Stadsnieuws Visscherij Inbraak op den Ruyghweg Waar gaan we heen? Maandag 19 April 1937 Tweede Blad 25. aan contanten uit sigarenwinkel gestolen De speeltuinen geopend Schaakclub „Morphy contra Heemstede Knalavond van de afcl „Wandelsport" der Speeltuinvereeniging Intellectvoorstelling in Rialto Dc eerste ansjovisch op den Helderschen Vischafslag De O 12 en de O 14 Zonder dat het U iets kost dit jaar, met Uw gezin, metVACANTIE! HERMAN NYPELS' Pols gebroken llit het politierapport Visscherijberichten Vischafslag Oudcschild HÖNIG 'S BOUILLON BLOKJ ES thans 6 voor 8 ct. en 25/ zwdarder dan de meeste andere. Feuilleton Toen de Wed. Groothof, eigenares van de sigarenzaak in het perceel Ruijghweg No. 15, hedenmorgen 7 uur de huiskamer binnenkwam, ontdekte zij tot haar niet geringen schrik, dat er 's nachts onge- wenscht bezoek geweest was. In totaal bleek, dat voor een bedrag van ongeveer 25.aan contanten was ontvreemd. De reconstructie van deze inbraak, die des nachts moet hebben plaats gevonden, is vrij eenvoudig: de persoon is, via de poort, op het achtererf gekomen en heeft gebruik gemaakt van het W.C.-raampje, om zich toegang tot de keuken te verschaffen. In de huiskamer en den winkel aan de straatzijde heeft hij vervolgens zijn slag ge slagen. Een z.g. VARA-busje, hetwelk zijn vaste standplaats had op het buffet, en waarin zich een aantal centen bevonden, stond op de tafel, doch was niet meegenomen. Wel een 2-tal spaarbusjes van de beide kinderen van Mevr. Groothof, in elk waarvan zich ook geen noemenswaardig bedrag aan geld bevond. Een shag-doos, bevattende 10.was echter geplun derd, en een portemonnaie, inhoudende 5.evenzoo. Een andere portemonnaie, bevattende een paar gulden, was eveneens geheel ge leegd, evenals een handtasch. Wat de winkel be£reft, in de toonbank lade, bevond zich een kistje met ongeveer 10.en ook dit is overgegaan in het bezit van den nachtelijken bezoeker. Door de keukendeur heeft de inbreker weer de woning verlaten. Toen wij een en ander in oogenschouw na men bleek, dat er voor de politie hier onge twijfeld eenige belangrijke aanwijzingen zijn, waarvan wij hopen, dat gebruik gemaakt zal kunnen worden. De recherche heeft de zaak reeds in onder zoek genomen. Zaterdagmiddag was een groot deel der Speeltuinkinderen gemobiliseerd, om en masse een wandeling door de stad te maken, teneinde daarna, als waardig besluit, naar de diverse tuinen op te marcheeren, die voor het eerst hun deuren zouden openen. Welnu, het weer werkte mee en zoo is deze marsch geworden een werkelijk bijzonder geslaagd stuk speel- tuinpropaganda. Want niemand zal kunnen en durven ontkennen, dat het een aardig gezicht was, deze zeker 1000 jongens en meisjes, ge kleed in hun frissche pakjes en voorafgegaan door kranige tamboers en dat ongetwijfeld een deel der Heldersche jeugd, die niet aan gesloten is, inwendig jaloersch geweest zal zijn. Het was een prachtige optocht en de leiders waren kennelijk in hun sas, dat alles zoo vlot verliep, al was het jammer, dat de afdeeling Oude Helder niet van de partij was, gezien het feit, dat genoemde tuin in de grondverf stond en deze nog niet hard was. Na afloop vertrok men, zooals gezegd, elk naar zijn tuin en daar was het natuurlijk eerst recht een feest, want dit beteekende dan toch tenslotte het einde van den winter, die welis waar ook zijn prettige kanten voor de jonge lui heeft, maar die toch niet haalt bij datgene wat men op de tuinen kan verrichten. In den tuin van „Tuindorp" stond een poppenkast opgesteld en dat was natuurlijk wel het mooiste wat men zich had kunnen denken. Ze waren er zóó opgewonden over, en vonden het aloude spel van Jan en Katrijn zoo geweldig, dat het niet veel gescheeld had, of de jongens waren met de heele poppenkast, inclusief Jan en Katrijn, aan den loop gegaan. Van enthousiasme gesproken M Een spannende kamp. Zaterdagavond had in de bovenzaal van het Kegelhuis een treffen plaats tusschen schaak club „Morphy" en een schaakclub uit Heem stede. De winterwedstrijden van deze Heldersche schaakclub zijn weer zoo goed als achter den rug, het verschil tusschen het concentratie- en combinatievermogen van de leden onderling is weer scherper omlijnd en het bestuur achtte den tijd gekomen om het contact met leden van den Noord-Hollandschen schaakbond te ver sterken. Deze eerste avond is een waar succes ge worden. Niet alleen dat van den aanvang af een prettige, amicale geest onder de aanwezige spelers heerschte, maar tevens was er de ge spannen verwachting van de beide clubs om de overwinning te behalen. Precies acht uur, we hebben nog nooit een zoo „minutieus begin" meegemaakt, heette de heer Poortman, de voorzitter van „Morphy", de aanwezigen, in het bijzonder de spelers uit Heemstede, hartelijk welkom, waarna de voor zitter van Heemstede enkele hartelijke woor den sprak en als aardige attentie een bouquet bloemen in de Heldersche kleuren overhan digde. Hierna nam nog een van de bestuurs leden het woord om in een korte toespraak te wijzen op het nut van dit spelen in vereeni- gingsverband. Het was dr. Feenstra Kuiper, die de alge- meene leiding op zich had genomen en zich van dezen taak aldus kweet, dat om kwart over achten slechts nog het tikken van de klokken hoorbaar was en de spelers vol aandacht over de borden gebogen waren. Het was buitenge woon interessant, deze strijd zonder woorden, bijna zonder gebaren en toch in een met span ning geladen atmosfeer, gade te slaan. Een enkele maal werd de stilte onderbroken door een uitroep, wanneer de tegenstander een val met succes had opgesteld. Dr. Feenstra Kuiper had buiten de benoodig- de attributen een bord opgesteld, waarop de uitslagen genoteerd zouden worden. En de spanning verhoogde nog toen de eerste uitsla gen wit op zwart stonden. De eerste beëindigde partij werd gewonnen door „Morphy", maar dan volgen er diverse winstpartijen van Heem stede en het gerucht ging reeds rond, dat Den Helder niet veel had in te brengen. Maar dan komt het keerpunt en wanneer tenslotte alle uitslagen bekend geworden zijn, blijkt dat „Morphy" 17% en Heemstede 13% punt in de wacht hebben gesleept. Een zege dus voor onze Heldersche schaakclub. Wij zijn ervan overtuigd, dat deze wedstrijd avond de vriendschappelijke verhouding tus schen deze beide in de uiterste punten van Noord-Holland gelegen clubs, heeft versterkt. Zaterdagavond heeft in „Musis Sacrum" een „Knal-avond" plaatsgevonden van de Wandel- sportafdeeling der plaatselijke Speeltuinver eeniging. Dat de wandelsport zich heden ten dage in een opmerkelijke belangstelling mag verheugen, mogen wij bekend achten, evenals het feit, dat ook de Speeltuinvereeniging een onderafdeeling, dezen tak van sport be oefenende, bezit, die er zijn mag. Het tippel-seizoen staat .weer voor de deur en daar er dus contanten van noode zijn, was er een Knalavond georganiseerd. De vereenigingsvoorzitter, de heer Lucker, hield een gemoedelijk praatje, waarin hij de aanwezigen welkom heette en natuurlijk een propagandistisch getint woordje sprak over het speeltuinwerk in het algemeen en dat van de tippelaars in het bijzonder. Hierna ving direct het program aan en wel met den conférancier, die het leeuwenaandeel van den avond voor zijn rekening genomen had, den heer W. Schoonewolf. Nadat deze wat geconféranceerd had, ver scheen The Mexico Band, een aantal jongelui, met kennelijk vuur mondaccordeons bespelend en die succes hadden. En niet alleen vanwege hun Mexicaansch uiterlijk en het aardige décor, doch goeddeels omdat ze de bekende wijsjes met zooveel élan ten gehoore brachten. De heer Schoonewolf liet zijn publiek hierna massa-zingen, wat lang niet meevalt, doch dat toch bleek te lukken. Door kampeer- en tippelclub werd vervol gens een schets opgevoerd, die voornamelijk propaganda van de wandelsport ten doel had en waarvan de geestelijke vader wasal weer de heer Schoonewolf. De schets oogstte bijval, zoodat genoemde vader tevreden kan Zl"En zoo voltrok zich deze avond. In bonte afwisseling brengend nu eens wat tooneel, dan weer het optreden van conférencier met partner. Het programma vermeldde nog een voordracht door mevr. Huizinga—Frinks en den heerSchoonewolf, evenals een één- bedrijvige klucht, genaamd „Inkwartiering" (opgevoerd door de tooneelvereeniging T.S.V.) en waarbij de regie stond ten name van den heer J. Manshanden). Het einde bracht natuurlijk het bal, een onderdeel van het programma, waar eveneens zeer velen reeds lang naar haakten en eerst laat in den nacht of beter gezegd, vroeg in den morgen, verlieten de leden en sympathi seerenden van de tippelarij „Musis Sacrum". Een interessant prograrqma. Er was Zondagmorgen in Rialto weer eens een „ouderwetsche" intellectvoorstelling. Niet zoo 'één, die alleen maar de naam had, maar een echte, een interessante, waar je wat van op kon steken: Over het algemeen loopen de menschen niet zoo hard naar een „echte" intellectvoorstelling, maar het bezoek aan Rialto op dezen grauwen en weinig lente-ach- tigen Zondagmorgen was zeer goed te noe men. We hebben er zoo'n idee van, dat slechts weinigen spijt van dit Zondagochtend-uit stapje gehad zullen hebben, want het pro gramma was interessant en het kwartje zeker waard, zelfs meer... Daar was de gebruikelijke luchtige inlei ding, bestaande uit Wereldnieuws (wat wordt dat toch buitengewoon goed verzorgd door de Fransche Eclair-fabrieken uit een komisch één-actertje, een knappe techni-color van Van Bueren. Dan bracht de camera ons naar de Oostkust van Afrika, waar ons in woord en beeld veel interessants verteld werd van drie bezienswaardige aanloophavens aldaar, n.1. van Zanzibar, Mombasa en de haven van de Britsche Seychellen-eilanden. Waar we eigenlijk allemaal voor gekomen waren (tenminste dat veronderstellen we van de Zondagochtend-intellectueelen), dat was om de koppensnellers te zien van Zuid-Ame- rika. Nou, ze hébben ze gezien, maar gelukkig vormden zij maar een onderdeel van deze ook overigens zeer bezienswaardige rolprent van de Duitsche U.F.A. Inderdaad, er bestaan, be halve „onze" Dajaks, nog koppensnellers in Equador en wel ten Oosten van den Andus- keten. Het zijn er niet veel meer en zij oefe nen hun in onze oogen luguber beroep uit, omdat zij van de veronderstelling uitgaan, dat de goede eigenschappen van de(n) gesnelde op den sneller overgaan. De U.F.A.-filmers waren niet zoo onkiesch geweest om een scalpeer partij vast te leggen; misschien hebben zij het ook wel gedaan, maar dat gedeelte is dan gecoupeerd, maar merkwaardig was toch te zien, met welk een ceremonieel de gesnelde schedelhuid geprepa reerd werd en voor het nageslacht bewaard. De film was overigens meer een documen taire van dat merkwaardige Equador, dat daar aan de Noord-Westkust van Zuid-Ame- rika gelegen is. Door de, koude zeestroomen en de droogte is de kust dor en hard, waar door de flora ontbreekt, maar vele gevederde vertegenwoordigers van fauna er een luister rijk bestaan vieren. De film gaf ons prachtige beelden van de ontelbare vogels en vogel soorten daar. Overigens wordt het beeld van Equador vrijwel beheerscht door den Andus, het reu zengebergte. Hier is het geweest, dat verschil lende Indianen-stammen hun armzalig, maar roemrijk leven geleefd hebben, hier is het ook geweest, dat zij vrijwel alle uitgestorven zijn. De grootste en meest bekende stam was die der Inca's. Het was ter herdenking van het feit, dat het in 1932 400 jaar geleden was, dat dit rijk der Inca's uiteenviel, dat deze film gemaakt werd. De grootste vijand van de Inca's zijn de Spanjaarden geweest, van wie o.m. nog eenige Jezuitentempels aan hun ver blijf alhier herinneren. De bevolking van Equador is grootendeels Christen, maar aan de dagen, toen het nog anders was, herinne ren de ontelbare zonne- en maantempels. Zon en maan, dat waren zuster en broer en toen zij huwden, kwam de beschaving... De film heeft ons gevoerd tot diep in het binnenland, tot aan het stroomgebied van de Noordelijke Amazone en heeft ons doen ken nismaken met vele gewoonten en gebruiken van de overgeblevene Indianen en van de mestiezen. We kunnen er niet aan beginnen hier over die gebruiken uit te wijden, maar willen besluiten met de hoop uit te spreken, dat vele van deze intellectvoorstellingen zullen volgen. Die van Zondagmorgen paste bij den naam! Oordeel over de gestes van de Visscherij-Centrale. Van reederszijde wordt in het „Dagblad voor IJmuiden een artikel opgenomen, dat onthult, dat er, naast de verschillende commissies, welke de onderscheiden bedrijfstakken verte genwoordigen, ook een commissie bestaat, be staande uit 4 advocaten en een vooraan staand reeder te IJmuiden, die rechtstreeks den Minister adviseert omtrent de voorstel len der andere commissies. Deze commissie schijnt zoo de mededee ling in het geheim te vergaderen, en ver scheidene voorstellen der verschillende com missies, zouden zijn getorpedeerd, zonder dat daarvan aan de desbetreffende commissies mededeeling wordt gedaan. Dat deze commissie in verborgene moest blijven bestaan zoo de mededeeling blijkt wel uit het feit, dat de reeder op „collegiale" wijze zijn aanstelling voor iedereen verborgen hield. Dan wordt ook nog besproken het niet ver- leenen van een uitvaart-vergunning aan de „SCH. 130", zoodat, toen dit schip toch uit voer, de vischvangst in beslag werd geno men en verkocht, zoodat reeder en bemanning groote schade hadden. Hier scheen een formeele fout van reeders zijde tot dit niet-verleenen van de vergunning als reden te moeten gelden. Maar ook andere certificaten schijnen te zijn opgehouden. Nu dergelijke mededeelingen in de pers wor den gedaan, is het wel gewenscht, dat van overheidszijde hierop toelichting wordt ge geven. Anders zal er veel wantrouwen groeien te gen het instituut van de Visscherij-Centrale, waardoor groot nadeel aan het geheele vis scherij bedrijf kan ontstaan, want, zonder wederzijds vertrouwen, moet de arbeid van de stichting daaronder lijden. Ook de heer Van der Steen bespreekt in „Toenadering", het orgaan van den Chr. Transportarbeidersbond, de inbeslagneming van de vangst van de „SCH. 130" en wijst er eveneens op, dat hier slechts van een for meele fout van reederszijde mag worden ge sproken. De reeder zou toch voor een schip een uit- vaartvergunning hebben gevraagd, maar om dat het lang duurde voor deze afkwam, heeft hij het schip laten vertrekken, maar dit schip vermeerderde niet het aantal varende sche pen, want het verving een uit de vaart geno men schip. Het was dus slechts verkeerd, dat er voor dat speciale schip geen vergunning was af gegeven, ofschoon het aan de bedoeling van den maatregel (n.1. om niet te veel vaartui gen aan het bedrijf te doen deelnemen) geen afbreuk deed. Ook hier, in dit artikel, wordt erop gewe zen, dat het nooit de bedoeling mag zijn om de werkeloosheid noodeloos te vergrooten, het geen, in dit eigenaardige geval, toch dit resul taat heeft gehad. In de betrokken kringen heerscht; dus reeds groote ontevredenheid over de geste van de Visscherij-Centrale, en we zien nadere toe lichting van overheidswege daarom met be langstelling tegemoet. Zaterdagmorgen is door schipper J. Zwart, alhier, de eerste ansjovis op den Helderschen vischafslag aangevoerd, n.1. 10 stuks. De visch was van goede kwaliteit en doet het beste voor den a.s. vangst verwachten. Blijkens bij het departement van defensie ontvangen telegram bevonden Hr. Ms. onder zeebooten „O 12 en „O 14" zich Zaterdag middag op 47 gr. 28 min. N.Br. en 8 gr. 28 min. W.L., op weg naar Curagao. Het weer was opklarend. Hoofdprijs van de Beva prijs vraag I In iedere provincie één hoofdprijs! Dus elf hoofdprij zen! Bovendien meer dan 100 troostprijzen! Vraag inlichtin gen aan Uw winkelier, of aan Beva. Fabrieken voor vakklee- ding te Almelo. w%r\M él 3 DUBBEL STERKE BEVA VAKKLEEDING Natuurhistorisch Museum. Elke week: eiken Woensdagmiddag van 3—6 uur, eiken Zaterdagavond van 7—10 uur, den eersten Woensdag van elke maand van 8—10 uur, den eersten Zondag van elke maand van 3—5 U. Licht op voor alle voertuigen Maandag 19 April19.33 uur KLEDINGMAGAZIJN EN, DEN HELDER Maatkleding. Moderne, goed passende snit. Eigen coupeur en ateliers. Zondagmorgen omstreeks 11 uur reden de gebroeders Markus, gezeten op een racefiets, in de Sportlaan, richting Strooweg. Nabij het Helder-terrein was de achterste rijder zoo onfortuinlijk met z'n voorwiel het achterwiel van zijn broer te raken, waardoor hij pardoes tegen den grond sloeg. Hij viel zoo ongelukkig, dat hij den pols van zijn rechter arm brak. Spoedig was er hulp aanwezig; nadat een voorloopig verband gelegd was, kon de jonge man met een aldaar geparkeerd staande auto naar de St. Lidwinastichting gereden worden, waar hij door Dr. v. Driel behandeld werd. Overtreding winkelsluitingswet. Proces-verbaal werd opgemaakt tegen een winkelier, die zich gisteren aan een over treding van de winkelsluitingswet schuldig maakte. Vandalisme Zondag werd bij de politie aangifte gedaan, dat een glasbol van een lantaarn op de Timorlaan gebroken was. Den Helder*17 April. Aangebracht door korders: Tongen p. st. Slips Schol le soort p. kist Schol 2e soort Schar Door haringvisschers: Haring Door garnalenvisschers Levende garnalen p. Gekookte garnalen p. 0.90—0.75 0.60—0.54 5.40—4.10 2.90—1.40 1.40—0.75 p. tal 1.60—0.80 Ut kg 1.35 0.15 Aanvoer 16 April: 296 kg zoute garnalen a 15 ct. p. kg. Aanvoer 17 April: 302 kg zoute garnalen a 15 ct. p. kg. Annie de HoogNooy 33) „Ja, hoor, hrj is het. Ik wist het ook trou wens zeker. Al van begin September af hier. Dien, meid, nou wordt het goed voor je, ik voel het," zei ze, met warmte Diny's handen drukkend. Maar Diny schudde mistroostig het hoofd. „Neen, goéd kan het nooit meer voor me worden. Ik kan hoogstens mijn wensch in ver vulling zien gaan, hem nog eenmaal te spre ken..." Voor dat laatstezorgde de zuster, die, door Diny in vertrouwen genomen, het zoo geregeld had, dat zij dien middag in een rol stoel naar de spreekkamer werd gebracht. Daar kreeg zij gelegenheid haar man te ont moeten. Groot was Dr. Beerens' verwondering, toen de hoofdverpleegster, door de zaalzuster van een en ander op de hoogte gebracht, hem voor een privé-aangelegenheid te spreken vroeg. Zijn verwondering steeg nog bij hetgeen hij te hooren kreeg...Zijn vrouw lag hier als pa tiënte... terwijl er geen dag voorbijging, dat hij niet naar haar zocht, geen uur, waarin hij niet naar haar zocht, geen uur waarin hij niet aan haar dacht? En zij was hiér, in zijn onmiddellijke nabijheid? Maar waarom bracht de zuster hem dan niet direct bij haar? Be greep zij dan niet, dat hij niet één van die kostbare minuten wilde verliezen...? Maar vergiste de zuster zich niet? Hoe kwam ze eigenlijk op de gedachte dat degene, die zij bedoelde zijn vrouw was? Wist hier eigenijk wel iemand, dat hij getrouwd was? Niemand kende zijn omstandigheden, over zooiets sprak je immers niet licht... Toen zette de zuster hem kalm en bedaard de zaak uiteen. En enkele oogenblikken daar na verscheen Diny... De zuster verliet het vertrek. Paul's oogen werden groot van büjdschap. In een oogwenk was hij bij Diny, die in weerwil van het duizelige gevoel dat zij plot seling kreeg, probeerde rechtop te gaan zitten. „Marjoleintje," fluisterde hij, zich naar haar overbuigend, „lieveling, eindelijk..." Uit zijn stem sprak zooveel liefde, zooveel blijdschap over dit weerzien, dat het haar plotseling duideüjk werd, dat deze lange schei ding nooit zijn wensch kon geweest zijn. Zwij- gènd hielden zij elkaar langen tijd omvat. „Paul", zei Diny eindelijk, haar ontroering nauwelijks meester, „wat er nu gaat gebeu ren weet ik niet, maar dat weet ik wel, dat ik innig dankbaar ben, dat ik je tenminste nog eenmaai neb teruggezien. We zullen elkaar zoo héél veel te vertellen hebben „Ja kind", zei hij, terwijl hij haar in zijn armen hield, „maar nu niet. Het weerzien heeft al genoeg van je krachten gevergd, je moet nu gaan rusten. Morgen praten we sa menO, Diny," riep hij met ingehouden vreugde uit, „dat het nu wééir isdat ik je eindelijk terug heb." Hij streek haar liefde vol over de bleeke wangen. „We zullen je gauw beter maken, Marjoleintje..." Toen de zuster op zijn bellen in de deur opening verscheen, gaf hij haar de noodige instructies. Er moest direct een kamer voor Mevrouw in orde gemaakt worden, een pret tige zonnige kamer. Daar zou ze dan nog een dag of tien moeten vertoeven, alvorens hij haar mee naar huis nam. Diny luisterde met gesloten oogen. Om haar mond speelde een gelukkige glimlach... Paul was brj haar en hrj had haar weer, net als vroeger „Marjoleintje" genoemd..* Zachtjes drupten een paar tranen tusschen de gesloten oogleden door. „Bijna acht jaar is het... geleden, Paul," fluisterde ze, toen de zuster de kamer ver laten had. „Ja, kind," zei hij op weemoedigen toon, „acht verschrikkelijke jaren... Laten we hopen dat het ons gegeven is, het verloren geluk in te halen." XX. Na de eerste vreugde over het weerzien, hadden zij in de dagen die volgden, veel met elkaar gesproken. Diny was haar verhaal be gonnen van het oogenblik af dat zij, geen anderen uitweg wetend, het huis verlaten had, met het doel haar man zijn levenskans te geven. Van al hetgeen zij doorgemaakt had, had hij zich een levendige voorstelling kun nen maken... Alleen dat eene, wat zij steeds naar voren bracht, van dat kind... dat bleef hem onverklaarbaar. Hij durfde bijna niet aan haar woorden te twijfelen en toch kon hij hetgeen ze hem wilde doen gelooven niet aanvaarden. Hij kon niet aannemen, dat zij in dié omstandigheden van hem zou zijn weggegaan... Al had zij hem er dan alleen maar van op de hoogte gesteld. Nu wist hij niet wat hij er van denken moest. Zeven, acht jaar was een langen tijd, daarin kon veel gebeuren... Zou Diny wel altijd dezelfde gebleven zijn? Hij schaamde zich voor zijn gedachten, die hij niet eens een vasteren vorm durfde te geven... Maar als hij dan weer aan haar geregelden omgang met die Lottie Sanders dacht, wier reputatie voor zooveel jaar geleden al twijfelachtig was, dan was het hem weer zoo moeilijk alleen het goede van haar te denken. Diny kende die Lottie toch door en door, en zou met zoo iemand toch niet omgegaan zijn, als ze zelf fatsoenlijk leefde En haar kind had ze Marjoleintje genoemd,, een naam, die voor hen beiden zoo heilig was. omdat hun teederste herinneringen daaraan verbonden waren. Hoe had Diny dat kunnen doen? Nu hij dat wist, zou hij dien naam zelf nooit meer uit kunnen spreken... Wat had dat feit een schaduw geworpen op het geluk dat hij meende herwonnen te hebben. Zouden zij, met d&t tusschen hen, nog wel ooit gelukkig kunnen zijn? Het had haar verdriet gedaan, toen hij ge weigerd had de kleine te ontmoeten. Maar wat wou ze dan van hem? Kon zij dat niet begrijpen, dat dit een onmogelijkheid voor hem was Hij wilde geen barbaar zijn en hoe het hem ook griefde, haar wel vergeten als er in dien tijd, waarin ze, zooals maar al te duidelijk bleek, veel ellende meegemaakt had, iets gebeurd was, wat zij niet verantwoorden konMaar dan moest zij zijn wensch ook billijken en het kind ergens anders doen op voeden. Als hij het niet in hun woning zou zien, zou zij het misschien van tijd tot tijd kunnen vergeten. Diny, van haar kant leed ontzettend onder Paul's twijfel. Hoe was het mogelijk, dat hij ook maar een oogenblik aan iets anders durf de te denken? Zij voelde dit meer als een smart dan als een beleediging en soms werd het haar zoo droef te moede, dat ze niet eens meer wist of ze wel blij kon zijn, dat ze Paul teruggevonden had. Ze moesten immers, wilde er van geluk sprake zijn, als eerlijke menschen tegenover elkaar staan. Elkander recht in de oogen durven zien en zonder terughouding aannemen, alles wat er verteld en verklaard moest worden. Had het haar ook niet een on mogelijkheid toegeschenen, toen hij haar ver zekerde, nooit een brief of telegram van haar in handen gekregen te hebben, terwijl hij, zoo als nu bleek, toch op dat tijdstip nog thuis was? Waarom twijfelde hij aan wat zij vertelde? En juist aan dat, wat haar tot in het diepst van haar ziel beroerde. Aan dat, waardoor ze, nog meer dan vroeger, één zou den zijn. Moest het weerzien een zoo groot leed over hen brengen Moest dit feit hen nog verder van elkaar verwijderen dan die acht jaren gedaan hadden? En ze dacht met weemoed aan Marry, die nog niets wist en die zich toch zoo over het bezit van een vader zou verheugen... En in de stilte van de nachtelijke uren, die ze vaak wakend doorbracht, bad ze, dat God uitkomst mocht geven. Ze kon geen afstand van het kind doen en zeker niet onder deze omstandigheden. XXI. Het opengaan van de schooldeuren bracht opeens volop leven op het even tevoren nog verlaten schoolplein, dat plotseling geheel ge vuld was met rumoer van kinderstemmen. Joelend, hollend en schreeuwend krioelde alles dooreen. Hier en daar vormden een paar kinderen groepjes of gingen in rijtjes van drie of vier den weg op naar huis. Mary liep met Doortje en nog twee andere meisjes. Ze hadden het druk over de juffrouw, die nét zoo valsch was, omdat ze de een bij den ander voortrok en je onder de les altijd dit wist te vragen wat je toevallig niet ge leerd had. Marry luisterde zonder veel aan dacht. Zij zat niet in dezelfde klas en hun juffrouw was gelukkig zoo niet. Ze kwamen door een smalle zijstraat, die ze altijd door moesten alvorens hun wegen zich scheidden. En terwijl Marry, weinig ge ïnteresseerd in het snibbige gesprek van de grooteren, onwillekeurig een pas achterbleef, werd haar aandacht getrokken door .et kla- gerig gehuil van een kleinen straathond, die op den stoep van een oud en scheefgezakt huisje zat. Het arme dier bibberde zoo, dat Marry het niet over haar hart kon verkrijgen om het zoo maar voorbij te loopen. „Kan jij er niet in arm diertje?" vroeg ze, den hond medelijdend over den kop streelend' „Wil ik eens even voor je aanbellen?" Meteen stond ze op de stoep. Het dier keek met zielige oogen naar haar op, doch ver roerde zich niet. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 5