De vreemde
hond
Raadsels
Een aardig
spelletje
Beste Jongens en Meisjes
Kindervriend
Nieuwe Raadsels
1
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Brrr, ik ben bang geweest lat de kalender
terugliep en dat we zo langzamerhand in Fe
bruari waren aangeland, inplaats van in Mei,
want dat schrijven we toch vandaag. Wat een
kou en narigheid, m'n hele familie loopt te
snuffelen en U blaffen, behalve ik. Maar -h
...enfin, je weet het, we krijgen toch fijn
^oin en misschien springer we volgende week
wel van het vlot, dat in zee gelegd wordt bij
zwanvereeniging. Heus, ik heb er alle hoop
op. Weet je voor wie het fijn is, dat het zo
Koud is? Voor het vriendinnetje, da de taart
gewonnen heeft, want taart smaakt met de
kou altijd veel lekkerder dan bij negentig gra
den in de schaduw. Laat ik dus maar gauw
de naam van die gelukkige hier neerschrijven.
Het is:
TINY KORVER.
Ze heeft haar adres vergeten, was zeker
bang, dat ik vanmiddag van de taart zou ko
men snoepen. Nu, ik had het ook vast gedaan,
hoor.
Winnetou. Jij bent de eerste, die me van
daag verblijdt met eigengemaakte raadsels,
Winnetou. Je weet, ik kan ze best gebruiken
en dank je er dus hartelijk voor.
Ali de Bruyn. Ik hoop (maar dan met een
p. en niet met een b. Alie, zooals jij) dat het
Woensdagmiddag mooi weer is, want ach, als
je achter de ramen moet zitten koekeloeren,
omdat het pijpestelen giet, dat is toch wel een
beetje droevig. Maar vergeet niet... het is
Mei.
Johanna de Koster. Ben jij op een tip
pelclub, Joh? En wandelen jullie dan in één
ruk naar Callantsoog of breng je het niet
verder dan de Donkere Duinen? Wat fijn, hè,
zo van die hoge duinen te rollebollen. Ja, die
tijd komt weer aan.
Gerda Riemerts. Dat hebben wij de vorige
week ook meegemaakt, Gerda, dat een stekel
een nestje ging maken en zo prachtig van
kleur werd, dat het meer op een goudvis dan
op een stekel leek. Het was zo'n leuk gezicht,
je kon er wel uren naar kijken, zi druk en
bewegelijk was het diertje aan de gang en
alle andere stekels uit het aquarium bleven
uit de buurt, want als ze zich wat al te dicht
in de richting van het nestje bewogen, kregen
ze een beet en werden met spoed weggejaagd.
Jopie v. d. .Reyden. Natuurlijk mag je
twee raadsels inzenden, als je het derde niet
op kan lossen, Jopie, alleen... dan doe je niet
mee bij de verloting van het boek of de taart,
want daar moet je ze alle drie goed voor
hebben.
Zonnestraaltje. Als je briefje een week
blijft overliggen, Zonnestraaltje, dan komt je
naam evengoed hij de goede oplossingen te
staan, hoor, als de raadsels tenminste goed
waren. Je versje plaats ik hieronder, ik vond
het heus al wat aardig. Je wordt nog een
rijmelaarster eerste klas.
DE ZIEKE BEER.
Teddybeer heeft buikpijn
En is o zo ziek.
Hij lust niet eens zijn eten,
Dat is zo fijn toch niet.
Hij ligt nu in 't bedje
Van 't poppenkindje Loe
En 't vrouwtje zit er naast nu
En knikt hem vriendelijk toe.
Maar pop vindt 't niets heerlijk
Zij moet nu in de doos
En ze is op de beer en 't vrouwtje
Ja waarlijk, heel erg boos.
Het vriendinnetje, dat een poes
heeft, die mooi kan zitten en niet uit je lin
kerhand eet en die ziek is, zonder dat ze weet
wat ze mankeert, vergat haar naam en moet
dus, als ze volgende week een briefje van me,
wil hebben, met haar naam erbij in 't Jutter-
tje, die niet vergeten, omdat ik niet in de
koffiedik kan lezen.
1 O, wat zijn die vriendinnetjes van
me vandaag weer vergeetachtig. Daar krijg
ik een briefje van een meisje, dat me schrijft
over haar vriendinnetje, Truusje, waarmee ze
zo graag speelt. Ja, ik geloof dat ik Truusje
wel ken, ik zie haar wel eens langs m'n
huis rijden. Wees maar een goede vriendin
Voor haar.
Gretha v. Twuyver. Ik ben weer wat
laat, Gretha, maar ik haast me, je nog te
feliciteeren met je verjaardag. Ik hoop, dat
je Woensdag een fijne dag hebt gehad, een
dag waar je alle driehonderd vier en zestig
dagen van het nieuwe jaar, dat je ingegaan
hent, met plezier aan terug denkt
Julia Sporken. Dat is een leuke wed
strijd, die je onderwijzer heeft uitgeschreven,
Julia, dat wie de meesten punten heeft, een
boek kan winnen. Doe je best, dat jij met
de prijs gaat strijken. Ik hoop het voor je. Of
zijn er zulke bolleboozen bij jullie in de
klas, dat je geen schijn van kans maakt?
Mientje Bruinsma. Het Kinderverhaal,
dat nu in de krant staat, Mientje, mag je
batuurlijl. wel kleuren, maar er worden geen
Prijzen voor beschikbaar gesteld, daar gaan
we in het najaar mee beginnen. Je versje
neem ik hieronder op. 't Is nog wel niet hele
maal goed, maar toch heus wel geschikt om
een plaatsje in ons Kinderhoekje te krijgen.
MEI.
De lieve lente is gekomen,
De bloempjes zijn ontwaakt,
Ze knikken met hun kopjes,
Zo vrolijk en blij,
Ze denken zeker:
„Heerlijk, 't is Mei!"
De vogels zingen zo vrolijk -iti- lied,
„Wiedewiedewiet, wiedewiedewiet!"
Wel is waar versta ik ze niet,
Maar ik kan wel raden
Dat dit is hun lied:
„Heerlijk, 't is Mei!"
Aldert v. d. Kuyl. Ja, dat wil ik wel
eens doen, die filmvoorstelling bij jou mee
maken, met m'n kinderen,dan moet je me
maar eens schrijven, wanneer de vertoning
plaats heeft. Ik kan 's avonds om kwart
voor zes of op een Zaterdagmiddag, om twee
uur b.v. Ik hoor het nog wel van je.
Loeki en Leon v. d. Wal, Den Haag.
Sjonge, sjonge, Loeki, wat een slechte beurt
heb ik de vorige week gemaakt. Dat eerste
raadsel, naald en draad, was toch wel goed,
hoor, want in dit geval werd inderdaad be
doeld een machine-naald en die snort, zoals
je weet. Mica moest inderdaad Mecca zijn,
en Loeki moest natuurlijk Leon zijn, hoor.
Ach, ach, je zou er soms van in de war ra
ken. Ik zal m'n leven verbeteren, hoor. Leuk,
dat je nu op dat knapenkoor bent en dat je
misschien straks ook dat fijne reisje mee
maakt.
Jongens en meisjes, ik ben nog lang niet
door de briefjes heen, nog lang niet, maar
wel door m'n tijd en dus moet ik hier een
punt zetten. Volgende week schrijven jullie
me dus niet en hoop ik door die stapel, die
nu blijft liggen, heen te komen.
Oplossing raadsels vorige week.
1)
L
E
P
E
L
A
A
R
2)
F
E
E
S
T
D
A
G
3)
P
E
R
E
B
O
O
M
4)
I
N
K
T
V
L
E
K
II.
Molenaar.
Goede oplossingen ontvangen van:-
Jan W., Rika van O., Annie J., Loekj J.,
Tonnij L., Frida de B., Cor de J., Piet D.,
Sieni V., Tiny en Beppie V., Hyacint, Viool
tje, Narcis, Mientje B., Aagje S., Cornelia
v. B., Gerda R., Jan J., Reier J., Rinus Bv
Jansje B„ Annie M., Loes F., Thea B.,
Gretha van T., Reinhard K., Grietje v. d.
W., Loeki v. d. W., Hennie B., Grietje B.,
Neeltje B„ Tiny K„ Piet G., Jan G., Eevie
H., Jo V., Marietje W., Rie de B.
2
3
4
5
6
7
8
9
1. Hectogram
2. Niet smal.
3. Hard wrijven om iets schoon te krijgen.
4. Vermaning.
5. Plaats waar geslacht wordt.
6. Droefheid aandoen.
7. Behoeftigheid.
8. Volgt op een slechte daad.
9. Jong takje op 'n andere plant beves
tigen.
Dit zo invullen, dat op de plaats der X de
naam van 'n dikhuidig dier staat, van boven
naar beneden.
II.
In welke steden komt men gewoonlijk
's avonds aan?
III.
Haal hieruit een verborgen meisjesnaam:
Aan wie schrijf je?
„Heb je cigaretten bij je, Flip:
door
Carly Vos.
Vader had een bertrekking
in het dorp A gekregen en zo
kwam de dag, dat wij met al
ons hebben en houen naar onze
nieuwe woonplaats trokken. Van te voren had
vader een leegstaande boerenwoning gehuurd,
die er nogal verwaarloosd uitzag, maar wij
jongens hadden tijd in overvloed om alles eens
netjes op te knappen.
Wij kwamen in het huis aan en lieten de
straatdeur open staan, omdat de verhuizers
ook reeds in aantocht waren. Nauwelijks wa
ren wij boven om eens een kijkje naar de
verschillende kamers te nemen en te zien,
waar de groote meubelen het best neergezet
konden worden, toen wij een zacht gebrom
hoorden, alsof er een hond in huis Was. Wij
openden de deur en zagen juist een hond de
trap aflopen. Het dier had de kop van een
terrier. Zijn grauwe huid was zwart-wit ge
vlekt. Toen hij ons zag, bleef hij even stil
staan, bromde wat harder en liep het huis
weer uit. Buiten zag hij de verhuiswagen
staan, ging er heen, blafte en er kon geen
enkel meubelstuk neergezet worden, of hij
rook er aan, terwijl hij met zijn hele aandacht
alle bewegingen in het huis scheen gade te
slaan. Wij gaven hem op een bloemenschotel
een beetje water. Hij raakte het niet aan,
voordat wij hem onze rug hadden toegedraaid,
doch dronk het toen gulzig uit. Later gaven
wij hem wat brood en een paar velletjes van
de worst en ook dat at hij op als wij niet
keken. Of wij hem lokten of riepen, het dier
was niet te bewegen binnen te komen, of ons
enige vriendschap te bewijzen. Iedere avond
als de huisdeur werd gesloten, zagen wij de
hond achter in de tuin tussen het kreupelhout
liggen. Tenslotte namen wij geen notitie meer
van hem en lieten hem zijn gang gaan. Toen
wjj binnen op orde waren, besloten mijn
broers en ik van buiten het huis een verfje
te geven, wat hard nodig was. De hond sloeg
ook nu al onze bewegingen gade. gromde als
wij te dicht bij hem kwamen, en at nog steeds
alleen dan wat wij hem gaven op, als wij ons
omgedraaid hadden. Wij woonden nu reeds
twee maanden in het huis en omdat alles er
netjes uitzag, ook de tuin had een grondige
beurt gekregen, werden de buren uitgenodigd
kennis met ons te komen maken.
Wij hadden een bank, een paar tafels en
stoelen in de tuin gezet en mgn moeder was
druk bezig met thee inschenken en koekjes
ronddelen, toen opeens de vreemde hond zijn
kop tegen mijn hand wreef. Ik was ten zeerste
verbaasd want een dergelijke toenadering wa
ren wij niet van hem gewend. Hij kreeg wat
lekkers en vroeg om meer, ja, hij liet zich
zelfs over de kop strelen. Mijn moeder ver
telde aan de buurvrouw van de vreemde hond.
Deze keek het dier zonder veel interesse aan
en zei toen: „Dat is de hond van de oude
Klaas geweest, die hier heeft gewoond. Hij is
verleden jaar gestorven. De hond verdween
en dwaalde sindsdien in de omtrek van het
huis rond, zonder baas en stal hier en daar
wat eten, als wij hem het niet gaven. Sinds de
dood van Klaas heeft het huis leeg gestaan
tot U het hebt gehuurd."
Dat was de oplossing van het raadsel, het
dier miste zijn baas en paste nog steeds op
diens huis. Na het vertrek van de buren over
legden wij gezamenlijk of wij het trouwe dier
in huis zouden opnemen en hem een onbezorg
de oude dag zouden geven, doch toen wjj hem
riepen, was hij weer naar buiten gegaan. Wij
hebben de hond nooit meer teruggezien. Zou
hij tevreden zijn geweest met de nieuwe be
woners
I
Als 's avonds de lamp brandt
en alle leden van het gezin
gezellig om de tafel zitten, en
het is bovendien nog vacantie,
zodat er geen huiswerk ge
maakt behoeft te worden, dan
doet men dikwijls allerlei aar
dige gezelschapsspelletjes. Om
eens iets anders te spelen is
het grappig, als een van de
kinderen zich een ware kun
stenaar toont in het toveren
van schaduwbeelden op de muur. Hierbij zien
jullie een paar bepaald geslaagde voorbeelden;
een poes en een oude zeerob op z'n Zondags,
dat kun je aan het ringbaardje zien. De figu
ren kunnen natuurlijk ook bewegingen maken,
de poes bijvoorbeeld kan met zijn staart heen
en weer zwaaien, terwijl de zeerob een etende
beweging kan maken, het is grappig, want
dan gaat natuurlijk ook zijn baardje op en
neer.
De tekening laat duidelijk zien, hoe je je
handen moet houden en wat voor hulpmidde
len je te gebruiken hebt. Als deze twee
kunstjes gelukt zijn, probeer er dan zelf nog
verschillende andere bij te bedenken.
DE DRIE MUSKETIERS
135. EEN KRIJGSGEVANGENE.
De kardinaal had ondertusschen een bode
van den hertog van Buckingham in handen
gekregen en daardoor met zekerheid verno
men, dat tusschen Duitschland, Spanje, Enge
land en Lotharingen een bondgenootschap
tegen Frankrijk was gesloten. Papieren, welke
men in Buckingham's kwartier, dat hij hals
over kop had moeten verlaten, had gevonden,
bevestigden deze berichten.
De kardinaal kende Buckingham's activiteit
en evenzeer zijn haat. Zou het de verbonden
staten gelukken een eenheidsfront te vormen
en Frankrijk tot vrede te dwingen, dan zou
het met zijn invloed gedaan zijn. Tegelijkertijd
haatte hem de koning, die hem als een kind
gehoorzaamde, met een haat, die al evenzeer
kinderlijk was. Hij, Richeleu, de Fransche na
tionale minister bij uitnemendheid, zou voor
altijd hebben afgedaan, indien het gelukken
zou, Spaansche of Oostenrijksche invloeden op
de politiek van het Fransche hof ingang te
doen vinden.
136. HET HOOFDKWARTIER
VAN DEN KARDINAAL.
Daar Richellieu dit groote gevaar volkomen
begreep, werkte zijn groote geest dag en
nacht. Zonder zich een oogenblik rust te
gunnen, was hij op zijn post en hield het oog
op iedere beweging, hoe gering overigens ook,
in de verschilende landen van Europa.
De kardinaal had zijn hoofdkwartier in de
duinen dicht bij de brug La Pierre in een vol
komen onbeschermd huis opgeslagen. Hier
gingen dag en nacht koeriers in en uit en in
de anti-chambre wachtten de wonderlijkste
personen voornamelijk vertegenwoordigers
van allerlei monnikenoorden, die hun pij zoo
slecht droegen, dat mer. gemakkelijk kon zien,
dat zij voornamelijk tot de strijdende kerk be
hoorden. Vrouwen in pagekleeren, en boeren
met zwarte handen, doch met welgevormde
beenen, die stellig nooit achter een ploeg had
den geloopen,