TRIUMPH
Nogmaals
Stadsnieuws
onze Openbare Leeszaal
3n deze laatste uten is twijfelen fstaal,
besluit en sla toe, dan is een andei uooï»
tr
Hr.Ms. Hertog Hendrik
convoyeert
90.000 gulden uit de
gemeentekas
Zaterdag 15 Mei 1937
Heldersche Courant
Tweede Blad
Verhinderd te stemmen?
f)F MOOISTE
Woep^ag DonjKaag Vjj^ag Zaterdag
HEDEN IS MEI
IfBfïHlltRBOEB
IO?
Vijfentwintig-jarig bestaan der instelling
Theeserviezen 12-pers. 2.98
Helders Warenhuis
Een spannende tocht met de
Warmond
Koloniaal bezit
WIJ KOOPEN
Emaille Keuken-Uitrustingen
Helders Warenhuis
Voor afkoop vergoeding School
gebouw Kolensteeg, ingevolge art.
205 der L.O. wet 1920.
B. en W. schrijven aan den Raad:
In artikel 205 der Lager Onderwijswet 1920
is bepaald, dat voor de terreinen en gebouwen
van bijzondere lagere scholen, die eigendom
van de schoolbesturen zijn en op 1 Januari
1921 in gebruik of in aanbouw waren, door
de gemeente aan de bijzondere schoolbesturen
een jaarlijksche vergoeding moet worden be
taald, berekend over de geschatte waarde dier
terreinen en gebouwen, met inbegrip van de
schoolmeubelen De geschatte waarde be
draagt voor de school aan de Koningstraat
22.300, aan de Kolensteeg 113.000, en te
Koegras 38.250. De door de gemeente te
betalen jaarlijksche vergoeding werd vastge
steld op 6.214 van de geschatte waarde.
Bij de wet van 24 Februari 1936, Stbl. 100
(de z.g. Onderwijsbezuinigingswet) is de ver
goeding, te rekenen vanaf 1 Januari 1936,
vastgesteld op 5 van de geschatte waarde,
tenzij de Kroon op een daartoe strekkend ver
zoek van het schoolbestuur bepaalt, dat, in
verband met de op de schoolvereeniging rus
tende geldelijke verplichtingen, gedurende een
vast te stellen termijn de vergoeding naar een
liooger rentepercentage zal worden berekend.
Artikel 6 van paragraaf 13 van de hier-"""
boven aangehaalde wet van 24 Februari
1936 (artikel 205ter der Lager Onder
wijswet 1920) heeft aan de besturen van
de bijzondere lagere scholen de bevoegd-
heid gegeven aan het bestuur der ge
meente, waar de school is gevestigd, het
verzoek te doen, om, ter vervanging van
de hierboven bedoelde vergoeding, een
uitkeering te ontvangen van een som in
eens, gelijkstaande met tachtig ten hon
derd van de geschatte waarde.
Bij elke stemming komt het voor, dat
kiezers door ziekte, afwezigheid of andere
redenen verhinderd zijn aan hun stemplicht te
voldoen.
Het gevolg daarvan is, dat zij zich later
daaromtrent moeten verantwoorden, tenzij
vooraf van de verhindering en de reden daar
van .3 kennis gegeven.
Een gemakkelijke manier om van een even-
tueele verhindering kennis te geven is de
reden in het kort op de oproepingskaart te
vermelden en deze vervolgens ten Raadhuize
of aan het betreffende Stembureau te bezor
gen.
Op de door de schoolbesturen alhier op
grond hiervan gedane verzoeken is door ons
afwijzend beschikt
De schoolbesturen zijn van onze beslissing
in beroep gekomen bij Gedeputeerde Staten
dezer provincie, met het gevolg, dat dit be
roep voor de scholen aan de Koningstraat en
te Koegras ongegrond is verklaard, doch dat
ons besluit, voor zoover het betreft het school
gebouw aan de Kolensteeg, is vernietigd. Door
Gedeputeerde Staten is ten aanzien van dit
laatste schoolgebouw beslist, dat, ter ver
vanging van de jaarlijksche vergoeding ex
artikel 205, le lid, der Lager Onderwijswet
1920, een uitkeering ineens moet worden ge
daan ten bedrage van 90.400, overeenko
mende met 80 van de in die bepaling be
doelde geschatte waarde.
Na gezette overweging hebben wij ons met
de motieven van Gedeputeerde Staten kunnen
vereenigen en besloten van de beslissing niet
in beroep te gaan. Het gevolg daarvan is ech
ter, dat door de gemeente een bedrag van
90.400 aan het schoolbestuur zal moeten
worden betaald.
B. en W. stellen voor een crediet tot dit
bedrag te verleenen en te besluiten daarvan
jaarlijks 1/30 gedeelte ten laste van den ge
wonen dienst te brengen. Voorloopig kan ge
noemd bedrag uit de beschikbare kasmiddelen
worden betaald.
C PCRTPET ATELI
JAC ct BOER
I a/iVV ei 1 VI e i Mei 15 Mei
OT
Nog resten ons verkoopuren en dan is ook onze
opruiming wegens overdracht van zaken geëindigd.
Honderden restanten zijn de laatste 3 dagen verkocht, met
drommen verdringt men zich voor onze drie groote étalages,
om toch maar het gewenschte koopje te kunnen vinden en dan
hoort men vaak de teleurstelling als: „ik zie het nu niet meer,
zeker al verkocht, zoo n koopje moest ook wel wegvliegen
Een laatste serie groote koopjes t
Een 15 steenig anker Zakhorloge, merk „Huga
normale prijs f 19.50, restantprijs f 6.84
Een 15 steenig anker Zakhorloge, merk „Union
normale prijs f 19.50, restantprijs f 6 84
Een 15 steenig anker Polshorloge met zware zilv. band, merk „Omega",
normale prijs f 43.restantprijs f 15.60
Een echt zilveren Cigarettenkoker,
normale prijs f 24.50, restantprijs f 9.84
Een echt zilveren Cigarettenkoker,
normale prijs f 16.—, restantprijs f 6.34
Een echt zilveren Taartschep,
normale prijs f 8.25, restantprijs f 3.48
normale prijs f 8.25, restantprijs f 2.92
normale prijs f 8. restantprijs f 2.86
Gouden Hangertjes,
Gouden Dasspeld,
Slaat Uw alaé op dezen «rooien slotdag.
Haast "°9 b"' U °ut 'e Uat!
Uitsluitend
verkoop
contant.
Geen
zicht-
zendingen
JW[T!iPróWM!N
Alle artikelen mogen binnen acht dage» worde, gernild
VIRGINIA";
Bij verschillende gelegenheden heeft de
Heldersche Courant zich beziggehouden met
onze plaatselijke instelling, bekend als „Open
bare Leeszaal" en gelegen, zooals men weet
hoek BreewaterstraatCaliforniestraat. Wij
hebben dat altijd met liefde gedaan, omdat
wij een instelling als de Leeszaal, die voor
iedereen ten allen tijde gratis toegankelijk is,
van groot belang achten voor een gemeente
als de onze. Helaas betalen ook de leeszalen,
zooals zooveel instellingen, die door subsi-
dieering van officieele instanties in stand
worden gehouden, haar aandeel in de bezuini
gingen en menige veer hebben zij dientenge
volge moeten laten. Ook onze plaatselijke,
wij hebben er bij verschillende gelegenheden
in ons blad op gewezen.
Voor feestviering weinig aanleiding.
Het is waarlijk niet uit behoefte nogmaals
hierover uit te weiden, dat wij opnieuw voor
een oogenblik de aandacht vragen voor onze
instelling. Er is immers vooralsnog toch niets
aan te doen en wij zullen betere tijden moeten
afwachten.
Senigen tijd terug evenwel hebben wij ver
meld, dat de leeszaal vijfentwintig jaar ge
leden werd opgericht en dus dit jaar als zil
veren jubilaresse zou fungeeren, en wat was
nu natuurlijker dan dat wij als plaatselijk or
gaan, eens op onderzoek uittogen om den
lezer van dit jubileum een en ander te ver
tellen. Te gereeder bestond hiervoor aanlei
ding, omdat ons ter oore was gekomen, dat
de jubilaresse zelve niet veel voor een feeste
lijke herdenking voelde. Dat is toch wel een
unicum: een instelling, die haar zilveren jubi
leum maar liefst genegeerd zag... daar
moesten wij meer van weten.
Het bleek ons al spoedig, dat de zaak
eenigszins anders in elkaar zat dan wij ver
moedden. En omdat nu de volgende week be
gonnen wordt met de behandeling van de be
grooting in den raad, en de zaak van de lees
zaal hiermede verband houdt, meenden wij
alleszins gerechtigd .te zijn om wederom
eenige oogenblikken 's lezers aandacht te
vragen voor deze instelling. Wij weten het:
het publiek kent en waardeert haar. Men
moet maar eens zien hoe druk het altijd is in
de uitleen, en ook in de leeszaal zelve zitten
altijd mannen en vrouwen, die daar in cou
ranten en tijdschriften zitten te neuzen en te
studeeren. Vooral voor onze jongens van
marine en landmacht is de instelling een
zegen; velen brengen er heele avonden in door
om uit den rijken boekenschat der leeszaal
hun studiemateriaal te halen, dat ze voor het
a.s. examen noodig hebben. Onze miliciens
kunnen er niet buiten.
Dan is er nog een uiterst goedkoope lees
portefeuille, die circuleert. Om van de jongens
en meisjes, die de boeken eenvoudig stuklezen,
en die hun' beurt haas niet af kunnen wach
ten voor een nieuw nog te zwijgen.
Veel te gering ledental.
Neen, belangstelling is er wel, al kan die
zich in een grooter ledental wel wat daad
krachtiger uiten. Want 684 jaar-leden is voor
een stad van onze grootte toch veel en veel te
weinig. Al zijn dan ook de tijden slecht. Wel
iswaar komen daar nog de maandkaarten bij
men kan gedurende een maand lid worden
en daarvoor dan boeken ter lezing krijgen
maar ieder zal toch met ons moeten toestem
men, dat het ledental in gegn verhouding staat
tot dat onzer inwoners. Vroeger telde de lees
zaal leden, die enkel lid waren geworden om
de instelling te steunen; tegenwoordig laat men
uitsluitend de praktische overweging gelden
en wordt men alleen dén lid als men van de
boekerij wil gebruikmaken.
De hopelooze toestand van het ge
bouw.
Herhaalde malen hebben wij al gewezen op
den zeer slechten toestand van het gebouw.
Ten aanzien hiervan is de instelling, die geen
noemenswaardige andere inkomsten heeft,
grootendeels van regeeringsinstanties afhan
kelijk, die haar op de een of andere manier
aan gelden zouden moeten helpen voor een
nieuw gebouw. En onze Heldersche leeszaal
verkeert in dit opzicht in bizonder ongunstige
positie, doordat zij te maken heeft met een
„minimum-begrooting", die alleen maar de
allernoodzakelijkste uitgaven veroorlooft. Er
zijn leeszalen, die af en toe een finantieel
buitenkansje hebben van een of anderen wel-
gestelden beschermer. Zooiets hebben we hier
niet, waardoor we hier natuurlijk op lager
levenspeil zijn. En dén is ieder dubbeltje er
een.
Het gebouw, waarin de leeszaal van den
aanvang af gevestigd is geweest, is zeer
bouwvallig geworden. Bovendien is het in den
loop der jaren ook te klein geworden. Vijf
entwintig jaar geleden, toen de leeszaal werd
opgericht, was het feitelijk al te klein voor
het doel. Voor vijfentwintig jaar heerschten
hier gansch andere toestanden; Den Helder
was een volkomen onbekend, onaanzienlijk
plaatsje, en het bloote feit al van de oprich
ting eener leeszaal plaatste het direct op een
Keizerstraat 75 Firma Zoetelief
hooger plan. De leeszaal bracht om zoo te
zeggen cachet aan. We waren toen, ten aan
zien van onze ontwikkeling, in opgaande lijn;
er bestonden grootsche plannen wat den uit
bouw der stad betreft, men was zeer opti
mistisch over de ontwikkeling der badplaats,
en bij dat alles paste een openbare bibliotheek
zich volkomen aan. Dat die aanvankelijk wat
primitief onder dak was, wat hinderde het?
Is niet het kenmerk van het groote, dat het
klein begint?
(Slot volgt).
(Van een specialen medewerker a/b van
Hr. Ms. „Hertog Hendrik".)
Maandagavond om 8 uur namen wij het
convoyeeren van de „Java" over. Wij hebben
het druk, onze oorlogsbodem vaart maar
steeds heen en weer. Ik hoorde gisteren, dat
tot nu toe meer dan 600.000 ton aan scheeps-
tonnenmaat is geconvoyeerd, door de „Java",
„Hertog Hendrik" en onderzeebooten. Dat is
heel wat. Laten wij aannemen, dat 250.000
ton aan lading aanwezig was, welk een
nadeel zou de handel, in het bijzonder de
Nederlandsche handel, hiervan ondervinden,
indien de Spanjassen de schepen ophielden in
Ceuta en soms geheel confisceerden.
Dit alleen is al een sprekend bewijs, welk
een invloed het op onze welvaart en handel
kan uitoefenen, indien de Staat niet over vol
doende middelen kan beschikken, om de
handelsbelangen te behartigen.
Vandaag is het Hemelvaartsdag. Het is
Zondagsche dienst aan boord. 5 schepen wach-
tën op convooy en wij zijn er klaar voor.
Het schip, dat ons de 1.000.000 ton helpt
halen, krijgt een taart.
Het 100ste schip heeft van Hr. Ms. „Java"
een taart gekregen. En naar ik meen het
vijftigste ook.
Schip geconvoyeerd, dat slecht
stond aangeschreven.
Gisteren maakten wij een spannend
oogenblik mede. Wij convoyeerden twee
schepen, de „Warmond" en de „Rozen
burg". De eerste staat hier bij de Span
jaarden in een slechten reuk. Want zij
schijnt zich al meer aan smokkelarij te
hebben schuldig gemaakt.
Zij voerde echter de non-interventie-wimpel
in top, dus was er een observing-officer aan
boord; dienovereenkomstig werd ze door ons
geconvoyeerd, omdat de inhoud daardoor safe
was.
Van Spaansche zijde mochten wij ons in de
bijzondere aandacht van de Spaansche natio
nalistische kanonneerboot „Dato" verheugen,
die blijkbaar ook op de „Warmond" wachtte
en ons op 200 meter afstand passeerde, bij
draaide en meevoer.
Door middel van seinen deelde zij haar
protest mede, dat door den commandant niet
werd ingewilligd.
Toch was de spannig aanwezig. Wat zou hij
doen?
De „Warmond" is veilig doorgeloodst en de
„Dato" heeft haar met rust gelaten.
Toch heerscht hier een eigenaardige geest.
Zoo hoor ik, dat verschillende leden van de
bemanningen in Gibraltar, de menschen van
de nationalistische schepen spreken. Het gaat
er zeer gemoedelijk en broederlijk toe. Zij
dragen elkaar geen kwaad hart toe. Zij komen
een verzetje halen van uit Algeciras of Ceuta.
Eerbewijzen voor de „Hertog Hendrik".
Het leven in de Straat zelf is zeer animee-
rend; eiken ochtend komen de Spanjaarden
hun opwachting maken, door met de „Cano-
legas" of „Dato" dichtbij te passeeren en front
te maken, welk eerbewijs door ons wordt
gerespecteerd en beantwoord.
Dit geeft ons ook al een kijk op den good
will van de Spanjaarden. Er wordt geen dag
overgeslagen. Maar noodig is het niet, de
Straat is wel 10 rnjjl breed op het smalste
gedeelte.
Een rustige dag.
Straat Gibraltar, Zaterdag 8 Mei 1937.
Vandaag hebben wij een heel rustige dag
gehad. Slechts 2 schepen hebben wij gecon
voyeerd. Van Oost naar West. Gemiddeld
kunnen wij rekenen op 3 per dag. De grootste
oogst heeft de „Java" gehad, zij convoyeerde
op een bepaalde dag niet minder dan 7 schepen.
Met Hemelvaartsdag waren het er 6, die
door de „Hertog Hendrik" door de Straat
werden geloodst, waaronder de „Baloeran".
Dat was een evenement. Een machtig oogen
blik om te weten, dat wij beschermer waren
van één onzer grootste passagiersschepen.
Veel passagiers konden wij echter niet ont-
Over het bezit van koloniën is de laatste
jaren heel wat gevochten. Niettegenstaande
economen beweerd hebben, dat het koloniaal
bezit voor de koloniseerende mogendheid,
verre van voordeel oplevert, is toch ieder be-
geerig naar dat bezit. We hebben het geval
Italië niet eens aan te halen als een bewijs
daarvan. De meermalen sterk uitgesproken
wensch van Duitschland, om zijn oude kolo
niën, die het in 1919 ontnomen zijn, terug te
ontvangen, hebben in den laatsten tijd al heel
wat wrijving gebracht.
Het bezit het het beheer van koloniën
maakt echter bij de eene mogendheid, ten
opzichte van de andere nog een groot
verschil uit. Het is geen wonder, dat de
onder protectoraat van verschillende mo
gendheden gestelde Duitsche koloniën er
heel weinig voor voelen om tot Duitsch
bezit terug te keeren. Evenmin als men er
weinig voor voelt om in Italiaansche
handen te komen. De vrijheid heeft ieder
lief, en men weet vooruit, dat men die
onder Duitsche of Italiaansche leiding
niet meer bezit.
Een voorbeeld van goed beheer van kolo
niaal bezit, geeft, zonder ons zelf een pluim
op den hoed te steken, naast ons land, het
Engelsche. Gisteren is te Londen de Britsohe
rijksconferentie geopend en een vierde deel
der wereld heeft daarbij aan de raadstafel
plaats genomen. Er is hier een ernstig stre
ven naar een gemeenschappelijk oplossing
van problemen, waarvan de voornaamste zijn;
de rijksdefensie en de regeling der economi
sche betrekkingen.
De N. R. Crt. wijdde hieraan gisteren een
artikel, waaraan wij hieronder een en ander
ontleenen.
Wat het eerste punt betreft, herinneren da
Engelsche bladen aan 1911, toen onder soort
gelijke moeilijke en rijk aan spanningen zijnde
omstandigheden het Engelsche rijk dit pro
bleem onder het oog zag. Evenals in 1911 da
toenmalige minister van buitenlandsche zaken
deed, zal Baldwin deze bespreking koppelen
aan de buitenlandsche politiek en zal Eden
de gelegenheid vinden om de vertegenwoordi
gers der rijksdeelen een overzicht van den
politieken toestand te geven, zal hij zich met
hen kunnen beraden over de positie van het
Britsche Empire en de wijze, waarop dit het
best voor den algemeenen vrede werkzaarri
zal kunnen zijn.
Een bespreking, die eerst scherpe kanten
zou krijgen, wanneer Eden de mogelijke te
ruggave der vroegere Duitsche koloniën ter
tafel zou brengen. Want de reactie, dat een
dergelijk gerucht eenige maanden geleden tëi
de Dominions teweegbracht, bewees hoe moei
lijk het zal zijn het Empire te verzoenen met
de gedachte, dat een der nieuwe deelen zoU
worden geofferd ter wille van betere inter
nationale betrekkingen.
Men moet van deze conferentie in eco
nomisch opzicht geen wonderen verwach
ten, meent het blad, geen afwijken van
den weg, dien tot dusverre gevolgd is.
Maar wel is het mogelijk, dat meer aan
dacht zal worden besteed aan de ontwik
keling van den handel met het buiten
land, iets, dat het Engelsche gemeene
best, dat zich nooit als een gesloten ge
heel heeft beschouwd, steeds op het pro
gramma heeft gehad.
oud goud en zilver tegen
de hoogste waarde.
Fa. Beemsterboer.
dekken, vermoedelijk gingen de meesten met
den boottrein.
Gezellige stemming aan boord.
Vanmiddag was er geen convooy, daarom
bleven wij benoorden Tanger kruisen. Het woei
hard. Er heerscht een echte Zaterdagmiddag
stemming aan boord. Op de voorstookplaata
wordt uit volle borst gezongen. De stokers
doen hun plicht met plezier.
Aan dek is het ook gezellig; de jongens van
de nieuwe opleiding uit Vlissingen hebben een
piano aan dek gebracht. Nog een paar hebben
een trompet, viool en trom meegenomen.
Wij hebben een klein cabaret aan boord.
Uitsluitend gevormd uit de jongens van de
opleiding. Het was buitengewoon aardig.
De geheele bemanning, voorzoover de dienst
of de wacht toeliet, schaarde zich om dit
kleine stel vroolijke grappenmakers. En zij
oogstten zeer veel bijval.
Zelfs de onderofficieren en officieren kwa
men hierop af. Er is hartelijk gelachen.
Cabaret-voorstelling.
De eerste officier heeft meteen van de ge
legenheid gebruik gemaakt en zijn medewer
king toegezegd om zoodra de convooidienst
afgeloopen is, meer gelegenheid te scheppen
tot het oefenen voor een cabaret-avondje. Je
kunt je voorstellen dat deze mededeeling met
luid gejubel werd ontvangen.
Zoo kunnen wij naast onzen dienst zoo nu
en dan nog tijd vinden voor een verzetje. Het
onderhoudt de goede stemming en kweekt een
geest van saamhoorigheid, iets onmisbaars op
een drijvende kolonie van 350 man, die gedu
rende langen tijd op elkaar aangewezen zijn.
24-deelig vanaf 8.35
Keizerstraat 75 - Firma ZOETELIEF