Verleidelijk aanbod van
een Bedoeïn
Curagaosche padvinders in
het moederland aangekomen
WOENSDAGSCHE MIJMERIJ
Twee zeelieden vermoorden
hun maat
Sprinkhanenplaag
bedreigt Egypte
St Bernardhonden
worden afgezonderd
Zes jongens gearresteerd
Westelijk halfrond bouwt
aan den vrede
Wederom geheimzinnige
vergiftigingsgevallen
Typhus-epidemie te
Istanboel
Brand in Japansch
krankzinnigengesticht
Staking op Trinidad geëindigd
Op den Tigrus. Aan boord van
de „Kadri." In Juni.
De heerlijkste uren van de vaart over den
Tigrus komen, als de zon is verzonken en
aan den hemel de bijna volle maan staat
en haar zilveren schijn stort over het wijde
landschap. Koelte komt dan lafenis bren
gen na de schroeiende warmte v. d. dag en
ik zit op het dek, zooveel mogelijk in den
wind, alleen gekleed in een pvama.
De eerste honderd kilometer vanaf Bag
dad heb ik aan beide oevers der rivier
steeds weder gehoord het gepuf van motoren
die kleine pompen in beweging brengen om
het water uit de rivier op het land te bren
gen, dit land, dat eenmaal het rijkste was
ter wereld, maar door oorlogen en verwaar-
loozing ten gronde ging. Na vele eeuwen
van ellende komt er thans een opleving en
over tientallen jaren zal hier misschien we
der welvaart heerschen als in den ouden
tijd. Over eenige jaren zullen de motorpom-
pen over een groote uitgestrektheid niet
meer noodig zijn. Te KutelAmara, waar
in den wereldoorlog de Engelschen een
zware nederlaag leden, is een sperdam met
doorlaatsluizen voor de scheepvaart in aan
bouw. Is deze dam gereed, dan kan men ook
in den drogen tijd den waterstand op een
groot gedeelte van den Tigrus voldoende
hoog houden om gemakkelijke bevloei
ing van het land mogelijk te maken.
Van mijn medereizigers was het Bedoeï-
nengezin het merkwaardigst. Dagenlang
heeft het midden op het dek van de rader
boot gekampeerd, als bevond het zich mid
den in de woestijn. De moeder wiegde het
jongste kind in de wieg, die aan een schom
mel deed denken of kookte eten boven een
ijzeren comfoortje op drie pootjes. De vader
schepte water, hielp groenten reinigen of
rookte sigaretten, 's Nachts lagen alle le
den van het gezin in dekens gewikkeld op
het dek, even rustig als sliepen ze in een
tent in de woestijn.
Als het schip ergens eenigen tijd aan
legde, werd het oudste dochtertje van zeven
a acht jaar met een tinnen schotel aan wal
gezonden. Het kind kwam dan na eenigen
tijd met een schotel vol voorwerpen, die ik
eerst niet herkende. Het bleek mest te zijn
van ezels, van kameelen, van koeien. Dit
was de brandstof, waarmede het voedsel
kon worden bereid. Men moet daarom niet
denken, dat deze menschen arm waren. Den
eersten avond zag ik den man uit een zak
een koffertje te voorschijn halen. Het was
een keurige, nieuwe koffergramophone met
de noodige platen van Arabische muziek.
Den volgenden dag bemerkte ik, dat de
vrouw naar de gewoonte der Bedoeinen-
vrouwen door een der neusvleugels een
gouden ring droeg met eraan een zeer
grooten kostbaren steen.
De vader van dit gezin' bleek een weinig
Engelsch te kennen en heeft mij aangespro
ken. Hij vertelde mij, dat hij als „boy" als
huisbediende had gediend bij een officier
van den Engelschen luchtvaartbasis aan
den Euphraat en nu vroeg hij mij of ik hem
niet in dienst wilde nemen. Hij had van
een der menschen van boord vernomen, dat
ik rond reis en hij wilde met me mede en
deed me een hoogst merkwaardig voorstel:
ik zou hem betalen acht pond sterling per
maand en daarvoor zou hij me niet alleen
verzorgen, mijn eten koken, opdienen enz.
maar ook al mijn voedsel betalen. „Goed-
kooper leven dan op deze wijze)kunt u niet"
zeide de woestijn-Arabier in tamelijk goed
Engelsch.
Ik vroeg hem wat hij dan met zijn vrouw
en kinderen wilde beginnen en hij ant
woordde: „Die gaan mede. Mijn vrouw kan
wasschen, helpt koken en u zult een zorge
loos leven hebben."
De (houten) ploeg in een oase.
Ik wees hem erop, dat dan toch in elk
geval het reizen zeer duur zou worden met
zoo'n groot gevolg, maar dat ontkende hij:
„Op schepen kunnen we allen, ook u, ais
dekpassagiers zonder voeding reizen. Het
staat wel is waar slecht voor een Europeaan
als dekpassagier te reizen, maar niet als u
een eigentent krijgt, die ik bij me heb en
als iedereen ziet, dat u als een vorst wordt
bediend. Te land kan u per trein eerste
of tweede klasse reizen en ik en mijn gezin
gaan derde klasse, wat in Indië zeer goed
koop is. Meestal zal ik echter wel een bete
re en goedkooper reisgelegenheid voor ons
allen vinden."
Het voorstel was verbluffend en lokte me
wel aan: te reizen als een soort hoofd van
een stam. Er waren evenwel bezwaren: zou
ik voor dit geheele gevolg, dit Bedoeïnen-
gezin, overal en steeds visa voor de ver
schillende landen kunnen krijgen? Het
scheen me zeer waarschijnlijk. En dan,
wat moest ik tenslotte met het gezin aan
vangen, als ik eens naar Europa terug keer.
Ik zou dan die menschen toch niet onver
zorgd kunnen laten ergens op lava of er
gens in China. De Bedoeïn zeide me, dat ik
me daarover niet behoefde te bekommeren
Hij zou altijd wel weder in zijn land terug-
weten te komen en voor hem en de zijnen
kon hij onmiddellijk een visum voor En
gelsch—Indië krijgen door zijn vroegeren
meester, den Engelschen officier der lucht
macht.
Ik heb het echter niet aangedurfd de ver
antwoordelijkheid voor dit alles op me te
nemen en heb het merkwaardige voorstel af
geslagen, tot teleurstelling van den Bedoein
Deze kwam enkele uren later afscheid van
me nemen, hij zou het schip verlaten. Toen
ik hem vroeg waar hij dan heen ging maak
te hij een wijd gebaar naar den verren hori
zont. Daar ergens moest nu zijn stam zich
in de woestijn bevinden.
Eenige kilometers voorbij een aardig dorp
met vele palmboomen gingen ze aan land,
vader, moeder en de kinderen. Ik keek toe
Veel reisgoed hadden de menschen niet bij
zich en toen ze eenmaal aan den wal ston
den, werd dit reisgoed door den vader over
de verschillenden leden van het gezin ver
deeld. Vóór hen was niets dan de oneindige
woestijn.
De „vader" was plotseling geen
„vader" meer, maar „bevelhebber"
geworden". Kort en krachtig deelde
hij bevelen uit, die zonder de minste
tegenspraak werden gehoorzaamd.
En eensklaps begreep ik, waarom
de rol van de Arabische vrouw in
het gezin en de maatschappij zoo on
dergeschikt is en ook niet anders
kan zijn. De Arabieren, ook de thans
„gehuisvesten', zijn van oorsprong
nomaden en bij de nomaden staat
aan het hoofd van den stam de
sjeich, aan wien iedereen blinde
lings heeft te gehoorzamen, maar
aan het hoofd van het gezin staat
de man, aan wien de gezinsleden
eveneens blinde gehoorzaamheid
verschuldigd zijn, wat noodig is,
want in de woestijn, bij het zwer
vend bestaan, gaat het heel vaak
om leven of dood. Onder de moei
lijkste omstandigheden is het de
man, die beveelt, hij is de verant
woordelijke voor het wel en het
wee van het gezin en tegenspraak
kan niet worden geduld, ongehoor
zaamheid zou tot rampen kunnen
leiden.
Toen het schip verder voer door den kron
kelenden Tigrus heb ik nog heel lang op
het dek gestaan en ik heb uitgekeken naar
het kleine groepje, dat de oneindigheid in
trok naar den verren woestijnhorizont.
Voorop ging hij met de wieg en de zwaar
ste deelen van het reisgoed, achter hem volg
den vrouw en kinderen, die ieder het hunne
droegen. Rustig was hij, trotsch, zelfbewust.
En vrouw en kinderen gevoelden de kracht,
welke van hem uitging. Vertrouwen hadden
ze. Hij was de leider.
Ik heb het groepje kleiner zien worden
en dan eindelijk zien verdwijnen in een ter
reinplooi der onbarmhartige; woestijn on
der eën onbarmhartige zon. Vreemd leven
van voor ons onbegrijpelijke menschen, die
echter geen ander bestaan begeeren, die het
wonen in huizen verachtelijk vinden en het
gebonden zijn aan den bodem vernederend.
Half verhongerde Bedoeïnenstammen, die
de regeering maken wil tot gevestigde boe
ren, voor wie ze land, vee en landbouwge
reedschap ter beschikking stelt, komen vaak
in opstand. Ze verkiezen te sterven in de
wijde vrijheid, liever dan een rustig bestaan
te leiden als boeren.
Er zijn evenwel ook stammen, die zich
reeds gewonnen hebben gegeven. Die ziet
men vooral aan den benedenloop van den
Tigrus. Tenten hebben ze niet meer, maar
reeds hebben ze riethutten opgericht en de
regeering laat langs de oevers van de ri
vier steenovens bouwen, waardoor spoedig
beter bouwmateriaal ter beschikking zal
kunnen worden gesteld.
Dicht aan de oevers van den Tigrus wordt
namelijk ook de woestijn min of meer
vruchtbaar. Er zijn weidegronden, niet
slechts voor schapen en kameelen, die met
ongelooflijk weinig tevreden zijn, ook voor
koeien en buffels. En hier en daar, waar
voldoende voor bevloeiïng is gezorgd vindt
men zelfs tuinen en dadelpalmen, maar hier
zijn het reeds lang gehuisvesten, die er
werken en leven.
De Tigrus is intusschen aanmerkelijk
smaller geworden, dan hij is te Bagdad. Bij
ons worden rivieren gewoonlijk steeds bree-
der hoe meer stroomafwaarts men komt,
maar hier, in deze landen van woestijnen
onder de gloeiende zon, is 't vaak anders.
Vele rivieren bereiken de zee nooit en
loopen dood in het zand.
Voor dit lot blijft de Tigrus echter ge
spaard. Daarvoor heeft hij te veel water en
bovendien, spoedig vereenigt hij zich met
den Euphraat, dezen anderen geweldigen
stroom, die komt van de grenzen van Rus
land, Turkije en Iran, ver in het Noorden.
J. K. BREDERODE.
Verdacht van talrijke verduiste
ringen te Amersfoort.
Den laatst en tijd zijn te Amersfoort her
haaldelijk inbraken in scholen en andere ge
bouwen benevens straatdiefstallen gepleegd,
zonder dat de politie in staat was de daders
te vinden. Thans echter is licht in deze za
ken gekomen door de arrestatie van eenige
jongens, wier leeftijden varieeren van veer
tien tot twee en twintig jaar.
In verband met de inbraken in scholen,
waarbij spaarpenningen van de leerlingen
werden ontvreemd, zijn gearresteerd en ter
beschikking van de justitie te Utrecht ge
steld een drietal jongens respectievelijk 14,
lo en IR jaar oud. Verder is aangehouden
een zestienjarige jongeman, die bekend heeft
zich te hebben schuldig gemaakt aan een
reeks van straatdiefstallen en aan inbraak
in het badhuis, waarbij een collectebus
werd ontvreemd.
4 oorts heeft de politie de hand gelegd op
een zestienjarigen iongen, die verdacht
wordt van medeplichtigheid en een twee en
twintigjarigen jongeman, die zich waar
schijnlijk aan heling heeft schuldig ge
maakt.
Op naar de wereldjamboree.
Bij een malsch regenbuitje zijn de pad
vinders, die de Nederlandsche Antillen op
de wereldjamboree te Vogelenzang zullen
vertegenwoordigen, in het moederland aan
gekomen.
De 23 broeders-verkenners, die op 17 Juni
hun droge eiland in de Caraibische Zee had
den verlaten, en zich aan boord van de „Si-
mon Bolivar" van de K.N.S.M. hadden ge
nesteld, stonden, terwijl het schip meerde, in
Makenden welstand daargelaten de ver
koudheid, die ieder op zijn beurt onderweg
had gehad op het voorschip te wuiven
naar hun kampleider, hopman H. de Groot,
die eenige weken te voren naar Nederland
was gekomen om het noodige te regelen en
die thans tusschen de velen, die vrienden
en bekenden kwamen verwelkomen, een
plaats had. gevonden.
Kort nadat het schip stil lag, klampten wij
den transportleider van de padvinders, as
sistent-verkennersleider W. G. de Haseth,
aan, om hem het een en ander te vragen
over de padvinderij in het verre Amerikaan-
sche gewest. Meergemelde verkoudheid had
echter zijn stembanden buiten werking ge
steld, zoodat een van zijn mede-voortrekkers
de honneurs waarnam.
Deze vertelde dat de organisatie van de
padvinders op Curacao dezelfde is als in
het moederland en beide groepen deel uit
maken van de Nederlandsche padvinders-
vereeniging.
In totaal telt Curacao 68 padvinders. De
katholieken hebben behalve de St. Tarcisius-
troep nog een jonge St. Hubertus-troep.
De reis was zeer gunstig verloopen. In
het begin alleen had de deining eenige zee
ziekte aan enkelen bezorgd en regenbuien
hadden de komst in kouder contreien aan
gekondigd.
Aan boord werd natuurlijk het
gewone verkennersleven voortgezet,
al had het kampvuur dan ook niet
de vlammende blokken in het mid
den van den zingenden jongelings
kring. Veel vrijheid werd den pad
vinders aan boord geschonken en
deze hebben zij dan ook dankbaar
benut, vooral ook, omdat het voor
allen op een na de eerste keer
was, dat zij een reis naar Neder
land ondernamen! Dit was ook de
rfden van hun tijdige overkomst:
zij willen de gelegenheid uitbuiten
om behalve bet deelnemen aan de
Jamboree, een behoorlijken indruk
van Nederland naar de West mee te
brengen.
Het Curagaosche gouvernement heeft het
belang hiervan ingezien en is den padvin
ders die in den gouverneur hun be
schermheer hebben zeer welwillend te
gemoet getreden.
Noodlottige vechtpartij
Jdaasstad.
in de
In den nacht van Maandag op Dinsdag
te ruim kwart over 1 kwamen de 26-jarige
B. H. M. en de 19-jarige E. J. R., olieman
van beroep, en thuisbehoorende aan boord
van het Noorsche motorschip „Solsten",
liggende in de Petroleumhaven te Rotter
dam, na samen op stap te zijn geweest,
op den Schiedamschedijk. Zij ontmoetten
daar hun 28-iarigen landgenoot Jerkesed,
steward van beroep, doch op het oogenblik
werkloos, die sedert een jaar verblijf hield
in een pension aan het vasteland te Rotter
dam.
De beide mannen vielen hun landgenoot,
die daartoe geen aanleidng gaf, plotseling
lastig. In een minimum van tijd ontstond
er een vechtpartij.
Een van de mannen „schepte"
Jerkesed. Hij dook naar de beenen
van het slachtoffer, waarop deze
languit tegen de straat smakte. De
man kwam met het achterhoofd op
de tegels van de straat terecht en,
alsof dat nog niet voldoende was,
sprong de tweede Noor zijn makker
bij. Hij sloeg het slachtoffer in het
gezicht en hoogstwaarschijnlijk is de
ongelukkige nog eenige malen met
het achterhoofd tegen de straat ge-
Magen. Daarop zijn de twee zeelie
den hunsweegs gegaan.
Omstanders, die inmiddels naar de plaats
van de vechtpartij waren gesneld, droegen
het slachtoffer een café binnen, waarna de
geneeskundige dienst werd gewaarschuwd.
J had een ernst.igen schedelbreuk en was
reeds overleden. Het stoffeliik overschot is
naar het ziekenhuis aan den Coolsingel
overgebracht.
De twee mannen waren intusschen op den
hoek van de Bleekerste.eg gekomen, waar zij
weer een vnomtjeling tegenkwamen. Ook
dezen man hebben de onverlaten gegrenen
en tegen den grond geslagen. Dit slachtof
fer. dat eveneens een gat in het hoofd moet
hebben opgeloopen, daar de politie op deze
maats hloedsnoren beeft aangetroffen, is er
evenwel in geslaagd. zich uit de voeten te
maken. Men weet nog niet, wie deze man
is geweest.
Alsof er niets gebeurd was. zijn
de gevaarlijke sujetten verder ge
gaan en eenige minuten later ont
moetten zij weer een vreemdeling,
die hun derde slachtoffer zou wor
den. Deze man die er eveneens in
geslaagd is te ontkomen, is door
een ruit van een pakhuis op den
Schiedamschedijk geslagen. Toen
kwam er een agent.
De belhamel B. H. M. werd gearresteerd
en overgebracht naar het nolitiehnreau aan
de Groote Pauwensteeg. De tweede man,
die naar huis was gegaan, is in den loop
van den nacht door de politie van zijn bed
gelicht. -
■IMIiMllllil
Groenlandsche wijsheid.
ij De Denen hebben op het oogenblik een
11 merkwaaridgen gast in hun midden. Of
I misschien is de gast zelf minder merk-
waardig dan wel wat hjj zeide. Hij is
Christofer Linge, redacteur van 's werelds
i i Noordelijkste courant, die gedrukt wordt
I: te Godthaab, op Groenland; en hij vertel-
de, dat zijn krant éénmaal per jaar uit-
I! komt. Dit wonderlijke blad bestaat al 76
i i jaar en wordt door den Staat gratis aan
i alle inwoners geleverd. Ofschoon het elke
ij veertien dagen wordt gedrukt, verschijnt
het toch maar ééns per jaar, gebundeld in
itwee groote, dikke banden, die heel Groen-
land wordt rondgestuurd.
ji Hebben de menschen dan niet éérder be-
i hoef te aan een krant Een feit is het,
j dat de uitgevers wel eens hebben gepro-
j beerd, haar wat vaker te laten verschij-
ij nen. Maar... hiertegen gingen krachtige
i protesten op. Men bewaart de lectuur van
i j het heele jaar liever voor de lange donkere
j| wintermaanden, en losse kranten gaan ge-
i i makkelijk verloren, of worden door de kin-
deren kapot gescheurd...
j Ik heb het bericht een paar maal over-
gelezen en ben tot de conclusie gekomen,
dat de Groenlanders niet zoo groen zijn
als men zou zeggen. Deze Eskimo's schij-
nen, na de struisvogels, de grootste philo-
i sofen te zijn, die men zich kan denken.
Behalve de kuststrook,, is het 't heele jaar
bedekt met sneeuw en ijs. En als je dat
vergeten wilt noem je het „Groenland"!
Met die krant gaat het blijkbaar net zoo.
Waarom iederen dag schrik, angst en na-
j righeid? Éénmaal per jaar is net genoeg!
I Ik heb onmiddellijk de administratie van
alle bladen, waarop ik geabonneerd ben,
het volgende briefje geschreven: „Mijne
j Heeren, Ik verzoek U, van nu af de num-
i mers van Uw courant voor mij vast te hou-
den en mij den geheelen jaargang tegelijk
j gebundeld toe te sturen op 20 Juni. De
i kinderen scheuren de kranten toch maar
kapot voor ik ze gelezen heb, en op deze
wijze kan ik alle nummers bewaren voor
den langsten dag van het jaar, die anders
bijna niet is door te komen".
Tenzij natuurlijk de proef mjj
over een jaar zóó goed zal bevallen, dat ik
den heelen jaargang, zoodra hjj wordt be
zorgd, in de kinderkamer deponeer met
het commando: „Heelemaal kapotscheu-
ren. Onmiddellijk!"
Maar dat moet ik natuurlijk even af
wachten.
Zoo heb ik mezelf terugverplaatst ln
mijn zorgelooze jeugd, toen ik dacht dat
men op de wereld was om plaatjes te
kleuren en ballen tegen muren te gooien,
en er nog geen benul van had, dat er
Beurzen, bommen en belastingen beston
den. Ik wordt weer een onschuldig kind,
Mein Name ist Eskimo ich weisz von
nichts... Over een paar jaar ben ik ver
geten wie Franco, wie Mussolini, wie
Stalin, wie Kerrl, wie Schlacht, wie Arnold
Meyer is, en als iemand mij vraagt, of ik
denk dat de non-interventie gehandhaafd
zal blijven, zal ik onnoozel glimlachen als
een baby en zeggen: ta-ta. Op het achter-
balcon van de tram zullen menschen met
bedrukte gezichten staan en ik zal mij
verdiepen in een van die romans, waar
voor ik eindelijk tijd zal hebben gevonden,
indien ik al niet een gummi-ballonnetje
aan een draadje achter mjj aan laat zwie-
Als ik menschen om mij heen het hoofd
zal zien schudden over Russen en Amoer,
zal ik mijn ooren spitsen, meenende dat
het gaat over de amours van de sovjet-
gezante Kolontai, of van Katharina de
Groote, en ik zal gedégouteerd het hoofd
afwenden als ik merk, dat het weer gaat
over een van die triviale politieke twisten,
die den menschen hun levensgeluk ont-
rooven. Ik zal in berusting afwachten,
hoeveel spellingen onze moedertaal in het
krantlooze jaar zal doormaken (en mij als
goed vaderlander tegen hei laatst geno
men besluit verzetten) en ik hoop in het
laatste nummer van den gebundelden jaar
gang een optelling aan te treffen van het
aantal volksfrontkabinetten, dat elkaar in
Frankrijk zal hebben opgevolgd.
Het tweetal, dat onder den invloed van
sterken drank verkeerde, geeft toe, gevoch
ten te hebben, maar zij vertellen, geen
idee te hebben wat de gevolgen van hun
vechtpartijen zijn geweest. Zij zijn naar
het politiebureau aan de Witte de With-
straat overgebracht en opgesloten. Zoo spoe
dig mogelijk zullen zij ter beschikking van
den officier van justitie worden gesteld.
Tienduizend pond sterling voor
de bestrijding.
In de westelijke woestijngebieden van
Egypte wordt thans vrijwel dag en nacht
gewerkt aan de bestrijding van de sprinkha
nen, tot welk doel een grooter aantal man
nen en uitgebreider materiaal aangevraagd
zijn, aldus een mededeeling van Hamdi el
Nasr Pasja, den minister van landbouw, in
een kabinetsvergadering, waar hij een cre-
diet van 10.000 pond bepleitte voor het be
strijden van dezen plaag, voordat deze ern
stiger afmetingen zou hebben aangenomen.
De toestand blijft nog ernstig.
Groote zwermen sprinkhanen zijn
verschenen in het uitgestrekte ge
bied tusschen Sollum aan de grens
en Rahig op iets minder dan 15 mijl
uit het midden van Alexandrie.
Men vreest dat de sprinkhanen Egyptisch
gebied binnendringen van den Italiaanschen
kant der grens, op grond van een verkla
ring der Italiaansche autoriteiten volgens
welke tot dusverre geen sprinkhanen in
Libve gezien zijn en dat preventieve maat
regelen genomen zijn. Men verwacht, dat het
gevraagde crediet van 10.000 pond verstrekt
zal worden, ondanks het feit, dat nog slechts
een maand geleden een even groot bedrag
voor dit doel is uitgetrokken.
Ook strijd tegen het analpha-
betisme.
In de begrooting van het ministerie van
onderwijs is een post opgenomen voor den
bouw van 200 nieuwe lagere scholen voor
verplicht onderwijs. Het parlement heeft
hieraan reeds goedkeuring gehecht.
Deze maatregel maakt deel uit van een
vijfjarenplan, dat door de regeering is af
gekondigd om onderwijs voor alle lagen der
bevolking mogelijk te maken. Dit plan be
schouwt men als een rechtstreeksch gevolg
van debatten in het parlement, waarbij naar
voren gebracht werd, dat 88 pet. van de in-
boorlingenbevolking nog analphabeet was.
Maar, zegt Roosevelt, de bestaan
de onzekerheden zijn zeer scha-
delijk.
turn v!Lb00dSCKaP' Kericht tot hct insti
tuut voor openbare aangelegenheden aan
de universiteit van Virginia, heeft presidem
Rooseiclt zijn overtuiging uitgesproken dat
hot, - ^es,c,|ike halfrond een opbouwend
begin is gemaakt met de inrichting van een
raderwerk voor internationalen vrede Erh-
tnnrM0 voegde de President hieraan tóe het
Staten
Roosevelt uitte de waarschuwing dat de
verscherp mg van deze ongeregelden 'toestand
het menschdom meer onheil zal h™t
dan men zich thans voorstelt. ng8n
ONZE OOST,
In de afgeloopen week zijn in de buurt
van Nanggeelan (afdeeling Koeion Progo,
res. Djocjakarta) wederom drie personen
aan geheimzinnige vergiftiging overleden.
Hierdoor is het aantal dooden tot zeven
en-twintig gestegen. Voorts zijn enkele zie
ken in het ziekenhuis opgenomen. De oor
zaak der vergiftiging is nog steeds onbe
kend. Men wacht het resultaat van het
onderzoek door het laboratorium te Ban-
doeng af.
Heele bevolking wordt Ingeënt,.
Te Istanboel heerscht een ernstige
typhus-epidemie, die onder de bevol
king groote ongerustheid heeft ge
wekt. De laatste drie weken hebben
zich niet minder dan 270 gevallen
voorgedaan.
De autoriteiten stellen alles in het werk
om uitbreiding der epidemie tegen te gaan.
Reeds zijn 120.000 menschen gevaccineerd en
binnen een week zal de geheele bevolking
van Istanboel behandeld zijn.
Het gebrek aan voldoende gezuiverd wa
ter is, naar men gelooft, de voornaamste
oorzaak van de epidemie. Ofschoon het
mets ongewoons is, dat zich in den zomer
te Istanboel gevallen van typhus voordoen,
is in jaren niet zulk een ernstige epidemie
voorgekomen als die welke men thans mee
maakt.
2/ Patiënten in de vlammen om
gekomen.
rrjf. het. Ke?ücht voor geesteszieken te Hi-
nbiom?, v glSifren,morgen vroeg een brand
hnmT' ,'e a sPoediK het geheele ge-
en Tw nf vlanmien hulde. Er waren zes
wie K ,pahe,ntcn in behandeling, van
men 1, twintig jammerlijk in de vlanv
van 7W3r2'amen' aangezien zii "iet door dc
konden ontkom V°™e
Bernarri aen'ge panden geleden op den St.
klooster 6n mcis,e door de honden van het
van het w V,erscheurd. heeft de directeur
dat een j!. m tbans bekend gemaakt,
honden fn ,parl( Rebouwd wordt om dc
ouders v^n wr >te brcngen. Het door dc
zoek de 'he a slachtoffer ingediende ver
niet" ingeSS. U1' d6n Wg ,e ruimön' k
gouve^nem^dlft °n de .toezegginK van den
onderzoeht ••e gneven zullen worden
petroleumvel'denTai^T —aa''bciders °P de
het werk Tnmdad weder aan
hebben een ?,S de niinstbetaalden
kregen. Io°nsverhooging van 50% ge-
t