IBIS SHAG Nieuwe gegevens over Den Helders bevolking Dobbelmann lekker... man! PUROL<$> De toegangspaden tot ons strand Predikbeurten Zaterdag 17 April 1937 Heldersche Courant Tweede Blad Vermogen en belastingdruk Zeer gunstige ontwikkeling De aanplant van boomen en heesters De Heldersche werkverschaffing en Ged. Staten Möttlinger-samenkomst H.W.ZEGEL WIJ KOOPEN Nog geen behandeling van de gemeente-begrooting Het opgevischte anker op de plaats van bestemming Feuilleton Dezer dagen heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek nieuwe gegevens gepubliceerd betreffende den omvang en de onderlinge verdeeling der vermogens in de gemeenten met méér dan 20.000 zielen. In deze publicatie, die betrekking heeft op het laatst verloopen belastingjaar, worden de vermogens der Hel dersche ingezetenen gerubriceerd in vier groepen n.1. van 16 tot 30 duizend gulden, van 30 tot 50 duizend, van 50 tot 100 duizend en van 100 duizend gulden en hooger, terwijl wordt aangegeven, welk percentage van alle in onze stad gevestigde vermogens in elke rubriek valt. Deze cijfers bieden, in den vorm waarin zij zijn gepubliceerd, geen voldoende gelegenheid tot vergelijking met voorgaande jaren, omdat de invloed van het bevolkings-accrès er niet in tot uitdrukking komt. Ook als vergelijkings materiaal voor de positie onzer stad ten op zichte van geheel Nederland zijn deze gegevens zonder meer niet bruikbaar. Men verkrijgt echter een duidelijk beeld van de wijziging in de vermogenspositie der Heldersche bevolking sedert het intreden der economische depressie en van den aard en den omvang dezer wijziging in verhouding tot de rijksgeldmiddelen, door met gebruikmaking van deze nieuwste gegevens te becijferen, hoeveel vermogens van elke categorie waarin de statistiek is onder verdeeld, er in Den Helder, resp. in Nederland per 10.000 inwoners waren bij den aanvang der crisis en hoeveel er thans nog zijn. Uit deze becijfering blijkt, dat de ver mogenspositie van de Heldersche burgerij zich véél gunstiger heeft ontwikkeld, dan die van het Nederlandsche volk als geheel. In Nederland daalde het totale aantal be lastingplichtige vermogens, dat zijn dus de vermogens van 16.000 en méér, per tien duizend inwoners van 249 tot 209, derhalve met 16 In Den Helder, waar aanmerkelijk minder vermogenden gevestigd zijn dan ge middeld in Nederland het geval is, daalde dit aantal van 132 tot 128. Hier beperkte de daling zich dus tot slechts 3 tengevolge waarvan de verhouding tot het rijksgemid- delde véél gunstiger werd. Gaan wij de verschillende catagorieën ver mogenden afzonderlijk na, dan blijkt het aantal Nederlanders, die méér dan een ton bezitten, te zijn gedaald van 38 tot 24 per tienduizend inwoners, dus met 36,8 De overeenkomstige Heldersche groep daalde van 10 tot 8, dus met slechts 20 Vermogens van 50 tot 100 duizend gulden kwamen voor heen in ons land 45 maal voor op elke 10.000 inwoners, thans nog 36 maal, hetgeen dus neerkomt op een vermindering van 20 In onze stad daalde deze groep van 20 tot 16, eveneens dus met 20 Geheel anders staat het echter met de beide laagste categorieën. De vermogens van 30 tot 50 duizend gulden daalde, voor wat het geheele land ,J33by He! huidje blijft gaaf en gezond, in dien Uhet behandeltmet en droog houdtmetPurolpoeder Purol 30 ct. Purolpoeder 60 ct. betreft, van 59 tot 49 per tienduizend inwoners, dus met 16,9 In Den Helder steeg deze groep van 30 op 31, of met 3.3 Ook de laagste groep, die der vermogens tusschen 16 en 30 mille, die in Nederland daalde van 107 tot 100 (6.0 steeg in onze stad en wel van 72 op 73, dus met 1.4 Deze stijging zal wel niet aan een nieuw verworven rijkdom te danken zijn. Voor een deel kan zij een gevolg zijn van de opschui ving van oorspronkelijk grootere vermogens naar deze laatste groepen, maar dit ver schijnsel heeft zich natuurlijk ook elders voorgedaan. Blijkbaar heeft vooral de be volkingsaanwas van de laatste jaren de ver mogenspositie der burgerij sterk ten goede beïnvloed. Het gemiddeld vermogen per aangeslagene, dat in Nederland daalde van 79 tot 63 dui zend gulden (20.2 liep bovendien in Den Helder slechts terug van 44 tot 42 duizend gulden of met 4.5 Gaan wij tenslotte nog na, welke gevolgen dit alles had op de hoofd sommen van de vermogensbelasting. Aan vankelijk betaalden alle aangeslagenen in Nederland gemiddeld 75.aan deze rijks belasting, thans nog 58.een verminde ring alzoo van 22,6 De Heldersche aan geslagenen moesten dooreen genomen oor spronkelijk 38.— betalen, thans 36. een vermindering dus van slechts 5.2 Ook in deze zooveel geringere vermindering van de belasting weerspiegelt zich de gunstige ontwikkeling van de vermogenspositie onzer burgerij. De totale opbrengst der vermo gensbelasting, omgeslagen over de geheele bevolking, daalde in Nederland van 1.87 tot 1.22 per hoofd, dus met 34,7 in Den Helder van 0.51 tot 0.46, d.w.z. met 9.8 Ged. Staten verleenen een belang rijke bijdrage. - De aanplant vordert snel. Er is een anecdote in omloop, die zegt, dat er eens een meneer in Den Helder kwam met een paard en dat het paard op hol sloeg, om dat het een boom tegenkwam. Want Den Helder en boomen waren de grootst denkbare tegenstellingen. De tijden veranderen echter en wij met hen en dezer dagen is men begonnen met den aanplant van boomen en heesters op tal van plaatsen in onze stad. Sommige gedeelten zijn bereids klaar gekomen, o.a. de Soembastraat, de Fazantenstraat, de Boérhaavestraat, de Ooievaarstraat, de Hoofdgracht en West straat. Maandag wordt een aanvang gemaakt met den Ruyghweg, terwijl men nog werk zaam is aan den Burg. Houwingsingel. Wij twijfelen er niet aan, of onze stad zal door deze aanplanting aan aspect winnen. Weliswaar maken de boomen nog niet direct den indruk van eiken, waarvan de eeuwen op u neerzien, doch alles heeft zijn groeitijd noodig, ook de gemeentelijk aangeplante boom. Wat den aard van den aanplant betreft, het zijn goeddeels vertegenwoordigers van den Lijsterbes, den Meidoorn en den Eschdoorn. Naar wij vernemen, hebben Ged. Staten een bijdrage voor deze aanplanting ver leend van 2200 gulden, wel een bewijs dus, dat ook dit college van oordeel is, dat aan deze verfraaiing alleszins be hoefte was. Ged. Staten dragen ruim 11.000. b(j voor de uitbreiding van de Alg. Begraafplaats. Zooals wij reeds vroeger meedeelden, zal aan de uitbreiding van de Alg. Begraafplaats, welke uitbreiding in werkverschaffing zal worden uitgevoerd, in het najaar worden be gonnen. Dat is de tijd, dat de landarbeiders weer zonder werk komen en dat verschillende andere werkzaamheden, waaraan werkloozen een boterham kunnen verdienen, eindigen. Voor zoover mogelijk moet men de werkloo zen.in het vrije bedrijf brengen. Dat is de weg die het meest te verkiezen is. In het najaar dus zal tot uitbreiding en ver fraaiing van de Alg. Begraafplaats worden overgegaan. Het is een werk van bijna 120.000.waarvan ruim 63.000.aan loon zal worden uitbetaald. Niet minder dan 100 personen zullen er pl.m. een half jaar werk bij vinden. Naar wij vernemen zullen Ged. Staten een niet onbelangrijke bijdrage voor dit werk verleenen, n.1. een bedrag van ruim 11.000.—. Wij vernemen voorts, dat binnen afzien- baren tijd, verdere voorstellen tot uitbreiding van de werkverschaffing bij den raad zijn te verwachten. Het College van B. en W. heeft dus een open oog voor de nooden van de werkloozen, waarvan het meerendeel deze zorg ook zeer weet te waardeeren. In de meeste gezinnen van hen, die aan het werk gezet zijn, komt nu toch wekelijks een bedrag van 5 k 6 gulden boven het bedrag binnen, dat zij anders aan steun ontvangen en dat is een niet te versmaden extraatje, terwijl ook het gevoel van dit geld „verdiend" te hebben aan velen bevrediging geeft. Deze werkver schaffing heeft dus meerdere goede kanten. De door den storm aangerichte schade wordt hersteld. Het fiets pad door de duinen verzand. Dat de achter ons liggende winter met zijn weinige maar hevige stormen weer ter dege schade aan dijk en duinen heeft toege bracht, is een ieder bekend. Elk jaar weer is het 't zelfde liedje en staat Waterstaat voor groote onksoten om de reparatie te doen verrichten. Dit jaar heeft ook de Gemeente haar portie gehad, want, zooals men weet, was voor een groot gedeelte het betonnen pad, dat te Huisduinen naar het strand leidt, weggeslagen en was het pad nabij de Don kere duinen zelfs geheel door de zee opgeslokt. Deze paden waren aangelegd door de Ge meente en dienen dus voor haar rekening hersteld te worden. Ai Toen wij dezer dagen eens langs het strand gingen, bleek ons, dat men zoo wel te Huisduinen als nabij de Donkere Duinen doende is om de paden weer te herstellen. Nadat het gat, dat te Huisduinen in de steenen glooiing geslagen was, door het aan nemersbedrijf van Daalder te Alkmaar „ge stopt" was, is de Heldersche aannemer Maar ten de Vries, aan wien het werk bij inschrij ving gegund is, Maandag j.1. met de betonning van het pad begonnen. Het werk schiet goed op, voor een groot gedeelte zit er om het pad een bekisting, om het beton, dat nog harden moet, te beschermen. Wij maken het publiek er op opmerkzaam, dat het pad dezer dagen nog niet te gebruiken is. Wil men het strand bereiken, dan moet men 'den hobbeligen weg volgen over de stee nen glooiing, doch die is alleen geschikt voor jongemenschen. Ouderen en moeders met kinderwagens wagen zich daar niet aan! Anders is het met het pad nabij de Don kere Duinen. Dit ligt er weer net zoo als we het kennen van den vorigen zomer. Donder dagmiddag lagen er nog wel niet alle houten schotten op, maar dat zal thans wel het geval zijn. En zoo niet, dan is het pad toch in ieder VOOR DE PIJP Rookt IBIS bij voorkeur uit een IBIS-pijp. Bij Uw winkelier verkrijgbaar. Dat Den Helder voorheen, wat zijn schoon heid van gebouwen, pleinen, theaters, moderne winkels betreft op een tweede plaats stond, zouden wij niet durven tegenspreken. Latere jaren heeft de moderniseering van onze stad zoo'n groote vlucht genomen, dat iedereen met lof hierover spreekt. Ook zijn er nu nog bescheiden zakenmen- schen, die met hun bedrijf niet langs den weg timmeren. Van de Firma NEELS, de onopvallende zaak in Heeren- en Kinderkleeding zou men iets dergelijks verwachten, maar.... komt men er binnen, dan bevindt men zich in een ongelooflijk mooie zaak, met een voorraad Kleeding, zooals men die nog maar zelden in de Hoofdsteden van ons land aantreft. Deze Firma NEELS, heeft thans, om een kleine indruk van zijn intérieur en voorraden te geven, een serie foto's in haar étalage ge plaatst, waardoor men een goeden indruk van deze bloeiende en prachtige zaak krijgt. Een collectie Kleeding om van te water tanden. Wij raden een ieder aan, de foto's in de étalage van de Firma NEELS, Keizerstraat, eens te gaan bekijken. (Adv.). geval toegankelijk en kan men dus hier het strand op gemakkelijke wijze bereiken. Even willen wij er nog op wijzen, dat het bekende en zeer populaire fietspad lang het spoorlijntje, dat zich over vele kilometers dwars door de duinen slingert, over groote gedeelten verzand is. Men is dikwijls verplicht van zijn fiets af te stap pen en die gedeelten door het mulle zand te zwoegen. Wellicht vinden de bevoegde autoriteiten aanleiding om ook dat pad weer begaanbaar te maken voor fietsers: zij zullen daarmede zeer velen, die het genoegen van een fietstocht door de dui nen kennen, aan zich verplichten! Men schrijft ons: De roep van Christus: Indien gij „geloof" hadt als een mosterdzaadje, klinkt ook nu weer en doet ons de eenigst mogelijke en voortreffelijke oplossing voor alle levens vragen aan de hand. De echo ervan klinkt ons uit Möttlingen tegen. Terug tot het „geloof", Dinsdagavond 8.15 u. bijeenkomst in het ge bouw Vijzelstraat, waarin Ds. Sillevis Smitt U hoopt te wijzen op dit begeerenswaardig ge loof. Na afloop spreekuur voor' wie dat wenscht. Toegang vrij en ieder welkom. Men zie de advertentie. CINEEN FOTOHANDEL KONINQSTQAAT 73. •TELEFOON 279; ONTWIKKELEN-AFPBUKKEN- VËD9ROOTËN Zondag 18 April 1937 Ned. Herv. Gem. (Nw. Kerk, Weststraat) Geen dienst. Westerkerk, (Helden der Zeeplein). 's Morgens 10.30 uur, Ds. H. A. Enklaar Onderwerp: „Innerlijke vernieuwing" (2 Cor. 4 16) Geref. Kerk. (Julianapark). 's Morgens 10 uur, Ds. Tollenaar 's Avonds 5.30 uur, Ds. Meijnen Geref. Kerk (Rehoboth-Kerk). 's Morgens 10 uur, Ds. Meijnen s Avonds 5.30 uur, Ds. Tollenaar Oud Geref. Kerk (Hoogstraat). 's Morgens 10 uur en 's avonds 5.30 uur Leesdienst. Chr. Geref. Kerk (Steengracht). 's Morgens 10 uur en 's avonds 5 uur de heer J. Rebel. Herst. Evang. Luth. Gem. (Weezenstr.). 's Morgens 10.30 uur, Ds. W. J. F. Meiners Doopsgezinde Gemeente (Kerkgracht). 's Avonds 7 uur, Ds. P. J. Smidts Oud-Katholieke Kerk (Langestraat 76) 's Morgens 10 uur, kerkdienst Evangelisatie (Palmstraat). 's Morgens 10 uur, Ds. M. van Wichen van Julianadorp. 's Avonds 6 uur, Cand. J. B. Oskamp Gebouw Middenstraat 117. 's Avonds 8 u., Evangelisatie-samenkomst Evangeliesatiegebouw, Vijzelstraat 's Morgens 10.30 uur, samenkomst Zondagmiddag 4 uur, straatprediking Tuindorp. Verschillende sprekers, 's Avonds 8 uur, samenkomst Leger des Heils. 10 uur v.m. Heiligings-Samenkomst 3.30 Openluchtsamenkomst. 8 uur n.m. Verlossings-Samenkomst Donderdagav. 8 u., Heiligings-samenkomst Hersteld Apostolische Zending Gemeente Sluisdijkstraat hoek Schagenstraat. Geen dienst. Kerk van Jezus Christus, Janzendw.str. 8 's Morgens 9.30 en 's avonds 5 uur Samenkomsten. HUISDUINEN Ned. Herv. Gemeente. Geen dienst. oud goud en zilver tegen de hoogste waarde. Fa. Beemsterboer. Naar wij vernemen zal de behandeling van de gemeente-begrooting nog wel eenigen tijd aanhouden. De eerste sectie-vergadering wordt a.s. Dinsdag gehouden, de laatste waar schijnlijk Vrijdag. Dan zal het algemeen rap port nog moeten verschijnen, zoodat de be handeling van de begrooting zeer waarschijn lijk niet eerder dan over een drie- viertal weken zal kunnen beginnen. Het de vorige week opgevischte anker heeft dezer dagen de door den burgemeester toegewezen plaats van bestemming ingeno men. Het ligt aan de Westzijde van het Helden der Zee-monument en spreekt daar zijn eigen tale, in het bizonder tot het hart van de oude redders, die daar ook vlakbij hun tijd staan te verdroomen met het in herin nering roepen van vervlogen dagen en ge beurtenissen uit ouden tijd. door Annie de Hoog—Noof 32) De heerlijkste dagen voor Marry waren die, waarop ze haar moeder mocht bezoeken. Op de oogenblikken dat ze bijhaar was, stonden alle kleine verdrietelijkheden, waarmee ze iederen dag te kampen had, ver van haar af. Zoodra moeder haar, als zij de zaal opkwam, al van verre toelachte, leefde ze heelemaal op. Dan was er in haar gedachten alleen plaats voor moeder. En wat kon ze haar blij maken met een opgespaard koekje... of zooals van de week, met die sinaasappel, die ze van de groentevrouw gekregen had, omdat ze even op den winkel gepast had. Maar nu was het toch wel een héél gelukkige dag. Mammie mocht voor het eerst rechtop in haar bed zit ten! Dat beteekende dat ze niet zoo heel erg ziek meer was. Nu kwam ze misschien weer gauw naar huis. Het duizelde een beetje in haar hoofd als ze er aan dacht.. Mammie weer thuis, weer voor altijd bij haar... En 's avonds zou ze niet meer weggaan, had ze gezegd, nóóit meer... Het was haast te mooi om het te kunnen gelooven. Bij dat vooruitzicht kon ze nu al haast niet meer bij haar moeder vandaan. Wat zou tante Lottie daar wel van zeggen? Die zou natuurlijk ook blij zijn. want die hield veel van moeder. Wat bracht ze niet altrjd een heerlijke dingen voor d'r mee. En toch kon ze het zelf niet zoo goed missen, want ze had nu niet zooveel geld meer op zak, nu „die andere" er niet meer was. Wie die andere geweest was, begreep ze niet, maar dat had ze haar zoo eens tegen Mammie hooren zeg gen. „Ja, meid, jij bent er nog goed afgekomen," had ze toen gezegd, „als ik er aan denk, zoo'n gezonde man en er dan zoo ineens uit. Hjj is niet meer tot bewustzijn gekomen... Mijn carrière is er ook door gebroken." Later, na schooltijd, had ze aan Doortje ge vraagd of die ook wist wat dat was „een carrière", maar die kende dat woord ook niet, zei ze. Dat was wel jammer, want anders had Chris, die in sommige dingen erg handig was, het misschien wel weer voor tante Lottie kunnen maken. Moeder vroeg honderd uit, over school, over Doortje... Maar even werd het toch wel heel moeilijk toen moeder vroeg: „En heb je het daar bij juffrouw Smit prettig, Mar?" Toen had ze heel even in tweestrijd ge staan... Wat moest ze nu doen, de waarheid zeggen of jokken? Als ze de waarheid zei, zou Mammie zeker verdrietig worden en dat mocht niet en daarom zei ze maar: „Ja Mammie, èrg prettig." Ze had net gedaan, of ze iets van den grond opgeraapt had, want ze had gevoeld, dat ze een kleur kreeg, dat was altijd zoo als je jokte. En als moe .ei dat gezien had, had ze vast op haar voorhoofd gekeken en gezegd: „O, Marry, wat zie ik daar? Een gróóte J..." Maar toen ze het ziekenhuis uitging en den weg insloeg naar school had dat leugentje haar toch erg dwars gezeten en dat werd pas beter, toen ze heel zachtjes in zichzelf gezegd had: „Onze lieve Heertje, ik deed het heusch niet voor mezelf, het was alleen voor Mam mie." Toen dien middag de school uitging, hoorde Marry van een paar kinderen, dat haar vrien dinnetje moest schoolblijven. Dat gebeurde zelden. Doortje deed nooit iets wat niet goed was, dus kreeg ze geen straf ook. Wèl van haar moeder, maar die strafte haar altijd voor dingen die een ander deed. Ze zou natuurlijk op haar wachten, al werd het nog zoo laat. Ze had er zich nogal zoo op verheugd, om Doortje direct na schooltijd het heugelijke nieuws van haar moeder te vertellen. Het was erg moeilijk om iets, wat je zoo graag ver tellen wou, zoo lang voor je te houden. Van middag had ze dat tenminste niet gekund. Toen had ze het zoo ineens, midden in de klas, hardop aan de juffrouw verteld. En achteraf bleek dat maar goed geweest te zijn ook, want de juffrouw zei: „O, zat je dééraan te denken? Dan was het zeker daardoor dat je zoo slecht oplette. Nu, dat kan ik begrijpen. Ik wou je nogal juist een afkeuring geven." Te bedenken, dat ze die net ontloopen was. Alles mèt haar vandaag. Eerst dat heerlijke, wat ze vanmiddag gehoord en nu dit weer. Onze lieve Heertje had haar vast dat leugen tje vergeven, anders kon het niet zoo goed met haar gaan. Zou Doortje lang moeten blijven? Wist ze maar waarvoor het was, dan kon ze het wel zoo'n beetje uitrekenen. Ze stond hier nu al zeker meer dan een kwartier. Zou ze een beetje heen en weer loopen, eens gaan kijken, wat die kinderen op gindsche stoep zaten te spelen? Steeds omkijkend naar de gesloten schooldeur, liep ze op het spelende groepje toe. Het waren drie meisjes van een jaar of zeven, acht, die met een wankelen popenpwa- gen speelden. Ze kende die kinderen wel, twee er van zaten bij haar in de klas. Zou ze vra gen of ze mee mocht doen? Ze raapte het poppenmutsje op, dat juist voor haar voeten neerviel. Ze wilde het de pop, die bij een van de kinderen in den arm lag, opzetten. „Blijf af," zei het kind bits, haar het mutsje uit de hand grissend. ,.'k Wou het d'r alleen maar opzetten," zei ze goedig. „Dat hoef jij niet te doen, jij bent de moe der niet." „Spelen jullie vader en moedertje?" vroeg ze belangstellend. „Ja," zei Betsy, de eigenares van den wagen. „Mag ik meedoen?" vroeg ze lief. Betsy keek vragend naar de anderen. „Mag ze?" „Nee," besliste het kind met de pop. „Zij heb thuis geen vader, dus ze weet niet hoe het hoort." „We kunnen toch spelen dat-ie dood is," opperde Marry. „Daar is niks an," zei ze, want wie moet er dan mopperen en te keer gaan?" „Ja," zei het andere kind, die eindelijk het bedje in den wagen had opgemaakt. „Ze hep gelijk, zonder vader is er niks an." Marry bleef op een paar pas afstand toe kijken. Ze genoot mee toen ze zag hoe de pop eerst aan- en toen uitgekleed werd en van den eenen arm in den anderen ging. Een opgeschoten jongen, die voorbijkwam en het ernstige gedoe gadesloeg, stootte Marry aan en op de kinderen wijzend, die geheel en al in hun spel opgingen grinnikte hij: „Wat een gekken, hè?" „Niks gek," zei ze en stak haar tong naar hem uit. De kinderen hadden niet opgekeken, hun aandacht was te zeer gespannen. Het poppen- kind had erg gehoest en nu maakte de moe der zich zware zorgen. Ook de vader keek somber en sprak zelfs van „de dokter halen". Hij boog zich met groote teederheid over het kindje heen en het steeds maar over het ge zichtje aaiend, fluisterde hij de liefste woordjes. Marry was een al aandacht. Zij volgde ieder woord, iedere beweging. Een opgekropt zuchtje ontsnapte aan haar borst. „Hè, ik wou dat ik die pop was," zei ze zacht. XIX. „Ik heb je man gezien!" Met dien uitroep snelde Lottie den volgen den dag op Diny's bed toe. En nog voor deze een woord kon uitbren gen, vervolgde ze buiten adem: „Hier op de gang, nu nèt. Hij was ge kleed in een witte jas en hij stond met iemand in een heel ernstig gesprek. Ik had den moed niet naar hem toe te gaan." „Je moet je vergist hebben, Lottie," riep Diny ontdaan uit. „Misschien iemand die veel op hem lijkt. Het kan eenvoudig niet, zou..." „Praat nou niet van „het kè.n niet," het is zoo. Ik ken Beerens toch wel, al is hij dan ook wat ouder en wat dikker geworden, 't Is nog hetzelfde snuit." „Het is onmogelijk, Lottie. Paul moet nog in Afrika zijn..." „Hij moet er misschien nog zijn, maar hij is er niet meer, dat zeg ik je. Meid, laat ik eerst gaan zitten, ik ben er heelemaal overstuur van... Maar wat scheelt er aan, word je niet goed? Je ziet opeens zoo lijkbleek... Ach, ik ben ook zoo'n suffert om je daar ineens mee op je dak te vallen, ik vergeet heelemaal dat je nog ziek bent." „Lottie," zei Diny zacht, terwijl de tranen van motie haar naar de oogen drongen... „als dèt toch eens waar was..." „Het Is waar," zei deze, nu veel rustiger, „geloof me Diny, anders zal ik het toch niet zoo zeker zeggen. Dat ik hem nu vandéAg moet zien, net op den laatsten dag dat ik je kan komen bezoeken..." „Het is toch bijna niet te gelooven, Lottie. O, ik zou er alles voor over hebben om zeker heid te kunnen krijgen." „Dat is een klein kunstje," zei Lottie op staande. „Wat ga je doen?" riep Diny verschrikt uit. „Het aan de zuster vragen natuurlijk." Binnen twee minuten was ze weer aan Diny's bed terug. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 5