Stadsnieuws
IBIS SHAG
Dobbelmann
lefc Ster... mem!
Haring op den kant
Waar gaan we heen
Vrijdag 2 April 1937
Heldersche Courant
Tweede Blad
Mail verzending voor de oorlogs
schepen in de Spaansche wateren
Museumnieuw?
De „Utrecht" maakt
een vergeefsche reis
Een vrouw in haar bloei
Het uitbaggeren van het
Heldersche kanaal
Burgelijke Stand van Den Helder
Het
schoolvoetbaltournooi
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thons 6 voor 8 ct. en 25% zwaarder dan de meeste andere.
F euilleton
door
Correspondentie voor Hr. Ms.
kruiser „Java" en Hr. Ms. onder
zeebooten „O 13" en „O 15".
Op 7 April a.s. zullen brievenmailen worden
gezonden naar Hr. Ms. kruiser „Java" en Hr.
Ms. Onderzeebooten „O 13" en „O 15".
Correspondentie voor de opvarenden der
oorlogsschepen moet, om nog met deze ver
zending te kunnen worden medegegeven,
Dinsdag voor 6 uur 's morgens gepost zijn op
het Hoofdpostkantoor alhier. De stukken be-
hooren gefrankeerd te worden volgens het in
ternationaal tarief en moeten voorzien zijn
van twee lijnen, elkaar snijdend over het ge-
fieele adres.
In afwijking van den gewonen regel zal het
Nat. Hist. Museum aan de le Vroonstraat
a.s. Londag gesloten zijn. In plaats daarvan
zal het geopend zijn op Zondag 11 April a.s.,
des nam. van 35 uur (uitelg met lantaarn
plaatjes 3.30 uur).
De openingsurer van a.s. Zaterdag blijven
vastgesteld van 710 uur.
Een gestrande Londen-boot, die
de voor anker liggende „Nautilus"
bleek te zijn.
Gisteravond, kwart voor negenen, bij
het binnenkomen van een motorschoe-
nertje in de haven van Nieuwediep, werd
gerapporteerd, dat bij de z.g. „Kapies"
vermoedelijk de Londen-boot aan 'den
grond geloopen was.
Als gewoonlijk ontplooide dit bericht bij de
fa. Wijsmuller direct een groote mate van
activiteit en al spoedig verliet de sleepboot
„Utrecht" de haven, met bestemming de
„Kapies", hetgeen een klein uur varen is.
Gezien de gunstige weersgesteldheid had
men het bericht met een groote mate van
reserve ontvangen, zoodat, toen later op den
avond bleek, dat men voor niets uitgevaren
was, dit geen al te groote teleurstelling be-
teekende.
Het bleek namelijk, dat op de aange
duide plaats inderdaad een boot lag, doch
geen Londen-boot, maar ons welbekend
.Visscherij-Inspectie-schip de „Nautilus",
dat voor anker was gegaan.
Het roer werd omgegooid en te kwart voor
ëén in den nacht lag de „Utrecht" weer aan
den wal.
De laatste abonnementsvoorstelling.
A.s. Donderdag wordt in „Casino" de laat
ste Abonnementsvoorstelling gegeven en wel
„Een vrouw in haar bloei" („La femme en
fleur"), een stuk van Denys Amiel.
De „Nieuwe Rott. Courant" schrijft er als
Volgt over:
Zoo is het ook met de voortreffelijke voor-
Stelling, die de Amsterdamsche Tooneelver-
eeniging er van onder regie van Albert van
Dalsum gegeven heeft. Men weet niet wat het
meest dient geprezen: het ensemble-spel of
de individueele vertolkingen.
De bezetting van de drie hoofdrollen is hier
wel uiterst moeilijk, omdat een enkele ver
keerde nuance direct de onderlinge verhou
ding totaal verstoort. Die wanklank is niet
gehoord, de harmonie niet verbroken.
In de allereerste plaats is dat te danken
aan Loudi Nijhoff, die als Valentino heeft
verrukt en ontroerd. Zij was deze gracieuse,
veroverende vrouw als „van zelf", direct bij
haar entree in de eerst wat rommelige begin
scène. Misschien tijdens het vroolijke gesprek
nog iets te jong vond zij spoedig „den leef
tijd" in het conflict met Huguette. En lang
zamerhand werd haar spel steeds intenser en
smartelijker, teer in de overgangen en su
bliem in de stille momenten zooals ln het
laatste bedrijf onder het Bachconcert.
De schouwburg was tot den nok toe ge
vuld, een zeldzame gebeurtenis! De Amster
dammers schenen op deze voorstelling te
hebben gewacht: daar hadden zij volkomen
gelijk in.
Door het Raadslid R. Boogaard (S.D.A.P.)
is het volgende schrijven aan den Voorzitter
van den Raad onzer gemeente gericht:
Ondergeteekende stelt zich voor in de eerst
volgende vergadering van den Gemeenteraad
de volgende vragen aan het College van B. en
W. te richten, waarop hij dan gaarne een
antwoord zou ontvangen:
Was het aan het College van B. en W. be
kend, dat bij de indiening van het Raadsvoor
stel bijlage No. 105, betreffende het uitbag
geren van het Heldersch Kanaal in werkver
schaffing:
le. aan arbeiders, die een eigen woning heb
ben, zou worden toegestaan om slechts 5 we
ken te mogen werken, terwijl zij de 6e week
wel moesten stempelen, doch geen steun zou
den ontvangen, zelfs al is de eigen woning
voor 2/3 met hypotheek bezwaard?
2e. aan arbeiders met een klein bedrag aan
gezinsinkomsten van 2.50 tot 4.per
week, zou worden toegestaan slechts 4 weken
te werken en de 5e week wel moest worden
gestempeld, doch geen steun zou worden ge
noten
3e. dat aan kostgangers zou worden toege
staan 3 weken te werken, terwijl zij daarna
gedurende 2 weken geen steunuitkeering zou
den ontvangen?
4e. dat voor de eerste 3 uren regenverzuim
niets geen vergoeding wordt gegeven en
voor de volgende verzuimuren 70 van het
loon, tengevolge waarvan gedurende de 4 we
ken, v/elke thans dit werk wordt verricht,
nog maar één week de beloofde 16.32 is uit
betaald, terwijl de overige 3 weken nog min
der is verdiend?
Indien deze gevallen wel aan het College
van B. en W. bekend waren is de Raad inzake
de loonbepalingen onvoldoende ingelicht.
Waren deze voorschriften niet bekend, wat
heeft het College van B. en W. dan gedaan
om aan die bepalingen een einde te maken,
waarbij er aan mag worden herinnerd, dat on
dergeteekende reeds 3 dagen, nadat de werk
verschaffing aan den gang was, den Burge
meester omtrent dezen gang van zaken heeft
ingelicht, doch hierover tot nu toe niet meer
heeft vernomen, terwijl de oorspronkelijke
voorschriften toch zijn uitgevoerd.
Ook de Heldersche Bestuurdersbond
adresseert.
Door den Helderschen Bestuurdersbond werd
aan het College van B. en W. het volgende
adres gezonden:
Edelachtbare Heeren,
Namens het Bestuur onzer organisatie heb
ben ondergeteekenden de eer Uw College be
leefd onder de aandacht te brengen, dat bij het
uitvoeren van het baggerwerk aan het Hel
dersche Kanaal in werkverschaffing, thans be
palingen en regelingen ten uitvoer worden ge
legd, die reden tot klachten der tewerkgestel-
den geven.
Daar deze ten uitvoer gelegde bepalingen en
regelingen belangrijk ten ongunste afwijken
van datgeen, dat door Uw College, bij monde
van den heer Burgemeester is voorgesteld ge
worden, bij de behandeling van deze kwestie
in de vergadering van 29 Juli 1936 van den
Raad dezer Gemeente, meent ons Bestuur, dat
er alle reden is deze klachten als juist te er
kennen en, Uw College beleefd, doch dringend
te verzoeken, die maatregelen te willen nemen,
die kunnen leiden tot een rechtvaardiger toe
passing der bepalingen en die een aanpassing
dezer bepalingen aan het door U voorgestelde
kunnen bewerkstelligen.
De klachten, die bij ons Bestuur zijn inge
komen en hierboven bedoeld, betreffen in het
bijzonder:
1. De toepassing van een regenverlet-bepa-
ling, waarbij is vastgesteld, dat bij regenverlet
de eerste drie uur niet zullen worden vergoed.
Bij de toch al niet voldoende belooning van
dit zware werk moet het verlies van drie
regen-uren als onoverkomelijk worden be
schouwd. Een dergelijke regeling vindt zelfs in
geen enkel particulier bedrijf toepassing.
2. De regeling waarbij aan ongehuwden drie
weken werken wordt toegestaan om vervolgens
gedurende twee weken van steunuitkeering te
worden uitgesloten.
De betrokkene komt derhalve aan een week-
inkomen van 3 x 16.16 te deelen door 5 weken
is 9.70.
Wanneer deze betrokkene in de steunrege
ling is opgenomen als uitgetrokkene, bedraagt
zijn steunuitkeering 7.per week.
Deze zware arbeid, die meerdere voeding en
kleeding eischt, wordt dus practisch gewaar
deerd met 2.70 per week.
3. De regeling, waarbij aan gehuwden vijf
weken werken wordt toegestaan om vervolgens
eveneens één week van steunuitkeering te wor
den uitgesloten, wanneer de betrokkene een
huis te zijnen name heeft ingeschreven staan.
Deze tewerkgestelde kan dus een weekin-
komen bereiken van 5 x 16.16 te deelen door
6 weken is 13.67.
Een soortgelijke arbeider, wonende echter in
een huurhuis, behoeft een dergelijke wachtweek
niet door te maken en kan aldus een weekin-
komen bereiken van 16.16, terwijl het zeer
wel mogelijk is, dat eerstgenoemde hoogere
lasten heeft te dragen uit zijn z.g. bezit voort
vloeiende, dan de laatstgenoemde aan huur
verschuldigd is.
4. Dat tewerkstelling heeft plaats gevonden
en nog vindt van arbeiders, die van tewerk
stelling hoegenaamd geen voordeel ondervin
den, terwijl hun uitgaven dikwijls niet onbe
langrijk stijgen door meerdere en betere voe
ding en kleeding.
Resumeerende komt ons Bestuur tot de con
clusie, dat met de ten uitvoer gelegde bepalin
gen, de thans in uitvoering zijnde werkver
schaffing geen verbetering kan worden ge
noemd voor de ondersteunde werkloozen.
Refereerende aan de door Uw College in de
meergenoemde Raadsvergadering geuite ver
wachtingen, waarbij wachtweken en regenver
let niet worden genoemd, heeft ons Bestuur de
eer, bij Uw College op het nemen van maat
regelen aan te dringen.
In het vertrouwen, dat Uw optreden de door
ons Bestuur begeerde maatregelen tot gevolg
zal mogen hebben.
Aan den kop van de haven, even voor Wier-
hoofd, is de bedrijvigheid gekomen. De lang
verwachte.
Na maanden van eenzaamheid. Na maanden,
die hier alleen, in tergende regelmaat, de
Dokter Wagemaker brachten, heen en terug,
lederen dag zooveel maal.
Anders niets. Een enkele vlet, een botter die
voorbijpufte. Een sloep van de Marine, waarin
wat jonge matrozen zaten.
Maar nu is dan de haring weer komende.
Onder de nauw-bewogen oppervlakte
van de grijze Noordzee is het weer be
ginnen te leven. Millioenen en milliarden
jonge haringen schieten nu in ontzaglijke
scholen daar voort, één imposante demon
stratie van nieuw leven. Boven het water
vliegen de meeuwen. Ook voor hen breekt
weer den goeden tijd aan. Als ze de bot
ters en vletten blijven volgen. En steeds
weer neervallen in het water, om de blik
kerende schubbedieren weg te grissen
uit de netten.
Er is bedrijvigheid gekomen aan de haven.
Weer zijn daar honderden en honderden wit
gele kisten opgestapeld, waarin iederen dag
weer de haringen verzonden worden naar alle
deelen van het land. Kisten, bedekt met schub
ben, en omgeven van de geuren der zee.
Op den wal staan ze nu weer: de visschers.
Breed en stil. Te slaan in hun armen, dat het
ketst tegen de oliejekers, om de voorjaarskou
te verdrijven, die hun ledematen steekt.
Jonge kerels, die met bevende vriesvingers
den brand in hun sjekkies steken, en stamp
voeten op de planken van de steigers.
Onder de steigers liggen nu de vletten te
deinen. Er is nog niet zoo veel haring, maar
sommige schuiten komen al met een aardigen
vangst thuis. Die ligt wit en blank in de vlet
ten. Haring, zóó vanuit de Noordzee, eerst
De jaren die volgden brachten maar weinig
verandering. Diny was, door slapte in het
bedrijf, voor eenige maanden geleden haar
betrekking kwijtgeraakt en had er een an
dere voor in de plaats gevonden. En ofschoon
het werk haar daar niet zoo goed beviel,
trachtte ze het toch maar zoolang mogelijk
vol te houden.
Ze moest, om haar goede figuur, vaak als
pasdame fungeeren en dat nam veel van haar
tijd in beslag. Daardoor kwam haar andere
werk op het atelier in het gedrang. Het
scheen dat iedere vrouw er tegenwoordig
haast bij had om het gekochte in huis te heb
ben en zoo werd bijna iedere bestelling, iedere
verandering, spoedwerk.
Dat eeuwige gejaag maakte haar nerveus
en prikkelbaar. Ze was, door de omstandig
heden, allang niet meer het zachtaardige
vrouwtje van vroeger. Zij had zich, in den
loop der tijden al zoo vaak aan de scherpe
kanten van het leven gestooten, dat ze ge
leerd had zich schrap te zetten.
Alleen als ze bij Marjoleintje was, dan was
ze nog dezelfde... Ze had in haar nieuwe om
geving met geen woord over haar omstandig
heden gerept. Het gaf allemaal maar verwik
kelingen en gepraat en op het een noch het
ander was ze gesteld. Ze ging haar eigen
weg, zonder zich meer dan noodig met de
anderen te bemoeien en al vonden sommigen
haar „één en al verbeelding", hadden ze toch
over het algemeen genomen, geen hekel aan
haar. Ze stond voor haar werk en zag er niet
tegen op, zoo noodig, een ander wat uit de
hand te nemen.
Eén groot voordeel bood deze nieuwe be
trekking en dat was dat ze 's Zaterdags
middags om vijf uur reeds vrij was. Daardoor
kon ze bijna twee uur eerder dan anders in
Amersfoort zijn. De Zondagen vooral waren
feestdagen voor haar. Dan wandelde ze met
Marjoleintje in de prachtige boschrijke om
geving en genoot volop van het gebabbel van
de kleine. Dat was als muziek voor haar, het
VOOR DE PI«JP.
Rookt IBIS bij voorkeur uit een IBIS-pijp.
Bij Uw winkelier verkrijgbaar.
enkele uren geleden uit de koele golven ge
sleurd door de enorme netten.
Dan gaan de schepnetten roeren in de
lading. Eén man in de boot, één op den wal.
Zoo worden de sorteerbakken volgesmeten.
Steeds weer glijen de blinkende visschen op
het gele hout, dat wordt als een wonderlijk
prisma van duizend kleuren, door de schubben.
Rappe handen tellen: vlug, zóó vlug, dat de
outsider het niet bij kan houden. Tot het hem,
die tracht mee te tellen, begint te duizelen.
Er omheen staan meestal oude visschers. Zelf
kunnen ze niet meer mee op de riemen, maar
ze stellen er nog een machtig belang in hoe
hun zonen en kleinkinderen het klaarspelen.
Veel wordt er niet gezegd. Het is ten
slotte een eenigszins op zichzelf levend
volkje, dat met name als daar belang
stelling is, weinig uitlaat. Maar ze tellen...
tal op tal. En steeds weer worden de
kisten gevuld.
Boven de haven vliegen de meeuwen. Grijze
schuitjes in de grijze lucht. De meeuwen, die
hier een gastmaal bereid wordt. Haringen,
krabben, zeesterren, alles is van hun gading
en steeds weer weten ze het weggeworpene
nog net in hun grijpgrage kaken te vangen.
Maar dat is me een geschreeuw en gegier
en gekrijsch boven de tellers. Iedere meeuw
betwist de ander zijn buit en het is een
voortdurend gevecht.
Langzaam aan worden de vletten leegge-
schept. Groezelig komt de bodem bovengloren.
Totdat er plotseling een stuk zon doorbreekt,
die de heele vlet in één schittering van alle
kleuren van het zonnespectrum toovert.
Zoo gaat het nu iederen dag verscheidene
uren.
Des morgens vroeg en ook des avonds. Als
de maan het geheel een romantisch cachet
geeft en speelt op de schubben der duizenden
en duizenden haringen, die ieder een mantel
van zuiver diamant krijgen.
En het wordt drukker. Iederen dag komt
er meer aan.
Totdat straks de groote trek zal komen
en de heele haringvloot paraat wordt.
D&n eerst leeft de haven van Nieuwe
diep.
GETROUWD: J. E. Hermes en D. C .Beeze-
mer; Th. E. Koopman en P. M. Kater; J. Bot
en T. de Ruiter; P. de Jong en G. Oorburg; J.
B. Josée en F. J. Bongers; F. J. Smeelen en
I. Piersma; A. Visser en Y. Schuil.
BEVALLEN: B. BregmanOosterbaan, d.
J. I. BakkerRietbergen, z. Ph. M. M. van
DoorenGotwalt, z.
OVERLEDEN: A. Glotze, (v), 74 jaar. Wed.
A. Kossen, 60 jaar.
vormde een heerlijke tegenstelling met het
razende getik van de electrische machines,
dat haar dag aan dag in de ooren klonk.
Marjoleintje, kortgeleden vier jaar gewor
den, was opgegroeid tot een alleraardigst
kind met een grappig snuitje en een paar
oogen, die soms konden tintelen van levens
lust, maar op sommige oogenblikken zóó
droef konden staan, dat ze bijna niet bij een
kindergezicht pasten.
Een zekere gelijkenis met den vader was
er wel, doch die kwam meer naar voren in
haar aangeboren intelligentie dan in haar
uiterlijk. Gezicht en maniertjes had zij meer
van haar moeder. Het natuurlijk krullende
haar, dat bij Diny donker, doch bij Marjo
leintje nog heel licht blond was, droeg daar
veel toe bij.
Bijna iedere week bracht Diny iets voor de
kleine mee, een zelfgemaakt jurkje, een
schortje of wat ondergoed en eens zelfs een
van wol gehaakt hondje.
Dat laatste was van stonde af aan Marjo-
leintje's metgezel. Dat mocht naast haar sla
pen en overdag, als zij op straat speelde,
moest het voor het raam naar haar kijken.
En 's Zondags als ze gingen wandelen, waren
de meeste verhalen, die haar moeder te hooren
kreeg, over Bobby, want zóó had ze hem ge
noemd.
Wist Mammie wel hoe goed hij op haar
lette? Ze hóórde hem soms huilen, als ze bij
het spelen wel eens van het stoepje afging.
En eens was hij van schrik van de venster
bank gevallen, toen hij zag dat ze bijna onder
een fiets gekomen was. Nee, Mammie hoefde
nu niet bang meer te zijn, ze bleef sindsdien
altijd vlak voor de deur. Haar knietje had nog
heel lang pijn gedaan, al had moeder Dekkers
er iederen avond, voor ze naar bed ging, een
biskwietje op gelegd. Dat hielp goed, wist
Mammie dat wel?
Soms maakte, midden in zoo'n kinderver
telsel, een wrevelig gevoel zich van Diny
meester. Als Marjoleintje, zooals nu, weer
van „moeder" Dekkers sprak. Dat kon ze nog
maar steeds niet goed verdragen.
Zaterdag 3 April.
Casino, 7.30 u. Kleinkunstavond Marine
Sanatoriumfonds.
Alg. Mil. Tehuis, 8 u. Feestavond Friesche
Vereeniging.
Musis Sacrurn, 8 u. Uitvoering Kon. Ned.
Bond van Oud-Onderofficieren.
Zondag b April.
R. K. Volksbond, 8 u. Feestavond R. K.
Missie Naaikring, ten bate van de Missie.
Tuindorp 1 en Centraal ni in de
finale van de Lagere Scholen.
Chrissie, de linksbinnen van Centraal
Zevende III.
Wederom is een dag verstreken van de
Paaschvacantie en de schoolbanken, frisch
geboend en ontdaan van inkt- en andere vlek
ken, komen in 't zicht... Weldra zal het ver
trouwde gelui van de schoolbel de jongens en
meisjes weer in de lokalen roepen, lokalen,
die ruiken naar groene zeep en soda... Maar...:
nü is het nog vacantie, nü zijn er nog de
schoolwedstrijden. Weliswaar zijn de meeste
wedstrijden al gespeeld, maar de belangrijk
ste, de finales „om het kampioenschap van
Den Helder"!, moeten Zaterdagmiddag nog
worden gespeeld!
Twee van de finalisten hebben we gister
morgen een poosje gadegeslagen. Eerst zagen
we hoe Tuindorp 1 het tweede elftal van die
school met 121 geen schijn van kans gaf.
Tuindorp I met een stuk of vier, vijf „groote"
krachten in haar midden, stuurde het tweede,
waarvan de jongens stuk voor stuk kleiner
waren, van het kastje naar den muur. Alleen
de kleine keeper gaf geen krimp en hij heeft
heel wat pillen, die door die groote voorhoede
spelers van I op hem afgevuurd werden, ver
werkt... Hij tolde soms door het doel, dat
het een aard had en door zijn moedig keepen
had hij de sympathie van allen, die achter
zijn doel samengepakt stonden.
Zooals altijd ging de sympathie van het
publiek uit naar de zwakkeren en zoo kon
men dan ook hooren, dat II met allerlei
schoone kreten tot grootere daden aangemoe
digd werd
De andere finalist is het Centraal Zevende
III, de club van Chrissie, u weet wel, de
held van het tournooi van het vorige jaar.
Chrissie heeft nog niets van zijn populariteit
ingeboet en hij voetbalt alsof hij zijn jonge
leven niets anders gedaan heeft. Hij dribbelt
met die korte pootjes, dat het een lust is en
schieten, mijnheertje, keihard en zuiver! Nu
heeft Chrissie dat voetballen niet van een
vreemde, want z'n vader heeft op de Noord-
Hollandsche velden als Dries Heeres vroeger
een goeden naam gehad. Pa Dries behoorde
natuurlijk tot; de aanwezigen en het moet
prettig voor dezen oud-voetballer geweest
zijn, zooveel lof over zijn zoon te hooren ver
kondigen. Chrissie, de linksbinnen, is weder
om de held van het tournooi. Het is grooten-
deels z ij n werk, dat zijn school in de finale
gekomen is, al dient gezegd te worden, dat
ook de „lange" midvoor en de kwieke links
buiten flinke krachten voor hun „ploeg" zijn.
Centraal Zevende Leerjaar won, zeer ver
diend, met 31 en komt dus Zaterdagmid
dag uit om het Kampioenschap van Den
Helder tegen Tuindorp 1.
De uitslagen van gisteren luiden:
AFDEELING A.
4e ronde:
4 IGroen van Pr. 5o
Tuindorp ITuindorp II 12—1
AFDEELING B.
3e ronde:
Jul.dorpAnna Paulowna 40
Centr. IIIRehoboth 31
AFDEELING C.
2e ronde:
A.B.S. IIIH.B.S. II (na strafsch.) 45
U.L.O II—Chr. U.L.O. 3—<J
A.B.S. II—H.B.S. IV 18—0
A.B.S. VI—R.K. U.L.O. o_6
Het kind merkte die veranderde stemming
altijd direct op, want inplaats van geheel op
haar gesnap in te gaan en met haar mee ta
praten, werd haar Mammie dan ineens erg
stil. s
En dan kon ze, na een paar maal naar haar
moeder opgekeken te hebben, soms ineens met
een heel benepen stemmetje vragen:
„Is Maddeleintje stout, Mammie?"
Dan sloeg Diny's stemming als bij toover-
slag om. Het kind mocht er niet de dupe van
zijn, als er iets was dat haar hinderde. Dan
kon ze ineens weer uitgelaten, dol, met de
kleine voorthollen op de heerlijke buitenwe
gen, en dan werd ze soms onverwachts be
loond door een enkel gezegde van het kind,
dat alle somberheid van het oogenblik tevoren
wegnam.
„Maddeleintje vindt Mammie nóg liever dan
moede-Dekkes!"
Dan voelde Diny haar hart opspringen van
vreugde, omdat ze, voor dien eenen dag al
thans, meer voor het kind was dan die andere
vrouw..
En dan bedacht ze, hoe heerlijk het zou zijn
als ze de kleine eenmaal voorgoed bij zich
had... Door haar veranderden werkkring was
dat plan van destijds heelemaal in duigen ge
vallen. Het geld, dat zij opgespaard had, was
bijna allemaal, opgegaan in dien tijd van niets
doen, die tusschen het verlaten van de eene
en het aanvaarden van de andere betrekking
lag. En ze wou, dat dis Marjoleintje kwam,
ze het bij haar zeker even goed zou hebben
als hier. Te bedenken dat het kind dan enkel
en alleen voor haar zou zijn...
Maar als ze dan, zooals nu, bij hun thuis
komst, de goede zorgen weer zag, waarmee
Marjoleintje omringd werd, dan gunde ze
juffrouw Dekkers graag een plaatsje in dat
kinderhart.
(Wordt vervolgd)
Annie dc Hoog—Nooy
18)
Hij had een nieuwe strijd aangebonden met
de verzengende hitte, waaraan hij, zooals hy
schreef, wel nooit zou kunnen wennen. Ook
werd het verlangen naar Holland den laatsten
tijd veel sterker in hem. Was dat misschien
omdat hij veronderstelde betere resultaten te
zullen bereiken dan zijn vader, waar het het
opsporen van Diny betrof
Bij dit gedeelte van den brief hield Rudolt
Beerens een oogenblik met lezen op.
Hoelang zou hij den jongen nog moeten
doen gelooven, dat hij nasporingen naar aa
deed? Hij had dit lang geleden inderdaad eens
gedaan,, niet om zijn zoon, van hetgeen j
te weten zou komen op de hoogte te s e e
doch om zélf te weten hoe die vrouw leefde.
Hij had gemeend, dat het hem heel gema
kelijk zou vallen, dat te weten te komen, mj
had immers haar adres, ergens in Den Haag...
Mfcar het bleek, dat zij vandaar vertr°kk®"
was, zonder nader adres. Van haar km
ze blijkbaar afstand gedaan, dat was nu er
gens buiten. Hoe het precies in elkaa^ za
wisten de buren niet te zeggen, ze ha
nog maar kort gewoond toen de andere
trokken. .„--i
Maar voor haar was het voldoende g
Hij wist nu dat ze haar eigen leventje leid
en zich niet eens meer bekommerde om
kind. Hij was er benieuwd naar of a
hij dat zou weten, nóg zoo op het vl"
haar verblijfplaats gesteld zou zijn. Toe
hij den moed niet het hem mede te deelen.
Wie weet wat voor een uitwerking zoo'n be
richt op hem had, Neen, het was maar beter
het zoo te houden en dan later, als hij terug
was en het hem nóg niet uit zijn gedachte
wou, hem voorzichtig van een en ander op
de hoogte te stellen. Iets was er, dat hem
steeds raadselachtiger voorkwam en dat was.
dat die vrouw haar rechten nooit had laten
gelden. Daar had hij stellig op gerekend. Het
speet hem, dat zij dat niet gedaan had, om
dat de houding, die ze nu aannam, in zekeren
zin voor haar pleitte
Een beetje afwezig las hij den brief verder.
Iedere zin die volgde, verried hem opnieuw
de liefde, die zijn zoon die vrouw nog steeds
toedroeg.
En aan het einde kwam weer, evenals bij
zijn vorige brieven, de dringende vraag:
„Toe vader, doe nu eens Uw best en tracht
iets omtrent haar te weten te komen. U wilt
me nu toch wel helpen, is het niet?"
Rudolf Berens staarde 'n oogenblik recht
voor zich uit, dan schudde hij met een be
slist gebaar het hoofd.
Hij zat alweer over zijn werk gebogen toen
Stevens met een mand houtblokken binnen
kwam. De oude huisknecht wierp een schui
nen blik op zijn meester. Hij had het al ge
zien, hij zou dezen keer wel van nieuws uit
Afrika gespeend blijven. Er had vast weer
wat in den brief gestaan, dat den ouden heer
niet aanstond. Toch kon hij een kansje wa
gen. Ook bij ergernis wou een mensch z'n
hart wel eens luchten.
„Als mijnheer het me niet kwalijk neemt,
zou ik willen vragen of Alles goed is met
mijnheer Paul
„Ja, best. Dank je."
Verder geen woord.
Teleurgesteld verliet Stevens de kamer. Op
de gang gekomen kon hij zijn wrevel niet lan
ger verkroppen.
„Sommige menschen zijn je belangstelling
eigenlijk niet waard", mompelde hij.