Verleidelijk aanbod van een Bedoeïn Curagaosche padvinders in het moederland aangekomen WOENSDAGSCHE MIJMERIJ Twee zeelieden vermoorden hun maat Sprinkhanenplaag bedreigt Egypte St Bernardhonden worden afgezonderd Zes jongens gearresteerd Westelijk halfrond bouwt aan den vrede Wederom geheimzinnige vergiftigingsgevallen Typhus-epidemie te Istanboel Brand in Japansch krankzinnigengesticht Staking op Trinidad geëindigd Op den Tigrus. Aan boord van de „Kadri." In Juni. De heerlijkste uren van de vaart over den Tigrus komen, als de zon is verzonken en aan den hemel de bijna volle maan staat en haar zilveren schijn stort over het wijde landschap. Koelte komt dan lafenis bren gen na de schroeiende warmte v. d. dag en ik zit op het dek, zooveel mogelijk in den wind, alleen gekleed in een pvama. De eerste honderd kilometer vanaf Bag dad heb ik aan beide oevers der rivier steeds weder gehoord het gepuf van motoren die kleine pompen in beweging brengen om het water uit de rivier op het land te bren gen, dit land, dat eenmaal het rijkste was ter wereld, maar door oorlogen en verwaar- loozing ten gronde ging. Na vele eeuwen van ellende komt er thans een opleving en over tientallen jaren zal hier misschien we der welvaart heerschen als in den ouden tijd. Over eenige jaren zullen de motorpom- pen over een groote uitgestrektheid niet meer noodig zijn. Te KutelAmara, waar in den wereldoorlog de Engelschen een zware nederlaag leden, is een sperdam met doorlaatsluizen voor de scheepvaart in aan bouw. Is deze dam gereed, dan kan men ook in den drogen tijd den waterstand op een groot gedeelte van den Tigrus voldoende hoog houden om gemakkelijke bevloei ing van het land mogelijk te maken. Van mijn medereizigers was het Bedoeï- nengezin het merkwaardigst. Dagenlang heeft het midden op het dek van de rader boot gekampeerd, als bevond het zich mid den in de woestijn. De moeder wiegde het jongste kind in de wieg, die aan een schom mel deed denken of kookte eten boven een ijzeren comfoortje op drie pootjes. De vader schepte water, hielp groenten reinigen of rookte sigaretten, 's Nachts lagen alle le den van het gezin in dekens gewikkeld op het dek, even rustig als sliepen ze in een tent in de woestijn. Als het schip ergens eenigen tijd aan legde, werd het oudste dochtertje van zeven a acht jaar met een tinnen schotel aan wal gezonden. Het kind kwam dan na eenigen tijd met een schotel vol voorwerpen, die ik eerst niet herkende. Het bleek mest te zijn van ezels, van kameelen, van koeien. Dit was de brandstof, waarmede het voedsel kon worden bereid. Men moet daarom niet denken, dat deze menschen arm waren. Den eersten avond zag ik den man uit een zak een koffertje te voorschijn halen. Het was een keurige, nieuwe koffergramophone met de noodige platen van Arabische muziek. Den volgenden dag bemerkte ik, dat de vrouw naar de gewoonte der Bedoeinen- vrouwen door een der neusvleugels een gouden ring droeg met eraan een zeer grooten kostbaren steen. De vader van dit gezin' bleek een weinig Engelsch te kennen en heeft mij aangespro ken. Hij vertelde mij, dat hij als „boy" als huisbediende had gediend bij een officier van den Engelschen luchtvaartbasis aan den Euphraat en nu vroeg hij mij of ik hem niet in dienst wilde nemen. Hij had van een der menschen van boord vernomen, dat ik rond reis en hij wilde met me mede en deed me een hoogst merkwaardig voorstel: ik zou hem betalen acht pond sterling per maand en daarvoor zou hij me niet alleen verzorgen, mijn eten koken, opdienen enz. maar ook al mijn voedsel betalen. „Goed- kooper leven dan op deze wijze)kunt u niet" zeide de woestijn-Arabier in tamelijk goed Engelsch. Ik vroeg hem wat hij dan met zijn vrouw en kinderen wilde beginnen en hij ant woordde: „Die gaan mede. Mijn vrouw kan wasschen, helpt koken en u zult een zorge loos leven hebben." De (houten) ploeg in een oase. Ik wees hem erop, dat dan toch in elk geval het reizen zeer duur zou worden met zoo'n groot gevolg, maar dat ontkende hij: „Op schepen kunnen we allen, ook u, ais dekpassagiers zonder voeding reizen. Het staat wel is waar slecht voor een Europeaan als dekpassagier te reizen, maar niet als u een eigentent krijgt, die ik bij me heb en als iedereen ziet, dat u als een vorst wordt bediend. Te land kan u per trein eerste of tweede klasse reizen en ik en mijn gezin gaan derde klasse, wat in Indië zeer goed koop is. Meestal zal ik echter wel een bete re en goedkooper reisgelegenheid voor ons allen vinden." Het voorstel was verbluffend en lokte me wel aan: te reizen als een soort hoofd van een stam. Er waren evenwel bezwaren: zou ik voor dit geheele gevolg, dit Bedoeïnen- gezin, overal en steeds visa voor de ver schillende landen kunnen krijgen? Het scheen me zeer waarschijnlijk. En dan, wat moest ik tenslotte met het gezin aan vangen, als ik eens naar Europa terug keer. Ik zou dan die menschen toch niet onver zorgd kunnen laten ergens op lava of er gens in China. De Bedoeïn zeide me, dat ik me daarover niet behoefde te bekommeren Hij zou altijd wel weder in zijn land terug- weten te komen en voor hem en de zijnen kon hij onmiddellijk een visum voor En gelsch—Indië krijgen door zijn vroegeren meester, den Engelschen officier der lucht macht. Ik heb het echter niet aangedurfd de ver antwoordelijkheid voor dit alles op me te nemen en heb het merkwaardige voorstel af geslagen, tot teleurstelling van den Bedoein Deze kwam enkele uren later afscheid van me nemen, hij zou het schip verlaten. Toen ik hem vroeg waar hij dan heen ging maak te hij een wijd gebaar naar den verren hori zont. Daar ergens moest nu zijn stam zich in de woestijn bevinden. Eenige kilometers voorbij een aardig dorp met vele palmboomen gingen ze aan land, vader, moeder en de kinderen. Ik keek toe Veel reisgoed hadden de menschen niet bij zich en toen ze eenmaal aan den wal ston den, werd dit reisgoed door den vader over de verschillenden leden van het gezin ver deeld. Vóór hen was niets dan de oneindige woestijn. De „vader" was plotseling geen „vader" meer, maar „bevelhebber" geworden". Kort en krachtig deelde hij bevelen uit, die zonder de minste tegenspraak werden gehoorzaamd. En eensklaps begreep ik, waarom de rol van de Arabische vrouw in het gezin en de maatschappij zoo on dergeschikt is en ook niet anders kan zijn. De Arabieren, ook de thans „gehuisvesten', zijn van oorsprong nomaden en bij de nomaden staat aan het hoofd van den stam de sjeich, aan wien iedereen blinde lings heeft te gehoorzamen, maar aan het hoofd van het gezin staat de man, aan wien de gezinsleden eveneens blinde gehoorzaamheid verschuldigd zijn, wat noodig is, want in de woestijn, bij het zwer vend bestaan, gaat het heel vaak om leven of dood. Onder de moei lijkste omstandigheden is het de man, die beveelt, hij is de verant woordelijke voor het wel en het wee van het gezin en tegenspraak kan niet worden geduld, ongehoor zaamheid zou tot rampen kunnen leiden. Toen het schip verder voer door den kron kelenden Tigrus heb ik nog heel lang op het dek gestaan en ik heb uitgekeken naar het kleine groepje, dat de oneindigheid in trok naar den verren woestijnhorizont. Voorop ging hij met de wieg en de zwaar ste deelen van het reisgoed, achter hem volg den vrouw en kinderen, die ieder het hunne droegen. Rustig was hij, trotsch, zelfbewust. En vrouw en kinderen gevoelden de kracht, welke van hem uitging. Vertrouwen hadden ze. Hij was de leider. Ik heb het groepje kleiner zien worden en dan eindelijk zien verdwijnen in een ter reinplooi der onbarmhartige; woestijn on der eën onbarmhartige zon. Vreemd leven van voor ons onbegrijpelijke menschen, die echter geen ander bestaan begeeren, die het wonen in huizen verachtelijk vinden en het gebonden zijn aan den bodem vernederend. Half verhongerde Bedoeïnenstammen, die de regeering maken wil tot gevestigde boe ren, voor wie ze land, vee en landbouwge reedschap ter beschikking stelt, komen vaak in opstand. Ze verkiezen te sterven in de wijde vrijheid, liever dan een rustig bestaan te leiden als boeren. Er zijn evenwel ook stammen, die zich reeds gewonnen hebben gegeven. Die ziet men vooral aan den benedenloop van den Tigrus. Tenten hebben ze niet meer, maar reeds hebben ze riethutten opgericht en de regeering laat langs de oevers van de ri vier steenovens bouwen, waardoor spoedig beter bouwmateriaal ter beschikking zal kunnen worden gesteld. Dicht aan de oevers van den Tigrus wordt namelijk ook de woestijn min of meer vruchtbaar. Er zijn weidegronden, niet slechts voor schapen en kameelen, die met ongelooflijk weinig tevreden zijn, ook voor koeien en buffels. En hier en daar, waar voldoende voor bevloeiïng is gezorgd vindt men zelfs tuinen en dadelpalmen, maar hier zijn het reeds lang gehuisvesten, die er werken en leven. De Tigrus is intusschen aanmerkelijk smaller geworden, dan hij is te Bagdad. Bij ons worden rivieren gewoonlijk steeds bree- der hoe meer stroomafwaarts men komt, maar hier, in deze landen van woestijnen onder de gloeiende zon, is 't vaak anders. Vele rivieren bereiken de zee nooit en loopen dood in het zand. Voor dit lot blijft de Tigrus echter ge spaard. Daarvoor heeft hij te veel water en bovendien, spoedig vereenigt hij zich met den Euphraat, dezen anderen geweldigen stroom, die komt van de grenzen van Rus land, Turkije en Iran, ver in het Noorden. J. K. BREDERODE. Verdacht van talrijke verduiste ringen te Amersfoort. Den laatst en tijd zijn te Amersfoort her haaldelijk inbraken in scholen en andere ge bouwen benevens straatdiefstallen gepleegd, zonder dat de politie in staat was de daders te vinden. Thans echter is licht in deze za ken gekomen door de arrestatie van eenige jongens, wier leeftijden varieeren van veer tien tot twee en twintig jaar. In verband met de inbraken in scholen, waarbij spaarpenningen van de leerlingen werden ontvreemd, zijn gearresteerd en ter beschikking van de justitie te Utrecht ge steld een drietal jongens respectievelijk 14, lo en IR jaar oud. Verder is aangehouden een zestienjarige jongeman, die bekend heeft zich te hebben schuldig gemaakt aan een reeks van straatdiefstallen en aan inbraak in het badhuis, waarbij een collectebus werd ontvreemd. 4 oorts heeft de politie de hand gelegd op een zestienjarigen iongen, die verdacht wordt van medeplichtigheid en een twee en twintigjarigen jongeman, die zich waar schijnlijk aan heling heeft schuldig ge maakt. Op naar de wereldjamboree. Bij een malsch regenbuitje zijn de pad vinders, die de Nederlandsche Antillen op de wereldjamboree te Vogelenzang zullen vertegenwoordigen, in het moederland aan gekomen. De 23 broeders-verkenners, die op 17 Juni hun droge eiland in de Caraibische Zee had den verlaten, en zich aan boord van de „Si- mon Bolivar" van de K.N.S.M. hadden ge nesteld, stonden, terwijl het schip meerde, in Makenden welstand daargelaten de ver koudheid, die ieder op zijn beurt onderweg had gehad op het voorschip te wuiven naar hun kampleider, hopman H. de Groot, die eenige weken te voren naar Nederland was gekomen om het noodige te regelen en die thans tusschen de velen, die vrienden en bekenden kwamen verwelkomen, een plaats had. gevonden. Kort nadat het schip stil lag, klampten wij den transportleider van de padvinders, as sistent-verkennersleider W. G. de Haseth, aan, om hem het een en ander te vragen over de padvinderij in het verre Amerikaan- sche gewest. Meergemelde verkoudheid had echter zijn stembanden buiten werking ge steld, zoodat een van zijn mede-voortrekkers de honneurs waarnam. Deze vertelde dat de organisatie van de padvinders op Curacao dezelfde is als in het moederland en beide groepen deel uit maken van de Nederlandsche padvinders- vereeniging. In totaal telt Curacao 68 padvinders. De katholieken hebben behalve de St. Tarcisius- troep nog een jonge St. Hubertus-troep. De reis was zeer gunstig verloopen. In het begin alleen had de deining eenige zee ziekte aan enkelen bezorgd en regenbuien hadden de komst in kouder contreien aan gekondigd. Aan boord werd natuurlijk het gewone verkennersleven voortgezet, al had het kampvuur dan ook niet de vlammende blokken in het mid den van den zingenden jongelings kring. Veel vrijheid werd den pad vinders aan boord geschonken en deze hebben zij dan ook dankbaar benut, vooral ook, omdat het voor allen op een na de eerste keer was, dat zij een reis naar Neder land ondernamen! Dit was ook de rfden van hun tijdige overkomst: zij willen de gelegenheid uitbuiten om behalve bet deelnemen aan de Jamboree, een behoorlijken indruk van Nederland naar de West mee te brengen. Het Curagaosche gouvernement heeft het belang hiervan ingezien en is den padvin ders die in den gouverneur hun be schermheer hebben zeer welwillend te gemoet getreden. Noodlottige vechtpartij Jdaasstad. in de In den nacht van Maandag op Dinsdag te ruim kwart over 1 kwamen de 26-jarige B. H. M. en de 19-jarige E. J. R., olieman van beroep, en thuisbehoorende aan boord van het Noorsche motorschip „Solsten", liggende in de Petroleumhaven te Rotter dam, na samen op stap te zijn geweest, op den Schiedamschedijk. Zij ontmoetten daar hun 28-iarigen landgenoot Jerkesed, steward van beroep, doch op het oogenblik werkloos, die sedert een jaar verblijf hield in een pension aan het vasteland te Rotter dam. De beide mannen vielen hun landgenoot, die daartoe geen aanleidng gaf, plotseling lastig. In een minimum van tijd ontstond er een vechtpartij. Een van de mannen „schepte" Jerkesed. Hij dook naar de beenen van het slachtoffer, waarop deze languit tegen de straat smakte. De man kwam met het achterhoofd op de tegels van de straat terecht en, alsof dat nog niet voldoende was, sprong de tweede Noor zijn makker bij. Hij sloeg het slachtoffer in het gezicht en hoogstwaarschijnlijk is de ongelukkige nog eenige malen met het achterhoofd tegen de straat ge- Magen. Daarop zijn de twee zeelie den hunsweegs gegaan. Omstanders, die inmiddels naar de plaats van de vechtpartij waren gesneld, droegen het slachtoffer een café binnen, waarna de geneeskundige dienst werd gewaarschuwd. J had een ernst.igen schedelbreuk en was reeds overleden. Het stoffeliik overschot is naar het ziekenhuis aan den Coolsingel overgebracht. De twee mannen waren intusschen op den hoek van de Bleekerste.eg gekomen, waar zij weer een vnomtjeling tegenkwamen. Ook dezen man hebben de onverlaten gegrenen en tegen den grond geslagen. Dit slachtof fer. dat eveneens een gat in het hoofd moet hebben opgeloopen, daar de politie op deze maats hloedsnoren beeft aangetroffen, is er evenwel in geslaagd. zich uit de voeten te maken. Men weet nog niet, wie deze man is geweest. Alsof er niets gebeurd was. zijn de gevaarlijke sujetten verder ge gaan en eenige minuten later ont moetten zij weer een vreemdeling, die hun derde slachtoffer zou wor den. Deze man die er eveneens in geslaagd is te ontkomen, is door een ruit van een pakhuis op den Schiedamschedijk geslagen. Toen kwam er een agent. De belhamel B. H. M. werd gearresteerd en overgebracht naar het nolitiehnreau aan de Groote Pauwensteeg. De tweede man, die naar huis was gegaan, is in den loop van den nacht door de politie van zijn bed gelicht. - ■IMIiMllllil Groenlandsche wijsheid. ij De Denen hebben op het oogenblik een 11 merkwaaridgen gast in hun midden. Of I misschien is de gast zelf minder merk- waardig dan wel wat hjj zeide. Hij is Christofer Linge, redacteur van 's werelds i i Noordelijkste courant, die gedrukt wordt I: te Godthaab, op Groenland; en hij vertel- de, dat zijn krant éénmaal per jaar uit- I! komt. Dit wonderlijke blad bestaat al 76 i i jaar en wordt door den Staat gratis aan i alle inwoners geleverd. Ofschoon het elke ij veertien dagen wordt gedrukt, verschijnt het toch maar ééns per jaar, gebundeld in itwee groote, dikke banden, die heel Groen- land wordt rondgestuurd. ji Hebben de menschen dan niet éérder be- i hoef te aan een krant Een feit is het, j dat de uitgevers wel eens hebben gepro- j beerd, haar wat vaker te laten verschij- ij nen. Maar... hiertegen gingen krachtige i protesten op. Men bewaart de lectuur van i j het heele jaar liever voor de lange donkere j| wintermaanden, en losse kranten gaan ge- i i makkelijk verloren, of worden door de kin- deren kapot gescheurd... j Ik heb het bericht een paar maal over- gelezen en ben tot de conclusie gekomen, dat de Groenlanders niet zoo groen zijn als men zou zeggen. Deze Eskimo's schij- nen, na de struisvogels, de grootste philo- i sofen te zijn, die men zich kan denken. Behalve de kuststrook,, is het 't heele jaar bedekt met sneeuw en ijs. En als je dat vergeten wilt noem je het „Groenland"! Met die krant gaat het blijkbaar net zoo. Waarom iederen dag schrik, angst en na- j righeid? Éénmaal per jaar is net genoeg! I Ik heb onmiddellijk de administratie van alle bladen, waarop ik geabonneerd ben, het volgende briefje geschreven: „Mijne j Heeren, Ik verzoek U, van nu af de num- i mers van Uw courant voor mij vast te hou- den en mij den geheelen jaargang tegelijk j gebundeld toe te sturen op 20 Juni. De i kinderen scheuren de kranten toch maar kapot voor ik ze gelezen heb, en op deze wijze kan ik alle nummers bewaren voor den langsten dag van het jaar, die anders bijna niet is door te komen". Tenzij natuurlijk de proef mjj over een jaar zóó goed zal bevallen, dat ik den heelen jaargang, zoodra hjj wordt be zorgd, in de kinderkamer deponeer met het commando: „Heelemaal kapotscheu- ren. Onmiddellijk!" Maar dat moet ik natuurlijk even af wachten. Zoo heb ik mezelf terugverplaatst ln mijn zorgelooze jeugd, toen ik dacht dat men op de wereld was om plaatjes te kleuren en ballen tegen muren te gooien, en er nog geen benul van had, dat er Beurzen, bommen en belastingen beston den. Ik wordt weer een onschuldig kind, Mein Name ist Eskimo ich weisz von nichts... Over een paar jaar ben ik ver geten wie Franco, wie Mussolini, wie Stalin, wie Kerrl, wie Schlacht, wie Arnold Meyer is, en als iemand mij vraagt, of ik denk dat de non-interventie gehandhaafd zal blijven, zal ik onnoozel glimlachen als een baby en zeggen: ta-ta. Op het achter- balcon van de tram zullen menschen met bedrukte gezichten staan en ik zal mij verdiepen in een van die romans, waar voor ik eindelijk tijd zal hebben gevonden, indien ik al niet een gummi-ballonnetje aan een draadje achter mjj aan laat zwie- Als ik menschen om mij heen het hoofd zal zien schudden over Russen en Amoer, zal ik mijn ooren spitsen, meenende dat het gaat over de amours van de sovjet- gezante Kolontai, of van Katharina de Groote, en ik zal gedégouteerd het hoofd afwenden als ik merk, dat het weer gaat over een van die triviale politieke twisten, die den menschen hun levensgeluk ont- rooven. Ik zal in berusting afwachten, hoeveel spellingen onze moedertaal in het krantlooze jaar zal doormaken (en mij als goed vaderlander tegen hei laatst geno men besluit verzetten) en ik hoop in het laatste nummer van den gebundelden jaar gang een optelling aan te treffen van het aantal volksfrontkabinetten, dat elkaar in Frankrijk zal hebben opgevolgd. Het tweetal, dat onder den invloed van sterken drank verkeerde, geeft toe, gevoch ten te hebben, maar zij vertellen, geen idee te hebben wat de gevolgen van hun vechtpartijen zijn geweest. Zij zijn naar het politiebureau aan de Witte de With- straat overgebracht en opgesloten. Zoo spoe dig mogelijk zullen zij ter beschikking van den officier van justitie worden gesteld. Tienduizend pond sterling voor de bestrijding. In de westelijke woestijngebieden van Egypte wordt thans vrijwel dag en nacht gewerkt aan de bestrijding van de sprinkha nen, tot welk doel een grooter aantal man nen en uitgebreider materiaal aangevraagd zijn, aldus een mededeeling van Hamdi el Nasr Pasja, den minister van landbouw, in een kabinetsvergadering, waar hij een cre- diet van 10.000 pond bepleitte voor het be strijden van dezen plaag, voordat deze ern stiger afmetingen zou hebben aangenomen. De toestand blijft nog ernstig. Groote zwermen sprinkhanen zijn verschenen in het uitgestrekte ge bied tusschen Sollum aan de grens en Rahig op iets minder dan 15 mijl uit het midden van Alexandrie. Men vreest dat de sprinkhanen Egyptisch gebied binnendringen van den Italiaanschen kant der grens, op grond van een verkla ring der Italiaansche autoriteiten volgens welke tot dusverre geen sprinkhanen in Libve gezien zijn en dat preventieve maat regelen genomen zijn. Men verwacht, dat het gevraagde crediet van 10.000 pond verstrekt zal worden, ondanks het feit, dat nog slechts een maand geleden een even groot bedrag voor dit doel is uitgetrokken. Ook strijd tegen het analpha- betisme. In de begrooting van het ministerie van onderwijs is een post opgenomen voor den bouw van 200 nieuwe lagere scholen voor verplicht onderwijs. Het parlement heeft hieraan reeds goedkeuring gehecht. Deze maatregel maakt deel uit van een vijfjarenplan, dat door de regeering is af gekondigd om onderwijs voor alle lagen der bevolking mogelijk te maken. Dit plan be schouwt men als een rechtstreeksch gevolg van debatten in het parlement, waarbij naar voren gebracht werd, dat 88 pet. van de in- boorlingenbevolking nog analphabeet was. Maar, zegt Roosevelt, de bestaan de onzekerheden zijn zeer scha- delijk. turn v!Lb00dSCKaP' Kericht tot hct insti tuut voor openbare aangelegenheden aan de universiteit van Virginia, heeft presidem Rooseiclt zijn overtuiging uitgesproken dat hot, - ^es,c,|ike halfrond een opbouwend begin is gemaakt met de inrichting van een raderwerk voor internationalen vrede Erh- tnnrM0 voegde de President hieraan tóe het Staten Roosevelt uitte de waarschuwing dat de verscherp mg van deze ongeregelden 'toestand het menschdom meer onheil zal h™t dan men zich thans voorstelt. ng8n ONZE OOST, In de afgeloopen week zijn in de buurt van Nanggeelan (afdeeling Koeion Progo, res. Djocjakarta) wederom drie personen aan geheimzinnige vergiftiging overleden. Hierdoor is het aantal dooden tot zeven en-twintig gestegen. Voorts zijn enkele zie ken in het ziekenhuis opgenomen. De oor zaak der vergiftiging is nog steeds onbe kend. Men wacht het resultaat van het onderzoek door het laboratorium te Ban- doeng af. Heele bevolking wordt Ingeënt,. Te Istanboel heerscht een ernstige typhus-epidemie, die onder de bevol king groote ongerustheid heeft ge wekt. De laatste drie weken hebben zich niet minder dan 270 gevallen voorgedaan. De autoriteiten stellen alles in het werk om uitbreiding der epidemie tegen te gaan. Reeds zijn 120.000 menschen gevaccineerd en binnen een week zal de geheele bevolking van Istanboel behandeld zijn. Het gebrek aan voldoende gezuiverd wa ter is, naar men gelooft, de voornaamste oorzaak van de epidemie. Ofschoon het mets ongewoons is, dat zich in den zomer te Istanboel gevallen van typhus voordoen, is in jaren niet zulk een ernstige epidemie voorgekomen als die welke men thans mee maakt. 2/ Patiënten in de vlammen om gekomen. rrjf. het. Ke?ücht voor geesteszieken te Hi- nbiom?, v glSifren,morgen vroeg een brand hnmT' ,'e a sPoediK het geheele ge- en Tw nf vlanmien hulde. Er waren zes wie K ,pahe,ntcn in behandeling, van men 1, twintig jammerlijk in de vlanv van 7W3r2'amen' aangezien zii "iet door dc konden ontkom V°™e Bernarri aen'ge panden geleden op den St. klooster 6n mcis,e door de honden van het van het w V,erscheurd. heeft de directeur dat een j!. m tbans bekend gemaakt, honden fn ,parl( Rebouwd wordt om dc ouders v^n wr >te brcngen. Het door dc zoek de 'he a slachtoffer ingediende ver niet" ingeSS. U1' d6n Wg ,e ruimön' k gouve^nem^dlft °n de .toezegginK van den onderzoeht ••e gneven zullen worden petroleumvel'denTai^T —aa''bciders °P de het werk Tnmdad weder aan hebben een ?,S de niinstbetaalden kregen. Io°nsverhooging van 50% ge- t

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 8