Slagers aan den
microscoop
Het sociografische
werkkamp
TUINHOEKJE
Arrondissements rechtbank
te Alkmaar
Twee jaar tegen
Nestra geëischt
Tram en autobus
in de steden
Middagzitting van Maandag 24 Mei.
I>EZE RARE MAN7, MAAKTE HET EERST
DE KACHEL AN.
Op Texel werden onlangs luchtbescher
mingsoefeningen gehouden ter beveiliging
van de bevolking onder een eventueelen
luchtaanval. De Texelaar Albert K. weiger
de echter zich aan de voorschriften te on
derwerpen, bevond zich op verboden ter
rein en toonde geen lust zijn rijwiel lan
taarn te dooven, toen het vijandelijk vlieg
tuig zich boven Texel vertoonde. De veld
wachter Loogen trachtte den onwilligen ke
rel tot rede tP brengen, doch ondervond 'n
krachtig verzet.
Ter zake dit feit, het eerste op dit gebied,
stond Albert heden terecht en maakte den
indruk een raar pot nat te zijn. Hij ont
kende alle kwade bedoelingen en noemde
zijn optreden zelf een „stomme streek",
doch toen hij tot 5 dagen gevangenisstraf
werd veroordeeld, scheen hem dat vonnis
al heel slecht te smaken en kon men in
de corridors nog heftig liooren protestee
ren tegen deze onwelgevallige vrijheidsstraf
UIT DEN BRAND IS U. MET ZULKE
CLIëNTèLE.
Een stuk of wat tapkast-ridders van pro
fessie, uit Anna Paulowna. zich noemende
landarbeiders, als dandv's gecamoufleerd,
schonken in den avond van Zondag 4 April
hun hooge gunst aan den caféhouder F.
"Wouters aan de Kooii te Den Helder. Heel
wat flauwe kletstafelgijntjes werden ver
kocht. Er werd om bokspootjes en boks-
pocier gevraagd en de caféhouder met zijn
gelijkmatig tapkast-humeur, gewend om met
malle kwibussen om te hannessen, liet al
dat <»ezwam zijn koude kleeren niet raken.
Eindelijk vertrokken de gasten, in overza-
lige stemming, maar beloofden terug te ko
men. Nu, zei de heer Wouters, dat is mij
goed, maar kom niet na half 12. want dan
is de zaak gesloten! De heeren kwamen
dan ook, maar né half een en werden na
tuurlijk niet meer toegelaten. Toen ver
schenen zij aan de achterzijde van het per
ceel en werd de achterdeur door een lid
van het lustige gezelschap zoodanig gefor
ceerd. dat zij uit de scharnieren werd ge
drukt. Deze geweldenaar, de „landarbeider"
Cornelis S. uit Anna Paulowna. compareer
de nu ter zake vernieling op de zondaars-
bank. Hij beweerde nu zoo geolied te zijn
geweest, dat hij zich niets meer van het
avontuur herinnerde. Maar wat men dron
ken misdoet, moet men nuchter betalen en
hji moest dan ook ter dege aftikken en wel-
f .10 boete of 15 dagen om zijn nota met
den politierechter t-, vereffenen en 15 gul
den schadevergoeding aan Wouters voor
de vernielde deur.
OUD IJZER IS DUUR TEGENWOORDIG.
De abnormaal hooge oud-ijzer prijzen
doen weer terug denken aan den oorlogs
tijd. toen ijzer- en telefoondraad-diefstallen
aan de orde van den dag waren en aan
reclasseering en voorw. straffen nog niet
gedacht werd. Thans echter is na lange ja
ren van rust. het oud-ijzer weer gaan wer
ken en heeft de begeerlijkheid opgewekt
van vele gesjochten jongens, die vlassen
op een extra voordeel, zonder de hron van
die inkomsten te taxeeren. Ook heden ver
schenen weer een viertal ijzergappers', die
ditmaal hun operatieterrein hadden, ge
vonden in den Wieringermeerpolder.
In de eerste plaats waren dat de heeren
Fokke M. en zekere Wilhelm W„ een
Duitscher. te Medemblik woonachtig en
van niet al te beste iustitieele reputatie.
Zij hadden zich vergrepen aan een paar ijze
ren steenbreek-kiezen, een 100 kilo oud-
ijzer. dat ze samen gezellig hadden weg-
gesjouwd en dat toebehoorde aan den aan
nemer C. M. Daalder te Medemblik. Deze
heeren werden nu op hun beurt ieder een
kies getrokken en viel Fokke 14 dagen
mik-mummelen ten deel, terwijl Wilhelm,
met zijn welgevuld strafblad een maand
celstraf krijgt.
.Vervolgens kwamen ook aan de beurt de
heeren Albert V. en Roelof de B. uit Wie-
ringerwaard, die het Hoogheemraadschap
Hollands Noorderkwartier hadden ontlast
van de zorg voor een ijzeren instrument
van 200 K.G.. benevens een ijzeren ketting,
welke kostbaarbeden voor f 20 waren ver
patst. Het was een negatief masseltje, aan
gezien Albert nu werd veroordeeld tot f 40
boete of 20 dagen en ziin compagnon Roe
lof tot f 35 boete of 15 dagen.
Inderdaad, bet oud-ijzer wordt heden ten
•lage „duur betaald"!
De verdediger laakt onvoldoen
de controle bij d« benadeelde
lirma.
Gisteren verscheen de 56-jarige Wietse
Nestra, voormalig bedrijfsleider, bij de fir
ma J. Eecen Gz„ Houthandel te Alkmaar,
beschuldigd van verduistering van meer dan
een halve ton ten nadeele van deze firma,
,voor de Alkmaarsche rechtbank.
Verdachte werd uit de veldwachterskamer
naar de zititngszaal geleid. Hij kon zich
moeilijk en alieen met behulp van een z.g.
driestal voortbewegen, zulks als gevolg van
de omstandigheden, dat in de Vlaamsche
duinen gedurende een hevige koude, en
waar hij eenige dagen als een vervolgd dier
heeft geleefd, zijn teenen zijn afgevroren
en deze aandoening wel nimmer zoo af
doende zal herstellen, dat hij het algeheel
gebruik van zijn voet zal herkrijgen.
Sinds 1920, dus 16 jaar, was verdachte
in dienst van den heer M. Eecen, anvan:
kei ijk ais werfbaas, later promoveerde hij
tot bedrijfsleider van het bloeiende filiaal te
Alkmaar en genoot als zoodanig het volste
vertrouwen van zijn werkgevers, dat hij dan
ook door zijn ijver en activiteit schijnbaar
volkomen verdiende. Maar opeens bleek
aan zijn principalen, die hem nimmer op
eenige wijze hadden gewantrouwd, tot hun
pijnlijke verbazing waardoor zijn geweldige
malversaties en verduistering zoo lang on
der de dekmantel konden blijven. Want de
ongelukkige man, die een prachtbetrekking
bekleedde en een salaris van f3000 ver
diende, kwam in aanraking met obscure
bookmakers en leed ongehoorde verliezen
op de wedrennen, verliezen die luj dekte
uit de kas van zijn goedvertrouwende pa
troons. Ten einde deze grepen uit de kas,
der zaak, die zijn bevoegdheid als beheer
der ver te boven gingen, daar hij wat de
uitgaven betrof, alleen machtiging had tot
kleine uitgaven, het kantoor betreffende, op
schijnbaar aannemelijke wijze te dekken,
vervaardigde hij om. in April 1936 een
valsche kwitantie ad f 4000. geteekend
door den heer Joh. Harskamp.
De laatste, als getuige a décharge ge
hoord onder belofte, verklaarde dat hij het
bedrag van f 4000 op 15 April of eenige
andere datum nimmer had ontvangen, de
hem getoonde kwitantie hem ten eenen-
male onbekend was en hij een dergelijk
stuk van kwijting evenmin had geteekend,
waarop deze getuige onmiddellijk weer
kon vertrekken.
De 35-jarige heer J. Eecen. houthandelaar
te Oudkarspel, en hoofd van het gansche
bedrijf, verklaarde dat verdachte sinds 1920
tot volle tevredenheid werkzaam was ge
weest. men bad hem nimmer op eenige
wijze gewantrouwd, tot bet moment dat
men na zijn sensationeele vlucht naar het
buitenland de boekhouding ging controlee
ren, waarop de malversaties werden ont
dekt. Door den deskundige, den heer van
Teeseling. accountant te Amsterdam, was
een boekenonderzoek gehouden met de be
kende resultaten.
Requisitoir.
In zijn requisitoir wees' de officier van
justitie er op. dat het noodzakelijk is. dat
rnen vertrouwen in het personeel kan stel
len. De man had een goed salaris en een
goeden chef. Hij verloor soms 450 gld. per
dag met de wedrennen en kwam van kwaad
tot erger.
Tenslotte eischte de Officier een gevan
genisstraf van twee jaren.
De verdediger vroeg vrijspraak voor wat
betreft een in de dagvaarding genoemde
kwintantie van 4000 gulden, welke door
den verdachte wel met een valschen naam
was geteekend. maar niet was gebruikt. Hij
wees verder op de slechte controle in deze
zaak en op de verleiding, waaraan ver
dachte bloot stond en deelde mede. dat deze
al veel ellende heeft meegemaakt. Ten
slotte vroeg hij aftrek van de preventieve
hechtenis vanaf 19 October en bepleitte
verder een clemente straf.
CALLANTSOOfi
Uitstapje jeugdige werkloozen.
J.l. Zondag maakten de jeugdige werk
loozen uit deze gemeente een uitstapje naar
Gelderland. Op den cursus, welke 's winters
voor hen gegeven wordt, hadden zij weke
lijks gespaard, 's Morgens vroeg vertrokken
zij met de autobus van Van Schijen en
bezochten eerst ons Nationaal Park, het
landgoed „De Hooge Veluwe". Door een
gids werd het gezelschap rondgeleid en
kreeg men deskundige voorlichting van het
vele moois dat daar te genieten valt. Na
een korte pauze in de theeschenkerij op het
landgoed, het Jagershuis „Oud-Reemst",
werd de tocht voortgezet naar Arnhem, waar
de jongelui het Burgers Dierenpark bezoch
ten. Daarna ging het weer op huis aan, via
Amsterdam, waar zij nog een bioscoopvoor
stelling bijwoonden. Het was reeds diep in
den nacht, toen men voldaan weer in Cal
lantsoog teruggekeerd was.
Naar we vernemen, werd besloten op
nieuw aan het sparen te gaan. De gelegen
heid tot deelname wordt ook nog uitge
breid.
Bouwvergunning.
Door B. en W. dezer gemeente is aan den
heer J. Weij Jz. te Groote Keeten vergun
ning verleend tot het bouwen van een
schuurtje op zijn land, aldaar gelegen.
Krijgt ook Callantsoog een ouden
van dagen-tocht?
Door een comité, bestaande uit mevr. S.
P. Rehorst-Bol, en de heeren J. van Hon-
schooten, M. Vries en Jac. van Scheijen Jbz.
worden pogingen in het werk gesteld om
ook in Callantsoog jaarlijks een ouden van
dagen-tocht te organiseeren. Het is onge
twijfeld een mooi en dankbaar werk om aan
de oude menschen, die niet zoover meer bui
ten hun woning en erf komen, een „uitje"
te bezorgen, een dag van opgestoord genie
ten. Hiervoor is in de eerste plaats geld
noodig. Daartoe heeft het comité een circu
laire huis aan huis laten bezorgen, waarin
Het kamp te Slootdorp Is door
een 60-tal studenten betrokken.
Ontmoetingsavond met de bevol
king.
Zooals reeds in ons nummer van Zater
dag werd aangekondigd, zullen in de week
van 24 tot en met 29 Mei een 60-tal studenten
onder leiding van Prof. ter Veen, hun intrek
nemen in het kamp te Slootdorp, teneinde
een sociografische en geografische studie te
maken van de samenstelling van de Wierin-
germeerbevolking.
Maandagmorgen om half negen per auto
bus vertrokken vanaf Amsterdam, begun
stigd door schitterend zomerweer, werd de
tocht aangevangen om om circa half twaalf
in het kamp te Slootdorp te arriveeren.
De eerste dag werd besteed, voor zoover
nog noodig, met het nog in orde brengen van
het kamp, terwijl in den namiddag een aan
vang werd gemaakt met hen enqueteeren.
Natuurlijk hebben wij een bezoek gebracht
aan het kamp. De gezelligheid kwam ons
reeds van verre tegen. Een 60-tal jonge stu
denten, uiteraard vroolijke menschen, gedu
rende een week in den polder! Het behoeft
geen betoog, dat het voor de Amsterdamsche
studenten een aardige afwisseling is eens ».->n
weekje in het polderland door te brengen.
We hebben ter plaatse hier en daar eens
ons licht opgestoken, teneinde te vernemen
welke en hoe de werkwijze van de kamp
bevolking zal zijn.
Hierbij bleek ons dat het programma van
de geheele week reeds opgesteld is.
De deelnemers worden verdeeld in z.g.
„werk-eenheden", bestaande uit een of meer
personen. Deze werk-eenheden worden ge
combineerd tot drie groepen, onder leiding
om bijdrage, ieder naar zijn vermogen, wordt
gevraagd, en aan de autobeziters verzocht
wordt hun auto's voor deze tocht beschik
baar te stellen. De bedoeling is de tocht op
22 Juni a.s. te doen plaats hebben. Het is
te hopen dat allen hun medewerking zullen
verleenen, en daardoor de ouden van dagen
uit Callantsoog ook hun jaarlijksch „uitje"
zuilen krijgen, evenals dit al geruimen tijd
in de naburige gemeenten de gewoonte is.
Helpt het comité!
GOUDEN KRUISWEDSTRIJD.
Callantsoog I—Watervogels 2 (2—8.)
Hoewel Callantsoog de strijd om het Gou
den kruis langer volgehouden heeft dan we
wel verwachtten, moest zij het Zondag in
een door haar slecht gespeelden wedstrijd
tegen Watervogels 2 met. 8—2 afleggen. Wa
tervogels was overwegend sterker dan Cal
lantsoog. In den regel speelt Call. haar bes
te wedstrijden tegen sterkere elftallen, maar
ook hier bleek dat uitzonderingen den regel
bevestigen.
Reeds spoedig na het begin opende W. de
score met een voor den C.-keeper onhoud
baar schot, 01. De Callantsoogers lieten
dit niet op zich zitten en maakten daarop
de gelijkmaker, 11. W. oefende nu een
sterken druk op het C.-doel en bracht den
stand geleidelijk hooger in hun voordeel.
Door een misverstand in de achterhoede
kwam het vijfde doelpunt en ging dan de
rust in met 15.
Na de rust werd weer vrij goed gespeeld,
doch was C. wat onfortuinlijk. Bij een red
dingspoging zette de rechtshalf den bal in
eigen doel. Daarna maakte de rechtsbinnen
weer een tegenpunt, 26. Nogmaals bena
deelden de Callantsoogers zichzelf. De kee
per was uitgeloopen en de linksback kreeg
den bal verkeerd op de schoen en trapte in
eigen doel, 27. Nog eenmaal een onhoud
baar schot en de stand was 2—8 geworden
in het voordeel van Watervogels, dat na
de rust gemakkelijk aan zijn puntjes kwam.
Met dezen stand kwam het einde en is Call.
uitgeschakeld voor het Gouden Kruis.
Het maken van een vijver van
gewapend beton.
Nadat het putje klaar en de aarde er op
gebracht is, wordt de grond flink aangestampt
om later verzakken te voorkomen.
Op de vastgestampte onderlaag leggen we
nu de vlij laag van nieuwe of oude steenen.
Hierover komt een laagje sterke metselspecie
(één deel cement op drie zand met het noodige
water), dat vanzelf tusschen de voegen zakt.
Hierover komt dan de laag beton: één deel
cement op twee deelen scherp zand en twee
deelen fijn en gewasschen grint me7 het noo
dige water. Deze beton moet men niet te dun
aanmengen omdat ze niet pappig mag zijn. De
betonlaag wordt in tweeën gelegd. Eerst een
laag van de halve dikte; daarin en hierop komt
de rest beton. Door inknippen en buigen kun
nen we het kippengaas precies den vorm aan
passen.
De bovenrand van den vijver geeft nog
eenige moeilijkheden.
Het is n.1. niet mooi, dat de betonnen rand
van den vijver te zien is. Dit staat onnatuur
lijk. Daarom maken we boven in den beton-
rand een inkeeping ter grootte van een turf.
Daarna metselen we met cementspecie (weer
één op drie) in de inkeeping een tprf. Achter
de turf behoeft dan slechts een dun loodrecht
randje cement te komen.
Vlak hierachter kunnen we planten zetten,
die graag op de turf wortelen, bijv. Erica's.
De planten groeien dan tot aan het water,
wat heel mooi staat. Het randje cement achter
de turf kan gerust iets lager zijn dan de turf
en wordt dan met een weinig aarde bedekt.
De vijver is nu klaar, maar misschien niet
geheel waterdicht. Daarom moet men ze na
twee dagen voor het geheel opdrogen van
de beton van binnen besmeren met zeer
sterke specie, gevormd uit een deel cement
op een deel zand. Een dun laagje van bijv. 44
cM. is voldoende. Na t vee dagen kwasten
we dan de binnenkant nog na met een papje
van cement met water en waterglas. Van lek
ken zal geen sprake meer zijn. Een paar dagen
laten opdrogen en we kunnen het water in den
vijver laten stroomen! De afvoerpijp wordt er
natuurlijk eerst opgeschroefd. Voordat we de
van een groepsleider. Elk der groepen heeft
tot taak de bewoners van een der drie dor
pen: Middenmeer, Slootdorn of Wieringer-
werf te onderzoeken. Dit onderzoek vindt
plaats aan de woningen der bewoners bij de
gezinshoofden en kostgangers aap de hand
van een gedrukte vragenlijst.
Voor elk gezin of kostganger is een vragen
lijst bestemd.
Het kamp is gelegen te Slootdorp op een
afstand van ongeveer 5 K.M. van de andere
dorpen. De studenten begeven zich per rijwiel
naar hun werkobject.
Prof. ter Veen heeft aan zijn studenten
medegedeeld, dat het welslagen van deze
kampweek voor hot grootste gedeelte van
de studenten afhangt. Het enqueteeren is nl.
een delicate arbeid, welke moet worden
verricht op een voor de bevolking aange
name wijze.
Zeer zeker is het welslagen voor een groot
gedeelte afhankelijk van de studenten, doch
van een even groot gedeelte aan de Wie-
ringermeerbevolking zelf.
Opdat het werk moge slagen en teneinde
meer in aanraking te komen met de bevol
king, heeft de stichting voor het bevolkings
onderzoek gemeend een „ontmoetingsavond"
te moeten beleggen.
Het doel van dezen avond is de bevolking
bekend te maken met hel werk der stich
ting. Maandagavond 8K uur had deze ver
gadering plaats.
De bewoners van Wieringerwerf en Mid
denmeer werden per gatis autobus naar het
gymnastieklokaal gebracht, waar Prof. ter
Veen met zijn staf van medewerkers de be
volking reeds opwachtte.
Van de zijde van de bevolking bestond
zeer veel belangstelling.
Hierna nam Prof. ter Veen het woord en
sprak er zijn vreugde over uit, dat zoo ve
len opgekomen waren om dezen avond te
beluisteren, en hoopte dat deze kennisma
king aangename gevolgen zou mogen heb
ben en dat op prettige wijze deze week met
de bevolking zou mogen worden samenge
werkt.
Wanneer onze werkzaamheden, aldus spr.
deze week geëindigd zijn, hopen wij ook op
Het nieuwe laboratorium voor
vleeschverwerking te Berlijn.
Proeven met koude en vochtige
lucht. Op zoek naar de meest
economische verwerkingsmetho
den.
Dezer dagen is te Berlijn het instituut voor
onderzoek naar de methoden van vleesch
verwerking geopend, dat beoogt het slagers-
bedrijf op wetenschappelijke basis meer eco
nomische verwerkingsmethoden van het
vleesch aan de hand te doen.
Het zal velen misschien eenigszins eigen
aardig voorkomen, dat juist een geschoold
handwerk als dat der slagers een eigen la
boratorium opricht. En allicht zou men dan
op de gedachte komen, dat hi'er bijvoorbeeld
nieuwe worstsoorten worden „uitgevonden".
Doch de beteekenis van een dergelijk insti
tuut reikt veel dieper.
De Duitsche slagers verwerken jaarlijks
vleesch ter waarde van rond 5 milliard
mark dit blijkt 'uit de Statistieken. Doch
verwerken zij deze hoeveelheid ook waarlijk?
Het antwoord op deze vraag geeft een geheel
ander beeld.
Wat er aan onverwerkt vleesch
overblijft.
Het is geenszins overdreven te beweren,
dat van deze hoeveelheid minstens voor 500
millioen mark aan vleesch onverwerkt blijft.
Toch zou het onjuist zijn, hiervan de sla
gers een verwijt te willen maken en te mee
nen dat zij hun vak niet zouden verstaan.
Ook moet men niet meenen, dat er bij het
slachten maar roekeloos met het kostbare
vleesch wordt omgesprongen, zoodat deze
geweldige hoeveelheid eenvoudig bij het af
val terecht komt.
Op de spits gedreven slacht-
procedé.
Integendeel, men kan tegenwoor
dig doorgaans niet eens meer zeggen,
op welke wijze deze verliezen ont
staan. Wel heeft de wetenschap zich
grondig met het slachtprocédé bezig
gehouden, zoodat hier een tot in alle
onderdeelen volmaakte werkwijze
is ontstaan. Doch het vleesch zelf
werd tot nu toe door de wetenschap
nogal stiefmoederlijk behandeld. De
oorzaak hiervan moet hoofdzakelijk
gezocht worden in de omstandigheid,
dat hier verschillende takken van
wetenschappelijk onderzoek in el
kaar grijpen.
En toch is men er tegenwoordig al lang
achter, dat het vleesch na de slachting, of
schoon levenloos, toch geenszins „doode"
stof is, doch van het oogenblik van slachting
af tot aan het moment dat het verbruikt
visschen er in doen, gaan we eerst een paar
keer het water ververschen met tusschen-
poozen van een week.
Nu zal ik nog eenige planten noemen, die
in den vijver kunnen groeien.
De waterplanten houden van een goede be
mesting; oude koemest is hier. zeer goed voor.
In betonnen vijvers laat men in 't voorjaar het
water afloopen; de visschen doet men in een
kom >n de waterplanten worden met turf-
strooisel bedekt. In 't voorjaar verjongt men
de planten.
In een iets grootere vijver plant men de
waterlelie Nymphoea alba en de Lischdodde
of Typha. In kleinere vijvers plant men de
Waterviolier of Hottonia paiustris, waterkla
ver of Menyonthes trifolia a en de waterlelie
Nymphoea Laydeckeri rosea; ook wel de Zwa
nebloem of Butomus umbellatus.
Ik hoop, dat u het vijvertje eens aanlegt en
mij het resultaat meedeelt. v.d. L.
een avond afscheid van U te nemen.
Deze afscheidsavond zal gehouden worden
in hotel Smit te Middenmeer op Vrijdag 28
Mei a.s. des nam. half negen.
De zaal aldaar kan 700 personen bevatten.
Verwacht wordt dan ook dat allen zullen
komen luisteren naar het varieerende pro
gramma, dat op dien avond gegeven zal
worden.
Hierna ving Prof. ter Veen aan met een
beschrijving te geven van zijn reis naar
Afrika. In zeer duidelijke bewoordingen
schetste spr. zijn bevindingen en moeilijk
heden, welke hij ondervonden had om de
woestijn te kunnen intrekken. Waar het
doel van Professors reis slechts was: stu-
deeren, verleende de Afrikaansche regee
ring medewerking om de woestijn in te
trekken. Van de daar genomen foto's 'wil
de spr. eenige lantaarnplaatjes laten zien.
Tammer genoeg was echter de projectie
lantaarn niet in orde en moest dit gedeelte
van het programma komen te vervallen.
Dank zij echter de duidelijke lezing van
Prof. fer Veen. doorvlochten met humor,
kreeg het publiek toch een indruk van deze
reis.
Daarna verkreeg Dr. van Heek het woord
Aan de hand van filmopnamen verduidelijk-
fe Dr. van Heek zijn reiservaringen. Spr.
voerde ons door de dierenwereld van Afri
ka en bracht ons voorts in de wildernis van
andere gebieden. Aan het einde van deze
vertooningen meende de heer Meerink, hoofd
der school fe Slootdorp de tolk fe zijn van
de geheele vergadering wanneer hij Prof.
ter Veen en diens medewerkers hartelijk
dank bracht voor het geven van dezen
avond. Naar spr.'s meening was er nog een
fout te herstellen .die bij den aanvang ge
maakt was, n.1. het welkom heeten van
het sociografisch gezelschap. Spr. deed dit
alsnog.
Nadat Prof. ter Veen het publiek nog
maals opgewekt had toch vooral a.s. Vrij
dagavond op te komen werd dezen avond
met een woord van dank voor de opkomst
gesloten.
wordt, een gecompliceerd omzettingsproces
in afdalende richting doormaakt, dat echter
nog geenszins met „bederf" is gelijk te stel-
len.
Nauwe samenwerking met de
praktijk.
Hier hebben nu de slagersbedrijven inge
grepen, teneinde in deze bedenkelijke leem
te te voorzien en zelf hun belangen te be
hartigen. De tallooze kookpannen alleen al,
die temidden van hcele regimenten slanke
reageerbuizen en sierlijke retorten hun
taak verbeiden, bewijzen, dat men zicli hier
niet uitsluitend met dorre theorie denkt op
te houden. Daarbij komt nog, dat het insti
tuut in het zelfde gebouw als de slagersvak
school is ondergebracht, daar men zoo
nauw mogelijk met de practijk wil samen
werken.
In het eigenlijke laboratorium zijn 32
werkplaatsen ingericht, waar niet alleen
wordt geëxperimenteerd, doch waar de sla
gers tevens in de wetenschappelijke grond
slagen van hun vak zullen worden onder
richt.
Een koelkamer met poreuzen
wand.
Het spreekt wel vanzelf, dat in dit insti
tuut de nieuwste systemen van bederfwe-
ring worden toegepast. Zoo is er bijvoorbeeld
een koelkamer, waarvan de wanden van
poreus materiaal zijn vervaardigd. Door
middel van een ventilatie-systeem wil men
hier proeven nemen met liet koelen van
vleesch onder voortdurende toevoer van
lucht, dit in tegenstelling met liet tot nog toe
gebruikelijke koel procédé. Want hij het koel
bewaren van vleesch schijnt de laagte van
de temperatuur niet den doorslag te geven;
ook andere factoren, zooals ventilatie en
vochtigheidstoestand van de lucht, schijnen
hierbij nog van belang te zijn. Juist op dit
gebied heeft men van het nieuwe laborato
rium groote verwachtingen.
Proeven in het donker.
Voor gecompliceerde .chemische proeven,
waarbij het daglicht niet mag toetreden, is
er een donkere kamer ingericht, waarin te
vens fotografische opnamen kunnen wor
den ontwikkeld. Want liet foto-microsco
pisch onderzoek van het vleesch in zijn ver
schillende verwerkingsstadia werd tot op
heden zeer verwaarloosd, terwijl dit juist
waardevolle gegevens belooft te zullen ver
schaffen omtrent oorzaken en verloop van
de omzettingsprocessen, die in het weefsel
van het vleesch plaats grijpen.
Ook een rookkamer volgens de nieuwste
eischen ingericht, is in het instituut aan
wezig. Een dikbuikige pekelpot, moet dienen
voor vacuumexperimenten. Voor bactorioli
gische proefnemingen is er een kleine
broedkast aanwezig.
De economische beteekenis.
Het Instituut gaat niet volgens een vast
omlijnd programma aan het werk. Doch het
doel staat duidelijk voor oogen: alle thans
gebruikelijke verwerkingsmethoden van
vleesch moeten aan een grondig onderzoek
worden onderworpen. Welke wegen en
methoden hiervoor het doelmatigst zullen
blijken, zal de pracktijk eerst kunnen lee-
ren. Men hoopt op deze wijze, al is het
slechts een klein deel van de bovengenoem
de geweldige hoeveelheid vleesch ter waar
de van minstens 500 millioen mark, die
thans nog verloren gaat, voor de volkshuis
houding te kunnen bewaren een streven
dat geheel ligt in de lijn van de huidige
Duitsche economie.
zoo schrijft ons de Alg. Ned. Verkeersfederatie.
Amsterdam is de eerste gemeente in ons
land, die de oplossing van het stadsverkeer ten
deele zoekt in het in gebruikt nemen van
bjjzonder groote autobussen. Waren de ge
wone autobussen in Nederland tot nu toe in
gericht voor gemiddeld 59 passagiers; zij
hebben 33 zit- en 26 staanplaatsen. Voor het
drukke vervoer op de spitsuren is deze groo
tere capaciteit ongetwijfeld van groote
beteekenis.
Door de indienstelling van deze groote
bussen wordt een nieuw stadium geopend in
het vervoersvraagstuk in onze groote steden,
waar ook de strijd tusschen tram en autobus
zich langzaam maar zeker begint af te tee
kenen.
Meer en meer wint de overtuiging veld
dat de stadstram op den duur plaats moet
inruimen aan de autobus. Er zijn nu reeds
steden, waar men in die overtuiging met een
vooruitzienden blik de tram geheel uit het
verkeer heeft gebannen. In Parijs b.v. met
zijn druk verkeer is enkele weken geleden de
laatste tramdienst gestaakt; na een ruim 80-
jarigen loopbaan heeft de tram daar het
straatverkeer geheel aan autobussen en
taxi's overgelaten en de metro toch ook!
In Rome is men er toe overgegaan de
tramlijnen in de oude stad op te heffen en ta
vervangen door autobusdiensten, hetgeen de
heer A. Terkühle, oud-hoofdingenieur der
Oost-Java Stoomtram Mij., in „De Ingenieur"
van 14 Mei j.l. „alleszins gemotiveerd"
noemde. „Behoudens een enkele uitzondering
zoo schrijft hij „is het aantal ver-
keerbanen der straten minder dan vier en nu
moge een trambaan in zoodanige straten nog
toelaatbaar zijn bij zwak verkeer, bij druk
verkeer en autoparkeering in de straten
zouden te groote verkeersstagnaties ontstaan".
Deze toestand treft men ook veelal aan in
de nauwe centra der Nederlandsclie steden,
waar het vraagstuk tram-autobus dan ook
urgent gaat worden. Niet alleen de verkeers
moeilijkheden, welke de tram in de nauwe
straten der oude stadsgedeelten veroorzaakt,
spelen daarbij een rol, doch ook moet gelet
worden op de voordeelen van de autobus boven
de tram bij de verbinding van het centrum
met de buitenwijken, t.w. de mogelijkheid tot
wijziging van het traject, grootere snelheid
e. a.
In Rotterdam zijn thans twee nieuwe bus
lijnen voorgesteld, terwijl in Utrecht reeds
eenigen tijd geleden een tramlijn in een auto
busdienst werd omgezet en binnenkort nog
twee andere tramlijnen volgen.
Enkelen zullen mogelijk met leedwezen de
goede oude en comfortabele tram zien ver
vangen door de soepeleie en snellere autobus,
doch de vooruitgang van de techniek is nu
eenmaal niet tegen te houden. Bij de snelheid,
waarin deze zich voltrekt, zal waarschijnlijk
binnen betrekkelijk weinig jaren algemeen
ingezien worden, dat aan de autobus een be
langrijk aandeel in het stadsverkeer toekomt.