Lager Onderwijswet PECH! Wijziging Een onbekend Eskimogebied tegemoet De Koninklijke familie naar de hoofdstad Nieuw wereldrecord 80 meter dames Damwand van bouwput bezweken ZEILSCHIP-ROMANTIEK Baby uit raam gevallen De sla-export naar Duitschland KORT VERHAAL Boerderij in lichter laaie Kanovaarder in het IJsselmeer verdronken Nog steeds geen concentratie bij het bijzonder onderwijs. Be voegdheden der oudercommis sies dienen besnoeid. Blijkens het voorloopig verslag van de besprekingen der Eerste Kamerleden over het ontwerp van wet tot wijziging van de Lager-onderwijswet 1920 verklaarden vele le den zich in het algemeen daarmede te kun nen vereenigen. Onderwijs in de streektaal. Wat betreft het openen van de mogelijk heid om onderwijs in een streektaal te ge ven, achtten eenige leden zoodanig onder wijs onnoodig en meenden dat het onder wijs in het algemeen er onder zal lijden tot schade van de leerlingen, die in hun streek taal worden onderwezen en zich later naar andere deelen des lands begeven. Andere leden achtten daarentegen het on derwijs in de streektaal gewenscht, al zou het alleen zijn om haar ook behoorlijk te kunnen schrijven. Het vak vaderlandsche geschie denis. Voorts achtten zij het onder de tegenwoor dige omstandigheden zeker niet zonder be lang, dat onder vaderlandsche geschiedenis zal zijn begrepen „de eenvoudigste kennis der gemeente-, provincie- en staatsinrichting Van Nederland" en onder kennis der natuur «de eenvoudigste kennis van gezondheids leer." Vrees voor aanmatiging der ouder- oammissie. De voorgestelde verscherping van het imperatief karakter van de bepaling betref fende het instituut der oudercommissie had niet de instemming van sommige leden. Ook de instelling van een ouderraad acht ten zij overbodig en ongewenseht. De ge meenschappelijke belangen van de openbare scholen kunnen,, voor zoover zij aan de aan dacht der overheid mochten dreigen te ont gaan, huns inziens op andere wijze b.v. door bemiddeling van de organisaties van onderwijzend personeel, worden behartigd. Concentratie bijzonder onderwijs. Bif het afdeelingsonderzoek van het tweede wetsontwerp tot wijziging der Lager onderwijswet 1920 herinnerden verschillen de leden aan den gang van zaken ten aan zien van openbaar en het bijzonder lager onderwijs sinds 1933. In den kring van 't openbaar onderwijs werd door den a.mbts voorganger van dien minister groote teleur stelling gewekt. Op straffe wijze immers, al dus de leden, hier aan het woord, zocht de ze bewindsman de „concentratie" bij het openbaar onderwijs te bevorderen, doch hij ging niet na, of tevens beperking van het aantal bijzondere scholen technisch en poli tiek mogelijk zou zijn. Hij achtte het vol doende dien wensch te kennen te geven, dat het bijzonder onderwijs zou volgen. Het resultaat werd zeer gering. Het was bij het geldend onderwijsrecht, dat voor de stichting van bijzondere scholen slechts een bepaald aantal kinderen en een waar borgsom vordert, bezwaarlijk anders denk baar. Toetsing der gezindheden vindt niet plaats. De groote fout van den minister was echter, dat hij, terwijl hij ten aanzien van het bijzonder onderwijs geen enkelen maatregel kon treffen zich met alle macht richtte op be perking van het aantal openbare scholen. De voorstanders van bijzon der onderwijs hebben daarbij indi rect hun steun verleend. Ten opzichte van het bijzonder onderwijs wordt in principe niets veranderd. Terwijl volgens het ontwerp van 1935 opheffing van bijzondere scholen zou kunnen plaats hebben naar subjectieve opvattingen, be rust deze thans, overeenkomstig den wensch der tegenstanders van paragraaf 12, op ob jectieve normen. Wat echter de openbare school betreft, wordt een wijziging van groo te beteekenis voorgesteld. Evenals voor de bijzondere school zullen thans namelijk ook voor haar normgetailen worden gesteld. De hier aan het woord zijnde leden vroegen zich af, of dit niet in strijd is met het we zen van het openbaar onderwijs, met grond wet en wet en het gezag der overheid, aan wie de zorg voor het openbaar onderwijs is opgedragen. Vele andere leden spraken hun voldoe ning er over uit, dat in gemeen overleg een compromis is gevonden in het zoo moeilijke vraagstuk der „concentratie" van scholen, waarmede vrijwel alle groepen zich hebben kunnen vereenigen en waarbij het beginsel van de vrijheid van onderwijs ongerept werd bewaard. Het jaarlijksch bezoek van H. M. de Koningin aan Amsterdam valt samen met den intocht van het prinselijk paar. H. M. de Koningin zal haar jaarlijksch bezoek aan Amsterdam brengen vanaf 8 tot 14 Juni. Het Prinselijk Paar zal op 8 Juni zijn intocht in de hoofdstad houden. Arbeiders, die zich in den put bevonden, door het plotseling binnenstroomende water be dreigd. Bij den aanleg van den onderbouw van een nieuwe hefbrug over de Gouwe onder de ge meente Alphen aan den Rijn, welke voor rekening van den Provincialen Waterstaat van Zuid-Holland door de aannemers Kraay- enveld en Hofman te Haarlem wordt uitge voerd, is gistermiddag tegen zes uur plotse ling een ijzeren damwand bezweken, waar door het water met kracht de groote bouw put, welke vier meter diep is bij een opper vlakte van 600 M2., binnenstroomde. De arbeiders die in den put bezig waren met het hij en van betonnen palen, konden zich slechts met groote moeite in veiligheid brengen. Doordat het binnenstroomende water, dat in weinig oogenblikken de put vulde, den walkant ondermijnde, kantelde bovendien een heimachine, welke op de kabels van een hijschkraan terecht kwam, welke hierdoor werd ontzet. Deze onverklaarbare doorbraak beteekent voor de aannemers een schadepost, daar het werk er door voor een maand is gestagneerd. I Een drooglijn brak den val. Een kind van anderhalf jaar is gistermid dag uit een raam van de achterzijde van de derde verdieping van een woning in de Eerste Helmerstraat te Amsterdam gevallen. Door een drooglijn werd de val gebroken en oogenschijnlijk geheel ongedeerd werd het opgenomen en ter observatie naar het Wilhelmina Gasthuis vervoerd, waar de ge neesheer voor inwendige kneuzingen vrees de. Maximumprijs verlaagt tot f 20 minimumprijs van f 20 vastgesteld. Naar de N.R.Crt. verneemt zal de maxi mumprijs, waarvoor de groentenexporteurs de Hollandsche sla naar Duitschland mogen zenden, opnieuw worden verlaagd en wel tot f 20 per 100 kg. netto. Dit beteekent reeds een aanmerkelijke verlaging bij den beginprijs, welke f 27 per 100 kg. bedroeg. Deze verlaging houdt mede verband met het feit, dat de betalingscontingenten voor sla naar Duitschland weldra zullen zijn uitgeput, hoewel door overboeking reeds een verhooging van het contingent kon wor den verkregen. Hierdoor heeft men in de afgeloopen weken nog vrij veel sla voor export verzonden; de verwachting is ge rechtvaardigd, dat ook in het begin van Mei nog uitgevoerd zal kunnen worden. De Ned. Groenten- en Fruitcentrale heeft tevens een minimumprijs van f 18 voor den sla-export vastgesteld, zoodat deze thans wel geheel en al aan banden ligt. door M. Paulissen. Juist had Charles Leclerc zijn laatste ko pij naar de zetterij gestuurd en zijn bureau afgesloten, toen de telefoon rinkelde. Ar geloos nam Charles de hoorn van de haak *en luisterde. „Hallo? Redactie Midi", Het was de directeur. „O, ben jij het, Leclerc? Luister es, Guil- let is vanmiddag het gerechtshof aan het Verslaan en moet vanavond naar de spoed zitting van de Senaat. Neem jij de tentoon stelling Moderne Kunst van hem over? die wordt vanavond geopend door Madame Pousson". „Neemt U me niet kwalijk, mijnheer...". „Ja, ja, ik weet wel, wat je zeggen wilt: het is je werk niet. Maar zoolang Canard in het ziekenhuis ligt, zullen jullie met el kaar de kunst moeten verzorgen. Dus doe het maar". ,Ziet U eens, mijnheer, kijkt U eens, ik wilde eigenlijk zeggen „Dus je gaat? Als je even wacht stuur ik je de catalogus beneden". Woedend belde Charles af en trapte in Zijn onbeheerste drift een bureaustoel om- yer. De jongste bediende kwam, verschrikt «door zooveel tumult, om de hoek van de archiefkamer gluren. „Ga aan je werk en bemoei je met je eigen zaken" snauwde Leclerc hem toe. De jongen stak zijn tong uit naar den razen- den journalist en verdween schielijk. Charles had zijn jas al aangetrokken en wachtte, ongeduldig door de redactie-kamer Op en neer ijsberend, op de bescheiden voor zijn avond-karwei. Geërgerd stak hij een sigaret op. Ver- Vloekt! Natuurlijk weigerde zijn aansteker weer. Natuurlijk moest hij die baan juist nu krijgen, nu, terwijl hij met Madeion had af gesproken. Ze zouden naar de dansavond van de Argentijnsche balletgroep en Made- Ion had er zich erg veel van voorgesteld. Zij zou weinig lust gevoelen om hem naarzoo'n vervelende zwamavond van halve gare yerfsmeerders te vergezellen. Enfin, het moest dan maar. Met een zucht besloot hij de slag van het noodlot zonder yerweer te aanvaarden, Maar hij zag de naaste toekomst donker in. Er zou vana vond met Madeion absoluut niet te pra ten zijn er viel straks niets met haar te beginnen, dat stond voor hem absoluut vast. Daar was de rommel. Hij nam het cou vert van den jongen aan en ging naar bui ten. In de bus werd zijn stemming er niet be ter op. Het was benauwd warm binnen en alle zitplaatsen waren bezet. Gramstorig hing hij aan de lus. Toen de bus plotseling stop*e, raakte hij zijn evenwicht kwijt en hotste bijna op de schoot van een dikke, kwaadaardig uitziende dame. „Pardon" stamelde hij onthutst. De juf frouw zag hem minachtend aan en mompel de iets binnensmonds. Zoo venijnig prik ten haar oogjes in zijn gezicht, dat hij waarachtig even bloosde. „Zoo'n serpent" dacht hij en zag tot zijn groote opluchting, dat zijn halte bij na bereikt was. Met een schok stond de wagen. Vlak vóór de uitgang struikelde hij over een koffer, die dwars over het voetpad was neergezet en hij viel in zijn volle lengte voor de voeten van een brievenbesteller, die met onverholen leedvermaak meesmuilde. „Dat was een koffer, meester" grinnikte een jongen. „Loop naar de maan, snotneus" gromde Charles terug stapte van de treeplank onderdrukte een kreet van pijn. Hij had zijn voet verkeerd neergezet en zwikte door. Strompelend en hinkend, met een pijnlijk vertrokken gezicht, schuifelde hij verder. Madeion was er nog niet. Ze was laat die avond. Toen Charles tien minuten had staan wachten, begon het te regenen. Eerst groote dikke druppels daarna góój het water de lucht uit. Charles zocht een veilig onderdak in het portiek van een winkel. Zijn oogen speur den vergeefs naar de slanke gestalte van Madelon. Eindelijk, na een kwartier van er gernis en verveling, daar kwam ze aan- trippelen. „Was je daar al, Bobbie??' lachte ze en meteen was Charles al zijn pech vergeten. In het restaurant, toen zfe haast klaar wa ren met eten, kon hij het niet langer meer uithouden en vertelde, waarmee zijn baas hem had opgeknapt. Somber bespiedde hij haar gezichtje, in de stellige verwachting, dat ze woedend tegen hem zou uitvallen. Het gebeurde niet. Er gebeurde heelemaal niets. Doodleuk greep ze haar tasje en begon haar neus te poederen. „Nou en? Wat zou dat eigenlijk?" vroeg ze toen rustig. „Wat dat zou? Wat dat zou?" Onze hee- le avond naar de maanDat zou het!" „Welnee, malle jongen, hoe kom je daar nou weer bij?" Charles' gezicht was een groot vraagteeken. „Kijk niet zoo stompzinnig, jongen. Er is toch niets aan de hand? Ben je een goed journalist"? „Dat denk ik wel" „Heb je de gegevens voor vanavond?" „Natuurlijk". „Nou dan. Wij gaan vanavond gewoon naar het Argentijnsche ballet en jij schrijft je verslag aan de hand van je gegevens". Charles zat perplex. „Madelon, je bent goud waard" bracht hij er eindelijk uit „je bent gewoon onbe taalbaar". Ze gingen naar het theater en genoten. Charles tikte 's avonds op zijn kamer een keurig verslag en liet het door een jongen van de nachtdienst halen. „Het is met die pech toch nog meege vallen vandaag" dacht hij vergenoegd. Daarna ging hij naar bed. De volgende morgen zat hij nauwelijks over zijn werk gebogen, toen de directeur, met een roode kop, binnen kwam stuiven. „Leclerc, je kunt gaan. Verdwijn oogen- blikkelijk Je hebt je congé Ontslag opstaan de voet, begrijp je? Ruk in." Stomverwonderd staarde Charles hem aan „IkIk begrijp U niet". „Zoo, begrijp jij me niet. Jij hebt de ope ning van die schilderijen-tentoonstelling gisteravond verslagen, hé? Een knap stuk werk, dat moet ik zeggen. Nota bene, er is niets geopend, omdat een paar uur te voren de heele zaak is uitgebrand. En tóch heb ben we van die opening een anderhalve kolom verslag in de ochtend-éditie, die al lang de deur uit is. Alle concurrenten steken natuurlijk de draak met ons. 't Is ongehoord. Er uit!" In een hernieuwde aanval van woede greep hij een inktkoker om die den boosdoe ner naar het hoofd te slingeren. Het was niet noodig. Charles was juist achter de deur verdwe nen, toen de inktkoker met een slag tegen het paneel vloog. „Mis" riep Charles en voegde er voor zich zelf aan toe: „Da's tenminste één gelukje bij alle pech," Landbouwer in Rosmalen gedu peerd. In de kapitale boerderij bewoond door den landbouwer G. Zwanenberg te Rosma len is gisterenmiddag brand ontstaan. Het vuur breidde zich snel uit en al spoedig stond de geheele boerderij in lichter laaie. De inboedel ging verloren. Slechts wat landbouwgereedschap werd gered. De plaatselijke brandweer kon weinig te gen de vuurzee uitrichten. De boerderij brandde geheel uit. Huis en inboedel waren laag verzekerd. In het IJsselmeer is gisterenmid dag de 22-jarige D. B. uit Medem- blik bij het kanovaren verdronken. De kano werd getrokken door een motor boot. Plotseling ging B. in zijn kano staan, waardoor het vaartuigje kantelde. De be- vaarder verdween in de diepte. Onmiddel lijk ging men aan het dreggen, doch tot re sultaat heeft dit niet geleid. Om zeven uur in den avond was het lijk nog niet opge haald. Grootsche ontdekkingsplannen van een Mormoonsch „gletscher- priester. Pater Bernard R. Hubbard, de „gletscher- priester" is, naar men van Mormoonsche zijde aan de N.R.Ct. mededeelt, terug in Utah en is druk bezig aan een lezing, die hij te Salt Lake City binnenkort denkt te houden in den Mormonentabernakel. Intus- schen heeft hij in kleinen kring interessan te dingen verteld, die m.i. het oververtellen wel waard zijn. „Ik ben er vast van overtuigd," zoo sprak de pater, „dat er land bestaat tusschen Alas- ka en de Noordpool en dat dat land bewoond is. En laat mij hieraan terstond toevoegen" vervolgde hij, „dat ik dat land ga opsporen het allerlaatste onontdekte land op aar de! Ofschoon al onze huidige landkaarten de streek tusschen de pool en Alaska als een blanke ruimte van ijs en water aandui den, heb ik goede redenen om te gelooven dat er daar ergens land ligt en dat dit land bewoond is", aldus de „gletscherpries- ter." Pater Hubbard's geloof, dat er land ligt ten Noorden van Alaska is gegrond op het feit dat „de natuurwetten en de dierlijke in stincten onveranderlijk zijn". Elk jaar zegt hij, trekken honderdduizenden vogels naar het noorden in den zomertijd, om op de kust van Alaska te broeden. Maar duizen den andere vogels vliegen verder naar het noorden en verdwijnen daar, om in het na jaar weer terug te keeren. Ze vliegen dan bijna rakelings over het water: een bewijs, van groote vermoeidheid. Deze vogels, die den ganschen zomer wegblijven, moeten daar ergens land hebben, waarop ze broe den, zoo beweert deze geleerde. Wat zijn geloof betreft dat het land ook door menschen bewoond wordt, hieromtrent merkte deze natuuronderzoeker het volgen de op: „Verleden zomer is het lijk van een ver dronken Eskimo aan land gespoeld en hpt was gehuld in de kleedij die de Eskimo:s van tweehonderd jaar geleden droegen en die men heden ten dage nooit meer ziet op het vasteland. De mogelijkheid is beslist buitengesloten, dat het lijk twee eeuwen lang in ongeschonden staat is blijven rond drijven, waarom wij wel de conclusie moeten trekken, dat er ergens Eskimo's leven van wie de bekende wereld niets afweet, en die daar nog de gewoonten van vroeger eeuwen handhaven." De pater houdt er een theorie op na dat een groep Eskimo's honderden jaren geleden naar het noorden gedreven is in een hevigen storm, door het Poolijs heen, dat zich 150 of 200 mijl of nog verder ten noorden van de kustlijn bevindt. Toen de storm was gaan liggen, moeten zij land aangetroffen hebben waarop zij zich hebben gevestigd, want te- rugkeeren was onmogelijk. Hij denkt dat het nakroost van die schipbreukelingen nog steeds op dat land woont, dat, zoo vermoedt hij, klein van omvang is. „Wij hebben geen bewijs' dat er in die streken geen land is," zegt hij. „Niemand is er ooit over getrokken en toen Amund- sens gezelschap er indertijd overheen vloog, was het over den geheelen afstand van de Pool naar Alaska mistig en kon men onmo gelijk zien hoe het er onder dien nevel uit zag." Pater Hubbard heeft een expeditie op touw gezet om die onbekende menschen en dat onbekende land in de Poolzee op te sporen, waarschijnlijk in 1940 of 1941, zoo verklaar de hij hier. Hoewel hij gewapend zal zijn met de meest moderne wetenschappelijke uitrusting in den strijd met de elementen van het gure noorden, vermoedt de „glet- scher-priester", dat hem niettemin een un- heimlich-avontuurlijke tocht wacht. De expeditie zal het spoor der vogels volgen, „Kompassen zijn onbruikbaar in die stre ken, want de naald wijst daar altijd naar de magnetische Pool. Sterren baten weinig, want doorgaans is het te nevelig om ze te kunnen zien, waarom wij een ander stuur- middel moesten verzinnen," verklaarde hij. „Wij gaan een grooten vuurtoren bou wen, die een radiostraal zal werpen langS het „pad" dat de vogels volgen wanneer zij des zomers naar het noorden vliegen. Het ligt voor de hand dat dat de richting is waarin het land dat wij zoeken te vin den zal zijn. Onze grootste moeite, voegde hij er aan toe, „zal zich voordoen als in stormweer het Poolijs gaat kruien en ons van den radiostraal afvoert, maart dat is een risico, waaraan wij ons niet kunnen ont trekken. En ik vertrouw dat wij dan den straal weer terug zullen kunnen vinden." De pater en zijn voornaamste assistenten gaan speciale helmen met ontvangtoestellen dragen om de radioberichten te kunnen ont vangen. Hij is van plan 50 of meer Eski mo's mee te nemen en kampeerplaatsen op te slaan met 30 of 40 mijl tusschenruimte, om de terugreis gemakkelijker te maken en het gevaar van verdwalen zooveel mogelijk uit te schakelen. De geleerde gelooft dat het onbekende land niet verder dan 300 mijl van Alaska verwijderd is. „Dit is het grootste ontdekkingsavontuur dat ik ooit op touw gezet heb," zoo besloot hij, „en ik hoop dat het mijn beste zal blij ken." Helen Stephens in vorm. Bij haar eersten start in het nieuwe sei zoen. vestigde Helen Stephens, olympisch kampioene, een nieuw wereldrecord over 80 meter, door dezen afstand af te leggen in 9,3 sec. Het oude wereldrecord stond op naam van Stella Waiasiewicz (Polen), die op 23 Augus tus van het vorig jaar te Warschau een tijd van 9,6 sec. noteerde.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 10