Zeekreeft bij en Su ikerwier Den Helder Ingezonden DE EIMELUKE STRIJD Vreemde gasten in het Marsdiep VOOR EEN HUISKAMER- OF SALON LAMP met apart cachet 4* TEL 46,VAN BAAREN Reizen per spoor voor halven prijs O ió i'eieA dan de. CONTRAETB RlDCCj Zij, uj-aJidt nameJtLjfc nooit teAiuffleiiuuAd MÊÊWfflMËMMm De spoorwegovergang /hyendci licht op voor alle voertuigen Burgerlijke Stand van Den Helder Marïneberichten Post voor Hr. Ms. Nautilus Maritiem bezoek aan Koepang door Michael Corvin 0 Kees Hana schrijft in de Telegraaf van een bezoek aan onze stad: Eerst natuurlijk „even" kijken bij de steen glooiing. Daar zaten een paar amateur- visschers ijverig te werken elk met een kort hengeltje. Voor zich hadden ze een bakje in het water drijven, dat zelf bijna vol was en zoodoende maar enkele centimeters boven de oppervlakte uitstak. Regelmatig bewogen de visschers hun hengeltjes schokkend op en neer, ze waren aan het peuren of poeren. Dat is wel de meest elementaire vorm van hengel sport, de dikke dot wormen onderaan dat lijntje moet hier tegelijkertijd dienst doen als aas en feitelijk ook als haak. Want het is de bedoeling, dat de visschen zich even vast bijten en op die manier den hengelaar in de gelegenheid stellen, hen met een handig zwaaitje in zijn bakje te werken. Het laat zich hooren, dat dit nogal wat oefening ver- eischt. Deze heeren echter bleken de kunst zoo goed als volkomen meester te zijn en vrij vaak verdween er dan ook een welgedaan uitziend vischje uit het vrije water naar het onvrije in het teiltje. Het waren zonder uitzondering Puitaaltjes, visschen, welke in onze wateren wel het Zuidelijkste deel van hun versprei- dingsgebied hebben. Juist in de laatste win terweken en in het begin van de lente, als dus het zeewater op zijn koudst is, vertoonen de puitalen zich in hun grootste activiteit. Dan zijn de dieren „happig" en dan ook bren gen de wijfjes haar levende jongen ter wereld. Behalve dat onze puitalen taaie knapen zijn, die het een heel tijdje boven water kunnen uithouden, hebben ze nog een paar merkwaar digheden. Zoo komen er bijvoorbeeld belang rijk meer wijfjes dan mannetjes voor, terwijl hun vorm niet overal dezelfde is. In volle zee gevangen dieren zijn merkbaar slanker dan hun soortgenooten, welke onze havenmonden bewonen. Hoogstwaarschijnlijk houdt dit ver band met het zoutgehalte van het water. „Sssst... zachies meneer". Een eind verder zag ik een paar kleine jongens blijkbaar heel doelbewust met een stok in het water wurmen. Wie weet wat ze wel te pakken hadden, dus er naar toe. „Wat hebben jullie?" vroeg ik al op een afstand. „Ssst, zachies, meneer, een kreeft!" was het ge dempte antwoord. En waarlijk, die apen had den een prachtigen grooten kreeft ontdekt tusschen de bazaltblokken. Voorzichtig werk ten ze hem naar den kant, toen stapte de kleinste van de twee met één voet pardoes in het koude water, greep en even later lag de buit springlevend op de dijkglooiing, zijn machtige scharen tf en toe wijd openend. Met touwtjes hebben we die toen stevig dichtge bonden en onmiddellijk togen de gelukkige visschertjes met hun vangst naar Buiten haven 27, het adres van 't Heldersche aqua rium. Dat bezorgde hun nog wat in den spaar pot op den koop toe. Het „even" kijken op de steenglooiing, dat ik van plan was toe doen, duurde reeds aardig lang. Eigenlijk koa ik beter nu maar doorloo- pen tot waar 't strand begint. Zoo gedacht, zoo gedaan. En ziet, het leek wel of deze dag wilde goedmaken wat de vorige bedorven had, want goed en wel op het smalle strand aan gekomen vond ik een plant, die den heelen tocht meer dan goec. maakte. Keurig uitge spreid lag zij daar op het natte zand. Een lange steel, ik schatte hem ongeveer tachtig centimeter, en daaraan een groote, glanzend bruine, leeren lap, gespleten in talrijke lange, dunne vingers. Het leek wel een reuzehand, welke hier op het zand lag uitgspreid, aange- spoeld tijdens den vorigen vloed. Van top tot teen was dit suikerwier minstens anderhalven meter groot; het was Laminaria digitata, letterlijk vertaald, gevingerd blad. Het is een vooral in de geneeskunde bekend zeewier van steile steenachtige kusten. En dat groeide blijkbaar ook bij ons in Nederland! Maar dit is nu het wonder: van dieren kun je je nog begrijpen, dat ze zich naar een bepaald gebied begeven, zij het dan ook misschien per ongeluk, doch dat sterk aan plaats gebonden planten in betrekkelijk korten tijd (het Mars diep is immers ongeveer zeven eeuwen oud), een ander woongebied betrekken, zeer ver van haar oorspronkelijke standplaats, mag met recht een wonder heeten. In ieder geval is het suikerwier bij Den Helder een schitterend be wijs voor den door 'prof. Baas Becking opge- stelden regel, die luidt: „Alles is overal, maar het milieu selecteert!" Hier in Den Helder is het milieu door de menschen gemaakt en de natuurlijke bewoners hebben niet op zich laten wachten! BREEWATERSTRAAT 5 Naar aanleiding van een artikel in de pers omtrent een voorstel voor de a.s. algemeene vergadering der Vereeniging van Onderoffi cieren der landmacht „Ons Belang", betref fende^ reizen per spoor voor halven prijs, dee- len wij mede, dat de onderofficieren der zee macht deze houding in geen enkel opzicht steunen. Door hen wordt deze maatregel van de Di rectie der Nederlandsche Spoorwegen ten zeerste op prijs gesteld. De marine-onderofficieren zijn met genoem den maatregel ten zeerste gebaat, daar zij door hun ambulante leven, zooals detachee ring en varen, hun Zondagen meermalen bui ten hun woonplaats moeten doorbrengen. Door de toenemende duurte blijft er van het salaris niet veel over om te reizen en toch wil men wel eens familie bezoeken en deze woont over het algemeen ver van de marine plaatsen verwijderd. Slechts kort geleden werd om bovenge noemde redenen door de marine-onderofficie ren aan de Directie der Nederlandsche Spoor wegen verzocht, goedkoope weekendtarieven in te stellen vanaf Amsterdam en andere marineplaatsen. De onderofficieren der marine zouden het ten zeerste op prijs stellen als de Directie der Spoorwegen deze gunstige bepaling nog wilde uitbreiden, zoodat de militairen beneden den rang van officier, gekleed in uniform, of die zich als zoodanig kunnen legitimeeren, voor halven prijs kunnen reizen. Wie daarvan geen gebruik wenscht te ma ken, betaalt den vollen prijs. dat is tegenspel. In de New-Yorksche Bridge clubs deed voor korten tijd een spel de rondte, waarbij flink gewed werd, zooals daar nu eenmaal de gewoonte is. Het spel werd in zijn geheel op papier ge zet, waarna aan een speler werd gevraagd binnen een bepaalden tijd, varieerende van 5 tot 30 minuten, berekend naar de kracht van den speler, op te geven of hij genoemd spel wilde spelen als N/Z met een contract van 3 S.A., of als tegenspelde O/M en dat contract down te laten gaan. Hier volgt het complete spel: S. v.5. H. a.4. R. b.10.7.3. K. v.9.6.4.2. S. C.6.2. H. 9.7.5.3. R. h.8.4. K. a.b.3. s. a.10.9.7.4. N. H. b.8.2. W. O R. 6.5.2. Z. K. 10.5. S. h.b.3. H. h.v.10.6. R. a.v.9. K. h.8.7. Zuid opende het spel, spelende het Culbert- son-systeem met 1 S.A., N. antwoordde met 2 S.A. en het eindresultaat was natuurlijk 3 S.A., te spelen door Zuid. Zouden de geachte lezeressen en lezers ook niet eens een 5 minuten willen nemen, alvorens verder te lezen en nagaan welk paar of zij zouden willen vertegenwoordigen? De uitkomst van West is normaal: S. 7. Zelfs onder experts waren verschillende, die de verkeerde zijde kozen, omdat zij de juiste verdediging voor O/W niet zagen, zoodat van gewone spelers de meeste niet juist hebben gekozen. Hoe zou het mogelijk zijn een der gelijk spel down te krijgen, waar zoowel H aas als K. vrouw goed zitten en O. nooit meer S. terug kan spelen als Z. de eerste slag maar laat loopen? De N/Z-spelers waren dan ook sterk favoriet en toch is dit niet juist, omdat het contract bij goed tegenspel down gaat. Natuurlijk moet Z. de eerste S.-slag die voor de vrouw van O. is, laten loopen, O. speelt dan S. terug en de boer van Z. wordt overgenomen met S. aas. West moet nu S. terug spelen om de overblijvende S. vrij te spelen en nu moet O. een kaart afgooien. Welke kaart komt hiervoor in aanmerking? O. kan uitrekenen, dat Z., die voor de S.A. opening ongeveer 4 vaste slagen moet hebben gehad, tenminste nog in handen heeft: h. v. van H., a.v. van Ft., en K h. Verder kan hij nagaan, dat W. geen rentrant meer in handen kan hebben, omdat de overige hooge kaarten op tafel liggen of zich in handen van O. be vinden. De eenige kaart, die O. niet onmid dellijk kan plaatsen; voor zoover hooge kaar ten betreft, is H. b. Natuurlijk kan Z. die ook nog hebben, maar dan is aan het contract toch niets te doen, doch als W. deze H. b. heeft en Z. zou 4 H. hebben, dan is er geen mogelijkheid, dat Z. niet meer dan 8 slagen kan maken, als W. dan ook niet K. 10 heeft. West zou dan in de gelegenheid moeten worden gesteid met.H. h. aan slag te komen, dat alleen mogelijk is, als O. nu direct H. aas weggooit. Dus eenvoudig een slag opofferen. Is de berekening van O. juist, dan kan Z. ma ken: in S. 1, in H. 2, in R. 3 en in K. 2 3lagen, totaal 8, maar moet dan met H. of K. van slag af en verliest de rest van de slagen. Een niet voor de hand liggende verdediging, die echter in het gegeven spel winst voor de tegenspelers bracht, doordat O. de risico wilde loopen van enkele door Z. te maken overslagen als zijn berekening onjuist bleek te zijn. Ongeveer tegelijkertijd met de eerste publi catie van dit spel, was het ingelascht in een duplicatie-wedstrijd en slechts een der spelers had toevalig de publicatie gezien, zoodat deze, die toevallig O. kwam te zitten, op de derde S. het H. aas zou hebben weggespeeld, waar dóór zij zeker top-score uit dit spel hadden gemaakt, omdat geen der andere tegenspelers den juisten weg hadden gevonden. Tot zijn groote pech vervolgde zijn partner echter niet met de derde S., maar ging over in K., zoodat het spel toen toch door Z. werd gemaakt. Den Helder, 6 Mei 1937. Koopt en.... betaalt! Mijnheer de Redacteur, een beleefd verzoek voor een kleine plaatsruimte in Uw geacht blad, waarvoor bij voorbaat mijn dank. Met genoegen zoowel als met leedwezen las ik een artikel met bovenstaand opschrift. Het is mij aangenaam, zooals vele anderen ook vermoedelijk, dat hier eens goed op dat punt gewezen wordt. Dat het veel zal geven, betwijfel ik ten zeerste. Maar enfin, het spreekwoord zej>p- „Baat het niet, het schaadt ook niet'Mijn persoon als zakenman in klein formaat valt hier natuurlijk ook onder. Het koopen op crediet en het afbetalingssysteem hebben de laatste jaren schrikbarende afmetingen aan genomen. De tijdsomstandigheden hebben hieraan natuurlijk ook schuld, maar het is en blijft een gevaarlijke vijand. In den goeden tijd zijn er altijd ook wel poffers, maar momenteel is het wel een beetje erg. Eén ding is ook vrij zeker, dat vele men schen ook zoo gemaakt zijn; want vele leve ranciers, ook wel groote zaken, zijn met die afbetalingsvoorwaarden begonnen. En er is altijd wel een categorie, die daar wel voor te vinden is. Maar ik geloof wel, dat het een aangeboren iets is. Het crediet geven op zichzelf is wel na te komen, als de cliënten zich maar aan de voor waarden houden. In een plaats als Den Helder wordt tegen woordig veel op de maand gekocht. Gelukkig zijn die soort afnemers ook nog wel te vinden, waar je in 't laatst van de maand kunt ont vangen. Maar er zitten nog te veel van het andere genre onder. Ik zeg op mijn beurt, en durf dit schrijven dan ook gerust met m'n naam te ondertee kenen. Vele huismoeders, met een behoorlijk in komen, zooals hier, kunnen met het noodige overleg' enz. nooit in de schuld geraken. Met een beetje meer goeden wil en energie was het dan voor den zakenman ook veel beter. Er zijn vrouwen, die schitterend de kunst verstaan, om comedie te spelen; al hebben ze dan ook nimmer de planken gezien. Altijd hebben ze hun smoesje klaar, wanneer de leverancier op komst is .Dan hebben ze dit weer, dan dat, je raakt er op 't laatst aan gewend. Zij, die geen plankenkoorts hebben, komen nog bij de deur; de anderen houden zich achterbaks. Je weet het bekende ver haaltje, bakker, slager, of wie ook, kom mor gen even terug. Bij de terugkomst is mevrouw natuurlijk voor een spoedgeval weg. En zoo kun je wel doorgaan, tot vervelens toe. Men moet in dezen tijd wel degelijk een flinke dosis geduld en beleid bezitten. De concurrentiestrijd heeft natuurlijk ook geen goed gedaan. De gevolgen zijn, dat ieder graag wil verkoopen, het geld komt wel. De hoofdzaak is deze, als er maar verkocht wordt, de nadeelige gevolgen laten zich wel gevoelen. Een ding is ook waar: zij, die tegenwoordig nauwelijks kunnen rondkomen, zijn zeker nog wel het best van betalen. En vele ver- koopers zullen mijn zienswijze deelen. Het wordt hoog tijd, dat door de leyeran- ciers zelf hier zooveei mógelijk paal en perk aan gesteld wordt, met de noodige uitzonde ringen natuurlijk. De menschen zelf van dat allooi zijn toch niet tot een ander inzicht te brengen. U, mijnheer de redacteur, inmiddels dan kend, Hoogachtend, D. J. DE JONG, Weststraat, Den Helder. Wij ontvingen van een abonné een ingezon den stukje waarin deze er zijn instemming mee betuigt, dat in de laatste raadsvergadering het vraagstuk van een spoorwegovergang, door een der raadsleden, terloops ter sprake is gebracht. Wij nemen uit dit stuk het zakelijke gedeelte over. Wanneer deze houten luchtbrug haar aan vang vindt tusschen spooruitgang en berg plaats voor fietsen, kan zij in schuine richting langs de locomotievenloods, recht op de Lid- winastichting aanloopen, eenerzijds vlak langs den Watertoren en aan den anderen kant rich ting Bothastraat, zoodat wandelaars en fiet sers komende van Javastraat en Bothastraat, en alles wat daar achter ligt, door middel van de overbrugging in het Julianapark komen. Als de brug haar opgang krijgt ongeveer 78 m Natuurhistorisch Museum. Elke week. eiken Woensdagmiddag van 3—5 uur, elke,! Zaterdagavond van 7—10 uur, den eersten Woensdag van elke maand van 8-i0 Uuq den eersten Zondag van elke maand van 3—5 u. Woensdag 12 Mei. Casino, 8 u. Concert Ramblers V.A.R.a. r. K. Volksbond, 8 u. R.K. Gemengd Koon, Maandag 10 Mei 20.10 uuj a voor de uiterste rails, dan behoeft zij niet zoo bijzonder lang gebouwd te worden. Natuurlijk zal ook de Directie der Ned, Spoorwegen goed moeten vinden, dat er een groote inham in dat gedeelte komt van watertoren tot rails, althans een zeven meter daarvoor. Mogelijk dat aan een dergelijke| wensch beter tegemoet gekomen kan worde» als afstaan van rangeerterrein. Het land wordt slechts gebruikt om op te tuinen. Ten slotte .Redactie, hoop ik, dat de Ver; voor Vreemdelingenverkeer, alsmede die van Helders Belang en verder alle corporaties, van heden niet anders zullen doen, dan het Ge. meentebestuur op deze groote verbetering ta wijzen, welke dienstbaar geacht kan worden voor het welzijn onzer goede stad en har» burgerij. U, geachte Redactie, vriendelijk dankend voor de verleende plaatsruime. Uw dw. dienaar, Opmerker. 8 Mei 1937, BEVALLEN: D. M. KooimanRenckens, z.; G. M. BrinkmanBunck, d.; M. Huizinga-* Rep, d. Blijkens bij het Departement van Defensie onvangen telegram is Hr. Ms. „Johan Maurits van Nassau" 7 Mei uit Curaqao vertrokken, teneinde Hr. Ms. „Hertog Hendrik" eind Mei in de Spaansche wateren af te lossen. i Op 12 en 23 Mei zullen brievenmalen wor* den verzonden naar Hr. Ms. politiekruiseu „Nautilus". Correspondentie voor opvarenden van dit schip moet op 11 resp. 22 Mei per post wor* den bezorgd, op zoodanig tijdstip, dat verzen* ding met de nachtposttreinen nog mogelijk is. (Laatste buslichting 20.55 u. hoofdpost* kantoor). De stukken behooren gefrankeerd te worden volgens internationaal tarief. Over het ge* heele adres moeten twee aan elkaar snijdend» lijnen getrokken worden. Koepang, 8 Mei. (Aneta/ANP). Eergis* teren arriveerde te Koepang het vliegtuigmoe* derschip „Canopus", terwijl heden drie Dor* niers aankwamen, die het race-terrein over* vlogen, waar juist rennen plaats hadden, welke door een talrijk publiek werden bijge* woond. In den namiddag arriveerde de kruisen „Sumatra" met 4 onderzeeërs uit Makassar. Tijdens het verblijf van deze schepen en vliegtuigen zullen in Koepang verschillende feesten plaats hebben, benevens sportwed strijden, terwijl ook inheemsche dansen zullen worden uitgevoerd. HERMAN NYPELS' KLEDINGMAGAZIJNEN, DEN HELDER Papier-Linnen Boorden, in alle gangbare maten en modellen Perdozijn f 1.35 per stuk 12 ct, (4) Toen kwam haar eerste succes en moeder en broer draaiden kleintjes bij. Zij wist zeker, dat Hans jaloersch was. Zijn zuster was en bleef voor hem het kleine meisje, dat vergeefs probeerde den jongen te evenaren. Hij wilde jurist worden en hem had de moeder een vol tooiing van zijn studie toegestaan, maar nu kwam hij zichzelf als onttroond voor, nu zijn zuster plotseling thuis was geraakt op een gebied, dat volgens zijn opvatting alleen voor de mannen gereserveerd had moeten blijven. Zoodra Esther deze stille vijandschap duidelijk geconstateerd had, werd zij in al haar mede- deélingen terughoudender. Zij sprak niet meer van haar plannen en verwachtingen. Zij zou dan ook van haar aanstaande reis thuis maar zoo weinig mogelijk zeggen en niets anders dan het bloote feit vermelden. Daarbij schoot het haar ook te binnen, dat Mersheim er den nadruk op gelegd had, dat zij officieel niet als politiek verslaggeefster ging. Dat zou zij thuis wel vertellen. Nu stond zij voor de deur, die toegang gaf tot het voorvertrek van Burg en zij trad bin nen. De secretarsse van den ouden man, een klein, schuw, maar onuitsprekelijk plichtsge trouw schepseltje, was het eenige wezen in het huis, da£ Esther. zonder dat zij het echter nog wist, een oprechte vriendschap toedroeg. Juffrouw Cohen. de arme, kleine Jodin, wier leelijkheid alle goedbedoelde trouwplannen der door de familie in den arm genomen huwelijks bemiddelaars te schande deed worden, hield met een stille, onopgemerkte, warmte van de groote, slanke Esther. Zij zag in haar een ideaal en aan den anderen kant was Esther de eenzaamheid van het secretaresje niet ont gaan. Zeer spoedig reeds had zij ontdekt, dat dit kleine, eenigszins gebochelde meisje veel verstandiger was dan de meesten van haar zoo zelfbewuste collega's en zij had er een ge woonte van gemaakt om met haar samen in het Casino te gaan eten en met haar over alle belangrijke en onbeduidende onderwerpen te gaan praten. Nu begioette zij juffrouw Cohen hartelijk en vroeg toen naar Burg. De secretaresse deelde haar mede, dat hij nog even bezet was, maar dat zij wel een oogenblik kon wachten, daar het niet lang zou duren. Esther ging naast juffrouw Cohen zitten en lachte tegen haar. „Ik ga op reis. Morgenmiddag al. De chef heeft me bij zich geroepen en kun je nu raden, waar ik naar toe ga?" De ander glimlachte slechts. „Ik weet het, want mijnheer Burg heeft er in mijn tegen woordigheid met mijnheer Mersheim over ge sproken. Het schijnt iets belangrijks te zijn, want de chef was opgewonden. Burg kal meerde hem. Hij houdt erg veel van je, Esther." Zij wilde er nog iets aan toevoegen, maar de deur van het „allerheiligste", zooais Burg zijn „hol" noemde, ging juist open om een bezoeker uit te laten, die haastig het ver trek verliet. Siegfried Burg wenkte Esther binnen te ko men. Als een vormlooze massa, die de geheele deuropening vulde, stond hij daar wijdbeens. Boven de welving van zijn enormen buik puilde een veelvuldig gevouwen kin uit zijn boord en vormde zijn hals een reusachtige dikte, die echter toch noodzakelijk scheen om den grooten, ronden schedel te ondersteunen. Zijn gezicht was even overmatig vet en mas sief als zijn geheele lichaam. Een knolachtige, stompe neus zat boven de spleet van den lippigen. materiatistischen mond en de oogen verdwenen haast onder het vet der wangen. Maar wat voor oogen waren het! Klein, rus teloos, haastig dan weer scherp, door dringend en helder als kristal. De blik van den ouden Burg sneed als het lancet van den operateur tot in het binnenste van den onder zochte. En boven het overvette gelaat en het onbeholpen lichaam troonde het voorhoofd. Een breed, hoog, hobbelig voorhoofd, met de knobbels die de muzikale begaafdheid en de welvingen aan de slapen, die philosophische neigingen liet vermoeden. Een kale schedel overdekte breed het geheel. Hij lachte Esther toe met een dreunenden lach, die door de rijke vetlagen getemperd en veraangenaamd werd. „Daar hebben we onze wereld reizigster! Kom binnen, Esther." Esther deed het en hij legde, volstrekt niet vaderlijk, maar wel met groote voorzichtigheid en be tamelijkheid zijn eene arm om haar schouders en schoof haar zoo zijn kleine kamer binnen. Dit vertrek was even verschillend van dat van den hoofdredacteur als de bewoners ervan. Ook deze kamer was onhuiselijk, maar Burg's leuningstoel stond er niet slechts voor sieraad. Hij was door het gewicht van honderd vijf en twintig kilo van zijn eigenaar diep door gezeten, de met leder overtrokken armleu ningen waren geplet en op sommige plaatsen zelfs doorgesleten, zoodat het paardenhaar der opvulling er uit puilde. Maar Burg zou even min vrijwillig van dezen stoel, waar hij, zooals hij zelf zeide, precies in paste gescheiden zijn als de huisjesslak van haar schelp. Op de schrijftafel, die overal vol inktspatten zat, lag een aantal manuscripten en andere pa pieren en slechts alleen Burg en vooral ook juffrouw Cohen wisten, wat zij bevatten, maar de oude man wist bovendien ook precies de ligging van elk stuk in deze wanorde. Voor de bezoekers stond hier niet zooals bij den hoofdredacteur een fauteuil, maar een eenvoudige Wiener stoel klaar, maar hij be hoefde zijn gasten dan ook niet aan het ver stand te brengen, hoe goed zij het bij hem zooals bij den chef in tegenstelling met ge wone zakenmenschen hadden. Bij Burg bleef nooit iemand langer dan noodig was, al was hij ook even hoffelijk als Mersheim. Zijn eenige venster zag uit op een binnenplaats, waar voortdurend karren met rollen papier en allerlei andere materialen aangereden kwa men. Zijn uitzicht was een schoorsteen, welks rookpluim schaduwen over de binnenplaats en door zijn kleine kamer liet glijden. Zwaar zonk hij in zijn stoel neer, bood Esther dien voor de bezoekers aan en nam haar, die hem vol verwachting aanstaarde, een poosje zwijgend op. „Je verheugt je wel erg op je reis?" Vroo- lijk antwoordde zij bevestigend. „Doctor Mersheim," Burg vergat het nooit om over den hoofdredacteur zeer correct te spreken, „heeft je gezegd, waar het om te doen is? Nu, dat moet je je vooral niet te gemakkelijk voorstellen, niet te gemakkelijk en niet geheel zonder gevaar?" Esther keek hem verwonderd aan. „Hoe zoo? Wat zou er mij dan kunnen overkomen? Een mislukking?" „Een mislukking kan een onmiddellijke ver banning uit Engeland tot gevolg hebben. Men is daar namelijk, evenals trouwens overal elders ook, niet zoo bijzonder gesteld op men schen, die verborgen dingen aan het daglicht willen brengen." Hij haalde zijn zakdoek te voorschijn en snoot luidruchtig en omstandig. „Het kon zijn, dat je misschien eens niet meer zou weten, wat je verder moest doen. Schrijf in dat geval dadelijk aan mij, naar mijn wo ning. Mijn adres weet je al. En als het vol strekt niet anders kan, telegrafeer mij dan, maar ik hoop, dat dit niet noodig zal zijn! Voor alle zekerheid heb ik een adres voor je opgeschreven, waar je je kunt vervoegen, als je het noodig zult oordeelen. Maar nu, lief kind, van morgen af aan kun je je sporen verdienen, die heel wat schitterender kunnen zijn, dan die, welke met die kleine onderzoe kingen en reportages hier behaald kunnen worden. "Leef wel." Hij gaf haar de hand,een vl'ge, dikke klauw, met zonderling nerveuze, fijngevoelige vingertoppen. Zij drukte zijn hand stevig en vertrok. In de andere kamer nam zij afscheid van juffrouw Cohen en ging, zwaaiend met een voor haar vorstelijke som van driehonderd pond sterling, dadelijk aan de kas zes duizend mark halen. In haar kamer terugekomen zij wild® haar zaken opruimen en het een en ander achter slot opbergen werd zij nog eens door Burg'H secretaresse opgebeld. Zij moest nog eenige aanbevelingsbrieven en een schrij* ven van het Ministerie van Buitenlandsche Zaken meenemen. Een loopjongen bracht deze papieren en toen was zij feitelijk klaar. Zij overzag nog een laatsten keer de weinig luxeuse inrichting van „haar" kamer, kleedde zich aan, keek in den kleinen spiegel, het eenige voorwerp in het vertrek, dat op de aanwezigheid van een vrouw duidde, en ver trok met lichte schreden. Na nog een kort afscheid van haar collega's met wie zij het meest samenwerkte, verliet zij het gebouw. Het was kwart voor eenen en morgen ont dezen tijd zou zij al in de Junker-machine zit ten en op Berlijn neerzien. Zij lachte gelukkig voor zich heen en spoedde zich door de koude* sombere straten van de courantenwijk. Thuis viel Esthers enthousiasme weinig sympathie ten deel. Haar moeder, een gebo ren vrijvrouwe Von Rittberg, haatte sinds deB oorlog alles wat Engelsch was, tot haar ge* trouwden naam toe, hevig en onredelijk en zij vreesde, dat Esther zich door haar verblijf in Londen aan haar invloed, zoo gering als deze dan ook nog slechts mocht zijn, geheel zou onttrekken. Haar broer Hans had slechts een irriteerenden grijns voor haar over. toen zij hem vertelde, dat zij morgen naar Londen vertrok om berichten uit de deftige kringen voor de „Welt" te schrijven. Zij was dan toch als onbruikbaar uit de politiek verbannen- Ether kookte en de adem ontbrak haar 0111 haar broer dadelijk van repliek te dienen en hem te zeggen, dat juist het tegendeel van zijn kwaadaardige veronderstelling waar was* Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 6