Stadsnieuws Texel Visscherij Huis SAFETY FJRST Feuilleton Waar gaan we heen? Maandag 8 Maart 1937 Gebouw Nutsspaarbank Bijeenkomst Möttlinger Vrienden Een aanrijding Vertrokken personen HERMAN NYPELS' kledingmagazijnen den helder De schoolvoetbaL wedstrijden naderen weer Heldersche Courant flitsen uit hen nu&cn tfjb Burgerlijke Stand van Den Helder ASTO-TAX TE LEF. ©3© Ruijghweg38 Licht op voor alle voertuigen HET RAADSEL van het ONBEWOONBARE thea bloemers Tweede Blad Feestavond Texelsche Boys Lezing vanDrJr.IVLD*Dijt over het Plan-Deterding Naar wij vernemen, wordt het nieuwe ze- bouw van de Nutsspaarbank aan den Polder Weg no. 1 Dinsdag, 16 Maart a.s. des ^mid dags 2 uur officeel geopend. Men schrijft ons: Het doel der Möttlinger Vrienden is vol strekt niet een bepaalde kring te vormen afgezonderd van andere kerkelijke of gods dienstige groepen. Zij zijn menschen die de basis van het godsdienstig leven, n m 1 het geloof", weer zoo echt en volledig wenschen te bezitten en te ervaren, dat de „bergen ver zettende kracht" ervan naar ziel en lichaam weer zal worden bewezen in hun leven Onnoodig te zeggen, dat een steeds toene mend aantal Christenen van allerlei schakee ring, ook buiten-kerkelijken, zich dit geloof te bezitten als ideaal stelt en dat in deze bijeen komsten daarop het groote accent gelegd wordt. Volgens de advertentie van heden vindt morgenavond weer zoo'n bijeenkomst in het gebouw Vijzelstraat, te 8.15 plaats, waar ook na de „andacht" of toespraak Ds. Sillevis gaarne bereid is in het te houden spreekuur menschen, die moeilijkheden hebben, te hel- pen. De toegang is als gewoonlijk vrij en ieder een christen zoowel als niet christen is welkom. Zaterdagmiddag vond op het kruispunt Parallelweg—Ruijghweg een aanrijding tus- schen een drietal fietsers plaats. Een jongen van ongeveer tien jaar reed van den Parallel weg in de richting Ruijghweg. Een matroos, die van den Overweg kwam, dacht, dat de jongen de Sluisdijkstraat in zou rijden en tornde tegen hem op. Een dame, die achter de eerste der beide genoemde personen aanreed, kon niet tijdig genoeg remmen met het ge volg, dat zij van het duo op den grond een quartet maakte, daar zq een kind achter op haar fiets meevoerde. Toen het geheel weer op stelten stond bleek dat behalve een achtvormig achterwiel geen beschadigingen of blessures vielen te noteeren. P. Bruin en gezin, naar Amsterdam, Borges- Straat 32 I-hg. A. S. M. RentmeesterHeuer en dochter, naar Rotterdam, Overijsselschestraat 8a. Maartje Blaauboer, naar Anna-Paulowna, Breezand, de Kooijhoek 83. Anna M. H. Kristel, naar Amsterdam, Adm. de Ruijterweg 144 I-hg. Maria Kristel, naar Amsterdam, Adm. de Ruijterweg 144 I-hg. G. J. Berndsen en gezin, naar Amsterdam, Adm. de Ruijterweg 144 I-hg. H. G. Bischoff, naar Amsterdam, Rijn- Straat 60 Il-hg. R. J. van der Veen en gezin, naar Soerabaja Anna C. M. Rustemeijer, naar Gorinchem, Keizerdwarsstraat 7. Wilhelmina M. C. De Ryke, naar Breskens, Papendrecht 48. M. Cupidode Vries, naar Soerabaja. S. E. HeisterkampMollemann, naar Maas- bree, Blerick, Bavloscheweg 106. A. H. Bomer en echtg., naar Rotterdam, Oost Zeedijk 225 B. J. J. Brons, naar Egmond aan Zee, Juliana- straat 14. W. J. Groen en gezin, naar Schiedam, Burg. Knappertlaan 239. A. G. RensenReijnen, naar Breda, Bosch laan 125a. Anna M. Schol ,naar Texel, De Koog, Hotel „Prinses Juliana". M. L. Körber en gezin, naar Amsterdam, Bertelmanplein 2 III-hg. Vakkleding voor alle bedrijven. IJzersterk en toch niet duur. Van en gezin, naar Soerabaja ■P. W. M. Claessen, naar Amersfoort, Lange straat 114. lemstad'eiland Cn gezin' naar Curagao, Wil H. P. NobelBreur en zoon, naar Hardinx veld, Rivierdjjk A 93. P- A. BreijaertJongschaap en dochters, naar Soerabaja. F. W. van Agteren en gezin, naar Norg, Veenhuizen II. N. Bakker, naar Anna-Paulowna, Breezand de Kooijhoek 83. P- J. Leenhouts, naar Zuidzande, Dorps straat 107. A. C. van OverbeekeHeijdens en kinderen naar Vlissingen, Kanaalstraat 8. H. C. Jansen en gezin, naar Amsterdam Volkerakstraat 52 huis. Petronella Geus, naar Haarlem, Nieuwe Gracht 36. C. J. Faas, naar Lisse, Julianastraat 168. Hermanna Kuipers, naar Groningen, Hout zagerstraat 10a. J. J. Wentel, naar Amsterdam, Tuinstraat 61 I-hg. Maria A. Honig, naar Amsterdam, Tuin straat 61 I-hg. J. J. Honig, naar Amsterdam, Tuinstraat 61 I-hg. T. N. W. van der KooijBrouwer en kin deren, naar Soerabaja. Hendrika Smit, naar Amsterdam, Amstel 51 L. Guiot en echtg., naar Soerabaja. E. JoséeWoonijk, naar Alkmaar, Uiten- boschstraat 61. E. J. Vermeulen en gezin, naar Soest. E. MarcusRaats, naar Rotterdam, Kleine Visscherij straat 9. J. Raats en gezin, naar Rotterdam, Kleine Visscherijstraat 9. W. van Lienen en dochter, naar Oudorp, Burg. G. Bosstraat 3. Trijntje Brouwer, naar Terschelling, West- Terschelling. A. C. Drevesvan Wierst en kinderen, naar Soerabaja. Baudina KI. DrijverKlop en kinderen, naar Soerabaja. Johanna Adr. GallasDronkers, naar Soera baja. M. Harschei, naar Amsterdam, Plantage Lepellaan 1 bij B. de Wit. P. Loos en gezin, naar Soerabaja. Dina Adr. MeurerBastet en d., naar Soera baja. Jacoba StubertMaas en d., naar Soerabaja. Bregje WissePetrus, naar Vlissingen, Nieuwendijk 21. A. S. WijsmanRoelofs en gezin, naar Soe rabaja. Cornelia J. Zimmerman, naar Dinant (Bel gië). K. J. Westhoeve en echtg., naar Maartens dijk, Dr. J. P. Thijsselaan 25. Catharina Rump, naar Wieringen, Zwin straat, Den Oever, bij C. Duinker. H. J. J. Kessenich en echtg., naar 's-Graven- hage, Lorentzplein 57. J. Fliekke en echtg., naar Amsterdam, Su- matrastraat 221, 2 hoog. Men schrijft ons: Paaschvacantie, Schoolvoetbal, dat zijn nu eenmaal twee dingen, die nauw met elkaar verbonden zijn. Menigeen zal reeds bemerkt hebben, dat er een zekere onrust onder de Heldersche schooljongens gaande is. Waar niet trokken langs zijn woning troepen jongens, voorzien van voetbalschoenen in alle maten, met of zonder veters of één linkerschoen, om dat zijn kameraad, die rechts is, er c een heeft, joelend en schreeuwend, omdat Jan, die veel harder kan knoerten dan Piet, in doel staat en Kees, die niet eens kan koppen, spil is ge worden. Kortom, alle jongens springen van verlan gen om hun school in de komende Paasch vacantie te doen zegevieren. Ook door de Com missie Wordt al hard gewerkt, opdat alles een vlot verloop zal hebben. Vóór 8 Maart moeten de invulformulieren ingezonden zijn en dan zal niet lang daarna de loting plaats vinden. Ver schillende vereenigingen hebben reeds een steentje bijgedragen en we hopen, dat er nog meer zullen komen, opdat de jongens voor hun harde werken beloond kunnen worden. Berichten tilt het „Wiegend Blad' thans „Heldersche Courant", Dagblad voor Den Helder en omstreken. (Op r(jm gezet door Jan Mens.) Uit Engeland: Honderdvijftigduizend mannen, Zijn vrijwillig voor den staat, Zonder kosten te verlangen, Opgekomen als soldaat. Wie zou er in deze tijden Nog aan denken dat te doen? Heel wat minder strijd'bre mannen Kosten al een paar millioen. Uit Boerenland: Een Heerenboer om zoo te zeggen, Die dik in zijn centen zat, Kon niet krijgen voor z'n piepers, Wat hij er wel graag voor had. Hij werd kwaad, en zijn gezicht stond Als een zware donderwolk, Toen verhelderden zijn blikken, Gaf de piepers aan 't arme Volk. Waar is nü zoo'n man te vinden, Die het op deez' wijze doet, 't Is gebeurd dat aan het beste, Slechts het vee zich deed te goed. Naar men van betrouw'bre zijde, Aan ons blad nu heeft bericht, Wordt de suiker veel goed" ooper, Nu, we zijn benieuwd, allicht. Want een ingenieur beweerde, Dat hij langs chemischen weg, Suiker aan het Volk te leveren, Ja, dat moet u hooren zeg: Voor één plak een heele kilo, Eén vierduitstuk, 't is toch kras, 't Ingenieurtje moest eens weten, Wat er nu de prijs van was. In die jaren ging men ook al, Op manoeuvres, dat is vast, Heel krijgshaftig, zoo als dat nu, Eenmaal voor soldaten past. Ieder kreeg een stukje worst mee, Anders was z'n kug te droog, En de worst was goed, beslist hoor, Want men roemde 't huizenhoog. Plots'ling regen, geen manoeuvres, Hoog bevel, de worst weerom, Driekwart der soldaten had het, Opgegeten, vindt U 't dom? (Wordt vervolgd). Voor wie nog gaarne iets willen geven om ook deze schoolwedstrijden te doen slagen is het adres: Brakkelveldweg 80. De Commissie zal het zeer op prijs stellen. Verkrjjgbaarstelling gefileerde visch aan het hoogovenbedrijf. De proef, die genomen is aan het hoog ovenbedrijf te IJmuiden om gefileerde visch tegen redelijken prijs aan het personeel ter beschikking te stellen, is buitengewoon goed geslaagd. Er was veel belangstelling bij het personeel en den eersten dag werd er meer dan duizend pond van verkocht. Te verwonderen was dat niet, want de prijs was uiterst laag gesteld, n.1. 18 cent voor een pond gefileerde kabeljauw (dus zuiver visch) en 10 cent voor een pond gefileerde kool- visch. Als deze vischsoorten tegen deze prijzen ook aan particulieren zouden kunnen worden verstrekt, zou er een geweldige afname zijn in den lande. Maar verondersteld kan worden, dat men tegen dergelijke prijzen, wil de handel er iets aan kunnen verdienen, moeilijk kan leveren. Toch zit er groot perspectief in voor onze visscherij, want op zichzelf zit er een flink stuk propaganda in voor het gebruik van ge fileerde visch en dat zal zijn gunstige uitwer king niet missen. Hereeniging der beide IJmulder vischhandelsvereenigingen. Deze beide vischhandelsvereenigingen heb ben besloten tot het laten vervallen van de LJmuider vischhandelsvereeniging en van de Zeevischgroothandelsvereeniging. Het spreekt wel vanzelf, dat men daardoor krachtiger komt te staan en dus veel meer tot stand zal weten te brengen, terwijl tot dusverre de kracht versnipperd werd. Het Zaterdagavondschot. Er z(jn bij de haringvisscherij met de log gers bepalingen, dat het z.g. Zaterdagavond schot niet behoeft te geschieden. Deze bepaling bestaat, omdat van oudsher de visschers, om godsdienstige overwegingen, gekant zijn tegen het visschen op Zondag. Wanneer het schot op Zaterdagavond zou ge schieden, was men verplicht dit op den Zon dag te verwerken. Nu was er de laatste jaren bij sommige schippers een streven merkbaar om dat Zater dagavondschot wel te laten uitvoeren, zoodat dus de bemanning verplicht was op Zondag te halen en de vangst te verwerken. Enkele leden hadden daartegen geen be zwaar, anderen wel, maar de Chr. Transport arbeidersbond heeft daartegen steeds ge ageerd, zoodat tenslotte een bepaling in de arbeidsvoorwaarden werd opgenomen, waarbij het Zaterdagavondschot niet geëischt kon worden. Toch werd daartegen wel gezondigd, en nu wil men, vóór de visscherij weer een aanvang neemt, deze bepaling nogmaals uitdrukkelijk zien vastgelegd. Dit streven, getuigende van een diepen mo- reelen zin, verdient zeker belangstelljng, ook in wijderen kring, omdat hierin geloofskracht schuilt, ver uitgaande boven materieel belang. Wie wel eens las „Een droomer ter haring vangst" van Bernard Canter, komt onder den indruk, wanneer deze vertelt, hoe er op Zon dag het bedrijf zelf stilgelegd werd en hoe de schipper voorging in de godsdienstoefening. Dat zal op enkele schepen nog wel zoo gaan, maar er was blijkbaar een te groote verslap ping in dat opzicht gekomen, zoodat nu be paaldelijk weer in de voorwaarden de bepaling omtrent het Zaterdagavondschot werd ver langd. Afslag te Rotterdam. Ook over de afgeloopen week was men te Rotterdam wat betreft den aanvoer en de prijsstelling voor de handelaars, tevreden. Vooral over de puike kwaliteit visch, welke door de kustvisschers werd aangevoerd, toon de men zich uitermate in z(jn nopjes. Dit verstevigt onze meening, dat er voor de kustvisscherij nog wel perspectief is, zoo men meer gebruik kan maken van de goed- zeewaardige motorkotters. De vischprjjzen te IJmuiden. Tarbot en tong gingen Zaterdag in prijs terug en kwamen de prijzen weer een heel stuk te liggen beneden den gulden per kilo. De scholprijzen echter, die Vrijdag juist sterk omlaag waren gegaan, liepen Zaterdag sterk omhoog. Zetschol b.v. kwam op 28 en kleine schol op 24 per 50 kilo. Ook schar en bot toonden weer eenigen vooruitgang. Er waren veel loggers aan den wal en ver schillende kwamen boven de duizend gulden besomming. V oor jaarsharing. In plaats dat de vangsten toenemen, schijnt het wel of er achteruitgang in dat opzicht is. Vermoedelijk zal zooals we reeds schreven de Oostenwind wel invloed hebben op den intrek van den haring. De prijzen zijn hoog, maar wat geeft dat als de vangsten uitblijven? Van 6 Maart 1937. BEVALLEN: J. SweepSwart, z.; Ph. M. StolkOrelio, d. OVERLEDEN: E. de Vries (m.), 82 jaar. Maandag 6 Mrt18.21 uur Naar het Engelscb bewerkt door 36) De deur achter haar ging open en er kwam iemand binnen. „Is 't gelukt?" vroeg Bronson scherp. Het antwoord werd gegeven door een stem, die Amabel kende en toch niet kende, „Natuurlijk, er was immers niets aan." Het was de stem van Jenny, maar dieper en beschaafder. De vrouw, die gesproken had, kwam naar Voren en nam Bronson bij den arm. „Wat nu?" vroeg ze. Amabel staarde haar aan. Het was Jenny en toch weer niet Jenny. Op het eerste gezicht zou niemand verschil gezien hebben, maar bij nadere beschouwing waren er hon derd verschillen. De gelijkenis school in het baar, de matte, witte huid. De verschillende waren talrijk. Wie was het? Bronson gaf antwoord op de vraag van de Vrouw. „Ga maar naar het kasteel en wacht daar. Als Frosham haar niet vindt, zal hij daar wel heen komen. Laat hem in de huiskamer en zorg dat hij daar wacht, terwijl je mij op belt". „Dan ga ik maar direct. Ik zal me eerst even toonbaar maken"« Het feit, dat zij zich niets aantrokken van haar tegnwoordigheid, deed Amabel beseffen in hoe groot gevaar zij verkeerde. Zij zouden niet spreken, alsof zij er niet bij was en in haar tegenwoordigheid plannen maken om Julian om den tuin te leiden, als zij niet, in de overtuiging van deze menschen, reeds vol komen onschadelijk was. Zij zag de vrouw de kamer doorloopen en stilstaan voor een spiegel, die aan den tegenovergestelde muur hing. Onder den spiegel stond een tafeltje, met allerlei toiletbenoodigheden beladen. De vrouw ging onbekommerd haar uiterlijk verzorgen. Eerst hield ze zich met haar ge zicht bezig: toen borstelde zij het roode haar weg van haar voorhoofd, ooren en hals en spelde het dicht tegen haar hoofd; eindelijk zette zij een zwarte pruik op en schikte die zorgvuldig. Het was mademoiselle Lemoine, die zich omkeerde! Ze leek niets meer op Jenny. De verdwijning van het roode haar had die ge lijkenis te niet gedaan en zwarte wenkbrauwen en wimpers verdonkerden de oogen zoo, dat de overeenkomst met de lichte oogen van Jenny niet meer opviel. „U zoudt me niet herkend hebben, wel me vrouw Grey?" vroeg mademoiselle Lemoine, weer met de trillende „r" en het Fransch accént. Zonder op antwoord te wachten, ging zij door een deur in den rechtschen muur. Vluch tig zag Amabel daar achter een smalle gang. Toen ging de deur dicht en zij was weer met Bronson alleen. „Mijnheer Bronson", begon ze, „u zult u toch niet verbeelden, dat er niet naar mij gezocht zal worden?" „O, neen", zei Bronson, „ik heb mijn maat- redelen genomen." Hij sprak volkomen kalm, met zijn gewone stem- Toch waren hetn iet meer de heer Bronson en mevrouw Grey, buren, die vriendschappelijk met elkaar om gingen, maar eén gevaarlijk man, een mis dadiger, en een vrouw, die hem als een be zwarende getuige in den weg stond. „Wanneer mijnheer- Forsham nog niet terug is, komt hij toch zeker om half zeven", ging Amabel voort. „Hij is nog niet terug", vertelde Bronson", „dat dacht u misschien, omdat de telefoon ging, maar daar zorgden wij voor; dat was een klein kunstje, om u in de slaapkamer te krijgen. Als mijnheer Forsham komt, zal hij een beverig briefje van u vinden met de bood schap, dat u het niet langer kunt uithouden en niet nalaten zijn conclusie uit die mede- deeling, te trekken." Amabel liet een scherpen kreet hooren. Weer zag ze zichzelf, niet kwaads vermoe dend, de woorden neerschrijvend, met niet te vaste hand en ze stelde zich voor, hoe Julian ze lezen zou. De gedachte deed haar alle kalmte verliezen en met plotseling opvlam mende woede viel ze uit: „Ik begrijp niet, dat u zich niet schaamt om uw dochter over te leveren aan het gezel schap van iemand als mademoiselle Lemoine!" Het bloed schoot den man naar het gezicht. Een oogenblik dacht Amabel dat hij haar slaan zou. Ze zag, dat hij zich met geweld beheerschen moest. Eindelijk beet hjj haar toe: „Pas op uw woorden. Ik kan dergelijke uit latingen niet dulden. Mademoiselle Lemoine is mijn vrouw." HOOFDSTUK XXXIII. Julian Forsham legde de hoorn weer op het toestel. De naam „Miller" klonk hem nog in de ooren. Dus Miller, die hij het meest van allen verdacht had, was een inspecteur van Scotland Yard! Als hij het niet uit Charley's engen mond had gehoord, zou hij het niet ge lood hebben; maar nu was iedere twijfel buitengesloten. Hij moest zich onmiddellijk met Miller in verbinding stellen. De detective had geen telefoon in „Brugzicht", maar Edward Berkeley zou een briefje laten brengen. Hij ging naar het bureau en schreef vlug: „Geachte Heer Miller, Ik moet begingen met een excuus voor mijn houding tegenover u. Sir Charles Le Mesurier heeft mij zooeven uw naam genoemd en mij geraden uw hulp in te roepen. Mevrouw Grey is verdwenen, het ingesloten briefje achter latend en ik ben zeer bezorgd over haar. Ik ga nu naar den heer Bronson, omdat deze haar het laatst gesproken heeft, wilt u bjj het kasteel op mij wachten? Julian Forsham". Twee minuten later was Julian op weg naar het kasteel. Mademoiselle Lemoine liep door de hall, toen hij werd binnengelaten. Met een kort knikje stuurde ze den huisknecht weg en nam Julian mee naar de huiskamer. „Mijnheer Bronson is met een paar brieven bezig", zei ze. „Gaat u zitten, ik zal hem zeggen, dat u er bent!" Na een minuut of acht verscheen Bronson. „Neem me niet kwalijk, dat ik u heb laten wachten", verontschuldigde hjj zich hoffelijk, „ik had dringende correspondentie.' „Mijnheer Bronson", begon Julian, „we maken ons ongerust over mevrouw Grey. Ze heeft de villa plotseling verlaten en... enfin, ik geloof dat u haar vanmiddag nog ge sproken hebt. Heeft ze tegen u misschien over haar voornemen gesproken of iets gezegd, dat een aanknoopingspunt geeft?" „Hoe is het mogeljjk?" zei og ver Natuurhistorisch Museum. Elke week: eiken Woensdagmiddag van 36 uur, eiken Zaterdagavond van 710 uur, den eersten Woensdag van elke maand van 810 uur, den eersten Zondag van elke maand van 3—5 u. Maandag 8 Maart. Casino, Z.30 en 8 u. Prop. film „Kenau", Ned. Fabrikantenhuis. Dinsdag 9 Maart. Gebouw Vijzelstraat, 8.15 u. Bijeenkomst Möttlinger vrienden. Woensdag 10 Maart. Café Prins Hendrik, Julianadorp, 8 u. Uitvoering Ver. Volksonderwijs. Musis Sacrum, 8.30 u. Feestavond N.R.V. In verband met 't behaalde kampioenschap heeft op den 2en Paaschdag een feestavond van de Texelsche Boys in hotel „Texel" plaats, 't Programma biedt zeer veel variatie. Onze vroegere plaatsgenoot Dr. Ir. M. D. Dijt hield Zaterdagavond, op initiatief van de Landbouw-Organisatie een lezing over het Plan-Deterding, in Hotel „Texel". Ondanks het ongunstige weder was de groot zaal stampvol. De bijeenkomst werd geopend door den voorzitter van de Holl. Maatschappij v. Landbouw, den heer A. Keijser R.Johz,, die er zijn voldoening over uitsprak, dat zoovelen aanwezig waren. Verder richtte hij een bizon der woord van welkom tot burgemeester Kamp, die voor het eerst een bijeenkomst bij woonde, door de Landb. Org. belegd, Spr. hoopte dat Z.Ed.Achtb. nog dikwijls belang stelling zou toonen voor den Boerenstand. Ook richtte de voorzitter een welkomstwoord tot wethouder Kager, secretaris Jonker en vooral tot de familie, Dijt, voor wie het on getwijfeld een voldoening moest zijn dat zoo- velen belangstelling toonden. Hierna verkreeg Dr. Dijt het woord. Spr. begon met voorlezing van enkele alinea's uit de rede van Min. Colijn bij de opening van de Oslo-conferentie, waarbij onze Minister president wees op behandeling in deze Con ferentie van vraagstukken van beteekenis, ten opzichte van de ernstige politieke span ningen, die thans bestaan, tengevolge van de economische spanningen. Het plan is, door dezen Conferentie eenige verlichting te bren gen in die spanningen. Ook het plan-Deter- ding, zei spr., beoogt hetzelfde. De heer Dijt zet dan ih het kort uiteen, wat het plan-Deter- ding is en op welke wijze Sir Henri Deterding eenige verlichting in de gevaarlijke politieke situatie wil brengen. Verder geeft spr. een meer uitvoerig overzicht, verduidelijkt met verschillende graphische voorstellingen, van het ontstaan der geweldige wrijvingen in de tegenwoordige samenleving, die juist in onze dagen een catastrophaal karakter zijn gaan aannemen. Wij zullen den spr. daarbij niet op den voet volgen, omdat in dit blad over „Het plan-Deterding", waarover Dr. Dijt ook reeds te Den Helder en te Schagen heeft ge sproken, uitvoerige verslagen zijn opgeno men; al week (blijkens deze verslagen) de lezing hier eenigszins af bij het eerder over deze zaak gesprokene. Na de pauze behandelde Dr. Dijt de op ver schillend gebied vooral echter voor Land bouw en Veeteelt reeds sterk merkbaren invloed van het onttrekken van de overschot ten door aankoopen voor „Het Plan." Van de gelegenheid tot het stellen van vra gen werd door drie personen gebruik gemaakt n.1. door den heer Frederiks, Mevr. Kamp en den heer Jn. Vlaming. De heer Dijt moest zich bij de beantwoording der vragen zeer beper ken, omdat, vooral wat de beontwoording der vragen van de laatste twee betrof, daarmee gemakkelijk een geheele avond zou kunnen worden gevuld. De Voorz. bracht in zijn sluitingswoord dank aan spr. voor de duidelijke uiteenzetting van het Plan-Deterding, waarvan hier de invloed al duidelijk merkbaar is en waarvoor hier blijkbaar zeer veel belangstelling bestaat. schrikten toon. „Dat is onaangenaam nieuws! Neen, ze heeft mij niets verteld en evenmin ergens op gezinspeeld". „Zei ze niet, dat ze ergens heen moest?" „Neen, ze heeft absoluut niets gezegd. Trouwens, ze was heelemaal erg stil ik vond haar bepaald gedrukt, neerslachtig. Ze vroeg of ik bleef theedrinken, maar ik had geen tijd. Ik wilde nu om een lief ding dat ik maar..." Hij brak abrupt af en keek Julian angstig aan. „Mijnheer Forsham, u denkt toch niet...?" „Neen", antwoordde Julian, bijna heftig, „daar denk ik geen oogenblik aan." Maar zijn heftigheid verried, dat er, achter den drempel van zijn bewustzijn, een vrees was, die geen noodlottige mogelijkheid uit gesloten achtte. Toen Julian weg was, ging Bronson naar zijn werkkamer terug. Daar wachtte made moiselle Lemoine hem. „Wat zei hij? Wat wou hij?" vroeg ze ge jaagd. „Hij zag er vreeselijk opgewonden en ont daan uit." „Vóór alles kalm blijven", vermaande hij scherp. En daarop: „Forsham wou natuurlijk weten hoe mevrouw Grey was, toen ik van haar weggin. Ik heb hem gezegd, dat ze me erg bedrukt en neerslachtig toescheen", voegde hij er veelbeteekenend bij. „Wat zal ik blij zijn, als we weg zijn! Wan- ïeer gaan we?" „Wanneer we gaan? We gaan niet. Waar denk je over?" „Giibert, ik begrijp je niet. We moeten zoo gauw mogelijk hier vandaan zien te komen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 5