Stadsnieuws
Maloïtz,
Operette-revu e
het raadsel
Maandag 24 Mei 1937
Vertooning van de film
„Het werkende land"
Heldersche Courant
Tweede Blad
Zomereoncert
«Oranje Harmoniekapel
Uitbreiding wagenpark
Gemeentereiniging
^xS4AJi
Als een ijskar kantelt
van «Ons Genoegen
Möttlinger samenkomst
Burgerlijke Stand van Den Helder
Licht op voor alle voertuigen
tt
Uit het politierapport
Het terugtrekken van
vrijwilligers
de
tjonge Harten"
Aardig idee van den heer Van Twisk.
De bij oud en jong bekende heer Van Twisk
exploitant, zooals men weet, van de drié
plaatselijke bioscopen, had een bijzonder aar
dig idee, toen hij het geheele Rialto-theater
ter beschikking stelde van het gemeente
bestuur. We kennen meer van die spontane
invallen van den heer Van Twisk: nu eens
was 't het Centraal Genootschap voor Vaean-
tiekolonies, dan weder het Roode Kruis of een
andere humanitaire instelling, die de vrije be
schikking kreeg over „Tivoli" en op die
manier aardig de kas wist te versterken
Ditmaal was alles gratis en alleen de uitver
korenen, die een uitnoodiging hadden gekre
gen, profiteerden ervan.
Het was onze Burgemeester, die in een
hartelijk en geestig speechje, den bezoekers,
die Zaterdagavond de filmvoorstelling bijwoon
den, verklaarde hoe de vork in den steel zat.
De heer Van Twisk namelijk vertoont tot en
met Donderdag a.s. de film „Het Werkende
Land". Dit is een film, die bedoeld is als
documentaire film en die is samengesteld met
medewerking van de regeering. Zij bedoelt
den toeschouwer een inzicht te geven in werk,
dat, hetzij in werkverschaffing, hetzij op
andere wijze, met steun van de regeering, is
verricht ter bestrijding der werkloosheid. De
heer Van Twisk nu, zoo vertelde het de Bur
gemeester, was bij Z.Ed. Achtbare gekomen
om hem uit te noodigen die voorstelling bij
te wonen. „Wel", aldus de Burgemeester,
„dat vind ik erg aardig van u, mijnheer van
Twisk". En daarbij bleef het toen vooreerst.
Haar wat bleek nu achteraf?, dat de heer
Van Twisk bedoeld had, dat de Burgemeester
op zijn beurt verschillende autoriteiten zou
uitnoodigen en daarvoor dan de heele loge ter
beschikking kreeg. Ja, dat was prachtig
natuurlijk, maar toen puntje bij paaltje kwam,
bleek het, dat de loge zelfs met het balkon
er bij, te klein zou zijn voor al die invité's.
Waarop de heer Van Twisk royaal den ge-
heelen schouwburg ter beschikking stelde.
„En", zoo klaagde de Burgemeester, „in
plaats dat ik hem nu van deze plaats eens
hartelijk daarvoor de hand kan drukken,
heeft-ie zich verstopt in het donkerste hoekje
van Rialto."
De Burgemeester haalde in zijn openings
woord het bekende werk aan van het echt
paar Scharten—Antink, „Littoria". De Schar-
tens, moet men weten, wonen in Italië, en zij
hebben in dezen roman een beschrijving ge
geven van het groote werk, aldaar verricht,
van de ontginning der z.g. Pontijnsche
moerassen, die thans tot een vruchtbare land
streek „Littoria" zijn omgeschapen. „Maar,
we hoeven waarlijk niet naar Italië", aldus
de Burgemeester, onze eigen Zuiderzeewerken
zijn daar ten bewijze dat wij zooiets óók
kunnen.
Als men zich realiseert, wat in ons land
gebeurd is en nog dagelijks plaats heeft,
mogen wij trotsch zijn, en dat de heer van
Twisk ons in de gelegenheid stelt dit eens te
zien, verdient onzen dank en onze erkentelijk
heid."
Tot zoover de Burgemeester in zijn inleidend
woord: was het wonder, dat de nog altijd
onvindbare heer van Twisk, een hartelijk
applausje kreeg?
O, maar de heer van Twisk had nog meer
gedaan. „Rialto" is ons mooiste bioscoop
theater, maar zelfs hier bleef nog wel wat te
wenschen. Zóó allereerst dat vóórdoek. Moet
u zien: het oude doek is vervangen door een
buitengewoon fraai, goudkleurig doek, door
de firma Pander geleverd. En de oude,
„gewone" lampen, van hall, foyer en loge,
zijn vervangen door een keurige, kunstzinnige
verlichting, die een deftig cachet geeft aan
het gebouw. „En allemaal vandaag nog aan
gebracht, zei de heer van Twisk, niet zonder
trots; „de bezoekers van gisterenavond (dat
was Vrijdag) hebben den ouden toestand nog
gezien."
,,'t Lijkt waarempel wel een feestelijke
openingsvoorstelling", zoo liet zich een der
bezoekers uit jegens ons. En zoo was het
inderdaad.
En nu wilt u natuurlijk graag weten wie
er al zoo waren Ja, ziet u, 't wou, dat ik het
zelf wist: autoriteiten van land- en zeemacht,
van de Gemeente natuurlijk, vertegenwoor
digers van instellingen op arbeidersgebied,
ambtenaren, leeraren, onderwijzers, enz.
Thans over de film, Wij zeiden reeds, dat zij
bedoeld is als documentaire film, en de strek
king heeft den bioscoopbezoeker te laten zien,
wat ons land vermag op dit terrein en wat
de regeering deed. Zooals de lezer zal weten,
is over de waarde dezer film veel kritiek uit
geoefend; ook werd het gelaakt, dat zij, juist
in deze verkiezingsperiode, wordt vertoond,
daar nu de schijn gewekt wordt als zou de
regeering hiermede reclame willen maken.
Het spreekt vanzelf, dat wij ons onthouden
van eenige ap- of depreciatie in dit
opzicht. Wat de film als zoodanig betreft: na
tuurlijk is zij fragmentarisch en wat hetero
geen, dat kan nu eenmaal niet anders. Een
film als deze mag niet te lang, en vooral met
te eentonig zijn, wil zij blijven boeien. En
boeien doet zij zeer zeker.
We krijgen eerst een beeld van den to -
stand, zooals die aan het begin der crisis
was: fabrieken, die gesloten worden, een ha
ven met dozijnen opgelegde schepen, ia-
brieksschoorsteenen, die doodsch daar s a
zonder dat er rookpluimen uitkomen, weer-
spoelen, eenzaam en verlaten... handel en mj-
le Zomereoncert, te geven door de Oranje
Harmonie-kapel, directeur de heer J. J. vv.
Hertsworm, op Dinsdag 25 Me
Plantsoen.
Programma
1. Psalm 150. TTrllSP
2. Marsch. In rij en gelid, Roiëldieu
3. Ouvert. Le Calif de Bagdad, de Boieldieu
4. Walzer: Aan der schonen blauen DonaiE
5. Fant: Les Contes d'Hoffmann, Offenbach.
6. Ouvert: Ein Morgen, Mittag ^dvAguppé
7. Le"Mouhhi de la Foiet Noire, R. Bil^nberrf'
8. Fant.: La Flute euchante A- Moza
9. Marsch: Met gedempte trommelklank,
verheid ligt stil. Werkeloozen hangen over
roggen of trachten zich op andere wijze be
zig te houden, kortom, alles is in neergaande
lijn. 500.000 werkloozer. op een bevolking van
milhoen, dat is (of was) het trieste beeld
van ons land. Dan de opbouw: treinen, die
werk'oozen vervoeren naar de Veluwe, waar
zij heide kunnen ontginnen, naar Giethoorn,
waar moerassen worden afgegraven en
drooggelegd, naar het Zindersche veld in
Drente, iets dergelijks als Giethoorn, naar
staphorst, waar de werkverschaffing produc
tief werk verricht inzake ruilverkaveling. Ja,
dat was daar een eigenaardige toestand; de
grond was daar zeer oneconomisch verka
veld: zeer lange, smalle perceelen, die geen
gelegenheid boden tot voordeelige bebouwing.
Sloten werden afgegraven, greppels gelegd,
en de grenzen zóódanig veranderd, dat men
nu veel economischers kon verkavelen. Dan
zien we een bezoek van Prinses Julana aan
de werkverschaffing te Rhoon, een bezoek
van minister Slingenberg te Vierhouten, we
zienn werkloozen bij den aanleg van natuur
parken (Nijmegen bijv. krijgt er nog een sta
dion bij), werken in de duinen, het boschplan
van Amsterdam, nieuwe vliegvelden in aan-
leg, grintafgraving voor vervaardiging van
beton en gieten van rioolbuizen, kanaalver
betering, o.a. in Twente, normalisatie van de
Maasvoorts de verschillende vakcursus
sen, ingericht voor werklooze jongeren: auto-
herstellen, autogeen lasschen, ook een cursus
voor dienstbode. En dan, natuurlijk, de Zui-
derzee-inpoldering; het dichten van het laat
ste gat in den Afsluitdijk doet alle serines
gillen en alle vlaggen wapperen: hoezee voor
dit grootsche werk! En met den N.O.-polder
bij Urk is alweer aangevangen. Rijks- en
provinciale wegenaanleg niet te vergeten:
danken wij zelf niet onze prachtigen weg
rondom de werf aan deze werkverschaffing?
Spoorbruggenwilt u eenige cijfers? Zie
hier: 200 millioen werd besteed aan wegen
aanleg, 85 millioen aan de kanalisatie van de
Maas, 19.5 mill. aan de schutsluis te IJmui-
den, 145 mill. aan Spoorwegwerken, 300 aan
electriciteitswerken, 542 aan woningbouw, 26
aan bruggenbouw, en 380 mill. is nog in uit
voering.
Dit zijn maar een paar cijfers: wij zouden
zeggen, gaat u zelf de film zien, dan kunt u
oordeelen of de kritiek al dan niet juist is.
Wij zijn hiermede aan het eind van ons ver
slag gekomen: boven en behalve deze regee-
ringsfilm kregen we nog een interessant stuk
van de Engelsche kroningsfilm.
Duidelijk zien wij den Koning en de Ko
ningin in de gouden koets, wij zien de kro
ning en hoe de vorst, gekroond, en met scep
ter en staf in de hand, door de kerk schrijdt;
wij zien de overvolle straten, we zien de twee
aardige prinsesjes in hun koets; ze komen
oogen tekort om al die pracht en praal te
zien; we zien de koninklijke familie op het
balkon van het paleisook dit is, zeer
interessant.
Een interessant journaal, een geestig tee
kenfilmpje, gingen vooraf; een geestige, iet
wat „Amerikaansch" getinte klucht „Geluks
kinderen", besloot dezen avond.
Denkt u er dus om: tot en met Donderdag
avond is dit programma nog in Rialto.
De dienst van de Gemeentereiniging
heeft weer een uitbreiding ondergaan: van
heden af is n.1. een nieuwe auto in dienst
gesteld. In 1929 werd de eerste auto aan
geschaft ter vervanging van de paarden-
tractie en thans, dus ongeveer 8 jaar later,
telt het park al 13 wagens!
De uitbreiding waarvan hier sprake is, is een
ongeveer 8 meter lange wagen voor het op
halen van vuilnis uit de wijken, die buiten het
gewone verband vallen. Het is een eenvoudige,
maar oersterke en degelijke auto, waarvan de
4-cylinderige motor, die een energie van 60 pk
ontwikkelt, benevens de cabine en het chassis
door de bekende Saucer-fabrieken (Zwitser
land) geleverd en door de N.V. Auto-Palace te
Den Haag geïmporteerd. De opbouw van den
wagen is geheel naar ontwerp van den direc
teur van den Reinigingsdienst, den heer P. H.
L. Maas, uitgevoerd door den dienst zelf. Dit
is een opmerkelijke prestatie, omdat diverse
moeilijkheden overwonnen moesten worden. De
opbouw bestaat uit 2 groote bakken, die te
zamen een capaciteit hebben van 8 kubieke
meter, hetgeen ruim tweemaal zooveel is als
bij de'oudere in gebruik zijnde wagens. Het is
duidelijk, dat hier een groot voordeel aan ver
bonden is, want men hoeft nu niet zoo dikwijls
te storten, hetgeen bezuinigt op het benzine
verbruik. De constructie verraadt een bekwame
hand en een gezond .verstand van den ontwer
per Men zie maar eens hoe practisch het stor
ten kan geschieden, '""hoe de verbindingen on
derling tot stand zijn gebracht, waardoor het
geheel een zeer securen indruk maakt. Het
schuifkleppensysteem een uitvinding van den
heer Maas van ouderen datum is natuurlijk
ook hier toegepast, zooals trouwens bij alle in
Nederland in gebruik zijnde reinigings-auto's.
Het voordeel van dit systeem is, dat slechts
de kleppen aan één zijde van den wagen open
kunnen waardoor vermeden wordt, dat het
vuil door den wind uit de bak (ken) geslierd
wordt.
Zoo vinden wij tal van technische meuwig-
heidjes in toepassing gebracht, ook aan die
deelen van den wagen, welke niet door den
dienst vervaardigd werden. Het schilderwerk
is weer „eigen", de praktijk heeft geleerd, dat
de veiligheid zeer gediend is door de lichte be
schildering van den achterkant van de auto's.
Het totale gewicht van den wagen is 5200
kg (leeg), maximum-snelheid 70 km (welke
lang niet noodig is), terwijl een bedrag van
ongeveer 8500 gulden met den aanschaf ge
moeid was. Een heele uitgaaf dus, maar zooals
ook de rioolzuiger, die eenige duizend°n meer
o-ekost heeft, bewezen heeft, dat de grootte van
de uitgaaf opweegt tegen het rendement van
den wagen, zoo zal het ook, naar de heer Maas
verwacht, ook met deze auto het geval zijn.
Zaterdagmidag, te omstreeks 4 uur, kwam
uit de fietsenstalling op het Stationsplein een
der ijs-vehikels van den heer Jongepier rijden.
Genoemd vehikel werd door zijn bestuurder
getracht om den hoek Stationsplein-Parallel
weg te krijgen, doch het bleef vooreerst bij
een poging: de fiets kantelde namelijk en zoo
wel ijs als wafels decoreerden den grond.
Hetgeen een onaangename historie voor den
eigenaar was. v
Auteur:,, Wat maakt den meesten indruk
op U van mijn boeken?"
Criticus: „Dat zij gekocht worden en blijk
baar gelezen."
Wat wij voor niet mogelijk verondersteld
hadden is dan toch mogelijk gebleken: het
geëindigde seizoen en de eerste zomerwarmte
waren geen beletselen om een vrijwel geheel
gevuld Casino eenige uren te bezorgen, welke
deels gewijd waren aan de zwarte kunst van
het fenomeen Maloïtz en deels aan Bert van
Dongen, den populairen zanger, die men
maanden achtereen als refreinzanger bij de
V.A.R.A. heeft beluisterd en gisteravond in
levende lijve voor zich zag.
Het is een avond geworden, prettiger dan
wij dien in geruimen tijd meegemaakt heb
ben: een avond, die iedereen niet alleen
tevreden stelde, maar hen boordevol gedach
ten geladen huiswaarts deed keeren. Met ge
dachten aan de wondere zaken die de kosmos
nog steeds bezit en die de doorsnee-mensch
niet bevroeden kan.
Maloïtzmet flair gepresenteerd door
den conférencier Diederichs, had in minder
dan een oogenblik zijn volkje te pakken. En
toen het zoover was, volgde de rest met een
Schwung en een gemak, dat men er versteld
van stond. Het eene experiment volgde de
andere fantastische proef en telkens was het
een open doekje als dank voor het waarlijk
buitengewone wat deze telepaath presteerde.
Daar werden ontelbare opdrachten samen
gesteld door het publiek. De een al moeilijker
dan de andere. Maar er bleek er géén te zijn
die Maloïtz in verlegenheid bracht en het
meerendeel werd zelf met waarlijk verbluf
fende snelheid ten uitvoer gebracht.
En men verzinde van alles en nog wat, en
men keek z'n oogen uit, want zóó iets had
men in langen tijd nog niet beleefd en men
was dankbaar. Zelf zéér dankbaar, wat ook
voor iemand als Maloïtz prettig is
Na de pauze kwamen het blindlezen en
andere psychometrische raadselen en steeg
het enthousiasme tot ongekende hoogte. En
verdiend, want zelden zag men een duizendr
kunstenaar met zóóveel beschaving, met zóó
veel vlotheid en met zooveel kennis van de
Qnzichtbare dingen die ons omringen.
Bert van Dongen.
Maar behalve Maloïtz was daar Bert van
Dongen en wij schreven het reeds, Bert kreeg
Nieuwediep aan z'n voeten.
En ook dit succes was een wei-verdiend,
want deze jonge zanger bezit naast een op
merkelijk orgaan een voordracht, die hem
direct in de algemeene gratie doet vallen.
Zijn imitaties van Davids en Derby en last
not least van Chevallier zijn meesterlijk en
met name dat fijne „Valentine" van den
laatste kreeg een uitbundig applaus.
Bert zong een vrij groot repertoire, maar
het bleek belangrijk te klein, ook na het geven
van zijn encore en dat is toch eigenlijk de
grootste lof, dien men dezen jongen kerel met
zijn een belofte inhoudende stem en zijn pit
tige voordracht, kan toezwaaien.
En tenslotte: ook de heer Dieterichs heeft
zich verdienstelijk gemaakt als conférencier
van dezen prettigen avond en witzen ge
pleegd, die menigmaal de zaal tot daverende
lach-explosies brachten.
Een woord van lof voor Nico Visser, die
vrijwel improviseerend zoowel Bert van Don
gen als Dieterichs moest accompagneeren en
dat deed op bijzonder correcte wijze. Zoodat
ook hij zijn aandeel in al de vreugde van deze
zemer-uitvoering had.
13 Juni reprise.
Dat deze avond inderdaad op bijzondere
wijze succes sorteerde, blijkt wel uit het
feit, dat de ,,Casino"-directie nog den
zelfden avond het besluit nam, zoowel de
heer Maloïtz als de populaire Bert van
Donken binnenkort weer te engageeren.
Dit zal zijn Zondag 13 Juni a.s. en wij
zijn er van overtuigd, dat velen deze
reprise hoogelijk zullen waardeeren.
Met verwijzing naar een in dit nummer
voorkomende advertentie verzoekt men ons
opname van het volgende:
Geldt voor uw geestelijk leven: „Wij willen
blijven die wij zijn" Maar dan kan in uw
leven niets ten goede veranderd worden.
De Möttlinger samenkomsten, zooals er
morgen, Dinsdagavond, weer een door Ds.
Lugtigheid wordt geleid, leggen het accent
juist op de verandering van den mensch. Niet
meer te leven uit geloof in zichzelf, maar uit
geloof in God. De bijeenkomst begint 8.15 u.;
er is na afloop gelegenheid persoonlijk met
Ds. Sillevis Smith te spreken. De toegang is
vrij.
van 22 Mei 1937.
BEVALLEN: M. de Witvan de Vaart, z.;
P. WagemakerSlump, z.
Maandag 24 Mei 21.32
uur
Het werk van bijna vijf jaren door
den heer Krijgsman tot een revue
geformeerd.
Het was een verheugend feit, dat wij Zater
dagavond konden constateeren, dat de Musis-
zaal, ondanks het vergevorderde seizoen, uit
stekend gevuld was. Dit is zeker in de eerste
plaats te danken aan den buitengewoon ge
slaagden avond, die „Ons Genoegen" in Fe
bruari j.1. gaf.
Het is prettig, vooral ook voor den direc
teur, den heer Krijgsman, die zich op zoo'n
idealistische wijze aan dit werk voor de jeugd
wijdt, dat het publiek tenminste blijk geeft
van belangstelling, nog daargelaten dat men
zich voor weinig geld een.geheelen avond uit
stekend amuseert.
Voor de kinderen zelf zijn deze avonden een
waar genoegen. Als men ziet met hoeveel en
thousiasme de kleinen zich geven en geheel
opgaan in het spel, dan is het haast niet te
begrijpen, dat niet alle ouders hun kinderen
lid laten worden van „Ons Genoegen". Niet
echter beteekenen repetities en uitvoeringen
voor de kleinen alleen een genoegen, maar in
de eerste plaats leeren zij zich vrij bewegen,
bevinden zij zich in een beschaafde omgeving,
wordt er gelet op hun uitspraak en wordt
vooral het saamhoorigheidsgevoel aange
kweekt, dat voor het latere leven onmisbaar is.
Het is de heer Boogaard, die de aanwezigen
namens bestuur, leider en kinderen van „Ons-
Genoegen" van harte welkom heet en hoopt,
dat een ieder zich dezen avond mag amusee
ren. De voorzitter wekt de aanwezigen op
om donateur te worden van de vereeniging en
op die manier iets bij te dragen in de vele
kosten, die nu eenmaal verbonden zijn aan dit
werk. Verder wijst hij op het ontzaglijke werk,
dat de heer Krijgsman gehad heeft bij de
samenstelling van deze revue. Muziek en par
tijen van bijna vijf jaren moesten worden
doorgeloopen, terwijl tusschen de diverse
scènes door zich scheppingen van den direc
teur zelf bevinden, zoo is bw. het laatste ge
deelte en wel „Het lied van de Klokken", een
compositie van den heer Krijgsman.
En dan wordt een aanvang gemaakt met de
opvoering.
Tusschen de bedrijven door is het Clio, de
Fee, die een overzicht geeft "van'de komende
gebeurtenissen en aldus de geschiedenis ver
telt van een vereeniging die begin van het
volgende jaar haar eerste lustrum zal vieren.
In het begin van het eerste bedrijf haperde
het hier en daar nog al eens, maar spoedig
waren de kleintjes er in, en het tweede bedrijf
ging zelfs heel goed.
Als begin wordt door het koor een wel
komstlied gezongen, aangekondigd door Clio,
waarna wordt overgegaan tot opvoering van
een gedeelte van de St. Nicolaas-Cantate, die
in November 1932 door de vereeniging werd
opgevoeid.
Op dezelfde wijze krijgen we korte uittrek
sels uit verschillende operettes, die allen,
zonder uitzondering op een hoog peil staan.
Het werk van de kleintjes was, dank zij de
leiding, waarvan mevr. MoréeDol als
pianiste een heel belangrijk aandeel had,
daar zij door haar uitstekende begeleiding de
kinderen als het ware dwong tot beginnen,
buitengewoon aardig.
De soli waren zwak en soms een weinigje
valsch, maar het koor was uitmuntend.
Wij willen nog een enkel woord wijden aan
het laatste gedeelte van deze revue-operette
en wel „Het lied van de klokken". Deze vin
ding van den heer Krijgsman getuigde van
het feit, dat hij niet alleen een goed musicus
is, maar ook, dat hij in staat is, zoo noodig,
het schrijven van een gansche operette voor
zijn rekening te nemen. De compositie was
uitstekend, het rhythme van het uurwerk was
overal terug te vinden, terwijl het bim-bam,
van den zwaren torenklok, een bijna plech
tige weergave was.
De heer Polak had, hoe kan het ook an
ders, natuurlijk weer eveneens zijn medewer
king gegeven en de dans die tijdens dit „lied
van de klokken" werd uitgevoerd was een
alleraardigste vinding.
Al met al was het over twaalven gewor
den, toen de heer Boogaard, de voorzitter, op
spontane wijze den heer Krijgsman en verder
alle medewerkenden bedankte. Mevr. Morée
Dol en mej. Hoek, die de leiding achter de
coulissen had, werden bloemen overhandigd.
Er volgde natuurlijk een verloting en dit
keer met een hoofdprijs, die noemenswaard is
en .wel een jacht, dat door een kindervriend
was gemaakt en aan „Ons Genoegen" ge
schonken.
Een gezellig bal besloot dezen avond.
De wjjde wereld in.
Een tweetal minderjarige jongelui, respec
tievelijk uit Haarlem en Axel afkomstig,
waarvan de opsporing was verzocht, zijn door
de politie aangehouden en zullen vandaag op
transport naar hun woonplaats gesteld wor
den.
Poging tot diefstal.
Een bewoner van den Singel deed aangifte,
dat een hem onbekend persoon trachtte een
glazen bak, die op zijn erf stond, mee te
nemen.
De eigenaar betrapte den man, maar deze
kon zich uit de voeten maken. Door de politie
wordt een onderzoek ingesteld.
Vechtpartij.
Gisterenavond werd door een caféhouder in
de Spoorstraat de hulp van de politie inge
roepen, daar een aantal personen in zijn lokaal
aan het vechten waren geslagen. Toen de
politie arriveerde was het vuur van den strijd
reeds gebluscht. De vechtlustigen werden uit
het café verwijderd.
Aanrijding.
Een bewoner van den Ruijghweg deed aan
gifte, dat hij gisterenavond, toen hij met zijn
wagen in het Julianapark stil stond, door een
auto, die achteruit reed, dusdanig werd aan
gereden, dat de achterkant van zijn wagen
werd beschadigd.
Fiets gestolen.
Een fiets, die in het Julianapark onbeheerd
door den eigenaar was achtergelaten, bleek
bij de terugkomst van dezen ontvreemd te
zijn.
Tot nog toe zijn de pogingen,' die Engeland
heeft aangewend voor een beëindiging van
den burgerkrijg in Spanje, op niets uitgeloo-
pen. De strijd werd voortgezet met dezelfde
gruwelijkheid, waarmee ze van het begin af
gevoerd is. Slechts de toezending van oorlogs
middelen en van „vrijwilligers" is na het in
werkking treden van de non-interventie ge
staakt of althans tot een zeer gëringen om
vang beperkt, omdat tenslotte geen enkele
mogendheid voor het oog van de wereld het
schuldig over zich wenschte uitgesproken te
zien.
Engeland, dat de Spaansche kwestie zeer
nauw aan het hart ligt, heeft verschillende
mogelijkheden overwogen, die een eind aan
het bloedige drama zou kunnen maken. Een
mogelijkheid daartoe was het terugtrekken
van de „vrijwilligers" en het sluiten van een
wapenstilstand. De Engelsche regeering heeft
nu opnieuw een poging aangewend om dit
doel te bereiken en wel om, door midel van
haar diplomatieke vertegenwoordigers in de
verschillende hoofdsteden inlichtingen te laten
inwinnen over de mogelijkheid van een wapen
stilstand.
Deze wapenstilstand zou dan gebruikt wor
den om de buitenlandsche vrijwilligers terug
te roepen, terwijl de hoop gekoesterd wordt,
dat wanneer het eenmaal zoover gekomen is,
dat men de wapens neerlegt, men ze niet
meer op zal nemen.
De „Nw. Rott. Crt." schreef, naar aanlei
ding van deze poging o.m.:
De gedachte, op deze wijze een einde te
maken aan den Spaanschen burgeroorlog, ver
dient, waar het verkrijgen van een beslissing
op het gevechtsterrein voorloopig nog uitge
sloten lijkt, alle aanbeveling en steun. Al zal
de non-interventie-commissie hier voor heel
groote moeilijkheden komen te staan. Want
de beide partijen zullen heel wat begrijpelijk
wantrouwen hebben en deugdelijke garanties
verlangen, dat ook van het andere kamp uit
het vertrek plaats vindt. Om nu nog maar te
zwijgen van de vele manieren, waarop derge
lijke bepalingen ontdoken kunnen worden,
waaronder bijv. het geven van de Spaansche
nationaliteit.
Reeds hebben Frankrijk en België zich ach
ter het Englesche voorstel geschaard.
De groote moeilijkheid is evenwel ook Italië
er voor te vinden, want het optimisme, in ons
nummer van Zaterdag naar voren gekomen,
is alweer teniet gedaan door het onvriendelijk
commentaar in .de Italiggjisehe pers en het
zwijgen bvér liet Britsche voorstel in officiee'le
kringen.
Het Engelsche initiatief, hoe verheugd men
er. ook over mag zijn, is nog lang niet voor
uitvoering vatbaar. Maar toch, we blijven
hopen, dat men de dwaasheid van de onder
neming in Spanje nog zal zien en den weg
zal vinden om terug te keeren, al is de schade,
door' dezen broederkrijg veroorzaakt, ook on
herstelbaar.
Bij de intellect-voorstelling van
Zondagmorgen.
De Zondagmorgen bracht warmte en zon
en zomer en dus was het niet zoo heel ver
wonderlijk, dat de intellectueele gelederen
angstig gedund bleken, toen om half 11 een
aanvang gemaakt werd. met het program in
het Rialto-theater. De hoofdschotel werd ge
vormd door het reeds geruimen tijd geleden
vervaardigde filmwerk„Jonge Harten", op
genomen bij onze overburen op Texel en dat
het vorige jaar nogal roering gebracht heeft
m de gemoederen van het Nederlandsche
filmers-corps.
Bij een nabetrachting over deze „proef"
(want een proef is het) is het ons niet
mogelijk over de geheele linie enthousiast te
zijn. Met name het filmisch verhaal zit maar
zwak in elkaar en is eigenlijk maar een aan-
eenschakelijk van lukraak tezaamgeflanste
vondsten, waarvan de een nu en dan iets
aardiger is dan de ander, doch die goeddeels
op geen bijster origineel niveau staan. Dit is
jammer, zéér jammer zelfs, want o.i. lijkt
het vervaardigen van een geschikte story ons
een beduidend lichtere opdracht, dan het
scheppen van de entourage, den geest, en het
rhythme.
En zoo is men dus gedwongen deze „Jonge
Harten" in een geslaagd en een minder ge
slaagd deel te splitsen, doch waarvan het
eerste alle reden tot vertrouwen in een der
gelijk nog eens te herhalen experiment stelt
en waarbij men dan wellicht het genoegen zal
hebben de wijze les uit de gemaakte onjuist
heden te aanschouwen.
Maar laat het ons hebben over al datgene
wat wèl geslaagd is in deze film. Over den
frisschen geest, die dit alles doorwaait, over
het materiaal, wat deze jonge regisseurs Van
der Linden en Josephson op Texel vonden en
waarmede zij wisten te woekeren, tientallen
van keeren.
Men ziet d'eze gedeelten en men kan er
van genieten. Tenminste.indien het schoone
spel van drijvende wolken langs een azuren
hemelkoepel U iets te zeggen heeft, als men
begrijpt hoe jonge menschen op het schuimen
de Noordzeewater reageeren, als men oog
heeft voor de reactie van vroeg-zomer op de
harten van de jeugd.
Daar zijn prachtige details in deze film:
buitengewoon goed-geslaagde tegenlichtop-
namen, en herhaaldelijk mochten wij er den
camera-man op betrappen, dat hij een kenne
lijke verliefdheid in zijn métier demonsteerde.
Dan creëerde hij van dat schoone Texel een
eiland van louter gelukkige menschen, dan
ziet men deze zee en deze wolken en deze
achter het helm wuivende duinen, in hun volle
schoonheid en begrijpt men, hoe gelukkig
jonge harten kunnen zijn, die voor enkele
dagen een razend geworden maatschappij
ontvluchtten.
Zóó is deze film geslaagd, en zóó geeft zij
hoop voor de toekomst,