Engeland's oorlogshaven in het Verre Oosten De ramp der „Van der Wijck' i5iEsr/| Kinderherstellings- en Vacantiekolonies Het breibedrijf te Enkhuizen Verbetering van den Rijks- steun bepleit ROMAN VAN MOED EN VOLHARDING. Na 16 jaar harden arbeid zijn de vesting- en dokwerken van Singa pore gereed gekomen De Engelsche invloed, die in het Verre Oosten door die van Japan dreigt te worden overheerscht, zal door deze sterke haven in groote mate bekrachtigd worden. Singapore zal voortaan een belangrijk punt in de wereldpolitiek vormen. Onlangs vonden in Singapore en Hongkong groote Engelsche manoeuvres plaats, waar aan alle in het Verre Oosten gestationneerde Britsche zee-, lucht- en landstrijdkrachten, versterkt door troepen en vliegtuigeskaders uit Britsch-Indië en Mesopothamië, deelna men. Deze manoeuvres waren om zoo te zeg gen „de proef op de som" voor Singapore, waarvan de voltooiing tot de sterkste vesting van het Britsche Rijk, onlangs na een tijd van zestien jaren beëindigd is. De uitbreiding van deze wereld-handels stad Singapore tot een moderne oorlogsha ven, die in geval van nood de geheele oor logsvloot van Groot-Brittannië zou kunnen opnemen en er op ingericht is, de heerschen- de positie van Engeland in Britsch-Indië, Australië en op de eilanden te beveiligen, heeft de ingenieurs van de Engelsche admi raliteit voor ongekende moeilijkheden ge plaatst. „Een roman van moed en volharding" zou men dit harde worstelen van de Engelschen in de door koorts geplaagde moerassige stre ken van de tropische jungles kunnen noe men; alles verzonk er in 't niet en tenslotte moest er een paalwerk uit. staal over een lengte van 50.000 meter, 30 meter diep in de aarde geramd worden om een fundament te verkrijgen voor de zware vestingwerken. Tot de meest geweldige prestaties van deze bouwwerken behoort de grootsche ce- mentconstructie van het droogdok. Het ge heel wordt ingesloten door graniet uit Jo- hore. En graniet uit Schotland, dat door de beitels van de Schotsche arbeiders met wis kundige nauwkeurigheid bewerkt is, sluit de plaatsen aan elkaar, waar de reuzenvormen van het bouwwerk als het ware als fijne instrumenten in elkaar passen Van boven af gezien, heeft het dok een verbluffende over eenkomst met de prachtige lijnen van het Colosseum. De gesteldheid van de omringen de grondsoorten maakte het noodzakelijk, dat men bijzondere zorgen wijdde aan de sterkte van de massieve wanden, om hen ge noeg weerstand te verschaffen, wanneer het dok met water gevuld is. Daarom ook moest het fundament, dat onder den bodem van het dok nog 80 voet diep in den grond zit, buitengewoon sterk gemaakt worden, om het kolossale gewicht te kunnen verdragen. En om weerstand te bieden aan de geweldi ge regens, die in dit klimaat vaak den om vang van wolkbreuken aannemen heeft men bijzondere pomp-installaties aangelegd. An ders zouden de arbeiders, die onder aan den bodem van een in het dok liggend schip werkten, eenvoudig verdrinken. Geen tegen woordig bestaand schip is zoo groot, dat 't het dok geheel zou vullen. De „Queen Mary" misschien wel, maar dan zou er toch nog genoeg ruimte overblijven. Een vestingbouwwerk dat zulke geweldi ge kosten met zich meebrengt en zooveel tijd in beslag neemt, is alleen dan ge rechtvaardigd, wanneer groote belangen van een wereldrijk op het spel staan. Deze veronderstelling geldt in dit geval van Singapore voor Engeland. Voor den wereldoorlog was Engeland vriendschap pelijk met Japan verbonden, maar intus- schen zijn de betrekkingen tusschen deze beide landen sterk veranderd. De wereld oorlog bood aan Japan ongedachte moge lijkheden, en het Eilandenrijk heeft dien tijd dan ook nuttig gebruikt. Alle groote mogendheden, die tot dien tijd in Oost- Azië een belangrijk woord meegesproken hadden, waren in Europa in den strijd ge wikkeld. Japan bleef toen als eenige groote strijdmacht in het Verre Oosten over. Het breidde zijn invloed en handel geweldig uit, en toen de verzwakte groote mogend heden na den oorlog in den Grooten Oce aan terugkeerden, stond de krachtige groo te mogendheid Japan aan den drempel van Azië en maakte aanspraak op het toezicht over Azië. Daardoor werden de voormalige bond- genooten Engeland en Japan mededingers. Het verbond werd in 1921 beëindigd, en op hetzelfde oogenblik begon Engeland, Sin gapore tot een vesting uit te breiden, om van hier uit in geval van nood, zijn be zittingen in Britsch-Indië, Australië en China te verdedigen. Singapore beheerscht de geheele door vaart tusschen den Indischen en den Groo ten Oceaan vanaf het Engelsche Hongkong tot Australië. Hoe belangrijk voor vele vol ken deze doortocht is, blijkt o.a. wel uit het feit, dat ongeveer de helft van den Japan- schen handel daar langs gaat, zoodat een eventueele afsluiting van deze belangrijke wereld-verkeersweg voor Japan ongekende gevolgen zou hebben. Het doordringen van Japan in de eilan denwereld van de Zuidzee gaat vreedzaam en stil en is niet tegen te houden. De Ja panners beschikken over uitstekende kolo nisatie-methodes, waardoor zij steeds verder in de koloniale wereld van Engeland en Nederland doordringen. De Engelschen en ook de Nederlanders kunnen daartegen niet veel doen. Daarom heeft Engeland thans Singapore tot de vlootbasis in het Verre Oosten gemaakt, waarop de Britsche ko loniale wereld jaren lang gewacht heeft. De machtsverhoudingen krijgen daardoor in het Oosten een geheel ander aanzicht, waarvan de gevolgen nog maar niet zoo te overzien zijn. Gelegen op den grens tusschen den In dischen en den Grooten Oceaan, door de moderne techniek tot een zeevesting van den eersten rang gemaakt, en voorbestemd om de belangen van het Britsche rijk te verdedigen, vormt Singapore voortaan een punt in de wereldpolitiek, dat de al- gemeene aandacht verdient. Onachtzaamheid htj het tech nisch personeel. Water door de patrijspoorten binnengeloo- pen? De Raad voor de Scheepvaart te Batavia zette Woensdag het onderzoek naar de ramp van de „Van der Wijck" voort. De tweede werktuigkundige, de heer van Overstraten, legt uit, hoe het hem, toen hij wakker geworden was, opviel, dat het schip onder zeer groote helling lag. Hij overwoog dat het eenige, wat nog te doen stond, het uitwerpen van lading was. Toen hij op weg was naar de brug, naar den gezagvoerder, zonk het schip.. Op de vraag of hij, na afloop van zijn wacht, de tank voor het voedingwater had gepeild, antwoordde de getuige ontkennend, hetgeen een der leden van den Raad een verzuim acht. Getuige had hier zijn onder geschikten opmerkzaam op moeten maken. Een ander lid van den Raad stelt de vraag, waarom tank 3 de reservetank die anders altijd vol was, desnoods niet met zeewater was gevuld, om het schip gewicht te geven. De deskundige van den Raad, Ir. Witte, vraagt aan getuige of de hoofdwerktuigkun dige op de hoogte was met de methode om beurtelings uit de tank aan stuurboord en aan bakl>oord olie te stoken, en wel, bij stil liggen om de vier uur, en bij varen om de twee uur. Getuige kon dit niet zeggen, en evenmin of hiervan wel eens werd afgeweken. De volgende getuige, de werktuigkundige Bax komt nu voor. Tot kwart voor tien is badwater gepompt van stuurboord, aldus de voorz. en drie ton voedingswater en acht ton olie ook van stuurboord. Toch lag het schip nog over stuurboord. Wanneer vindt U het dan eigen lijk noodig om Uw chef te waarschuwen? U had dit om tien uur moeten doen; al was het alleen omdat de oliepomp toen niet op bakboord werd overgezet. Het had U ook wel in de gedachten kunnen komen, dat het schip eens, terwijl het in dok was, is scheef gevallen bij het pompen van olie." Getuige zegt hierop, dat hij op het belang hiervan tijdens het wacht doen geen acht had geslagen, daar de helling overigens zeer gering was; De getuigen van Overstraten en Bax moe ten er door den voorzitter meerdere malen op gewezen worden, dat zij onder eede ston den en geen halve antwoorden dienden te geven. De volgende getuige, de heer Gevsserif in specteerde in het dok de machinekamer tank, welke toen open is geweest. Hij weet zeker, dat de proppen er weer zijn ingezet voor het verlaten van het dok. Hij nam de wacht van den heer Bax over, waarbij ge meld werd: „Alles in orde", terwijl gestookt werd aan stuurboord, hetgeen echter niet reeds vier uur het geval was. Getuige verklaart, dat hij geen bepaalde manipulaties met kleppen of afsluiters ver richtte. Hij besloot hij de'hand'te blijven, daar hij de helling grooter zag -worden. Toen hij naar beneden ging, hoorde ge tuige kisten in het kuildek omvallen, waar van hij door de spreekbuis kennis gaf aan de brug. DE DRIE MUSKETIERS 143. NAUWELIJKS EEN HALF UUR. „Ik heb geen andere dan deze", zeide de waard. „Dat is goed", zei de kardinaal, gaat hier binnen heeren en wacht op mij. Het duurt hoogstens een half uur". En terwijl de musketiers de zaal binnen traden, ging de kardinaal, zonder een enkele vraag te stellen, de trap op als ie mand wien men niet den weg behoeft te wijzen. „Wien zou dat bezoek wel gelden?" vroe gen de musketiers elkaar, maar omdat nie mand daar antwoord op kon geven, riep Porthos den waard en vroeg om dobbel- steenen. Porthos en Aramis gingen aan tafel zit ten en begonnen te spelen. Athos wandelde heen en weer en dacht na. Bij dit geijsbeer kwam hij telkens voorbij een stuk kachel pijp, dat nog niet was verwijderd. r in ge (e* 144. STILTE! De pijp kwam blijkbaar uit in de boven het vertrek liggende kamer, want Athos hoorde, telkens als hij voorbijging een ge mompel, dat hem na eenigen tijd nieuws gierig maakte. Hij ging voer de opening van de pijp staan en hoorde nu duidelijk eenige woor den, welke hem van beteekenis schenen. Hij gaf daarom zijn vrienden een teeken, stil te zijn en kon nu het zeer interessante gesprek volgen. „Luister, mylady", hoorde hij den kardi naal zeggen, „de zaak is van het hoogste belang, ga dus even zitten. We moeten eens even praten!" „Mylady"! luisterde Athos zijn kamera den toe. „Ik ben een en al oor!" antwoordde een vrouwenstem, welke den musketiers deed sidderen. „Een klein vaartuig met Engelsche be manning, waarvan de kapitein mij toege wijd is, wacht u aan den mond der Cha- rente, bij het fort La Pointe. Het zal mor genochtend bij het krieken van den dag onder zeil gaan." „Ik moet mij daar dus vannacht nog heen begeven," ZATERDAG 8 MEI 1936. Hilversum I. 8.009.15 en 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstig halfuur. 12.00 Berichten. 12.15 De KRO-Melodisten m.m.v. solist. 1.00 Gramofoonmuziek, Duivensportnieuws. 1.15 KRO-orkrest. 2.00 Voor de rijpere jeugd. 2.30 KRO-orkest. 3.00 Kinderuur. 4.00 Gramofoonmuziek. 4.20 Concert uit Boedapest. 5.10 Gramofoonmuziek. 5.30 Esperanto-nieuws. 5.45 Voor Katholieke Padvinders. 6.15 Gramofoonmuziek. 6.20 Journalistiek weekoverzicht. 6.45 Gramofoonmuziek. 7.00 Berichten. 7.15 Toespraken namens de Nationale R.K. Commissie voor Jeugdwerkeloozenzorg. 7.35 Actueele aetherflitsen. 8.00 Berichten ANP. Mededeelingen. 8.15 Overpeinzing met muzika.e omlijsting. 8.35 KRO-Orkest. 9.00 Revue-programma, m.m.v. solisten en de KRO-Boys. 10.00 De KRO-Melodisten m.m.v. solist. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Filmpraatje. 10.5512.00 Gramofoonmuziek. Hilversum H. VARA-uitzending. 10.0010.20 v.m. VPRO, 7,308.30 VPRO. 8.00 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Bont programma (gr.pl.) en gram.pl. 12.001.45 Gramofoonmuziek. 2.00 Filmpraatje. 2.15 Gramofoonmuziek. 3.15 Schaakpraatje. 3.30 Pianovoordracht. 4.00 „Voor levensvreugde en zonneschijn", causerie. 4.20 Utrechtsch Ensemble voor oude muziek, 4.45 Toespraak. 5.00 Gevarieerd programma. 5.40 Literaire causerie. 6.00 Orgelspel. 6.30 „De Wielewaal" en toespraak. 7.05 Filmland. 7.30 „Van Evangelie tot Gemeente", causerie, 8.00 Herhaling SOS-Ber. 8.03 Berichten ANP, VARA-Varia. 8.15 Bonte avond. 9.35 Declamatie. 9.55 Gramofoonmuziek. 10.00 Berichten ANP. 10.05 Vervolg bonte avond. 10.45 Sportreportage. 11.00 Vervolg bont programma. 11.30 Berichten. 11.3512.00 Gramofoonmuziek. Op de stookplaats zag hij de peil- glazen aan bakboord bijna leeg en die aan stuurboord geheel gevuld. Hierop zond hij den vijfden werk tuigkundige, den heer Lolkema, naar den hoofdwerktuigkundige. De voorzitter van den Raad con stateert, dat dit voor hem een be wijs is, dat de helling, even na half één des nachts, belangrijk grooter is geworden. Te circa tien voor één, zoo vervolgt getui ge, werden de machines, op order van de brug, gestopt, waarop getuige naar boven ging om de groote sluis van den oliebunker te openen. Hierbij waadde hij in den dienst gang aan stuurboord reeds tot zijn knieën in 't water. Vervolgens wordt de becedigde verklaring voorgelezen van den vijfden werktuigkun dige, den heer Lolkema (thans elders werk zaam), waaruit blijkt, dat deze niets afwist van een order om elke twee uur de pompen op een andere tank over te zetten. Getuige-deskundige Jhr. van Teuten komt tot de conclusie: „Het is mijn persoonlijke overtuiging, dat zeer waarschijnlijk open pa trijspoorten water moeten hebben geschept in de uren na het vertrek van Soerabaja. Gedurende die periode moeten aanzienlijke hoeveelheden naar binnen zijn gekomen". Getuige-deskundige acht de mogelijkheid van lekke pijpen uitgesloten. De volgende zitting zal 10 Mei plaats heb ben. „Kerdijk" te Egmond aan Zee geheel verbouwd. Schitteren de resultaten der verpleging. Het jaarverslag van het Centraal Genoot schap over 1936 is verschenen. Behalve de balans, die in het debet en credit een totaal aanwijst van f 865.656.23, bevat het de winst- en verliesrekening en exploitatiestatcn voorzien van toelichtingen van den penningmeester, Mr. Th. Limperg. De begrooting voor 1937 taxeert een aantal verpleegdagen van 288000. Het nadeelig sal do wordt berekend op f 21200, te dekken door de opbrengst van weldadigheidszegels, een bijdrage uit de kapitaaldienst en door vrijwillige bijdragen en legaten. Woorden van dank en weemoedige herin nering worden gewijd aan den overleden penningmeester, den heer Th. M. Ketelaar, wiens beeltenis in het verslag is opgeno men, evenals een plaat van Joh. Braaken- siek, hem voorstellende als de fluitspeler van Hameln, die de kinderen naar het ko loniehuis lokt. De aandacht trekt een grafiek omtrent de bezetting der huizen. De toelichting daarbij doet uitkomen, dat de verpleegprijs nog be langrijk zou kunnen dalen, indien de elf ko loniehuizen het heele jaar door alle vol be zet waren. Dit is in het verslagjaar niet mo gelijk gebleken. De gedaalde inkomsten der afdeelingen blijken de kinderuitzending na- deelig te hebben beinvloed. Voorts leverde de voorziening der kleeren stijgende moei lijkheden voor de uitzending op, daar de ouders veelal niet meer in staat waren ge noegzaam kleeren mede te geven. In ver band hiermede wordt met voldoening ge wag gemaakt van het mooie voorbeeld, dat de provincie Noord-Holland gaf, door het verleenen van een subsidie voor kleeding- voorziening. De voorgenomen reorganisatie voltrok zich in het voorjaar van 1936. Een nieuwe directeur en geneeskundig inspecteur kwa men in dienst, het kantoor werd te Amster dam gecentraliseerd. Een belangrijke verbouwing werd aangevangen in het Koloniehuis Ker dijk te Egmond aan Zee, dat geheel voor de verpleging van zwakkere kinderen, die meer individueele ver zorging noodig hebben, wordt inge, richt. Van de kinderen, die op verzoek der ouders de kerk bezochten, behoorden 42 proeent tot de hervormde, 39 procent tot de katholieke en 19 procent tot de gereformeer de kerk. Het verslag van den geneeskundigen In specteur bevat vele belangrijke medische ge-" gevens. Na zeven maanden dienst bij het genootschap zegt hij, dat het hem van het hart moet, dat de eerste algemeene indruk ken van de resultaten van de verpleging hem verbijsterd hebben. Aan dergelijke re sultaten zou hij, voordat hij ze met eigen oogen aanschouwde, niet hebben kunnen ge- looven. Niet alleen gewichtstoename, maar speciaal de verbetering van het geheele uiterlijk, van den spanningtoestand van de spieren en daardoor van de houding en ac tie, van den toestand van de huid der kin deren heeft hem na afloop van elke ver- pleegperiode zeer getroffen, evenals de ge. moedstoestand van vele kinderen; zij wa ren vroolijker, meer spontaan en open voor indrukken, meer actief, van lichaam en geest geworden. Het aantal verpleegdagen bedroeg 288.423, het aantal uitgezonden kinderen 7227. Verder bevat het verslag tabellen en over zichten der verpleging en een kort resumé der 450 afdeelingen in den lande. Benadeelt het de bestaande brei- fabrieken? Klachten van in- dustrieele zijde in den Nijver- heidsraad. In zijn laatste vergadering heeft de Nij- verheidsraad den heer G. van der Meulen benoemd tot buitengewoon lid, om als des kundige de beraadslagingen in den raad over aangelegenheden betreffende het ver bindend en onverbindend verklaren van on dernemersovereenkomsten en betreffende! statistieken bij te wonen. Naar aanleiding van daarover van industriöele zijde ontvangen berich ten heeft de Raad van gedachten gewisseld over het onlangs door de provincie Noord-Holland te Enkhui zen gevestigde breibedrijf. Met dit bedrijf, hetwelk op aanbeveling van den economisch-technologischen dienst voor Noord-Holland is opge richt en door die provincie wordt ge financierd, wordt beoogd, werkloo- zen uit de tuinbouwstreek en Enk huizen in de gelegenheid te stellen, breimachines te leeren bedienen, teneinde later met huisarbeid hun brood te kunnen verdienen. De Raad heeft besloten na te gaan, of en in hoever bestaande fabrieken op dit gebied van de nieuwe onderneming nadeel zullen ondervinden. Aan de ministers van Handel, Nijverheid en Scheepvaart en van Sociale Zaken is rapport uitgebracht, resp. inzake de tabaks wet en de warenwet. Actie in Ben Haan voorbereid. Woensdagmiddag heeft op het raadhuis te Rotterdam een bijeenkomst plaats gehad van vertegenwoordigers van de gemeente besturen van Amsterdam, Eindhoven, s' Gravenhage, Groningen, Haarlem, Rotter dam, en Utrecht. Besproken is de wenschelijkheid bij de regeering stappen te doen om te komen tot verbetering van de rijkssteunregeling voor werkloozen op verschillende punten. De aanwezigen hebben op zich genomen hieromtrent overleg te plegen met hun 8e' meentebesturen waarna eventueel aan den minister van Sociale Zaken gevraagd zal worden over deze onderwerpen een be spreking toe te staan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 8