Texel
Gemeenteraad
Museumnie^wF.
OP
SERIE
PRIJZEN
TIELEMANS' WIJNHANDEL
Vader en Moeder in het
Algemeen Weeshuis
Ir* Mussert spreekt in
hotel „Texel"
Examen
Rust na strijd
Uit het politierapport
V isscherijberichten
Feuilleton
Aanvullingsagenda voor de ver
gadering van den Raad der gemeente Den
Helder op Dinsdag, 27 April 1937.
Onderwijs.
Voorstel tot vaststelling der vergoeding
ingevolge artikel 101 der Lager Onderwijswet
1920 over 1933 voor bijzondere scholen en der
driejaarlijksche afrekening.
Voorstel tot vaststelling der vergoeding
ingevolge artikel 101 der Lager Onderwijswet
1920 over 1934.
Grondbedrijf.
Voorstel tot verkoop van grond aan het
Rijk voor het stichten van een telefoonkan
toor.
Algemeene Politieverordening.
Voorstel tot het wijzigen van de Algemeene
Politieverordening.
Autovervoer personen.
Voorstel tot het vaststellen van een ver
ordening betreffende het beroep, bedoeld in
de artt. 13, 15 en 17 van het reglement auto
vervoer personen.
Benoeming.
Voorstel tot het benoemen van een onder
wijzeres aan School 10.
Voorgedragen worden:
1. Mejuffrouw J. S. Marijt;
2. B. A. Kes;
3. W. G. Roest.
Tarieven van liet Gemeentelijk
Zwembad.
Mede als gevolg van de toepassing der
tarieven, welke in de jaren, gedurende welke
het zwembad door de gemeente wordt ge
ëxploiteerd, vrijwel ongewijzigd zijn gebleven,
heeft de exploitatie van de zweminrichting
steeds een verlies opgeleverd.
Over 1936 bedroeg dit verlies 4.666.88.
Bij de beoordeeling van dit bedrag dient men
er echter rekening mede te houden, dat het
„schoolzwemmen" in de inrichting gratis ge
schiedt. Gedurende dat zwemmen is de inrich
ting natuurlijk gesloten voor het publiek.
B. en W. stellen thans de volgende tarieven
voor:
éénmaal badenf °-10
weekkaarten voor éénmaal baden per
dag0.35
seizoenabonnementen3.
voor elk volgend aan leden van een
gezin af te geven abonnement 1-50
kinderbaden op Woensdag- en Zater
dagmiddagen per bad0.03
leskaarten voor het ontvangen van
zwemonderricht gedurende het sei
zoen 2-
Met ingang van Woensdag, 28 April zal het
Museum op Woensdagen geopend zijn van
35 uur.
BENOEMD: Onze vroegere stadgenootc
mej. A. C. Moor, oud-leerlinge van de bijzon
dere Kweekschool, alhier, is benoemd tot
onderwijzeres te Wjjdenes.
Vanaf a.s. WOENSDAG 28 APRIL
zeer lage
KONINGSTRAAT 85 SLUISDIJKSTRAAT 39
TELEFOON 492 TELEFOON 162
P.S. De prijzen zullen wjj U a.s. Woensdag
noemen, U zult hiervan verbaasd staan.
Blijkens een in dit nummer voorkomende
advertentie, wordt door het bestuur van het
Algem. Weeshuis te Den Burg een oproep ge
daan voor sollicitanten voor de betrekking van
Vader en Moeder in het Algemeen Weeshuis
alhier, welke betrekking binnenkort vacant
komt. Ruim anderhalf jaar geleden is de heer
C. Dros, die Vader in deze inrichting was,
overleden, en daarna bleef zijn echtgenoote,
mevr. DrosAlkemade de betrekking van
Moeder van het Weeshuis nog steeds vervul
len, tot vreugde van de kinderen, die in haar
een bij uitstek liefderijke en zorgvolle moeder
bezaten. Helaas is mevr. Dros door ongesteld
heid verhinderd nog langer deze mooie taak
te vervullen, zoodat het bestuur weer voor de
groote moeilijkheid staat, een geschikt echt
paar voor deze inrichting te zoeken, vooral
groot is thans die moeilijkheid, daar het bijna
niet mogelijk is een echtpaar te vinden, dat
zoo vol zorg' en toewijding voor de weeskinde
ren was, als het echtpaar Dros.
Het ligt nu juist niet in den aard van den
Texelaar om warm te loopen voor politiek,
maar toch was Zaterdagavond aan den onge-
wonen volksoploop tegen 8 uur op het Markt
plein te Den Burg en de heftige discussies
hier en daar onder de menigte merkbaar, dat
er iets bijzonders stond te gebeuren. De politie
zorgde evenwel voor de goede orde, zoodat
slechts één enkele maal ordeverstorende ge
luiden in de overvolle zaal doordrongen. Het
podium, dat zich in het miden der zaal be
vond, had men op de bij de N.S.B.-lezingen
gebruikelijke wijze aangekleed.
De bijeenkomst werd geleid door den heer
Van Erp uit Schagen, die zich bij de opening
bepaalde tot het toeroepen van een welkomst
woord en het aankondigen van de komst van
den spreker, waarop de Algem. Leider v. d.
N.S.B. onder „Hou Zee"-geroep binnentrad.
Ir. Mussert begon met te zeggen: Volksge-
nooten op Texel! Nat.-Socialist maken kan ik
u niet, dat is iets dat leeft in de harten van
honderdduizenden Nederlanders, 't Ligt dan
ook in de Goddelyke ordening en is verankerd
in de zielen der menschen. Mijn doel is echter
om u hedenavond in grove trekken de doel
stellingen van de N.S.B. uiteen te zetten.
In tegenstelling dan met het Internationaal
Marxisme zijn wij Nationaal, wij verbeelden
ons niet, dat vrij met onze 8V2 millioen zielen
in Nederland b.v. een ommekeer in de wereld
met ruim 2500 millioen zielen teweeg kunnen
brengen.
Geleerden, althans personen, die zich als
zoodanig aankondigen, hebben tijdens den
wereldoorlog voorspeld, dat de ondergang wan
het Avondland voor de deur stond. Juist ge
zien hebben de heeren toen niet, maat' toch
als voor enkele jaren Hitier niet krachtig een
„Halt!" aan de communisten had toegeroepen,
was de Ondergang van 't Avondland nu reeds
een feit. Of meent ge misschien, dat Duymaer
van Twist in staat zou zijn geweest bij Win
terswijk dezen vloedgolf te kunnen stuiten?
Hoewel wij onze Oosterburen den lof, dien
hun toekomt, niet willen onthouden, wil ik
toch uitdrukkelijk verklaren, dat de N.S.B.
hier met het Duitsche Nat.-Socialisme niets
heeft uit te staan, 't Marxisme is import, niet
onze beweging. Ons hoofddoel is ons prachtig
volk tot een gaaf volk te maken. Tot een
eenheid, die, omdat de belangen van de poli
tieke leiders anders meebrengt, nu geheel en
al ontbreekt.. En juist als ons volk één is kan
iets worden bereikt. Wij hebben daarvan het
was alles plotseling één, waardoor onze neu-
bewijs gezien bij de mobilisatie van 1914. Toen
traliteit behouden bleef, maar as pp wanneer
wij bij een herhaliong van een oorlog de vol
slagen eenheid van ons volk er niet is zijn we
waarschijnlijk te laaf.
Verder besprak de heer Mussert den rijk
dom van den Nederlandschen bodem, maar
toch kunnen wij ons Imperium niet missen,
zei spr., omdat ons land slechts enkele delf
stoffen bezit. Dit Imperium is ons zoo maar
niet in den schoot geworpen, wij hebben het
veroverd en wij hebben den plicht om te
trachten het te behouden. Zie maar eens naar
Duitschland, hoeveel moeite dat land heeft
met zijn volksvoeding en naar Italië, dat met
zpn sterk groeiende bevolking genoodzaakt
was koloniën te veroveren. Spreker wfjs daar
bij op de schromelijke verwaarloozing onzer
weermacht en neemt tot voorbeeld het oor
logsschip „Hertog Hendrik", een schip, 30
jaar oud, dat niet kan varen (slechts 10 mijl
per uur) en niet kan schieten. Besproken
wordt daarbij het figuur, dat men met dit
schip, waarop de bemanning slechts kanon-
nenvleesch is, in de Spaansche wateren heeft
gemaakt. De oude „Hertog Hendrik" kwam
b.v. te laat im de „Jonge Johanna" te be
schermen.
Ook wordt besproken de werking van de
vakvereenigingen, waarbij spr. tot de con
clusie komt, dat het Marxisme ook daar hand
in hand gaat met het kapitalisme.
Voor de vorming van de jeugd wil het Nat.
Socialisme zijn uiterste krachten inspannen.
Daarbij bespreekt de heer Mussert de z.i.
vreemde houding der Regeering, die onder
wijzers ging ontslaan en de klassen grooter
maken, ten koste van het Onderwijs; had men
de onderwijzers niet in dienst kunnen houden
met het beschikbare geld, door vermindering
van salaris van allen. De jeugd zal bij ons een
harde leerschool moeten dloorloopen, dat is
de plicht van een volk.
Vervolgens besprak de heer Mussert de be
weringen van den heer Colijn, dat de aanwas
der bevolking mede schuld is aan de vermeer
dering der werkloosheid. Dit is, zei spr. de
zuiverste leer van het Multi-thusiasnisme, de
jeugd heeft wel degelijk recht op inschake
ling in 't productie-proces.
Men verwijt ons, dat wij door middel van
dictatuur geheel de vrijheid van 't volk willen
ontrooven, dat is onjuist. Wij willen wel een
dictator, die voorgelicht door de bekwaam-
sten in 't land, beslissingen neemt, doch na
4 of 5 jaar kunt ge door verkiezing den man
verwijderen, die niet als leider voldoet. Ook
beweert men, dat wij de gewetensvrijheid be
lagen. Zie dan eens naar de fascistische lan
den. noch in Italië noch in Duitschland is
zelfs een stoel in een kerk verplaatst, neen,
zie dan naar Spanje en Rusland.
Ten slotte wenseht spr. iets te zeggen over
zijn tegenstanders. Wij zijn er trots op, dat
compleet het geheele stel van de Hokjes-
politiek van Colijn tot Alberda, van Gosling
tot de Greve, volop tegen ons op het oorlogs
pad zijn. Hierdoor wordt het bewijs geleverd,
dat onze beweging hooger staat alle ander
politiek gedoe.
Na de pauze werden enkele vragen behan
deld. No 1 van een Marxist, zei de heer Mus
sert. Dit betreft de vraag: Is het niet onge
motiveerd, dat wij met onze kleine bevolking
zoo'n groot aantal Inlanders in Indië over-
heerschen. Spr. noemde deze opmerking bui
tengewoon kortzichtig. Immers, wanneer wij
Indië moesten missen, geraakte bijna de helft
onzer bevolking broodeloos. Hoe dwaas de
opmerking was, kwam bijzonder uit, zei spr.,
als men naar Amerika en Afrika kijkt. Dat
groote Afrika zou men dan moeten overlaten
aan Hotteontotten en Zoeloe's en Amerika
aan de Indianen, die den vruchtbaren bodem
niet in cultuur kunnen brengen.
Ook werd de vraag behandeld: Hoe staat
de N.S.B. tegenover het anti-semitisme Wij
zijn niet tegen de Joden, zei spr. Men treft
er dikwijls uitstekende menschen onder. Wij
zullen die niet vervolgen, maar zullen ook
niet dulden, dat die kleine groep ons vervolgt.
In ons land beheerschen de Joden al vrijwel
de geheele pers, en ook het geldwezen, verder
geheel den veehandel. Dat zal in een Nat.-
Soc. geregeerd land niet worden geduld.
Nog werd een vraag behandeld over de
Eenheidsschool. Spr. verklaarde, dat de N.S.B.
wel degelijk begrip heeft van het diepe ver
schil van katholieke en protestantsche levens
opvatting. Er zijn rier duidelyk twee kampen
op dat gebied in ons land en daarom is een
eenheidsschool niet gewenscht, doch 10 scho
len in een gemeente als Zeist met 10- tot 12-
duizend inwoners zullen wij niet dulden.
Geëindigd werd met een opwekking om zich
aan te sluiten bij de N.S.B., wanneer men zich
daartoe geroepen voelde, en kennis te nemen
van het programma.
Na afloop der vergadering was het op het
Marktplein zeer rumoerig. De politie wist
evenwel de orde te handhaven. Ook had een
volksoploop voor het woonhuis van den heer
S. Dijksen in de Weverstraat plaats, waar de
heer Mussert zich bevond. Ook hier wist de
politie de orde te handhaven. Later is de spr.
van Zaterdagavond met een koter van Oude-
schild naar Den Helder vertrokken.
Ongecorrigeerd)
Onze plaatsgenoote, mejuffrouw F. Jonker,
leerling aan de opleidingsschool voor leerares-
sen in Landbouwhuishoudonderwijs te Deven
ter, slaagde te Zetten voor het theoretisch ge
deelte van het examen voor leerares in Land-
bouwhuishoudonder wij s.
RECTIFICATIE KRUISWOORDR,yAj)p
24 APRIL.
In de opgaaf is een drukfout geslopen
Verticaal 21, plant, welke... enz. moet zijn22
In het gedichtje over Jaap Been, 0D?pnr,,,
in ons nr. van Zaterdag j.l., zijn ™e;i
storende fouten geslopen. °'8e
3e couplet, 6 regel, moet zijn: Hij sta„
door liefde geleid in zijn vlet.
5e couplet, 7e regel: Dan spreiden ook
weer alom nut en zegen. '?l
8e regel vervalt en wordt vervangen door'
„En treden wij rustig de toekomst weer tegea
To goed.
Een tweetal personen werd op last van den
Officier van Justitie alhier aangehouden, tot
het ondergaan van een gevangenisstraf, resp
van 1 maand en 14 dagen.
Het verdwenen Rywiel.
Een bewoner van de Boerhaavestraat deed
aangifte, dat een rijwiel uit de steeg naast zijn
huis verdwenen was.
24 April.
Aangebracht door korders:
Tongen
P- kg
0.98-0.9(1
Slips
JJ
0.80—0.65
Tarbot
0.850.80
Schol le soort
p. kist
6.00-5,00
Schol 2e soort
2.40-1.20
Schar
II
1.70—1,10
Wijting
I»
II
1.40
Door haringvisschers:
Haring
p. tal
M
3.30—2,80
Dcor garnalenvisschers:
Levende garnalen
p. lit
1.35
Gekookte garnalen
P. kg
1»
0.15
door
Annie dc HoogNooy
39.
En Marry zou nu geen hinderpaal meer
zijn voor hun geluk. Integendeel, door haar
zou hun geluk dieper, intenser worden...
Voorbij was nu dat gevoel van verlaten
heid, voorbij ook die angst voor de toekomst.
Haar leven zou mooier, heerlijker worden dan
het ooit geweest was. Misschien was het
noodig geweest, dat ze eerst door de smart
gelouterd werd, alvorens ze dat groote geluk,
dat haar nu te wachten stond, waard was.
Had ze het wel verdiend? Ze durfde op die
vraag geen antwoord te geven. Maar wel was
er een vreugde in haar om het feit dat ze
altijd dezelfde gebleven was. Dat ze niet ge
luisterd had, als anderen haar wilden over
halen, het leven toch van een wat luchtiger
zijde te beschouwen. Dankbaar was ze ook,
dat ze de kracht had gehad weerstand te
bieden aan de avances, die verschillende
artisten haar gemaakt hadden en waar ze
wel eens, zij het dan slechts voor een oogen-
blik, door van haar stuk geraakt was.
Maar zij had zichzelf weten te bewaren,
ondanks hun spotten op haar puriteinsche be
grippen. Spot en hatelijke opmerkingen volg
den op iedere weigering van haar kant. Ze
begrepen haar niet. evenmin als ze begrepen
hoe zij, jong en mooi en betrekking wou be-
kleeden waar men nooit anders dan oude
derde rangs artisten voor nam. Zij liet ze
denken wat ze wilden en had nooit een ander
een kijkje in haar binnenste gegund. Alleen
Lottie, maar die was dan ook altijd goed voor
haar geweest.
Ze hoopte dat die ook nog maar eens goed
terecht mocht komen, ze verdiende dat om
haar warme hart. Maar Lottie verbrokkelde
haar leven, ging van de eene hand in de
andere...
Paul had haar uit haar gepeins gewekt en
gezegd, dat hij Marjoleintje, die op de gang
wachtte, binnen zou halen. Wist Diny al dat
ze nu geen Marry meer heeten wou Diny
wist dat nog niet, ze lachte, ze zou wel kun
nen blijven lachen, haar heele leven door.
Toen was Marjoleintje gekomen en die had
aan één stuk door gepraat. Mammie kon ge
rust gelooven, dat dit haar Pappie was,
heusch, hij jokte óók nooit...
„Wat gaan jullie nu doen als je thuis
komt?" had Diny eindelijk gevraagd.
„Dan gaan we eerst eten," zei Paul.
„Ja," zei Marloleintje, „en dan gaan we
met Bobby spelen."
„En dan ga jij naar bed," zei Paul.
„Maar eerst vertelt u nog een heeleboel
over die negertjes, net als gisteren, dat hebt
u mij beloofd."
„Dat is waar. Dan gaan we, ais je je
nachtponnetje aan hebt, nog even bij den
haard zitten."
„En ik weer op uw schoot..."
„O", riep haar moeder uit, „houd op, ik
zou wel zóó met julie mee willen-"
Marjoleintje gaf Paul een stiekum kneepje
in zijn arm.
„We zullen aan den... dokter vragen of
Mammie gauw naar huis mag, hè Pappie?"
Paul gaf een stootje terug.
„Als ik haar dokter was, zei ik dat ze
morgen al naar huis mocht."
„En u bént de dokter!" riep Marjoleintje,
ineens uit haar rol vallend, uit.
„Lieve hemel, dat is waar ook!"
„U jokt nooit, zegt u, dus..."
„Dus... komt ze morgen naar huis."
„Heusch Pappie?" juichte het kind.
„Heusch."
,0, Mammie!" riep het kind, haar om de
hals vallend uit, „wat hebt u een lieve
dokter!"
XXIV.
Marry stond met Bobby voor het raam, dat
uitzicht gaf op de breede laan.
„Kijk Bobby," zei ze, op haar teentjes
staande, „van dien kant moeten ze komen."
Haar vingertje wees de richting van het
plein aan. „Hè, stouterd, wat maak je de
ramen toch vuil met je natten snuit. Kom
hier, probeer nu eens even niet te ademen.
Nou, maak maar niet zoo'n drukte, ik doe je
niets, ik wou alleen maar even je snoet dicht
houden. Nu Bobby, nu goed opletten, als jij
ze het eerste ziet, moet je blaffen. Blijf nu
hier... Wat loop je nu al dien tijd om de
tafel? Daar is toch niets voor jou bij..."
Ze keek nog even naar den rijk-versierden
disch waarop het zilver en kristal blonk, als
voor een groot feest.
Een groot feest, dat was het ook, dacht ze.
Je kon je toch eigenlijk geen grooter feest in
denken dan dat je moeder na zoo'n langen
tijd weer thuiskwam. Wat rooken die cro-
quetjes lekker, die Berta daar zooeven had
neergezet! Dan zouden Pappie en Mammie
toch ook wel gauw komen, anders had Berta
ze nog wel in de keuken gehouden.
Ze hoorde stemmen in de gang... Zouden ze
daar werkelijk al zyn? Nu had ze den gehee-
len tijd zoo goed opgelet en nu, in dat oogen
blikje dat ze even naar de versierde tafel
keek, waren ze aan komen rijden.
„Bobby, blijf hier, ik moet eerst je strik
nog netjes doen. Toe, blijf er nou af met je
poot, zoo krijg ik het nooit gedaan..."
Marry was niet meer in de kamer te hou
den. Als een wervelwind vloog ze de gang op.
„Mammie, Mammie
„M'n lieveling," stamelde haar moeder,
snikkend.
„Mammie, niet huilen. U bent toch blij?"
„Daarom huil ik juist, m'n lieveke," zei ze
terwijl ze door haar tranen heen lachte.
„Moeder huilt van geluk..."
„Van geluk? Kan dat...? O. kijk eens Mam
mie. Pappie kan het ook al..."
Gezamenlijk gingen ze naar binnen, Marry
voorop. Met een uitroep van schrik bleef ze
plotseling staan.
„O Bobby", riep ze uit. „Wat heb je nu ge
daan?"
Ook Diny zag het.
„O, Paul, en croquetjes nog wel, wat
zonde!" zei ze.
„Man verrassing..." bekende hij jongens-
„Mijn verrassing..." bekende hij jongens-
Ze begreep hem onmiddellijk.
„Die is er niet minder om, Paul, zei ze
hartelijk.
En terwijl Marry den wegloopenden Bobby
naholde om hem te bestraffen, zei Paul tot
Diny:
„Ik had ze toen ook voor je meegebracht,
dien avond... weet je wel...?"
„Jongen," zei ze ontroerd, „zeg maar niets
meer. Wil je me helpen alles weer goed te
maken? Alléén zal ik het niet kunnen..."
„Dan zal Marjoleintje je wel helpen,
vrouwke."
XXV.
Een ha'f jaar was voorbijgegaan. Diny was
weer vólkernen gezond, maar aan haar geluk
scheen ietr tt haperen. Met een verveeld ge
zicht was ze dien avond naar haar kamer ge
gaan, nadat Paul zich al vroeg voor zijn
werk teruggetrokken had. Ze hoorde Marjo
leintje de trap afkomen. Ze kwam niet bij
haar binnen, ging zeker eerst haar vader
goedennacht zeggen. Zij stoorde nooit... Voor
de deur van haar vaders studeerkamer stond
Marjoleintje, en wachtte... Toen het wat er°-
lang duurde, deed ze heel voorzichtig de deur
open.
„Ik heb al drie keer geklopt, Pappie. Hoor
de U mij met?"
„Schijnbaar niet kindje. Ik was nogal ver
diept in m'n werk. Ga je naar bed?" vroeg
hij opkijkend. 6
„Neen Pappie."
„Neen en je bent al in je nachtjapon?"
„Ik kom eerst nog een beetje bii U zitten
Ik heb U den geheelen dag nog niet gezien?''
„Ik ben ook nog niet thuis geweest, MW"
joleintje. Vader heeft het erg druk."
„Niks lol... leuk", Paul deed alsof hij nl
merkte. '3|
„Als vader nu hard werkt kan hij later
tijd met jou en Mammie samen zijn. Dan gaa
we uit en..." J|*|;
„Mammie gaat veel liever nu met U u
En ik ook."
„Werk gaat voor, kindje."
„Pappie..." ^9
„Ja pop?" vroeg hij, zonder van zijn we
op te zien.
„Pappie, wat staat daar op?" an
Haar vingertje wees naar een spreuk
den muur.
„Daar staat: „Make the best of it."
„Wat zegt U, ik versta U niet, U Priw
zoo gek."
Hij lachte.
„Dat is Engelsch, Marjoleintje." y
„Maar er staat toch ma-ke," zei ze, ,s
op haar schoolkennis. „U zegt „meek
toch niet goed." ken
„Dat is wel goed, de Engelschen spi
het anders uit." niet
„Kunnen ze in dat land dan heelemaai
goed praten?" ee„
„Dat is goed," lachte hij, „maar het
heel andere taal. Die leer je ook als Je
grooter bent."
„Wat beteekent, dat wat U zei, PapP1
„Wat, die spreuk?"
Ze knikte. van
Ja, hoe zal ik zeggen, dat le het
alles, wat er ook in je leven gebeur
beste moet maken. Ik bedoel, dat het zo
mogelijk wordt..." „„nacht
„O", zei het kind, maar had haar aanvatjer
al weer bij iets anders. Ze zag haar sC]j
op staan en eenige papieren in zijn ac
doen.
„Gaat u nog weg?" vroeg ze. m0et
„Ja schat. Vader heeft een lezing- 1 over
de menschen vanavond een heeleboe
Afrika vertellen."
(Wordl vervolgd.)