Groote dag voor de
Nederlandsche Marine
COLIJN en OUD -
Hr. Ms. flottielje
leider „Tromp" te
water gelaten
Opent de Koningin de
Jamboree 1
pinsdag 25 Mei 1937
Derde blad
Duizenden wonen het groote
moment bij
Rechtzinnig Nederland
stemt Dr. Colijn
V r ij z i n n i g Nederland
J^^^rtem^dr^Oud^
Steun aan de zoetwater-
visscherij
Duel te Arnemuiden
Op voorbijgangers
ingereden
Haagsche zedenzaak
voor het Hof
Het publiek verrast door de
komst van Prins Bernhard.
Meer dan vier duizend genoodig-
den en een groote menigte andere
belangstellenden hebben zich gister
middag tegen drie uur op en rond
het terrein van de N.V. Nederland
sche Scheepsbouwmaatschappij aan
de Noordzijde van het IJ opgesteld
om ooggetuige te zijn van het ge
wichtige moment, waarop, door een
hamerslag van H.M. de Koningin, de
flottieljeleider „Tromp" in zijn ele-
0, ment zou glijden.
Hoog en forsch rees de romp van het
Mieuwe schip op zijn stellage omhoog. De
grijze verf accentueerde de slanke vormen
van het scheepssilhouet, dat zich tegen een
ijzeren achtergrond van kranen en steigers
gfteekende.
Kracht en snelheid spraken uit den lang-
gerekten, spitsen romp. Het oorlogsschip
.vormde een typisch contrast tot de rondere
contouren van de drie andere schepen, die
er naast op de helling lagen, twee tank
schepen voor de Shell en de groote „Tegel
berg", die voor rekening van de Koninklijke
Paketvaart Mij. in aanbouw is.
Het terrein van de Nederlandsche Scheeps
bouwmaatschappij bood een feestelijken
aanblik. Aan bakboordzijde van de „Tromp"
waren twee tribunes opgericht. De groot
ste, welke het dichtst bij den boek lag, vulde
zich reeds te half drie met de genoodigden
en hun dames. Het stemmige zwart der
burgerlijke autoriteiten werd feestelijk ge
broken door de zomertoiletten der dames en
de ceremonieele tenue der vele aanwezige
officieren van land- en zeemacht. Overal
wapperde de Nederlandsche driekleur vroo-
lyk in top: vlaggen woeien van de kantoor
gebouwen, van de werkplaatsen, de kranen
en steigers, en vooral van de beide tribunes.
Alles was in feesttooi en verhoogde het
vroolijke aspect van deze tewaterlating. De
Marinekapel, speciaal uit Den Helder over
gekomen, vergastte de wachtenden op pitti
ge marschmuziek. De „Stem van den Reus"
die straks ook het gesproken woord over het
terrein zou dragen, bracht deze muziek door
middel van overal opgestelde luidsprekers
pver aan de tallooze wachtenden.
Het IJ bood een ongewoon drukken aan
blik. Het water was bezaaid met bootjes,
waarin honderden, zij het, door de zor
gen der havenpolitie, op eerbiedigen af
stand de tewaterlating kwamen aanschou-
[wen. De op de werf aanwezige gasten waren
des middags van half twee af met de be
kende hooge salonbooten van de Alkmaar
Packet uit de stad aangevoerd of waren,
gebruik makend van de gemeenteveren, per
auto of autobus, langs vele aanwijzingsbor
den en langs veel politieposten, naar het
terrein gekomen. De Amsterdamsche politie
bad zich op het verkeersprobleem grondig
[voorbereid.
Het personeel van de Nederlandsche
Scheepsbouw Mij. was met huisgenooten
laan de andere zijde van het schip opge
steld. Het bedrijf was om twee uur geheel
stilgelegd, zoodat ieder lid van het personeel
ide tewaterlating van de „Tromp", dat ieder
ivoor zijn deel als zijn eigen werk mocht be
schouwen, kon gadeslaan. Naast het perso
neel, juist tegenover de Ifoninklijke tribune,
hadden de leerlingen van de matrozenoplei-
ding van het opleidingsschip „Pollux" een
plaats.
Aan de waterzijde bij het achterschip he
rvond zich de dooptribune. Een met loopers
belegd plankier vormde de verbinding tus-
schen deze tribune en den steiger, waar de
Koninlijke sloep zou aanleggen. De dooptri
bune, die een hoogte had van anderhalve
meter boven den grond, was aan de achter
zijde dicht gemaakt en was van een dak
ivoorzien. Zij was met wit doek bespannen
en het oranje, wit en zwart geschilderde
houtwerk maakte een feestelijken indruk.
Het mechaniek.
Öp "de 'dooptribune bevofiden zich', behal-
[Ve de noodige microfoons, voorbeelden van
ide beschieting in aluminium en van het
meubilair, dat voor de „Tromp" zal worden
gebruikt. Op een tafeltje stond het zilveren
bijltje opgesteld, dat straks, door een slag
met een met zilver beslagen ivoren hamer,
welke voor dergelijke plechtigheden bij do
.Nederlandsche Scheepsbouwmaatschappij
wordt bewaard, een draad zou doorsnijden,
waardoor het schip van de helling zou glij
den.
Eenige weken te voren was men namelijk
begonnen het schip te „onderstoppen", dwz.
had men er de sleden en goten onder ge
bracht, telkens in lengton van 5 tot 8 nie
ter. Over deze lengten zijn dan de kielblok-
ken weggenomen, om plaats te maken voor
de sleden en goten. Deze sleden waren niet
kettingen vast aan het schip verbonden en
zouden dus met het schip te water moeten
glijden. De goten lagen door middel van
trekstangen aan de helling vast.
Tusschen de goten en de sleden had men
een 2V2 c.M. aangebracht, waardoor, als
het schip zich in beweging zou zetten, de
sleden gemakkelijk over de goten zouden
glijden. Dit glijden werd nog verhinderd
door een laatste beletsel, de „klink", die, als
het oogenblik van het van stapel loopen
gekomen zon zijn, zou worden weggeslagen
door een zwaren ram. Deze ram kon door
een valgewicht in beweging worden ge
bracht en dit gewicht kon op zijn beurt
door het doorsnijden van een draad op de
tribune tot vallen worden gebracht. Ook
het leven van de traditioneele champag-
neflesch hing aan denzelfden draad.
Aanwezige autoriteiten.
Op de tribune waren intusschen de au
toriteiten, die de tewaterlating kwamen bij
wonen, gearriveerd. Op de dooptribune za
gen wij Vice-Admiraal T. L. Kruijs. com
mandant der Kon. Marine te Willemsoord.
Vice-Admiraal A. Vos. hoofd der vierde afd.
A. van het departement van Defensie, Dr.
W. de Vlugt, burgemeester van Amsterdam
en president-commissaris der N.V. Nederl.
Scheepsbouw-Maatschappij. F. M. L. Baron
van Geen. gedelegeerd commissaris, Herbert
Cremer, commissaris, mr. D. Crena de
Jongh, commissaris, P. v. Leeuwen Boom
kamp, commissaris, Dr. D. Goedkoop Dzn.
en Ir. H. Goedkoop, directeuren der N.V.
Nederlandsche Scheepsbouw-Maatschappij,
G. P. J. Caspersz, president-commissaris
van Werkspoor N.V., Ir. M. H. Damme, di
recteur van Werkspoor N.V., Ir. M. H. Dam-
me. directeur van Werkspoor N.V.. Kapitein
ter-zee L. A. C. M. Doorman, aangewezen
commandant van de „Tromp', Ir. G. 't,
Hooft, chef bureau Scheepsbouw van het
departement van Defensie: Ir. C. van Dam,
hoofdingenieur bureau Scheepsbouw, de
partement van Defensie, P. Goedkoop Dzn.,
onder-directeur der N.V. Nederlandsche
Scheepsbouw-Maatschappij en Ir. A. H. ten
Broek, hoofdingenieur der N.V. Nederland
sche Scheepsbouw-Mij.
Op de gereserveerde tribune hadden
plaats genomen Zijne Exc. Mr. M. Slin-
genberg, minister van Sociale Zaken, Jhr.
Mr. F. Bcelaerts van Blokland, vice-presi-
dent van den Raad van State, Mr. Dr. A.
Baron Röell. commissaris der koningin in
Noord-Holland, Mr. P. Droogleever For-
tuijn. burgemeester van Rotterdam, Jhr. C.
L. Suchtelen van de Haare. Groot-Officier
van H. M. de Koningin, Jhr. V. E. A. Borecl
van Oldenaller, Opperhofmaarschalk van H.
M. de Koningin, Mr. W. J. Baron van Lvn-
den, Opperkamerheer van H. M. de Ko
ningin, R. A. Baron van Hardenbroek,
Groot-Officier van H. M. de Koningin, R. F.
C. Baron Bentinck, Groot-Officier van H. M.
de Koningin. Jbr. Mr. G. C. W. van Tets
van Goudriaan, directeur van het Kabinet
der Koningin, Jhr. C. E. J. M. Verhei jen,
stalmeester van H. M. de Koningin, Jhr. H.
J. Repelaar van Driel, thesaurier van het
Huis van H. M. de Koningin. E. H. Baron
van Burmania Rengers, dienstdoend Groot
meester van het Huis van H. K. H. Prinses
.Tuliana. J. J. G. Baron van Voorst tot
Voorst, luitenant-generaal, commandant van
het Veldleger, P. W. Best, luitenant-gene
raal, commandant vierde militaire afd., J.
T. Furstner, schout-bij-nacht, L. J. Quant,
vice-admiraal b. d.. Waterschout, met hunne
dames, alsmede de dames der gasten op de
dooptribune.
Aankomst H.M. de Koningin
en Prins Bernhard.
Tegen drie uur zet de havenpolitie het Y
af. Aan den Westerdoksdijk, bij het „Steenen
Hoofd", den vroegeren steiger van de Hol
land Amerikalijn, waar de loodsen glinste-
H.M. de Koningin begeeft zich per konings
sloep naar de werf der Ned. Scheepsbouw
Mij. te Amsterdam, voor de tewaterlating
van den flottieljeleider „Tromp",
ren van een versche laag aluminiumverf,
ligt, aan de kade gemeerd, de uit 1818 da-
teerende koningssloep, de witte galei, met
zijn slanke vormen, welke aan een Veneti-
aanschen gondel herinneren, laat het ver
gulde beeldhouwwerk van zijn rijkelijk ver
sierden boeg in het water spiegelen. Twin
tig matrozen bemannen de sloep. Voor het
eerst na 26 jaar zal het Vorstelijk vaartuig
dat het laatst dienst heeft gedaan bij het
bezoek van president Fallières van Frank
rijk aan ons land, bij een officieele plechtig
heid zijn diensten verrichten.
Op de kade staat een eerewacht van 50
matrozen onder een luitenant ter zee opge
steld.
Even na drie uur draaien eenige auto's
voorafgegaan door motorpolitie, de kade
op. Commando's klinken, de matrozen bren
gen het eeresaluut. Twee maal tien roeispa
nen worden in de Koninklijke sloep gepre
senteerd. H. M. de Koningin, die vergezeld
is van Jonkvrouwe D. van Tets, stapt uit
op de plaats, waar de eerewacht staat op
gesteld, waar zij verwelkomd wordt door
vice-admiraal T. L. Kruijs, commandant der
marine te Willemsoord en den kapitein
luitenant ter zee J. E. Meyer Ranneft.
Een aangename verrassing was het, dat
ook Z.K.H. Prins Bernhard de tewaterlating
bijwoonde. De Prins, die, het marine-uniform
droeg en vergezeld Was van zijn adjudant,
Jhr. Ir. Roëll, had de reis per auto van
Soestdijk met Hare Majesteit medegemaakt.
Toen het publiek den Prins ontdekte, brak
het in een hartelijk gejuich los.
H. M. embarkeert in de koningssloep,
gevolgd door jonkvrouwe D. van Tets, eerste
hofdame, vice-admiraal F. Bauduin, chef
van het militaire huis, luitenant ter zee
eerste klasse Jhr. van Holthe, adjudant, ko
lonel Jhr. de Ionge van Ellemeet, adjudant
en de ordonnansofficier de eerste luitenant
Jhr. van Lawiek van Pabst.
De koningssloep wordt afgezet en lang
zaam trekken de twintig riemen de boot
over 't gladde watervlak. Het is een prach
tig gezicht de slanke witte boot, waar ach
terin, onder een baldakijn, onze Vorstinne
koninklijk troont, op den maatslag der
roeispanen te zien wegglijden, recht in de
richting van de plaats, waar, aan de Noord
zijde van het Y, schuin tegen den oever
klimmend, de romp van harer Majesteits
nieuwste oorlogsbodem zichtbaar is.
Gejuich klinkt op van de schepen, waar
de koninklijke sloep passeert. Handen wui
ven, vlaggen wapperen, fluiten klinken als
groet aan de vorstin. Het is een ware zege
tocht. Geen praalrijtuig evenaart de Ko
ninklijke statigheid van deze boot.
Het is bijna half vier, als de sloep aan
den steiger van de werf aanlegt. Wanneer
H.M. de Koningin en de Prins zich aan land
begeven, zet de marinekapel het Wilhelmus
in en op de dooptribune wordt de Kon.
standaard geheschen. Op de tribunes zingen
allen staande het Wilhelmus) mede. Dan
klinkt luide: „leve de Koningin. Aan den
steiger worden de hooge gasten door de di
rectie van de werf verwelkomd en naar de
tribune geleid. H. M. betreedt dan de doop
tribune. waar zij zich eenigen tijd met de
aanwezigen onderhoudt. Gejuich klinkt
alom.
Thans nadert het moment, dat H. M. het
schip zal te water laten. De heer D. Goed
koop Dzn,, directeur der N. V. Nederland
sche scheepsbouw Maatschappij, verkrijgt
nu het woord. Zich richtend tot H. M.
spreekt hij de volgende woorden:
„Het zij mij veroorloofd namens de com
binatie N. V. Nederlandsche Scheepsbouw
Mij. en werkspoor N.V. Uwe Majesteit onze
zeer groote erkentelijkheid te betuigen voor
de belangstelling die onze bedrijven en hun
ne producten wederom van U mogen onder
vinden.
Het behaagde U in vroegere jaren, de
laatste beletselen weg te nemen voor het
te water laten van het mailschip: „Prinses
Juliana" en van den kruiser „Sumatra" en
tweemaal vereerde U buitendien onze werk
plaatsen met een bezoek.
Deze, Uwe belangstelling, stemt ons uiter
mate dankbaar en zal ons steeds een aan
sporing blijven, te trachten, den naam der
Nederlandsche scheepsbouw industrie in
binnen- en buitenland hoog te houden.
Het is daarom ook heden een gulden blad
zijde in de boeken van scheepsbouw en
werkspoor, dat de eerste Nederlandsche flot
tieljeleider door uwe hand mag worden ge
doopt en aan zijn toekomstig element wor
den toevertrouwd.
De nieuwe aanwinst van Uw vloot zal een
naam dragen, die ons herinnert aan een pe
riode. waarin Holland op de wereldzeeën
geëerd werd en gevreesd.
Het laatste vragen wij niet, maar wij
hebben de overtuiging, dat deze flottielje-
De tewaterlating van den flottieljeleider
„Tromp" bij de Ned. Scheepsbouw Mij. te
Amsterdam. Het oogenblik, waarop het
schip zijn element bereikt.
leider, ontworpen door het bureau scheeps
bouw van het departement van defensie,
alom eerbied zal afdwingen voor de vlag
van Nederland en voor het kunnen van
Nederlandsche officieren en equipage, inge
nieurs en werklieden.
En geheel Nederland mag zich verheugen,
dat zijn werven wederom beter bezet zijn
dan gedurende de laatste jaren het geval
was.
Onze geschiedenis leert ons, dat er steeds
periode's waren in welke aan vernieuwing
en instandhouding van marine, en koopvaar
dijschepen niet die zorg werd of kon wor
den besteed, als wel noodzakelijk was. Dat
waren tijdvakken van achteruitgang, dik
werf door gemis aan vertrouwen en gebrek
aan moed.
Wij prijzen ons gelukkig, dat woord en daad
van Uwe Majesteit, om in de moeilijkste tij
den het vertrouwen niet te verliezen en ons
zelf te blijven, in breeden kring weerklank
heeft gevonden en dat ook 't besef, dat onze
marine zich heeft aan te passen aan de drin
gende behoeften en veranderde omstandig
heden van dezen tijd, meer dan voorheen
levendig werd.
De moeilijkste tijden, die onze lage lan
den doormaakten, waren die, wanneer geen
Oranje ons leidde en de vloot niet paraat
was.
Als zeevarend volk kunnen wij niet zon
der een prima koopvaardijvloot en deze niet
zonder de bescherming van een krachtige
marine.
In de richting, die tot verwezenlijking
hiervan leidt, gaat Holland thans weer, en
hebben het regeerbeleid der
laatste vier jaren gedra
gen. Nooit zag Nederland
gelukkiger samenwerking
tussen rechter- en linker
zijde
dat moet ons allen hoopvol stemmen.
Dat Uwe Majesteit hare belangstelling in
den bouw van de „Tromp" zoo duidelijk
heeft willen toonen, stemt ons diep erkente
lijk en is een zeer groote voldoening voor
allen, die aan den bouw van schip, machines
en onderdeelen hebben mogen medewerken.
Zou ik thans Uwe Majesteit eerbiedig mo
gen verzoeken de laatste beletselen, die de
„Tromp" vasthouden, te willen wegnemen".
Het groote oogenblik.
Het is 5 minuten voor half vier wan
neer H. M. den ivoren hamer ter hand
neemt en de volgende woorden, die door
de luidsprekers over het geheele terrein
worden voortgedragen, spreekt: „Alvorens
dit schip aan zijn element toe te vertrou
wen, wensch ik het den naam te geven
van de beide groote vaderlandsche zeehel
den. Maarten Harpertszoon en Comelis
Tromp. Mogen de opvarenden hun voor
beeld steeds voor oogen houden en onder
welke omstandigheden ook bereid zijn de
eer van onze vlag hoog te houden en het
belang van den Staat te dienen."
Dan slaat de hamer op het zilveren bijl
tje. De doopflesch slaat met een zwaai tegen
denij zeren scheepswand en spat uiteen. Te
gelijkertijd valt het valgewicht en met een
flinke klap wordt het laatste beletsel, de
klink, -die het. schip nog op de helling
houdt, weggeslagen. Er volgen eenige oogen
blikken van intense spanning. Het schip
komt nog niet dadelijk in beweging, doch.
weldra klinkt gejuich: Langzaam komt er
beweging in de ..Tromp", die allengs sneller
en sneller de helling afglijdt en, als hij zich
in zijn element bevindt, zich een weg van
schuim baant over het watervlak. Sirenes
loeien oorverdoovend. Een groot enthousiasi-
me maakt zich van de toeschouwers mees
ter. Gejuich klinkt op, hoeden worden ge
zwaaid. armen wuiven. Kettingen ratelen
en langzaam wordt de „Tromp" „afge
remd". Wanneer het schip tot stilstand is
gekomen en rustig op het water drijft, ko
men zijn slanke vormen nog meer uit.
Een warme zomerzon toovert lichtplassen
om den prijzen romp.
Terwijl aller blikken nog met bewonde
ring op den kleinen oorlogsbodem rusten,
klinken wederom de eerste tonen van het
Wilhelmus. Hare Majesteit en de Prins
nemen afscheid en verlaten de werf.
De Koninklijke Standaard op de dooptri
bune daalt langzaam neer.
Als Vorstin en Prins in de konïngrioep
hebben plaats genomen en de roeiers hen
van den oever wegvoeren, klinkt het ge
juich van de duizenden op de werf hen
na over het zonbeschenen water.
Naar wij vernemen, mag wel met eenige
zekerheid worden aangenomen, dat H. M.
de Koningin of de openingsplechtigheid van
de Jamboree op 31 Juli zal verrichten, dan
wel gedurende de Jamboree 't kamp met
Haar hoog bezoek zal vereeren.
De verwachting werd uitgesproken, dat de
te Vogelenzang vereenigde internationale
jeugd gelegenheid zal krijgen, haar hulde
tijdens een défilé aan ons Prinselijk echt
paar te kunnen betuigen.
De Staatscourant van gisteren bevat de
crisissteunbeschikking '37 (zoetwatervissche-
rij). Daarin wordt ingetrokken de Crisis
steunbeschikking 1936 en bepaald:
Uit het Landbouw-Crisisfonds zal door be
middeling van de Centrale steun worden
verleend aan de visschers onder de voor
waarden en krachtens de regelen, in deze
beschikking vastgesteld.
Uitgekeerd zal worden:
a. Aan visschers, die uitsluitend het zoet-
watervisscherijbedrijf uitoefenen, een bedrag
ten hoogste f 93.50 per visscher;
b. Aan visschers, die de zoetwatervissche-
rij als hoofdbedrijf uitoefenen, een bedrag
van ten hoogste f 55.- per visscher.
Geen steun zal worden uitgekeerd:
a. Aan visschers, die voor steun in aan
merking komen krachtens de crisis-steunbe-
schikking 1937 (drijfwant- en steekvissche-
rij);
b. Aan belanghebbenden in den zin der
Zuiderzeesteunwet, die door den Rijksdienst
ter uitvoering van de Zuiderzeesteunwet zijn
erkend als IJsselmeervisscher.
Man levensgevaarlijk gewond.
Twee ingezetenen van Arnemuiden, G. de
H. en J. F. hebben Zondag oneenigheid ge
kregen. Gisterenmiddag ontmoetten de
twee elkaar weer even buiten de kom der
gemeente, waarbij opnieuw ruzie ontstond.
Hierbij ging de H. den ander met een mes
te lijf, en verwondde hem levensgevaarlijk
aan den hals. Een geneesheer heeft F. ter
plaatse yoorloopig verbonden, waarna het
slachtoffer naar het gasthuis te Middelburg
werd overgebracht.
De officier van justitie te Middelburg is
ter plaatse om een onderzoek in t.e stellen.
De dader heeft zich ter beschikking van de
politie gesteld. Hij beweert geheel uit zelf
verdediging te hebben gehandeld, daar F.
hem met een hamer te lijf wilde gaan.
Voorts vernemen wij nog, dat de H. het
slachtoffer verzocht zou hebben buiten de
kom der gemeente te komen om hem te
spreken.
Drie personen gewond.
Gistermiddag even voor 6 uur, Is op den
Nieboerweg te Den Haag de 31-jarige motor
rijder A. L. K. wonende in de Stuyvesant-
straat vermoedelijk door onoplettendheid, in
gereden op eenige menschen, die zich daar
op den weg bevonden, te weten de 17-jarige
wielrijdster Mej. J. B., wonende Tiengeme-
tenstraat, de 51-jarige wielrijdster Mej. A.
H., wonende aan de Tesselschestraat en een
4-jarig jongetje P. J. de W. uit de Tessel
schestraat. Mej. J. B. bekwam een lichte
hersenschudding en hoofdwonden. Zij is
naar het Roode Kruis Ziekenhuis overge
bracht. Mej. A. H., die eveneens een hersen
schudding opliep werd naar haar woning
vervoerd en het 4-jarige jongetje moest met
gecompliceerde fracturen aan het rechter
onderbeen naar het kinderziekenhuis wor
den overgebracht.
Op 9 Juni a.s.
De bekende Haagsche zedenzaak, waarbij
indertijd eenige hooggeplaatste ambtenaren
betrokken zijn geweest, heeft, naar men zich
zal herinneren, op 2 Maart j.1. voor de Haag-
sche Rechtbank gediend.
Er stonden toen vier menschen terecht,
aan wie het in 248 bis wetboek van straf
recht genoemde misdrijf ten laste was ge
legd. Twee hunner werden voorwaardelijk
veroordeeld, de twee anderen, de chauffeur
C. van der Z. en de kleermaker W. G., wer
den vrijgesproken.
Van beide laatste vonnissen is de officier
van Justitie in hooger beroep gekomen. De
ze zaken zullen op 9 Juni voor het Haag
sche Gerechtshof dienen.