Stadsnieuws
D'E IN DE PIJT>
Kleinkunst-avond
M.S.F.
Nier
CeWONNfAl
Sproeten komen vroeg in
Sprutol. Bij alle Drogisten.
Waar gaan heen
f ^eer doo 100 troost-^
dien nree
Maandag 5 April 1937
Heldersche Courant
Tweede Blad
Verbond voor Nationaal Herstel
Hr+ Ms* wO 16" terug
uit de
Spaansche wateren
Uitvoering
„Het Noorderlicht"
Feestavond van den Bond
van Oud-Onderofficieren
het voorjaar, koop tijdig een pot
Feestavond
Missienaaikring
Licht op voor alle voertuigen
Uit het politierapport
Hoofdp»»» ^"edere pro
prijsvraag V 0fdpr>is- Dus
priixenl .erheden at>n
BEV A VAKKLEEDING J
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor 8 ct. en 25% zwaarder dan de meeste andere.
Feuilleton
Annie de Hoog—Nooy
xin.
In de op Zaterdag 3 April j.1. te 's-Graven-
hage gehouden vergadering van den Centra-
len Raad, werd onze stadgenoot, de heer A.
Uithol, lid van den Gemeenteraad alhier, be
noemd tot lid van het Hoofdbestuur van het
Verbond voor Nationaal Herstel te 's-Graven-
hage.
Naar wij vanmorgen vernamen be
staat de mogelijkheid, zij het met voor
behoud, dat Hr. Ms. „O 16", komende uit
de Spaansche wateren, morgenmiddag 12
uur in de haven van Nieuwediep aankomt,
De uitvoering van het M.S.F., Zaterdag
avond in het „Casino" gehouden, viel, en met
name in den aanvang van den avond, slechts
een zeer matig bezoek ten deel, iets waar
over zoowel bestuur als wij ten zeerste ver
wonderd waren.
Tenslotte genieten de feestavonden van het
M.S.F. een groote populariteit en kenmerken
deze zich door volle zalen en een aardig pro
gram. Wellicht dat aan een en ander de nade
rende zomer debet is, of de voorbije Paasch-
dagen; hoe het ook zij, het was geen „ouder-
wetsche" uitvoering.
De heer Jac. Bos, enthousiast praeses van
de Vereeniging, sprak een kort welkomst
woord, daarbij speciaal noemende de vertegen
woordigers der aanwezige plaatselijke veree-
nigingen.
Voorts lichtte de spreker toe, zij het in
enkele woorden, wat het M.S.F. doet en wat
het beteekent voor het Marinepersoneel.
Wij vernamen o.a., dat vooral het laatste
jaar zich kenmerkt door een niet geringe stij
ging der uitgaven: hierin had men niet min
der dan ruim 6000 verpleegdagen te boeken,
welke een bedrag vorderden van ruim 12.000
gulden.
De heer Bos roemt de medewerking, die het
Fonds ondervindt van letterlijk alle instanties.
Zoowel van de Marine-autoriteiten als van het
personeel. Doch ook de burgerbevolking blijkt
begrepen te hebben, wat men aan deze instel
ling verplicht is: zoo ondervond men van de
Heldersche winkeliers een zelfs zéér prijzens
waardige medewerking, terwijl de laatst ge
houden speldjesdag een bedrag opleverde van
meer dan 500.
Tenslotte deelt spr. nog enkele programs
wijzigingen mee, o.a. door het ter elfder ure
verhinderd zijn van enkele tooneelisten. Dank
zij de medewerking van Henny van Gelderen,
soubrette, hoopt men dit euvel evenwel onder
vangen te hebben.
Waarna de Kleinkunst-avond een aanvang
neemt met het optreden van een Stafmuziek-
orkestje, bekende gezichten op het bekende
podium. Men beluisterde de zoet-gevooisde
klanken van den alouden Dichter en Boer en
van Strauss' wals „Wiener Blut". Men speelde
zooals men dat gewend is, doch ook onder het
slechts matige publiek bleek een opvallende
praat-graagte te bestaan. Hetgeen niet be
vorderlijk is voor het cachet van het geheel.
Het is een wonder, hoe hinderlijk zelfs een
klein auditorium soms wel kan ?ijn.
Vervolgens verscheen een imitator, een man
die dierengeluiden ging nabooten. Het was de
heer H. W. Kok en velen is de mond open
gevallen van verbazing over zooveel dierlijke
uitdrukkingskunst. De man kakelde als een
Barnevelder kip, presteerde koe-geluiden als
of men zoo in den stal zat en floot als een
all round kanariepiet. Men werd er stil van
en bracht dezen virtuoos een machtig applaus.
Dan verschijnt de welbekende Henny van
Gelderen. Deze soubrette is al weer een oude
bekende op de M.S.F.-avonden en ook thans
weer heeft zij haar soubrette-gaven rijkelijk
gedemonstreerd. Henny was best op dreef,
zong Jordaansch en Czardassen of het kinder
werk was en... was hoogelijk getapt. Aan den
vleugel begeleidde Nico Visser en ondanks
alle moeilijkheden, die de vitale Henny hem
bereidde, werd hij er niet uitgespeeld, hetgeen
wat zeggen wil.
En zoo voltrok zich deze avond van elck-
wat-wils. Daar verscheen de heer Donkers, de
bekende Staf-fluit- en piccolo-virtuoos, en hij
vergastte de aanwezigen op enkele staaltjes
van zijn technisch kunnen, die inderdaad frap
peerend zijn. Doch ook hier had men gaarne
wat meer stilte van de nog in Henny-róes ver-
keerende dames en heeren gezien. Het was
wederom de heer Visser, die op correcte wijze
het accompagnement verzorgde.
Voor de pauze arriveerde nog eens de sou
brette, ditmaal bijgestaan door enkele heeren
en gezamenlijk bracht men een sketch. In een
half uur ingestudeerd, een beetje flauw, maar
maar waarbij men uit kon lachen, hetgeen ook
iets waard is.
Na de pauze ging het program op deze wijze
nog een uurtje door en hoe later het werd, des
beter werd de stemming. Zoodat deze in
optima forma was, toen de „Casino"-band de
dansmuziek ging leveren.
Vermelden wij nog, dat de zeer selecte me
chanische muziek verzorgd werd door den
heer L. J. J. Duzee.
I j j |j Een prettige uitvoering op
Huisduinen.
Tot de weinige specifiek Huisduiner ver-
eenigingen behoort de tooneelclub „Het
Noorderlicht", die er zich op beroemen kan
vrïjAvel de complete jeugd van dat dorp tot
lid en de ouderen tot haar donateurs dan wel
supporters te mogen rekenen. Als „Het Noor
derlicht" een uitvoering geeft, zooals dat Za
terdagavond in Dennenheuvel het geval was,
dan is heel Huisduinen ook present om zich te
vereenigen in dat knusse zaaltje, waarin de
potkachel zoo lekker snort. Het Noorderlicht
zoekt zijn heil niet in tooneelkunst met een
groot T, maar het ontleent zijn bestaansrecht
aan de eigenschap om de Huisduiner goe
gemeente een paar keer in den winter een
paar genoeglijke uurtjes te bezorgen. Dat zij
inderdaad genoeglijk waren, wel, daar hebben
we ons persoonlijk van vergewist. „De inkwar
tiering bij Jaap Beyers" werd opgevoerd, een
klucht, die niet nieuw is, maar wel zóó grap
pig is, dat succes bij voorbaat verzekerd is.
Nu dient er dadelijk bij gezegd te worden, dat
de executanten vlot en met veel bravour ge
acteerd hebben. Zonder onderscheid hebben
zij allen goed werk geleverd en we noemen ze
dan ook hier in willekeurige volgorde: de da
mes: M. en A. Bontes, Truus Rudolph en Rie
v. d. Berg en de heeren KI. Bijl, Jan Blokker,
Hoogvorst, Makelaar en Bruin.
Na de pauze werd een aardig revue-tje op
gevoerd, dat in scène gezet was door dén man,
aan wien Noorderlicht, vooral als regisseur,
veel te danken heeft, door den heer A. J.
Melief. „Artisten gevraagd", heette dat
revue-tje en het was vermakelijk te zien,
welk een verscheidenheid aan kunstenaars
zich op de advertentie in de Huisduiner Cou
rant (sic!) aangemeld hadden. Directeur van
het theater was de heer H. Bergmans en zijn
factotum Flip heet in het dagelijksch leven
W. Makelaar. P. Nieuwland meldde zich aan
als leider van een vlooientheater, de dames
Vrouwtje Smit, B. M. de Vries en de heer
Jan Blokker voerden onder groote ontroering
van het auditorium de schets „Het jurkje"
(een dramatisch product van den heer Melief)
op, terwijl de heeren Bontes en Makelaar voor
een worstelattractie zorgden, waarbij meer
vesten op de proppen kwamen dan worstel-
capaciteiten... Het beste nummer van deze
revue werd echter geleverd door Prof. Melo-
rini, die met zijn sprekende pop Greetje een
zeer grappige séance gaf.
Voor de welkome afwisseling werd gezorgd
door de mondorgelclub „Ons Genoegen", die
op goede wijze een viertal nummers ten ge-
hoore bracht. We zullen van dit ensemble, dar
ernstige pannen heeft, nog wel meer hooren.
Overigens was de muzikale verzorging van
dezen avond in handen van het ensemble De
Leeuw, op wiens uitstekende muziek de Huis-
duiners c.s. eenige genoeglijke uurtjes gedanst
hebben. „Het Noorderlicht" kan ongetwijfeld
met genoegen op deze uitvoering terugzien!
De laatste avond van het afge-
loopen seizoen.
Deze laatste feestavond van de Oud
onderofficieren kenmerkte zich evenals de
beide voorgaande, die wij mochten mee
maken, door de intieme gezellige sfeer,
die de genoodigden er aan wisten te ge
ven. In een dergelijke sfeer kan een avond
niet anders dan slagen.
De heer Schenkius was het, die als voor
zitter de aanwezigen, in het bijzonder de ver
tegenwoordigers der zustervereenigingen van
land- en zeemacht, een hartelijk welkom toe
riep. De voorzitter kan niet nalaten een moe
dige daad, die een van de aanwezige leden
voor 30 jaar verrichtte, aan de vergetelheid
te ontrukken. Het was n.1. de heer Lalau, die
met groot gevaar voor eigen leven in de ha
ven van Tandjong Priok te water sprong en
een meisje redde. Wanneer men nagaat, dat
vooral in dien tijd de haven wemelde van
haaien en tevens door onderwaterstroomin-
gen onveilig wordt gemaakt, kan men het niet
anders dan toejuichen, dat de voorzitter dit
gebeuren naar voren bracht en den moedigen
redder, mede namens de aanwezigen op deze
wijze huldigde. De heer Schenkius geeft hierna
de leiding over aan de feestcommissie.
Op het programma staan een tweetal kluch
ten en het optreden van de mondorgelclub
vermeld. De wijze waarop door de hoofdver
tolkers deze kluchten werden opgevoerd was
van dien aard, dat we zelfs een moment in span
ning zaten of een van de dames achter ons
nog tot bedaren zou komen. De lachsalvo's
waren niet van de lucht, ,,'t Valsche etiket"
was de naam van dit eerste blijspel. Twee
zakenmenschen van het Israëlietische geslacht,
Samson en Moot, houden er een particuliere
arbeidsbeurs op na als dekmantel voor hun
eigenlijke zaak, die een voorschotbank is.
Een aantal geestige verwikkelingen, met
als slot het ingrijpen van den machtigen arm der
wet in de booze praktijken van het tweetal,
leidt tot ontbinding van de firma en tot den
uitroep van Samson: „Voortaan worden we
eerlijke zakenmenschen, zonder valsch etiket".
Een daverend applaus was de verdienste voor
het geestige en vlotte spel.
Na dit alleszins geslaagde stuk is het de
mondorgelclub, die door het spelen van een
aantal pupulaire liedjes door de aanwezigen
meegezongen en geneuried, een muzikale noot
in het programma bracht. Na de pauze volgt
dan het blijspel in twee bedrijven „De truc
van Tinus".
Tinus zit onder de plak van zijn vrouw en
de wijze, waarop Tinus zich nu onder den druk
der pantoffel vandaan weet te worstelen, is
niet zoo alledaags. Hij simuleert namelijk een
ernstige afwijking van de hersenen en de
dokter, als vriend van Tinus, in het komplot
tegen vrouwlief betrokken, geeft de vrouw
een ernstige wenk om anders tegen haar
man op te treden. Zij merkt op een gegeven
oogenblik dat haar man simuleert, maar
tevens, dat zij als vertegenwoordigster van
het „zwakke geslacht" wel wat te bar tegen
Tinus is opgetreden en een happy end is het
gevolg.
We kunnen niet anders zeggen, dan dat de
diverse spelers een uitstekend spel te zien
gaven en dat vooral Tinus voor zijn rol als
geknipt was. Een van de bestuursleden over
handigt tenslotte den damesleden van het
clubje, dat gedurende dit seizoenvop zoo voor
treffelijke wijze den bond heeft bijgestaan in
het vullen van zijn avonden, bloemen, terwijl
den heeren sigaren en cigaretten werden aan
geboden. Wij zijn ervan overutigd, dat de
genen, die de avonden van den bond van Oud
onderofficieren hebben meegemaakt, met be
langstelling uitzien naar het komende seizoen.
Douwt EgbtrTs Echte Friesche Heeren-Baai en
Baai-Tabak. Nederlands geurigste pijptabak.
In het gebouw van den R.-K. Volksbond gaf
gisteravond de Missienaaikring „St. Theresia"
een feestavond. Een feestavond had eigenlijk
de enkele maanden geleden gehouden tentoon
stelling moeten besluiten, maar door omstan
digheden was deze „sluiting" verplaatst tot
na Paschen.
Jammer was het, dat de zaal niet voller
was, jammer om méér dan één reden. Men
heeft geld noodig om de grondstoffen te kun
nen aanschaffen. Zeer logisch. Men organi
seert nu een avondje er geeft werkelijk waar
voor het geld. Prof. Mellorini en zijn „collega"
Piet Schutz hebben op schitterende wijze een
repertoire afgewerkt, dat er van stukje tot
beetje insloeg. Ofschoon zij in genre geheel
uiteenliepen (Mellorine is goochelaar, buik
spreker en zelfs Magiër, terwijl Schutz voor-
dracht-kunstenaar is) vulden beide artisten
elkander op loffelijke wijze aan.
Wij behoeven Mellorini natuurlijk hier niet
te recenseeren. Zijn prestaties oogstten tel
kens weer aan een dankbaar applaus en
soms stomme verbazing! Vooral de truc met
die getallen op een papier (de som van enkele
getallen wordt genoemd en Mellorini heeft de
uitkomst al op een lei) scheen velen niet dui
delijk. Ook de enveloppenproef (zuivere tele
pathie, meneer!) leek velen van een magische
duisterheidNatuurlijk kwam Greetje ook
later op het tooneel.
Dat aan het organiseeren van een derge-
lijken avond kosten en vooral moeiten zijn
verbonden, behoeft geen betoog. En daarom
had de zaal vol kunnm, neen, moeten zijn.
Piet Schutz mogen wij niet onvermeld laten.
Zijn voordrachten waren even origineel als
komisch, en hij schijnt even gemakkelijk de
allures van een oud man als die van een fuif
nummer 'te kunnen aannemen. Zijn toppres
tatie leek ons de creatie van een boerenge-
meenteraadslid, die „bekroond" was op een
varkenstentoonstelling en daarna „twee man
nen en een boer" op bezoek kreeg met de
uitnoodiging de „bovenste nul van lijst 11" te
willen zijn. Zoo werd ie gekozen.
De Geest. Adviseur, kapelaan Coelen, sprak
een kort, ernstig woordje tusschen de bedrij
ven door. Een woordje van propaganda en
van opwekking tot steun. Vertelde, dat het
in het voornemen ligt om den Chineeschen
Natuurhistorisch Museum. Elke week.
eiken Woensdagmiddag van 36 uur, eiken
Zaterdagavond van 710 uur, den eersten
Woensdag van elke maand vqn 8 10 uur,
den eersten Zondag van elke maand van
3—5 u.
Maandag 5 April.
R.K. Volksbond, 8.15 u. Openbare Zang
avond.
Donderdag 8 April.
Casino, 8.30 u. Vijfde abonnementsvoorstel
ling „Een vrouw in haar bloei".
Musis Sacrum, 8 u. Feestavond Vrijz. Chr.
Jongerenbond.
Maandag 5 Apriluur 19.10
HERMAN NIJPELS'
KLEDINGMAGAZIJNEN DEN HELDER
Heren-modeartikelen, overhemden,
handschoenen etc. Zeer grote keuze,
opvallend lage prijzen.
Priester-Student Tsjang, die in 1938 hoopt
priester gewijd te worden, een compleet stel
liturgische gewaden te schenken, aan te ma
ken door den Helderschen Missienaaikring,
omdat de studiekosten van dezen student door
de Parochie van de H.H. Petrus en Paulus
gedragen worden.
Zijn Eerwaarde sprak er onverholen
en de pers mocht dat vermelden ook
zijn teleurstelling over uit, dat juist die
Heldersche ingezetenen, die in Katholiek
Den Helder vooraan staan, afwezig waren
op een avond als deze
Na het programma werd de loterij afge
werkt en bleef men nog een uurtje bijeen voor
gezellig samenzijn.
Het eeuwige belastingmerk.
Er werd aangifte gedaan door een persoon,
dat van zijn rijwiel, hetwelk neergezet was aan
de Sportlaan bij het HFC-terrein, het belas
tingmerk verdwenen was.
Weer een loodverzamelaar.
Zaterdag werd in Wieringen aangifte ge
daan, dat een vrij groote hoeveelheid lood,
hetwelk zich aan visschersnetten bevond, ont
vreemd was, vermoedelijk door een schipper^
welke zich met het vaartuig reeds Helder-
waarts had begeven.
De politie alhier was aktoo op haar qui-vive
en hield den man aan, toen deze in de wate
ren verscheen. Inderdaad bleek het lood aan
boord te zijn. Na de ondervraging werd de
man op vrije voeten gesteld.
„newcomers" als Chesterfield \en Coventry,
Plymouth. Norwich enideraySk andere be«
faamde Agd£^^^"g33HSj^ÖHi^in New*
castle 1^5Bg8R8BPgS(mWBr!TOAllB^Md.riemaal
wmna^RroyBIitiSêèi^mnTïm^cstei
Un
By
f EEN\WEEKNVETVAtA^a
vincieéenno Boven.
Vraagbi»xond nBeva,
winkel**, o^lo.
Fabrieken EL sTERKE
nu'
nu
hoi
nie
va
Uit
din,
het
ken
de-
en
tweede
of meer
jninder vers
illa
len
ral
de
3 te
l|M, ijK.cn -yu
ci«8 ïe la len afdalen, zou stellig
erschil in spelpeil brengen tusschen
20)
Langen tijd zat ze stil voor zich uit te sta
ren, overwegend wat die vrouw, die nu voor
goed was heengegaan, beteekend had voor
haar gezin, voor hóór en niet in het minst
voor Marjoleintje
En plotseling voelde ze dat er iets heel dier
baars haar weggenomen was.
Herinneringen aan tooneeltjes van eenige
jaren geleden kwamen weer bovenWeer
zag ze de moederlijke zorgen, waarmee die
vrouw haar omringd had, de laatste dagen
voor Marjoleintje's geboorte vooral... Ze zag
haar weer puffend en zweetend de zaal op
komen met dat pak kleeren in haar armen,
op den dag dat zij de kraaminrichting mocht
verlatenzag weer het opgeknapte kamer
tje bij haar thuiskomst... het gesjouw, weken
lang, met het kind naar de polikliniek... Hon
derd, neen duizend lieve zorgen had die vrouw
aan haar en haar kind besteed. En nu was
ze weg, voorgoed weg...
Tranen drupten op haar handen waarin de
opengevouwen brief lag, die vader Dekkers
met bevende hand geschreven had. Ze poog
de verder te lezen. Waar was ze ook weer
gebleven...? O, ja, hier...
...aan hartverlamming overleden. Het is
vanmorgen gebeurd en we kunnen het
maar niet begrijpen. We zitten maar en
wachten... Het is net alsof we denken,
dat ze even weggegaan is en aanstonds
terug zal komen, maar ze komt niet meer
terug, nooit meer... Ik heb tegen de kin
deren gezegd, dat ze slaapt en nu pra
ten ze heel zacht, om haar niet wakker
te maken...
Ze zag ze in haar gedachten zitten, Riekie,
die nu pas negen geworden was, Henkie van
zeven en Marjoleintje... Muisstil zouden ze
zijn, die twee grootsten, zooals ze dat vroe
ger ook altijd waren als Marjoleintje sliep.
Coba, een meisje van bijna vijftien, zou het
wel hard te verduren hebben, dat kind hing
zoo aan haar moeder...
Ontroerd las ze verder:
...Het is nu zoo stil in huis, en dat zal
na Zaterdag, als ze begraven is, nog wel
erger worden. Noü heb je het idee, dat ze
er toch nog is... Mijn getrouwde dochter
komt een paar dagen hier om met alles
een beetje te helpen. Ze is met d'r man
overeengekomen, dat zij de kinderen voor-
loopig bij zich neemt, behalve Coba dan,
die komt van d'r betrekking thuis om
voor mij te zorgen, ze is flink genoeg. En
wat Marjoleintje betreft ja, je begrijpt
Dien, dat we haar hier niet meer kunnen
houden, nu m'n vrouw er niet meer is om
voor haar te zorgen..,
„Ook dót nog," steunde zij.
Marjoleintje zou dus thuiskomen. En juist
nu, dat ze over een paar weken zonder be
trekking kwam. Ineens was het zekere ge
voel, direct iets anders te krijgen, niet zoo
sterk meer in haar. Was dat door haar angst?
De vrees, dat zij en het kind gebrek zouden
moeten lijden? Had zij daarvoor het bij zich
nemen van het kind, keer op keer uitgesteld,
dat het nu, op zoo'n ongelegen tijdstip moest
gebeuren? En zouden ze hier in huis, waar
ze toch al bij het minste gerucht aanmerking
maakten, wel goedvinden, dat ze Marjoleintje
bij zich nam?
Ze had hen, direct al bij haar komst,
van haar omstandigheden op de hoogte ge
steld. Ze hadden het kind ook al een paar
maal gezien als juffrouw Dekkers haar eens
meebrachtj als ze in Den Haag moest zijn.
Ze vonden haar lief, maar of dat voldoende
was om haar in huis te willen nemen? Overi
gens was de omgeving ook niet zoo heel ge
schikt voor het kind. Ze dacht aan de tallooze
ruzies en de scheldwoorden, die tot haar ka
mertje doordrongen, op avonden, dat de man
naar huis kwam en het bleek, dat hij weer
teve«l gedronken had. Dan had zij wel eens
aanmerking gemaakt en gezegd, dat dit een
heel ander lawaai was dan wat zij wel eens
maakte met de naaimachine. Den volgenden
dag was de vrouw dan met allerlei veront
schuldigingen aangekomen. De juffrouw zou er
toch niet om weggaan? In ieder huishouden
kwam immers wel eens een woordje voor
zóó erg was het toch niet geweest, het leek
altijd meer voor een ander. Waar vond ze
zoo'n lieve kamer en voor zoo'n kleinen prijs?
Dat laatste was ook het eenige, dat haar
noopte te blijven, vooral met het oog op het
geen haar nu wachtte.
Het bonsde in haar hoofd. Dat alles nu ook
zoo opeens kwam. Ze moest probeeren eens
kalm over de dingen na te denken en zien
Zaterdag vrij te krijgen, dan kon ze Vrijdag
avond nog naar Amersfoort gaan. Misschien
dat er tóch nog iets op te vinden was. Mis
schien dat Trees, die zelf nog geen kinderen
had, er Marjoleintje tegen een kleine vergoe
ding bij wou nemen, al was het alleen maar
zoolang, totdat zij een andere betrekking ge
vonden had. En ofschoon ze het onderdrukte,
kwam toch het gevoel steeds bij haar boven,
dat ze dien morgen wel wat ól te doortastend
gehandeld had om zoo ineens maar op dat
ontslag in te gaan.
Dien komenden Zondagmiddag nam Diny
Marjoleintje mee terug naar Den Haag. Het
kind, dat er niet veel van begrepen had, wat
er de laatste dagen in huis voorgevallen was,
vond het alleen maar vreemd, dat ze allemaal
zoo verdrietig waren omdat moeder Dekkers
nu eens een paar dagen achter elkaar lekker
sliep. Dat was toch prettig, want ze was dik
wijls zóó moe... Dat had ze haar vaak genoeg
hooren zeggen. Alleen vond ze het erg jam
mer, dat ze haar niet éven wakker mocht
maken om te zeggen, dat ze Zondag met
Mammie mee naar Den Haag zou gaan. Maar
misschien was het ook wel beter dat ze dat
nog niet wist, want het was best mogelijk,
dat ze het heelemaal niet prettig zou vinden.
„Je blijft bij me tot m'n dood toe," had ze
eens gezegd. Als ze het dan nü maar goed
vond dat ze meegegaan was. Ze had eigenlijk
wel graag gebleven, want moeder Dekkers
had haar beloofd, dat ze over een paar maan
den naar school mocht. Naar school, dat was
fijn want dan was je gróót.
„Dat kind hoeft eigenlijk niet meer naar
school, zóóveel weet ze al," had moeder
Dekkers laatst tegen haar man gezegd. En
dat was waar ook, want ze kon haar eigen
naam al schrijven en ook tot twééhonderd
tellen. Dat had Coba haar geleerd. Die kon
zelf nog veel meer, die verdiende al geld ook.
Mammie was toch ook wel lief, want toen
ze dat vertelde van die school, zei ze direct:
„Als je dat zoo prettig vindt, zal ik je in
Den Haag op school zien te krijgen, al is het
dan ook niet direct op de groote."
Moeder Dekkers had haar altijd voorge
houden, dat ze erg aardig tegen Mammie
moest zijn omdat ze zooveel verdriet gehad
had. Nou, dat had ze dan nu zeker nog, want
af en toe kon ze nèt kijken of ze zou gaan
huilen.
Hoe kon je nou verdriet hebben als je in
zoo'n mooie groote stad woonde met al die
trams en auto's, en die als het donker begon
te worden, zóó mooi verlicht werd als het
precies een sprookje was. Als je dat zag kon
je toch alleen maar vroolijk zijn. Maar
Mammie hield misschien niet van zooveel
drukte en van al dat licht, want ze zei altijd,
als ze Zaterdags bij hen kwam, dat dat de
prettigste dagen van de heele week voor haar
waren. Nu, dat kon Marjoleintje niet be
grijpen, ze vond er niets aan, daar in Amers
foort...
Moeder Dekkers dacht er ook zoo over,
want ze zei altijd:
„Ik kan niet tegen die stilte hier, 't is m'n
dood..."
Wat dat precies beteekende wist ze niet, maar
ze begreep er wel uit, dat het toch niet heele
maal naar d'r zin was. Ze zou aan Mammie
vragen of Moeder Dekkers héél vaak naar
Den Haag mocht komen, dat zou best mogen.
Als ze daar nou zoo van hield...
De maanden die volgden hadden groote
moeilijkheden voor Diny meegebracht. Eer
stens al haar overhuizing naar de kleine
étage-woning in een der smalle straten van
een arbeiderswijk. Ze was daartoe overge
gaan, toen het haar bleek, dat de menschen
bij wie ze inwoonde, in geen geval toestonden
dat ze Marjoleintje bij zich nam. In de buurt
wisten ze niet beter of ze was niet getrouwd
en dan kon haar zoo maar niet ineens een
kind aanwaaien. Zij wisten wel beter, maar
niet daar was je tegenover de menschen niet
mee klaar, meenden ze. Er bleef haar dus
niets anders over dan te vertrekken en omdat
ze eigenlijk toch ook naar wat vrijheid ver
langde, besloot ze een kleine woning te huren
en die op een zoo goedkoop mogelijke wijze
in te richten. Ze was nu achteraf heel blij
met de kleine meubeltjes, die zij zich in den
loop der jaren aangeschaft had en die haar
nu, nog meer dan op een gestoffeerde kamer,
zooals zij tot nog toe gehuurd had, van pas
kwamen. Dekkers had haar het ledikantje en
ook nog een kastje voor Marjoleintjes kleeren
gestuurd en zoo had ze al spoedig het hoog-
noodige bij elkaar.
Door bemiddeling van mijnheer Marks, die
zich achteraf heel menschelijk tegenover haar
betoonde, had ze van een andere zaak werk
aan huis gekregen, zoodat ze den geheelen
dag bij Marjoleintje kon zijn. Ze had er van
af gezien haar al direct naar school te sturen,
Ze wilde eerst volop van haar bijzijn genieten!
Het vroolijk gebabbel van het kind bracht een
aangename afleiding in haar eentonig bestaan.
(Wordt vervolgd),