Stadsnieuws Maloïtz, Operette-revu e het raadsel Maandag 24 Mei 1937 Vertooning van de film „Het werkende land" Heldersche Courant Tweede Blad Zomereoncert «Oranje Harmoniekapel Uitbreiding wagenpark Gemeentereiniging ^xS4AJi Als een ijskar kantelt van «Ons Genoegen Möttlinger samenkomst Burgerlijke Stand van Den Helder Licht op voor alle voertuigen tt Uit het politierapport Het terugtrekken van vrijwilligers de tjonge Harten" Aardig idee van den heer Van Twisk. De bij oud en jong bekende heer Van Twisk exploitant, zooals men weet, van de drié plaatselijke bioscopen, had een bijzonder aar dig idee, toen hij het geheele Rialto-theater ter beschikking stelde van het gemeente bestuur. We kennen meer van die spontane invallen van den heer Van Twisk: nu eens was 't het Centraal Genootschap voor Vaean- tiekolonies, dan weder het Roode Kruis of een andere humanitaire instelling, die de vrije be schikking kreeg over „Tivoli" en op die manier aardig de kas wist te versterken Ditmaal was alles gratis en alleen de uitver korenen, die een uitnoodiging hadden gekre gen, profiteerden ervan. Het was onze Burgemeester, die in een hartelijk en geestig speechje, den bezoekers, die Zaterdagavond de filmvoorstelling bijwoon den, verklaarde hoe de vork in den steel zat. De heer Van Twisk namelijk vertoont tot en met Donderdag a.s. de film „Het Werkende Land". Dit is een film, die bedoeld is als documentaire film en die is samengesteld met medewerking van de regeering. Zij bedoelt den toeschouwer een inzicht te geven in werk, dat, hetzij in werkverschaffing, hetzij op andere wijze, met steun van de regeering, is verricht ter bestrijding der werkloosheid. De heer Van Twisk nu, zoo vertelde het de Bur gemeester, was bij Z.Ed. Achtbare gekomen om hem uit te noodigen die voorstelling bij te wonen. „Wel", aldus de Burgemeester, „dat vind ik erg aardig van u, mijnheer van Twisk". En daarbij bleef het toen vooreerst. Haar wat bleek nu achteraf?, dat de heer Van Twisk bedoeld had, dat de Burgemeester op zijn beurt verschillende autoriteiten zou uitnoodigen en daarvoor dan de heele loge ter beschikking kreeg. Ja, dat was prachtig natuurlijk, maar toen puntje bij paaltje kwam, bleek het, dat de loge zelfs met het balkon er bij, te klein zou zijn voor al die invité's. Waarop de heer Van Twisk royaal den ge- heelen schouwburg ter beschikking stelde. „En", zoo klaagde de Burgemeester, „in plaats dat ik hem nu van deze plaats eens hartelijk daarvoor de hand kan drukken, heeft-ie zich verstopt in het donkerste hoekje van Rialto." De Burgemeester haalde in zijn openings woord het bekende werk aan van het echt paar Scharten—Antink, „Littoria". De Schar- tens, moet men weten, wonen in Italië, en zij hebben in dezen roman een beschrijving ge geven van het groote werk, aldaar verricht, van de ontginning der z.g. Pontijnsche moerassen, die thans tot een vruchtbare land streek „Littoria" zijn omgeschapen. „Maar, we hoeven waarlijk niet naar Italië", aldus de Burgemeester, onze eigen Zuiderzeewerken zijn daar ten bewijze dat wij zooiets óók kunnen. Als men zich realiseert, wat in ons land gebeurd is en nog dagelijks plaats heeft, mogen wij trotsch zijn, en dat de heer van Twisk ons in de gelegenheid stelt dit eens te zien, verdient onzen dank en onze erkentelijk heid." Tot zoover de Burgemeester in zijn inleidend woord: was het wonder, dat de nog altijd onvindbare heer van Twisk, een hartelijk applausje kreeg? O, maar de heer van Twisk had nog meer gedaan. „Rialto" is ons mooiste bioscoop theater, maar zelfs hier bleef nog wel wat te wenschen. Zóó allereerst dat vóórdoek. Moet u zien: het oude doek is vervangen door een buitengewoon fraai, goudkleurig doek, door de firma Pander geleverd. En de oude, „gewone" lampen, van hall, foyer en loge, zijn vervangen door een keurige, kunstzinnige verlichting, die een deftig cachet geeft aan het gebouw. „En allemaal vandaag nog aan gebracht, zei de heer van Twisk, niet zonder trots; „de bezoekers van gisterenavond (dat was Vrijdag) hebben den ouden toestand nog gezien." ,,'t Lijkt waarempel wel een feestelijke openingsvoorstelling", zoo liet zich een der bezoekers uit jegens ons. En zoo was het inderdaad. En nu wilt u natuurlijk graag weten wie er al zoo waren Ja, ziet u, 't wou, dat ik het zelf wist: autoriteiten van land- en zeemacht, van de Gemeente natuurlijk, vertegenwoor digers van instellingen op arbeidersgebied, ambtenaren, leeraren, onderwijzers, enz. Thans over de film, Wij zeiden reeds, dat zij bedoeld is als documentaire film, en de strek king heeft den bioscoopbezoeker te laten zien, wat ons land vermag op dit terrein en wat de regeering deed. Zooals de lezer zal weten, is over de waarde dezer film veel kritiek uit geoefend; ook werd het gelaakt, dat zij, juist in deze verkiezingsperiode, wordt vertoond, daar nu de schijn gewekt wordt als zou de regeering hiermede reclame willen maken. Het spreekt vanzelf, dat wij ons onthouden van eenige ap- of depreciatie in dit opzicht. Wat de film als zoodanig betreft: na tuurlijk is zij fragmentarisch en wat hetero geen, dat kan nu eenmaal niet anders. Een film als deze mag niet te lang, en vooral met te eentonig zijn, wil zij blijven boeien. En boeien doet zij zeer zeker. We krijgen eerst een beeld van den to - stand, zooals die aan het begin der crisis was: fabrieken, die gesloten worden, een ha ven met dozijnen opgelegde schepen, ia- brieksschoorsteenen, die doodsch daar s a zonder dat er rookpluimen uitkomen, weer- spoelen, eenzaam en verlaten... handel en mj- le Zomereoncert, te geven door de Oranje Harmonie-kapel, directeur de heer J. J. vv. Hertsworm, op Dinsdag 25 Me Plantsoen. Programma 1. Psalm 150. TTrllSP 2. Marsch. In rij en gelid, Roiëldieu 3. Ouvert. Le Calif de Bagdad, de Boieldieu 4. Walzer: Aan der schonen blauen DonaiE 5. Fant: Les Contes d'Hoffmann, Offenbach. 6. Ouvert: Ein Morgen, Mittag ^dvAguppé 7. Le"Mouhhi de la Foiet Noire, R. Bil^nberrf' 8. Fant.: La Flute euchante A- Moza 9. Marsch: Met gedempte trommelklank, verheid ligt stil. Werkeloozen hangen over roggen of trachten zich op andere wijze be zig te houden, kortom, alles is in neergaande lijn. 500.000 werkloozer. op een bevolking van milhoen, dat is (of was) het trieste beeld van ons land. Dan de opbouw: treinen, die werk'oozen vervoeren naar de Veluwe, waar zij heide kunnen ontginnen, naar Giethoorn, waar moerassen worden afgegraven en drooggelegd, naar het Zindersche veld in Drente, iets dergelijks als Giethoorn, naar staphorst, waar de werkverschaffing produc tief werk verricht inzake ruilverkaveling. Ja, dat was daar een eigenaardige toestand; de grond was daar zeer oneconomisch verka veld: zeer lange, smalle perceelen, die geen gelegenheid boden tot voordeelige bebouwing. Sloten werden afgegraven, greppels gelegd, en de grenzen zóódanig veranderd, dat men nu veel economischers kon verkavelen. Dan zien we een bezoek van Prinses Julana aan de werkverschaffing te Rhoon, een bezoek van minister Slingenberg te Vierhouten, we zienn werkloozen bij den aanleg van natuur parken (Nijmegen bijv. krijgt er nog een sta dion bij), werken in de duinen, het boschplan van Amsterdam, nieuwe vliegvelden in aan- leg, grintafgraving voor vervaardiging van beton en gieten van rioolbuizen, kanaalver betering, o.a. in Twente, normalisatie van de Maasvoorts de verschillende vakcursus sen, ingericht voor werklooze jongeren: auto- herstellen, autogeen lasschen, ook een cursus voor dienstbode. En dan, natuurlijk, de Zui- derzee-inpoldering; het dichten van het laat ste gat in den Afsluitdijk doet alle serines gillen en alle vlaggen wapperen: hoezee voor dit grootsche werk! En met den N.O.-polder bij Urk is alweer aangevangen. Rijks- en provinciale wegenaanleg niet te vergeten: danken wij zelf niet onze prachtigen weg rondom de werf aan deze werkverschaffing? Spoorbruggenwilt u eenige cijfers? Zie hier: 200 millioen werd besteed aan wegen aanleg, 85 millioen aan de kanalisatie van de Maas, 19.5 mill. aan de schutsluis te IJmui- den, 145 mill. aan Spoorwegwerken, 300 aan electriciteitswerken, 542 aan woningbouw, 26 aan bruggenbouw, en 380 mill. is nog in uit voering. Dit zijn maar een paar cijfers: wij zouden zeggen, gaat u zelf de film zien, dan kunt u oordeelen of de kritiek al dan niet juist is. Wij zijn hiermede aan het eind van ons ver slag gekomen: boven en behalve deze regee- ringsfilm kregen we nog een interessant stuk van de Engelsche kroningsfilm. Duidelijk zien wij den Koning en de Ko ningin in de gouden koets, wij zien de kro ning en hoe de vorst, gekroond, en met scep ter en staf in de hand, door de kerk schrijdt; wij zien de overvolle straten, we zien de twee aardige prinsesjes in hun koets; ze komen oogen tekort om al die pracht en praal te zien; we zien de koninklijke familie op het balkon van het paleisook dit is, zeer interessant. Een interessant journaal, een geestig tee kenfilmpje, gingen vooraf; een geestige, iet wat „Amerikaansch" getinte klucht „Geluks kinderen", besloot dezen avond. Denkt u er dus om: tot en met Donderdag avond is dit programma nog in Rialto. De dienst van de Gemeentereiniging heeft weer een uitbreiding ondergaan: van heden af is n.1. een nieuwe auto in dienst gesteld. In 1929 werd de eerste auto aan geschaft ter vervanging van de paarden- tractie en thans, dus ongeveer 8 jaar later, telt het park al 13 wagens! De uitbreiding waarvan hier sprake is, is een ongeveer 8 meter lange wagen voor het op halen van vuilnis uit de wijken, die buiten het gewone verband vallen. Het is een eenvoudige, maar oersterke en degelijke auto, waarvan de 4-cylinderige motor, die een energie van 60 pk ontwikkelt, benevens de cabine en het chassis door de bekende Saucer-fabrieken (Zwitser land) geleverd en door de N.V. Auto-Palace te Den Haag geïmporteerd. De opbouw van den wagen is geheel naar ontwerp van den direc teur van den Reinigingsdienst, den heer P. H. L. Maas, uitgevoerd door den dienst zelf. Dit is een opmerkelijke prestatie, omdat diverse moeilijkheden overwonnen moesten worden. De opbouw bestaat uit 2 groote bakken, die te zamen een capaciteit hebben van 8 kubieke meter, hetgeen ruim tweemaal zooveel is als bij de'oudere in gebruik zijnde wagens. Het is duidelijk, dat hier een groot voordeel aan ver bonden is, want men hoeft nu niet zoo dikwijls te storten, hetgeen bezuinigt op het benzine verbruik. De constructie verraadt een bekwame hand en een gezond .verstand van den ontwer per Men zie maar eens hoe practisch het stor ten kan geschieden, '""hoe de verbindingen on derling tot stand zijn gebracht, waardoor het geheel een zeer securen indruk maakt. Het schuifkleppensysteem een uitvinding van den heer Maas van ouderen datum is natuurlijk ook hier toegepast, zooals trouwens bij alle in Nederland in gebruik zijnde reinigings-auto's. Het voordeel van dit systeem is, dat slechts de kleppen aan één zijde van den wagen open kunnen waardoor vermeden wordt, dat het vuil door den wind uit de bak (ken) geslierd wordt. Zoo vinden wij tal van technische meuwig- heidjes in toepassing gebracht, ook aan die deelen van den wagen, welke niet door den dienst vervaardigd werden. Het schilderwerk is weer „eigen", de praktijk heeft geleerd, dat de veiligheid zeer gediend is door de lichte be schildering van den achterkant van de auto's. Het totale gewicht van den wagen is 5200 kg (leeg), maximum-snelheid 70 km (welke lang niet noodig is), terwijl een bedrag van ongeveer 8500 gulden met den aanschaf ge moeid was. Een heele uitgaaf dus, maar zooals ook de rioolzuiger, die eenige duizend°n meer o-ekost heeft, bewezen heeft, dat de grootte van de uitgaaf opweegt tegen het rendement van den wagen, zoo zal het ook, naar de heer Maas verwacht, ook met deze auto het geval zijn. Zaterdagmidag, te omstreeks 4 uur, kwam uit de fietsenstalling op het Stationsplein een der ijs-vehikels van den heer Jongepier rijden. Genoemd vehikel werd door zijn bestuurder getracht om den hoek Stationsplein-Parallel weg te krijgen, doch het bleef vooreerst bij een poging: de fiets kantelde namelijk en zoo wel ijs als wafels decoreerden den grond. Hetgeen een onaangename historie voor den eigenaar was. v Auteur:,, Wat maakt den meesten indruk op U van mijn boeken?" Criticus: „Dat zij gekocht worden en blijk baar gelezen." Wat wij voor niet mogelijk verondersteld hadden is dan toch mogelijk gebleken: het geëindigde seizoen en de eerste zomerwarmte waren geen beletselen om een vrijwel geheel gevuld Casino eenige uren te bezorgen, welke deels gewijd waren aan de zwarte kunst van het fenomeen Maloïtz en deels aan Bert van Dongen, den populairen zanger, die men maanden achtereen als refreinzanger bij de V.A.R.A. heeft beluisterd en gisteravond in levende lijve voor zich zag. Het is een avond geworden, prettiger dan wij dien in geruimen tijd meegemaakt heb ben: een avond, die iedereen niet alleen tevreden stelde, maar hen boordevol gedach ten geladen huiswaarts deed keeren. Met ge dachten aan de wondere zaken die de kosmos nog steeds bezit en die de doorsnee-mensch niet bevroeden kan. Maloïtzmet flair gepresenteerd door den conférencier Diederichs, had in minder dan een oogenblik zijn volkje te pakken. En toen het zoover was, volgde de rest met een Schwung en een gemak, dat men er versteld van stond. Het eene experiment volgde de andere fantastische proef en telkens was het een open doekje als dank voor het waarlijk buitengewone wat deze telepaath presteerde. Daar werden ontelbare opdrachten samen gesteld door het publiek. De een al moeilijker dan de andere. Maar er bleek er géén te zijn die Maloïtz in verlegenheid bracht en het meerendeel werd zelf met waarlijk verbluf fende snelheid ten uitvoer gebracht. En men verzinde van alles en nog wat, en men keek z'n oogen uit, want zóó iets had men in langen tijd nog niet beleefd en men was dankbaar. Zelf zéér dankbaar, wat ook voor iemand als Maloïtz prettig is Na de pauze kwamen het blindlezen en andere psychometrische raadselen en steeg het enthousiasme tot ongekende hoogte. En verdiend, want zelden zag men een duizendr kunstenaar met zóóveel beschaving, met zóó veel vlotheid en met zooveel kennis van de Qnzichtbare dingen die ons omringen. Bert van Dongen. Maar behalve Maloïtz was daar Bert van Dongen en wij schreven het reeds, Bert kreeg Nieuwediep aan z'n voeten. En ook dit succes was een wei-verdiend, want deze jonge zanger bezit naast een op merkelijk orgaan een voordracht, die hem direct in de algemeene gratie doet vallen. Zijn imitaties van Davids en Derby en last not least van Chevallier zijn meesterlijk en met name dat fijne „Valentine" van den laatste kreeg een uitbundig applaus. Bert zong een vrij groot repertoire, maar het bleek belangrijk te klein, ook na het geven van zijn encore en dat is toch eigenlijk de grootste lof, dien men dezen jongen kerel met zijn een belofte inhoudende stem en zijn pit tige voordracht, kan toezwaaien. En tenslotte: ook de heer Dieterichs heeft zich verdienstelijk gemaakt als conférencier van dezen prettigen avond en witzen ge pleegd, die menigmaal de zaal tot daverende lach-explosies brachten. Een woord van lof voor Nico Visser, die vrijwel improviseerend zoowel Bert van Don gen als Dieterichs moest accompagneeren en dat deed op bijzonder correcte wijze. Zoodat ook hij zijn aandeel in al de vreugde van deze zemer-uitvoering had. 13 Juni reprise. Dat deze avond inderdaad op bijzondere wijze succes sorteerde, blijkt wel uit het feit, dat de ,,Casino"-directie nog den zelfden avond het besluit nam, zoowel de heer Maloïtz als de populaire Bert van Donken binnenkort weer te engageeren. Dit zal zijn Zondag 13 Juni a.s. en wij zijn er van overtuigd, dat velen deze reprise hoogelijk zullen waardeeren. Met verwijzing naar een in dit nummer voorkomende advertentie verzoekt men ons opname van het volgende: Geldt voor uw geestelijk leven: „Wij willen blijven die wij zijn" Maar dan kan in uw leven niets ten goede veranderd worden. De Möttlinger samenkomsten, zooals er morgen, Dinsdagavond, weer een door Ds. Lugtigheid wordt geleid, leggen het accent juist op de verandering van den mensch. Niet meer te leven uit geloof in zichzelf, maar uit geloof in God. De bijeenkomst begint 8.15 u.; er is na afloop gelegenheid persoonlijk met Ds. Sillevis Smith te spreken. De toegang is vrij. van 22 Mei 1937. BEVALLEN: M. de Witvan de Vaart, z.; P. WagemakerSlump, z. Maandag 24 Mei 21.32 uur Het werk van bijna vijf jaren door den heer Krijgsman tot een revue geformeerd. Het was een verheugend feit, dat wij Zater dagavond konden constateeren, dat de Musis- zaal, ondanks het vergevorderde seizoen, uit stekend gevuld was. Dit is zeker in de eerste plaats te danken aan den buitengewoon ge slaagden avond, die „Ons Genoegen" in Fe bruari j.1. gaf. Het is prettig, vooral ook voor den direc teur, den heer Krijgsman, die zich op zoo'n idealistische wijze aan dit werk voor de jeugd wijdt, dat het publiek tenminste blijk geeft van belangstelling, nog daargelaten dat men zich voor weinig geld een.geheelen avond uit stekend amuseert. Voor de kinderen zelf zijn deze avonden een waar genoegen. Als men ziet met hoeveel en thousiasme de kleinen zich geven en geheel opgaan in het spel, dan is het haast niet te begrijpen, dat niet alle ouders hun kinderen lid laten worden van „Ons Genoegen". Niet echter beteekenen repetities en uitvoeringen voor de kleinen alleen een genoegen, maar in de eerste plaats leeren zij zich vrij bewegen, bevinden zij zich in een beschaafde omgeving, wordt er gelet op hun uitspraak en wordt vooral het saamhoorigheidsgevoel aange kweekt, dat voor het latere leven onmisbaar is. Het is de heer Boogaard, die de aanwezigen namens bestuur, leider en kinderen van „Ons- Genoegen" van harte welkom heet en hoopt, dat een ieder zich dezen avond mag amusee ren. De voorzitter wekt de aanwezigen op om donateur te worden van de vereeniging en op die manier iets bij te dragen in de vele kosten, die nu eenmaal verbonden zijn aan dit werk. Verder wijst hij op het ontzaglijke werk, dat de heer Krijgsman gehad heeft bij de samenstelling van deze revue. Muziek en par tijen van bijna vijf jaren moesten worden doorgeloopen, terwijl tusschen de diverse scènes door zich scheppingen van den direc teur zelf bevinden, zoo is bw. het laatste ge deelte en wel „Het lied van de Klokken", een compositie van den heer Krijgsman. En dan wordt een aanvang gemaakt met de opvoering. Tusschen de bedrijven door is het Clio, de Fee, die een overzicht geeft "van'de komende gebeurtenissen en aldus de geschiedenis ver telt van een vereeniging die begin van het volgende jaar haar eerste lustrum zal vieren. In het begin van het eerste bedrijf haperde het hier en daar nog al eens, maar spoedig waren de kleintjes er in, en het tweede bedrijf ging zelfs heel goed. Als begin wordt door het koor een wel komstlied gezongen, aangekondigd door Clio, waarna wordt overgegaan tot opvoering van een gedeelte van de St. Nicolaas-Cantate, die in November 1932 door de vereeniging werd opgevoeid. Op dezelfde wijze krijgen we korte uittrek sels uit verschillende operettes, die allen, zonder uitzondering op een hoog peil staan. Het werk van de kleintjes was, dank zij de leiding, waarvan mevr. MoréeDol als pianiste een heel belangrijk aandeel had, daar zij door haar uitstekende begeleiding de kinderen als het ware dwong tot beginnen, buitengewoon aardig. De soli waren zwak en soms een weinigje valsch, maar het koor was uitmuntend. Wij willen nog een enkel woord wijden aan het laatste gedeelte van deze revue-operette en wel „Het lied van de klokken". Deze vin ding van den heer Krijgsman getuigde van het feit, dat hij niet alleen een goed musicus is, maar ook, dat hij in staat is, zoo noodig, het schrijven van een gansche operette voor zijn rekening te nemen. De compositie was uitstekend, het rhythme van het uurwerk was overal terug te vinden, terwijl het bim-bam, van den zwaren torenklok, een bijna plech tige weergave was. De heer Polak had, hoe kan het ook an ders, natuurlijk weer eveneens zijn medewer king gegeven en de dans die tijdens dit „lied van de klokken" werd uitgevoerd was een alleraardigste vinding. Al met al was het over twaalven gewor den, toen de heer Boogaard, de voorzitter, op spontane wijze den heer Krijgsman en verder alle medewerkenden bedankte. Mevr. Morée Dol en mej. Hoek, die de leiding achter de coulissen had, werden bloemen overhandigd. Er volgde natuurlijk een verloting en dit keer met een hoofdprijs, die noemenswaard is en .wel een jacht, dat door een kindervriend was gemaakt en aan „Ons Genoegen" ge schonken. Een gezellig bal besloot dezen avond. De wjjde wereld in. Een tweetal minderjarige jongelui, respec tievelijk uit Haarlem en Axel afkomstig, waarvan de opsporing was verzocht, zijn door de politie aangehouden en zullen vandaag op transport naar hun woonplaats gesteld wor den. Poging tot diefstal. Een bewoner van den Singel deed aangifte, dat een hem onbekend persoon trachtte een glazen bak, die op zijn erf stond, mee te nemen. De eigenaar betrapte den man, maar deze kon zich uit de voeten maken. Door de politie wordt een onderzoek ingesteld. Vechtpartij. Gisterenavond werd door een caféhouder in de Spoorstraat de hulp van de politie inge roepen, daar een aantal personen in zijn lokaal aan het vechten waren geslagen. Toen de politie arriveerde was het vuur van den strijd reeds gebluscht. De vechtlustigen werden uit het café verwijderd. Aanrijding. Een bewoner van den Ruijghweg deed aan gifte, dat hij gisterenavond, toen hij met zijn wagen in het Julianapark stil stond, door een auto, die achteruit reed, dusdanig werd aan gereden, dat de achterkant van zijn wagen werd beschadigd. Fiets gestolen. Een fiets, die in het Julianapark onbeheerd door den eigenaar was achtergelaten, bleek bij de terugkomst van dezen ontvreemd te zijn. Tot nog toe zijn de pogingen,' die Engeland heeft aangewend voor een beëindiging van den burgerkrijg in Spanje, op niets uitgeloo- pen. De strijd werd voortgezet met dezelfde gruwelijkheid, waarmee ze van het begin af gevoerd is. Slechts de toezending van oorlogs middelen en van „vrijwilligers" is na het in werkking treden van de non-interventie ge staakt of althans tot een zeer gëringen om vang beperkt, omdat tenslotte geen enkele mogendheid voor het oog van de wereld het schuldig over zich wenschte uitgesproken te zien. Engeland, dat de Spaansche kwestie zeer nauw aan het hart ligt, heeft verschillende mogelijkheden overwogen, die een eind aan het bloedige drama zou kunnen maken. Een mogelijkheid daartoe was het terugtrekken van de „vrijwilligers" en het sluiten van een wapenstilstand. De Engelsche regeering heeft nu opnieuw een poging aangewend om dit doel te bereiken en wel om, door midel van haar diplomatieke vertegenwoordigers in de verschillende hoofdsteden inlichtingen te laten inwinnen over de mogelijkheid van een wapen stilstand. Deze wapenstilstand zou dan gebruikt wor den om de buitenlandsche vrijwilligers terug te roepen, terwijl de hoop gekoesterd wordt, dat wanneer het eenmaal zoover gekomen is, dat men de wapens neerlegt, men ze niet meer op zal nemen. De „Nw. Rott. Crt." schreef, naar aanlei ding van deze poging o.m.: De gedachte, op deze wijze een einde te maken aan den Spaanschen burgeroorlog, ver dient, waar het verkrijgen van een beslissing op het gevechtsterrein voorloopig nog uitge sloten lijkt, alle aanbeveling en steun. Al zal de non-interventie-commissie hier voor heel groote moeilijkheden komen te staan. Want de beide partijen zullen heel wat begrijpelijk wantrouwen hebben en deugdelijke garanties verlangen, dat ook van het andere kamp uit het vertrek plaats vindt. Om nu nog maar te zwijgen van de vele manieren, waarop derge lijke bepalingen ontdoken kunnen worden, waaronder bijv. het geven van de Spaansche nationaliteit. Reeds hebben Frankrijk en België zich ach ter het Englesche voorstel geschaard. De groote moeilijkheid is evenwel ook Italië er voor te vinden, want het optimisme, in ons nummer van Zaterdag naar voren gekomen, is alweer teniet gedaan door het onvriendelijk commentaar in .de Italiggjisehe pers en het zwijgen bvér liet Britsche voorstel in officiee'le kringen. Het Engelsche initiatief, hoe verheugd men er. ook over mag zijn, is nog lang niet voor uitvoering vatbaar. Maar toch, we blijven hopen, dat men de dwaasheid van de onder neming in Spanje nog zal zien en den weg zal vinden om terug te keeren, al is de schade, door' dezen broederkrijg veroorzaakt, ook on herstelbaar. Bij de intellect-voorstelling van Zondagmorgen. De Zondagmorgen bracht warmte en zon en zomer en dus was het niet zoo heel ver wonderlijk, dat de intellectueele gelederen angstig gedund bleken, toen om half 11 een aanvang gemaakt werd. met het program in het Rialto-theater. De hoofdschotel werd ge vormd door het reeds geruimen tijd geleden vervaardigde filmwerk„Jonge Harten", op genomen bij onze overburen op Texel en dat het vorige jaar nogal roering gebracht heeft m de gemoederen van het Nederlandsche filmers-corps. Bij een nabetrachting over deze „proef" (want een proef is het) is het ons niet mogelijk over de geheele linie enthousiast te zijn. Met name het filmisch verhaal zit maar zwak in elkaar en is eigenlijk maar een aan- eenschakelijk van lukraak tezaamgeflanste vondsten, waarvan de een nu en dan iets aardiger is dan de ander, doch die goeddeels op geen bijster origineel niveau staan. Dit is jammer, zéér jammer zelfs, want o.i. lijkt het vervaardigen van een geschikte story ons een beduidend lichtere opdracht, dan het scheppen van de entourage, den geest, en het rhythme. En zoo is men dus gedwongen deze „Jonge Harten" in een geslaagd en een minder ge slaagd deel te splitsen, doch waarvan het eerste alle reden tot vertrouwen in een der gelijk nog eens te herhalen experiment stelt en waarbij men dan wellicht het genoegen zal hebben de wijze les uit de gemaakte onjuist heden te aanschouwen. Maar laat het ons hebben over al datgene wat wèl geslaagd is in deze film. Over den frisschen geest, die dit alles doorwaait, over het materiaal, wat deze jonge regisseurs Van der Linden en Josephson op Texel vonden en waarmede zij wisten te woekeren, tientallen van keeren. Men ziet d'eze gedeelten en men kan er van genieten. Tenminste.indien het schoone spel van drijvende wolken langs een azuren hemelkoepel U iets te zeggen heeft, als men begrijpt hoe jonge menschen op het schuimen de Noordzeewater reageeren, als men oog heeft voor de reactie van vroeg-zomer op de harten van de jeugd. Daar zijn prachtige details in deze film: buitengewoon goed-geslaagde tegenlichtop- namen, en herhaaldelijk mochten wij er den camera-man op betrappen, dat hij een kenne lijke verliefdheid in zijn métier demonsteerde. Dan creëerde hij van dat schoone Texel een eiland van louter gelukkige menschen, dan ziet men deze zee en deze wolken en deze achter het helm wuivende duinen, in hun volle schoonheid en begrijpt men, hoe gelukkig jonge harten kunnen zijn, die voor enkele dagen een razend geworden maatschappij ontvluchtten. Zóó is deze film geslaagd, en zóó geeft zij hoop voor de toekomst,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 5