Een fantastische oude
heer
Waar komt het
steungeld vandaan?
Balans der
voorjaarsbeurs
«&U35T,
Drukte op het vliegkamp
„De Kooy"
E DRIE MUSKETIERS
63. DOOR EEN DICHTEN KOGELREGEN,
Als op een afgesproken feeken sprongen
de werklieden naar eenige holen waar ze
hun geweren hadden opgeborgen. Het was
niet meer of minder dan een overval. Onze
vrienden waren in een hinderlaag gelokt
en slechts door een dichten kogelregen kon
den ze ontkomen. Aramis kwam er niet
zonder kleerscheuren af. Een kogel drong
hem in den schouder, terwijl Musqueton
in 't weeke des vleesches werd gewond en
van het paard viel.
„Laten we geen kruit verschieten, doch
verder rijden!" riep 'd Artagnan. Aramis
hield zich trots zijn wond aan de manen van
zijn paard vast en dit bleef gelukkig niet
bij de andere dieren achter. Ook het paard
van Musqueton bleef niet op het terrein
van den strijd, doch galoppeerde, hoewel
dan zonder ruiter, achter de vluchtenden
aan. Zoo reden ze twee uur in vollen draf
tot ze Crevecoeur bereikten. Daar verklaar
de Aramis, dat hij niet verder kon.
64.
ARAMIS GEEFT OP.
Voor de herberg moest men den gewon
den musketier van het paard tillen. Terwijl
de anderen verder reden, moest hij met
Bazin achterblijven, omdat het onmogelijk
was nog voor den avond Amiens te berei
ken, indien men Aramis mede wilde nemen.
„Drommels", zeide Athos, „nu zijn we
nog maar met z'n tweeën, als we tenminste
onze bedienden niet meerekenen. „Ik verze
ker je, dat niemand of iets meer in staat
zal zijn, mij van hier tot Calais den degen
te doen trekken."
„Laten we niet zweren" zei 'd Artagnan,
„laten we liever doorrijden, zoolang de
paarden ons tenminste willen dragen".
Te middernacht kwamen de vier ruiters
in Amiens aan, waar ze afstegen voor de
herberg De Gouden Lelie,
Een veertigtal jongelui wordt
opgeleid voor hun vliegbrevet.
Dadelijks zwermen de luchtvogels van het
vliegkamp „De Kooy" over Nederland uit. Naar
Friesland en Groningen, Noord Brabant en
Z. Holland vliegen ze heen. Zwaar donderen
de motoren en sierlijk verheffen ze zich in de
lucht, gevolgd door het wakend oog en luiste
rend oor van de vliegkampposten.
Ze scheren door de lucht als groote, vreemde
vogéls, ze boren door de wolken en glijden af
naar de diep liggende velden. Zoo'n vliegtocht
is een sensatie, is een openbaring en wie
eenmaal een tocht naar boven gemaakt heeft
en van z'n kleine zitplaats de wereld daar
onder hem gezien heeft als een schoon mozaïk,
die heeft zijn hart aan de vliegerij verpand en
heeft nog maar een begeerte: vlieger te wor
den.
Honderden, neen duizenden jonge menschen
hunkeren naar het oogenblik, dat ze dat ideaal
verwezenlijkt zullen zien. En de kansen zijn
grooter geworden. Naarmate ons land zijn
vleugels wijder over de wereld uitslaat, wordt
de behoefte aan bekwame vliegerr grooter,
terwijl leger en marine op het oogenblik ook
tal van jongens vragen, die als ze vliegbe-
kwaamheid toonen, een toekomst wordt aan
geboden.
Tweemaal per jaar wordt in de bladen een
oproep geplaatst en daarop vliegen de jongelui
uit het heele land aan. Maar uit die groote
schare worden slechts enkele gelukkigen uit
verkoren.
Daar zijn eischen waaraan ze moeten vol
doen en die zijn zwaar. Allereerst moeten de
jongelui, die voor officier-vlieger opgeleid
wenschen te worden, in het bezit zijn van een
diploma 5-jarige H.B.S. en die voor O. Off.
vlieger, van het M.U.L.O. diploma B. Voldoen
zrj aan deze eischen dan worden ze aan een
strenge medische keuring onderworpen in Den
Haag, die gevolgd wordt door een keuring in
Soesterberg en daarna worden ze nog eens
door een speciale commissie aan een critisch
onderzoek onderworpen en zijn ze dan nog
staande gebleven, dan gaan ze naar het vlieg
kamp „De Kooy" om getoetst te worden op
vlieger-aanleg.
En daar op het Vliegkamp vallen er ook nog
verscheidene af.
„Bij het aannemen reken ik op 50 procent
overwaarde", zei ons kolonel Allert, de com
mandant van „De Kooy", die ons vriendelijk
ontving in zijn kamer, waarvan de ramen een
uitzicht geven op het wijde vliegveld en van
waar hij alle gebeuren met scherpe belangstel
ling volgt.
De leerlingen.
In de laatste maanden zijn een veertigtal
jongelui aangenomen voor de opleiding. Jon-
gemenschen, die vol hoop hun taak beginnen
en die, behalve een niet lichte theorie, er wordt
heel wat gevraagd voor een all round vlieger,
de practische lessen ontvangen van onze be
kwame marine-vliegers, die dagelijks met hen
de lucht ingaan.
Tal van jongelui, zoo van de schoolbanken,
zijn er onder, maar ook luitenants ter zee,
officieren en o.officieren uit de dienstvakken.
Hoog zweven de lesvliegtuigen boven het
kamp, daar zitten leerlingen in die hun lucht
doop ontvangen en nog wat angstig naar de
steeds verder wijkende wereld kijken, daar zijn
er, die voor het eerst den stuurknuppel han-
teeren en nog wat onzeker hun toestel naar
beneden laten glijden, scherp ln het oog ge
houden door den instructeur, die bij de gering
ste verkeerde handeling, deze oogenblikkelijk
hersteld. Er zijn er ook, die hun solovlucht^
maken. De groote sensatie, voor het eerst
alleen de wereld onder zich weg zien glijden,
alleen het lied van den motor te beluisteren,
alleen te moeten dalen van groote hoogte in
duizelingwekkende vaart naar de aarde, daar
diep beneden.
De opleiding voor het brevet.
De opleiding tot vlieger duurt pl.m. 2 jaar.
De theoretische lessen hebben plaats in leslo
kalen op het vliegkamp. Gedurende den winter,
wanneer er minder gevlogen wordt, is er een
versterkte theoretische cursus, die voor de in
opleiding zijnde officieren-vlieger, gegeven
wordt op het Kon. Instituut, door leeraren
zoowel van het Instituut als van het vlieg
kamp. Voor de Onder-Officieren wordt deze
versterkte cursus gehouden op het vliegkamp.
De officieren hebben behalve hun marine
vliegbrevet, ook het waarnemers-brevet te
halen. Voor de o.-officieren is alleen het
marine-vliegbrevet vereischt.
Het materiaal.
Het materiaal waar practisch mee geoefend
wordt is de laatste maanden heel wat verbe
terd, door het indienststellen van de over
gangstoestellen waarover we eenige maanden
geleden reeds schreven.. In totaal werden een
Vijftiental overgangstofestellëh (Koolhovens)
in dienst gesteld. Een .«gedeelte van de toestel
len is reeds in gebruik, de andere volgen bin
nenkort. Het zijn toestellen die zeer goed vol
doen en vooral voor de oud-gedienden op het
vliegkamp is dit nieuwe materiaal een vreugde
Vijftien jaar hebben ze met vliegtuigen ge
werkt, die aan de moderne eischen niet meer
konden voldoen. Dank zij het uitstekende on
derhoud, door bekwame vaklui, konden de oude
kisten zoolang mee, maar nu vliegen de
instructeurs met hun leerlingen in snelle,
sierlijke kisten en straks zullen daar nog een
12-tal Fokkers bijkomen, die reeds besteld
werden en die als lesvliegtuigen dienst zullen
doen. Vermoedelijk tegen het einde van dit
jaar zullen de eerste Van dit twaalftal afge
leverd worden.
Zoo is er nieuw leven op het vliegkamp ge
komen en dezen zomer zal het kamp zeker nog
meer de aandacht van buiten trekken als reeds
het geval was.
Het boeiende beeld van de vlugge vogels, die
hun spel daarboven spelen, trekt telkens weer
belangstelling. En zoolang het spel blijft is het
die belangstelling ten volle waard....
- .- -
'ipvVf - <-•
ZATERDAG 20 MAART 1937.
Hilversum I.
VARA-uitzending. 10.0010.20 v.m., 2.00
2.30 en 7.30—8.00 VPRO.
8.00 Gramofoonplaten.
10.00 Morgenwijding.
10.20 Accordeon en piano, declamatie en
gramofoonplaten.
12.15—1.45 De Flierefluiters en zang.
2.00 PHOHI-Jubileum-uitzending.
2.30 „De wedergeboorte van de tandem", cau
serie.
2.45 Filmland.
3.15 Schaakpraatje.
3.30 R'damsch Philh. Orkest m.m.v. solisten.
4.30 Esperanto-uitzending.
4.50 Vervolg concert.
5.40 Literaire causerie.
6.00 Orgelspel m.m.v. solist.
6.30 „De Wielewaal" en toespraak.
7.00 Zeeuwsch halfuurtje.
7.30 Bijbelvertellingen.
8.00 Herh. SOS-berichten.
8.3 Berichten ANP, VARA-Varia.
8.15 De Ramblers.
8.30 Dubbelmannenkwartet „Smetana".
8.45 VARA-Maandrevue.
9.15 Vervolg De Ramblers.
9.30 Zuider Vrouwenkoor „Migfnon."
9.45 Toespraak.
9.55 Gramofoonplaten.
10.00 Berichten ANP.
10.05 VARA-orkest.
11.00 Berichten.
11.05 Sportreportage.
11.2512.00 Gramofoonplaten.
Hilversum n.
KRO-Uitzending.
8.009.15 en 10.00 Gramofoonplaten.
11.30 Godsd. halfuur.
12.00 Berichten.
12.15 De KRO-Melodisten m.m.v. solist.
1.00 Gramofoonplaten.
1.15 KRO-orkest.
2.00 Voor de rijpere jeugd.
2.30 KRO-orkest.
3.00 Kinderuur.
4.00 De KRO-Melodisten m.m.v. solist.
4.505.00 Gramofoonplaten.
5.05 Vervolg KRO-Melodisten.
5.45 De KRO-Nachtegaaltjes.
6.15 Gramofoonplaten.
6.20 Journ. weekoverzicht.
6.45 Gramofoonplaten.
7.00 Berichten.
7.15 Kath. RVU.
7.35 Actueele aetherflitsen.
8.00 Berichten ANP. Mededeelingen.
8.15 Meditatie en gramofoonplaten.
8.35 KRO-orkest m.m.v. soliste. (Om 9.20
Gramofoonplaten)
10.00 Declamatie en concert.
10.30 Berichten ANP.
10.4012.00 Gramofoonplaten.
HET LANDBOUWCRISISFONDS.
ONDER IN DEN ZAK VINDT MEN
DE REKENING.
HOE LIQUIDEEREN WIJ DE
STEUNMAATREGELEN?
Waar komt het geld voor den Landbouw
steun vandaan? Het gaat met steun veeiai
zoo, dat de bevoordeelden zich geen reke
schap geven van de methode waarop de
steun-beurs gevuld wordt, mits ze maa
steeds goed gespekt is!
Degenen echter die voor de
moeten zorgen, interesseert de totstandko
ming der steunmiddelen in hooge mate.
Het Landbouwcrisisfonds betrekt zijn
gelden uit het voordeelig saldo, dat de He-
geering uit diverse bedrijven ten deel valt.
Een saldo, dat uitsluitend bestaat uit de
heffingen, welke op bepaalde soorten voed
sel en voedselstoffen werden ingesteld.
Daarbij doet zich de onaangename om
standigheid voor, dat de heffingen op een
bepaald product niet den producenten van
dat product ten goede komen. M.a.w. de
gelden, die het Landbouwcrisisfonds door
de diverse heffingen toestroornen. worden
niet gescheiden: ze komen in één zak. Als
de Crisis-Sinterklaas dan weer strooien
gaat, rollen de guldens van de boterheffin-
gen naar den graanboer en de graanguldens
worden gegrabbeld door de arme visschers.
Als er nu nog genoeg te grabbelen viel, zou
dit „stuivertje-wisselen" heelemaal niet erg
zijn, maar om in onze beeldspraak te
blijven onder in den zak vindt men de
rekening! De rekening van den consument,
den handel en de industrie. Deze drie im
mers zijn het, die de heffingen moeten
opbrengen en die, bij het steeds dringender
beroep dat landbouw en veeteelt op het
Landbouwcrisisfonds doet, in het nauw ko
men.
Zooals gezegd, de begunstigden bekom
meren zich meestal niet zoozeer om het
„hóe", dan wel om het „waartoe" van den
steun.
Uit hun midden zal dan ook in het alge
meen een idéé om het Landbouwcrisisfonds
op een andere wijze te financieren, niet
voortkomen. In kringen van werkgevers, als
ook in de liberale pers komt echter sinds
geruimen tijd het verlangen tot uiting, de
steun-kashouding van het Rijk een beetje
anders ingericht te zien. Zou het deksel
van de schatkist niet op een kiertje gezet
kunnen worden?, wordt gevraagd.
In de boekhouding, afd. ontvangsten, zou
de post „monopolieheffingen" dan niet zoo'n
groote plaatsen meer behoeven te beslaan..
Automatisch zou dan tevens de Nederland-
sche landbouw bevrijd worden van het
dwangbuis der ambtenarij en een groote
bedrijfsvrijheid genieten. Men verwacht dat
daardoor ook het steun-budget in de toe
komst zal terugloopen.
Dit ziet er uit als een eenvoudig reken
sommetje. Zóó simpel is het echter niet,
doch men vraagt zich af, op welke andere
wijze de Regeering de heffingen op een la
ger peil kan brengen? Men hoort ook al
door ministers over „afbraak der crisismaat
regelen" spreken.
De crisis is officieel geworden op het
oogenblik, dat het woord „crisis" voor de
vierde of vijfde keer in de pers gebruikt
werd. Of zij echter verdwijnen zal, wanneer
we allemaal over haar verdwijning gaan
spreken? Wij vreezen, dat het dan toch
wel een „onopgemerkte" verdwijning zal
zijn! Doch, in ernst, het tooverwoord van
den krantenman vermag hier niets uit te
richten.
Er kan niet gewacht worden op de gelei
delijkheid, waarmee de tijd alle problemen
pleegt op te lossen.
Het plan, om, teneinde de heffingen te ver
lagen, de steungelden gedeeltelijk uit 's Rijks
schatkist te betrekken, moge wat overmoe
dig lijken, doch wordt dit in vele kringen
de goede methode geacht om uit de crisis
moeilijkheden te geraken en tenslotte de
geheele steunregeling te kunnen liquidee
ren. Wat de meening van de landbouwers
en veetelers over genoemd initiatief betreft,
hoorden wij al een stem, die het steun ont
vangen uit de schatkist als iets vernede
rends kwalificeerde.
Zoo er al van „vernedering" sprake mocht
zijn, is 't echter nog zeer de vraag, wat ver
nederender is, hulp uit de hand van het
Rijk of uit de handen van slechts enkele
bevolkingsgroepen te moeten ontvangen
Een jaar gevangenisstraf geëischt.
Een vroeger zeer welgestelde Duitscher,
die zijn land heeft moeten verlaten, nam
gisterenmorgen in het verdachtenbankje
plaats om in hoogcr beroep terecht te staan
wegens het doen van een valsche aangifte
en wegens poging tot oplichting.
De verdachte is een bejaarde man, hij is
nooit eerder met de justitie in aanraking
geweest. De hem ten laste gelegde feiten
ontkent hij hardnekkig, hoewel de- recht
bank hem had veroordeeld tot een jaar ge
vangenisstraf met aftrek van een gedeelte
van den tijd in voorarrest doorgebracht.
Op 21 October jl. was de man, die hevig
opgewonden was, op het politiebureau te
Diemen verschenen: er was een brutale in
braak bij hem gepleegd. De daders zoo
vertelde hij hadden aan de achterzijde
van het huis een ruitje uitgesneden. Zij had
den een doosje met f 155— gouden en zil
veren sieraden en zes cahiers met kostbare
vreemde postzegels ontvreemd. Ook aan de
verzekering had hij kennis gegeven van den
diefstal. De politie stelde een uitvoerig on
derzoek in en al heel spoedig kwamen er
feiten aan het licht, die twijfel wekten of de
Duitschers de waarheid wel gesproken had.
De weg ter plaatse was zeer slecht en mod
derig. In het huis echter was geen spoor van
modder te vinden, hoewel vlak voor het
raam, waardoor de .dader" binnen zou zijn
gekomen, een divan met een licht kleed
stond. Ook van vreemde vingerafdrukken
was geen spoor te bekennen. De zoon. die
steeds in de kamer sliep, waar ingebroken
was, sliep dien nacht toevallig elders.
Ook kwam de politie nog te weten, dat de
Duitscher in het bezit was van een aantal
lommerdbriefjes. Het bleek, dat hij verschil
ende sieraden had beleend. 'u-
De verschillende aanwijzingen leidden tot
de arrestatie van den man, die aanvankeliiv
ontkende, doch tenslotte legde hij tegen
over den burgemeester van Diemen een bè
kentenis af. De aangifte was valsch gl
weest en het was hem te doen geweest L
de verzekeringspenningen.
Later kwam de verdachte weer op zijn be-
intonis terug. Hij had slechts bekend, n™
Later Kwam l'"f "Jn be-
kentenis terug. Hij had slechts hekend, om.
dat hij in vrijheid gesteld wilde worden, daar
zijn zoon zijn kerkelijke meerderjarigheid
V'i)e rechtbank veroordeelde verdachte
doch deze teekende hooger beroep aan. 00k
voor het hof blijft hij zijn onschuld volh0ll.
den- de politie had hem beloofd, dat hij in
vrijheid zou worden gesteld als hij maar be-
kende!
Requisitoir,
De procureur-generaal, nar. J. Versteeg
zegt in zijn requisitoir dat hij teleurgesteld
is ,dat verd. thans zijn oorspronkelijke be
kentenis niet heeft herhaald. Kort na zijn
arrestatie heeft verd. een schriftelijke be,
kentenis afgelegd, een verklaring die volko.
men wordt bevestigd door de voor verdach
te bezwarende feiten. Ook de houding van.
verd. tegenover de verzekeringsmaatschap
pij was zeer bezwarend. Immers toen de
man verdacht werd, wees hij met een
breed gebaar iedere schadeloosstelling af.
Dat doet een onschuldige niet,, die eischt
zijn recht.
Ik twijfel dan ook geen oogenblik aan
de" waarheid van de oorspronkelijke be
kentenis", aldus de procureur-generaal „en
ik requireer bevestiging van het door de
rechtbank gewezen vonnis, waarbij verd.
tot een jaar met aftrek van voorarrest werd
veroordeeld.
De verdediger, mr. Rob Kokosky, achtte
het volledige bewijs niet geleverd, al zijn er
dan ook bezwarende feiten tegen verd. voor
handen. Uitvoerig besprak pl. de finaiv
cieele omstandigheden en de persoon van
verd.
„Deze financieele omstandigheden waren
niet van dien aard, dat hij tot dergelijke
dolle dingen zijn toevlucht zou moeten ne
men". Met klem drong pl. op vrijspraak
aan.
Uitspraak 1 April.
„TOON DE FIETSENMAN" TOT TWEE
JAAR VEROORDEELD.
In één jaar 127 karretjes ont.
vreemd.
De 25-jarige slager T. G. van de P., wo
nende te 's-Gravenhage, meer bekend als
„Toon de Fietsenman", omdat hij overal
fietsen verkocht, had kans gezien om in
één jaar tijds 127 rijwielen te stelen.
Conform den eisch werd hij tot twee jaar
gevangenisstraf veroordeeld.
Een groot aantal personen, die deze fiet
sen hadden gekocht en wegens heling te
recht hadden gestaan, werd vrijgesproken.
Hoopvol uitzicht Detailhan
del koopt weer voorraden.
Transacties met het buitenland.
Op den laatsten dag van de Jaar
beurs te Utrecht hadden wij een on
derhoud met den secretaris-generaal
den heer W. Graadt van Roggen, die,
de balans opmakend van de thans
weer achter ons liggende beurs, tot
de conclusie kwam, dat de hoopvolle
verwachtingen, die hij bij den aan
vang dezer voorjaarsbeurs had ge
koesterd, ten volle zijn uitgekomen.
Er was trouwens, zoo zeide hij, ge
zien de algemeene' teekenen van
opleving, niet anders te verwachten
dan dat deze ook op de jaarbeurs
tot uiting zouden komen.
De stemming ter beurze was opgewekt en
het aantrekken der prijzen werd algemeen
als een aanwijzing beschouwd om te koopen.
Er schijnen door de deelnemers aan deze
jaarbeurs goede zaken te zijn gemaakt,
vooral bij den verkoop van verbruiksartike-
len in den ruimsten zin van het woord.
Het percentage koopers was aanmerkelijk'
gestegen, terwijl er op vorige jaarbeurzen
gewoonlijk meer kijkers dan koopers waren.
In het algemeen had de heer Graadt van
Roggen den indruk, dat de detailhandel
nog niet zoo zeer de opleving in het econo
misch leven daadwerkelijk bemerkte, doch
deze vooral voor de naaste toekomst ver
wachtte. Het is dan ook karakteristiek,
voor deze jaarbeurs, dat zij gehouden wordt
op een moment, dat de opleving weliswaar
is begonnen, doch zich nog niet over de ge
heele linie heeft voortgeplant.
Kocht de detailhandel in de achter ons
liggende crisisjaren slechts mondjesmaat,
thans worden weer voorraden ingeslagen.
Deze stemming om voorraden in te slaan,
die in de komende maanden toch wel tot
uiting zou zijn gekomen, heeft zich als bet
ware rondom deze jaarbeurs gekristalli
seerd.
Ook op ander terrein warén er tal van
teekenen van opleving. Er was zeer groote
belangstelling voor de machine-industrie en
de bouwbedrijven.
Algemeen was de indruk, dat ook' In die
takken van economisch leven, waarin kapi
taal geinvesteerd kan worden, nieuw leven
is gekomen. De architecten krijgen, zooals
in de bedrijfsgroep voor de bouwmaterialen
's gebleken, weer opdrachten en vooral
schijnt men op tal van plaatsen tot nieuwen
fabneksbouw over te gaan.
De export-industrieën, waaronder vooral
de textiel-industrie zijn zeer tevreden, al
kan een deel van de opleving voor som
mige dezer industrieën helaas verklaard
worden door de geweldige uitbreiding der
bewapeningen allerwege.
De belangstelling in liet buitenland voor
ne trerhtsche jaarbeurs blijft toenemen
on, ™or de eerste maal hebben dit jaar ver
schillende exposanten transacties besloten
of onderhandelingen aangeknoopt met groe
pen van buitenlandsche inkoopers, die de
ïaarbetirs bezochten.
De heer Graadt van Roggen meende dan
ook uit de resultaten van deze jaarbeurs
te mogen afleiden, dat we met goede hoop
op het verder doorwerken van het econo
misch herstel de toekomst tegemoet mogen
zien, B