'T HOEKJE
OUDERS
Bezuinigen een kunst
die aangeleerd
moet worden*
Lettergreepraadsel
Nadenken en over
leggen is noodzakelijk
Practische wenken.
Is goedkoop inderdaad
het „goed-koopst"
Tob nooit hoekje
VOOR DE
door
G. C. MEYER—SCHWENCKE.
Met een gevoel van onbehagelijkheid zit de
familie rondom de tafel in de onvoldoend ver
warmde, nagenoeg koude kamer. Ieder zoekt
zich warmte te verschaffen met behulp van
een mantel, jas, plaid of shawl. Onverwacht
bezoek komt de kamer binnen en blijft een
oogenblik in de opening van de deur staan
kijken naar de vertooning van fantastisch
aangekleede menschen. Met triomphantelijke
blik steekt de huisvrouw van wal met hare
verklaring: „Ja zie je, ik heb iedere week
een spaardag ingevoerd om te bezuinigen op
de brandstoffen en dan worden de kachels
nagenoeg niet gestookt". De bezoekster heeft
eindelijk haar spraak teruggekregen en geeft
als haar meening te kennen, dat zij deze wijze
van bezuiniging niet deelt. In de eerste plaats
bemerkte men bij het binnenkomen in de
kamer, dat de versche lucht verbruikt is, het
geen niet in het belang der gezondheid kan
werken. Vensters en deuren blijven zoo'n
„spaardag" hermetisch gesloten en dan daar
bij kan de koude kamer, waarin alle genood
zaakt zijn te vertoeven, bovendien nog aller
lei verkoudheidsziekten in de hand werken,
waarvan de genezing heel wat meer kost, dan
een dag matig doch voldoende stoken.
Hetzelfde geldt voor de verlichting, wan
neer uit „bezuiniging" electrische licht
sterkte wordt gebruikt. De oogen, die wel
licht tot de meest gevoelige deelen van het
menschelijk organisme behooren, worden tot
het uiterste ingespannen. Als gevolg hiervan
doen zich allerlei storingen voor, die medische
behandelingen vereischen, waarmede veel
meer geld gemoeid is, dan met voldoende ver
lichting.
Bezuinigen is noodig voor het overgroote
meerendeel onzer, doch moet met verstand
worden gedaan. Het sparen is een kunst, die
vele huisvrouwen zich moeten leeren eigen te
maken. Degenen, die door onverstand haar
gezondheid en die der gezinsleden verwaar
loost, laadt een groote verantwoordelijkheid
op zich.
Indien bezuiniging op brandstoffen noodig
is, moet men dit overdag doen, wanneer men
bezig is met de verschillende huiselijke bezig
heden en de lagere temperatuur in de kamers
door het in beweging zijn niet aanvoelt,
's Avonds, wanneer men stil zit, moet de
temperatuur behaaglijk zijn. Het groote ge
brek is tevens, dat vele huisvrouwen meenen
te bezuinigen op stookmateriaal door de
ramen steeds gesloten te houden. Een kamer,
waar, b.v. ieder uur een minuut of vijf een
venster geopend wordt, zal gevuld worden
met zuurstof en de versche lucht wordt veel
spoediger verwarmd, dan de verbruikte.
Huisvrouwen klagen vaak over hooge licht-
rekeningen, doch hebben zij wel eens nage
rekend, wat een electrische gloeilamp met
voldoende lichtsterkte per uur verbrandt?
Zij zullen dan tot de conclusie komen, dat
dit een luttel bedrag is, doch dat de ver
keerde keus van lampen, die vaak veel te
hoog boven de tafel hangen en goedkoope
soorten gloeilampen eigenlijk de lichtrekening
zoo veel hooger maken, dan noodig is. Indien
men dan tevens boven de gloeilamp een re-
Van de onderstaande lettergrepen moeten 17
woorden gevormd worden, welker 1ste letters,
gelezen van boven naar beneden, en 4e letters,
gelezen van beneden naar boven, een vers
regel vormen van Guido Gezelle.
Bal, be, bo, bri, co, da, de, de, de, der, dons,
e, e, eer, ei, en, en, ge, git, god, grip, in, ist,
ka, kom, la, last, len, lent, ling, mal, misch,
mo, na, ne, ni, no, on, qui, ra, ra, ree, ren, ta,
ter, ti, tie, tie, tou, tu, un, va, ve, waar, zij.
Omschrijving.
1. Overstrooming, 2. huisdier, 3. Meisjesnaam,
4. Omgeving, 5. Vergiftig bestanddeel van een
genotmiddel, 6. bedvulling, 7. geestelijke, 8.
aanteekeningen, 9. oordeel, 10. lijden, sukke
len, 11. Godloochenaar, 12. zoete wijn, 13. be
zadigdheid, 14. gelijkwaardig, 15. inheemsch,
16. afstammeling, 17. Verzwaring,
De uitgebreide puzzle van de vorige week
is in goede aarde gevallen en bracht een be
langrijk grooter aantal oplossingen, maar ook
een zeer groot aantal foutieve (75%).
En daar waren fouten bij, welke door con-
tróle van horizontaal op verticaal niet ge
maakt behoefden te worden.
Zeer vele oplossers gaven Maon, inplaats
van Maos, Jan, in plaats van Jon, en daardoor
dan weer Maskown voor Moskowa, en ook
gaven velen Isar inplaats van Iser en daar
door weer Invasia voor Invasie.
De prijs werd toegekend aan:
J. H. M. KOOTKER,
Parallelweg 69, Den Helder.
CORRESPONDENTIE,
Mc;.. A. S. Uwe oplossing was zeer goed.
Ik ben het met u eens, dat dit een zeer prettige
puzzle was.
flector aanbrengt, dan zal het licht nog
krachtiger op tafel komen, hetgeen eveneens
het geval is met kappen, die met witte zijde
zijn uitgevoerd. De moderne wit glazen kap
pen zorgen eveneens voor een, krachtige ver
lichting zonder schaduwen op tafel.
Indien de huisvrouw ook moet bezuinigen
op de post levensmiddelen, dan zal zij goed
doen, zich een tabel aan te schaffen, waar
op de samenstelling van de verschillende voe
dingsmiddelen is aangegeven. Zij zal dan aan
stonds zien, dat winterwortelen, bieten, knol
len, koolsoorten en niet te vergeten aard
appelen een goede en goedkoope voeding ge
ven. Melk, zoowel karne- als taptemelk geeft
met rijst, griesmeel, havermout enz. een uit
stekende aanvulling, evenals kaas, dat vleesch
kan vervangen.
Bruin brood is aanmerkelijk voedzamer dan
wit brood, terwijl ook roggebrood veel meer
gegeten moest worden dan thans het geval
is.
Wij hebben slechts enkele dingen genoemd,
waardoor bespaard kan worden, doch de huis
vrouw, die inderdaad het belang van haar
gezin voorstaat, zal geen moeite te veel zijn,
om steeds nieuwe wegen te zoeken, die tot
een verstandige wijze van bezuinigen leiden.
Uien zijn als voedingsmiddel zeer belang
rijk, terwijl ze de eigenschap hebben, zuive
rend op het organisme in te werken en over
vloedige zouten te verwijderen, die dikwijls in
de weefsels achterblijven en de gezondheid
kunnen benadeelen.
Het best werken uien in rauwen toestand
en daarom verzuime men nimmer, ze zeer
fijn gesneden aan alle mogelijke slaadjes toe
te voegen. Bij alle soepen en sauzen kan men
wat fijn gesnipperde uien voegen, waardoor
de smaak zelfs verhoogd wordt. In kleine
hoeveelheden bij koolsoorten gevoegd vóór
het opdienen ondervangt men de hinderlijke
bezwaren na het eten hiervan.
Wees maar niet bang ik zal je niet
opeten."
Indien men een weinig glycerine aan stijf
sel toevoegt, zal men hij het strijken geen last
hebben, dat deze aan het ijzer blijft plakken.
WASSCHEN* VAN KANT.
Echte Brusselsche kant schudt men het
best in een karaf, gedeeltelijk gevuld met
goede vlokkenzeep heen en weer, om ze vol
komen schoon te krijgen, zonder dat ze ook
maar het minst te lijden heeft; daarna enkele
malen lauw spoelwater in de karaf doen en
weer schudden om alle zeepresten te verwij
deren. Laatste spoelwater opgeloste suiker
toevoegen en vervolgens tusschen doeken ge
deeltelijk droog laten worden. Vochtig strijken
op de verkeerde kant of opspelden.
Behalve bij ten Have ontbreekt ook in nog
andere atlassen de Bias-baai. Maar o.a. de
handatlas van André geeft hem wel aan, n.1.
ten W. van Hongkong op ongeveer 22.40 N.B.
en 114.20 O.L.
J. O. M. K. Ge plaatste u met uw onder
schrift nog bijtijds en fortuinlijk) onder de
goede oplossers.
Het kon niet zijn Moskowa, maar het
moest dit zijn.
Wij maken er onze inzenders op attent,
dat het, voor een goede behandeling, noodig
is, dat de oplossingen uiterlijk Donderdag v.m.
9 uur in ons bezit zyn.
Hoewel nog ruim voorzien van diverse op
gaven, zal de verzorger van deze rubriek
gaarne goede kruiswoordraadsels (of andere)
ter plaatsing in ons blad ontvangen.
Oplossing Kruiswoordraadsel vorige week.
Horizontaal. Suez, Koninkrijk, Remi,
Kandia, Oostrum, Jena, Ob Invasie, Amusant,
Ga, Keg, Kort, Ras, Indo, Mei, Sneb, Nazi,
Idee, Geul, Aroe, Kent, Orel, Poes, Mars, E.K.,
An, Mark, Amazone, Ahorn, Paler.no, Jon,
Sago, Sta, Boom, Aar, Asyl, De, Er, Opus,
K.K. Ik, Den Helder, Nu, Re, Oord, O.g., E.d.,
Dril, M. W. O., Lien, Ode, Azië, Eté Bankier,
Spad« Zambesië, Drom, Ra, PI., Smal, Sein,
Heft, Moab, Aria, Item, Oase, Snel, KNVB,
Nijl, Dorp, Put, Slem, Gei, Ex, Markelo,
Avignon, Na, Lord, Coronie, Aeolus, Helm,
Stuttgert, Drie.
Sabena, Un, Edi, Zmk Oostzee, N.O.I., Iser,
N.T., Kras, Rum, IJmuiden, Reno, Ent, Ma,
Koks, Avon, Jade, Rail, Arak, Snel, Geus,
Germany, Aa, Meekrap, Boaz, Inka, Iran,
Gore, Eros, Palm, Pajakombo, Snar, Rotter
dam, Maos, Porselein, Moskowa, Eg, H.S.,
Ra, Po, Maurits, Odeon, Breda, Lid, Eng, Ede,
Oud, Rondeel, Kiem, Nias, Reeling, Lion, Er,
Op, Ed, Z.Z., Emma, Krim, Safe, Epos, Bark,
Respect, Lansier, Styx, Hark, Belg, Avenue,
Inez, Oord, Au, Lena, Bias, Darm, Port, Tang,
Moed, Mol, Lou, Via, Nor, Le, Ot, Li.
De groote verscheidenheid van waren stelt
hooge eischen aan de kennis der huisvrouw. Zij
moet weten, of de levensmiddelen, die zij
koopt voor het gewenschte doel geschikt zijn.
Het is b.v. volstrekt niet hetzelfde, welke soort
aardappelen men koopt, aangezien de eene
soort afkookt en men op het koken moet
letten, wil men niet de helft met het water
weggieten. Afkokers kunnen b.v. uitstekend
voor stamppot gebruikt worden, doch anders
neemt bij voorkeur blauwputten e.d. soorten.
De verschillende gebruiksvoorwerpen, die
ook als hulpmiddelen zoo'n groote plaats in de
huishouding innemen, moeten eveneens met
overleg gekocht worden. Aangezien een huis
vrouw niet op ieder gebied zakenkennis kan
hebben, moet zij vooral koopen in goed bekend
staande zaken met goed geschoold personeel,
dat desgewenscht van advies kan dienen.
Nemen wij als voorbeeld b.v. alluminium- of
emailpannen, die in de meest uiteenloopende
prijzen verkrijgbaar zijn en in verschillende
kwaliteiten.
Goedkoop materiaal heeft veel korter levens
duur. Alluminium b.v. krijgt spoedig deuken en
email, dat volkomen giftvrij moet zijn, splintert
spoedig af; blijkt dus, dat men al spoedig tot
aanschaffen van andere pannen moet over
gaan.
Ieder onzer heeft wel eens een raad van een
verkooper(ster) in den wind geslagen en is
tot een goedkoopere kwaliteit van een of
ander overgegaan, hetgeen meestal tot teleur
stelling leidde.
Komt men dan later met klachten, dan zal
men steeds van den verkooper moeten hooren,
dat „voor goedkoope kwaliteiten niet ingestaan
kan worden, zooals hij trouwens ook bij den
koop heeft gezegd".
Wellicht worden vele huisvrouwen door de
gedachten geleid, dat de winkelier de duurdere
kwaliteiten aanprijst, omdat hij hierdoor meer
zou verdienen. Geen enkele bonafide zakenman
zal zich echter ooit door deze gedachte laten
leiden.
Een goed zakenman zal er veel aan gelegen
zijn om een kleinere kring van tevreden, vaste
afnemers te hebben, dan een groot aantal
cliënten, dat na de eerste maal niet meer terug
komt omdat zij teleurgesteld zijn.
Het is dan ook voor huisvrouwen van groot
belang, dat zij koopen in zaken, waar zij ver
trouwen in kunnen stellen en waar rekening
gehouden wordt met haar èischen. De verkoo
per, die zijn vaste klanten kent, weet waaraan
hij tegemoet moet komen, zoodat er een onder
ling begrijpen ontstaat, hetgeen zeer zeker in
het belang der koopster werkt, zelfs al is men
dan niet altijd „het goedkoopst" uit.
De Afrikaanse boswachter hebben waar
genomen, dat een bosbrand sneller vooruit
komt, dan een mens kan rennen. Zelfs een
getraind hardloper wordt door het vuur inge
haald, omdat het vuur meer uithoudings
vermogen heeft.
Zondag (Eerste Paasclidag)Crèmesoep;
Ossenhaas met doperwten en worteltjes;
Aardappelen; Caramelpudding.
Maandag: (Tweede Paaschdag): Kop soep;
Ossenhaas, princesseboonen; Aardappelen,
Blanc manger.
Dinsdag: Cornedbeef met tomatensaus;
Groene kool, aardappelen; Rijstommelet met
appelmoes.
Woensdag: Runderlappen; Brusselsch lof,
aardappelen, Vruchtengriesmeel.
Donderdag: Tuinboontjes met ham; Aard
appelen; Wentelteefjes met jam.
Vrijdag: Magere groentensoepRijst met
garnalen; Tomatenpuree en roereieren; fruit.
Zaterdag: Rookworst; Stamppot snijboo-
nen en witte boonen; Karnemelksche pap.
Caramel-pudding.
200 gram licht basterd, 6 eieren, 6 blaadjes
witte gelatine. De eieren zijn op het oogen
blik vrij goedkoop, zoodat wij nu eens een
fijne caramel-pudding kunnen maken.
De eierdooiers kloppen met ongeveer 2 k 3
eetlepels suiker, tot ze geheel en al schuimig
zijn; daarna werden de eiwitten geklopt en
door de eieren heen geroerd. De overige sui
ker doen wij in een klein ijzeren pannetje en
laten wij staan, tot ze lichtbruin van kleur
is, vooral moeten wij oppassen, dat ze niet
te donker wordt, want dan krijgt de pudding
een onaangename bittere smaak. Is de cara-
mel klaar, dan wordt ze verdund met een
scheut water en lepel voor lepel bij de ge
klopte eieren gevoegd, onder voortdurend roe
ren; daarna wordt de in koud water geweekte
gelatine, die in een klein half kopje heet
water is opgelost, erbij gevoegd en blijven we
verder kloppen, totdat de pudding al eenigs-
zins dik begint te worden en in den vorm kan
worden gedaan. We presenteeren bij deze pud
ding een vanille- of een roomsaus. (2 dl melk,
2 dl room, 1 eetlepel custardpoeder, 40 gram
suiker). De melk brengen we aan de kook
met de room, voegen daarna de suiker en de
vanillesuiker bij en het laatste de aange
mengde custardpoeder, waarna we alles nog
even laten doorkoken.
Inplaats van room kunnen wij 4 dl melk
gebruiken, maar dan voegen wij één eier
dooier bij de saus.
Rijstommelet met appelmoes.
1 kopje rijst, 2 kopjes water, zout, 3 eieren,
bijna 1 ons suiker, 75 gram boter, 1 thee-
dersuiker.
lepel kaneel, appelmoes, 60 gram bloem, poe-
We kunnen de ommelet maken van over
gebleven rijst en hebben dan ongeveer 300
gram rijst noodig, doch kunnen ook één kopje
rijst koken met wat zout en twee kopjes wa
ter. We roeren de eierdooiers met de suiker
en kanaal tot een gelijke massa, waarbij wij
lepel voor lepel de gezeefde bloem doen, daar
na de rijst en tenslotte het stijfgeklopte eiwit.
In een koekepan smelten wij 1/3 van de
boter, laten ze warm worden en doen hierin
1/3 van de rijst, die wij evenals een panne-
koek aan twee kanten bruin bakken, daarna
op een schotel laten glijden, die op een pan
met heet water warm gehouden en bedekt
wordt met een laag appelmoes. De beide an
dere ommeletten worden op dezelfde wijze
gebakken, zoodat we krijgen drie ommeletten
met twee lagen appelmoes, terwijl de laatste
ommelet dik bestrooid wordt met poeder
suiker.
Rijst met garnalen, tomatenpuree en
roereieren.
200 gram rijst, 1 busje tomatenpuree, 300
gram garnalen, 50 gram boter, 6 eieren.
De rijst wordt met zout op de gewone ma
nier gaar gekookt en daarna nog even na-
gestoofd met de boter en de tomatenpuree.
Een vuurvaste schotel wordt met boter be
streken en met paneermeel bestrooid.
De helft van de rijst, waardoor de in heet
water gewasschen en goed uitgelekte garna
len zijn gemengd, wordt hierin overgebracht,
daarna volgt een laagje roereieren en ten
slotte de rest van de rijst, het geheel wordt
bedekt met paneermeel en klontjes boter en
in den oven geplaatst om een bruin korstje
te krijgen.
Vasthoudendheid en koppigheid.
Het eerste behoort bij iedere persoonlijkheid.
Het tweede is een wapen der zwakken.
Nemen wij aan: U wilt iets. Hoe diep en hoe
echt is dat willen? Is het slechts een opwel
ling, die uitgevoerd zal worden indien er toe
vallig niets in den weg komt maar die, zoodra
zich het geringste oezwaar voordoet, het aan
tal Uwer onuitgevoerde en lang vergeten plan
nen met een zal vermeerderen?
In dat geval kan men nauwelijks spreken
van willen; er is slechts sprake van een toe
vallig ontstane en zeer zwakke wensch.
Maar wie werkelijk iets wil, die heeft rijpe
lijk het voor en tegen van zijn plan cerwogen,
en die is met zichzelf overeengekomen, dat de
daaraan verbonden moeite en een eventueel
risico de moeite waard zijn.
Wij moeten er in het leven op voorbereid
zijn, dat wat wij ook ooit willen, er altijd
menschen zullen zijn, omdat zij andere idealen
hebben dan wij en een ander standpunt inne
men.
Betreft het een kwestie van ernstig willen,
dan zullen wij in staat zijn hun argumenten te
weerleggen en hen uit te leggen, waarom wij
van plan zijn, in spijt van de door nen geop
perde bezwaren onze zelf-vastgestelde ge
dragslijn te vólgen en geen ander.
Een persoonlijkheid bereidt elk plan behoor
lijk voor, en wanneer hij zoover is, dat hij het
werkelijk gaat uitvoeren, is hij ook bereid en
in staat om aan verschillende moeilijkheden
het hoofd te bieden. Hij is vasthoudend, omdat
hij weet, dat het de moeite waard is om vol te
houden, zelfs wanneer zich méér moeilijkheden
voprdoen dan aanvankelijk waarschijnlijk leek.
Een persoonlijkheid geeft zich slechts dan
gewonnen, wanneer hij ziet dat door een reeks
van onvoorziene omstandigheden een plan ge
heel en al onuitvoerbaar geworden is. Hij
vecht niet tegen windmolens, en kan, wanneer
dit noodig is, royaal en openlijk iets opgeven,
omdat hij weet dat de mislukking niet te
wijten is aan gebrek aan inspanning of vol
harding zijnerzijds.
Maar hij is te verstandig om niet te willen
zien, dat iets onmogelijk kan zijn, en hij ver
andert van koers zoodra hijzelf inziet, dat dit
werkelijk verstandiger en beter ls.
Geheel anders is het met de koppigheid.
Koppigheid is een typisch bewijs van zwak
heid; men zal koppige menschen ook altijd
zien doordrijven in kleinigheden terwijl ze in
belangrijke dingen zeer onverwacht en zonder
eenige noodzaak den moed laten zakken en
opgeven.
Bij hen geldt niet de overweging: „ik geloof
nog dat dit het beste is, en daarom houd ik
vol", maar: „ik heb nu eenmaal gezegd, dat ik
het zoo zou doen en dat moet nu ook maar".
Meestal zullen ze niet in staat zijn, om hun
gedragslijn te verdedigen. Alles wat men te
hooren krijgt is: „ik doe het toch".
En ze zijn in staat, om heel wat tijd en
energie te verspillen aan een verloren zaak.
Weest vasthoudend, maar niet koppig.
Zet door, dat is prachtig, maar slechts déér
waar een weloverwogen plan de moeite loont
en waar een redelijke kans van slagen is".
Er schuilt niets oneervols in de bekentenis:
„ik heb het verkeerd beoordeeld, het moet toch
ander®".
Dat is zelfs eervoller en praktischer dan het
voorthollen op een weg, waarvan wij weten,
dat die dood loopt, al willen wij het niet toe
geven.
Dr. JOS DE COCK.
KINDERGETUIGENISSEN.
Het komt herhaaldelijk voor, dat van een
bepaalde gebeurtenis uitsluitend kinderen ge
tuigen geweest zijn. Betreft het een misdrijf,
dan staat de rechter voor het feit, lat hij op
grond van de getuigenissen, afgelegd door
kinderen, zijn vonnis moet vellen. En nu we
ten wij allen heel wel, hoe onbetrouwbaar
vaak kindergetuigenissen zijn terloops op
gemerkt: ook die van volwassen blijken aan
hetzelfde euvel dikwijls mank te gaan!
Nu moet men niet denken, dat een kind be
wust oneerlijk is, wanneer het een getuigenis
aflegt, welke ons zeer verdacht voorkomt en
bij dieper navragen ook onwaar blijkt. Heel
dikwijls is het zoo: het kind is stellig over
tuigd, dat het waarheid spreekt, doch heeft
de gebeurtenissen, waarover het getuigt, niet
zuiver waargenomen.
Waaraan moet een getuigenis voldoen? Het
moet de zuivere weergave zijn van hetgeen
gebeurd is. Maar nu vraag ik u, volwassen,
kunt gij een voorval, waarvan gij getuige
waart, zuiver weergeven? Zijn uw herinne
ringsbeelden zuiver?
Verleden week toonde ik mijn leerlingen
een cent. Nadat zij deze munt bezien hadden,
vroeg ik hen langs mijn neus weg, waar het
gat nu wel zat in dit geldstuk. En weet u,
wat het resultaat was van deze zonderlinge
vraag? Dat er verscheidene kinderen van ge
dachte waren, dat in dit geldstuk inderdaad
een gat was! In een ander leerjaar nam ik
de proef met het mes op de tafel. Eerst liet
ik gedurende een uur een mes op de tafel
liggen, toen nam ik het weg. Op mijn vraag,
wat er op de tafel gelegen had, wist geen
enkel kind een antwoord te geven! En toch
waren zij allemaal bij de tafel geweest om
hun werk te laten zien!
We kunnen deze voorbeelden met talrijke
vermeerderen om aan te toonen, hoe gebrek
kig wij waarnemen en hoeveel fouten wü bij
het waarnemen maken.
De waarde van een getuigenis berust op
deze onderstellingen:
1. Er moet goed waargenomen zijn. Hier
door bestaat de kans, dat het herinnerings
beeld bewaard blijft.
2. Het herinneringsbeeld moet gedurende
een vrij langen tijd zuiver en ongewijzigd be
waard blijven.
3. Het getuigenis moet een reproductie zijn
van het herinneringsbeeld.
Laat ik elk dezer drie eischen eens
nauwkeuriger bekijken.
Er moet goed waargenomen zijn. Boven zei
ik reeds hoe moeilijk dit is. Goed waarnemen
doen eigenlijk maar weinigen. Wanneer een
gebeuren eenvoudig is en op ons terrein ligt,
dan valt het waarnemen minder moeilijk dan
wanneer het iets betreft, dat ons totaal on
bekend is. Een gecompliceerde autobotsing
bijv. wordt niet zoo maar goed waargenomen!
Men meent wel eens, dat een waarneming
eigenlijk te vergelijken valt met het maken
van een foto-opname. Doch dit is allerminst
het geval. Het herinneringsbeeld is geen foto
grafisch zuiver beeld. Daar mankeert nogal
wat aan!
Het herinneringsbeeld van een waarne
ming is meestal een chaotisch complex van
gewaarwordingen, waaruit we met behulp van
onzen geest een geordend beeld maken. Deze
werkzaamheid geschiedt vaak onbewust. Zij
is onderhevig aan de reeds in den geest aan
wezige voorstellingen. Dat hierbij dus fouten
gemaakt kunnen worden, spreekt haast van
zelf. Ik spreek nu nog van volwassenen. Maar
hoe moet het uan bij kinderen wel niet ge
steld zijn.
Dikwijls gebeurt het, dat we iemand ont
moeten, die ons ziet, doch niet opmerkt. Dit
verschijnsel komt veelvuldig voor en behoeft
absoluut geen opzettelijke onwelwillende hou
ding te zijn van zoo iemand. Ik heb dikwijls
vrienden ontmoet, welke ik stellig gezien heb,
doch niet opmerkte. Verdiept in gedachten
drong de herkenning niet tot mij door. Wat
doen wij echter? Onze eerste gedachten zijn
in zoo'n geval: „Wat zou ik hem gedaan heb
ben, dat hij mij niet wenscht te kennen (te
zien) We gaan in dergelijke gevallen con
clusies trekken, die absoluut ongemotiveerd
zijn en in onze waarneming eigen voorstellin
gen inlassen.
Men ziet dus: eisch I is wel zeer moeilijk!
Hetzelfde is het geval bij de twee andere.
Daarover een volgende maal.
CITAAT.
„Elke stad en elk dorp moest voor de jon
genswereld een eigen, gemeenschappelijke
speelplaats hebben; de vruchten die daaruit
voor de gansche gemeenschap zouden voort
vloeien, zouden heerlijk zijn; want de spelen
zijn op dezen ontwikkelingstrap zooveel mo
gelijk gemeenschappelijk en ontwikkelen zoo
den zin en het gevoel voor het gemeenschap
pelijke, en de wetten en eischen, die daaruit
volgen."
F. Fröbel.