Radioprogramma
DE'
EIMELUKE
STRIJD
PUBLICATIE
Uit onze Omgeving
MARKTBERICHTEN
door Michael Corvin
STEUN MARKTTUINDERS EN TELER
HANDELAREN.
De Nederlandsche Groenten- en Fruiteen-
trale maakt bekend, dat de termijn binnen
welken markttuinders of teler-handelaren
hun aanvragen moeten hebben ingediend
0111 eventueel voor steun over in '36 verhnn
delde tuinbouwproducten in aanmerking te
komen, ingevolge Ministerieele beschikking
is verlengd van 1 Juni tot en met 31 Juli
1937.
Aanvragen, na dezen datum ingediend
zullen onherroepelijk ter zijde worden ge
legd. (Adv
's Gravenhage, 10 Juli 1037.
DINSDAG 13 JULI 1937.
Hilversum I.
AVKO-Uitzending.
8.00 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gewijde muziek (gr.pl.).
10.30 Jetty Cantor's Ensemble.
11.00 Huishoudelijke wenken.
11.30 Vervolg concert.
12.30 Gramofoonmuziek.
I.30 Het Omroeporkest.
2.00 Declamatie.
2.15 Het omroeporkest.
3.00 Lyra-trio, zang en declamatie.
4.30 Kinderkoorzang.
5.00 Voor Je kinderen.
5.30 Kovacs Lajos' orkest.
6.30 AVRO-Dansorkest.
7.00 Orgelspel.
7.30 Reportage.
8.00 Berichten ANP. Mededeelingen.
8.15 Omroeporkest en solisten.
9.15 Zang door Padvinderskoor.
9.45 Vervolg concert.
10.30 Actualiteitsflitsen.
10.45 Gramofoonmuziek.
II.00 Berichten ANP.
Hierna: AVRO-Dansorkest.
11.4:012.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum II.
KRO-uitzending.
8.00 Gramofoonmuziek.
9.00 Pontificale H. Mis.
10.30 Gramofoonmuziek.
11.30 Godsdienstig halfuur.
12.00 Berichten.
12.15 KRO-orkest en gramofoonmuziek.
2.00 Vrouwenuur.
3.00 KRO-orkest.
3.50 Gramofoonmuziek.
4.10 Sopraan en piano.
4.20 Gramofoonmuziek.
4.50 Vervolg zang en piano.
5.00 Gramofoonmuziek.
5.45 Felicitatiebezoek.
6.00 KRO-Melodisten en solist. (Om 6.15:
Waar gaan de oude rijwielplaatjes heen?
causerie.)
7.00 Berichten.
7.15 St. Servaas, de eerste Bisschop der Ne
derlanden, causerie.
7.35 Reportage Heiligdomsvaart te Maas
tricht.
8.00 Berichten ANP. Mededeelingen.
8.15 Gramofoonmuziek.
9.15 Radiotooneel.
9.45 KRO-Melodisten en solist.
10.15 Voor schaakliefhebbers.
10.30 Berichten ANP.
10.40 John Kristel en zijn Band.
11.3012.00 Gramofoonmuziek.
WIERINGEN
Opening jacht.
Voor de provincie Noord-Holland is de
volgende regeling gemaakt ten aanzien van
de opening van het jachtseizoen voor de
diverse wildsoorten.
Grof wild: Hertenbokken en dambokken
van 25 Sept. t.m. 9 Oct. 1937; Herten en
damherten .van 27 Dec. 1937 t.m. 29 Jan.
1938- Reebokken, van 31 Juli t.m. 21 Aug.
f® *an 16 Oct 13- Nov. 1937. Reegeiten
vt 13 Nov- 1937
^le'n ™Id: Patrijzen van 28 Aug. 1937
193~- Korhanen van 2 Oct. 1937
■m. 29 Jan. 1938, Fazantenhanen, idem.
Korhennen van 2 Oct. 1937 t.m. 6 Nov. 1937.
iodZ~anr,enhermen van 2 October t.m. 31 Dec.
193/. Houtsnippen van 2 Oct. 1937 t.m. 29
Jan 1938. Hazen, van 2 Oct. 1937 t.m. 31 De
cember 1937.
Waterwild: Watersnippen van 2 Aug. 1937
t.m. 9 April 1938, Eenden, alle soorten, be-
"ao've.bereReenden en eidereenden v. 2 Aug.
in'H 5 Febr. 1938. Ganzen van 3 Aug.
9 April 1938. Meerkoeten en goud-
Pluvieren van resp. 2 en 28 Aug. 1937 tot
en met 5 Februari 1938. De jacht op wilde
eenden op de eilanden Texel en Ameland
zal zijn geopend van 26 Juli 1937 t.m. 5
februari 1938.
Het vangen van alle soorten eenden, be
halve bergeenden en eider-eenden door mid
del van eendekooien zal in alle provinciën
zpn toegestaan van 2 Augustus 1937 tan.
26 Februari 1938.
Het vangen van waterwild door middel
van netten, waarvan het gebruik is ge
oorloofd, zal in alle provincies zijn toege
staan voor Watersnippen, van 2 Aug. 1937
t.m. 9 April 1938 (in Groningen, Friesland
en Drente slechts t.m. 5 Febr. 1938).
Eenden (alle soorten behalve bergeen
den en eidereenden) van 2 Augustus 1937
t.m. 5 Febr. 1938.
Ganzen van 2 Aug. t.m. 9 April 1938.
Meerkoeten van 2 Aug. t.m. 5 Febr. 1938.
Goudpluvieren, van 28- Aug. 1937 tan. 2
April 1938.
In het geheele Rijk zal de Jacht niet wor
den geopend op hertenkalveren, reekalveren
(t.w. reeën, die in den loop van het ka
lenderjaar zijn geboren) benevens op zwa
nen, bergeenden, eidereenden, duikers,
kemphanen, wulpen, scholeksters, grutto's,
tureluurs en waterhoentjes.
Burgerlijke Stand van 3 t.m. 9
Juli 1937.
Geboren: Grietina, dochter van H. Wie-
nngh en H. de Roer; Pieter, zoon van A.
Kroon en S. van Peursem; Popke, zoon van
H. Ottens en H. Bos; Martinus Jacob, zoon
van Jac. van Keulen en S. Severein (gebo
ren te Harlingen).
Ondertrouwd: Geene.
Gehuwd: D. Bekendam en T. Lont; A.
Schipper en J. van Breugel; M. Egel en P.
G. de Haan; P. Keijzer en I. Jaspers; J.
Mulder en T. Metselaar.
Overleden: H. Glim, vr., 71 jaar, wed. W.
F. Hollander. Als levenloos aangegeven
kind van H. Akkerman en G. de Jonge.
Loop der bevolking (Juni 1937).
Ingekomen: J. Bruining uit Barradeel;
Mw. J. Siderius uit Franekeradeel; G. J.
Holstege uit Laren; Mw. G. Bouwmeester
uit Medemblik; J. de Haas uit Alkmaar;
A. M. de Haan en echtgen. uit Den Helder',
A. Haagsima uit Achtkarspelen; F. Boonstra.
idem; J. From uit Ooststellingwerf; M. Ste
vens uit Assen; A. Advocaat e. e. uit Won-
seradeel; S. Homsma uit Ferwerderadeel;
A. den Braven uit Nieuwer-Amstel; A. Hoff-
mann uit Vledde; I. K. v. Tiggle uit Schie-
broek; C Prik en gezin uit Oude Pekela; G.
Mudde uit Leidien; J. Mulder en gezin uit
Grootegast; Mw. L. Roossien uit Medemblik.
Vertrokken: A. Feenstra en gezin naar
Harlingen; J. Lamimertsma naar Wierin-
serwaard; P. Nierop Groot n. Alkmaar; A.
Prin en gezin naar Rotterdam; A. de Hoog
en gezin naar Kampen; J. van der Molen
en gezin naar Arnhem; II. Oosterbeek en
gezin naar Borne; P. J. Smit naar Am
sterdam; J. Bruining naar Wonseradeel; A.
J. de Rijck naar Wormerveer; P. Paulusse
naar Middenimeer; Mw. R. Mud naar Smal-
lingerland; St. Schoorstra naar Midden-
meer; W. Leenen naar Weert; A. de Wildt.
Mw. A. M. de Jong en Mw. II. J. Mooij naar
Dordrecht; Mw. A. de Vries naar Oenkerk;
W. J. Deckers naar Iloorn; H. J. Blaas naar
Eindhoven; R. Zijl en gezin naar Oude Pe
kela; H. J. Oosterveld n. Weststellingwerf;
J. Gutman naar Leeuwarden; J. Lont en
gezin naar Kampen; A. Bogaar naar Kam
pen.
Grietje Golfzang.
Zaterdagavond werd in de concertzaal
„Concordia" door het kinderkoor van de
zangvereeniging „Zang en Vriendschap" een
operette opgevoerd, getiteld: „Grietje Golf
zang".
Wat de opvoering aangaat, deze was uit-
DRIE MUSKETIERS
249.
DE PURITEINSCHE.
„Ik katholiek!?" riep ze vertoornd. „Lord
Winter, die verwaande katholiek, weet zeer
goed, dat ik niet tot zijn geloof behoor. Hij
wil mij alleen in een valstrik lokken."
,Welk geloof belijdt U dan?"
„Ik wil het U wel verraden," sprak ze
met overdreven hartstocht, „maar eerst
dan, wanneer ik voldoende voor mijn ge
loof geleden heb."
Uit Felton's blik kon ze gemakkelijk op
maken dat ze zeer veel bij hem gewonnen
had. Hij nam het boek met tegenzin weer
op en verzonk in diepe gedachten, 's Avonds
kwam Lord Winter terug.
„Het schijnt, dat we eenigszins het ge
loof hebben laten varen," zei hij hoonencL
,„Hoe bedoelt U dat"?
„Nu, ik meen alleen maar, dat we van
godsdienst veranderd zijn, sedert we ons
voor het laatst zagen. Is u in die tusschen-
tijd misschien nog met een derde, een pro
testant, getrouwd? Mij laat dat trouwens
koud.
250.
DE COMEDIANTE.
„U behoeft mij Uw onverschilligheid wat
het geloof betreft niet meer te vertellen,
Mylord. Uw uitspattingen en Uw overtre
dingen tegen den godsdienst getuigen hier
genoegzaam van."
„Wat, praat U van uitspattingen. Of ik
heb het verkeerd verstaan of U bent nog
brutaler, dan eigenlijk door den beugel
kan.
„Ach, mijnheer de baron, U spreekt
slechts zoo omdat U weet, dat Uw gevan
genbewaarders luisteren en om hen tegen
mij op te hitsen."
„Mijn gevangenbewaarders? Maar mijn
beste mevrouw, wordt U toch niet tragisch.
Weest U toch kalm. Nog maar acht dagen
en dan mag U voor mijn part net zooveel
de Puriteinsche spelen als U wilt, want
dan zult U ziich op 'n plaats bevinden waar
U met al uw slinksche streken toch geen
succes meer zult hebben."
„Gij Goddelooze, schandelijke „Nero" riep
Mylady hem op een toon alsof ze zich zeer
opwond, achterna, want ze wist maar al te
goed, dat Felton achter de deur stond en
ieder woord van het gesprek gehoord had.
Toen twee uur later het avondeten bin
nengebracht werd, lag Mylady op haar
knieën en bad luid puriteinsche gebeden.
Ze scheen hierin zoozeer op te gaan, dat ze
heelemaal niet scheen te bemerken, wat er
gebeurde.
stekend. Het was een lust te zien hoe vrij
en natuurlijk die kleine dingen zich gaven.
Niet één bleef er steken, alle&^liep„schitte
rend van stapel.
De samenzang en soli waren heel goed en
duidelijk. Zus Omis, die de hoofdrol speelde,
deed dit fijn; hét was haar wel toevertrouwd.
Uitstekend was ook het broertje van
Grietje Golfzang (Lies Doves) die door haar
jongensachtig optreden de toeschouwers
steeds in schaterlachen deed uitbarsten.
Heel bijzonder trof ons het fijne stemme
tje van het eenvoudige visschersmeisje (Cor-
rie Rezel).
En dan hoe lief waren niet de kleinsten,
zooais Jopie Leen, Tinie Bosker, Rietje Kuit,
Jet Lont e.a.
Bep en Annie Geuzcbroek vertolkten hun
rollen ook uitstekend. Vooral Annie had
veel succes in de goed uitgevoerde klom
pendans als strandwacht.
Pietje de Vries (visschersjongen) had
misschien onwetend, in het tweede bedrijf
een uitstekend succes. Pietje stond daar ge
kleed als visschersjongen. opeens begint haar
zwart fluweelen broek, opgehouden door een
padvindersriem. neigingen te vertoonen .om
naar beneden te zaken.
Pietje pakt echter de broek boven de riem
vast en sjort 'in hierna op echte jongens
manier omhoog! Het resultaat was: een ge
weldige lachbui van het publiek, het succes
was er!
De heer Hovenier sprak na deze operette
eenige woorden van dank tot zijn trouwe
medewerksters, nl. de dames Tr. en A. Geu-
zebroek.
Het koor zong hierna de laatste concours-
nummers: Schemering en Waakt op. En tot
slot nog De Laatste Zonnestraal, met bege
leiding van den heer "C.P"Poel.
Een bal besloot dezen mooien avond.
ANNA PAULOXVNA
DE WERKLOOSHEID
Ons bericht van Zaterdag vereischt een
kleine aanvulling daar ons is gebleken, dat
het in z'n algemeenheid niet geheel juist is
Toen wij het schreven waren inderdaad
allen, die voor steun of werkverschaffing iri
aanmerking kwamen, in een of andere werk
kring geplaatst. Eechter zijn er ook werkloo
zen, die buiten de steunmaatregelen vallen.
Van hen waren er bij den agent der arbeids
bemiddeling nog 34 ingeschreven, zoodat er
voor de werkgevers nog keus genoeg is in
eigen gemeente en geen reden om werk
krachten van elders aan te nemen.
ALKMAAR, 10 Juli.
N.V. Eierveiling voor Holl. Noorderkwar
tier. Aanvoer: 170.000 kipeieren: 5658 Kg.
f 3.50—3.60, 58—60 Kg. 3.55—3.70. 00-6,2 Kg.
3.60—3.80, 62—64 Kg. 3.70-3.85, 64—66 Kg.
380390. per 100 stuks
ALKMAAR, 10 Juli.
Op de heden gehouden botermarkt waren
de ..prijzen..voor: groothapdel .70^7? cent en
kleinhandel 721/?—77% cent. Handel matig.
Kipeieren (groothandel) f 3.653.85. Eend-
eieren f 2.65. Handel matig.
WARMENHUIZEN, 10 Juli.
Aanvoer: 148.000 Kg. aardappelen: Schotsche
muizen 3.503.90, id, grove 3.503.80, id.
drielingen 22.80. eigenheimers 4.20—4,70.
ALKMAAR, 12 Juli.
72 vette koeien f 190—325, 12 vette kal
veren f 5085, p. Kg. f 0.60—0.85, 91 nuch
tere kalveren (slacht) f 2532, (fok) f 616,
261 vette varkens p. Kg. 5052 cent, han
del goed.
NOORDSCHARWOUDE, 12 Juli.
Aanvoer: 203300 Kg. aardappelen: Schot
sche muizen 3.504, grooten 3.604, bl. ei
genheimers 4.504.60, drielingen 22.60,
1000 Kg. zilveruien, drielingen 5.20, zilver-
nep 5.90—7.30 .70 Kg. tuinboonen 4.30, 2700
Kg. witte kool 3.90—4, 175 stuks bloemkool
f 13.10.
BROEK OP LANGENDIJK, 12 Juli.
Schotsche muizen 3.504.60, grooten 3.70
4.20, eigenheimers 4.504.70, bl. dito 4.40—
520, drielingen 2.102.70, kleine 1—1.60.
Peen f 4.105, spercieboonen f 24, tuinboo
nen f 4, slaboonen f 2424.90, roode kool
f 3.104.70, witte kool f 4.50, gele kool f 4.10
4.30, bloemkool f 14.50, tomaten A f 11.10
12.70, B f 13.50—13.60, C f 12, CC f 5.50—6.
56.
Esther knikte en ijlde naar beneden om
weder naar Dongen terug te rijden. De refe
rendaris keek haar weliswaar wat weifelend
aan, maar zorgde toch dadelijk voor al het
noodige en nauwelijks twee uren later zat
Esther in het tot haar speciale beschikking
gestelde vliegtuig D.P. 56, dat met een snel
heid van tweehonderd dertig kilometer per
uur in Noordwestelijke richting Berlijn ver
liet. In een der zakken van haar sport-
costuum droeg zij een bevel tot gevangen
neming en een ambtelijke missive voor de
overheid te Meppen, benevens een klein auto
matisch pistool. Voor haar vertrek had zij
de redactie nog opgebeld en Burg verteld,
dat zij voor hoogstens twee dagen de stad
uitging, maar zich dadelijk na haar terug
komst met hem in verbinding zou stellen.
„Zaken als deze trachten we tegenwoordig
steeds zooveel mogelijk te bespoedigen, dus
denk ik in den loop der volgende maand, or
uiterlijk binnen een week of acht."
Een hernieuwde poging van Esther om ver
binding met Selfride te verkrijgen, gelukte en
zij kwamen overeen, dat zij hem in het b°te
zou ontmoeten, waarom zij zich naar hotel
Kaiserhof begaf en dien korten afstand e
voet aflegde, daar zij zeer dicht in de buurt
van het hotel in de Französischestrasse gete
lefoneerd had. Selfride was reeds in de hal en
keek haar grinnikend aan.
„Wel, is het vliegtochtje u goed bekomen
Ik heb mij intusschen veroorloofd..*"
„Ik weet het al en dank u wel."
Hij merkte natuurlijk haar sombere stem
ming op.
„Is er iets net naar uw zin? Wilde u soms
Ray Jeffers, die uw vriend...?"
„Neen. Ik dank u werkelijk. Het is slechts
het is een beetje beangstigend, hoe u... Hoe
wist u eigenlijk, waar mevrouw Jeffers woon
de?"
„Er zijn niet veel hotels in deze buurt, waar
men zonder zich bij de politie aangemeld te
hebben een paar dagen kan wonen zonder in
het oog te vallen. Ik ben er toevallig drie en
zoo was het niet zoo bijzonder moeilijk te ont
dekken, waar zij zich ophield. Ik ben hier
trouwens niet alleen. Gelukkig kreeg ik het
berichtje over uw vliegtocht nog vroeg genoeg
in de courant. Toen bewaakte ik die drie ho
tels en een half uur later was de zaak in
orde."
Esther kromp plotseling huiverend ineen; er
scheen een koude wind door de hal van het
hotel te strijken. Hoe onbarmhartig werkte
deze man voor haar, en hoe nuchter ging hij
zonder eenig spoor van menschelijk gevoel na
het vellen van een vijand weder over tot de
orde van den dag. Esther haatte Ray met haar
geheele ziel, maar toch smartte het haar, dat
deze trotsche en mooie vrouw door Selfride
gevangen was als een kip, die men met enkele
graankorerls in een donkeren hoek van den
stal lokt. Zij had een leelijken smaak in den
mond en zonder overgang zeide zij plotseling:
„Dongen heeft de gecopieerde gas-aantee-
keningen naturlijk niet kunnen vinden, om
dat..."
Haar overbuurman ging gelaten wat ge
makkelijker zitten en keek Esther met een
kouden blik aan.
Stel u tevreden, Esther Raleigh, met het
geen men u aanbiedt. Ik vraag u naar vele
zaken niet. Bent u vergeten, wie de menschen
hier op de Jeffers opmerkzaam maakte? Ik
heb voor u verstaat u, mijn waarde?
voor u heb ik Ray Jeffers onschadelijk ge
maakt. En ik pleeg mijn betaling zelf te ne
men,, wanneer ik daarvoor in de gelegenheid
ben. U begrijpt mij?"
O, ja, zij begreep hem, zij begreep den heer
Selfride volkomen. Zij liet haar rechter elle
boog op het tafelblad steunen en glimlachte
Selfride tevreden over haar hand heen toe.
„Ik begrijp het volkomen en een uitlegging
was geheel en al overbodig. Vergeef mij mijn
openhartigheid, mijnheer Selfride, maar ik
neem aan, dat u mij ook begrijpt."
„U bent nog eerzuchtig, Esther Raleigh.
Haha! Heel goed! Maar ik neem het u heusch
niet kwalijk. Hebt u al gehoord...?"
En nu begon hij van Hardley's dood te
vertellen. Hij was een schitterend verteller en
bij zijn woorden moest Esther weder aan Burg
denken. Dit was nu Siegfried Burg's broer, de
broer, wiens werk het vreeselijkste was, wat
men zich maar voor kan stellen, en zie hoe hij
vertelde. Hij keuvelde over Hardley, zooals
men over een vreemde praat. Hij stipte aan,
dat het Hardley geweest was, die op zijn
aanwijzingen Esthers vlucht mogelijk ge
maakt had. Ja, ja, hij was een kranige jongen,
alleen eerzuchtig, vervloekt eerzuchtig, tè
eerzuchtig, begrijpt u, miss Raleigh? Hij
wlde meer doen, dan men hem opdroeg. Na
tuurlijk, de meeste menschen overschatten hun
krachten en houden er teveel zelfvertrouwen
op na. Maar eere zij zijn aandenken. Hij
kwam dan in een dommen tredmolen men
kon begrijpen, menschelijkerwijze begrijpen,
dat hij bang werd, misschien wilde omkeeren.
In dergelijke gevallen is men licht geneigd bij
den vroegeren tegenstander bescherming te
zoeken. Nu, het werd hem bespaard om in een
mogelijk en langdurig en groot gevaar te
komen.
„U hebt reeds vernomen, dat hij gedood
werd. Vermoord, Hij was een goede medewer
ker, helaas, zooals reeds gezegd, soms al te
ijverig."
Selfride zweeg en staarde Esther aan, die
zijn blik zonder ook maar even met de oog
leden te knippen, uithield. Daarbij kostte het
haar moeite hem niet met de vust in het ge
zicht te slaan. Wat een schoft! Daarom dus
dit heele verhaal. Jawel, mijnheer Selfride
hield naar het scheen van didactische proza!
Het was een waarschuwing, die hij haar op
deze wijze gaf, een ernstige waarschuwing en
het was van den heer Selfride nog zeer bemin
nelijk, dat hij haar verbloemde op de wijze,
die zij zooeven gehoord had.
Esther maakte haar blik van den zijnen los
en vroeg, of men nu kon vertrekken en welke
voorstellen hij voor den eersten tijd te doen
had. Hij haalde twee entréebiljetten voor een
schouwburg uit zijn zak en vroeg haar of zij
tijd had daar met hem heen te gaan. Zij kon
den dan in de zaal wel een rustig plaatsje uit
kiezen om nog te praten. Hij had informaties,
die voor de Russen zeer interessant konden
zijn. Esther nam de uitnoodiging aan en zij
stonden op om zich naar den schouwburg te
begeven.
Inspecteur Symes had te Chelmford op ver
toon van zijn instructie van Scotland Yard de
lijken der beide automobilisten en daarna de
overblijfselen van den verwoesten wagen
nauwkeurig onderzocht. Het bleek, dat het po
litietelegram een weinig onjuist geweest was.
De auto was niet in den gewonen zin van het
langs den weg gereden en in brand gevlogen.
Uit de wrakstukken viel op te maken, dal het
benzine reservoir dadelijk opengescheurd was,
was ontploft, maar tegen een steenen paal
zoodat de benzine eruit liep en met een open
vlam verbrandde, dus zonder vergassing en
zonder knal. De oezittingen der dooden, hun
kleeren en lichamen, waren alle zoodanig door
het vuur aangetast, dat zij nauwelijks meer
eenig aanknoopingspunt aanboden. Men had
alle voorwerpen op een tafel gelegd, waar
Symes nu alles stuk voor stuk onderzocht. Zijn
groote zorgvuldigheio werd beloond, want op
de manchet van een met bloed bezoedelde
mouw van een hemd vond hij een met aniline-
potlood geschreven woord, dat hij ondanks het
feit, dat het door het vocht erg uitgevloeid
was, nog vermocht te ontcijferen Het was de
naam Hard'ey.
Iets meer evenwel viel er ook bjj het aller
nauwkeurigste onderzoek niet te ontdekken,
maar hetgeen hij gevonden had, beschouwde
Symes als een niet onbelangrijke bevestiging
van zijn vermoedens. Een nauwkeurig onder
zoek van de overblijfselen van den wagen
werd door den toestand, waarin deze verkeer
den, buitengewoon bemoeilijkt. Als de inspec
teur het met zijn vermoedens bij het rechte
eind had, moest er öf in den wagen een hel-
sche machine aangebracht geweest zijn, öf
moest ei voor het minste een inrichting zjjn
geweest, die de oorzaak van het ongeval ge
worden was. Zijn zoeken naar iets dergelijks
bleef echter vergeefsch. Hee eenige, dat hem
opviel, maar hem geen stap verder bracht, was
de omstandigheid, dat van de verbrijzelde auto
een enkele electrische geleidingsdraad, die van
een contact voorzien was, los afhing. Maar
zelfs het passen en probeeren van alle metalen
overblijfselen kon hem niet doen vermoeden,
welk stuk daarmede wel in verbinding gestaan
kon hebben. Hij keerde naar Londen terug en
begon daar nasporingen te doen naar de
woonplaats en de bezigheden van de beide
gedoode Italianen. Een bezoek aan hun ver
laten kwartier, leidde tot niets. Het eenige
aanknoopingspunt, dat echter erg armzalig
was, bestond hierin, dat een oude vrouw, die
in dezelfde straat woonde, hem mededeelde,
dat de twee Italianen tweemaal bezoek had
den gehad van een opvallend dikken en groo
ten man, dien zjj evenwel niet nader kon be
schrijven. Mismoedig ging Symes ,'eder naar
het bureau en peinsde er over, op welken
firmanaam de letters, die hij op het afge
scheurde couvert gevonden had, wel zouden
kunnen passen. Het oude middel, om langs
den weg van den fabrikant, drukker of ver-
kooper van het couvert diens eigenaar te
ontdekken, was tameljjk hopeloos, daar zoo
wel het papier als de letters van een soort
waren, die door tientallen fabrieken en druk
kerijen worden geleverd. Als laatste mogelijk
heid bleef hem dus nog slechts den weg der
combinatie over.
(Wordt vervolgd.)