Stadsnieuws Ontwikkeling, heden en toekomst van het zweefvliegen Der Bettelstudent Waar gaan we heen Vrijdag 16 April 1937 Lezing van den heer De Lange voor de Heldersche Zweefvliegclub Geslaagden Uit het politierapport Heldersche Courant De reis van Hr* Ms* „Hertog Hendrik Het voorloopig reisprogramma HERMAN NYPELS' Uitspraken Zeekrijgsraad Tweede Blad Burgerlijke Stand van Den Helder Waterpolo Polowedstrijd Zeemacht-Sportclub F,M. HONIG S BOUILLONBLOKJES thans en 25% zwaarcler dan de meeste andere; F euilleton Het is nog niet zoo lang geleden, dat hier ter plaatse een zweefvliegclub werd opgericht en ofschoon we daar nog maar weinig van en over gehoord hebben, moet men toch niet gelooven, dat het met haar niet O. K. is. Integendeel, de H.Z.C. be staat en is over de eerste moeilijke perio den heen; zij zal dan ook aanstonds méér van zich doen hooren. Immers, we hebben van den heer F. ter Horst, den voorzitter van de Club, vernomen, dat de Club nog steeds beschkt over het Zöglin-vliegtuig, dat er een Baby-Grünau bij zal komen, terwijl de marineautoriteiten zoo bereid willig zijn om t.z.t. een motorvliegtuig ter beschikking te stellen, waarmee laatstgenoemd prestatie-zweefvliegtuig tot op een 1000 meter hoogte gesleept zal kunnen worden. De Club is dus, zooals het zich thans laat aanzien, niet ver meer van prestaties verwijderd en het spreekt vanzelf, dat als die er eenmaal zijn, de ware belangstelling voor de zweefvlieg- sport eerst' werkelijk zal ontwaken. Intusschen heeft de H.Z.C. naast de gewone oefeningen op het vliegveld De Kooy, een aantal lezingen doen houden, waarin de tech niek van de zweefvliegerij onder het oog werd gezien. Om meer belangstelling naar buiten te wekken, had zij een causerie georganiseerd, te houden door den heer De Lange van het Dep. van Waterstaat, afdeeling Luchtvaart. Deze causerie nu heeft gisteravond in ,,Musis Sacrum" voor een vrij groot aantal belang stellenden plaats gehad en mag volledig ge slaagd heeten. Nadat de heer Terhorst de aanwezigen, o.w. kolonel K. van Aller, commandant van Hr. Ms. Vliegkamp De Kooy, en overste J. H. C. Bentz van den Berg, garnizoenscommandant, welkom geheeten had, verkreeg de spreker van dezen avond het woord. De heer De Lange had zijn causerie in drie gedeelten, eigenlijk schetsen, gesplitst en sprak achtereenvolgens over de ontwikkeling van de zweefvliegerij, zijn ervaringen in Duitschland en over het heden en de toekomst van de zweefvliegsport. •Wat de ontwikkeling van de zweefvliegerij betreft, de eerste opstijgingen met ballonnen hadden plaats in de 18e eeuw, waana proeven volgden met vleugelslagtoestellen en met een toestel van het Albatros-model (Le Brix!). De vader van het zweefvliegtuig is eigenlijk Otto van Lilienthal, die tevens als eerste slachtoffer van zijn roeping viel. De groote vlucht heeft de zweefvliegerij eerst genomen in Duitschland, nadat aan dit land vanwege het Verdrag van Versailles onmogelijk ge maakt was om motorvliegtuigen aan te bou wen. Kunnen we niet met motorvliegtuigen vliegen, zoo werd daar gezegd, dan zullen we het met motorlooze doen. En zoo is geschied. In geen enkele land ter wereld staat de zweef vliegerij op zoo'n hoog peil als juist in Duitschland. (Rhöndal, Wasserkuppe!). Bij het zweefvliegen werd oorspronkelijk alleen gebruik gemaakt van den hellingstijgwind: de prestaties waren toen zeer beperkt. Totdat de Oostenrijker Gronfeld kwam met zijn stijg- snelheidsmeter, waarmede de vlieger de ther mische stijgwinden kon opzoeken en hij zeer groote afstanden kon afleggen en vele uren in de lucht kon blijven. Alleen door deze uit vinding is het te verklaren, dat het wereld record zweefvliegen momenteel op meer dan 500 km staat! Op onderhoudende en dikwijls geestige wijze heeft de heer De Lange, die zelf een van de promotors van de zweefvliegerij in Nederland is, verteld van de ups and downs, waarmede de zweefvliegtuigsport in ons land te kampen had. Er waren successen, maar ook „kraakjes" bij de vleet... De Duitsche ervaringen van den heer De Lange waren eveneens interessant om aan te hooren, al werd ons weinig van de techniek van het zweefvliegen verteld. Het nut van het zweefvliegen. Het nut van het zweefvliegen is drieledig. Ten eerste bewijst het groote diensten aan de wetenschap, met name is het van onschatbare waarde bij het meteorologisch onderzoek. Ten tweede leent het zweefvliegtuig zich uitste kend voor ero-dynamische proeven, hetgeen van beteekenis is voor den bouw van motor vliegtuigen. Maar de eigenlijke beteekenis ontleent het zweefvliegen aan de uitstekende vooropleiding, welke ervan uitgaat voor den motorvlieger. Niet zoozeer omdat diens op- leidingstijd meer dan 50 korter wordt (ge gevens over 1936 van de Nat. Luchtvaart School), maar omdat de zweefvliegerij selec teert. Er gaat immers geruimen tijd mee heen alvorens men tot een prestatie komt, met het gevolg, dat velen, die enthousiast begonnen zijn, er na een paar maanden den #>rui aan geven. Maar... de wére menschen blijven. Dat zijn de doorzetters, de wilskrachtigen: zij zijn het, die vliegtechnisch gevormd worden, zij zijn het, die de civiele en militaire luchtvaart noodig heeft. De heer De Lange betoogde, dat centrali satie van de zweefvielgclubs in den Neder- landschen Bond van Zweefvliegclubs noodig is. Deze Bond is het, welke binnenkort een cen trale zweefvliegschool hoopt te openen, waar alleen zij les zullen kunnen ontvangen, die het B.-brevet bij een van de aangesloten clubs be haald hebben. Op die school worden zij dan in staat gesteld het C-brevet te halen, waarna zij hun kennis onder de leden van hun plaat selijke clubs kunnen uitdragen. Wat de populariteit van de zweefvliegerij ten goede komt, dat zijn prestaties, aldus spr. en die prestaties moeten in Den Helder spoe dig komen, waartoe hij de leden van de H.Z.C. in zijn slotwoord dan ook opwekte. Omstreeks kwart voor elf was de interes sante causerie, waarvan het laatste gedeelte door lantarenplaatjes van verschillende typen zweefvliegtuigen werd verlucht, ten einde en had de heer De Lange een warm dankwoord van den voorzitter der H.Z.C. te incasseeren. Bij de d.d. 14 April te Amsterdam door de Federatie voor Stepografie „Groote" afgeno men examens behaalde Mej. R. M. Bos het diploma Reporter 2e klasse (Dictaatsteno graaf 200 Nederlandsch). Voorts slaagden: voor het diploma Dictaatstenograaf 165 Ne derlandsch: de dames A. Boerdijk en J. Stasse; voor het diploma Kantoorstenograaf 130 Duitsch: de dames A. Boerdijk en K. van Dalfsen; vöor het diploma Kantoorstenograaf 130 Engelsch: mej. J. Stasse; voor het diploma Kantoorstenograaf 100 Duitsch: mej. G. de Barbanson; voor het diploma Kantoorstenograaf 100 Engelsch: de heer A. Velthuys; voor het diploma Kantoorstenograaf 130 Nederlandsch: de dames E. van Duin, M. Goes en J. Koelemeij en de heeren F. van Rijn en A. v. d. Zouw. De opleiding dezer candidaten geschiedde aan het Instituut „Mercurius", Loodsgracht, alhier. Door een hond aangevallen. Door een bewoner van de Dahliastraat werd aangifte gedaan, dat hij door een hond, die behoorde aan een bewoner van den Ruijghweg, was aangevallen. Door een steen verwond. Door een bewoner van Callantsoog werd aangifte gedaan, Jat hij dusdanig met een steen tegen het hoofd werd gegooid, dat zijn oor verwond werd. Een onderzoek naar den dader wordt ingesteld. ff Het vertrek van Hr. Ms. „Hertog Hen drik" zal plaats vinden Maandag 26 April a.s., vermoedelijk zal het schip in den vroe gen morgen vertrekken. Aankomst in Straat Gibraltar 4 Mei. De „Hertog Hendrik" zal daar waarschijnlijk blijven kruisen tot onge veer eind Mei. Na aflossing door Hr. Ms. „Johan Maurits v. Nassau" wordt een bezoek gebracht aan de Azoren en Madeira, waarbij waarschijnlijk de volgende plaatsen worden aangedaan: Ponte Delgade, Horta, Funchall. Half Juli zal de terugreis aanvaard wor den, waarbij Bordeaux zal worden aangedaan. Het ligt in de bedoeling, dat de „Hertog Hendrik" 23 Juli in de haven terugkeert. Succesvolle opvoering van „Harmonie". Burgemeester Ritmeester tot eere voorzitter geïnstalleerd. Gisteravond heeft voor een goed gevuld Casino de opvoering plaatsgevonden van Karl Millöcker's vermaardste operette „Der Bet telstudent", en wel door onze plaatselijke Zang-, Reciteer- en Orkestvereeniging „Har monie". Millöcker, een der gelukkigste Strausz- epigonen, heeft met dezen „Bettelstudent" een wereldsucces weten te boeken en een succes, dat ook heden ten dage nog naklank vind in de harten van een wereldpubliek, dat goeddeels zijn smaak radicaal gewijzigd heeft. Het beste bewijs hiervoor is wel de herhaalde radio-hoorspel-opvoeringen en niet te vergeten de filmische bewerkingen van het gegeven, alhoewel daarbij het scenario noodzakelijkerwijze in belangrijke mate af wijkt van het origineel. „Der Betelstudent'dat is een van die typische Weensche zangspelen, een vroolijke cocktail van zang, dans, frivoliteit en slag vaardigheid. „Der Bettelstudent": een pre tentieloos gegeven, dat evenwel door de entourage en de sfeer, waarin het geheel gedrenkt is, tot een boeiend geheel wordt, aan welks 3 bedrijven men bij een gcede op voering ongetwijfeld ook in het jaar 1937 nog genoegen kau beleven. Welnu: de Harmonie-vertolking van gis teravond heeft onze verwachtingen over troffen dat dusdanig, dat er sprake was van een volkomen succes. Wat het verhaal betreft, reeds eerder mochten wij dit releveeren, zoodat het ons overbodig lijkt, hierop nog eens in den breede terug te komen. Het is een spel van intrique en amoureuze verwikkelingen, ten tijde dat Polen onder Saksische heerschappij stond. Wij hebben in vorige jaren eenige malen opmerkingen moeten plaatsen, dat het ac- teeren van sommige dames en heeren nog al eens wat te wenschen overliet, en dat men niet altijd op de juiste plaats stond. Thans was van dit euvel niets, in ieder geval zeer weinig, te bespeuren, en met name de hoofdrollen waren in uitstekende handen. Verder een woord van lof voor de aan kleeding. De eostumeering was ook ditmaal weer verzorgd door de firma Bakker in Amsterdam en zij heeft dit gedaan op voor beeldige wijze. Ook het kapwerk van den heer Gerritsen, eveneens uit de hoofdstad, was in prima conditie. Het orkest heeft zich gisteravond kranig geweerd. Was aanvankelijk de ouverture wat onzeker, wat rommelig, al spoedig had men den juisten toon gevonden en kon men een begeleiding beluisteren, die aan hooge eischen voldeed. Een woord van erkentelijk heid voor het werk van den directeur, den heer Jac. Bos, mogei- wij hier dan ook zeker doen hooren. Van de hoofdrol-vertolkers noemen wij als eerste den heer W. Steffens, die den ver- KLEDINGMAGAZIJNEN DEN HELDER Eigen coupeur en ateliers. Helpt U mede de plaatselijke industrie te bevorderen maarden student speelde. Een figuur die het acteeren meester is en daarbij over een uit stekend geluid beschikt. Na hem noemen wij direct mej. G. Ploog, de Laura-partij ver tolkende. Een charmante verschijning met een groote dosis vrijmoedigheid, en die haar werk op kennelijk accurate wijze opvat. Een der beste Harmonie-krachten, begiftigd met een opvallend zuiver orgaan. Ook mej. A. Paans als Bronislawa voldeed in haar luch tige rol en gezien het feit, dat het voor haar een soort vuurproef was, kunnen wij niet an ders zeggen, dan dat deze geslaagd is. Mej. W. Paans als Palmatica, een oude bekende bij deze operettes, was als steeds zeer rolvast en bracht een pracht van een „dochters-aan-den-man-brengende-mama". Wat de heeren voorts betreft, keurig werk verrichtte de heer C. van Leeuwen als Jan en in niet mindere mate de heer C. van Straaten als Overste Ollendorf. En zoo is dit geworden een opvoering van een oude operette, zeker niet foutloos, maar qua dilettantenwerk naar bijzondere eischen luisterend, eischen, die een belofte inhouden voor de toekomst. Het is de heer Jac. Bos, die als algemeen leider het leeuwenaandeel van dit succes voor zijn rekening kan boeken. In hém bezit Har manie een even kundig als ijverig directeur, die gisteravond bewezen heeft zoowel met zijn orkest als met de ten tooneele werkende dramatis personae iets goeds te kunnen bren gen. Installatie tot eere-voorzitter van burgemeester Ritmeester. Aan het einde van het eerste bedrijf had de installatie tot eere-voorzitter plaats van den burgemeester, die zich hiervoor reeds eenige maanden geleden bereid had verklaard. De voorzitter der vereeniging, de heer De Groot, deelde mede, dat men gewacht had op dezen avond, waar alle leden en donateurs bijeen zijn, en bood den magistraat het keurig- uitgevoerde diploma aan. Mevrouw Ritmeester werden bloemen geoffreerd. Met enkele korte, doch niettemin zeer har telijke woorden, dankte burgemeester Rit meester voor dit eere-voorzitterschap en nam tevens de gelegenheid te baat zijn waardeering te uiten over het werk van Harmonie. Hij heeft dan ook geen moment geaarzeld, toen hem het verzoek bereikte om de functie van eere-praeses te aanvaarden. Tevens hoopte spr., dat hij nog tal van malen in de gelegen heid zal zijn de uitvoeringen der vereeniging mede te maken. Tenslotte betrol hij den heer Bos, het orkest en voorts de geheele be zetting ten tooneele, in zijn hulde. Vermelden wij nog, dat aan het einde van de uitvoering, die zulk een prettig verloop had, aan de beide dames Paans en Ploog bloemen aangeboden werden en dat voorts allen hartelijk bedankt werden voor hun uit stekend werk. Behalve de spelers waren dit de heer Bos, de heer Boon (die als vanouds de piano-partijen verzorgde), de heer Jansen regisseur), de heer Flerie en natuurlijk de heer J. B. Polak,, die, zooals men dat van hem gewend is, op voortreffelijke wijze het ballet ingestudeerd had. De Zeekrijgsraad heeft uitspraak gedaan in een drietal zaken, die Woensdagmiddag voor zijn geweest. In de zaak tegen den matroos le kl. J. B„ die op het balcon van de woning van kolonel Doorman aangetroffen werd, werd een nader onderzoek gelast. De stoker 3e kl. J. B., die diefstal gepleegd had, terwijl hij uitkijk was, werd veroordeeld tot 3 maanden gevangenisstraf met aftrek van den tijd in preventieve hechtenis doorge bracht, terwijl de mariniers F. H. S. en W. G. v. O., wegens desertie, 2 maanden gevange nisstraf, evenenes met aftrek van preventief, kregen. Natuurhistorisch Museum. Elke week. eiken Woensdagmiddag van 36 uur, eiken Zaterdagavond van 7—10 uur, den eersten Woensdag van elke maand van 8 10 uur, den eersten Zondag van elke maand van 35 u. Vrijdag 16 April. Chr. Militair TehuisKanaalweg, 8 u. Open bare vergadering met debat. A. R. Kiesver. Spr. Mr. G. A. Diepenhorst. Zaterdag 17 April. Musis Sacrum, 8 u. Propaganda-feestavond Speeltuinvereeniging, afd. Wandelsport. Casino, 8.15 u. „Harmonie". Cabaretavond Operettever. van 15 April 1937. GETROUWD: W. Brinkman en A. A. Meeuwisse; J. J. A. Cadot en A. Bakker; N. Hoornsman en L. van Vugt; J. Krigee en C. J. van Dam. BEVALLEN: J. NieuwlandQuast, z. KON ARMEN NIET BOVEN HAAR HOOFD HEFFEN. Nu al ruim een jaar vrij van pijn. Deze dame was nagenoeg hulpeloos door martelende rheumatische pijnen in haar rug, armen en beenen: „De pijn in mijn armen en beenen was wer kelijk ondragelijk, vooral in mijn armen; ik kon niet boven mijn hoofd reiken. Na twee maanden besloot ik Kruschen Salts te gaan probeeren en heb ik nu gedurende meer dan één jaar niet het minste symptoom van rheu matische pijnen gehad." Mevr. H. E. Kruschen Salts spoort de afvoerorganen, lever, nieren en ingewanden op geheel natuur lijke wijze aan tot actievere werking, zoodat de gevaarlijke afvalstoffen, als urinezuur e.d., welke maar al te vaak de oorzaak zijn van rheumatische pijnen, snel en afdoende wór den weggevoerd. Kruschen Salts is verkrijg baar bij alle apothekers en erkende drogisten 0.40, 0.75 en 1.60 per flacon. Let op, dat op het etiket op de flesch, zoowel als op de buitenverpakking de naam Rowntree Handels Mij., Amsterdam, voorkomt. (Adv.) Donderdagavond speelde een Zeemacht-com binatie een polowedstrijd tegen de Sportclub „F. M." in het Marine-zwembad. Door de ge ringe afmetingen van dit bad bestonden de elkaar bestrijdende ploegen elk slechts uit vijf man. De wedstrijd stond onder leiding van bad meester Koningstem. Dadelijk na den aanvang werd een doelpunt gemaakt door Zeemacht en enkele oogenblikken later volgde een tweede. Het zag er dus voor „F. M." aanvankelijk niet rooskleurig uit. Maar niet ontmoedigd door het succes der tegenstanders trokkenze nog met meer strijdlust naar voren en scoorden (21). Nu was het de beurt weer voor Zeemacht, maar „F. M." liet zich niet kennen en met de rust was de stand 3—3. Na de rust zag het er voor „F. M." nog hoopvoller uit, doordat de achterhoede van Zeemacht niet voldoende dekte, waarvan „F. M." gebruik maakte en de leiding nam (3—4). Deze tweede helft ken merkte zich, in tegenstelling met de eerste, door een overwicht van „F. M." wat echter niet in cijfers werd uitgedrukt. Vlak voor het einde maakte de rechtsbuiten van Zeemacht zich onverwachts van den bal meester en voor iemand er op bedacht was, was de stand weer gelijk (44). En met dezen stand kwam ook het eindsignaal van den scheidsrechter. Het was een prettige en fair gespeelde wedstrijd. door Annie de Hoog—Nooy 31) Met een lichte hersenschudding werd Diny in het ziekenhuis opgenomen. Van Dalen was er slecht aan toe. Men vreesde al dadelijk voor zijn leven. Alleen Lottie had, na eenige formaliteiten vervuld te hebben, het zieken huis mogen verlaten. i Haar eerste gedachten waren voor Diny s kind. Wat zou de kleine denken als ze straks wakker werd en haar moeder niet vond Ze besloot den komenden morgen heel vroeg daar heen te gaan. Hoe zou alles afloopen? Had Diny er mis schien een voorgevoel van gehad W at was ze er op tegen geweest om door hen naar huis gébracht te worden. Hadden ze haar toch maar d'r zin gegeven, misschien was het dan ook niet gebeurd. Dan waren ze immers een heel anderen kant op gegaan. Waarom had ze er zélf ook nog zoo op aan gedrongen? Was zij nu niet voor een groot deel schuld aan het ongeluk? Het was ver schrikkelijk voor Var. Dalen, die er, naar het scheen, ellendig aan toe wa3, maar het meest nog voor Diny, die nu niet zou weten wat ze met het kind aan zou moeten vangen. Zij kon het niet bij zich nemen, onmogelijk... Wel voor één dag. Ze zou het weghalen en morgen, als Diny bijgekomen was, samen met haar verdere maatregelen nemen. Ze trilde nog over haar geheele lichaam van de doorgestane emoties. Ze zou maar niet naar bed gaan, ze kon beter voor die paar uur op den divan gaan liggen want later dan zeven uur wou ze niet bij de kleine Marry zijn. Na lang bellen hoorde Lottie eindelijk het touw aan den binnenkant tegen den muur heen en weer slaan. Ze duwde tegen de deur, die naar het scheen niet al te gemakkelijk openging. Marry trok zeker niet hard genoeg. Toen de deur opensprong en Lottie naar boven keek, zag ze Marry's tengere figuurtje, in een lang, wit nachtponnetje, boven aan de trap staan. „Ik ben het Marry, tante Lot," riep ze, de trap opgaande. „Waar is Mammie?" was Marry's eerste vraag. „Ze ligt niet in bed." Uit haar toon klonk onrust. ,,'k Zal het je dadelijk vertellen, schat. Ga maar eerst van dat tochtige portaal vandaan. En ben je op je bloote voetjes? Kind, wat zal jij het koud hebben." Ze praatte veel achtereen, onderwijl beden kend hoe zij het Marry zeggen zou. „Waar is Mammie?" vroeg het kind weer, blijkbaar niets op haar gemak bij dat vroege bezoek van de tante, van wie ze wist, dat ze anders nooit voor elf uur haar bed uit kwam. „Je Mammie kon nog niet naar huis ko men," zei ze, zich onzeker voelend onder Marry's angstigen blik. „Ze moest... eh..." Het kipd bemerkte heel goed dat ze naar woorden zocht. Wat kon er zijn Haar Moeder bleef nooit een nacht van huis en tante Lottie, die hier nu al zoo vroeg was... Want héél vroeg moest het nog zijn, je hoorde nog heelemaal geen rumoer op straat... Ze trok heel erg met haar oogje, toen ze angstig vroeg: „Er is toch niets met Mammie gebeurd, hè tante?" „Welnee kind, tenminste... niet iets ergs. Ze is... ze heeft zich een beetje gestooten, zie je, ja gestóóten heeft ze zich... en toen kreeg ze erge hoofdpijn en nu slaapt ze wat. Kleed je maar gauw aan. dan mag je straks naar d'r toe." „Is ze dan bij U?" vroeg het kind onzeker. „Bij mij? Nee... ze is je weet wel... op I die gracht, in dat mooie groote gebouw..." Marry begreep haar onmiddellijk. „In het ziekenhuis?" vroeg ze, hevig ver schrikt. „O, tante, dan gaat ze misschien wel dood..." Haar onderlipje zakte bedenkelijk. „Welnee," troostte Lottie, met moeite haar tranen bedwingend, „ze is misschien morgen al beter, heusch." „O, m'n Mammie, m'n lieve Mammie..." snikte Marry zacht, terwijl ze zich aankleedde. Ze wilde voortmaken, om gauw, heel gauw bij haar moeder te kunnen zijn. Op een zaaltje van zes patiënten lag Diny, met het hoofd naar de deur gekeerd. Ze had voor eenige uren geleden het bewustzijn terug gekregen. Op haar eerste vraag naar het kind, had de zuster geantwoord, dat zij zou zorgen, dat de kleine zoo spoedig mogelijk bij haar kwam. Nu lag ze de komst van het kind af te wachten. Langzaam, heel langzaam was het gebeurde van den vorigen avond tot haar door gedrongen. Veel kon zij zich er echter niet meer van herinneren. Zij wist alleen nog dat er een verschrikkelijke slag gevolgd was op het moment dat die andere auto de hunne niet meer kon ontwijken. Verder kwamen haar ge dachten niet... Ze wist nu ook, dat ze in het ziekenhuis lag en dat het niet heelemaal goed met haar was. Haar hoofd deed verschrikke lijk pijn.... Ze mocht niet denken, had de zuster gezegd, maar hoe kon ze dat laten? Ze moest toch eerst weten wat er nu met Marry zou gebeuren... Wat zou het kind ge schrokken zijn toen ze het hoorde... O, wat ging het vreeselijk in haar hoofd te keer... Als ze haar gedachten nu maar bij elkaai hield, het was of ze steeds dreigden weg te raken. Het was alsof iemand ze steeds langzaam naar zich toe trok. Ze zou zoo rustig mogelijk blijven liggen, zooals de dokter straks gezegd had, anders werd het misschien erger en zouden ze Marry niet bij haar toelaten... Waar was ze ook weer geweest, gisteren avond, en wat was er toch precies ge beurd...? Daar trokken ze weer... neen, neen ik wil niet denken, alleen maar wakker blijven, goed wakker... totdat het kind er ge weest is, dan... dan... „Ze is weer weg, dokter," zei de zuster een poosje later tegen den dienstdoenden genees heer. „Er was straks iemand hier met haar kindje, ik heb gezegd, dat ze over een paar uur nog even mochten komen". Dien avond werd Marry even bij haar moe der toegelaten, een kort oogenblikje maar en in het bijzijn van de zuster. Tante Lottie nam haar weer mee en toen deze vroeg of ze ook iemand wist bij wie ze zoolang in huis kon komen totdat haar moeder beter was, ant woordde het kind bijna onmiddellijk: „Als het bij U niet kan, tante, mag ik uan bij Doortje?" Naar héér ging haar hart op dit oogenblik het meeste uit. En ofschoon juffrouw Smit er aanvankelijk niets voor voelde het kind voor eenigen tijd bij zich te nemen, bezweek ze toch, toen ze hoorde dat Lottie er behoorlijk voor wou betalen. De eerste twee dagen ging het goed, maar toen reeds begon juffrouw Smit met op alles wat Marry deed, te vitten. Ze deed het voor komen alsof het kind haar wou sarren door netheid te demonstreeren die het gezin Smit geheel vreemd was. Iedereen gooide daar z'n kleeren maar neer en als Marry de hare, voor het naar bed gaan netjes opvouwde, ontke tende dat een reeks van opmerkingen. Marry hoefde niet de doen alsof ze het thuis zoo netjes gewend was, met een moeder, die er altijd maar uitliep. En bidden voor en na het eten... Wat dacht ze, dat ze ze hier in huis allemaal heilig moest maken? De eerste avonden had Marry liggen huilen in haar bed en zelfs Doortje's lieve troost woord. .n waren niet bij machte geweest haar te helpen. Nog nooit had het kind zoo naar haar moeder verlangd als nu... Zelfs de avon den. die zij eenzaam had moeten doorbrengen exen haar een heerüjkheid, vergeleken bij het leven hier in dit huis. Het eenige lichtpuntje buiten Doorjte, was de kleine baby. Uren kon Marry 's middags, na schooltijd, spelend met de kleine, doorbrengen. Het kind kraaide al van plezier als het haar binnen zag komen. Met eindeloos geduld raapte ze de blokken of het popje, dat het kind steeds weer, onder luid gekraai op den grond wierp, op en waar het spelen met het kleintje, Doortje of Chris ai spoedig verveelde, bleek zij onvermoeid. Maar ook dat kon juffrouw Smit niet zachter tegenover haar stemmen. Vandaag had ze het weer erg moeilijk gehad. Ze had 'j het af- wasschen een kopje gebroken en Doortje, die wist hoe haar moeder daarover te keer zou gaan, had uit medelijden met haar angst, de schuld op zich genomen. Maar ongelukkigerwijze had Chris gezien, dat Marry het gedaan had en het aan zijn moeder verraden. Toen werd Doortje voor straf zonder eten naar bed gestuurd en dét juist op den dag dat ze pannekoeken aten, hun aller lievelingskostje. Marry had van haar drie pannekoeken er twee voor Doortje be waard en die na het eten stilletjes bij haar gebracht. Nu had ze zelf wel honger, maar dat was zoo erg niet, als dat Doortje niet te eten zou gehad hebben, want die had zich op geofferd voor haar. Dat zou ze nooit vergeten. Ze keek met verteederden blik naar Doortjej die in het bed naast haar lag te slapen. In haar jonge aartje groeide de haat, die ze, zonder het zelf te weten, juffrouw Smit toedroeg. Ze was zich alleen bewust, dat ze haar een naar, harteloos mensch vond die voor niets anders liefde voelde dan voor haar twee geraniums in de vensterbank... Diè had den al haar zorg, daar besteedde ze meer aandacht aan dan aan haar kinderen... O wat verlangde ze er naar hier v eg te komen'. Als ze nu maar wat kon slapen, maar dat was met gemakkelijk, omdat het hier op zol der zoo koud was. En de dekens waren zoo dun. Zou ze haar nanteltje van beneden ha len en dat over haar voeten leggen? Het zou toch altijd wat helpen. Maar toen ze de zoldertrap af wou gaan en nog even naar het afgeschutte gedeelte keek waar Chris sliep, zag ze haar manteltje en ook dat van Doortje bij hem over het bed liggen. Chris was haar dus voor geweest. iWordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 5