Stadsnieuws
Prélude
Maandag 22 Maart 1937
Benoeming
De mail voor
Hr. Ms. „Hertog Hendrik"
Bij het laatste
Marine-Concert
Een origineele prijsvraag
Feestavond M-S.V.
„Zeemacht"
Louis Bannet
and his adventurers
Heldersche Courant
Intellectvoorstelling
Tweede Blad
Bij de zonnewende
Marine
kampioens-wedstrijden
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 8 ct. en 25% zwaarder dan de meeste andere.
Bij beschikking van den Minister van Defen
sie, is onze vroegere stadgenoot, de heer C J
Böhm, met ingang van 1 April a.s., benoemd
tot Administrateur bij de Militaire Verole
gings-Inrichtingen te Middelburg.
Vanavond 20.55 uur de laatste
verzending.
Wij maken er onze lezers op attent,
dat de laatste postverzending voor Hr.
Ms. „Hertog Hendrik" vanuit Den Helder
zal plaatsvinden hedenavond 20.55 uur.
Alle stukken moeten worden gefran
keerd met het buitenlandsch tarief.
Een programma, dat een volle
zaal vereischt. Een nieuwe
marsch van den heer Leistikow.
Woensdag a.s. zal in Casino het laatste
en dus laatste Marine-Concert door het
Symphonie-orkest van het Stafmuziek
korps der Koninklijke Marine plaats vin
den en bij het naslaan van het pro
gramma kunnen wij niet anders schrijven,
dan dat dit concert een der mooiste van
de geheele serie belooft te worden.
Voor de pauze gaat als eerste nummer de
Ouverture naar motieven van het zangspel
„Olysses" M. Petri, L. H. F. Leistikow en
vervolgens het Viool-Concert van Max Bruch,
bestaande uit de deelen allegro moderato,
adagio, finale en allegro energico. In dit
concert zal men Ferdinand Helmann op zijn
best kunen hooren, al is het niet de eerste
maal, dat hij hier ter stede optreedt. Het lijkt
ons, gezien de buitengewone reputatie, die
Helmann geniet, overigens onnoodig te wijzen
op zijn verdiensten. Hun, die Woensdagavond
aanwezig zijn, wacht in ieder geval een avond
van groot kunstgenot.
Na de pauze krijgt men te beluisteren het
prachtige symphonische gedicht van Franz
Liszt „Les Préludes", waarover wij in ons
nummer van Vrijdag reeds een beschouwing
opnamen.
Vervolgens Mascagni's fantasie „Cavalleria
Rusticana", een even oud als geliefd nummer
en waaraan de liefhebber van schoone medo-
dieën en bekende aria's z'n hart ruimschoots
ophalen kan.
No. 5 is de marsch „De Vice-Admiraal",
Marche Militaire van L. H. F. Leistikow.
Dezer dagen is de kapelmeester in audiën
tie ontvangen bij vice-admiraal Kruys,
welke met bijzondere belangstelling van
de compositie heeft kennis genomen an
deze welwillend heeft aanvaard.
Het laatste nummer, waarmede reeds ge
durende vele jaren de serie besloten wordt,
is het „Oude Wilhelmus" van Valerius.
Een programma alzoo, dat zeker voor een
volle zaal uitgevoerd zal worden.
De Beva-Fabrieken te Almelo hebben de
aardige gedachte gehad aan den verkopo van
haar vakkleeding een zeer interessante prijs
vraag te verbinden.
„Een week vacantie voor U en Uw gezin"
luidt de aanhef van haar mededeeling, en
geheel op kosten van de Beva-Fabrieken.
Voorwaar een buitenkansje voor diegenen, die
hiervoor in aanmerking mogen komen. In elke
provincie zal één gezin een prettige vacantie
kunnen verwachten. Elf hoofdprijzen en meer
dan 100 troostprijzen zijn ter beschikking.
Wat men moet doen om tot de gelukkigen te
behooren?
Hiervoor verwijzen wij U naar de in dit Diaa
voorkomende advertentie van de Beva Fabrie
ken.
In alle .opzichten geslaagd mag zeker ge
noemd worden de jaariyksche feestavond van
^n"e-sP°rtvereeniging „Zeemacht",
welke Zaterdagavond gehouden werd.
in de^ gezellige en met smaak versierde
„Lasino"-zaal werd een fleurig programma op
vlotte wijze afgewerkt. Geen lange pauze's
tusschen de nummers, maar een ononderbro
ken handeling, zooals we dat van de Ameri-
kaansche revue-films kennen. Aan het wel
slagen va.n den avond droeg mede bij, een
uit 9 muzikanten bestaand ensemble van leden
der Marinekapel o.l.v. den heer J. J. Bijster.
Door een en ander was en bleef de stemming
er in, wat ook de bedoeling was. Dat zaal en
balcon dicht bezet waren, het behoeft haast
geen betoog.
Het Heldersche kwartiertje was reeds lang
verstreken, toen de heer J. J. De Rooij, de
voorzitter, den avond opende door een hartelijk
woord van welkom uit te spreken. In de eerste
plaats aan Z.E. Vice-Admiraal Kruijs, den
Commandant der Marine; verder aan Burge
meester Ritmeester, wiens eerste kennismaking
dit was met^de M.S.V.; verschillende comman
danten van maritieme inrichtingen en schepen
en tenslotte een speciaal woord aan het eere
lid Stam, die een reeks van jaren de vereeni-
ging op zoo voortreffelijke wijze geleid heeft.
Het programma werd begonnen met een
plastischen stand, die mede door kleurige
lichteffecten niet naliet te imponeeren. Aan
rek en brug gaven toen een 3-tal leden een
kranig staaltje van hun kunnen. Was het
gymnastiek of acrobatiek In elk geval waren
de verrichtingen bewonderenswaardig door
durf, kracht en lenigheid. De heer Vellerman
met zijn oolijke snuit zorgde daarna „in een
praatje en een liedje" voor de vroolijke noot,
wat hem best toevertrouwd was.
Later verscheen hij nog eens ten tooneele.
Het edele en artistieke sabelschermen werd
gedemonstreerd door 2 linksche schermers:
sergt.-adelborst Hordijk, drievoudig kampioen
floret, degen en sabel (op de laatstgehouden
Marine-kampioenswedstrijden), contra sergt.-
adelborst Van Leeuwen. Deze partij werd ge
secondeerd door 4 adelborsten en o.l.v. den
sergt.-majoor der mariniers Overweg, hoofd-
scheidsrechter. Het was uitstekend werk, wat
we zagen, waarin behendigheid en concentra
tie den boventoon voerden. Dit gold ook voor
een bokspartij over 3 ronden, welke daarop
volgde. Het laatste nummer voor de pauze
luidde: Antipoden (tegenvoeters), een no.
gymnastiek, welke het auditorium van de
eene lachbui in de andere deed vallen. Aardig
bedacht en ten volle geapprecieerd.
Na de pauze: „Weetikwatskie Redivious",
een muzikale spectakelscène in 1 acte, of te
wel een repetitie van een orkest onder leiding
van directeur Maatstok, wat de gemoederen
een half uur lang bezig hield. Wat deze
dames en heeren, gekleed in meerendeels on
gewone costuums. en dwaas geschminkt, het
publiek aanboden, kan men waarschijnlijk wel
begrijpen. De arme Maatstok had het hard
te verduren en slaagde er maar ten halve in
zijn opstandige musici tot reden te brengen.
Het was een waardig slot van een echte
Zeemacht"avond en de medewerkenden had
den dan ook een hartelijk woord van dank in
ontvangst te nemen.
Het was omstreeks 11 uur, toen de zaal ge
ruimd werd voor het bal, dat de aanwezigen
ongetwijfeld nog geruimen tijd bijeen zal heb
ben gehouden.
Men schrijft ons:
De naam Louis Bannet, we herinneren hem
nog als de tweede trompetist van Louis de
Vries, was reeds voldoende om ons, met de
hoogste verwachtingen vervuld, naar Casino te
begeven. En onze verwachtingen zijn zelfs
overtroffen! Wat Louis Bannet ons bood, was
jazz in de uiterste perfectie!
De standaard-bezetting van de band, piano,
trompet, saxophone trio, string bas, guitaar en
drum, zouden reeds voldoende geweest zijn om
van een uitstekend ensemble te spreken. Doch
daarby kwam ook nog, dat alle bandleden ver
schillende instrumenten opvallend goed wisten
te bespelen, waardoor een afwisselend geheel
verkregen werd.
Louis Bannet stak persoonlijk boven de
overige bandleden uit door zijn fenomenale
trompetvertolking.
Het groote shownummer van den avond
vormde een „Ajourney round the world",
waarbij op komische wijze gedemonstreerd
werd, hoe de bekende schlager „The music goes
round and around" in de verschillende landen
gespeeld zou worden. Hierbij was het Ooster-
sche gedeelte, waarbij de le alt, Henk Koning,
enkele heel goede goocheltrucs demonstreerde,
wel het meest geslaagde.
Louis Bannet and his adventurers hebben
door hun eerste optreden in Den Helder een uit
stekenden indruk achtergelaten en zij vormen
één van de beste bands, die wij den laatsten
tijd gehoord hebben.
„Instinct en Verstand".
Zondagmorgen heeft in het Rialto-theater
de intellect-voorstelling plaats gevonden, ge
titeld „Instinct en Verstand", een film, ver
vaardigd door de afdeeling documentaire
films der UFA, onder regie van Dr. Ullrich
K. T. Schutz en Wolfram Junghans.
Wij hebben meermalen op deze plaats onze
verwondering geuit over het feit, dat als in
tellect-film aangekondigde rolprenten, achter
af slechts films bleken te zijn, die weliswaar
min of meer buiten het gewone genre vielen
(d.w.z. buiten het kader van den garde-luite
nant, de juffrouw met de mooie beenen en
slijmerige romantiek), doch die anderzijds
niets, maar dan ook niets met Intellect
films te maken hadden.
Evenwel, deze zoogenaamde vertegenwoor
digers van dit soort bleken hoogelijk in den
geest van het publiek te vallen. Herhaaldelijk
waren de bioscoop-zalen tot de laatste plaats
bezet, zoodat men zich als objectief waarne
mer gaat afvragen wat ons plaatselijk intel
lect nu wel eigenlijk op deze Zondagmorgen
voorstellingen zoekt.
Gistermorgen, als uitzondering, een 100
Intellectvoorstelling en wij meenden oprecht,
dat de belangstelling van dien aard zou zijn,
dat Rialto te klein zou blijken.
Doch o peillooze problematiek van den
hedendaagschen kino-bezoeker; daar waren
welgeteld enkele honderden bezoekers, zoodat
deze intellect voor den desbetreffenden exploi
tant een strop werd.
In gemoede vragen wij echter: sliep ons
plaatselijk intellect? Was het verhinderd door
duizend-en-één omstandigheden Was het de
Lente, die men was gaan zoeken? Ook nu
kostte het een kwartje, maar dit bedrag was
niet in staat de kleine duizend bekende ge
zichten bij elkaar te brengen.
Er is maar één mogelijkheid: dat men voor
een kwartje w e 1 een film wil zien, doch geen
film, waar men inderdaad iets van leeren
kan.
Een eenigszins droeve ervaring, als wij her
inneren aan het feit, dat eenige jaren geleden
een intellect-voorstelling, getiteld „Geheimen
uit het Kloosterleven" liep en dat twee thea
ters hiervoor bijna te klein bleken...
Om 't „intellect" te herbergen.
Een-'eenigszins. lange injeiding, doch ..die.
ons noode van het hart moest.
Wat de film betreft, de aanwezigen, waar
schijnlijk de ware liefhebbers der natuur, heb
ben anderhalf uur genoten van een productie,
die waarlijk tot in ieder detail leerzaam was
en dat zoowel voor den leek als voor hem, die
er reeds iets meer van wist.
Im groszen Ganzen krijgt men een uitbeel
ding van datgene, wat bij het dier instinct ge
noemd wordt, doch dat uit menschelijk oog-
put dikwijls het zuiver-verstandelijk op frap
pante wijze benadert. Zooals wij reeds schre
ven, hebben tal van dieren inderdaad besef
vap schoonheid en doelmatigheid van hun be
wegingen en bestaat er tusschen lichaams
bouw en functie een innig verband.
Dit nu krijgt men in deze UFA-film te zien
en dat op een wijze, die alleszins eervol te
noemen is voor de beide mannen, die haar op
namen. Daar moet een grenzenloos geduld ge
weest zijn en... een grenzenlooze liefde voor
het onderwerp.
Men moet zien met welke hartstocht voor
het metier daar honderden en honderden die
ren gefilmd zijn, hoe zij leven en hoe zij zich
handhaven. En steeds weer treft het, hoe
juist men dit alles demonstreert, hoe men het
In den nacht van Zaterdag op Zondag is de
Lente gekomen.
Lente, een woord, wat haast niet meer past
in dezen tijd, die ten onder gaat aan zijn gemis
aan poëzie, en zijn hiaat van eenigerlei geeste
lijke verdieping, dédr, waar het de dingen van
Gods eigen natuur betreft.
Lente... die kwam in den nacht: een Maart -
sche nacht, zacht van geuren, duister als een
fluweelen mantel, die over de huizen gewor
pen was, mild van belofte, teeder van onuit
gesproken verlangens naar het leven. Daar
was stilte over alle straten. Hoog aan het
hemeldak hingen de sterren. De sterren die er
altijd zijn en op hun wijze kwamen vertellen
van het oude sprookje, waarover wij in de oude
boeken lezen. De sproke van het nieuwe leven,
het verhaal van den mensch, die zich zelve
weer gaat vinden, en die afrekent met al het
neerdrukkende, al het droeve en al het on
waardige van den langen, langen winter.
En des morgens kwam de zon door, maar
het werd geen feest van over de landen en
straten wegscheerende lichtfacetten. Het werd
geen bachanaal van dronken gelukskinderen,
die zich in het kostelijk lentelicht konden wer
pen en zich verzadigen aan het langgemiste.
Daar waren de nevels, die uit de vochtige
aarde kwamen rooken, die als vale sluiers uit
de weilanden trokken, over de duinen zweefden,
en zich verloren boven een grijze zee.
En er was eenzaamheid, waar men kwam.
De eenzaamheid, die men zoekt in deze
dagen en die, wonder van het leven, zoo ein
deloos melancholiek kan maken.
Dan komt het licht van den morgen, ijl en
diffuus. Het speelt in de sloten naast de wei
landen, het verft het jonge gras met de eerste
streken groen en geel en het stoeit in den groe-
zeligen walm van een nawinterschen schoor
steen.
Het licht, dat uitbarst van achter de wolken,
die nu laag hangen over de aarde, dat als een
lieflijke hand het jonge leven daar buiten komt
streelen, het opbeurt, het den moed geeft om
het begin van de schepping te aanvaarden.
Er is geen zon, maar er is licht. Een ont
zaglijk licht, dat van horizon tot horizon uit
gegoten wordt, waarin de mensch zich duizelig
gaat voelen, waarin hij vreest verder te gaan.
Zóó groot is de overdaad.
Het leven ontwaakt.
Bij den mensch, die zich nu gaat ontworste
len aan den klemmenden band van de licht-
looze dagen, die hem maanden en maanden in
zijn ban hield.
Het is de verheffing van den mensch boven
het pessimisme, dat zoo zeer van dezen tijd is,
het is zijn overwinning van al het onschoone, al
het zwoele van den eindeloozen winternacht,
het is het begin van den moed, die met het
licht en met de Lente gekomen zijn, de moed
om het leven lief te hebben, en het niet te
misbruiken.
Zoo vergaat de dag.
Een grijze dag, in den middag triest en zon
der zon.
Over de duinen liggen nog steeds de sluiers,
van top tot top, in ieder dal. Ze bedekken het
jonge groen, dat de grauwe valleien in een len-
telijk kleed al had gestoken, en ze maken van
de heuvels onbestemde, vormlooze reuzen,
waarop het helm staat te zwaaien. Het zijn als
angstaanjagende reuzen, die opstaan uit een
schimmenrijk.
Aan het strand is de eenzaamheid volkomen.
Aan de horizon een onbekend schip, waarvan
de rook een veeg aan den kim geeft, die niet
verdwijnt, want het is windstil.
Kilometer na kilometer rijen zich de duinen.
Grauw dichtbij, en zich verliezend in grijze
verten. Meeuwen cirkelen langs de strandlijn,
blank en sierlijk. Zij zwierven den heelen dag
daar, van de duinen naar de zee, onvermoeid.
Zij hebben het w 1 gevoeld, de belofte van
dezen dag, en zij drinken zich w 1 vol aan
den overdaad van puur licht, dat de wereld
overstroomt.
De golven komen aanruischen. Het schuim
raffelt in doorzichtige vlokken weg, even op
genomen door de zeebries, die teeder speelt in
de millioenen doorzichtige kristallen van de
vlokken. Een enkele maal speelt het licht er
in: dan trillen daar de vele kleuren in, en de
schuimflarden worden zeldzame diamanten
slingers, die zich aan den zeezoom hechten.
In de stad is het in den namiddag stil. Er
zijn er niet veel geweest, die de Lente, de
schoone zonnewende, tegemoet gegaan zijn, iets
hebben trachten te ontwarren van het eeuwige
raadsel, het eeuwig aangrijpende in de natuur.
Vanuit een open raam komen de klanken
van muziek: muziek, juichend, stralend, aan
grijpend van klaarte.
Muziek, die vertelt op dezen Palm-Zondag
van den grootsten Mensch van deze wereld,
van Zijn lijden en overwinning, zóó diep-men-
schelijk, zóó vol van het schoonste idealisme,
dat slechts enkelen uitverkoren zijn ten volle
te beseffen het universeele van deze bood
schap.
Maar zij, die het gehoord hebben en be
grepen, voor hén was deze verloren Lente
dag geen verlies.
duidelijk maakt ook voor den outsider.
Een goede film, die ons het dier toont niet
als een minderwaardig wezen, doch als een
bewoner der schepping, die op zeker niet min
der doeltreffende wijze zijn plaats op dit
ondermaansche inneemt.
Jammer, dat het plaatselijk intellectualisme,
dat is het overheerschen van 't verstandelijk
element in de waardeering van den mensch,
niet van dien aard bleek te zijn, dat het acte
de présence gaf.
In geweer-, sabel-, degen- en floret-
schermen en voetballen.
Tegen den tijd, dat de winter ten einde loopt,
de dagen dus langer, worden, en het weer
gunstiger wordt en de sport in de buitenlucht
de aandacht komt vragen, wordt het winter
seizoen bij de Marine besloten met het houden
van wedstrijden in de bovengenoemde num
mers.
Tegelijkertijd organiseert de M.S.V. „Zee
macht" boks- en worstelwedstrijden.
Deze wedstrijden kunnen zich in een
groeiende belangstelling verheugen. Elk jaar
neemt het aantal deelnemers toe.
Hieronder volgen de uitslagen:
SCHERMEN. Floret (Finale) 13 deelnemers.
1. (Marine-kampioen 1937) Serg.-adelb. R.
J. Hordijk met 5; 5. 2. Serg. d. Marns. Etteger
4; 7. 3. S.-maj. der Marns. Oles 3; 8. 4. Korpl
d. Marns. Baven 2; 10; 5. Sergt.-adelb. N. L.
v. Leeuwen 1; 12 en 6 milicien Koopman met
0 gewonnen partijen; 15 ontvangen treffers.
Degen.
Klasse A. (12 deelnemers).
1. (Marine-kamp. 1937) Sergt.-adelb.h. R. J.
Hordijk 8; 3. 2. Luit. ter zee 2e kl. G. P. de
Lange 8; 3. 3. Serg. d. Marns. Etteger 7; 4. na
barrage met 4. Serg.-adelb. v. Leeuwen 7; 4.
Klasse B. 15 deelnemers.
1. Luit. ter zee 2e kl. F. W. van Duim 11; 19.
2. Luit. ter zee 2e kl. G. P de Lange 11; 22.
3. Korp.-adelb. J. Gobée 10; 22.
Sabel.
Klasse A (finale). 9 deelnemers.
1. "(Marine-kamp. 1937) Serg.-adelb. R. J.
Hordijk 8; 19. 2. Luit. ter zee 2e kl. C. F. v.
Amsterdam 7; 17. 3. Serg. d. Marns. v. Ette
ger 6; 23.
Klasse B. 30 deelnemers.
1. Sergt. d. Marns. Stam 7; 8. 2. Korp.-adelb.
Vermeyden 5; 15. 3. Korp.-adelb. Leeksma
5; 17.
Geweer.
Klasse A. 10 deelnemers.
1. Sergt. d. Marns. B. Stam (Marine-kamp.
1937). 2. S. Molenkamp 6; 13. 3. Korp. d.
Marns. Baven 6; 16.
Klasse B. 9 deelnemers.
1. Marinier E. Ooft 7; 10; 2. J. H. Vloswin
kel 7; 12 3. L. H. Geluk 7; 13.
De door den Marine-Commandant extra
uitgeloofde prijs voor den best geplaatsten
schermer werd gewonnen door den sergeant-
adelb. R. J. Hordijk, die op overtuigende wijze
kampioen werd op sabel, degen en floret. Een
uitstekend schermer.
9)
Ze pakte haar koffertje uit het bagagenet.
Eenige reizigers stapten gehaast de coupé bin
nen. Moest ze er nog uit? Dan mocht ze wel
voortmaken, de trein stond op het punt om
weer te vertrekken. s
Besluiteloos stond ze een oogenblik daarna
op het steeds stiller wordende perron.
De trein zette zich stootend en ronkend in
beweging. Even keek zij het wegrijdende ge
vaarte na alsof het iets, dat haar heel dier
baar was, van haar meenam... Toen zocht ze
naar den uitgang.
IV.
Wanneer je jong. vol overmoed.
Graag zélf de wereld regeert
Leef je in waan en de werk lijkheid komt
Als het leven 't je ènders leert
Dat zijn wensch zoo spoedig in vervulling
zou gaan, dat had de oude bankier Beerens
niet durven hopen. Het had hem onbegrijpe
lijk toegeschenen wat zijn jongen hem. een
paar dagen na het onaangename onderhoud,
dat ze te zamen hadden, was komen mede-
deelen.
Zijn vrouw was weggegaan om hem de
gelegenheid te geven, zich met zijn vader te
verzoenen...? Zijn zoon had hem, toen hij hem
zijn inzicht kenbaar maakte, dat dit natuur
lijk niets anders dan een handige comedie was,
het door haar achtergelaten briefje getoond...
Maar hij liep daar niet in en wat de goed-
geloovigheid van Paul betrof, die zou wel
overslaan in begrip, als hij vandaag of mor
gen hoorde, dat ze het met den een of ander
aangelegd had. De hoofdzaak was, dat hg
voorloopig van haar af was en als ze op zou
komen dagen, zou hij haar wel aan het ver
stand weten te brengen, dat ze al haar rech
ten op zijn zoon verspeeld had. Vrijwillige ver
lating, kon je nog mooier hebben?
Paul had zich weer met hart er. ziel aan
zijn studie gewijd, maar toch ontging het
zijn vader niet, dat zijn gedachten zich onop
houdelijk bezighielden met de vrouw, die hem,
toen hun ellende het hoogtepunt bereikt had,
alleen gelaten had. Hij liet geen oogenblik
ongebruikt voorbijgaan om zijn jongen dit
laatste onder het oog te brengen, in de hoop
daar uiteindelijk mee -te bereiken, dat hij de
ijverige nasporingen naar zijn vrouw zou
staken.
Hoe meer de tijd verstreek, des te geringer
de kans immers werd dat ze terugkwam. Ze
had waarschijnlijk een andere bestaansmoge
lijkheid gezocht en was het avontuurlijke hu
welijk met zijn zoon misschien reeds vergeten.
Totdat de een of ander haar zou aanraden
daar goede munt uit te slaan...
Hij hoopte bijna dat dit zou gebeuren, dan
kon zijn zoon eens zien met wat voor een soort
vrouw hij te maken had gehad. Misschien zou
daarna de goede verstandhouding, die er jaren
lang tusschen hen beiden bestaan had, weer
terugkeeren.
Nu liet die heel wat te wenschen over. De
jongen was voor geen enkele toenadering vat
baar. Het eenige oogenblik van den dag dat
h(j hem zag, was aan tafel en dan zei hij zoo
goed als geen woord. Nooit had hy hem zoo
stil, zoo terugtrokken gekend. Er was in dat
jaar veel veranderd. Het was natuurlijk alleen
door de misrekening die hij gemaakt had, want
het was moeilijk aan te nemen dat hy zóóveel
van die vrouw gehouden had. Hg was immers
nauwelijks vijf en twintig geweest toen hij die
dwaze streek uithaalde 'n student op dien
leeftijd werd toch niet serieus verliefd, gek
heid! Als hij maar eenmaal afgestudeerd was,
zou hy hem er wel met een zoet lyntje toe
weten te brengen, dat hij zijn huwelijk liet
ontbinden. En dan moest hg maar eens een
poosje op reis, wat nieuwe indrukken op doen.
Als hij eenmaal een praktijk had, kwam daar
niet zoo veel meer van.
Hij bereidde reeds een groot promotie-diner
voor, want de resultaten van Paul's studie van
deze maanden, wezen er op dat de groote dag
spoedig in aantocht was.
Voor Diny was de tijd niet al te gemakkelijk
voorbijgegaan. Weliswaar had ze een der eerste
dagen reeds een betrekking gevonden, zoodat
ze op bescheiden wijze in haar onderhoud kon
voorzien, doch de nieuwe omgeving, het haar
vreemd geworden boek, het voortdurend ca-
moufleeren van de omstandigheden, waarin ze
verkeerde, drukte haar zoo terneer, dat haar
gezondheid daaronder begon te lgden. Veel
hartelijkheid ondervond ze van de menschen,
een telegraafbeambte met vrouw en vier kin
deren, bij wie ze, door middel van een adver
tentie, in huis gekomen was. In haar behoefte
om iemand te hebben, bg wie ze haar hart koi
uitstorten, had ze juffrouw Dekkers alles uil
haar leven verteld en zich getroost en opge
lucht gevoeld toen deze haar de verzekering
gaf, dat ze, zoo noodig, ook nè. de geboorte van
haar kindje, bij haar een veilig tehuis zou
hebben. Diny hoopte dan echter allang weer
bij Paul terug te zgn. Door tusschenkomst van
een harer vroegere collega's, die er voor
bekend stond een „studenten-vriendinnetje" te
zijn, kreeg ze haar informaties over hem. Zoo
wist ze, dat hg dacht en nacht studeerde en
binnenkort zgn doctoraal kon doen. Een dank
baar gevoel doorstroomde haar toen ze die
laatste mededeeling ontving. Nu restte haar
nog maar een korten tgd van alleen-zgn nu
had ze bgna de moeilijke taak, die zij zichzelf
opgelegd had, volbracht.
Wat had ze er niet voor gegeven om te
kunnen weten of Paul ook zooveel aan haar
dacht. Of hg met evenveel verlangen haar
terugkomst verbeidde...
Opeens kreeg ze een beklemmend gevoel.
Hij verwachtte toch wel, dat ze terug zou ko
men? Hij zou toch niet denken, dat ze voor
goed... Ze had hem eigenlgk door niets dui
delijk gemaakt, dat het maar voor korten tgd
zou zijn, dat ze "wegging. Ze had dat met
zichzelf uitgemaakt en er geen oogenblik aan
gedacht, dat hij haar heengaan wel eens heel
anders op zou kunnen vatten. Hoe had ze het
op dat kleine briefje ook weer precies geschre
ven? Dat ze hem niet langer tot last wou
zijn, dat kon evengoed beteekenen, dat ze
geheel en al uit zijn leven wou verdwijnen.
Waarom had ze er ook niet aan toegevoegd,
dat ze terug zou komen, als... als... Dat ze
daar niet^ eerder aan gedacht had. Ze moest
hem schrgven, dadelgk óf morgen naar
hem toegaan? Neen, dat laatste niet, dat
zou alles misschien bederven. Daar was het
de tgd nog niet voor.
Maar hem schrgven kon ze wel, zonder ver
melding van adres natuurlijk. Dat hg zou we-
-en, dat ze hier in Den Haag was, bracht hem
liet veel verder als hg haar zoeken wou, kis
lij dat wou... Niets wees er op, dat hg daar
ogingen toe aangewend had.
Misschien had hij er ook niet aan gedacht,
Jat zij haar meisjesnaam weer zou aanne
men. Dit had het vinden van een betrekking
vergemakkelgkt omdat op haar getuigschrift
„Diny Stalker" vermeld stond. Op het kleine
atelier, waar ze werkte, zou hg haar immers
niet zoeken en uitgaan deed ze niet... Maar
al die overwegingen werden overstemd door
het steeds meer en meer toenemende angst
gevoel, dat Paul niet meer op haar terug
komst rekende
Dien avond schreef ze hem. Het was maar
een klein briefje van enkele zinnen:
Paul, lieveling. Vergeet niet, dat ik terug
keer. Ik ben gezond. Als ik kom, jongen,
zullen we... met z'n drieën zijn...
Daar stond het, dacht ze. Nu zou hg het
wetenZe vergat het briefje te ondertee
kenen, dat bedacht ze eerst later. Ze had zich
gehaast het te posten, bang dat ze, als ze het
langer onder haar bereik hield, iets aan den
inhoud zou veranderen. Waarom zou ze het
het eigenlgk niét laten weten? Het was
immers hun kindje, dat ze verwachtte, van
haar en van hem... Waarom had ze het toch,
toen ze samen zoo gelukkig waren, voor hem
geheim willen houden? Was dat wel goed
geweest? Ze was destijds bang, dat het zijn
zorgen zou vergrooten, maar hoe zou hg er nü
tegenover staan? Zou hij er nu wél vreugde
over gevoelen? Zij wist niet of ze er goed of
slecht aan gedaan had het hem te schrgven.
Ze kon het onbestemde voorgevoel van nade
rend onheil maar niet van zich afwenden. Drie
dagen daarna schreef ze hem weer, nü met
vermelding van haar adres... Na veertien
dagen had ze nog geen antwoord.
In den uitersten hoek van de kraamzaal,
vlak bg het groote raam, waardoor de zon
kwistig haar stralen wierp, stond het bed
van Diny en aan het voeteneinde daarvan, het
kleine bedje, waarin de zuster zoojuist een
klein, levend popje gelegd had.
Met moede oogen volgde Diny de bewe
gingen van de zuster en glimlachend luisterde
ze naar de zacht uitgesproken woorden waar
mee deze het kindje, héAr kindje, in hun
midden verwelkomde.
„Nou, dat is een aanwinst op de zaal, hoor!
Wat ben jg een mooi kind. En wat een
oogen..."
En toen tot Diny:
„Ze mag er zgn hoor moedertje v/at een
schat van een meid."
Diny knikte haar dankbaar toe. Ze kon
geen woord uitbrengen. Ze wist, dat als ze
wat zou zeggen, ze meteen in tranen uit zou
barsten en de dokter had haar nadrukkelgk
gezegd, dat ze zich kalm moest houden. Oogen-
schgnlgk was ze dat ook, maar van binnen
was er een opstand in haar losgebroken, een
opstand tegenover zichzelf maar ook tegen
over Paul...
(Wordt vervolgd.)