Stadsnieuws
Visscherij
Inbraak
op den Ruyghweg
Waar gaan we heen?
Maandag 19 April 1937
Tweede Blad
25. aan contanten uit
sigarenwinkel gestolen
De speeltuinen geopend
Schaakclub „Morphy
contra Heemstede
Knalavond van de afcl
„Wandelsport"
der Speeltuinvereeniging
Intellectvoorstelling
in Rialto
Dc eerste ansjovisch
op den Helderschen Vischafslag
De O 12 en de O 14
Zonder dat het U iets
kost dit jaar, met Uw
gezin, metVACANTIE!
HERMAN NYPELS'
Pols gebroken
llit het politierapport
Visscherijberichten
Vischafslag Oudcschild
HÖNIG 'S BOUILLON BLOKJ ES thans 6 voor 8 ct. en 25/ zwdarder dan de meeste andere.
Feuilleton
Toen de Wed. Groothof, eigenares van
de sigarenzaak in het perceel Ruijghweg
No. 15, hedenmorgen 7 uur de huiskamer
binnenkwam, ontdekte zij tot haar niet
geringen schrik, dat er 's nachts onge-
wenscht bezoek geweest was.
In totaal bleek, dat voor een bedrag
van ongeveer 25.aan contanten was
ontvreemd.
De reconstructie van deze inbraak, die des
nachts moet hebben plaats gevonden, is vrij
eenvoudig: de persoon is, via de poort, op het
achtererf gekomen en heeft gebruik gemaakt
van het W.C.-raampje, om zich toegang tot
de keuken te verschaffen.
In de huiskamer en den winkel aan de
straatzijde heeft hij vervolgens zijn slag ge
slagen.
Een z.g. VARA-busje, hetwelk zijn vaste
standplaats had op het buffet, en waarin zich
een aantal centen bevonden, stond op de tafel,
doch was niet meegenomen.
Wel een 2-tal spaarbusjes van de beide
kinderen van Mevr. Groothof, in elk
waarvan zich ook geen noemenswaardig
bedrag aan geld bevond. Een shag-doos,
bevattende 10.was echter geplun
derd, en een portemonnaie, inhoudende
5.evenzoo.
Een andere portemonnaie, bevattende
een paar gulden, was eveneens geheel ge
leegd, evenals een handtasch.
Wat de winkel be£reft, in de toonbank
lade, bevond zich een kistje met ongeveer
10.en ook dit is overgegaan in het
bezit van den nachtelijken bezoeker.
Door de keukendeur heeft de inbreker weer
de woning verlaten.
Toen wij een en ander in oogenschouw na
men bleek, dat er voor de politie hier onge
twijfeld eenige belangrijke aanwijzingen zijn,
waarvan wij hopen, dat gebruik gemaakt zal
kunnen worden.
De recherche heeft de zaak reeds in onder
zoek genomen.
Zaterdagmiddag was een groot deel der
Speeltuinkinderen gemobiliseerd, om en masse
een wandeling door de stad te maken, teneinde
daarna, als waardig besluit, naar de diverse
tuinen op te marcheeren, die voor het eerst
hun deuren zouden openen. Welnu, het weer
werkte mee en zoo is deze marsch geworden
een werkelijk bijzonder geslaagd stuk speel-
tuinpropaganda. Want niemand zal kunnen en
durven ontkennen, dat het een aardig gezicht
was, deze zeker 1000 jongens en meisjes, ge
kleed in hun frissche pakjes en voorafgegaan
door kranige tamboers en dat ongetwijfeld een
deel der Heldersche jeugd, die niet aan
gesloten is, inwendig jaloersch geweest zal
zijn.
Het was een prachtige optocht en de leiders
waren kennelijk in hun sas, dat alles zoo vlot
verliep, al was het jammer, dat de afdeeling
Oude Helder niet van de partij was, gezien
het feit, dat genoemde tuin in de grondverf
stond en deze nog niet hard was.
Na afloop vertrok men, zooals gezegd, elk
naar zijn tuin en daar was het natuurlijk eerst
recht een feest, want dit beteekende dan toch
tenslotte het einde van den winter, die welis
waar ook zijn prettige kanten voor de jonge
lui heeft, maar die toch niet haalt bij datgene
wat men op de tuinen kan verrichten.
In den tuin van „Tuindorp" stond een
poppenkast opgesteld en dat was natuurlijk
wel het mooiste wat men zich had kunnen
denken. Ze waren er zóó opgewonden over,
en vonden het aloude spel van Jan en Katrijn
zoo geweldig, dat het niet veel gescheeld had,
of de jongens waren met de heele poppenkast,
inclusief Jan en Katrijn, aan den loop gegaan.
Van enthousiasme gesproken
M
Een spannende kamp.
Zaterdagavond had in de bovenzaal van het
Kegelhuis een treffen plaats tusschen schaak
club „Morphy" en een schaakclub uit Heem
stede.
De winterwedstrijden van deze Heldersche
schaakclub zijn weer zoo goed als achter den
rug, het verschil tusschen het concentratie- en
combinatievermogen van de leden onderling is
weer scherper omlijnd en het bestuur achtte
den tijd gekomen om het contact met leden van
den Noord-Hollandschen schaakbond te ver
sterken.
Deze eerste avond is een waar succes ge
worden. Niet alleen dat van den aanvang af een
prettige, amicale geest onder de aanwezige
spelers heerschte, maar tevens was er de ge
spannen verwachting van de beide clubs om de
overwinning te behalen.
Precies acht uur, we hebben nog nooit een
zoo „minutieus begin" meegemaakt, heette de
heer Poortman, de voorzitter van „Morphy", de
aanwezigen, in het bijzonder de spelers uit
Heemstede, hartelijk welkom, waarna de voor
zitter van Heemstede enkele hartelijke woor
den sprak en als aardige attentie een bouquet
bloemen in de Heldersche kleuren overhan
digde. Hierna nam nog een van de bestuurs
leden het woord om in een korte toespraak te
wijzen op het nut van dit spelen in vereeni-
gingsverband.
Het was dr. Feenstra Kuiper, die de alge-
meene leiding op zich had genomen en zich van
dezen taak aldus kweet, dat om kwart over
achten slechts nog het tikken van de klokken
hoorbaar was en de spelers vol aandacht over
de borden gebogen waren. Het was buitenge
woon interessant, deze strijd zonder woorden,
bijna zonder gebaren en toch in een met span
ning geladen atmosfeer, gade te slaan. Een
enkele maal werd de stilte onderbroken door
een uitroep, wanneer de tegenstander een val
met succes had opgesteld.
Dr. Feenstra Kuiper had buiten de benoodig-
de attributen een bord opgesteld, waarop de
uitslagen genoteerd zouden worden. En de
spanning verhoogde nog toen de eerste uitsla
gen wit op zwart stonden. De eerste beëindigde
partij werd gewonnen door „Morphy", maar
dan volgen er diverse winstpartijen van Heem
stede en het gerucht ging reeds rond, dat Den
Helder niet veel had in te brengen. Maar dan
komt het keerpunt en wanneer tenslotte alle
uitslagen bekend geworden zijn, blijkt dat
„Morphy" 17% en Heemstede 13% punt in de
wacht hebben gesleept. Een zege dus voor onze
Heldersche schaakclub.
Wij zijn ervan overtuigd, dat deze wedstrijd
avond de vriendschappelijke verhouding tus
schen deze beide in de uiterste punten van
Noord-Holland gelegen clubs, heeft versterkt.
Zaterdagavond heeft in „Musis Sacrum" een
„Knal-avond" plaatsgevonden van de Wandel-
sportafdeeling der plaatselijke Speeltuinver
eeniging. Dat de wandelsport zich heden ten
dage in een opmerkelijke belangstelling mag
verheugen, mogen wij bekend achten, evenals
het feit, dat ook de Speeltuinvereeniging een
onderafdeeling, dezen tak van sport be
oefenende, bezit, die er zijn mag.
Het tippel-seizoen staat .weer voor de deur
en daar er dus contanten van noode zijn, was
er een Knalavond georganiseerd.
De vereenigingsvoorzitter, de heer Lucker,
hield een gemoedelijk praatje, waarin hij de
aanwezigen welkom heette en natuurlijk een
propagandistisch getint woordje sprak over
het speeltuinwerk in het algemeen en dat van
de tippelaars in het bijzonder.
Hierna ving direct het program aan en wel
met den conférancier, die het leeuwenaandeel
van den avond voor zijn rekening genomen
had, den heer W. Schoonewolf.
Nadat deze wat geconféranceerd had, ver
scheen The Mexico Band, een aantal jongelui,
met kennelijk vuur mondaccordeons bespelend
en die succes hadden. En niet alleen vanwege
hun Mexicaansch uiterlijk en het aardige
décor, doch goeddeels omdat ze de bekende
wijsjes met zooveel élan ten gehoore brachten.
De heer Schoonewolf liet zijn publiek hierna
massa-zingen, wat lang niet meevalt, doch
dat toch bleek te lukken.
Door kampeer- en tippelclub werd vervol
gens een schets opgevoerd, die voornamelijk
propaganda van de wandelsport ten doel had
en waarvan de geestelijke vader wasal
weer de heer Schoonewolf. De schets oogstte
bijval, zoodat genoemde vader tevreden kan
Zl"En zoo voltrok zich deze avond. In bonte
afwisseling brengend nu eens wat tooneel,
dan weer het optreden van conférencier met
partner. Het programma vermeldde nog een
voordracht door mevr. Huizinga—Frinks en
den heerSchoonewolf, evenals een één-
bedrijvige klucht, genaamd „Inkwartiering"
(opgevoerd door de tooneelvereeniging T.S.V.)
en waarbij de regie stond ten name van den
heer J. Manshanden).
Het einde bracht natuurlijk het bal, een
onderdeel van het programma, waar eveneens
zeer velen reeds lang naar haakten en eerst
laat in den nacht of beter gezegd, vroeg in
den morgen, verlieten de leden en sympathi
seerenden van de tippelarij „Musis Sacrum".
Een interessant prograrqma.
Er was Zondagmorgen in Rialto weer eens
een „ouderwetsche" intellectvoorstelling. Niet
zoo 'één, die alleen maar de naam had,
maar een echte, een interessante, waar je wat
van op kon steken: Over het algemeen loopen
de menschen niet zoo hard naar een „echte"
intellectvoorstelling, maar het bezoek aan
Rialto op dezen grauwen en weinig lente-ach-
tigen Zondagmorgen was zeer goed te noe
men.
We hebben er zoo'n idee van, dat slechts
weinigen spijt van dit Zondagochtend-uit
stapje gehad zullen hebben, want het pro
gramma was interessant en het kwartje zeker
waard, zelfs meer...
Daar was de gebruikelijke luchtige inlei
ding, bestaande uit Wereldnieuws (wat wordt
dat toch buitengewoon goed verzorgd door de
Fransche Eclair-fabrieken uit een komisch
één-actertje, een knappe techni-color van Van
Bueren. Dan bracht de camera ons naar de
Oostkust van Afrika, waar ons in woord en
beeld veel interessants verteld werd van drie
bezienswaardige aanloophavens aldaar, n.1.
van Zanzibar, Mombasa en de haven van de
Britsche Seychellen-eilanden.
Waar we eigenlijk allemaal voor gekomen
waren (tenminste dat veronderstellen we van
de Zondagochtend-intellectueelen), dat was
om de koppensnellers te zien van Zuid-Ame-
rika. Nou, ze hébben ze gezien, maar gelukkig
vormden zij maar een onderdeel van deze ook
overigens zeer bezienswaardige rolprent van
de Duitsche U.F.A. Inderdaad, er bestaan, be
halve „onze" Dajaks, nog koppensnellers in
Equador en wel ten Oosten van den Andus-
keten. Het zijn er niet veel meer en zij oefe
nen hun in onze oogen luguber beroep uit,
omdat zij van de veronderstelling uitgaan, dat
de goede eigenschappen van de(n) gesnelde
op den sneller overgaan.
De U.F.A.-filmers waren niet zoo onkiesch
geweest om een scalpeer partij vast te leggen;
misschien hebben zij het ook wel gedaan,
maar dat gedeelte is dan gecoupeerd, maar
merkwaardig was toch te zien, met welk een
ceremonieel de gesnelde schedelhuid geprepa
reerd werd en voor het nageslacht bewaard.
De film was overigens meer een documen
taire van dat merkwaardige Equador, dat
daar aan de Noord-Westkust van Zuid-Ame-
rika gelegen is. Door de, koude zeestroomen
en de droogte is de kust dor en hard, waar
door de flora ontbreekt, maar vele gevederde
vertegenwoordigers van fauna er een luister
rijk bestaan vieren. De film gaf ons prachtige
beelden van de ontelbare vogels en vogel
soorten daar.
Overigens wordt het beeld van Equador
vrijwel beheerscht door den Andus, het reu
zengebergte. Hier is het geweest, dat verschil
lende Indianen-stammen hun armzalig, maar
roemrijk leven geleefd hebben, hier is het ook
geweest, dat zij vrijwel alle uitgestorven zijn.
De grootste en meest bekende stam was die
der Inca's. Het was ter herdenking van het
feit, dat het in 1932 400 jaar geleden was, dat
dit rijk der Inca's uiteenviel, dat deze film
gemaakt werd. De grootste vijand van de
Inca's zijn de Spanjaarden geweest, van wie
o.m. nog eenige Jezuitentempels aan hun ver
blijf alhier herinneren. De bevolking van
Equador is grootendeels Christen, maar aan
de dagen, toen het nog anders was, herinne
ren de ontelbare zonne- en maantempels. Zon
en maan, dat waren zuster en broer en toen
zij huwden, kwam de beschaving...
De film heeft ons gevoerd tot diep in het
binnenland, tot aan het stroomgebied van de
Noordelijke Amazone en heeft ons doen ken
nismaken met vele gewoonten en gebruiken
van de overgeblevene Indianen en van de
mestiezen. We kunnen er niet aan beginnen
hier over die gebruiken uit te wijden, maar
willen besluiten met de hoop uit te spreken,
dat vele van deze intellectvoorstellingen zullen
volgen. Die van Zondagmorgen paste bij den
naam!
Oordeel over de gestes van de
Visscherij-Centrale.
Van reederszijde wordt in het „Dagblad voor
IJmuiden een artikel opgenomen, dat onthult,
dat er, naast de verschillende commissies,
welke de onderscheiden bedrijfstakken verte
genwoordigen, ook een commissie bestaat, be
staande uit 4 advocaten en een vooraan
staand reeder te IJmuiden, die rechtstreeks
den Minister adviseert omtrent de voorstel
len der andere commissies.
Deze commissie schijnt zoo de mededee
ling in het geheim te vergaderen, en ver
scheidene voorstellen der verschillende com
missies, zouden zijn getorpedeerd, zonder dat
daarvan aan de desbetreffende commissies
mededeeling wordt gedaan.
Dat deze commissie in verborgene moest
blijven bestaan zoo de mededeeling blijkt
wel uit het feit, dat de reeder op „collegiale"
wijze zijn aanstelling voor iedereen verborgen
hield.
Dan wordt ook nog besproken het niet ver-
leenen van een uitvaart-vergunning aan de
„SCH. 130", zoodat, toen dit schip toch uit
voer, de vischvangst in beslag werd geno
men en verkocht, zoodat reeder en bemanning
groote schade hadden.
Hier scheen een formeele fout van reeders
zijde tot dit niet-verleenen van de vergunning
als reden te moeten gelden.
Maar ook andere certificaten schijnen te
zijn opgehouden.
Nu dergelijke mededeelingen in de pers wor
den gedaan, is het wel gewenscht, dat van
overheidszijde hierop toelichting wordt ge
geven.
Anders zal er veel wantrouwen groeien te
gen het instituut van de Visscherij-Centrale,
waardoor groot nadeel aan het geheele vis
scherij bedrijf kan ontstaan, want, zonder
wederzijds vertrouwen, moet de arbeid van
de stichting daaronder lijden.
Ook de heer Van der Steen bespreekt in
„Toenadering", het orgaan van den Chr.
Transportarbeidersbond, de inbeslagneming
van de vangst van de „SCH. 130" en wijst er
eveneens op, dat hier slechts van een for
meele fout van reederszijde mag worden ge
sproken.
De reeder zou toch voor een schip een uit-
vaartvergunning hebben gevraagd, maar om
dat het lang duurde voor deze afkwam, heeft
hij het schip laten vertrekken, maar dit schip
vermeerderde niet het aantal varende sche
pen, want het verving een uit de vaart geno
men schip.
Het was dus slechts verkeerd, dat er voor
dat speciale schip geen vergunning was af
gegeven, ofschoon het aan de bedoeling van
den maatregel (n.1. om niet te veel vaartui
gen aan het bedrijf te doen deelnemen) geen
afbreuk deed.
Ook hier, in dit artikel, wordt erop gewe
zen, dat het nooit de bedoeling mag zijn om
de werkeloosheid noodeloos te vergrooten, het
geen, in dit eigenaardige geval, toch dit resul
taat heeft gehad.
In de betrokken kringen heerscht; dus
reeds groote ontevredenheid over de geste van
de Visscherij-Centrale, en we zien nadere toe
lichting van overheidswege daarom met be
langstelling tegemoet.
Zaterdagmorgen is door schipper J. Zwart,
alhier, de eerste ansjovis op den Helderschen
vischafslag aangevoerd, n.1. 10 stuks. De visch
was van goede kwaliteit en doet het beste voor
den a.s. vangst verwachten.
Blijkens bij het departement van defensie
ontvangen telegram bevonden Hr. Ms. onder
zeebooten „O 12 en „O 14" zich Zaterdag
middag op 47 gr. 28 min. N.Br. en 8 gr. 28
min. W.L., op weg naar Curagao.
Het weer was opklarend.
Hoofdprijs van de Beva prijs
vraag I In iedere provincie één
hoofdprijs! Dus elf hoofdprij
zen! Bovendien meer dan 100
troostprijzen! Vraag inlichtin
gen aan Uw winkelier, of aan
Beva. Fabrieken voor vakklee-
ding te Almelo.
w%r\M él 3 DUBBEL STERKE
BEVA VAKKLEEDING
Natuurhistorisch Museum. Elke week:
eiken Woensdagmiddag van 3—6 uur, eiken
Zaterdagavond van 7—10 uur, den eersten
Woensdag van elke maand van 8—10 uur,
den eersten Zondag van elke maand van
3—5 U.
Licht op voor alle voertuigen
Maandag 19 April19.33 uur
KLEDINGMAGAZIJN EN, DEN HELDER
Maatkleding. Moderne, goed passende
snit. Eigen coupeur en ateliers.
Zondagmorgen omstreeks 11 uur reden de
gebroeders Markus, gezeten op een racefiets,
in de Sportlaan, richting Strooweg.
Nabij het Helder-terrein was de achterste
rijder zoo onfortuinlijk met z'n voorwiel het
achterwiel van zijn broer te raken, waardoor
hij pardoes tegen den grond sloeg. Hij viel zoo
ongelukkig, dat hij den pols van zijn rechter
arm brak.
Spoedig was er hulp aanwezig; nadat een
voorloopig verband gelegd was, kon de jonge
man met een aldaar geparkeerd staande auto
naar de St. Lidwinastichting gereden worden,
waar hij door Dr. v. Driel behandeld werd.
Overtreding winkelsluitingswet.
Proces-verbaal werd opgemaakt tegen een
winkelier, die zich gisteren aan een over
treding van de winkelsluitingswet schuldig
maakte.
Vandalisme
Zondag werd bij de politie aangifte gedaan,
dat een glasbol van een lantaarn op de
Timorlaan gebroken was.
Den Helder*17 April.
Aangebracht door korders:
Tongen p. st.
Slips
Schol le soort p. kist
Schol 2e soort
Schar
Door haringvisschers:
Haring
Door garnalenvisschers
Levende garnalen p.
Gekookte garnalen p.
0.90—0.75
0.60—0.54
5.40—4.10
2.90—1.40
1.40—0.75
p. tal 1.60—0.80
Ut
kg
1.35
0.15
Aanvoer 16 April:
296 kg zoute garnalen a 15 ct. p. kg.
Aanvoer 17 April:
302 kg zoute garnalen a 15 ct. p. kg.
Annie de HoogNooy
33)
„Ja, hoor, hrj is het. Ik wist het ook trou
wens zeker. Al van begin September af hier.
Dien, meid, nou wordt het goed voor je, ik
voel het," zei ze, met warmte Diny's handen
drukkend.
Maar Diny schudde mistroostig het hoofd.
„Neen, goéd kan het nooit meer voor me
worden. Ik kan hoogstens mijn wensch in ver
vulling zien gaan, hem nog eenmaal te spre
ken..."
Voor dat laatstezorgde de zuster, die,
door Diny in vertrouwen genomen, het zoo
geregeld had, dat zij dien middag in een rol
stoel naar de spreekkamer werd gebracht.
Daar kreeg zij gelegenheid haar man te ont
moeten.
Groot was Dr. Beerens' verwondering, toen
de hoofdverpleegster, door de zaalzuster van
een en ander op de hoogte gebracht, hem voor
een privé-aangelegenheid te spreken vroeg.
Zijn verwondering steeg nog bij hetgeen hij
te hooren kreeg...Zijn vrouw lag hier als pa
tiënte... terwijl er geen dag voorbijging, dat
hij niet naar haar zocht, geen uur, waarin hij
niet naar haar zocht, geen uur waarin hij
niet aan haar dacht? En zij was hiér, in zijn
onmiddellijke nabijheid? Maar waarom bracht
de zuster hem dan niet direct bij haar? Be
greep zij dan niet, dat hij niet één van die
kostbare minuten wilde verliezen...? Maar
vergiste de zuster zich niet? Hoe kwam ze
eigenlijk op de gedachte dat degene, die zij
bedoelde zijn vrouw was? Wist hier eigenijk
wel iemand, dat hij getrouwd was? Niemand
kende zijn omstandigheden, over zooiets sprak
je immers niet licht...
Toen zette de zuster hem kalm en bedaard
de zaak uiteen. En enkele oogenblikken daar
na verscheen Diny...
De zuster verliet het vertrek. Paul's oogen
werden groot van büjdschap.
In een oogwenk was hij bij Diny, die in
weerwil van het duizelige gevoel dat zij plot
seling kreeg, probeerde rechtop te gaan zitten.
„Marjoleintje," fluisterde hij, zich naar
haar overbuigend, „lieveling, eindelijk..."
Uit zijn stem sprak zooveel liefde, zooveel
blijdschap over dit weerzien, dat het haar
plotseling duideüjk werd, dat deze lange schei
ding nooit zijn wensch kon geweest zijn. Zwij-
gènd hielden zij elkaar langen tijd omvat.
„Paul", zei Diny eindelijk, haar ontroering
nauwelijks meester, „wat er nu gaat gebeu
ren weet ik niet, maar dat weet ik wel, dat
ik innig dankbaar ben, dat ik je tenminste
nog eenmaai neb teruggezien. We zullen
elkaar zoo héél veel te vertellen hebben
„Ja kind", zei hij, terwijl hij haar in zijn
armen hield, „maar nu niet. Het weerzien
heeft al genoeg van je krachten gevergd, je
moet nu gaan rusten. Morgen praten we sa
menO, Diny," riep hij met ingehouden
vreugde uit, „dat het nu wééir isdat ik
je eindelijk terug heb." Hij streek haar liefde
vol over de bleeke wangen. „We zullen je
gauw beter maken, Marjoleintje..."
Toen de zuster op zijn bellen in de deur
opening verscheen, gaf hij haar de noodige
instructies. Er moest direct een kamer voor
Mevrouw in orde gemaakt worden, een pret
tige zonnige kamer. Daar zou ze dan nog
een dag of tien moeten vertoeven, alvorens hij
haar mee naar huis nam.
Diny luisterde met gesloten oogen. Om haar
mond speelde een gelukkige glimlach...
Paul was brj haar en hrj had haar weer,
net als vroeger „Marjoleintje" genoemd..*
Zachtjes drupten een paar tranen tusschen
de gesloten oogleden door.
„Bijna acht jaar is het... geleden, Paul,"
fluisterde ze, toen de zuster de kamer ver
laten had.
„Ja, kind," zei hij op weemoedigen toon,
„acht verschrikkelijke jaren... Laten we hopen
dat het ons gegeven is, het verloren geluk in
te halen."
XX.
Na de eerste vreugde over het weerzien,
hadden zij in de dagen die volgden, veel met
elkaar gesproken. Diny was haar verhaal be
gonnen van het oogenblik af dat zij, geen
anderen uitweg wetend, het huis verlaten had,
met het doel haar man zijn levenskans te
geven. Van al hetgeen zij doorgemaakt had,
had hij zich een levendige voorstelling kun
nen maken... Alleen dat eene, wat zij steeds
naar voren bracht, van dat kind... dat bleef
hem onverklaarbaar.
Hij durfde bijna niet aan haar woorden te
twijfelen en toch kon hij hetgeen ze hem
wilde doen gelooven niet aanvaarden. Hij kon
niet aannemen, dat zij in dié omstandigheden
van hem zou zijn weggegaan... Al had zij hem
er dan alleen maar van op de hoogte gesteld.
Nu wist hij niet wat hij er van denken moest.
Zeven, acht jaar was een langen tijd, daarin
kon veel gebeuren... Zou Diny wel altijd
dezelfde gebleven zijn? Hij schaamde zich
voor zijn gedachten, die hij niet eens een
vasteren vorm durfde te geven... Maar als hij
dan weer aan haar geregelden omgang met
die Lottie Sanders dacht, wier reputatie voor
zooveel jaar geleden al twijfelachtig was, dan
was het hem weer zoo moeilijk alleen het
goede van haar te denken. Diny kende die
Lottie toch door en door, en zou met zoo
iemand toch niet omgegaan zijn, als ze zelf
fatsoenlijk leefde
En haar kind had ze Marjoleintje genoemd,,
een naam, die voor hen beiden zoo heilig was.
omdat hun teederste herinneringen daaraan
verbonden waren. Hoe had Diny dat kunnen
doen? Nu hij dat wist, zou hij dien naam zelf
nooit meer uit kunnen spreken...
Wat had dat feit een schaduw geworpen
op het geluk dat hij meende herwonnen te
hebben. Zouden zij, met d&t tusschen hen,
nog wel ooit gelukkig kunnen zijn?
Het had haar verdriet gedaan, toen hij ge
weigerd had de kleine te ontmoeten. Maar
wat wou ze dan van hem? Kon zij dat niet
begrijpen, dat dit een onmogelijkheid voor
hem was Hij wilde geen barbaar zijn en hoe
het hem ook griefde, haar wel vergeten als
er in dien tijd, waarin ze, zooals maar al te
duidelijk bleek, veel ellende meegemaakt had,
iets gebeurd was, wat zij niet verantwoorden
konMaar dan moest zij zijn wensch ook
billijken en het kind ergens anders doen op
voeden. Als hij het niet in hun woning zou
zien, zou zij het misschien van tijd tot tijd
kunnen vergeten.
Diny, van haar kant leed ontzettend onder
Paul's twijfel. Hoe was het mogelijk, dat hij
ook maar een oogenblik aan iets anders durf
de te denken? Zij voelde dit meer als een
smart dan als een beleediging en soms werd
het haar zoo droef te moede, dat ze niet eens
meer wist of ze wel blij kon zijn, dat ze Paul
teruggevonden had. Ze moesten immers, wilde
er van geluk sprake zijn, als eerlijke menschen
tegenover elkaar staan. Elkander recht in de
oogen durven zien en zonder terughouding
aannemen, alles wat er verteld en verklaard
moest worden. Had het haar ook niet een on
mogelijkheid toegeschenen, toen hij haar ver
zekerde, nooit een brief of telegram van haar
in handen gekregen te hebben, terwijl hij, zoo
als nu bleek, toch op dat tijdstip nog thuis
was? Waarom twijfelde hij aan wat zij
vertelde? En juist aan dat, wat haar tot in
het diepst van haar ziel beroerde. Aan dat,
waardoor ze, nog meer dan vroeger, één zou
den zijn.
Moest het weerzien een zoo groot leed over
hen brengen Moest dit feit hen nog verder
van elkaar verwijderen dan die acht jaren
gedaan hadden?
En ze dacht met weemoed aan Marry, die
nog niets wist en die zich toch zoo over
het bezit van een vader zou verheugen...
En in de stilte van de nachtelijke uren, die
ze vaak wakend doorbracht, bad ze, dat God
uitkomst mocht geven. Ze kon geen afstand
van het kind doen en zeker niet onder deze
omstandigheden.
XXI.
Het opengaan van de schooldeuren bracht
opeens volop leven op het even tevoren nog
verlaten schoolplein, dat plotseling geheel ge
vuld was met rumoer van kinderstemmen.
Joelend, hollend en schreeuwend krioelde
alles dooreen. Hier en daar vormden een paar
kinderen groepjes of gingen in rijtjes van
drie of vier den weg op naar huis.
Mary liep met Doortje en nog twee andere
meisjes. Ze hadden het druk over de juffrouw,
die nét zoo valsch was, omdat ze de een bij
den ander voortrok en je onder de les altijd
dit wist te vragen wat je toevallig niet ge
leerd had. Marry luisterde zonder veel aan
dacht. Zij zat niet in dezelfde klas en hun
juffrouw was gelukkig zoo niet.
Ze kwamen door een smalle zijstraat, die
ze altijd door moesten alvorens hun wegen
zich scheidden. En terwijl Marry, weinig ge
ïnteresseerd in het snibbige gesprek van de
grooteren, onwillekeurig een pas achterbleef,
werd haar aandacht getrokken door .et kla-
gerig gehuil van een kleinen straathond, die
op den stoep van een oud en scheefgezakt
huisje zat.
Het arme dier bibberde zoo, dat Marry het
niet over haar hart kon verkrijgen om het
zoo maar voorbij te loopen.
„Kan jij er niet in arm diertje?" vroeg ze,
den hond medelijdend over den kop streelend'
„Wil ik eens even voor je aanbellen?"
Meteen stond ze op de stoep. Het dier keek
met zielige oogen naar haar op, doch ver
roerde zich niet.
(Wordt vervolgd).