Rapport van Stalin gepubliceerd Een Paaschboodschap der belijdende Kerk DAGBLAD VOOR DEN HELDER EN HOLLANDS NOORDERKWARTIER Het bezoek van Hodza aan Weenen De Klassestrijd moet voortduren Spaansch kolenschip gestrand Buiienlandsch Overzicht De encycliek over Mexico Italië en de niet- inmenging UITGAVE, N.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ V/H C. DE BOER JR., KONINGSTRAAT 78, DEN HELDER. TELEFOON 50 EN 412. POSTGIROREKENING 65e JAARG. No. 7962 Trofzkisten zullen onschadelijk worden gemaakt Brandstichting in Synagoge te New York Voetbalwedstrijd België—Holland Consolidatie in Zuid- Europa feldersche courant DINSDAG 30 MAART 1937 Het door Stalin in de plenaire zit ting van het centrale comité der com munistische partij op 3 Maart j.1. uit gebrachte rapport over gebrek aan partijwerk en maatregelen tot liqui datie van Trotzkisten en andere met twee tongen sprekenden is thans ge publiceerd. Stalin constateert, dat het onder- mijningswerk, waarbij de Trotzkisten een actieve rol gespeeld hebben, alle organisaties heeft geraakt. Agenten van buitenlandsche staten zijn in de organisaties en op eenige belangrijke posten doorgedrongen. Eenige leiden de partijgenooten hebben het ware gezicht dezer agenten niet ontdekt, maar zijn zorgeloos en naief geweest, zoodat zij soms zelf hebben bijgedra gen tot de benoeming dezer agen ten. Zij vergaten, dat de Sowjet Unie zich in een kapitalistische omsingeling bevindt. De kapitalistische landen wachten op de gele genheid de Sowjet-Unie te overvallen, te on dermijnen en te verzwakken. Uiteraard staan de kapitalistische landen nog feller tegenover de Sowjet-Unie dan tegenover el kander. Het Trotzkisme heeft zich ontwik keld van een politieke richting in de ar beidersklasse tot een beginsellooze bende spionnen en moordenaars, die in opdracht ,van het buitenland handelen. Stalin herinnert dan aan het program van het Trotzkistische centrum, dat bij het laat ste proces aan het licht is gebracht en dat inhield herstel van de uitbuiting der arbei dersklasse, bondgenootschap met het fas cisme, oorlog, afstand van de Oekraine aan Duitschland en van het Oostelijk kustgebied aan Japan, enz. Waarom is dit alles door de partijgenooten niet opgemerkt? Zij gingen te ,Veel op in het economische werk en ver waarloosden den rest. De internationale toe stand der Sowjet Unie, de kapitalistische STALIN. omsingeling, de versterking van het politieke werk der partij, enz., vonden geen aandacht. Deze gebreken moeten worden opgeheven. De aandacht moet gericht worden op de groote politieke problemen van internatio nalen en binnenlandschen aard. De theorie, volgens welke de klas sestrijd steeds meer uitdooft, naar mate sucessen bereikt worden, moet verworpen worden. Integendeel, hoe meer vorderingen worden gemaakt, destemeer zullen de overblijfselen der uitbuitersklasse wild worden, des te vlugger zullen zij tot scherper strijd vormen overgaan, des te meer zullen zij vertwijfeld grijpen naar strijdmiddelen. De theorie moet worden verworpen, dat de Trotzkisten geen reserves hebben. Zij heb ben die wel; de resten van de verslagen uit buitersklassen binnen Rusland en lreele reeksen groepen en organisaties in het bui tenland, welke vijandig staan tegenover de Sowjet-Unie. Stalin stelt vervolgens een systeem voor tot politieke scholing van leidende partijka ders en tot het opschuiven van nieuwe lei dende medewerkers. Aan het slot van zijn rapport zegt hij, dat maatregelen aangegeven zijn om de ondermijners onschadelijk te ma ken en te liquideeren. „Wij hebben alle mid delen tot onze beschikking, die noodig zijn om deze maatregelen ten uitvoer te leg gen;" Door nationalistische treilers aangevallen in de Fransche ter ritoriale wateren. Gisterennacht tegen twee uur is de Spaan sche vrachtboot „Mar Caspio", komende uit New Castle en met aan boord een lading van 2000 ton steenkool in de Fransche ter ritoriale wateren aangevallen door twee Spaansche kleine oorlogsschepen, die een vijftiental granaten op het schip afvuurden De „Mar Caspio" werd getroffen ter hoogte van de waterlijn en strandde. Een der twee aanvallende schepen loste tegelijkertijd een hevig mitrailleurvuur op het schip, maar geen der 34 opvarenden werd getroffen. De Mar Caspio ligt in gevaarlijke positie en men vreest, dat hij bij hoog tij zal zinken. Het verhaal van den kapitein. De correspondent van de „Petite Gironde te Bayonne heeft den kapitein vaf1„ Spaansche stecnkoolschip „Mar Caspio dat door twee gewapende treilers van de opstan delingen werd aangevallen, geinterviewd. De gezagvoerder deelde den journalist o.a. mede: „Ik was Woensdag uit New Castle met n lading steenkool voor Le Doucau vertrokken Vanaf Ouessant volgde ik de Fransche kust hinnen de Fransche territoriale wateren, in den afgeloopen nacht omstreeks twee uur, op ongeveer een mijl afstand van Kaap ure- ton naderden ons twee kleine treilers. De eerste sloot ons den weg naar de kust ai. De treiler ontstak plotseling de vuren, tweede sloot met gedoofde vuren den weg naar zee af. Ik begreep met schepen uit San Sebastiaan te maken te hebben, g order S.O.S.-signalen uit te zenden en liet de „Mar Caspio" op volle kracht stoomen. De achtervolging duurde een half uur. up n oogenblik dreigde de „Mar Caspio die sn ier liep dan de treilers, te ontsnappen, waar op de bemanning van deze schepen mitrail leurvuur op de „Mar Caspio' openden. De geheele bovenbouw van het schip w e. (1 met kogels doorzeefd, doch zonder succe. want de bemanning was op haar posxen binnen in het schip. Vervolgens kwamen kanonnen in actie, meer dan twinig schoten werden gelost te linker en te r terzijde, vier of vijf keer achter elkaar. Ik stuurde hierop vastbehouden naar den kaap, want voor niets ter wereld wi kte v weer in de gevangenis komen. waar ik twe maanden heb doorgebracht; liever zou mij voor het hoofd schieten. Toen de treilers zagen, dat wij op eenigen afstand van de monding van de Adour vergingen, zonden zij ons nog een tweetal schoten toe en verwijderden zich. Korten tijd later verliet de eerste sloep met vijf man de „Mar Caspio" en bereikte het land. gevolgd door een tweede. Zoodra het begon te schemeren naderde ons de loodsboot van le Boucau „Marie Rose" en gaf ons den raad de „Mar Caspio" te ver laten. Het schip werd als verloren be schouwd. Met de dood in het hart moesten we alles verlaten. Ik verwonder mij er sterk over hoe een dergelijke aanval in de Fransche territoriale wateren mogelijk is." Door de zorg van de autoriteiten van le Boucau is de bemanning van de „Mar Caspio" in de stad onderdak gebracht. Twee mannen zijn gewond door uitgebla zen stoom, doch niet zoo ernstig, dat zij van hun kameraden behoefden te worden gescheiden. De opstandelingen verlangen ingrijpen van Engeland. Ten aanzien van het gebeuren met de Mar Cantabrico schreef Zondag de pers van de opstandelingen dat het gebruik van een naam van een Britsch schip cn het voeren van de Britsche vlag voor het ver voeren van oorlogsmaterieel zoo duidelijk is, dat het voor Engeland tijd schijnt te worden hieraan een einde te maken. 200.000 dollar schade. Zondag is tot drie keer aan toe hrand uit gebroken in de svnagoge in het West End van New York. De schade bedraagt naar schatting 200.000 dollar. De politie stelt een onderzoek in om na te gaan of deze branden gesticht zijn door anti-semieten. Onbekenden hebben op de muren van hetzelfde kerkgebouw groote hakenkruisen geschilderd. Per WACO toeringcar naar den 4 APRIL te ANTWERPEN. Retour f4.—, vertrek Zaterdagmiddag of Zondagmorgen. Staan en zitplaatsen sta dion vèrkrijgbaar. Inlichtingen Reisbureau WACO, Kanaalweg 137, Tel. 773, Den Helden Scherp protest tegen de in Duitschland bestaande toestand. Vele predikanten in concentratie kampen. De bijzondere correspondent van de Daily Telegraph" deelde aan zijn blad mede dat de leiders van de be lijdende kerk in Duitschland een Paaschboodschap hebben gericht tot de geloovigen, waarin zij spreken over het voortdurend gevangen zet ten van evangelische predikanten in concentratiekampen. De politie heeft een inval gedaan in de kantoren van de beweging in het Westen van Berlijn en heeft hierbij een aantal exemplaren van den boodschap in beslag genomen. Als reden werd opgegeven, dat het geschrift niet den naam van den drukker droeg, zooals door de wet werd geeischt, doch men vermoecjt, dat de autoriteiten niet wenschten dat. de toespelingen zou den worden gemaakt op het arresteeren van geestelijken. In de boodschap werd o.a. gezegd: „de geloovigen moeten weten, dat niet valt te twijfelen aan de overwinning van de kerk. We gedenken onze vervolgde en gevangen genomen leden in gebed, dankbaar dat God ons de overwinning heeft gegeven. We bevelen onze broeders en zusters in concen tratiekampen en gevangenissen aan God, die de overwinnaar is, aan. We bidden God. dat hij door hen zijn naam zal verheerlij ken. We herinneren aan de predikanten en geloovigen die uit hun parochies zijn ver dreven en de gemeenten waar tengevolge van deze actie het woord van God niet lan ger kan worden gepredikt. We weten niet, wie de volgende zal zijn, die wordt geroe pen om zijn eer, vrijheid en aardsch be staan op te offeren voor den naam van Christus. Gehoorzaamheid aan Gods woord gebiedt ons de aandacht van de geloovigen erop te vestigen dat allen die in Christus gelooven in deze wereld moeten lijden. Wij zullen niet in staat zijn hen te redden, noch kunnen wij ons zelf beschermen, doch we gelooven, dat alle vervolging voor de zaak van Christus een bewijs is voor zijn over winning. In dezen tijd van verdrukking rust de plicht van het verkondigen van Gods woord op de leeken. Zij moeten niet bevreesd zijn, hoewel zij be dreigd worden met vervolging, wel ke ook den heer Bunke, den voorzit ter van den broederraad van de be lijdende kerk in Glosgau in Silezië in het concentratiekamp heeft ge bracht. De boodschap besluit doelende op de Duit sche christenen met de woorden „laat geen twijfel bestaan dat wij niet behooren tot dezelfde kerk als zij, die een aardsche za ligmaking stellen boven een Hemelsche en die bloed en bodem, geschiedkundige ge beurtenissen en een politieke philosophie beschouwen als krachten, welke leiden ter zaligheid. Draagt zorg, dat geen valsche broeders onze rijen binnendringen en onze kerk brengen onder de slavernij van vreem de machten". De spanning tusschen de nationaal-socia- listische overheid en de Christelijke kerken, zoowel de Katholieke als de Protestantschc is eerste Paaschdag tijdens verschillende Mussolini tracht zich sterker te maken. Hij volgt daarin het voor beeld van alle andere regeerders in ons werelddeel, die gevoelen dat zij alleen weinig kunnen bereiken en dat zij gezamenlijk tot alles in staat kunnen zijn. De voelhorens van Mussolini kun nen zich echter niet naar alle kan ten uitstrekken, evenmin als die van Duitschland dat kunnen doen. Duitschland en Italië hebben te sterke anti-pathieën tegen alles wat naar communisme of socialisme riekt, terwijl ze geen knieval willen maken voor Engeland, om diens vriendschap af te smeken. Een vriendschap, die hun overigens zeer welgevallig zou zijn. Dezer dagen nu heeft Italië een verbond gesloten met Zuid-Slavië, wat een verster king van zijn positie in Zuid-Europa be- teeket en dat de as BerlijnRome sterker maakt. Op zichzelf beschouwd kan de verbetering van de betrekkingen tusschen Zuid-Slavië en Italië niet anders dan tot verheugenis stemmen, schreef de N.R.Crt. naar aanlei ding hiervan. De betrekkingen tusschen deze landen zijn dikwijls gespannen geweest en meermalen heeft men hierin de bron van een Europeesch conflict gevreesd. Deze moei lijkheden, die specifieke vraagstukken tus schen deze twee landen betroffen- de kwestie der minderheden en het steunen van uit geweken agitatoren hebben nu een einde gevonden in het zoo juist afgesloten ver drag. Dat dit verdrag gesloten kon wor den bewijst, dat er in Zuid-Europa van een zekere consolidatie sprake is die door de uitbreiding der oecono- mische betrekkingen nog een andere dan een politieke ondergrond zal krijgen, al mag niet uit het oog wor den verloren, dat deze is vergemak kelijkt door de afwijkende houding, kerkelijke plechtigheden aan den dag ge treden. In de Kathedraal te Berlijn heeft de bis schop van Berlijn Mgr. Preysing de geloo vigen uitgenoodigd schriftelijk bij de natio- naal-socialistische autoriteiten te protestee ren tegen de opheffing van de Katholieke scholen. De bisschop voegde hier aan toe, dat de rijksregeering feitelijk de boodschap van den paus heeft genegeerd. Hij deelde mede, dat de bisschop van Saarbruecken den autoriteiten had ge schreven, maar zeide, dat tot nu toe alle Katholieke protesten vergeefsch zijn geble ven. Voorts heeft kardinaal Faulliaber de Paaschmis gecelebreerd in de Kathedraal van München. De kardinaal zeide onder in stemming der geloovigen, dat de katholieke kerk den strijd om het Christendom niet zal opgeven. Domine Niemöller van de Belijdende kerk heeft een lijst voorgelezen met de na men van vooraanstaande protestanten, die in concentratiekampen zijn geinterneerd. Hij noodigde de geloovigen uit hen niet in hun gebeden te vergeten. De politie heeft een circulaire va de belijdende kerk in be slag genomen, welke ter gelegenheid van het Paaschfeest moest worden gepubliceerd Geen verandering der constella tie in het Donaubekken te ver wachten. In welingelichte kringen te Weenen wijst men er op, dat een ontmoeting tusschen den Tsjecho-Slowaakschen minister-president Hodza en den Oostenrijkschen bondskanse lier Schuschnigg reeds bijna een maand ge leden op het program stond en dat de Paaschvacantie hiertoe een geschikte gele genheid bood. Ondanks het particulier ka rakter der ontmoeting, hebben beide staats lieden de verschillende politieke vraagstuk ken grondig kunnen bestudeeren. aangezien het onderhoud van Zaterdag het grootste ge deelte van den middag duurde. Men legt er eveneens den nadruk op, dat de onlangs door Schuschnigg getoonde nei ging, het contact van zijn collega's te Praag en Boedapest te handhaven of te vernieu wen, geenszins uitgelegd mag worden als een teeken eener op handen zijnde algeheele wijziging in de bondgenootschappen in het Donaugebied. Deze veronderstelling houdt namelijk te weinig rekening met de moeilijkheden waar op ieder plan inzake toenadering tusschen Tsjecho-Slowakije en Hongarije stuit en waarop Hodza in zijn onderhoud met Schuschnigg den nadruk schijnt te hebben gelegd. Hodza over de saenwerking in het Donau-bekken. In een interview met een speeialen ver slaggever van de „Excelsior" heet de Tsje- choslowaaksche minister-president Hodza erklaard, dat de restauratie van de Habs- HODZA. burgei's noch de zaak van den vrede, noch de stabiliteit in Centraal Europa zou dienen, Bijgevolg verzet Tsjechoslowakije zich met alle kracht tegen een terugkeer der Habs- burgers. Intusschen belet deze houding ons geenszins, vriendschappelijke betrekkingen met Oostenrijk te onderhouden en deze zelfs te verdiepen. Noch aansluiting bij Duitsch land, noch Ilahsburg, doch een onafhanke lijk Oostenrijk in het kader van samenwer king der Donaulanden. Hodza sprak verder de bewering tegen, dat de eenheid der Kleine Entente is ge schokt, of dat Tsjechoslowakije bezig is met Duitschland een pact te sluiten. Tenslotte verklaarde de premier: onze lief de voor Frankrijk, evenals onze vriendschap voor de Kleine Entente, is historisch ge groeid. Hieraan ontleent zij haar kracht. welke ZuidSlavië tegenover Rusland inneemt. In Midden- en Zuid Europa slaat men de ze consolidatie met welgevallen gade, maar in Frankrijk is men er niet zoo enthousiast over, omdat men daar iedere versterking van Italië met eenige bezorgdheid ziet, Doch daarover hieronder straks nog enkele regels. Stojadinowitsj. de leider van de Zuid-Sla vische buitenlandsche politiek, gaat een steeds belangrijker positie in de politiek van dat deel van Europa innemen en het schijnt zijn bedoeling te zijn, ook het verdrag met Bulgarije wees daar reeds op, een toenade ring tot stand te brengen tusschen de Kleine en de Balkan-Entente ecnerzijds en de lan den, die daar min of meer afzijdig of vijandig tegenover stonden anderzijds. Doordat hij, naar verluidt, de regeeringen van de landen, die deel uitmaken van deze ententes, van zijn onderhandelingen op de hoogte heeft gehouden, slaagt hij hierin zeer wel. Dat de andere deelnemers aan het pro tocol van Rome deze toenadering evenzeer toejuichen, behoeft, geen betoog. Zij ver wachten onder den Italiaanschen in vloed bij de Entente-landen een williger oor en beter begrip voor hun moeilijkheden te vinden. Men hoopt dus feitelijk allerwegen, dat de ItaliaanschZuid-Slavische samenwerking kan leiden tot een vermindering der span ningen en tot een beter verstaan en nauwer samenwerken, ook op economisch gebied. Het valt natuurlijk niet te voorzien, in hoe verre men daarin slagen zal. En nu tenslot te nog iets over de bezorgdheid van Frank rijk, waarover de N. R. Crt. o.m. schreef: Hoewel de hoop (in Frankrijk, overzicht schrijver), nog gevestigd blijft op wat Tsje choslowakije in de Kleine Entente zal kun nen doen, voelt men daar, dat de Fransche invloed in het Zuid-Oosten niet zoo groot meer is. Niet zonder bezorgdheid vragen sommige kringen zich af, of Italië zich een rugdekking heeft verzekerd voor een moge lijke concentratie van zijn belangstelling in het Westelijk deel van de Middellandsche Zee. Want dat Italië niet bereid is zich in den afloop van den Spaanschen burgeroor log te desinteresseeren, is ook zonder meer wel duidelijk. De encycliek over Mexico heeft niet het ka rakter van een strijdgeschrift, maar is zui ver herderlijk De Paus maant de Mexicaan- sche geestelijkheid en geloovigen aan tot het verdiepen van hun christelijk leven. Hij herinnert er aan, dat in ieder land het ge heim van en de waarborg voor den waren vrede en de welvaart te vinden zijn in het christelijk leven, tot uiting gebracht door menigvuldige werken. Dat zal ook in Mexico het geval zijn, als de geestelijken en het volk er naar streven, hun leven steeds voller en werkzamer te maken. Daarom noodigt de Paus in het bijzonder de leeken uit om met de geestelijkheid samen te werken in goede wérken van iederen aard en de armste volksklassen te helpen op goedsdienstig, mo reel en zelfs economisch gebied. Zoo zullen de Mexicaansche Roomsch-Katholieken, al dus de encycliek, veel kunnen bijdragen tot de welvaart van hun land. Roomsch-katholieke betoogingen. Te Vera Cruz hebben de Roomsch-Katho- lieke organisaties een groote betooging voor heropening der kerken gehouden. Op ver schillende plaatsen deden zich incidenten voor, zoodat troepen te hulp moesten worden geroepen om de orde te herstellen. Niets doet vermoeden dat Italië de op zich genomen verplichtin gen zal schenden. Volgens berichten in de Engelsche bladen zou Italië aan Engeland de formeele ver zekering hebben gegeven, geen enkel deta chement vrijwilligers meer naar Spanje te zullen zenden. Bevoegde diplomatieke krin gen te Londen verklaren, dat het bericht in dezen vorm niet volkomen nauwkeurig is. De Britsche regeering heeft onlangs een onderzoek laten instellen naar de in Spanje gedebarkeerde Italiaansche detachementen. De Italiaansche minister van buitenland sche zaken, graaf Ciano, verklaarde toen dat de ontscheping te Cadiz op 5 Maart jl. uitsluitend Roode Kruispersoneel betrof. De daarbij door Italië gegeven verzekering hield in, dat Italië de non-interventie nauwkeurig zou naleven en de Italiaansche gezant te Londen, Grandi, verzekerde de Britsche re- geei'ing, dat de tegenstand tegen de terug trekking der vrijwilligers niet beteekende, dat Italië zijn verplichtingen zou verzaken. De Italiaansche delegatie in de niet-in- mengingscommissie bevestigde de interpre tatie van Grandi door haar adhaesie te be tuigen met de benoeming van neutrale con troleurs. De Britsche regecring zal niet na laten het nemen van maatregelen te over wegen, maar acht dit thans niet noodig, daar niets doet voorzien, dat Italië de op zich genomen verplichtingen zal schenden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 1