Tegen N.S.B* en Communisme
EIMELIJKE
DE
STRIJD
ii E IS "!»I A A
Sproeten komen vroeg in
Predikbeurten
Druk bezochte vergadering van E.d.D.
Weering, Dr. Ritter en Dr. Leopold
Siemens voeren het woord
door Michael Corvin
U weet wel, soms draait-ie,
soms draait-ie niet. Zulke
kuren kan een trapper van
een Germaan niet vertoonen.
Burgerlijke Stand van Den Helder
Vergadering
„Stichting Heldersche
Eierveiling"
het voorjaar, koop tijdig een pot
Spruto!. Bij alle Drogisten.
Vrijwilligers voor den
Luchtwachtdienst
Gisteravond heeft de plaatselijke afdee-
ling van de Nederlandsche Beweging voor
Eenheid door Democratie in „Casino" de
aangekondigde openbare vergadering ge
houden, welke een zeer druk bezoek ten
deel viel.
Ongeveer half negen werd deze vergadering
geopend door den voorzitter van genoemde af-
deeling, den heer J. van Hasselt, die in groote
trekken de nog jonge geschiedenis van E. d. D.
schilderde. Nog geen 2 jaar geleden werd E. d.
D. in Amsterdam met ongeveer 70 man opge
richt, een jaar later presenteerde de beweging
zich aan het Ned. volk met een meeting, welke
door 1400 personen bezocht werd. Een half
jaar later waren er 5000 menschen op haar
meeting in de Apollo-hal te Amsterdam, ter
wijl er vorig jaar in het R.A.I.-gebouw 12000
personen waren. Het aantal leden bedraagt
thans 18.000.
We zijn thans bijeengekomen, aldus de heer
Van Hasselt, om er van te getuigen, dat we
walgen van Moscou en Mussert. Deze laatste
heeft ons volk slampampers genoemd, Ds. Van
Duyl heeft zich eveneens beleedigend over ons
volk uitgelaten: wij nemen die beleedigjngen
niet; het is een schande, dat z.g. nationale
mannen zich op deze wijze uitgelaten hebben.
Over Ned. grondrechten.
Het woord was hierna aan den heer Weering,
die sprak over het onderwerp „Nederlandsche
grondrechten". Spr. begon met te constateeren,
dat in den crisistijd, welke nog niet voorbij is,
iedereen een offer heeft moeten brengen, de
een iii ernstiger mate dan de ander. Dat er
critiek los kwam, was te begrijpen, maar
helaas was daarbij veel minderwaardige cri
tiek. Critiek is goed, zij is inhaerent aan het
begrip democratie; critiek uitoefenen is óók:
aan staatkunde doen, aan politiek. E. d. D.
heeft nu de geweldige taak te vervullen om
de politiek te zuiveren. Aan de hand van een
uitspraak van Prof. Bavink („politiek is een
inooie, edele en schier heilige zaak") schetste
spr. daarop de machtige beteekenis van de
politiek.
Op de menschen, die het 't meest „beroerd"
hebben, aldus spr., hebben de politieke kwak
zalvers veel invloed gehad: de autocraat, de
dictator won terrein, zoodat het kernprobleem
geworden is: democratie of dictatuur. Spr.
verheelde niet, dat er critiek op democratie
is, maar men heeft hier te lande tevergeefs
gezocht om er corruptie aan te wijzen! Het
geval-Stavisky is evenmin een gevolg van de
democratie, integendeel het was te danken
aan de democratie, dat de corruptie aange
toond werd.
Van de bekende zegswijze: vrijheid, gelijk
heid en broederschap is het vooral het begrip
gelijkheid, waarmee verwarring gesticht is.
Wij weten allemaal wel, dat niet alle men
schen precies gelijk kunnen zijn, het is echter
niet het verschillende, maar het overeenkom
stige in de menschen, dat ons aantrekt. De
waarde van den mensch wordt niet bepaald
door het recht van den sterkste (het recht
van de kinderkamer), door rang, stand of
geboorte, evenmin door het verstand, maar
door de mentaliteit, het gevoelsleven. Daarbij
is een goed Christen democraat en een goed
democraat Christen. Wij zullen nooit onzen
knie buigen voor den persoon, die zich uit
eigen beweging als filiaalhouder van God op
aarde heeft uitgeroepen. Spr. gaf daarna een
opsomming van de kostelijke waarden, welke
in onze grondwet verankerd liggen, als vrij
heid van vergadering, van drukpers, van
godsdienst, om daarna tot de uitspraak te
komen: Voor ons is de staat het middel om
het leven zoo goed mogelijk te maken, hij is
echter geen doel!
Democratie is verdraagzaamheid. dus
eischen wij van den Staat, dat hij verdraag
zaamheid en... rechtvaardigheid betracht. Wij
wenschen, dat hij een Rechtsstaat blijft, waar
een Recht heerscht, waaraan ook de Staat
ondergeschikt dient te zijn. Tenslotte maakte
spr. een vergelijking tusschen den rechtsstaat
Nederland en den machtsstaat Duitschland en
betoogde met enkele voorvallen, welke in het
Derde Rijk hebben plaats gevonden, dat de
keuze van de kiezers ten gunste van de demo
cratie moet uitvallen. Laat ons zorgen, dat de
fakkel van Vrijheid en Naastenliefde overge
dragen wordt aan ons nageslacht, zoo ein
digde de heer Weering.
Dr. P. H. Ritter spreekt.
Dr. P. H. Ritter Jr., die onder applaus zijn
spreekbeurt aanving, begon met zijn toehoor
ders twee adviezen te geven. Het eerste luid
de: stemt niet op de N.S.B. en de Commu
nisten en het tweede: Stemt! En wel: ieder
op zijn eigen partij. Het advies „stemt" heeft
hij gegeven, omdat de verkiezingen anders
zullen zijn dan vorige, wijl thans een aanslag
welke op het Ned. volk zal worden gedaan,
moet worden afgeweerd.
Spr. vergeleek de dictatuur met de demo
cratie: bij de dictatuur is de staat eigenlijk
niet georganiseerd en daar kan het gezag
slechts worden gehandhaafd met concentratie
kamp, kogel en schavot. De democratie, dat
is een vrije samenleving, waarborgt orde.
Vrijheid willen wij, omdat zij genoodzaakt is
voor brood; wij moeten het hebben van „open
deuren". Hier in ons land is de huissleutel
Uw bezit, ergens anders is dat niet het geval.
Wat de Joden aangaat, wij erkennen, dat de
Joodsche intellectueelen veel voor ons land
hebben gedaan, dat zij zegen gebracht hebben
voor ons land en derhalve zullen wij óók vech
ten voor den Jood!
Het leidersbeginsel.
Aan wien is de leider verantwoordelijk
zoo vroeg Dr. Ritter. De N.S.B. erkent in zeer
uitzonderlijke gevallen het geweten. De leider
is dus aan niemand verantwoordelijk, want het
geweten komt tot uiting in de verantwoorde
lijkheid, die we aan elkaar te dragen hebben.
De democratie nu kent het beginsel der ver
antwoordelijkheid, het leidersbeginsel erkent
alleen de afhankelijkheid aan den leider. Is
het leiderschap historisch gegroeid? Neen,
het is gekomen als de koning der kikkers in
de bekende fabel van de la Fontaine. Wij heb
ben ons evenwicht in ons zelf en hebben geen
dictatuur noodig.
Sprekende over de werkloosheid, zeide spr.,
dat de N.S.B. met onjuiste cijfers gewerkt
heeft in vergelijkingen met het buitenland,
hetgeen hij woekeren noemde met de ellende
der werkloozen. Hoe bestrijdt het buitenland
de werkloosheid? In Italië maakt men er
soldaten van, in Duitschland wordt een ge
deelte 1 S. 2 dagen aan het werk gezet en
daarna als werklooze afgevoerd, van een an
der deel wordt een nieuw leger geformeerd,
terwijl het derde deel (de Joden), geweerd
wordt. Nederland daarentegen steunt zijn
werkloozen en zal dat blijven doen. (Stem
uit de zaal: „Plan van den Arbeid". Dr. Ritter
risposteerde: Zij, die dit Plan willen ver
wezenlijken, mogen bedenken, dat zij dit nooit
zullen kunnen doen in een fascistischen
staat
Vervolgens sprak de heer Ritter over men-
schenwaarde. In ons land zien wij niet naar
quantitatieve vermeerdering, wel naar quali-
tatieve. 't Is onzedelijk een menschelijke per
soonlijkheid te verlagen tot een ding. Wij zul
len blijven vechten voor behoud van eerbied
voor de menschelijke persoonlijkheid, die ver
trapt wordt door de dictatuur.
Aan het slot van zijn enthousiast betoog
wijdde spr. eenige woorden aan het begrip
Volkseenheid. Haat en verdeeldheid is nooit
zoo aangeblazen geworden als thans het ge
val is. Ondanks alle politieke verschillen, die
in ons land zijn, kunnen wij zeggen, dat hier
een volkseenheid is. „Ik voel mij temidden
van die eenheid en U moet mg zien als iemand,
die uit de massa is opgestaan om te zeggen,
wat we allen meenen. Wg moeten handhaven
onze rijkdom van cultuur, onze vrijheid en
onafhankelijkheid".
Dr. J. Leopold Siemens aan het
woord.
Na de pauze, tijdens de welke zich 32 nieu
we leden voor E.d.D. opgaven, kwam Dr. J.
Leopold Siemens uitt Amsterdam aan het
woord met het onderwerp: De beteekenis van
de Democratie voor het Nederlandsche Volk.
Spr., die dokter is, heeft intuitief in zich
het verzet gekregen, omdat hij de rechten,
(2)
Zg was zoo in de lectuur ervan verdiept, dat
zg niet eens bemerkte, dat Mersheim de con
ferentie sloot en de collega's de kamer ver
lieten. Toen zij opkeek, bevond zij zich met
Mersheim alleen in het vertrek. Esther Ra-
leigh stond haastig op om de anderen te vol
gen, maar bleef dicht bij de deur weder staan
en keerde zich om naar den hoofdredacteur.
„Tot nu toe heb ik in deze zaak nog niets
geprobeerd, mijnheel Mersheim. Zou u mij
willen toestaan een poging te doen om bij den
heer Werler toegelaten te worden?"
Mersheim haalde de schouders op en keek
zijn volontaire eens aan.
„Het is nauwelijks mogelijk, dat u gelukken
zal, wat uw collega's mislukte, maar ik heb
er natuurlijk niets tegen, dat u het ook eens
probeert. Ik moet er u echter opmerkzaam
op maken, dat alles, wat u onderneemt, van
uzelf uitgaat en ons tot niets bindt. De wijze,
waarop u inlichtingen verkrijgt, interesseert
mij nooit. U hebt het telegram ook gelezen,
dus ziet u maar eens, wat u ervan kunt ma
ken. Ik heb er geen vermoeden van, of het te
doen is om de samenwerking van een Duitseh-
Amerikaansch concern voor te bereiden, of
dat het misschien slechts om contracten gaat,
die de Amerikaan in Duitschland wenscht af
te sluiten. Het telegram is totaal onverstaan
baar."
Mersheim ondernam zijn wandeling door de
kamer. Esther voelde, dat het onderhoud af-
geloopen was en verliet het vertrek, het
afschrift van het telegram nog in de hand.
Snel ging zij naar haar eigen kamer en be
gon daar te overleggen op welke wijze zij
Werler zou kunnen bereiken en, waar het
vooral op aan kwam, hoe zij het zou moeten
aanleggen om hem te kunnen interviewen.
Een openlijk optreden was natuurlijk uitge
sloten en alle hotelbedienden en andere lieden,
die met hem in aanraking kwamen, hadden
haar toch niets bijzonders kunnen vertellen,
wat ook begrijpelijk genoeg was. Het scheen
wel, dat niemand er aan gedacht had, dat deze
menschen ook niet geschikt waren om van
een of andere gelegenheid, die zich misschien
voordeed, gebruik te maken. Na nog even
nagedacht te hebben, sprong Esther plotse
ling op, kleedde zich haastig aan en verliet
het gebouw.
De eigenaar van den eleganten coiffeurs
salon onmiddellijk naast het Xaiserhof was
eerst wel erg verbaasd, toen juffrouw Raleigh
hem haar verzoek voorlegde. Hij opperde
zekere, niet ongegronde bezwaren, maar gaf
toch eindelijk toe, nadat de jonge dame hem
een aanschouwelijk bewijs van haar bedreven
heid gegeven had.
Den volgenden morgen ontbood mister
Werler door zijn secretaris evenals iederen
dag de manicure en hg was niet erg verwon
derd een andere dame te zien binnentreden
dan die, welke hem de vorige dagen bediend
had. Hei jonge meisje nam plaats en begon
haar arbeid aan de krachtige, eenigszins
brutale handen van den Amerikaan. De secre
taris, die eerst ook in de kamer geweest was,
was met enkele orders vertrokken en Esther
begon, gewapend met een aantal spitse en
snijdende instrumentjes, het moeilijke verhoor
van len steenkolenkoning. Zij begon met een
zeer onschuldige opmerking over het weder
en vroeg toen aan Mr. Werler of hij Berlijn
goed kende. De gevraagde bromde iets en had
kennelijk weinig lust om een gesprek met de
manicure te beginnen. Esther Raleigh greep
vastgelegd in de grondwet, als een persoon
lijk bezit beschouwt, dat hem dreigt ontnomen
ite worden door de N.S.B. Willem van Oranje
zeide reeds: Zonder vrijheid heeft ons land
geen toekomst en deze spreuk is het, welke
we willen stellen tegenover de spreuk van
Mussert. Uitvoerig wijst spr. op de rechten,
welke ons volk in de toekomst de grondwet
verankerd vindt. Ons land is een democratisch
regeerd land, geadeld door de monarchie, be
lichaamd in het Huis van Oranje, dat te allen
tijde de hoeder is geweest van onze cultuur
waarde. De Koningin heeft het Zelf nog zoo
nadrukkelijk gezegd: Wij zullen in alles Ons
zelf blijven!
Wij eischen van den Staat: een vrije ont
wikkeling van de persoonlijkheid en zorgen
voor een menschwaardig bestaan van zijn be
woners. Een volk is gelukkig als daar is vrede
naar binnen en naar buiten en gezondheid. In
den breede heeft Dr. Siemens daarop betoogd,
dat deze voorwaarden door onzen Staat ver
vuld worden. Wij staan op het standpunt, dat
aan den Staat den zelfden eisch moet worden
gesteld als aan een fatsoenlijk mensch. Een
„zwarte" spil gaat door Europa van Italië tot
aan de Oostzee: dat wil zeggen, dat de West
Europeesche cultuur ophoudt aan de Oost
kust van ons Vaderland. Wat de Volksgezond
heid aangaat, het is aan onze democratische
regeeringsvorm te danken, dat het begrip en
inzicht in de verzorging van lichaam en geest,
bij het Ned. Volk is verbreid in al zijn ge
ledingen, zoodat er in de laatste 40 jaren een
aanmerkelijk accrès in de volksgezondheid te
constateeren viel. Men verwijt de dem. regee
ringsvorm, dat de wetgeving er niet altijd
even vlug gaat, maar dat wijst er toch op,
dat er behoorlijk overleg is en dat er geen
sprake is van een bepaald overwicht van een
bepaalde partij.
Wij beschouwen de N.S.B.-ers als afge-
dwaalden, wij haten hen niet en verachten
hen niet en verwachten, dat ze zullen terug
komen als hun kennis is verrijkt, de teleur
stelling gekomen en zij inzicht hebben gekre
gen in de historie van ons land, waar de demo
cratie gegroeid is. Het gevaar voor de demo
cratie is bij onszelf, in ons karakter. Wg
moeten ons tot taak stellen om in volk en
politieke partijen uit te dragen het hoogste
wat er is: het beginsel. In verdediging van
ons geestelijk bezit vraagt de inzet van den
geheelen persoon, wij moeten met z'n allen
een dijk opwerpen tegen den storm, welke
woedt aan onze Oostgrens. Wij moeten daar
bij gedachtig zijn aan de spreuk van Willem
van Oranje: zonder vrijheid heeft ons volk
geen toekomst!
Zoowel de rede van Dr. Leopold Siemens, j
maar vooral ook die van de beide voorgaande
sprekers, werd herhaaldelijk onderbroken door
instemmend applaus. De vergadering had een
volkomen normaal verloop en er viel een en
thousiaste stemming bij de meeste aanwezigen
te constateeren. Het tooneel was op fraaie
wijze versierd door de heeren Kool en v. d.
Poll.
Aan het einde van de vergadering, welke
o.m. bezocht werd door burgemeester Rit
meester, sprak de heer Van Hasselt nog een
kort propagandistisch woord, waarin hij o.m.
zeide, dat de N.S.B. aan het aftakelen is en
dat E.d.D. niet eerder rusten zal, totdat deze
beweging heelemaal afgetakeld zal zijn, gelijk
de Molenstraat des Zaterdagsavonds na het
afbreken van de markt. Wij gaan voor de
democratie ten strijde, aldus besloot- de heer
Van Hasselt, en zullen overwinnen.
*n Trapper. <lie nooit liikt.
daar beb Je wat aan
N V «UWieuiNDUSTRie j WERV/EN
4 Mei 1937.
BEVALLEN: J. J. Vermaat—-Kemp, d. H.
H. P. KwastSerano, z. J. M. Brand—Spigt,
d. C. J. MulderKater, d.
OVERLEDEN: J. M. Blaak, (m), 46 jaar.
DAT LOOPT GOED AF
r
j^-
DAT WEKKERKLOKJE
VAN
aen Helö&r
Horlogerie Suisse.
De heer Verstegen vertelt uit de
geschiedenis, naar aanleiding van het
10-jarig bestaan.
Gisteravond heeft in de bovenzaal van het
Kegelhuis een vergadering plaatsgevonden
van koopers aan en aandeelhouders van de
stichting Heldersche Eierveilng, naar aanlei
ding van het feit, dat genoemde Stichting
eenigen tijd geleden 10 jaar bestaan had.
De opkomst was bevredigend.
Nadat de voorzitter, de heer Verstegen, een
woord van welkom tot de aanwezigen gespro
ken had en medegedeeld, dat de heer W. de
Boer nog steeds niet in zooverre hersteld is,
dat hij aan deze vergadering had kunnen deel
nemen, geeft hij in vogelvlucht een overzicht
van de geschiedenis van de Stichting.
Het begin.
Het was ongeveer in de helft van Januari
j.h, dat het 10 jaar geleden is, dat de plaat
selijke Economische Commissie de veiling in
handen nam, welke reeds in die dagen geadmi-
nistrateerd werd door den heer Hasselaar.
Het begin van deze veiling was niet zorgen
vrij... integendeel, en van het eerste domicilie
was men al spoedig genoodzaakt te vertrekken
naar een onderdakje in de Oostslootstraat en
vandaar na eenigen tijd weder naar de ge
meentelijke Bouwzaal.
Het waren zéér moeilijke tijden en om het
hoofd boven water te houden was een pres
tatie, die men niet gering moet achten.
Het eenige bezit, waarop de veiling zich in
dL dagen beroemen kon was... een partij
kisten. Meer niet!
Groei.
Evenwel, langzamerhand viel er toch een
zekere groei te bespeuren, niet in het minst
door de protectie, die de Veiling ondervond,
zoowel van de zijde der Economische Commis
sie als van die van het Gemeentebestuur.
Beide instanties zagen zeer juist in, dat een
dergelijke veiling een plaatselijk economisch
belang beteekende.
Hoewel het getal eieren, dat in die dagen
aangevoerd werd, reeds vrij aardig was, ver
dween alle winst toch in de zakken van trans
porteurs, hetgeen uit den aard der zaak een
onhoudbare toestand was. Al spoedig kwam
hierin dan ook verandering.
De Bouwzaal werd inmiddels weer te klein
en wijlen burgemeester Driessen wist te be
werken, dat spr. een vergadering bg woonde
van B. en W., benevens den directeur van
Gemeentewerken.
Het doel was tot een nieuw gebouw te ko
men, doch deze vergadering mocht geen suc
ces boeken.
Gelukkig bracht een actie van spr. met den
heer London, op Wieringen meer resultaat.
Hier werd een kern gevormd, zij het niet zon
der groote moeite en leek alles eenigszins
rooskleuriger te worden.
Helaas... toen kwam de mededeeling, dat
men de Bouwzaal had te verlaten en d i t was
de stoot, die gegeven werd aan de opdracht
aan architect Sok, die in opdracht van spr.
binnen 2 maal 24 uur een teekening had te
vervaaridgen van een nieuw gebouw, hetwelk
begroot werd op 5.000,
Helaas... ook dit ging niet door en de zaak
leek er slechter dan ooit voor te staan. Men
verhuisde naar de Hoogstraat, in een soort
magazijntje achter de bakkerij van den heer
Hemelvaartsdag
Geref. Kerk. (Julianapark).
's Morgens 10 uur, Ds. Tollenaar
Geref. Kerk (Rehoboth-Kerk).
Geen dienst.
Oud Geref. Kerk (Hoogstraat).
's Morgens 10 uur, Leesdienst.
Chr. Geref. Kerk (Steengracht).
's Morgens 10 uur, de heer J. Rebel
Herst. Evang. Luth. Gem. (Weezenstr.).
's Morgens 10.30 uur, Ds. W. J. F. Meiners
Evangelisatie (Palmstraat).
's Morgens 10 uur, Ds. G. J, Waardenburg
van Haarlem.
Evangeliesatiegebouw, Vijzelstraat:
's Avonds 8 uur, samenkomst
Elte, (waar men bij regen wegdreef!) en
juist toen men begon te wanhopen, kwam de
heer Govers met het aanbod een bedrag ter
beschikking te stellen, mits jiet te bouwen
pand een kleine overwaarde zou bezitten.
Er komt een Stichting,
Het voorstel werd natuurlijk aangenomen,
doch voor een en ander was rechtspersoonlijk
heid noodzakelijk en zoodoende werd een
Stichting gevormd. Het gebouw kwam in de
Palmstraat, en hoewel in den eersten tijd
ieder aandeel der inteekenaars slechts een
fictieve waarde bezat, werd dit aldra anders.
Nu eerst begon de zon voor de Stichting te
schijnen. Steeds werden de aanvoeren grooter
en ongetwijfeld zouden de winsten in gelijke
mate gestegen zijn, was de eierprgs in die
jaren niet zoo gedaald.
Safe geld.
Aangezien men nog steeds de beschikking
heeft over een gemeentelijke subsidie, mag
men geen uitkeering van dividend geven, doek
dit hoopt men zeer zeker over enkele jaren
te doen. En dan tevens over de voorgaande
jaren.
De gelden, door aandeelhouders geschonken,
hadden dus wel degelijk hun rente opgebracht,
afgezien van het feit, dat de inschrijvers een
buitengewoon nuttig werk met hun hulp heb
ben helpen tot stand te brengen.
Na dit overzicht van den heer Verstegen
wordt een korte pauze gehouden, waarna nog
gelegenheid gegeven wordt tot het houden van
een gedachtenwisseling.
Voor den Luchtwachtdienst, een dienst die
op het oogenblik - zeker in de belangstelling
van de burgerij staat, kunnen, door reorga
nisatie, eenige vrijwilligers worden aange
nomen.
Een goed werkende luchtwachtpost heeft,
wanneer gevaren uit de lucht dreigen, een
belangrijk aandeel in de beveiliging van de
stad.
Over het doel en de dienstregeling van de
Luchtwachtpost, hoopt Vrijdag 14 Mei, de
reserve le luit. voor speciale diensten van
het Vrijwillige Landstormkorps Luchtwacht
dienst, G. Woltman, te spreken in de trouw
zaal van het Raadhuis, 's avonds 8 uur.
De verbintenis als vrijwilliger wordt aange-
zijn van militairen dienst, niet afgekeurd en
niet ouder dan 40 jaar.
De verbintenis als vrijwillige wordt aange
gaan voor een jaar en wordt, zonder opzeg
ging, telkens stilzwijgend met een jaar ver
lengd.
Allen die dus interesse hebben voor dezen
dienst houden dien avond vrij. Bizonderheden
betreffende aanmelding vindt men in een
advertentie in dit nummer.
de huidschaar, die zij juist hanteerde, steviger
vast .1 ging tot den aanval over.
„De Tier-arten zou wel heerlijk zijn, niet
waar, mister Werler, als er niet zooveel rat
ten waren."
Mr. Werler werd opmerkzaam en nam het
jonge meisje eens wat beter op, dat echter
juist het hoofd gebogen had, omdat zij haar
volle aandacht aan het bewerken van zijn
hand moet wijden.
„Ratteft interesseeren mij niet, kindlief.
Maar hoe kwam u daar zoo op?"
Het jonge meisje keek hem met een open
blik aan, onderbrak haar werk en nam uit
een zakje van haar blouse een verkreukeld
stukje papier, dat zg den Amerikaan over
handigde.
„Iemand uit het hotel heeft dit verloren.
Ik vond het, en u zult wel begrjjpen dat ik
het las."
„U spreekt dus Engelsch?"
„Een weinig."
„Hm, zeer interessant. En nu zou u zeker
graag weten, wat dit telegram beteekent,
nietwaar?"
Mister Werler keek Esther, die zgn blik
lijdzaam verduurde, doordringend aan. Einde
lijk begon hij te lachen en vroeg toen zonder
overgang en wel eenigszins ontstellend voor
Esther:
„Voor welke courant komt u, jufrouw
eh?"
„Esther Raleigh, voor de „Welt"."
„Zoo, zoo. Prachtig. En bent u zelf op dit
idee gekomen?"
„Het lag voor de hand, nietwaar? En ik
heb wel gehoord, dat sommige Amerikaansche
journalisten nog wel heel andere wegen
bewandelen om hun interviews machtig te
worden."
Werler lachte luid en bekeek zgn door
Esther Raleigh gepolijste nagels.
„U bent een uitstekende manicure en ook
schijnt u een natuurlijke gave voor de jour
nalistiek te bezitten. Uw naam bent u in
Duitschland geboren?"
„Mijn vader was een Engelschman. Hij
moest om politieke redenen het land verlaten.
Ik ben in Duitschland geboren. Maar dat is
voor u wel niet van belang en ik zou u dank
baar zijn, als u mij ondanks uw stellig zeer
gemotiveerden afkeer van dergelijke gesprek
ken, enkele gegevens over het doel van uw
bezoek aan Berlijn zou willen geven."
De Amerikaan stond langzaam op en ver
zocht Esther, die nog steeds op een tabouret
tegenover hem zat, een gemakkelijken stoel
te nemen. Hij bedacht zich enkele oogenblik-
ken voor hij opnieuw het woord tot zijn be
zoekster richtte.
„Het doen van vertrouwelijke mededeelin-
gen aan een journalist is ongeveer hetzelfde
als een visch het zwemmen te verbieden. Heb
ik gelijk?"
„Dat hangt er van af, mister Werler. Wan
neer het gevaar bestaat, dat door al te groote
beslotenheid allerlei veronderstellingen op
duiken, die men niet kan tegenspreken, is het
misschien toch beter enkele vertrouwelijke
aanduidingen te geven, die een blad als de
„Welt" in staat stellen krachtig stelling te
nemen tegen onzinnige beweringen."
De millionair liep naar een klein tafeltje,
stopte zeer zorgvuldig en omslachtig zijn pijp
en bood Esther, die hem met kloppend hard
gadesloeg, sigaretten aan. Zij bediende zich
en toen de secretaris van den Amerikaan tien
minuten later de kamer binnenkwam, zette
hij een onbeschrijfelijk dom gezicht. Daar za
ten zijn patroon en de manicure bij elkaar te
rooken en kennelijk verdiept in een zeer °-e-
animeerd gesprek.
Mr. Werler sprak, zooals den secretaris reeds
na vijf wooi den duidelijk was, over een onder
deel der zaken, waaromtrent hij elke mede
deeling aan onbevoegden tot nu toe allerpijn
lijkst vermeden had. En de manicure hield een
kleine blocnote in de hand, waar zg ongetwij
feld aanteekeningen op maakte.
Werler wenkte zgn secretaris naderbij en
stelde hem miss Raleigh van de „Welt" voor
Zij spraken nog eenige oo»eüt,>Ul1;ivli met hun
drieën door en toen nam Esther afscheid,
pakte haar manicuregereedschappen in en
verliet het appartement van den heer Werler.
Zij stormde de trappen af, gaf den coiffeur
zijn eigendommen terug, wierp zich in den
auto en stond vijf minuten later voor Burg in
het redactiekantoor, om hem het eerst haar
succes mede te deelen. De oude Burg straalde
even van harte gemeend als zij en stuurde haar
dadelijk naar Mersheim, om den hoofdredac
teur van haar vertrouwelijke interview op de
hoogte te gaan stellen. Mersheim hoorde haar
zonder een woord te zeggen aan, maar schud
de haar, toen zij uitgesproken was, met zicht
bare vreugde de hand en verzocht haar zich
van datzelfde oogenblik af als mederedactrice
van het blad te beschouwen. Hij beloofde haar
mededeelingen natuurlijk precies zoo te zul
len behandelen, als zij verstrekt waren, na
melijk als een streng vertrouwelijke informa
tie, maar hij verzekerde haar meteen hoe bui
tengewoon belangrijk de kennis der zaken
voor hem was, die Werler aan juffrouw
Raleigh had toevertrouwd. Het eenige, waar
over de Amerikaan zich niet had willen uiten,
was de beteekenis van dat telegram aan de
West-Indische Rubber Co. geweest, maar dit
punt had, vergeleken bij den inhoud van het
interview, niet veel te beduiden.
Van dit oogenblik af was Esther's positie
onder het personeel merkbaar verandeid-
Zoodra men bemerkte, hoe de hoofdredacteur
zich tegenover haar gedroeg, kwam men haar
met een stil, hoewel eenigszins wangunst'g
respect tegemoet en door dezen vooruitgang
voelde zij ook weder haar krachten toenemen.
Koener en vooral zelfverzekerder dan vroeger
hield zij gesprekken met politici, afdeelings-
chefs van verschillende ministeries, vooraan
staande persoonlijkheden uit de industrie en
den handel, en leerde hier de opdringerigheden
af te weren en ginds afwijzingen glimlachen
te aanvaarden, om later toch weer terug
komen. Zij bemerkte reeds zeer spoedig, da
zij geen gemakkelijk beroep gekozen had.
(Wordt vervolgd)