iets bi-
zonders zag.
Niek was ook de eenige van de familie die,
hoewel intens veel van muziek houdend, zelf
geen instrument bespeelde; want waar had
zij den tijd vandaan moeten halen om te stu-
deeren, met alle' bezigheden die de anderen
lastig en vervelend vonden?
Zij was in den loop der jaren stil geworden,
werd door vreemden meestal saai gevonden,
en zag er ondanks haar slank figuur en niet
onknap gezicht wat ouwelijk uit voor haar 25
jaar. Want veel kleedgeld voor haar zelf
schoot er niet over, bij alle als vanzelfspre
kend, beschouwde „leeningen", die zelden
teruggegeven werden.
Tot op een dag haar oogen open gingen, en
zelfs haar zachte wat sloome natuur in op
stand kwam. De aanleiding was een Beet
hoven Symphonie-concert, waarheen ze alle
maal wilden gaan, zelfs de teere, zelden-uit-
gaande moeder zou ditmaal van de partij
zijn.
Natuurlijk was het Niek, die op weg naar
kantoor best even voor plaatsen kon zorgen.
Dat vond zij zelf ook; maar het concert
bleek druk bezocht en toen Niek den dag te
voren plaatsen wilde bespreken, bleken er nog
maar vijf plaatsen in de stalles, waar de
familie altijd zat, beschikbaar te zijn, terwijl
zij met hun zessen waren. Niek kwam thuis
met vijf plaatsen, plus de mededeeling, dat
één van hen thuis zou moeten blijven.
Er ontstond even een stilte. Toen zei An,
de oudste: „Nu Niek musiceert toch zelf niej;.
Dus zal zij het wel niet zoo erg vinden, om
van het concert af te zien."
Toen gebeurde het. Niek stak haar kind in
de lucht, en zei rustig maar^ieel beslist: „daar
zullen wij niet over denken, of ik het al of
niet erg zou vinden, want ik ga in elk geval.
Wat denken jullie wel. Mij de plaatsen laten
halen en dan mij tenslotte thuis laten blijven
nu er een tekort blijkt te zijn. Altijd ben ik
het die zich op kan offeren als er zich zooiets
voordoet. Altijd ben ik het die thuis kan blij.
ven als iedereen uitgaat en Moeder niet alleen
kan zijn. U weet, Moeder, dat ik graag bij
U ben, voegde ze er haastig aan toe, want
haar Moeder's mooie, maar humeurige mond
trok onheilspellend, „maar dat neemt niet weg
dat ik óók wel graag eens iets zie en eens
uit°a En voortaan zullen wij om beurten bij
moeder blijven, en ik wil heel graag mijn eigen
beurt daarbij waarnemen, maar méér niet".
Zij haalde diep adem, en voegde er nog bij,
zich tot haar zusters wendend: „en dan wilde
ik jullie nog even zeggen, dat je voorloopig
niets van mij kunt leenen, want ik ga een
behoorlijke avondjapon koopen voor dit con
cert, en als een van jullie mij nu op haar
beurt wat wil leenen, koop ik avondschoentjes
óók". Allen keken haar stomverbaasd en
eenigszins verontwaardigd aan.
Tot Elleen, de jongste zuster, die bekend
stond als zeer driftig, maar ook zeer recht
vaardig, in een lach schoot, Niek stevig op
haar schouders klopte en zei:
„Ouwe jongen, je hebt eigenlijk groot gelijk.
Eigenlijk hebben wij al jarenlang allemaal
misbruik van je gemaakt. Ik zal thuis blijven
dezen keer. En hier, zij grabbelde in den
zak van haar jumper, is een tientje, en
dat is géén leening, want dat ben ik je al
maandenlang schuldig. Succes met je schoe
nen!"
Opofferingsgezindheid kan, als alle deugden
overdreven worden. En het is een geluk voor
de „Nieks" in deze wereld, wanneer hun de
oogen opengaan en zij dan den moed hebben,
om met een onredelijke sleur te breken. An
ders loopt het erop uit, dat ze nooit weer iets
voor zichzelf hebben, terwijl niemand hun
offers zelfs meer beseft.
Een goed hart is een waardeerbaar bezit,
mits een helder verstand en een vasten wil
de offervaardigheid binnen de perken houdt.
Dr. Jos de Cock.
Indien het garen van een spoeltje geheel en
al in de war is gekomen en met geen moge-
lijhkeid meer afwindt, houdt men er even een
aangestoken lucifer onder, waarna het garen
verbrandt en de spoel overgewonden kan
worden.
Om kristal te reinigen verpulvert men een
stukje indigo en strooit daarvan een beetje
op een vochtigen doek. Hiermede wrijft men
het kristal in, ook spiegels, welke daarna met
schoon water worden afgespoeld.
Kunstzijde mag nimmer dicht bijj een kachel
gedroogd worden. Het beste is, kledingsstuk
ken van dit materiaal gemaakt in een doek op
te rollen, zóó, dat deze als tusschenlaag dienst
doet, daarna uitdrukken niet wringen
om het overtollige water te verwijderen.
POËZIE IN HET KINDERLEVEN.
Men kan soms typische ervaringen opdoen!
Zoo herinner ik me nog levendig, noe ik als
jong onderwijzer aan het hoofd van een dorps
school kwam te staan en caar na eenige we
ken ontdekte, dat mijn voorganger die er
veertig jaren achtereen werkzaam was het
vertellen van sprookjes verboden had aan het
personeel. Op mijn vraag aan het personeel,
waarom zij de kinderen nooit sprookjes ver
telden, kreeg ik ten antwoord, dat de ouders
hiertegen ernstige bezwaren hadden. Ik wilde
evenwel niet gelooven, dat ouders, wanneer
zij eenmaal overtuigd konden worden van de
beteekenis van het sprookje voor het kind,
zich tegen het vertellen van deee sprookjes
zouden verzetten. En zoo trok ik de stoute
schoenen aan en stelde aan de Oudercommis
sie voor een Ouderavond te beleggen. De
commissie waarschuwde mij evenwel, niet te
hooge verwachtingen te koesteren van een
dergelijken avond: het bezoek bestond meestal
maar uit vijf tot tien ouders... Toch liet ik
mij door deze waarschuwing niet weerhouden
en deelde mede, dat ik op den bewusten
Ouderavond kinderen en ouders gezamenlijk
aanwezig wilde zien en hun, aan de hand van
lichtbeelden verschillende verhalen wenschte
te vertellen.
De avond kwam... de zaal liep propvol!
Lichtbeelden waren in het dorp nooit vertoond
en trokken nu groote belangstelling. Op dien
avond heb ik ouders en kinderen verteld van
Roodkapje, De Wolf en de Zeven Geitjes e.a.
sprookjes en na de pauze een lezing gehouden
over het leven in de Noordelijke gebieden der
aarde. Den volgenden morgen vroeg ik de
kinderen wat vader en moeder nu wel het
mooiste gevonden hadden. En wat was het
antwoord?" De sprookjes, meester!'
Voortaan heeft het personeel sprookjes ver-
teld...
Ik vertel deze ervaring hier, om aan te
toonen, hoe men zich kan vergissen in de mee
ning van ouders over een bepaald onderwerp
en... hoe in ieder mensch op lateren leeftijd
het kind blijft leven. Dikwijls heb ik op ouder
avonden voor kinderen sprookjes verteld en
telkens weer ervaren, dat volwassenen met
kinderlijke vreugde geoten van de al-oude
sprookjes. Ik verbaas mij dan ook telkens als
ik iemand hoor zeggen, dat de sprookjes voor
kinderen ongeschikt zijn en dat men deze ver
haaltjes, vol phantasie en onbestaanbare din
gen den kinderen onthouden moet. zijn er dan
werkelijk tegenstanders van het sprookje'
Zeker en meer dan men denkt.
Wat is er dan aan te voeren tesren bet
sprookje? s e
Allereerst dit: Het sprookje bevat in de
oogen der tegenstanders onwaarheid. Inder
daad: de wolf uit het sprookje van Roodkapje
zal niet bestaan hebben, kabouters en feeën,
elfjes en heksen leven nu niet en hebben nooit
geleefd. In het sprookje krijgen ze echter be
staansgrond. Het kind gelooft aan kabouters,
feeën, elfjes en heksen. Dan, redeneert men
verder, wanneer het kind eenmaal tot weten
gekomen is, zal het u verwijtend aanzien om
het door u gepleegde bedrog!
Op dezelfde gronden zijn de tegenstanders
van het sprookje ook tegen het „sprookje van
Sint-Nicolaas en zijn knecht".
Persoonlijk ben ik voor het sprookje en
voel ik voor het feest van den goeden Sint.
Het kind leeft in een sprookjeswereld: het
is vol phantasie en blind voor alles, wat de
poezie in dit beweeg zou kunnen toren. Zie
slechts paar zijn spel. Daar vindt u \et duide
lijkste bewijs voor deze redeneering: een stok
is paard, een plank wordt een boot, een paar
steenen in een vierkant gelegd, vormen een
huis. Zie ook naar de allereerste krabbel-
teekemngen: dit is een paard, zegt het en het
loont ons een wirwar van potloodlijnen, dit is
va er, en het toont ons een figuur, waaruit
wij met den besten wil van de wereld geen
menschelijke gedaante kunnen halen...
anneeT be ouders, die dit lezen, mij zouden
ïllen mededeelen, welke ervaringen zij op dit
gebied met hun kinderen opdeden, dan zou ik
een aaneensluitende rij van bewijzen ontvan-
fv w,00f hierboven uitgesproken bewering.
k T? nog' hij: op allerlei wijze verster-
vaak t onbewust, het geloof aan
idnrw"108 V kind. Beseffend, dat we tegen
mnpiliiWif^w1' die de taal van volwassenen
ton 'u Scheel niet begrijpen, bezigen
Er„.pren\. ?elden de sprookjeswereld!
iu n mehschen, die het kind het
oozien ]<hi u°U^en en er anderzijds niet tegen
maken tï klnderen ban& voor het water te
Detat vertellen, dat in het water
pakt als fe i,tleeft' die Je bÜ Je beenen
Fn nu iL dlcbt aan den waterkant komt...
bezwaar heh" hiP Cen punt' waartcSen ik nu
maai Hierover echter een volgende
ONS WEKELIJKSCH CITAAT:
me'mschenli1? de beste akker ka" een goed
geen km? vruchtbaar zyn, wanneer er
geen zon in schgnt."
(J. Kleefstra.)