1 Stadsnieuws De nieuwe IJkwet 'n GGRIIAA Kantongerecht Woensdag 28 April 1937 Heldcrsche Courant Tweede Blad Onthulling gedenksteen van de buurtvereen. Hoogstraat Een pakkende reclame van de V*V*V+ «Helders Belang" Concert van werken van Georges Migot F eiseht Tan het looprlak Een dertigtal adelborsten met Hr» Ms. „Hertog Hendrik" mee Burgerlijke Stand van Den Helder Den Helder HERMAN NYPELS' Persoonlijk door den burgemeester Ongetwijfeld zal men zich herinneren, het succes van de Hoogstraat in de eerste week van dit jaar, en wel tijdens het concours van de diverse buurtverenigin gen om de best versierde straat. En ook zal men zich hierbij herinneren, dat het de Hoogstraat was, die met een gedeelte van de Koningdwarsstraat den eersten prijs in de wacht sleepte. En er zullen ongetwijfeld weinigen geweest zijn, die deze beslissing van de jury in twijfel getrokken hebben. Uit den aard der zaak zijn de Hoogstraters trots op deze onderscheiding en vandaar dat men besloten heeft dit eerbewijs ook voor het nageslacht levendig te houden. Op instigatie van het bestuur dezer buurt vereniging heeft men thans een steen laten vervaardigen, welk een plaatsje zal krijgen in den muur van het huis van den heer Stoll, die op den hoek HoogstraatKoningdwars straat woont. De onthulling zal geschieden a.s. Vrijdagavond te 6 uur, en wel persoonlijk door den burgemeester, in het bijzijn van het bestuur van het buurtcomité. Na de onthulling zullen door een kinderkoor eenige toepasselijke liederen gezongen worden. Wat de herinnerings-steen betreft, deze bestaat uit blauw-grijs hardsteen en heeft een formaat van 40 bij 25 centimeter. Aan de linkerzijde bevindt zich achter een glazen plaat de medaille en aan de rechterzijde de oorkonde. Middels een circulaire zijn de buurtbewoners reeds van een en ander in kennis gesteld, zoo dat er Vrijdagavond 6 uur ongetwijfeld belang stelling zal bestaan voor deze onthulling. Er waait door de V.V.V. „Helders Belang" een frissche geest. Men is daar niet bij de pakken neer gaan zitten, toen door tijdsom standigheden het moeilijk werd de menschen naar onze stad en haar badplaats te trekken, maar men heeft gezocht naar nieuwe contact punten, men heeft reclame gemaakt, die de aandacht op onze stad en haar omgeving moest vestigen. Een aardig, pakkend reclamewerkje, waar in op prettige, vlotte wijze verteld wordt van onze stad en van Huisduinen, wordt dezer dagen de wereld ingestuurd en zal zeker het zijne doen, om Den Helder als toeristenplaats naar voren te brengen. Tal van goede illustraties verluchten de tekst; terwijl het werkje, dat er typografisch uitnemend verzorgd uitziet, werd gedrukt bij de N.V. Drukkerij en Uitgeverij v.h. C. de Boer Jr. De oplaag is 10.000 exemplaren groot en naar alle adressen, die daarvoor in aanmer king komen, zal het boekje worden toege zonden. Het zal zijn rente zeker opbrengen. Gelijktijdig is verschenen, eveneens als een uitgave van de V.V.V. een beknopte adres lijst van Den Helder en Huisduinen, die aan alle vreemdelingen zal worden aangeboden. „Wat wilt U weten", draagt het boekje als titel. Het is een soort vademecum, dat op tal van vragen het antwoord biedt en een goede handleiding is voor den vacantie-gast, die zich eenigszins wil oriënteeren in de plaats van zijn verblijf. Keuring van nieuwe en in gebruik zijnde weegschalen. Zooals men weet, heeft de Eerste Kamer dezer dagen het wetsontwerp aangenomen tot het treffen van een regeling betreffende de maten, gewichten, meet- en weegwerktui gen. Wij meenen er goed aan te doen, nu dit ontwerp tot wet verheven is, er op te wijzen dat bij den ijk en herijk van maten en gewichten en den jjk van gasmeters, er voor meet- en weegwerktuigen een keu ring zal komen van de typen op con structie, doelmatigheid en betrouwbaar heid, gepaard aan een contróle ter plaatse op de juistheid van de in gebruik zijnde toestellen. Daarvan verwacht men, dat de slechte fabrikaten van de markt zullen verdwijnen en dat de handelaren, die knoeien met hun meet- en weegwerktuigen, met den strafrechter in aanraking zullen komen. Geringe belangstelling voor opval lend werk. Gisteravond heeft in de kleine zaal van het Casino een concert plaatsgevonden van de zangeres Corry van StaaBeversluis, waar van het programma geheel bestond uit wer ken van den Franschen componisi Georges Migot. Ondanks den zeer gunstigen klank, dien de naam van de zangeres bezit en ondanks het feit dat Migot, wiens faam gedurende de laat ste jaren reeds ver over de grenzen van Frankrijk getrokken is, persoonlijk aanwezig was, bleek de i.elangstelling van het kunst zinnig publiek, dat hier een nouveauté van de eerste orde voorgezet kreeg, onder ieder denk baar niveau: slechts een 11-tal personen wa ren aanwezig. Commentaar o.i. overbodig. Alvorens het concert aanving was het mevr. van StaaBeversluis, die in korte trekken het een en ander mededeelde over de plaats, die Migot inneemt in het hedendaagsche Fran- sche muziekleven en tevens enkele biografi sche bijzonderheden betreffende dezen jongen en uitzonderlijken kunstenaar gaf. Zij noemde Migot de meest opmerkelijke vertegenwoordiger van zijn tijd en hoopte dat de te vertolken nummers iets bij zouden bren gen van die aparte sfeer, dien bijzonderen geest, die het ouevre van Migot kenmerkt. Ondanks het feit dat de aecoustiek van de zaal uit den aard der zaak slecht was en er eveneens van de zoo hoognoodige sfeer weinig te bespeuren zou zijn. Migot ving reeds op 14-jarigen leeftijd aan te componeeren en heeft in de jaren daarna een zeer rijk ouevre geschapen, dat reeds door tal van prominente kunstenaars op zeer hooge waarde geschat wordt. Van zijn leermeesters noemde zij o.a., de bekende Widor en Boulan- ger. Migot voelt zieh in het bijzonder verwant met de kunst der middeleeuwen, zijn kennis op dit gebied is uitermate groot. Hij is vooral de voortrekker op het gebied der prachtige contrapuntistische minnezangen, waaraan de oude Fransehe mu.Jek zoo rijk is. Is de muziek, aiduS spr., „als een uiting van droefheid de blijdschap", „als een boem die zich ontsluit", de Fransehe muziek heeft twee karakteristieken: „le lyrisme" en „la ver- gogne". Na nog een gecomprimeerde vermelding van zijn werk gegeven te hebben, dat bestaat uit vocaal werk, koorwerk, opera, symphonieën en een oratorium, vangt het concert aan. Allereerst kreeg r..en een drietal stukjes uit een cyclus te beluisteren, gecomponeerd naar aanleidng van enkele fabels van de la Fontaine. Het was de heer W. Meeuwisse, die deze klaviersoli voordroeg. van Uw fietsbanden heel wat meer dan van Uw schoenzolen. Het moet veel langer mee gaan, het moet zorgen dat Uw fiets licht oopt en dat U nooit slipt. Dat kunt U ver wachten van de banden van een Germaan. daar heb je wat aan V RIJWIELINDUSTRIE P 4 J WERVEN, MIRREL Het bleek dat men zich inderdaad op deze aanvankelijke extravangant klinkende muziek moest instellen: het klonk wat vreemd, wat ijl, doch eveneens bleek, dat daar een sterk gevoel was en een cachet-volle weergave. De speelwijze van het laatste 3 was echter reeds zoodanig, dat men beleefde wat gespeeld werd. Een enkele maal leek de aanslag ons wat nonchalant, doch geen enkelen keer ging die speciale charme teloor, die deze specifieke Fransehe muziek direct haar uitwerking doet hebben. Hierna trad op mevr. Van StaaBeversluis, met aan den vleugel den heer Meeuwisse. In deze nummers zijn zang en begeleiding beide primair. Ook hier, in nog sterkere mate, deed het euvel der aecoustiek zich gelden, zoodat veel van de waarde der nummers verloren ging. Evenwel, daar was kracht, kracht van ontroering, en kracht van suggestiviteit. En kele onderdeelen klonken wat klein wat sim pel, maar daar was een duidelijke routine, een routine die steeds toenam en die aan het einde van den avond reeds kon bewijzen, wat er in het werk van Migot voor schoonheid ver borgen ligt. Een van de beste gedeelten waren de „Trois Epigrammes", bestaande uit Introduction, Pastorale en Finale. Werk van typische ver fijning, met uitermate teedere nuanceeringen en met een vaart en esprit, die in het Hol- landsche oor vreemd klinken. Volgden nog enkele monodieën, zang zonder begeleiding, waarbij de goede voordracht der zangeres wederom tot uiting kwam. Na de pauze werd een serie liederen gezon gen, waarbij enkele malen Migot zelf het accompagnement ter hand nam. Een selectie van chansons: korte, soms pre- tentielooze liedekens, maar dan ineens een prachtig stuk werk, nu eens geestig, dan weer sentimenteel, maar steeds omhuld met die merkwaardige melancholie, die in wezen Fransch is. Noemen wij hiervan het heel mooie „La Poème de la Rose" en het alleraardigste „1'Ecureuil". Daar was een niet te miskennen climax in deze nummers: dit is muziek van een speciale schoonheid. Het is kunst, klaar en warm en zuiver en daarbij oprecht en bewogen. Maar bovenal: daar was een zeldzaam charme van spel en zulk een charme mist haar werking op een zaal nimmer. Ook gisteravond niet, bij de weinigen, die met name aan het einde den componist en de zijnen een opvallend hartelijke ovatie brachten. Ds. Enklaar verrichtte de zeer sympathieke geste door woorden van erkentelijkheid te spreken ten aanzien van Bigot, die hiervoor hartelijk dankte. In het onderschrift onder het plaatje, op genomen op pag. 2 van ons nr. van gisteren, stond abusievelijk, dat een honderdtal adel borsten met Hr. Ms. „Hertog Hendrik" mee naar Spanje was. Het aantal adelborsten, dat de Spaansche reis meemaakt, is echter 31, en bestaat uitsluitend uit oudste jaars leerlingen van het Kon. Instituut. BEVALLEN: H. W. Heyblok—in 't Veld, d. W. van der EntBuys, d. Zitting van Dinsdagmiddag 27 April 1937. Samenloop van omstandigheden. Als eerste zaak diende ditmaal een aanrij- dingsgeval tusschen een bestuurder van een luxe auto en een melkwagen. Op 27 Februari j.1. kwam get. S. K. met zijn auto uit de Stationsdw.straat gereden en sloeg den hoek naar rechts om, teneinde in de Stationstraat te komen. Op het moment dat hij de bocht maakte, volgens verdachte met zeer matigen vaart, (hij reed in de 2e versnelling, terwijl de richting aanwijzer uitstond en een signaal gegeven was), kwam uit de Prinsenstraat verd. D. met zijn melk-bakfiets aan, volgens get. met een te groote snelheid om tijdig tot stilstand te komen. De gevolgen waren een deuk in het spat bord van de luxe auto. Verd. ontkent primo, dat zijn snelheid te groot is geweest en secundo dat hij iets van een signaal hoorde. Er komt nog een 2e get., die beweert dat de vaart van den melkboer inderdaad niet groot geweest is, en nadat deze kwestie van diverse zijden belicht is, verklaart de ambtenaar van het O.M., dat het hier een samenloop van omstandigheden betreft, waarbij geen directe sprake kan zijn van het verleenen van voorrang. In dit ver band moet hij vrijspraak vragen. De presi dent, mr. Veldman, sluit zich hierbij aan. Een zeeman zonder manieren. R. S., schipper van het motorvaartuig HD 108, heeft het bestaan op 19 Januari j.1. de scheepvaart op het Marsdiep in gevaar te brengen, door niet te letten op de regelen van het verkeer ter zee. De kwartiermeester P., die met den Mari nesleepdienst no. III van de Mok kwam, wilde de have» binnenvaren en gaf daartoe het attentiesein. Op dat moment kwam de HD 108 de haven uitgestoomd en had volgens de geldende regelen het marinevaartuig aan bak boord moeten passeeren. In strijd hiermede kwam hij recht op dit vaartuig aan, en pas seerde dat in 't laatste moment. Een aanvaring werd voorkomen, omdat de No. III volle kracht achteruit gaf. Bij verstek wordt deze manierlooze visscher veroordeeld tot 20 gulden boete subs. 10 dg. Een lood-opkooper. K.V. heeft van get. G., die eerst 16 lente's telt, een spiegel en een partijtje lood opge kocht, respectievelijk voor een kwartje en f 1.80. Nu is dit koopen van minderjarigen verboden en in dit verband paradeerde V. thans op het matje. De man nam het filosofisch op: ,,'t Geval ligt daar, edelachtbare" er is niets meer aan te doen..." Inmiddels doet htf een aanval op 's-rechters goede hart, door te verklaren, dat hij in geen 30 jaren last gehad heeft met de overheid en voorts niet wist dat de knaap nog zoo jong was. De straf wordt vastgesteld op f 15.boete, subs. 1 week hechtenis. Vage verklaringen. Dan komt een affaire die aan duidelijkheid, tenminste aanvankelijk, veel te wenschen overlaat. J. F. staat terecht omdat hij op 9 KLEDINGMAGAZIJNEN DEN HELDER Vakkleding voor alle bedrijven. IJzersterk en toch niet duur. Augustus te Anna Paulowna op den Lagen Dijk bij het veranderen van richting, al fiet sende, geen richting aangegeven zou hebben. De gevolgen waren dat hij op een achter hem aanrijdend persoon inreed, die schade aan zijn rijwiel kreeg. De zaak wordt in de breedte uitgesponnen, maar de diverse verklaringen zijn verre van helder. Get. wilde het doen voorkomen of verd. na omgedraaid te zijn op den weg (het was laat in den avond) toen direct een zwen king heeft gemaakt, waarbij hij aan denzelf den wegkant gebleven was. Met als gevolg de vermelde aanSjding. Het blijkt evenwel, dat zoowel O.M. als de President weinig voor deze lezing van het geval voelen en vrijspraak gelasten. De heer C. A. R. is niet verschenen als getuige bij een zaak, die eenigen tijd geleden diende. Dit stuurt het ambtelijk bedrijf in 't honderd en wordt gestraft: 5 gulden of 2 dg, J. B. heeft 26 Februari op Texel in zijn auto gereden en op de sommatie van veldwachter Looyen, die controle uitoefende, niet gestopt; integendeel: hij reed door, ondanks het duide lijk zwaaien van een lamp door den veld wachter. 8 gulden boete of 4 dagen. J. C. B. vervoerde op 16 Maart als schipper van een dienst tusschen Amsterdam en Texel een lading telefoonpalen en dat tegen de voorschriften van de Bevrachtingscommissie in. Daar zijn namelijk bepaalde vastgestelde dagen, waarop vervoerd mag worden en de betreffende dag viel daar buiten. Alhoewel verd. de zaak zoo trachtte te verdraaien, dat hij vrij-uit ging, lukte hem dit niet en werd hij gestraft met 5 gulden 'subs. 2 dagen. C. v. T. kreeg op 22 Maart een bekeuring van agent Rieteco, omdat hij zijn rijwiel on beheerd langs 's-heeren wegen had laten staan. Evenwel, de man teekende hierbij krachtig protest aan, omdat hij volgens zijn zeggen, vlak bij het karretje stond, zoodat dit wel degelijk onder controle stond. Deze zaak is aangehouden, totdat de agent gehoord zal zijn. L. H. werd op 1 April de dupe van het buiten hebben staan van een vuilnisbak zon der voldoende sluiting. Er is in die dagen een vuilnisbakkenrazzia gehouden, welke razzia deze juffrouw op f 1.of 1 dag kwam te staan. M.M. staat voor hetzelfde feit terecht, f 1.- of 1 dag. V.B. heeft 3 April een leege vuilnisbak laten staan op den Ruyghweg. f 1.of 1 dag. W. K. ventte 9 April op den Kanaalweg zonder vergunning, f 3.of 2 dagen. H. J. M., een kellner, verkeerde dd. 27 Maart in den bekenden kennelijken staat, f 4.of 2 dagen. A. J. D. reed op 17 April op den Parallel weg zonder licht op haar fiets, f 3.of 1 dag. N. B. reed op 16 April op de Hoofdgracht, maar niet op het rijwielpad, f 3.of 1 dag. M. v. d. W. fietste op den Parallelweg zonder een wit spatbord te bezitten, f 3.of 1 dag. C. K. werd verbaliseerd op 19 April, omdat zijn vuilnisbak niet behoorlijk gesloten zou zijn geweest. Verd. protesteert tegen de wijze waarop de werklieden der gemeentereiniging hun werk doen en belooft na de uitspraak van f 1.of 1 dag, in cassatie te gaan. C. P. had een vuilnisbak buiten staan die ongesloten was. Zelfde straf. K. heeft in een woning in de Vijzelstraat een spouwmuur aangebracht zonder gemeen telijke vergunning, f2.of 1 dag. A.A.P. heeft op 18 Maart op den Singel gereden met een fiets zonder lantaarn, f 3. of 1 dag. Hetgeen de laatste zaak van de korte zit ting was. „Zal je me dan nooit uitlachen, Berta?" „Je uitlachen?" zei de oude meid hartelijk, terwijl ze haar arm over het dek heensloeg, dat zal ik heusch nooit meer doen. De juffrouw van jouw school heeft groot gelijk als ze zegt, dat het dom is als je lacht, wan neer je iets niet begrijpt. Maar nou begrijpt Berta jou wel en nou zal je d'r bij zóóiets ook niet meer zien lachen. Kom maar gerust bij me, als je narigheid hebt, hoor! En nou slapen, want anders zie je morgenochtend zoo wit als m'n schort." Ze verliet hoofdschuddend Marry's slaap vertrek. Wat zoo'n kind toch al allemaal in de gaten had. En dat piekeren er over... Het ging ëen mensch gewoon boven z'n verstand. XXVI Den volgenden dag, toen Paul niet met de lunch naar huis kon komen, omdat een be langrijke operatie hem in het ziekenhuis hield, zat Diny met een ontevreden gezicht ia de kamer. Marjoleintje was juist naar school gegaan. Na het drukke gebabbel van het kind, viel de stilte in huis haar dubbel op. Was dat nu het leven, waarvan zij zich zoo veel had voorgesteld? Een ideaal had het haar toegeschenen, toen zij en Paul elkaar teruggevonden hadden, Wat was daar van over gebleven? Een leven van eentonigheid, niet anders. Paul, altijd weg, nooit had hij eens tijd voor haar. Hij had het druk, goed, maar overdreef hij het niet? Kwam er niet wat gewichtdoe- nerij bij Als hij zelf geen andere eischen aan het leven stelde dan te werken, dan kon hij toch wel eens een weinig rekening met haar houden. Ze was jong en ze had ontbering genoeg gekend. Soms dacht se wel eens dat se onredelijk was, dat ze er verkeerd aan deed, Paul in de nauwgezette vervulling van zijn plicht te be lemmeren. Maar hij maakte dien zoo noodeloos zwaar, ook voor zichzelf. Hij verdiende im mers geld genoeg. Waarom zou hij zich dan drukker maken dan noodig was? Hij gunde haar alles, zocht genoeg amuse menten voor haar uit, maar wat had ze daar aan, alléén? Ze had er nooit van gehouden alleen ergens heen te gaan. Gisteren was dit haar nog gebleken dat het meer een opoffe ring dan een genoegen was. Maar ze was expres gegaan om Paul niet het idee te geven, dat zij, nadat hij met zoo'n stuggen groet ver trokken was, een beetje was gaan zitten kniezen. En toch had ze dat gedaan... Niet thuis, maar in de bioscoop, waar niets van het ver toonde haar geinteresseerd had, omdat zij teveel van haar eigen gedachten vervuld was. Toch had het haar later een zekere genoeg doening gegeven, dat hij vóór haar thuisge komen was. En ze had in zichzelf geglim lacht toen Berta haar zei, dat mijnheer zoo vreemd opgekeken had toen hij hoorde, dat ze uitgegaan was. Dat moest ze toch maar eens meer doen. Als het hem dan niet aan stond, bleef hij vanzelf wel meer thuis of ging hij wel samen met haar uit. Ze wou heusch niet teveel eischen, als hij haar zoo nu en dan maar eens ergens mee naar toe nam, eens over iets anders met haar praatte, dan over zijn werk. Hij kon het wel, met Mar joleintje deed hij het ook Wat hield hij veel van het kind. Zij kreeg nu en dan wel eens de angstige gedachte, dat zijn liefde voor haar, geheel en al op Mar joleintje was overgegaan. En dan te beden ken, dat hij eerst nog getwijfeld had... Ze vroeg zich de laatste weken onophoude lijk af wat ze toch van het vroegere in hem miste. Zijn manier van spreken en bewegen was dezelfde gebleven... Hij had veel van de wereld gezien, veel meegemaakt. Zou dat hem misschien in haar oogen veranderd hebben? Hij had geleerd geheel en al op eigen bee- nen te staan... En ineens wist ze wat ze in hem miste... Hij had vroeger bij alles haar raad, haar inzicht gevraagd... Hij zou niets gedaan hebben zonder het eerst met haar overlegd te hebben. Daarom hadden zij ook altijd zooveel met elkaar te bespreken gehad. Nu had hij haar niet meer noodig... Hij was er door de omstandigheden aan gewend ge raakt alles alleen te overwegen, alleen te be sluiten. Htj zocht voor alles nu zelf de op lossing. Zij was zijn vrouw, maar niet meer zijn kameraad, zooals vroeger. Konden men schen in tijd van weelde elkanders steun mis schien beter missen dan in een zorgelijken tijd? Brachten zorgen en moeilijkheden de menschen dan dichter bij elkaar? Dan zou ze armoede verkiezen boven dit bestaan. Maar had armoede hen destijds niet uit elkaar ge dreven? De omstandigheden waren het niet die hun leven bedierven, zij waren het zelf... Deed ze wel alles zooals zij zich dat voor genomen had, om aan Paul goed te maken, al hetgeen hij om haar geleden had? Ze had hem gevraagd haar daarbij te helpen en nu hij dit niet deed, moest zij den moed nu ook opgeven „Marjoleintje zal je wel helpen," had hij gezegd. En nu liet zij het de kleine alleen doen en was ze er nog verwonderd over, dat Paul de meeste aandacht aan het kind schonk. Er kwam een verlangen in haar om anders te worden, om zichzelf geheel en al weg te cijferen terwille van Paul's geluk. Zijn geluk, dat voor het grootste deel scheen te bestaan in zijn werk. Het zou anders, beter worden, het moest... En door haar. Dat voor nemen maakte ze nu. Doch toen Berta met de middag-post binnenkwam en zij die wre velig doorkeek, vielen al haar goede plannen meteen in duigen. „Daar heb je het weer," zuchtte ze ont stemd, een aantal brieven terzijde leggend en eenige briefkaarten doorlezend: „Vereeniging Zuigelingenzorg, vergadering. Congres voor doktoren, Twee lezingen in de aula... Vergadering Armenraad..." ,,Er kan nog meer bij," mopperde ze. „Eens kijken wat hier al staat" en op de agenda toeloopend, die er juist lag, las ze, de blaad jes omslaande: ..Maandag operatie, Dinsdag vergadering. Woensdag Laboratorium, Donderdag, vrijhouden voor..." Zij klapte de agenda dicht. „lederen dag wat anders," riep ze geër gerd uit. ,,'t Is om gek te worden! Iedere post brengt nieuwe afspraken, nieuwe verbintenis sen. 't Is maar werk, werk en nog eens werk... Geen uur gezelligheid, geen dag ont spanning. En ik moet maar in dien tred molen mee. Wat een leven!" Opeens ontdekte ze tusschen de brieven het handschrift van Lottie. Gelukkig maar, dat Paul niet thuis is, verzuchtte ze. Als hij dien brief in handen gekregen had, had het onge twijfeld weer een nieuwen twist gegeven. Ze waren allebei zoo prikkelbaar tegenwoordig, dat ze om de kleinste voorvallen verschil van meening kregen. En Lottie werkte op Paul als een roode lap op een stier. Ze zou dezen brief, ongeacht den inhoud, maar weghouden. Paul behoefde niet te weten, dat Lottie haar schrijven van enkele weken geleden beant woord had. Geïnteresseerd begon ze te lezen: Lieve Diny, Je brief heb ik ontvangen en ik verheug me daarin te lezen, dat je weer heelemaal gezond bent. Wat zal je blij zijn, dat je Marry nu voor altijd bij je hebt. Die stum per heeft een ellendige tijd doorgemaakt bij dat vreeselijke mensch. Als ik dat voor uit geweten had, had ik haar nooit bij dat stuk ongeregeld in huis gedaan Je zal misschien zeggen, dat het m'n zaken niet zijn, maar ik ben toch, toen ik eens een dag in Den Haag moest zijn, naar haar toe gegaan en toen heb ik haar even tjes wat verteld, nou! Ze was trouwens zelf ook niet op d'r mondje gevallen. En wat ze me naar m'n hoofd slingerde, nou, daar was dat, wat je bij ons in de kleedkamers hoort, kinderspel bij! Dan weet jij het wel. Diny, je kent me genoeg om te weten, hoe ik je alle geluk van de wereld gun, al begrijp ik niet, dat je dat kan vinden bij zoo'n opgeblazen kikker, als die man van jou geworden is. Waarom wil hij eigenlijk niet hebben, dat je me ontvangt Hij vindt me zeker geen omgang voor z'n vrouw. Nou vraag ik je! Ja, Diny, al schreef je het me met heel andere woorden, zoo'n suffert ben ik niet, dat ik niet begreep, waar je heen wou. Of waar je heen moest, kan ik wel zeggen, want het is jouw aard niet om zoo'n brief te schrijven. Ik voor mij heb liever een klap in m'n gezicht dan zoo'n vriendelijke brief met weerhaakjes. Maar daar kan jjj niets aan doen. Het geeft me alleen het idee dat je al aardig onder den plak komt te zitten en dat is jammer. Het ontneemt me de laatste hoop, dat het jou zal geluk ken, waar die kaffers daarginds schijnbaar geen kans voor gekregen hebben, namelijk, om je man van zijn hinderlijke verwaand heid af te helpen. Je houdt je er maar aan hoe ik vroeger al over hem dacht. Je herin nert je nog wel uit dat telegram, dat ik je stuurde, op dien morgen, dat hij z'n dokto raal deed. Tusschen twee haakjes... Weet je dat je me de kosten daarvan nog steeds vergoeden moet? Maar dat komt wel te recht. Als je man jou tenminste niet met z'n lef aansteekt en jij er toe komen zou je hoofd om te draaien als je je oude vrien din Lottie op straat tegenkwam. Vooreerst is daar geen kans op, want we gaan de volgende week met de revue de provincie in, Val niet om bij wat je nou gaat lezen. Ik ben geen „girl" meer. Ik heb in een nieuwe scène, die ingelascht is, een rol ge kregen, wel geen groote, maar dat hindert niet, 't is in ieder geval een stap vooruit. De anderen waren woest toen ze het hoorden, dat snap je. „Zooals jullie zien, kom ik er ook zónder Van Dalen", zei ik. Dat kon Ina zich aan trekken, die maakte in dat verband altijd hatelijke opmerkingen, weet je nog wel? Waar je ook van op zult kijken is, dat het nu, na zijn dood blijkt, dat Van Dalen eigenlijk zoo goed als geen cent bezat, hij deed alleen maar een beetje dik. Hij was, wat wij noemen, een echte artistenvloo. Je kent dat soort wel, dat alles wat het bezit in revues en dergelijken steekt om daardoor met verschillende artisten in aanraking te komen, 't liefst vrouwelijke natuurlijk. Hij was getrouwd ook. Dat had ik moeten we ten. Met getrouwde mannen houd ik me niet op. Maar je kan het aan iemand z'n neus niet zien, wat jou? Je vraagt je zeker af, hoe ik dat allemaal weet van Van Dalen? Een kennis van mij heeft laatst zijn vrouw gesproken. Die stakker verhuurt nu kamers, is zoo arm als Job. Snap je nou, hoe zoo'n ventEn fin, van de dooden niks dan goeds. Ik ga op het oogenblik met Renè Paulus, je weet wel, die blonde, waar jij niets van wou we ten. Hij valt toch reuze mee. 't Is gemak kelijk iemand te hebben, die in dezelfde zaa,k werkt. Ze nemen nog eens wat voor je uit de hand en je hebt tenminste des avonds, als je naar huis gaat, gezelschap. Bovendien loop je dan nog wel eens een broodje met pekelvleesch of een warm grocje op. Ik hoop dat m'n brief niet te veel uit jouw stijl valt. Of ben je nog de de oude, eenvoudige Diny van destijds? Ik hoop dat het je goed gaat. maar mocht je nog weer eens in de misère komen, vergeet dan niet, dat je altijd bij mij aan kan klop pen..." r .(Wordt vervolgd-X'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 5