Tegen N.S.B* en Communisme EIMELIJKE DE STRIJD ii E IS "!»I A A Sproeten komen vroeg in Predikbeurten Druk bezochte vergadering van E.d.D. Weering, Dr. Ritter en Dr. Leopold Siemens voeren het woord door Michael Corvin U weet wel, soms draait-ie, soms draait-ie niet. Zulke kuren kan een trapper van een Germaan niet vertoonen. Burgerlijke Stand van Den Helder Vergadering „Stichting Heldersche Eierveiling" het voorjaar, koop tijdig een pot Spruto!. Bij alle Drogisten. Vrijwilligers voor den Luchtwachtdienst Gisteravond heeft de plaatselijke afdee- ling van de Nederlandsche Beweging voor Eenheid door Democratie in „Casino" de aangekondigde openbare vergadering ge houden, welke een zeer druk bezoek ten deel viel. Ongeveer half negen werd deze vergadering geopend door den voorzitter van genoemde af- deeling, den heer J. van Hasselt, die in groote trekken de nog jonge geschiedenis van E. d. D. schilderde. Nog geen 2 jaar geleden werd E. d. D. in Amsterdam met ongeveer 70 man opge richt, een jaar later presenteerde de beweging zich aan het Ned. volk met een meeting, welke door 1400 personen bezocht werd. Een half jaar later waren er 5000 menschen op haar meeting in de Apollo-hal te Amsterdam, ter wijl er vorig jaar in het R.A.I.-gebouw 12000 personen waren. Het aantal leden bedraagt thans 18.000. We zijn thans bijeengekomen, aldus de heer Van Hasselt, om er van te getuigen, dat we walgen van Moscou en Mussert. Deze laatste heeft ons volk slampampers genoemd, Ds. Van Duyl heeft zich eveneens beleedigend over ons volk uitgelaten: wij nemen die beleedigjngen niet; het is een schande, dat z.g. nationale mannen zich op deze wijze uitgelaten hebben. Over Ned. grondrechten. Het woord was hierna aan den heer Weering, die sprak over het onderwerp „Nederlandsche grondrechten". Spr. begon met te constateeren, dat in den crisistijd, welke nog niet voorbij is, iedereen een offer heeft moeten brengen, de een iii ernstiger mate dan de ander. Dat er critiek los kwam, was te begrijpen, maar helaas was daarbij veel minderwaardige cri tiek. Critiek is goed, zij is inhaerent aan het begrip democratie; critiek uitoefenen is óók: aan staatkunde doen, aan politiek. E. d. D. heeft nu de geweldige taak te vervullen om de politiek te zuiveren. Aan de hand van een uitspraak van Prof. Bavink („politiek is een inooie, edele en schier heilige zaak") schetste spr. daarop de machtige beteekenis van de politiek. Op de menschen, die het 't meest „beroerd" hebben, aldus spr., hebben de politieke kwak zalvers veel invloed gehad: de autocraat, de dictator won terrein, zoodat het kernprobleem geworden is: democratie of dictatuur. Spr. verheelde niet, dat er critiek op democratie is, maar men heeft hier te lande tevergeefs gezocht om er corruptie aan te wijzen! Het geval-Stavisky is evenmin een gevolg van de democratie, integendeel het was te danken aan de democratie, dat de corruptie aange toond werd. Van de bekende zegswijze: vrijheid, gelijk heid en broederschap is het vooral het begrip gelijkheid, waarmee verwarring gesticht is. Wij weten allemaal wel, dat niet alle men schen precies gelijk kunnen zijn, het is echter niet het verschillende, maar het overeenkom stige in de menschen, dat ons aantrekt. De waarde van den mensch wordt niet bepaald door het recht van den sterkste (het recht van de kinderkamer), door rang, stand of geboorte, evenmin door het verstand, maar door de mentaliteit, het gevoelsleven. Daarbij is een goed Christen democraat en een goed democraat Christen. Wij zullen nooit onzen knie buigen voor den persoon, die zich uit eigen beweging als filiaalhouder van God op aarde heeft uitgeroepen. Spr. gaf daarna een opsomming van de kostelijke waarden, welke in onze grondwet verankerd liggen, als vrij heid van vergadering, van drukpers, van godsdienst, om daarna tot de uitspraak te komen: Voor ons is de staat het middel om het leven zoo goed mogelijk te maken, hij is echter geen doel! Democratie is verdraagzaamheid. dus eischen wij van den Staat, dat hij verdraag zaamheid en... rechtvaardigheid betracht. Wij wenschen, dat hij een Rechtsstaat blijft, waar een Recht heerscht, waaraan ook de Staat ondergeschikt dient te zijn. Tenslotte maakte spr. een vergelijking tusschen den rechtsstaat Nederland en den machtsstaat Duitschland en betoogde met enkele voorvallen, welke in het Derde Rijk hebben plaats gevonden, dat de keuze van de kiezers ten gunste van de demo cratie moet uitvallen. Laat ons zorgen, dat de fakkel van Vrijheid en Naastenliefde overge dragen wordt aan ons nageslacht, zoo ein digde de heer Weering. Dr. P. H. Ritter spreekt. Dr. P. H. Ritter Jr., die onder applaus zijn spreekbeurt aanving, begon met zijn toehoor ders twee adviezen te geven. Het eerste luid de: stemt niet op de N.S.B. en de Commu nisten en het tweede: Stemt! En wel: ieder op zijn eigen partij. Het advies „stemt" heeft hij gegeven, omdat de verkiezingen anders zullen zijn dan vorige, wijl thans een aanslag welke op het Ned. volk zal worden gedaan, moet worden afgeweerd. Spr. vergeleek de dictatuur met de demo cratie: bij de dictatuur is de staat eigenlijk niet georganiseerd en daar kan het gezag slechts worden gehandhaafd met concentratie kamp, kogel en schavot. De democratie, dat is een vrije samenleving, waarborgt orde. Vrijheid willen wij, omdat zij genoodzaakt is voor brood; wij moeten het hebben van „open deuren". Hier in ons land is de huissleutel Uw bezit, ergens anders is dat niet het geval. Wat de Joden aangaat, wij erkennen, dat de Joodsche intellectueelen veel voor ons land hebben gedaan, dat zij zegen gebracht hebben voor ons land en derhalve zullen wij óók vech ten voor den Jood! Het leidersbeginsel. Aan wien is de leider verantwoordelijk zoo vroeg Dr. Ritter. De N.S.B. erkent in zeer uitzonderlijke gevallen het geweten. De leider is dus aan niemand verantwoordelijk, want het geweten komt tot uiting in de verantwoorde lijkheid, die we aan elkaar te dragen hebben. De democratie nu kent het beginsel der ver antwoordelijkheid, het leidersbeginsel erkent alleen de afhankelijkheid aan den leider. Is het leiderschap historisch gegroeid? Neen, het is gekomen als de koning der kikkers in de bekende fabel van de la Fontaine. Wij heb ben ons evenwicht in ons zelf en hebben geen dictatuur noodig. Sprekende over de werkloosheid, zeide spr., dat de N.S.B. met onjuiste cijfers gewerkt heeft in vergelijkingen met het buitenland, hetgeen hij woekeren noemde met de ellende der werkloozen. Hoe bestrijdt het buitenland de werkloosheid? In Italië maakt men er soldaten van, in Duitschland wordt een ge deelte 1 S. 2 dagen aan het werk gezet en daarna als werklooze afgevoerd, van een an der deel wordt een nieuw leger geformeerd, terwijl het derde deel (de Joden), geweerd wordt. Nederland daarentegen steunt zijn werkloozen en zal dat blijven doen. (Stem uit de zaal: „Plan van den Arbeid". Dr. Ritter risposteerde: Zij, die dit Plan willen ver wezenlijken, mogen bedenken, dat zij dit nooit zullen kunnen doen in een fascistischen staat Vervolgens sprak de heer Ritter over men- schenwaarde. In ons land zien wij niet naar quantitatieve vermeerdering, wel naar quali- tatieve. 't Is onzedelijk een menschelijke per soonlijkheid te verlagen tot een ding. Wij zul len blijven vechten voor behoud van eerbied voor de menschelijke persoonlijkheid, die ver trapt wordt door de dictatuur. Aan het slot van zijn enthousiast betoog wijdde spr. eenige woorden aan het begrip Volkseenheid. Haat en verdeeldheid is nooit zoo aangeblazen geworden als thans het ge val is. Ondanks alle politieke verschillen, die in ons land zijn, kunnen wij zeggen, dat hier een volkseenheid is. „Ik voel mij temidden van die eenheid en U moet mg zien als iemand, die uit de massa is opgestaan om te zeggen, wat we allen meenen. Wg moeten handhaven onze rijkdom van cultuur, onze vrijheid en onafhankelijkheid". Dr. J. Leopold Siemens aan het woord. Na de pauze, tijdens de welke zich 32 nieu we leden voor E.d.D. opgaven, kwam Dr. J. Leopold Siemens uitt Amsterdam aan het woord met het onderwerp: De beteekenis van de Democratie voor het Nederlandsche Volk. Spr., die dokter is, heeft intuitief in zich het verzet gekregen, omdat hij de rechten, (2) Zg was zoo in de lectuur ervan verdiept, dat zg niet eens bemerkte, dat Mersheim de con ferentie sloot en de collega's de kamer ver lieten. Toen zij opkeek, bevond zij zich met Mersheim alleen in het vertrek. Esther Ra- leigh stond haastig op om de anderen te vol gen, maar bleef dicht bij de deur weder staan en keerde zich om naar den hoofdredacteur. „Tot nu toe heb ik in deze zaak nog niets geprobeerd, mijnheel Mersheim. Zou u mij willen toestaan een poging te doen om bij den heer Werler toegelaten te worden?" Mersheim haalde de schouders op en keek zijn volontaire eens aan. „Het is nauwelijks mogelijk, dat u gelukken zal, wat uw collega's mislukte, maar ik heb er natuurlijk niets tegen, dat u het ook eens probeert. Ik moet er u echter opmerkzaam op maken, dat alles, wat u onderneemt, van uzelf uitgaat en ons tot niets bindt. De wijze, waarop u inlichtingen verkrijgt, interesseert mij nooit. U hebt het telegram ook gelezen, dus ziet u maar eens, wat u ervan kunt ma ken. Ik heb er geen vermoeden van, of het te doen is om de samenwerking van een Duitseh- Amerikaansch concern voor te bereiden, of dat het misschien slechts om contracten gaat, die de Amerikaan in Duitschland wenscht af te sluiten. Het telegram is totaal onverstaan baar." Mersheim ondernam zijn wandeling door de kamer. Esther voelde, dat het onderhoud af- geloopen was en verliet het vertrek, het afschrift van het telegram nog in de hand. Snel ging zij naar haar eigen kamer en be gon daar te overleggen op welke wijze zij Werler zou kunnen bereiken en, waar het vooral op aan kwam, hoe zij het zou moeten aanleggen om hem te kunnen interviewen. Een openlijk optreden was natuurlijk uitge sloten en alle hotelbedienden en andere lieden, die met hem in aanraking kwamen, hadden haar toch niets bijzonders kunnen vertellen, wat ook begrijpelijk genoeg was. Het scheen wel, dat niemand er aan gedacht had, dat deze menschen ook niet geschikt waren om van een of andere gelegenheid, die zich misschien voordeed, gebruik te maken. Na nog even nagedacht te hebben, sprong Esther plotse ling op, kleedde zich haastig aan en verliet het gebouw. De eigenaar van den eleganten coiffeurs salon onmiddellijk naast het Xaiserhof was eerst wel erg verbaasd, toen juffrouw Raleigh hem haar verzoek voorlegde. Hij opperde zekere, niet ongegronde bezwaren, maar gaf toch eindelijk toe, nadat de jonge dame hem een aanschouwelijk bewijs van haar bedreven heid gegeven had. Den volgenden morgen ontbood mister Werler door zijn secretaris evenals iederen dag de manicure en hg was niet erg verwon derd een andere dame te zien binnentreden dan die, welke hem de vorige dagen bediend had. Hei jonge meisje nam plaats en begon haar arbeid aan de krachtige, eenigszins brutale handen van den Amerikaan. De secre taris, die eerst ook in de kamer geweest was, was met enkele orders vertrokken en Esther begon, gewapend met een aantal spitse en snijdende instrumentjes, het moeilijke verhoor van len steenkolenkoning. Zij begon met een zeer onschuldige opmerking over het weder en vroeg toen aan Mr. Werler of hij Berlijn goed kende. De gevraagde bromde iets en had kennelijk weinig lust om een gesprek met de manicure te beginnen. Esther Raleigh greep vastgelegd in de grondwet, als een persoon lijk bezit beschouwt, dat hem dreigt ontnomen ite worden door de N.S.B. Willem van Oranje zeide reeds: Zonder vrijheid heeft ons land geen toekomst en deze spreuk is het, welke we willen stellen tegenover de spreuk van Mussert. Uitvoerig wijst spr. op de rechten, welke ons volk in de toekomst de grondwet verankerd vindt. Ons land is een democratisch regeerd land, geadeld door de monarchie, be lichaamd in het Huis van Oranje, dat te allen tijde de hoeder is geweest van onze cultuur waarde. De Koningin heeft het Zelf nog zoo nadrukkelijk gezegd: Wij zullen in alles Ons zelf blijven! Wij eischen van den Staat: een vrije ont wikkeling van de persoonlijkheid en zorgen voor een menschwaardig bestaan van zijn be woners. Een volk is gelukkig als daar is vrede naar binnen en naar buiten en gezondheid. In den breede heeft Dr. Siemens daarop betoogd, dat deze voorwaarden door onzen Staat ver vuld worden. Wij staan op het standpunt, dat aan den Staat den zelfden eisch moet worden gesteld als aan een fatsoenlijk mensch. Een „zwarte" spil gaat door Europa van Italië tot aan de Oostzee: dat wil zeggen, dat de West Europeesche cultuur ophoudt aan de Oost kust van ons Vaderland. Wat de Volksgezond heid aangaat, het is aan onze democratische regeeringsvorm te danken, dat het begrip en inzicht in de verzorging van lichaam en geest, bij het Ned. Volk is verbreid in al zijn ge ledingen, zoodat er in de laatste 40 jaren een aanmerkelijk accrès in de volksgezondheid te constateeren viel. Men verwijt de dem. regee ringsvorm, dat de wetgeving er niet altijd even vlug gaat, maar dat wijst er toch op, dat er behoorlijk overleg is en dat er geen sprake is van een bepaald overwicht van een bepaalde partij. Wij beschouwen de N.S.B.-ers als afge- dwaalden, wij haten hen niet en verachten hen niet en verwachten, dat ze zullen terug komen als hun kennis is verrijkt, de teleur stelling gekomen en zij inzicht hebben gekre gen in de historie van ons land, waar de demo cratie gegroeid is. Het gevaar voor de demo cratie is bij onszelf, in ons karakter. Wg moeten ons tot taak stellen om in volk en politieke partijen uit te dragen het hoogste wat er is: het beginsel. In verdediging van ons geestelijk bezit vraagt de inzet van den geheelen persoon, wij moeten met z'n allen een dijk opwerpen tegen den storm, welke woedt aan onze Oostgrens. Wij moeten daar bij gedachtig zijn aan de spreuk van Willem van Oranje: zonder vrijheid heeft ons volk geen toekomst! Zoowel de rede van Dr. Leopold Siemens, j maar vooral ook die van de beide voorgaande sprekers, werd herhaaldelijk onderbroken door instemmend applaus. De vergadering had een volkomen normaal verloop en er viel een en thousiaste stemming bij de meeste aanwezigen te constateeren. Het tooneel was op fraaie wijze versierd door de heeren Kool en v. d. Poll. Aan het einde van de vergadering, welke o.m. bezocht werd door burgemeester Rit meester, sprak de heer Van Hasselt nog een kort propagandistisch woord, waarin hij o.m. zeide, dat de N.S.B. aan het aftakelen is en dat E.d.D. niet eerder rusten zal, totdat deze beweging heelemaal afgetakeld zal zijn, gelijk de Molenstraat des Zaterdagsavonds na het afbreken van de markt. Wij gaan voor de democratie ten strijde, aldus besloot- de heer Van Hasselt, en zullen overwinnen. *n Trapper. <lie nooit liikt. daar beb Je wat aan N V «UWieuiNDUSTRie j WERV/EN 4 Mei 1937. BEVALLEN: J. J. Vermaat—-Kemp, d. H. H. P. KwastSerano, z. J. M. Brand—Spigt, d. C. J. MulderKater, d. OVERLEDEN: J. M. Blaak, (m), 46 jaar. DAT LOOPT GOED AF r j^- DAT WEKKERKLOKJE VAN aen Helö&r Horlogerie Suisse. De heer Verstegen vertelt uit de geschiedenis, naar aanleiding van het 10-jarig bestaan. Gisteravond heeft in de bovenzaal van het Kegelhuis een vergadering plaatsgevonden van koopers aan en aandeelhouders van de stichting Heldersche Eierveilng, naar aanlei ding van het feit, dat genoemde Stichting eenigen tijd geleden 10 jaar bestaan had. De opkomst was bevredigend. Nadat de voorzitter, de heer Verstegen, een woord van welkom tot de aanwezigen gespro ken had en medegedeeld, dat de heer W. de Boer nog steeds niet in zooverre hersteld is, dat hij aan deze vergadering had kunnen deel nemen, geeft hij in vogelvlucht een overzicht van de geschiedenis van de Stichting. Het begin. Het was ongeveer in de helft van Januari j.h, dat het 10 jaar geleden is, dat de plaat selijke Economische Commissie de veiling in handen nam, welke reeds in die dagen geadmi- nistrateerd werd door den heer Hasselaar. Het begin van deze veiling was niet zorgen vrij... integendeel, en van het eerste domicilie was men al spoedig genoodzaakt te vertrekken naar een onderdakje in de Oostslootstraat en vandaar na eenigen tijd weder naar de ge meentelijke Bouwzaal. Het waren zéér moeilijke tijden en om het hoofd boven water te houden was een pres tatie, die men niet gering moet achten. Het eenige bezit, waarop de veiling zich in dL dagen beroemen kon was... een partij kisten. Meer niet! Groei. Evenwel, langzamerhand viel er toch een zekere groei te bespeuren, niet in het minst door de protectie, die de Veiling ondervond, zoowel van de zijde der Economische Commis sie als van die van het Gemeentebestuur. Beide instanties zagen zeer juist in, dat een dergelijke veiling een plaatselijk economisch belang beteekende. Hoewel het getal eieren, dat in die dagen aangevoerd werd, reeds vrij aardig was, ver dween alle winst toch in de zakken van trans porteurs, hetgeen uit den aard der zaak een onhoudbare toestand was. Al spoedig kwam hierin dan ook verandering. De Bouwzaal werd inmiddels weer te klein en wijlen burgemeester Driessen wist te be werken, dat spr. een vergadering bg woonde van B. en W., benevens den directeur van Gemeentewerken. Het doel was tot een nieuw gebouw te ko men, doch deze vergadering mocht geen suc ces boeken. Gelukkig bracht een actie van spr. met den heer London, op Wieringen meer resultaat. Hier werd een kern gevormd, zij het niet zon der groote moeite en leek alles eenigszins rooskleuriger te worden. Helaas... toen kwam de mededeeling, dat men de Bouwzaal had te verlaten en d i t was de stoot, die gegeven werd aan de opdracht aan architect Sok, die in opdracht van spr. binnen 2 maal 24 uur een teekening had te vervaaridgen van een nieuw gebouw, hetwelk begroot werd op 5.000, Helaas... ook dit ging niet door en de zaak leek er slechter dan ooit voor te staan. Men verhuisde naar de Hoogstraat, in een soort magazijntje achter de bakkerij van den heer Hemelvaartsdag Geref. Kerk. (Julianapark). 's Morgens 10 uur, Ds. Tollenaar Geref. Kerk (Rehoboth-Kerk). Geen dienst. Oud Geref. Kerk (Hoogstraat). 's Morgens 10 uur, Leesdienst. Chr. Geref. Kerk (Steengracht). 's Morgens 10 uur, de heer J. Rebel Herst. Evang. Luth. Gem. (Weezenstr.). 's Morgens 10.30 uur, Ds. W. J. F. Meiners Evangelisatie (Palmstraat). 's Morgens 10 uur, Ds. G. J, Waardenburg van Haarlem. Evangeliesatiegebouw, Vijzelstraat: 's Avonds 8 uur, samenkomst Elte, (waar men bij regen wegdreef!) en juist toen men begon te wanhopen, kwam de heer Govers met het aanbod een bedrag ter beschikking te stellen, mits jiet te bouwen pand een kleine overwaarde zou bezitten. Er komt een Stichting, Het voorstel werd natuurlijk aangenomen, doch voor een en ander was rechtspersoonlijk heid noodzakelijk en zoodoende werd een Stichting gevormd. Het gebouw kwam in de Palmstraat, en hoewel in den eersten tijd ieder aandeel der inteekenaars slechts een fictieve waarde bezat, werd dit aldra anders. Nu eerst begon de zon voor de Stichting te schijnen. Steeds werden de aanvoeren grooter en ongetwijfeld zouden de winsten in gelijke mate gestegen zijn, was de eierprgs in die jaren niet zoo gedaald. Safe geld. Aangezien men nog steeds de beschikking heeft over een gemeentelijke subsidie, mag men geen uitkeering van dividend geven, doek dit hoopt men zeer zeker over enkele jaren te doen. En dan tevens over de voorgaande jaren. De gelden, door aandeelhouders geschonken, hadden dus wel degelijk hun rente opgebracht, afgezien van het feit, dat de inschrijvers een buitengewoon nuttig werk met hun hulp heb ben helpen tot stand te brengen. Na dit overzicht van den heer Verstegen wordt een korte pauze gehouden, waarna nog gelegenheid gegeven wordt tot het houden van een gedachtenwisseling. Voor den Luchtwachtdienst, een dienst die op het oogenblik - zeker in de belangstelling van de burgerij staat, kunnen, door reorga nisatie, eenige vrijwilligers worden aange nomen. Een goed werkende luchtwachtpost heeft, wanneer gevaren uit de lucht dreigen, een belangrijk aandeel in de beveiliging van de stad. Over het doel en de dienstregeling van de Luchtwachtpost, hoopt Vrijdag 14 Mei, de reserve le luit. voor speciale diensten van het Vrijwillige Landstormkorps Luchtwacht dienst, G. Woltman, te spreken in de trouw zaal van het Raadhuis, 's avonds 8 uur. De verbintenis als vrijwilliger wordt aange- zijn van militairen dienst, niet afgekeurd en niet ouder dan 40 jaar. De verbintenis als vrijwillige wordt aange gaan voor een jaar en wordt, zonder opzeg ging, telkens stilzwijgend met een jaar ver lengd. Allen die dus interesse hebben voor dezen dienst houden dien avond vrij. Bizonderheden betreffende aanmelding vindt men in een advertentie in dit nummer. de huidschaar, die zij juist hanteerde, steviger vast .1 ging tot den aanval over. „De Tier-arten zou wel heerlijk zijn, niet waar, mister Werler, als er niet zooveel rat ten waren." Mr. Werler werd opmerkzaam en nam het jonge meisje eens wat beter op, dat echter juist het hoofd gebogen had, omdat zij haar volle aandacht aan het bewerken van zijn hand moet wijden. „Ratteft interesseeren mij niet, kindlief. Maar hoe kwam u daar zoo op?" Het jonge meisje keek hem met een open blik aan, onderbrak haar werk en nam uit een zakje van haar blouse een verkreukeld stukje papier, dat zg den Amerikaan over handigde. „Iemand uit het hotel heeft dit verloren. Ik vond het, en u zult wel begrjjpen dat ik het las." „U spreekt dus Engelsch?" „Een weinig." „Hm, zeer interessant. En nu zou u zeker graag weten, wat dit telegram beteekent, nietwaar?" Mister Werler keek Esther, die zgn blik lijdzaam verduurde, doordringend aan. Einde lijk begon hij te lachen en vroeg toen zonder overgang en wel eenigszins ontstellend voor Esther: „Voor welke courant komt u, jufrouw eh?" „Esther Raleigh, voor de „Welt"." „Zoo, zoo. Prachtig. En bent u zelf op dit idee gekomen?" „Het lag voor de hand, nietwaar? En ik heb wel gehoord, dat sommige Amerikaansche journalisten nog wel heel andere wegen bewandelen om hun interviews machtig te worden." Werler lachte luid en bekeek zgn door Esther Raleigh gepolijste nagels. „U bent een uitstekende manicure en ook schijnt u een natuurlijke gave voor de jour nalistiek te bezitten. Uw naam bent u in Duitschland geboren?" „Mijn vader was een Engelschman. Hij moest om politieke redenen het land verlaten. Ik ben in Duitschland geboren. Maar dat is voor u wel niet van belang en ik zou u dank baar zijn, als u mij ondanks uw stellig zeer gemotiveerden afkeer van dergelijke gesprek ken, enkele gegevens over het doel van uw bezoek aan Berlijn zou willen geven." De Amerikaan stond langzaam op en ver zocht Esther, die nog steeds op een tabouret tegenover hem zat, een gemakkelijken stoel te nemen. Hij bedacht zich enkele oogenblik- ken voor hij opnieuw het woord tot zijn be zoekster richtte. „Het doen van vertrouwelijke mededeelin- gen aan een journalist is ongeveer hetzelfde als een visch het zwemmen te verbieden. Heb ik gelijk?" „Dat hangt er van af, mister Werler. Wan neer het gevaar bestaat, dat door al te groote beslotenheid allerlei veronderstellingen op duiken, die men niet kan tegenspreken, is het misschien toch beter enkele vertrouwelijke aanduidingen te geven, die een blad als de „Welt" in staat stellen krachtig stelling te nemen tegen onzinnige beweringen." De millionair liep naar een klein tafeltje, stopte zeer zorgvuldig en omslachtig zijn pijp en bood Esther, die hem met kloppend hard gadesloeg, sigaretten aan. Zij bediende zich en toen de secretaris van den Amerikaan tien minuten later de kamer binnenkwam, zette hij een onbeschrijfelijk dom gezicht. Daar za ten zijn patroon en de manicure bij elkaar te rooken en kennelijk verdiept in een zeer °-e- animeerd gesprek. Mr. Werler sprak, zooals den secretaris reeds na vijf wooi den duidelijk was, over een onder deel der zaken, waaromtrent hij elke mede deeling aan onbevoegden tot nu toe allerpijn lijkst vermeden had. En de manicure hield een kleine blocnote in de hand, waar zg ongetwij feld aanteekeningen op maakte. Werler wenkte zgn secretaris naderbij en stelde hem miss Raleigh van de „Welt" voor Zij spraken nog eenige oo»eüt,>Ul1;ivli met hun drieën door en toen nam Esther afscheid, pakte haar manicuregereedschappen in en verliet het appartement van den heer Werler. Zij stormde de trappen af, gaf den coiffeur zijn eigendommen terug, wierp zich in den auto en stond vijf minuten later voor Burg in het redactiekantoor, om hem het eerst haar succes mede te deelen. De oude Burg straalde even van harte gemeend als zij en stuurde haar dadelijk naar Mersheim, om den hoofdredac teur van haar vertrouwelijke interview op de hoogte te gaan stellen. Mersheim hoorde haar zonder een woord te zeggen aan, maar schud de haar, toen zij uitgesproken was, met zicht bare vreugde de hand en verzocht haar zich van datzelfde oogenblik af als mederedactrice van het blad te beschouwen. Hij beloofde haar mededeelingen natuurlijk precies zoo te zul len behandelen, als zij verstrekt waren, na melijk als een streng vertrouwelijke informa tie, maar hij verzekerde haar meteen hoe bui tengewoon belangrijk de kennis der zaken voor hem was, die Werler aan juffrouw Raleigh had toevertrouwd. Het eenige, waar over de Amerikaan zich niet had willen uiten, was de beteekenis van dat telegram aan de West-Indische Rubber Co. geweest, maar dit punt had, vergeleken bij den inhoud van het interview, niet veel te beduiden. Van dit oogenblik af was Esther's positie onder het personeel merkbaar verandeid- Zoodra men bemerkte, hoe de hoofdredacteur zich tegenover haar gedroeg, kwam men haar met een stil, hoewel eenigszins wangunst'g respect tegemoet en door dezen vooruitgang voelde zij ook weder haar krachten toenemen. Koener en vooral zelfverzekerder dan vroeger hield zij gesprekken met politici, afdeelings- chefs van verschillende ministeries, vooraan staande persoonlijkheden uit de industrie en den handel, en leerde hier de opdringerigheden af te weren en ginds afwijzingen glimlachen te aanvaarden, om later toch weer terug komen. Zij bemerkte reeds zeer spoedig, da zij geen gemakkelijk beroep gekozen had. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 6