WOENSDAGSCHE MIJMERIJ
Hel massagraf boven
de welken
EIMELIJKE
Misdadigers vergiftigden
het ijs
Noem me maar Levy!
Radioprogramma
DE
STRIJD
s
Lawines, gevreesd door
alle bergbestijgers
Nieuwe autobusstaking dreigt
in Engeland
Panama-kanaal wordt
verbreed
Massavergiftiging in Italië
door Michael Corvin
Openbare vermakelijkheid.
Het is geen wonder, dat iemand die
kapitalen aan reclame moet uitgeven, zich
wel eens de hersenen afpijnigt om op een
reclamemiddel te komen, dat niets, of al
thans een schijntje, kost. Maar het gaat
ermee als met het perpetuum mobile, dat
ook maar niet perpetuum wil worden.
Toch zijn er nu en dan dwazen, of als u
wilt genieën, die ineens een flits door hun
hersenen krijgen. Ergens in een buitenland-
sche krant lees ik het volgende:
Een oude heer, met een gehoorinstru-
ment in zijn oor, stapt ergens in Ame
rika een tram binnen. Hij is vergezeld
van een jonge, mooie vrouw. Nadat ze een
oogenblik gezeten zijn, schreeuwt de jonge
vrouw de oude heer moet wel ontzettend
doof zijn den man in het oor:
„We moeten nog wat voor Mary koo-
pen."
„Wat zeg je?" vraagt de oude, en buigt
zich op zij.
„We moeten nog wat voor Mary koo-
penü"
„O, ja goed".
„Ze houdt alleen maar van Alligator
chocola".
„Van?"
„Alligator-chocola".
„Ik versta je niet".
„Al-li-ga-tor cho-co-la!"
„Zeg het nog 'es"...
De heele tram zit nu gespannen te luis
teren. De helft is geamuseerd, de andere
helft bewogen. Maar iedereen staakt het
gesprek, want de Alligator-chocola vult
den heelen wagen en het is niet meer mo
gelijk, aan iets anders te denken, vooral
als de jonge vrouw, blijkbaar zonder zich
te laten ontmoedigen door de pijnlijke
situatie, het gesprek voortzet en over de
Alligator-chocola honderd bijzonderheden
vertelt, steeds maar met geluidsvolume, dat
men pleegt te bezigen in een dagbladdruk
kerij als de snelpers loeit.
Als de oude man er eindelijk na drie
haltes achter is, stapt het tweetal uit.
Gaan ze Alligator-chocola koopen?
Neen, ze hebben een tramabonnement en
stappen in den volgenden wagen over, waar
het pijnlijke gesprek opnieuw begint. Ze
doorkruisen de stad, misschien het land, en
allen die hen ontmoet hebben, vertellen
thuis hoe penibel het was of hoe handig
het was, naar gelang ze den truc doorzien
hebben of niet. De jonge mooie vrouw, die
bij het binnenkomen al het oog, en later
het oor van iedereen had, brult tram in,
tram uit, zoolang haar keel het kan uit-
houden; ze vult den aether met reclame I:
bijna voor niets!
Er zullen zeker navolgers komen, want
een netkaart kost een prikje in vergelij-
king tot het rendement, dat men er op deze
wijze uithaalt, maar de bekoring van het ïj
nieuwe zullen de imitators ontberen. Trou-
wens, als de tram zou komen vol te zitten
met oudeheeren, die slechts converseeren jj
door middel van hoorbuizen of trompetten, ii
zouden de tramdirecties er vermoedelijk al j
gauw opruiming onder houden en bepalin- jj
gen uitvaardigen, die den conducteur het
recht gaven, al te groote schreeuwleelijken
te verwijderen, al was het maar om de jj
andere reizigers voor doofdheid te be-
hoeden. j j
Voor Nederland is het middel echter nog jj
nieuw. Ik stel het hier gratis ter beschik- jj
king, en ik doe dat zonder vrees, dat een
of ander concurreerend dagblad er zich van j j
zal meester maken, omdat geen enkele
courant er voor zal voelen, bij het publiek
door deze reclame de suggestie op te wek- jj
ken, dat zij de courant n.1. alleen
voor doove oudeheeren een onderwerp van
conversatie uitmaakt. Maar er zijn andere. jj
artikelen genoeg, die zonder schade voor j j
hun reputatie door dit idee kunnen gedijen.
Onze overheid zal, voor zoover ik haar jj
ken, zeker niet aarzelen, zoodra ze de kans jj
schoon ziet, roet in het eten gooien door
een belasting in te stellen op hard spreken, j j
of op gehoortrompetten, of misschien zelfs jj
op opdringerige doofheid; maar zoolang i:
die belasting er niet is, ligt het geld voor
H.H. fabrikanten op straat, of in ieder jj
geval in de tram. Men lette maar eens op: :l
als er één doove over het balcon is, volgen j
er meer.
Wederom is een Himalaya-
expeditie, thans een Buitsche,
het slachtoffer geworden van een
lawine, met het noodlottige qe-
volq, dat zeven van de neqen
Europeesche leden der expedi
tie en neqen Ghurka's, die als
draqers dienst deden, om hel
leven zijn qekomen. Hoewel men
ook dit keer alle mogelijke
voorzorgsmaatregelen qenomen
had, om eventueele onqelukken
te vermijden, schijnen de lawi
nes toch een qevaar op te leve
ren waaraan men niet ontkomt.
Steeds' weer opnieuw vormt het woeste en
ontoegankelijke Himalava-gebied aan de
Noordgrens van Britsch-Indië, een belang
rijk aantrekkingspunt voor de stoutmoedige
bergbestijgers, die, met gevaar voor hun
eigen leven, de groote- moeilijkheden van de
eeuwige sneeuw- en ijsgebieden trachten te
overwinnen. Nog nooit is een mensch er in
geslaagd, den top van dit geweldige geberg
te te bereiken, hoewel er reeds tallooze po
gingen ondernomen zijn.
De Columbus van de bergwereld.
De eerste poging van dien aard werd in
1922 door een Engelsche expeditie onder lei
ding van G. Mallery, bekend als de „Co
lumbus van de bergwereld", ondernomen.
Het centrale kamp werd opgericht in het
eenzame bergklooster Rongbuk, maar de
Lama (Tibetaansch priester), waarschuwde
de bergbeklimmers. Hij sprak van de vijf
„sneeuwneuzen", die in spelonken huizen en
over de rust van den berg waken. Natuur
lijk lachten de Engelschen hem uit. Bijge
loof, allemaal bijgeloof. De Lama liet nog
een tweede waarschuwing vernemen. Ilij
had gedroomd, dat zCven menschen in de
vuist, van' den berggod omkwamen. Maar
men luisterde niet naar hem, en zeventien
man vertrokken voor de laatste etappe.
Slechts tien kwamen er terug. De Lama
had gelijk gehad en ook heden ten dage
zou hij met zijn waarschuwingen nog gelijk
hebben.
Want, zooals de eerste expeditie
door een lawine gedeeltelijk ver
ongelukte, zoo zijn tot nu toe alle
expeditie's geheel of gedeeltelijk
zoo niet omgekomen, dan toch ge
dwongen geweest, terug te keeren.
Een zeer belangrijke Himalaya-bestijger,
die wij in dit verband niet mogen vergeten
te noemen, is de heer Visser, die te zamen
met zijn vrouw, mevrouw Visser-Hooft, tot
drie maal toe getracht heeft, den top van
den Mount-Everest te bereiken, maar die
ook tot drie maal toe gedwongen werd,
hetzij door een lawine, hetzij door slecht
weer, den terugtocht te aanvaarden. En
van hem mogen wij toch zeker wel zeggen,
dat hij ervaring had.
Wilson liet zich niet ontmoedigen.
Ook de Nieuwe Wereld toonde belangstel
ling voor dit onneembare gebergte, dat zijn
toppen tot 8000 meter en nog wel hooger,
verheft. Het was de Amerikaan Wilson, die
in 1934 een poging waagde. Men weigarde
hem echter de toestemming hiertoe. Deson
danks zette hij door en verliet, als priester
verkleed, in gezelschap van drie dragers,
de stad Darjeeling, aan den voet van de Hi-
malaya. Rongbuk had hij spoedig bereikt
en reeds enkele dagen later was hij in
kamp III van de Mallory-expeditie. Toen
weigerden de dragers echter, verder te
gaan. Hij liet zich niet ontmoedigen en trok
moederziel alleen naar het hoogste punt
der aarde. Een maand lang wachtte men op
hem. Toen keerde de expeditie half verhon
gerd terug zonder Wilson.
D« laatste 300 meter.
Uit al deze voorbeelden en uit het onge
luk, dat thans weer de Duitsche expeditie
heeft getroffen, kan men zien, hoe buiten
gewoon moeilijk de bestijging van een derge
lijk gebergte is en welke voorbereidingen
men eerst moet treffen, om zelfs maar een
gedeeltelijke bestijging mogelijk te maken.
We kunnen ons ternauwernood voorstellen,
dat een expeditie, die reeds een hoogte van
8000 meter bereikt heeft, er niet in slagen
kan de laatste 300 meter naar den top af te
leggen. En toch schijnen ook hier de laat
ste loodjes het zwaarst te wegen, want de
ondernemingen van de laatste jaren hebben
wel ?ille den top op een afstand van 300 me
ter waargenomen, maar nooit bereikt.
StuiQawines zijn het gevaarlijkst.
Een van de grootste vijanden van een
dergelijke expeditie is de lawine, waardoor
ook deze expeditie zoo noodlottig aan zijn
einde is gekomen. Zoo'n sneeuwstorting of
lawine komt vooral in het voorjaar voor, als
de sneeuw week wordt, zijn hechtingsver
mogen verliest en van de steile berghellin
gen naar beneden komt glijden. Door het
smeltwater is de rotsbodem glad geworden,
het glijproces van de lawine wordt er door
vergroot en nadat de lawine naar beneden is
gestort, blijft alleen de naakte rots over.
Toch is deze soort lawine niet de
gevaarlijkste, daar hij ieder jaar in
vrij vaste banen naar beneden komt.
Grilliger en gevaarlijker zijn de z.g.
stof- of stuiflawines. Deze komen
hoofdzakelijk in den winter voor,
voornamelijk na een koude-periode,
als de bevroren ondergrond glad is,
en weinig houvast biedt, zoodat, zoo
dra de sneeuwmassa te groot wordt,
de droge sneeuw naar beneden
stuift. Vooral hiérbij geldt het ge
zegde: „Kleine oorzaken, groote ge
volgen", want het afgaan van een
schot, waarbij zich een luchttrilling
voordoet, kan reeds de oorzaak van
een lawine zijn.
Over het algemeen tracht men de lawines
zooveel mogelijk tegen te gaan, bijvoorbeeld
door het zetten van palen of muren, maar
dat kan men van een expeditie, die het
Himalaya-gebergte bestijgt, werkelijk niet
verwachten. De moeilijkheden, die zich hier
bij voordoeri, zijn al groot genoeg.
Men bejjerkt zich hierbij 'dan ook tot een
uitstekende uitrusting, In de eerste plaats
richt men verschillende kampen in, die ge
nummerd worden en van waaruit men een
volgende étappe aflegt. Natuurlijk doen de
radio en de telefoon daarbij goede diensten,
daar men op dezgl wijze steeds met het ach
terland in verbinding staat. Ook is het op
grootere hoogte van de grootste waarde, daar
het dan mogelijk is binnen den kortsten tijd
te weten, wat zich daar afspeelt, wanneer
slecht weer het waarnemen van signalen
onmogelijk maakt.
Hoe hoog kan een mensch klim
men?
De nadeelen van een zuurstof
apparaat.
Ook is het nog altijd een probleem,
hoe hoog een mensch kan klimmen,
zonder gebruik te maken van een
zuurstofapparaat. Want, de construc
tie van een zuurstof-apparaat, dat
licht genoeg is om te kunnen dragen
en dat toch voldoende capaciteit
heeft, biedt groote moeilijkheden.
De voorstanders van het gebruik van dit
apparaat zeggen, dat het beter is, op betrek
kelijk geringe hoogte, bijvoorbeeld op 7000
meter, te beginnen met zuurstof-apparaten
te gebruiken. Zij meenen dat een mensch
op grooter hoogte niet meer kan accliina-
tiseeren en dat zijn conditie dan snel achter
uit gaat. De tegenstanders daarentegen zeg
gen, dat dan een onmogelijk groote voorraad
zuurstof zou moeten worden gebruikt, en
wijzen voorts op het gevaar, dat een berg
beklimmer loopt, dat het toestel bij het
klimmen van hem af valt. De bergbestijgers
zelf meenen, dat hun conditie steeds beter
wordt, hoe hooger zij komen, als men maar
niet te lang op die hoogte blijft.
Zoo is dus thans, reeds voor de tweede
maal, de Duitsche expeditie het slachtoffer
van haar ondernemingsgeest geworden. Nog
steeds verheft het Himalaya-gebergte zijn
8120 meter hooge bergtop Nanga Parbat in
de lucht en het zal wel weer eenigen tijd
duren, eer nieuwe bergbeklimmers het zullen
wagen, den top te veroveren
Caféhouder merkte het noq bij
tijds.
Dezer dagen werd ingebroken in een kof
fiehuis te Newcastle doch de inbrekers heb
ben niets gestolen, maar alleen vergif gede
poneerd in drie groote ijsmachines. Geluk
kig hebben vlekken op het metaal van de
machines den eigenaar van het café, een
Italiaan, op het spoor van het misdrijf ge
bracht.
Hij waarschuwde dadelijk de po
litie, die het goedje, dat in de ijs
machines geworpen was, meenam
en ontdekte, dat het een vergif was,
dat voldoende zou geweest zijn om
bonderden menschen te dooden. De
Italiaan voorziet des Zondags ge
middeld 6000 a 7000 klanten van
een portie ijs.
Ook in een ander Italiaansch café heeft
men getracht in te breken, aldus de N.R.C.
doch daar zijn de inbrekers klaarblijkelijk
door het blaffen van een hond verjaagd,
voordat zij hun opzet hadden kunnen vol
voeren.
Sinclair Lewis en Sidnay Howard zijn
twee beroemde Amerikaansche schrijvers.
Onlangs maakten zij samen een tooneelstuk
van den roman „Dodsworth" van eerstge
noemde.
Er werd voorgesteld, bet stuk in Berlijn
te spelen leest het Hlsbld. in het Vaderland
en de Duitsche impresario, die de auteurs
rechten voor Middeneuropa heeft, vroeg den
schrijver, zoo spoedig mogelijk de gegevens
te zenden, welke bevestigden, dat ze zui
vere ariërs zijn.
Het antwoord, door Lewis en Howard ge
zonden, luidt: „Ik vrees, dat we tot onze
groote spijt niet in staat zullen zijn, u ge
gevens te verstrekken, welke waarborgen
dat we Ariërs zijn. Wie weet welke voorva
deren we de laatste paar honderd jaar wel
licht gehad hebben? We weten er werkelijk
even weinig van als zelfs Hitier van de
zijne. Wil zoo goed zijn, in Uw antwoord
onze juiste wettige namen te gebruiken.
Sidney Horowitz en Sinclair Levy.
Conflicten te Liverpool en Blackburn.
Vierduizend autobus-chauffeurs en conduc
teurs van de Ribble Motor Services Ltd. te
Blackburn h^»ben besloten, Zaterdag in sta
king te gaan, indien de maatschappij wei
gert aandacht te schenken aan hun eischen,
welke betrekking hebben op de arbeidsvoor
waarden en de looncn.
Het personeel van de Liverpool-diensten
derzelfde maatschappij is reeds sedert afge-
loopen Zaterdag in staking.
Enorm werk in voorbereiding.
Naar te Washington bekend ge
worden is, worden voorloopige plan
nen ontworpen, voor een verbree
ding van het Panamakanaal, welke
naar men meent, noodig is, om het
hoofd te bieden aan een te verwach
ten toeneming van het verkeer.
Het werk, dat waarschijnlijk niet voor
1960 gereed zal zijn, zal naar schatting 270
millioen gulden kosten. Alleen het uitwer
ken der plannen zal ongeveer 10 jaar in be
slag nemen. Bovendien zouden nog eens
tien jaren noodig zijn voor het uitvoeren der
plannen, alvorens de nieuwe sluizen in ge
bruik genomen kunnen worden.
In een instituut voor geesteszieken te Lo-
rette in Italië heeft zich een geval van mas
savergiftiging voorgedaan. Twee en vijftig
zieken moesten in allerijl naar een zieken
huis worden vervoerd, waar twee personen
inmiddels zijn overleden. De vergiftiging
vindt zijn oorzaak in het nuttigen van spij
zen, die in slecht vertinde pannen zijn be
reid.
DONDERDAG 1 JULI 1937.
Hilversum I.
AVRO-uitzeniding. 7.00—7.30 RVU.
8.00 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gramofoonmuziek.
10.30 Ensemble Rentmeester. In de pauze:
Declamatie.
12.30 Kovacs Lajos' orkest, en gramofoon
muziek.
2.00 Pianovoordracht.
2.30 De Palladians, en declamatie.
4.00 Voor zieken en thuiszittenden.
4.30 Gramofoonmuziek.
4.50 Voor de jeugd.
5.30 Kovacs Lajo's orkest.
6.30 Sportpraatje.
7.00 Lezing: „De intelligentie van den
mensch (foutenanalyse)".
7.30 Orgelconcert.
8.00 Berichten ANP. Mededeelingen.
8.15 Omroeporkest en solisten.
9.00 Muzikale causerie (met gr.pl.).
9.30 Vervolg concert.
10.15 Gramofoonmuziek.
10.45 Damnieuws.
11.00 Berichten ANP. Hierna tot 12.00 Benny
Carter en zijn Band.
Hilversum II.
8.00—9.15 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO.
2.00—13.00 NCRV.
8.009.15 en 10.00 Gramofoonmuziek
10.15 Morgendienst.
10.45 Gramofoonplaten.
11.30 Godsdienstig halfuur.
12.00 Berichten.
12.15 KRO-Orkest en gramofoonmuziek
2.00 Handwerkles.
2.55 Gramofoonmuziek.
3.00 Voor de vrouw.
3.30 Gramofoonmuziek.
3.45 Bijbellezing.
4.45 Handenarbeid v. d. jeugd.
5.15 „The Harmony Seven".
7.00 Berichten.
7.15 Journalistiek weekoverzicht.
7.45 Reportage.
8.00 Berichten ANP. Mededeelingen.
8.15 Gramofoonplaten.
8.25 Het Gereformeerd Gemengd Koor en
solist.
9.00 „De Grieksche democratie", causerie.
9.30 Vervolg concert.
9.45 Berichten ANP.
9.50 Het Hekster-Trio.
10.45 Gymnastiekles.
11.0512.00 Gramofoonmuz. Hierna Schrift
lezing.
46.
Wat zou Selfride nu doen? Hij moest ver
dwijnen. Mr. Hardley, die onder politie
toezicht stond, had hier niets meer te zoeken
en beteekende slechts een gevaar voor de ver
dere werkzaamheid van de United Service.
Hardley hoopte echter, dat Selfride hem niet
geheel en al zou laten vallen; daarvoor had
hij reeds te lang met hem samengewerkt en
daarbij had Hardley van een heele reeks
feiten kennis gekregen, die voor de United
Service zeer pijnlijk zouden zijn, wanneer zij
uitlekten. Niettemin, van Selfride kon men
veel, kon men alles verwachten. Misschien
was het beter terug te keeren, zelfs naar Sy
mes te gaan en zichzelf uit te leveren. Mis
schien was Scotland Yard barmhartiger en
minder gevaarlijk dan Selfride. Misschien
maar hij kon niet meer terug.
Hij keek om. Hij was reeds middenin Soho,
deze duistere en lugubere stadswijk met haar
kronkelende straten en op spelonken gelijken
de huizen. Om het Italiaansche lokaal, dat
hem aangeduid was, te bereiken, moest hij
nog slechts een ongeveer honderd meter lange
en in het geheel niet verlichte steeg door.
Weer keek hij om. maar er was niemand
achter hem. Hardley huiverde, toen hij het
nauwe slop inboog en in den looppas voor
waarts snelde. Een»v.ar,s struikelde hij ergens
over, viel neder en bem«--i.^ B0^ onder het
vallen een vlijmende pijn in den rug, voor hij
het bewustzijn verloor.
Weliswaar had inspecteur Symes slechts de
beide hem bekende uitgangen van de am
bassade laten bewaken, maar zelf patrouil
leerde hij op eenigen afstand voor het ge
bouw heen en weer, om zoo noodig dadelijk
bij de hand te zijn. Hij had Hardley, dien hij
door zijn nieuwe hoofddeksel niet onmiddellijk
erkende, uit het belendende perceel zien
komen, maar opgevallen was hij hem eerst,
toen hij herhaaldelijk omkeek en plotseling
hard begon te loopen. Nu herkende de in
specteur ook de overjas en begon hij dade
lijk Hardley te vervolgen.
Het was voor den ambtenaar geen kleinig
heid het spoor van den Amerikaan niet bijs
ter te worden, want hij moest een zekeren af
stand bewaren, omdat de vluchteling, zooals
vanzelf spreekt, wantrouwig was en onge
twijfeld van tijd tot tijd zijn omgeving zou
verkennen. Er bleef den inspecteur dan ook
niets anders over dan Hardley met een huur
auto te volgen, waarbij hij nog veel geluk
moest hebben, wilde hij hem bij het regel
matig voorkomende stoppen van het geheele
verkeer bjj de kruisingen der straten niet uit
het oog verliezen. Toen het hem voortdurend
duidelijker werd, dat de vlucht van Hardley
in de richting van Soho moest leiden, wreef
Symes zich de handen en greep hij eerst naar
zijn insigne en toen naar zijn revolver, voor
hij zich met een pijnlijke herinnering langs de
kin streek. Hij verliet onmiddellijk zijn taxi,
toen hij Hardley zag uitstappen en dadelijk
de slechts verlichte zijstraat inslaan.
De inspecteur deed zijn best om niet meer
dan honderd meter bij den vervolgde achter
te blijven, daar hij hoopte zoodoende met
zekerheid te kunnen vaststellen in welke deur
zijn wild zou verdwijnen. Zonder ongemerkt
te worden, had hij dezen afstand nog' weten
te bewaren, toen Hardley het reeds genoem
de donkere slob insloeg, maar hier volgde hij
hem voorzichtiger, want het was hem bekend,
dat deze steeg reeds herhaaldelijk als een
val veer niets vermoedenden gediend had.
Toen hij hem vond, Was Hardley reeds
dood, In zijn rug stak, zooals de politieman
bij het schijnsel van iijn zaklantaarn zag, een
mes, een doodgewoon exemplaar, zooals zij
bij duizenden te Birmingham vervaardigd
worden. Hij trok zijn alarmfluit en gaf het
signaal om een wijkpatrouille te roepen en
probeerde intusschen op den grond naar spo
ren te zoeken. De steeg was met ronde keien
geplaveid, tusschen welke zich plasjes vieze
modder hadden gevormd. Alles was nat en
het was nauwelijks aan te nemen, dat hij hier
de een of andere aanwijzing zou vinden. Het
was geheel en al hopeloos, wanneer het hier,
wat de inspecteur overigens reeds vermoed
de, geen gewonen moord betrof, maar iets
nog ergers.
Nu antwoordde een ander signaal van den
tegenovergestelden uitgang van de steeg en
dadelijk daarop verschenen er twee politie
mannen in uniform. Zij bereikten Symes in
den looppas en de inspecteur legitimeerde zich
onmiddellijk tegenover hen. Hij beval den
doode te laten liggen, zooals hij lag, want
voor alles moest de coroner ontboden worden
om een nauwkeurig onderzoek op de plaats
der misdaad zelve in te stellen. Zelf ging hij
daarop door een volgende steeg naar het
naastbijzijnde politieposthuis, waar h(j het
hoofdbureau opbelde en de plaats opgaf, waar
men Hardley gevonden had. Zoo snel mogelijk
keerde hij terug en begon toen met behulp
van de beide agenten de feiten te consta-
teeren.
De messteek had een long doorboord en het
hart getroffen. Hardley had zelfs geen tijd
meer gehad een kreet te slaken en het was
Symes onverklaarbaar hoe iemand bij de
hier heerschende duisternis met zulk een
juistheid had kunnen toestooten. Deze vak
kundige zekerheid kon echter mogelijk wel
eens juist een goed uitgangspunt voor het
zoeken naar den dader vormen. Dat hij er
gens vingerafdrukken zou vinden, geloofde hij
niet, want het was te waarschijnlijk, dat de
moordenaar b(j de heerschende koude wel
handschoenen gedragen zou hebben. En zelfs
wanneer er al vingerafdrukken gevonden
mochten worden, twijfelde Symes er niet aan,
of er zouden geen duplicaten van in de archie-
van Scotland Yard voorhanden zijn.
Hij was nog geheel en al in zijn deducties
verdiept, toen het signaal van een politie
auto zich liet hooren en dadelijk daarop het
geheele slop in het verblindende licht van een
zoeklicht gehuld werd; de commissie van den
coroner was aangekomen en even later ston
den de mannen om het lijk. Aan een lange
snoer hadden zij den reflector met de krach
tige lamp meegebracht, die nu de scène zoo
daghelder verlichtte, dat er fotografische op
namen van gemaakt konden worden. Symel
deelde de feiten J<ort aan de commissie mede,
zonder evenwel zijn laatste vermoedens uit te
spreken. Het onderzoek van den doode toonde
aan, dat men hem waarschijnlijk niets ont
stolen had, want papieren, portefeuille, sleu
tels, los geld en enke ringen waren voor
handen. Een aanteekenboekje stak Symes bij
zich om het later te onderzoeken.
De inspecteur bekeek nog eens voor het
laatst opmerkzaam het gezicht van den doode,
groette toen de leden der commissie, die het
lijk medenamen, en reea zelf naar het Savoy
Hotel. Hier had hjj een kort onderhoud met
den directeur, voor hij zich in diens bijzijn naar
de kamer begaf, die Hardley gebruikt had.
Hij onderzocht het vertrek, zonder echter
voorloopig eenig slot open te breken of open
te sluiten, hoewel hij toch de op Hardley's lijk
gevonden sleutels nog bjj het reeds door hem
in beslag genomen opschrijfboekje gevoegd
had. Symes verwachtte niet veel van betee-
kenis te zullen vinden. De kamer was netjes
in orde en de heer Hardley was blijkbaar een
correct of voorzichtig man geweest. De op de
schrijftafel liggende map bevatte een aantal
bladen wit schrijfpapier en eenige couverten
en overigens lagen er een paar vellen vloei-
carton, die echter geen spoor van inktafdruk-
sels vertoonden.
In de papiermand lagen enkele couranten
en in kleine stukken gescheurde, uitgeknipte
artikels. De inspecteur keerde de mand op
den vloer om en sorteerde den inhoud met de
grootst mogelijke zorgvuldigheid. Het bleek,
dat er ook restanten van een aantal couverten
bij waren, die Symes zich toeeigende. Toen
verklaarde hij, dat de kamer van politiewege
ambtelijk verzegeld werd en liet hij zich door
den directeur de sleutels overhandigen. Hij
zou morgen terugkomen, om het vertrek bij
daglicht nog eens nauwkeuriger te onderzoe
ken. De zenuwachtige vraag van den direc
teur, of dit nieuwe geval zoo kort na de ver
dwijning van Miss Raleigh niet zonder een
voor het hotel schadelijk opzien te verwekken
behandeld kon worden, beantwoordde de in
specteur kort met de mededeeling, dat er zich
naar zijn opinie niemand zou aanmelden, om
naar Hardley te informeeren. Mocht er toch
iemand naar hem komen vragen, dan moest
de portier onder alle omstandigheden diens
adres zien vast te stellen, of hem verzoeken
nog eens terug te komen, daar de heer Hard
ley juist uitgegaan was. De directeur beloofde
alles te zullen doen, wat in zijn macht stond
en Symes verliet hem met de mededeeling,
dat zich den volgenden dag waarschijnlijk een
jongmensch bij hem zou aanmelden, dien hij
verzocht dan als boy voor de eerste étage in
dienst te nemen.
In zijn woning zette inspecteur Symes zich
met het liefdevolle geduld, waarmee puzzles
oplost, aan het samenvoegen der stukjes van
de gevonden couverten. Merkwaardigerwijze
bleken het alle ongeadresseerde enveloppen te
zijn, van welke zonder uitzondering een hoek
schuin afgescheurd was. Plotseling floot hjj
luid: van het laatste couvert was een randje
te weinig afgescheurd en waren er daardoor
op het stuk, dat de inspecteur nu van voor
zich had liggen, enkele letters blijven staan:
ber Co."
(Wordt vervolgd.)