Slagers aan den microscoop Het sociografische werkkamp TUINHOEKJE Arrondissements rechtbank te Alkmaar Twee jaar tegen Nestra geëischt Tram en autobus in de steden Middagzitting van Maandag 24 Mei. I>EZE RARE MAN7, MAAKTE HET EERST DE KACHEL AN. Op Texel werden onlangs luchtbescher mingsoefeningen gehouden ter beveiliging van de bevolking onder een eventueelen luchtaanval. De Texelaar Albert K. weiger de echter zich aan de voorschriften te on derwerpen, bevond zich op verboden ter rein en toonde geen lust zijn rijwiel lan taarn te dooven, toen het vijandelijk vlieg tuig zich boven Texel vertoonde. De veld wachter Loogen trachtte den onwilligen ke rel tot rede tP brengen, doch ondervond 'n krachtig verzet. Ter zake dit feit, het eerste op dit gebied, stond Albert heden terecht en maakte den indruk een raar pot nat te zijn. Hij ont kende alle kwade bedoelingen en noemde zijn optreden zelf een „stomme streek", doch toen hij tot 5 dagen gevangenisstraf werd veroordeeld, scheen hem dat vonnis al heel slecht te smaken en kon men in de corridors nog heftig liooren protestee ren tegen deze onwelgevallige vrijheidsstraf UIT DEN BRAND IS U. MET ZULKE CLIëNTèLE. Een stuk of wat tapkast-ridders van pro fessie, uit Anna Paulowna. zich noemende landarbeiders, als dandv's gecamoufleerd, schonken in den avond van Zondag 4 April hun hooge gunst aan den caféhouder F. "Wouters aan de Kooii te Den Helder. Heel wat flauwe kletstafelgijntjes werden ver kocht. Er werd om bokspootjes en boks- pocier gevraagd en de caféhouder met zijn gelijkmatig tapkast-humeur, gewend om met malle kwibussen om te hannessen, liet al dat <»ezwam zijn koude kleeren niet raken. Eindelijk vertrokken de gasten, in overza- lige stemming, maar beloofden terug te ko men. Nu, zei de heer Wouters, dat is mij goed, maar kom niet na half 12. want dan is de zaak gesloten! De heeren kwamen dan ook, maar né half een en werden na tuurlijk niet meer toegelaten. Toen ver schenen zij aan de achterzijde van het per ceel en werd de achterdeur door een lid van het lustige gezelschap zoodanig gefor ceerd. dat zij uit de scharnieren werd ge drukt. Deze geweldenaar, de „landarbeider" Cornelis S. uit Anna Paulowna. compareer de nu ter zake vernieling op de zondaars- bank. Hij beweerde nu zoo geolied te zijn geweest, dat hij zich niets meer van het avontuur herinnerde. Maar wat men dron ken misdoet, moet men nuchter betalen en hji moest dan ook ter dege aftikken en wel- f .10 boete of 15 dagen om zijn nota met den politierechter t-, vereffenen en 15 gul den schadevergoeding aan Wouters voor de vernielde deur. OUD IJZER IS DUUR TEGENWOORDIG. De abnormaal hooge oud-ijzer prijzen doen weer terug denken aan den oorlogs tijd. toen ijzer- en telefoondraad-diefstallen aan de orde van den dag waren en aan reclasseering en voorw. straffen nog niet gedacht werd. Thans echter is na lange ja ren van rust. het oud-ijzer weer gaan wer ken en heeft de begeerlijkheid opgewekt van vele gesjochten jongens, die vlassen op een extra voordeel, zonder de hron van die inkomsten te taxeeren. Ook heden ver schenen weer een viertal ijzergappers', die ditmaal hun operatieterrein hadden, ge vonden in den Wieringermeerpolder. In de eerste plaats waren dat de heeren Fokke M. en zekere Wilhelm W„ een Duitscher. te Medemblik woonachtig en van niet al te beste iustitieele reputatie. Zij hadden zich vergrepen aan een paar ijze ren steenbreek-kiezen, een 100 kilo oud- ijzer. dat ze samen gezellig hadden weg- gesjouwd en dat toebehoorde aan den aan nemer C. M. Daalder te Medemblik. Deze heeren werden nu op hun beurt ieder een kies getrokken en viel Fokke 14 dagen mik-mummelen ten deel, terwijl Wilhelm, met zijn welgevuld strafblad een maand celstraf krijgt. .Vervolgens kwamen ook aan de beurt de heeren Albert V. en Roelof de B. uit Wie- ringerwaard, die het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier hadden ontlast van de zorg voor een ijzeren instrument van 200 K.G.. benevens een ijzeren ketting, welke kostbaarbeden voor f 20 waren ver patst. Het was een negatief masseltje, aan gezien Albert nu werd veroordeeld tot f 40 boete of 20 dagen en ziin compagnon Roe lof tot f 35 boete of 15 dagen. Inderdaad, bet oud-ijzer wordt heden ten •lage „duur betaald"! De verdediger laakt onvoldoen de controle bij d« benadeelde lirma. Gisteren verscheen de 56-jarige Wietse Nestra, voormalig bedrijfsleider, bij de fir ma J. Eecen Gz„ Houthandel te Alkmaar, beschuldigd van verduistering van meer dan een halve ton ten nadeele van deze firma, ,voor de Alkmaarsche rechtbank. Verdachte werd uit de veldwachterskamer naar de zititngszaal geleid. Hij kon zich moeilijk en alieen met behulp van een z.g. driestal voortbewegen, zulks als gevolg van de omstandigheden, dat in de Vlaamsche duinen gedurende een hevige koude, en waar hij eenige dagen als een vervolgd dier heeft geleefd, zijn teenen zijn afgevroren en deze aandoening wel nimmer zoo af doende zal herstellen, dat hij het algeheel gebruik van zijn voet zal herkrijgen. Sinds 1920, dus 16 jaar, was verdachte in dienst van den heer M. Eecen, anvan: kei ijk ais werfbaas, later promoveerde hij tot bedrijfsleider van het bloeiende filiaal te Alkmaar en genoot als zoodanig het volste vertrouwen van zijn werkgevers, dat hij dan ook door zijn ijver en activiteit schijnbaar volkomen verdiende. Maar opeens bleek aan zijn principalen, die hem nimmer op eenige wijze hadden gewantrouwd, tot hun pijnlijke verbazing waardoor zijn geweldige malversaties en verduistering zoo lang on der de dekmantel konden blijven. Want de ongelukkige man, die een prachtbetrekking bekleedde en een salaris van f3000 ver diende, kwam in aanraking met obscure bookmakers en leed ongehoorde verliezen op de wedrennen, verliezen die luj dekte uit de kas van zijn goedvertrouwende pa troons. Ten einde deze grepen uit de kas, der zaak, die zijn bevoegdheid als beheer der ver te boven gingen, daar hij wat de uitgaven betrof, alleen machtiging had tot kleine uitgaven, het kantoor betreffende, op schijnbaar aannemelijke wijze te dekken, vervaardigde hij om. in April 1936 een valsche kwitantie ad f 4000. geteekend door den heer Joh. Harskamp. De laatste, als getuige a décharge ge hoord onder belofte, verklaarde dat hij het bedrag van f 4000 op 15 April of eenige andere datum nimmer had ontvangen, de hem getoonde kwitantie hem ten eenen- male onbekend was en hij een dergelijk stuk van kwijting evenmin had geteekend, waarop deze getuige onmiddellijk weer kon vertrekken. De 35-jarige heer J. Eecen. houthandelaar te Oudkarspel, en hoofd van het gansche bedrijf, verklaarde dat verdachte sinds 1920 tot volle tevredenheid werkzaam was ge weest. men bad hem nimmer op eenige wijze gewantrouwd, tot bet moment dat men na zijn sensationeele vlucht naar het buitenland de boekhouding ging controlee ren, waarop de malversaties werden ont dekt. Door den deskundige, den heer van Teeseling. accountant te Amsterdam, was een boekenonderzoek gehouden met de be kende resultaten. Requisitoir. In zijn requisitoir wees' de officier van justitie er op. dat het noodzakelijk is. dat rnen vertrouwen in het personeel kan stel len. De man had een goed salaris en een goeden chef. Hij verloor soms 450 gld. per dag met de wedrennen en kwam van kwaad tot erger. Tenslotte eischte de Officier een gevan genisstraf van twee jaren. De verdediger vroeg vrijspraak voor wat betreft een in de dagvaarding genoemde kwintantie van 4000 gulden, welke door den verdachte wel met een valschen naam was geteekend. maar niet was gebruikt. Hij wees verder op de slechte controle in deze zaak en op de verleiding, waaraan ver dachte bloot stond en deelde mede. dat deze al veel ellende heeft meegemaakt. Ten slotte vroeg hij aftrek van de preventieve hechtenis vanaf 19 October en bepleitte verder een clemente straf. CALLANTSOOfi Uitstapje jeugdige werkloozen. J.l. Zondag maakten de jeugdige werk loozen uit deze gemeente een uitstapje naar Gelderland. Op den cursus, welke 's winters voor hen gegeven wordt, hadden zij weke lijks gespaard, 's Morgens vroeg vertrokken zij met de autobus van Van Schijen en bezochten eerst ons Nationaal Park, het landgoed „De Hooge Veluwe". Door een gids werd het gezelschap rondgeleid en kreeg men deskundige voorlichting van het vele moois dat daar te genieten valt. Na een korte pauze in de theeschenkerij op het landgoed, het Jagershuis „Oud-Reemst", werd de tocht voortgezet naar Arnhem, waar de jongelui het Burgers Dierenpark bezoch ten. Daarna ging het weer op huis aan, via Amsterdam, waar zij nog een bioscoopvoor stelling bijwoonden. Het was reeds diep in den nacht, toen men voldaan weer in Cal lantsoog teruggekeerd was. Naar we vernemen, werd besloten op nieuw aan het sparen te gaan. De gelegen heid tot deelname wordt ook nog uitge breid. Bouwvergunning. Door B. en W. dezer gemeente is aan den heer J. Weij Jz. te Groote Keeten vergun ning verleend tot het bouwen van een schuurtje op zijn land, aldaar gelegen. Krijgt ook Callantsoog een ouden van dagen-tocht? Door een comité, bestaande uit mevr. S. P. Rehorst-Bol, en de heeren J. van Hon- schooten, M. Vries en Jac. van Scheijen Jbz. worden pogingen in het werk gesteld om ook in Callantsoog jaarlijks een ouden van dagen-tocht te organiseeren. Het is onge twijfeld een mooi en dankbaar werk om aan de oude menschen, die niet zoover meer bui ten hun woning en erf komen, een „uitje" te bezorgen, een dag van opgestoord genie ten. Hiervoor is in de eerste plaats geld noodig. Daartoe heeft het comité een circu laire huis aan huis laten bezorgen, waarin Het kamp te Slootdorp Is door een 60-tal studenten betrokken. Ontmoetingsavond met de bevol king. Zooals reeds in ons nummer van Zater dag werd aangekondigd, zullen in de week van 24 tot en met 29 Mei een 60-tal studenten onder leiding van Prof. ter Veen, hun intrek nemen in het kamp te Slootdorp, teneinde een sociografische en geografische studie te maken van de samenstelling van de Wierin- germeerbevolking. Maandagmorgen om half negen per auto bus vertrokken vanaf Amsterdam, begun stigd door schitterend zomerweer, werd de tocht aangevangen om om circa half twaalf in het kamp te Slootdorp te arriveeren. De eerste dag werd besteed, voor zoover nog noodig, met het nog in orde brengen van het kamp, terwijl in den namiddag een aan vang werd gemaakt met hen enqueteeren. Natuurlijk hebben wij een bezoek gebracht aan het kamp. De gezelligheid kwam ons reeds van verre tegen. Een 60-tal jonge stu denten, uiteraard vroolijke menschen, gedu rende een week in den polder! Het behoeft geen betoog, dat het voor de Amsterdamsche studenten een aardige afwisseling is eens ».->n weekje in het polderland door te brengen. We hebben ter plaatse hier en daar eens ons licht opgestoken, teneinde te vernemen welke en hoe de werkwijze van de kamp bevolking zal zijn. Hierbij bleek ons dat het programma van de geheele week reeds opgesteld is. De deelnemers worden verdeeld in z.g. „werk-eenheden", bestaande uit een of meer personen. Deze werk-eenheden worden ge combineerd tot drie groepen, onder leiding om bijdrage, ieder naar zijn vermogen, wordt gevraagd, en aan de autobeziters verzocht wordt hun auto's voor deze tocht beschik baar te stellen. De bedoeling is de tocht op 22 Juni a.s. te doen plaats hebben. Het is te hopen dat allen hun medewerking zullen verleenen, en daardoor de ouden van dagen uit Callantsoog ook hun jaarlijksch „uitje" zuilen krijgen, evenals dit al geruimen tijd in de naburige gemeenten de gewoonte is. Helpt het comité! GOUDEN KRUISWEDSTRIJD. Callantsoog I—Watervogels 2 (2—8.) Hoewel Callantsoog de strijd om het Gou den kruis langer volgehouden heeft dan we wel verwachtten, moest zij het Zondag in een door haar slecht gespeelden wedstrijd tegen Watervogels 2 met. 8—2 afleggen. Wa tervogels was overwegend sterker dan Cal lantsoog. In den regel speelt Call. haar bes te wedstrijden tegen sterkere elftallen, maar ook hier bleek dat uitzonderingen den regel bevestigen. Reeds spoedig na het begin opende W. de score met een voor den C.-keeper onhoud baar schot, 01. De Callantsoogers lieten dit niet op zich zitten en maakten daarop de gelijkmaker, 11. W. oefende nu een sterken druk op het C.-doel en bracht den stand geleidelijk hooger in hun voordeel. Door een misverstand in de achterhoede kwam het vijfde doelpunt en ging dan de rust in met 15. Na de rust werd weer vrij goed gespeeld, doch was C. wat onfortuinlijk. Bij een red dingspoging zette de rechtshalf den bal in eigen doel. Daarna maakte de rechtsbinnen weer een tegenpunt, 26. Nogmaals bena deelden de Callantsoogers zichzelf. De kee per was uitgeloopen en de linksback kreeg den bal verkeerd op de schoen en trapte in eigen doel, 27. Nog eenmaal een onhoud baar schot en de stand was 2—8 geworden in het voordeel van Watervogels, dat na de rust gemakkelijk aan zijn puntjes kwam. Met dezen stand kwam het einde en is Call. uitgeschakeld voor het Gouden Kruis. Het maken van een vijver van gewapend beton. Nadat het putje klaar en de aarde er op gebracht is, wordt de grond flink aangestampt om later verzakken te voorkomen. Op de vastgestampte onderlaag leggen we nu de vlij laag van nieuwe of oude steenen. Hierover komt een laagje sterke metselspecie (één deel cement op drie zand met het noodige water), dat vanzelf tusschen de voegen zakt. Hierover komt dan de laag beton: één deel cement op twee deelen scherp zand en twee deelen fijn en gewasschen grint me7 het noo dige water. Deze beton moet men niet te dun aanmengen omdat ze niet pappig mag zijn. De betonlaag wordt in tweeën gelegd. Eerst een laag van de halve dikte; daarin en hierop komt de rest beton. Door inknippen en buigen kun nen we het kippengaas precies den vorm aan passen. De bovenrand van den vijver geeft nog eenige moeilijkheden. Het is n.1. niet mooi, dat de betonnen rand van den vijver te zien is. Dit staat onnatuur lijk. Daarom maken we boven in den beton- rand een inkeeping ter grootte van een turf. Daarna metselen we met cementspecie (weer één op drie) in de inkeeping een tprf. Achter de turf behoeft dan slechts een dun loodrecht randje cement te komen. Vlak hierachter kunnen we planten zetten, die graag op de turf wortelen, bijv. Erica's. De planten groeien dan tot aan het water, wat heel mooi staat. Het randje cement achter de turf kan gerust iets lager zijn dan de turf en wordt dan met een weinig aarde bedekt. De vijver is nu klaar, maar misschien niet geheel waterdicht. Daarom moet men ze na twee dagen voor het geheel opdrogen van de beton van binnen besmeren met zeer sterke specie, gevormd uit een deel cement op een deel zand. Een dun laagje van bijv. 44 cM. is voldoende. Na t vee dagen kwasten we dan de binnenkant nog na met een papje van cement met water en waterglas. Van lek ken zal geen sprake meer zijn. Een paar dagen laten opdrogen en we kunnen het water in den vijver laten stroomen! De afvoerpijp wordt er natuurlijk eerst opgeschroefd. Voordat we de van een groepsleider. Elk der groepen heeft tot taak de bewoners van een der drie dor pen: Middenmeer, Slootdorn of Wieringer- werf te onderzoeken. Dit onderzoek vindt plaats aan de woningen der bewoners bij de gezinshoofden en kostgangers aap de hand van een gedrukte vragenlijst. Voor elk gezin of kostganger is een vragen lijst bestemd. Het kamp is gelegen te Slootdorp op een afstand van ongeveer 5 K.M. van de andere dorpen. De studenten begeven zich per rijwiel naar hun werkobject. Prof. ter Veen heeft aan zijn studenten medegedeeld, dat het welslagen van deze kampweek voor hot grootste gedeelte van de studenten afhangt. Het enqueteeren is nl. een delicate arbeid, welke moet worden verricht op een voor de bevolking aange name wijze. Zeer zeker is het welslagen voor een groot gedeelte afhankelijk van de studenten, doch van een even groot gedeelte aan de Wie- ringermeerbevolking zelf. Opdat het werk moge slagen en teneinde meer in aanraking te komen met de bevol king, heeft de stichting voor het bevolkings onderzoek gemeend een „ontmoetingsavond" te moeten beleggen. Het doel van dezen avond is de bevolking bekend te maken met hel werk der stich ting. Maandagavond 8K uur had deze ver gadering plaats. De bewoners van Wieringerwerf en Mid denmeer werden per gatis autobus naar het gymnastieklokaal gebracht, waar Prof. ter Veen met zijn staf van medewerkers de be volking reeds opwachtte. Van de zijde van de bevolking bestond zeer veel belangstelling. Hierna nam Prof. ter Veen het woord en sprak er zijn vreugde over uit, dat zoo ve len opgekomen waren om dezen avond te beluisteren, en hoopte dat deze kennisma king aangename gevolgen zou mogen heb ben en dat op prettige wijze deze week met de bevolking zou mogen worden samenge werkt. Wanneer onze werkzaamheden, aldus spr. deze week geëindigd zijn, hopen wij ook op Het nieuwe laboratorium voor vleeschverwerking te Berlijn. Proeven met koude en vochtige lucht. Op zoek naar de meest economische verwerkingsmetho den. Dezer dagen is te Berlijn het instituut voor onderzoek naar de methoden van vleesch verwerking geopend, dat beoogt het slagers- bedrijf op wetenschappelijke basis meer eco nomische verwerkingsmethoden van het vleesch aan de hand te doen. Het zal velen misschien eenigszins eigen aardig voorkomen, dat juist een geschoold handwerk als dat der slagers een eigen la boratorium opricht. En allicht zou men dan op de gedachte komen, dat hi'er bijvoorbeeld nieuwe worstsoorten worden „uitgevonden". Doch de beteekenis van een dergelijk insti tuut reikt veel dieper. De Duitsche slagers verwerken jaarlijks vleesch ter waarde van rond 5 milliard mark dit blijkt 'uit de Statistieken. Doch verwerken zij deze hoeveelheid ook waarlijk? Het antwoord op deze vraag geeft een geheel ander beeld. Wat er aan onverwerkt vleesch overblijft. Het is geenszins overdreven te beweren, dat van deze hoeveelheid minstens voor 500 millioen mark aan vleesch onverwerkt blijft. Toch zou het onjuist zijn, hiervan de sla gers een verwijt te willen maken en te mee nen dat zij hun vak niet zouden verstaan. Ook moet men niet meenen, dat er bij het slachten maar roekeloos met het kostbare vleesch wordt omgesprongen, zoodat deze geweldige hoeveelheid eenvoudig bij het af val terecht komt. Op de spits gedreven slacht- procedé. Integendeel, men kan tegenwoor dig doorgaans niet eens meer zeggen, op welke wijze deze verliezen ont staan. Wel heeft de wetenschap zich grondig met het slachtprocédé bezig gehouden, zoodat hier een tot in alle onderdeelen volmaakte werkwijze is ontstaan. Doch het vleesch zelf werd tot nu toe door de wetenschap nogal stiefmoederlijk behandeld. De oorzaak hiervan moet hoofdzakelijk gezocht worden in de omstandigheid, dat hier verschillende takken van wetenschappelijk onderzoek in el kaar grijpen. En toch is men er tegenwoordig al lang achter, dat het vleesch na de slachting, of schoon levenloos, toch geenszins „doode" stof is, doch van het oogenblik van slachting af tot aan het moment dat het verbruikt visschen er in doen, gaan we eerst een paar keer het water ververschen met tusschen- poozen van een week. Nu zal ik nog eenige planten noemen, die in den vijver kunnen groeien. De waterplanten houden van een goede be mesting; oude koemest is hier. zeer goed voor. In betonnen vijvers laat men in 't voorjaar het water afloopen; de visschen doet men in een kom >n de waterplanten worden met turf- strooisel bedekt. In 't voorjaar verjongt men de planten. In een iets grootere vijver plant men de waterlelie Nymphoea alba en de Lischdodde of Typha. In kleinere vijvers plant men de Waterviolier of Hottonia paiustris, waterkla ver of Menyonthes trifolia a en de waterlelie Nymphoea Laydeckeri rosea; ook wel de Zwa nebloem of Butomus umbellatus. Ik hoop, dat u het vijvertje eens aanlegt en mij het resultaat meedeelt. v.d. L. een avond afscheid van U te nemen. Deze afscheidsavond zal gehouden worden in hotel Smit te Middenmeer op Vrijdag 28 Mei a.s. des nam. half negen. De zaal aldaar kan 700 personen bevatten. Verwacht wordt dan ook dat allen zullen komen luisteren naar het varieerende pro gramma, dat op dien avond gegeven zal worden. Hierna ving Prof. ter Veen aan met een beschrijving te geven van zijn reis naar Afrika. In zeer duidelijke bewoordingen schetste spr. zijn bevindingen en moeilijk heden, welke hij ondervonden had om de woestijn te kunnen intrekken. Waar het doel van Professors reis slechts was: stu- deeren, verleende de Afrikaansche regee ring medewerking om de woestijn in te trekken. Van de daar genomen foto's 'wil de spr. eenige lantaarnplaatjes laten zien. Tammer genoeg was echter de projectie lantaarn niet in orde en moest dit gedeelte van het programma komen te vervallen. Dank zij echter de duidelijke lezing van Prof. fer Veen. doorvlochten met humor, kreeg het publiek toch een indruk van deze reis. Daarna verkreeg Dr. van Heek het woord Aan de hand van filmopnamen verduidelijk- fe Dr. van Heek zijn reiservaringen. Spr. voerde ons door de dierenwereld van Afri ka en bracht ons voorts in de wildernis van andere gebieden. Aan het einde van deze vertooningen meende de heer Meerink, hoofd der school fe Slootdorp de tolk fe zijn van de geheele vergadering wanneer hij Prof. ter Veen en diens medewerkers hartelijk dank bracht voor het geven van dezen avond. Naar spr.'s meening was er nog een fout te herstellen .die bij den aanvang ge maakt was, n.1. het welkom heeten van het sociografisch gezelschap. Spr. deed dit alsnog. Nadat Prof. ter Veen het publiek nog maals opgewekt had toch vooral a.s. Vrij dagavond op te komen werd dezen avond met een woord van dank voor de opkomst gesloten. wordt, een gecompliceerd omzettingsproces in afdalende richting doormaakt, dat echter nog geenszins met „bederf" is gelijk te stel- len. Nauwe samenwerking met de praktijk. Hier hebben nu de slagersbedrijven inge grepen, teneinde in deze bedenkelijke leem te te voorzien en zelf hun belangen te be hartigen. De tallooze kookpannen alleen al, die temidden van hcele regimenten slanke reageerbuizen en sierlijke retorten hun taak verbeiden, bewijzen, dat men zicli hier niet uitsluitend met dorre theorie denkt op te houden. Daarbij komt nog, dat het insti tuut in het zelfde gebouw als de slagersvak school is ondergebracht, daar men zoo nauw mogelijk met de practijk wil samen werken. In het eigenlijke laboratorium zijn 32 werkplaatsen ingericht, waar niet alleen wordt geëxperimenteerd, doch waar de sla gers tevens in de wetenschappelijke grond slagen van hun vak zullen worden onder richt. Een koelkamer met poreuzen wand. Het spreekt wel vanzelf, dat in dit insti tuut de nieuwste systemen van bederfwe- ring worden toegepast. Zoo is er bijvoorbeeld een koelkamer, waarvan de wanden van poreus materiaal zijn vervaardigd. Door middel van een ventilatie-systeem wil men hier proeven nemen met liet koelen van vleesch onder voortdurende toevoer van lucht, dit in tegenstelling met liet tot nog toe gebruikelijke koel procédé. Want hij het koel bewaren van vleesch schijnt de laagte van de temperatuur niet den doorslag te geven; ook andere factoren, zooals ventilatie en vochtigheidstoestand van de lucht, schijnen hierbij nog van belang te zijn. Juist op dit gebied heeft men van het nieuwe laborato rium groote verwachtingen. Proeven in het donker. Voor gecompliceerde .chemische proeven, waarbij het daglicht niet mag toetreden, is er een donkere kamer ingericht, waarin te vens fotografische opnamen kunnen wor den ontwikkeld. Want liet foto-microsco pisch onderzoek van het vleesch in zijn ver schillende verwerkingsstadia werd tot op heden zeer verwaarloosd, terwijl dit juist waardevolle gegevens belooft te zullen ver schaffen omtrent oorzaken en verloop van de omzettingsprocessen, die in het weefsel van het vleesch plaats grijpen. Ook een rookkamer volgens de nieuwste eischen ingericht, is in het instituut aan wezig. Een dikbuikige pekelpot, moet dienen voor vacuumexperimenten. Voor bactorioli gische proefnemingen is er een kleine broedkast aanwezig. De economische beteekenis. Het Instituut gaat niet volgens een vast omlijnd programma aan het werk. Doch het doel staat duidelijk voor oogen: alle thans gebruikelijke verwerkingsmethoden van vleesch moeten aan een grondig onderzoek worden onderworpen. Welke wegen en methoden hiervoor het doelmatigst zullen blijken, zal de pracktijk eerst kunnen lee- ren. Men hoopt op deze wijze, al is het slechts een klein deel van de bovengenoem de geweldige hoeveelheid vleesch ter waar de van minstens 500 millioen mark, die thans nog verloren gaat, voor de volkshuis houding te kunnen bewaren een streven dat geheel ligt in de lijn van de huidige Duitsche economie. zoo schrijft ons de Alg. Ned. Verkeersfederatie. Amsterdam is de eerste gemeente in ons land, die de oplossing van het stadsverkeer ten deele zoekt in het in gebruikt nemen van bjjzonder groote autobussen. Waren de ge wone autobussen in Nederland tot nu toe in gericht voor gemiddeld 59 passagiers; zij hebben 33 zit- en 26 staanplaatsen. Voor het drukke vervoer op de spitsuren is deze groo tere capaciteit ongetwijfeld van groote beteekenis. Door de indienstelling van deze groote bussen wordt een nieuw stadium geopend in het vervoersvraagstuk in onze groote steden, waar ook de strijd tusschen tram en autobus zich langzaam maar zeker begint af te tee kenen. Meer en meer wint de overtuiging veld dat de stadstram op den duur plaats moet inruimen aan de autobus. Er zijn nu reeds steden, waar men in die overtuiging met een vooruitzienden blik de tram geheel uit het verkeer heeft gebannen. In Parijs b.v. met zijn druk verkeer is enkele weken geleden de laatste tramdienst gestaakt; na een ruim 80- jarigen loopbaan heeft de tram daar het straatverkeer geheel aan autobussen en taxi's overgelaten en de metro toch ook! In Rome is men er toe overgegaan de tramlijnen in de oude stad op te heffen en ta vervangen door autobusdiensten, hetgeen de heer A. Terkühle, oud-hoofdingenieur der Oost-Java Stoomtram Mij., in „De Ingenieur" van 14 Mei j.l. „alleszins gemotiveerd" noemde. „Behoudens een enkele uitzondering zoo schrijft hij „is het aantal ver- keerbanen der straten minder dan vier en nu moge een trambaan in zoodanige straten nog toelaatbaar zijn bij zwak verkeer, bij druk verkeer en autoparkeering in de straten zouden te groote verkeersstagnaties ontstaan". Deze toestand treft men ook veelal aan in de nauwe centra der Nederlandsclie steden, waar het vraagstuk tram-autobus dan ook urgent gaat worden. Niet alleen de verkeers moeilijkheden, welke de tram in de nauwe straten der oude stadsgedeelten veroorzaakt, spelen daarbij een rol, doch ook moet gelet worden op de voordeelen van de autobus boven de tram bij de verbinding van het centrum met de buitenwijken, t.w. de mogelijkheid tot wijziging van het traject, grootere snelheid e. a. In Rotterdam zijn thans twee nieuwe bus lijnen voorgesteld, terwijl in Utrecht reeds eenigen tijd geleden een tramlijn in een auto busdienst werd omgezet en binnenkort nog twee andere tramlijnen volgen. Enkelen zullen mogelijk met leedwezen de goede oude en comfortabele tram zien ver vangen door de soepeleie en snellere autobus, doch de vooruitgang van de techniek is nu eenmaal niet tegen te houden. Bij de snelheid, waarin deze zich voltrekt, zal waarschijnlijk binnen betrekkelijk weinig jaren algemeen ingezien worden, dat aan de autobus een be langrijk aandeel in het stadsverkeer toekomt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 3