WOENSDAGSCHE MIJMERIJ I Liftkooi oaar beneden gestort DE EIMELIJKE STRIJD De Indische padvinders ter Jamboree Vier en veertig honderd tippelaars naar Nijmegen Huis te Wildervank afgebrand door Michael Corvin Een nieuwe rage. j: De twaalfjarige zoon van een mijner vrienden in het Gooi was onlangs van 9 uur 's morgens tot 5 uur 's middags zoek. Hrj had met een fiets en een vriend de om- i liggende dorpen afgestroopt en een veertig- tal café's en kroegen bezocht. Men behoeft daar nu niet het allerergste van te denken. Hij verzamelt bierviltjes. Maar dat lijkt mg al erg genoeg. Hetgeen overigens blijkbaar bewijst, dat ik geen paedagoog ben. Mijn vriend is namelijk wel paedagoog, en om een of andere duis- tere reden vindt hij het uitstekend. Mis- schien dat het verzamelen van bierviltjes op den duur gedoemd is, een aversie op te wekken tegen cafébezoek op lateren 11 en minder onschuldigen leeftijd en uit dien hoofde aanmoediging verdient Misschien ook, dat een jongen er menschenkennis mee opdoet? Een feit is het, dat hij met ervaringen thuiskwam. Eén kellner had hem met een bezem de deur uitgejaagd, een ander had voor de viltjes een cent per stuk gevraagd, en nog niet wetende dat jmen van een offerte niet behoeft ge- 11 bruik te maken, hadden de jongens het noodige geld ergens onderweg geleend. Het is natuurlijk goed, dat men met zulk een 11 nuttige levensfunctie als leenen vroegtijdig 11 kennis maakt. En wie weet, wat er verder nog voor paedagogisch heil in deze verza- 11 meiwoede steekt. Ik ben een volslagen leek en de vrouw van mijn vriend is in ieder geval een bemind lid van een oudercom- 11 missie en z ij vindt, dat het veel voor heeft als ze den lieven jongen eens een uur of achf niet om haar heen heeft. S v rt sommige bierbrouwers, gedwon- gen door de onvriendelijke conjunctuur, die een eind maakte aan den export, zich door ingenieuzer reclame toeleggen op vermeer- dering van het binnenlandsch debiet en de meergenoemde viltjes voorzien van zinrijke litteraire en historische teksten, hebben de |5 viltjes den knockout gegeven aan de siga- renbandjes. Hoe kort is het nog maar ge leden, dat dames op straat door vreemde kinderen werden aangesproken met de ver- bijsterende vraag: „Mevrouw, hebt u een sigarenbandje Sigaren van 3 cent verschenen met rin- i gen, omdat een vader die sigaren zónder ringen rookte, zijn prestige thuis meteen i kwijt was. En nu? De albums met de kleu- renrijke ringetjes-collecties liggen onder j een laag stof in de boekenkast en dienen j ten hoogste nog eens als aanleiding tot ruzie, wanneer broer en zus vergeten zijn, van wie de nuttige verzameling ook weer j was. Deze rages komen, men weet niet van- i waar, en verdwijnen, men weet niet hoe. In mijn jeugd waren het de etiketten van luciferdoosjes, die heele scholen in vlam zetten. Mijn broer was eens thuisge- j komen met de opwindende mededeeling, dat i men voor 500 verschillende etiketten een fiets kreeg. Wij kochten ze bij heele pak- ken en vonden het een schande, dat de I doosjes alle hetzelfde merk droegen. Wij rukten de etiketten van de volle doosjes j af en het scheelde een haar, of we hadden 1 de oude fiets weggedaan. Toen we de vijf- i honderd bij elkaar hadden, stelde ik mijn ouderen broer de schuchtere vraag, waar 1 die fietsen eigenlijk te krijgen waren.-Hij moest bekennen, dat hg zich daar nog niet mee bezig gehouden had. De vraag is ook j nooit beantwoord, en de etiketten beland- den op de aschbelt. Wie op deze wijze het j lucifergebruik stimuleerde, is eveneens on- j bekend gebleven: Ivar Kreuger was in die j dagen nog even jong als wij zelf. Toen het den drukkerijen slecht ging, j vonden zij de sluitzegels uit. Wij kennen menschen, die oude schoenen verzamelen, maar we gelooven niet, dat hier de Lang- j straat de hand in het spel heeft. Maar op welken grond sommige men- I schen cactussen verzamelen, is een onop- gelost raadsel. Men krijgt er geen fiets voor, en men kan ze niet inplakken. En zoo zijn we dan nu tot het bierviltjes- j tijdperk genaderd. Prosit! ONZE OOST. TJERIMAI VERTOONT SCHEUREN. Waakzaamheid geboden. Thans is bevestiging- verkregen van ons eerder bericht van gisteren, dat de Tjeri- mai is gaan werken. De Tjerimai is aan den Noordwand van den Oost-krater gescheurd. Er vertoonen zich twee nieuwe eruptie-punten aan den binnen- en buiten-Nöord-wand, welke daar om onbetrouwbaar moet worden geacht. De uiterste waakzaamheid is geboden. Rijsttafelen in Den Haag. Hedenochtend tusschen 8 en 9 uur wordt de „Dempo" van de Rotterdamsche Lloyd in Rotterdam verwacht met het Indisch contingent padvinders, dat voor de Wereld jamboree overkomt, aan boord. Het gezelschap zal in een van de gebou wen van de Lloyd worden ontvangen en toegesproken, waarna met autobussen naar Den Haag zal worden gereden. Na aankomst op het tournooiveld heeft het défilé voor den minister van Koloniën plaats. De padvinders zullen hun vaandel iri den stoet meevoeren, dat, naar men weet, door den gouverneur-generaal voor het vertrek uit Tndië is uitgereikt. Ook de Am- boneesche fluitisten gaan in den stoet me de. In de Bijenkorf biedt de directie den padvinders een rijsttafel aan. Des middags zal hel Contingent, met Ilob landsche padvinders enkele bezienswaardig heden in Den Haag bezichtigen, zooals de Ridderzaal, de vergaderzalen van Eerste en Tweede Kamer en de Gevangenpoort, waar na een bezoek aan Scheveningcn wordt gebracht. In Scheveningen is de Mij. Zeebad Sche- veningen gastvrouw. Zij zal de padvinders een thee aanbieden op het Kurhaus-terras. Ook zal een wandeling over de pier wor den 'gemaakt. Donderdag wordt een excursie naar Bot terdam en Delft gemaakt en Vrijdagmiddag zullen de padvinders op het buitengoed Duynrell in Wassenaar aan een verken- ningsgpel deelnemen -en 's avonds een .kampvuur ontsteken. Groot aantal inschrijvingen voor de Vierdaagsche Afstandsmar- schen. De 40 K.M. het best be zet. Voor dc Internationale Vierdaagsche Af standsmarsehen, welke van 27 tot en met 30 Juli a.s. te, Nijmegen zullen worden ge houden, hebben ruim 4400* personen inge schreven, waaronder 000 dames. Aan het dagelijksch parcours van 30, 40, 50 en 53 K.M. zullen resp. deelnemen onge veer 50, 2600, 500 en 1250 personen. 70 verschillende burgerveregnigingen zul len met een groep ter sterkte van minstens 11 hoofden aan de marschen deelnemen. De Kon. Land- en Zeemacht, zoowel als het NederlandschIndische leger nemen met talrijke detachementen deel. Uit de volgende landen zijn inschrijvingen ontvangen: Engeland, Frankrijk, Duitsch- land, Zwitserland, Oostenrijk en Denemar ken. DE DRIE MUSKETIERS 253. VOOR HET VENSTER. Den volgenden morgen verscheen Felton op den gewonen tijd. Mylady liet hem rustig alle voorbereidingen voor het ontbijt tref fen en verliet het vertrek weer, zonder dat er ook maar een woord tusschen heiden ge wisseld was. Tegen den middag kwam Lord Winter Mylady keek het raam uit en deed alsof ze het opengaan van de deur niet had gehoord. „Geweldig", riep hij opgewekt, „nadat we het eerst op een komische en tragische manier geprobeerd hebben spelen we thans de melankolieke rol. Ach ja, ik begrijp u heel goed. Hoe graag zou U niet buiten en in vrijheid zijn, b.v. op een mooie boot, die over de smaragdgroene golven dobberde. Geduld mijn waarde, binnen eeni- ge uren staat de zee. voor u open. Misschien meer dan U zou wenschen, want dan zal Engeland bevrijd worden van Uwe aanwe zigheid. Ik heb hier een pas, welke ik zelf heb afgegeven. Deze zal U in de toekomst als richtsnoer in het leven dienen, dat ik voor U heb uitgekozen." 254. DE REISPAS. Lord Winter trok een papier uit zijn zak, dat hij langzaam openvouwde en begon te lezen. „Hiermede geef ik opdracht, de vrouw Charlotte Backson, die door het Fransche gerecht gebrandmerkt is, doch na het on dergaan der straf weer in vrijheid werd gesteld, naarover te brengen." „Ik heb den naam van de plaats nog niet ingevuld," onderbrak hij zich zelf, terwijl hij een blik op Mylady wierp. „Mocht u met betrekking hierop bijzondere wenschen hebben, dan behoeft u zulks slechts te zeggen. Maar de plaats moet minstens 1000 mijlen van Londen verwijderd liggen." Daar na ging hij dooi- met lezen: „In deze plaats zal ze haar domicilie vestigen, terwijl ze zich er niet meer dan drie mijlen van mag verwijderen. Mocht ze probeeren te vluch ten, dan dierit ze te worden neergeschoten. Voor kost en verdere behoeften kan ze dage lijks over vijf schilling beschikken." Mylady' sprak hierbij geen woord, niet om dat ze niets wilde zeggen, maar omdat de schrik haai den mond snoerde. Ze meende namelijk, dat deze opdracht precies eender zou worden uitgevoerd, doch ontdekte toen tot haar groote verlichting, dat het docu ment nog niet van een noodzakelijke liand- teekening was voorzien. Ernstig ongeluk te Rotterdam. Alle zes inzittenden zwaar ge wond. Gisterenmiddag omstreeks half een heeft in het gebouw van de natio nale Verzekeringsmaatschappij en van de Eerste Rotterdamsche, gele gen aan de Booinpjes te Rotterdam, een ernstig ongeval plaats gehad. Een liftkooi, waarmede zes leden van het. personeel zich van de parterre naar de op de derde verdieping ge legen koffiekamer begaven, is deze verdieping voorbij gegaan, op den zolder tegen bet einde' der lift schacht gebolst en daarop naar be neden gevallen. De liftkooi werd totaal vernield en alle inzittenden kregen ernstige verwondingen, vooral beenbreuken.. Drie van hen zijn naar het ziekenhuis aan den Coolsingel vervoerd, de drie overi gen naar lief Ziekenhuis aan den Bergweg. Om half één eindigt liet ochtendwerk in hot gebouw van de Nationale en de meeste leden van het personeel gaan dan in de op de derde verdieping gelegen koffiekamer de lunch gebruiken. Dezen middag gingen te gelijk naar boven de assistent van den wis kundigeadviseur dr. Laméris, de eerste boekhouder Ingenbleek, de ehef van de af- deeling wiskunde Hage, de chef van de af- deeling rollectief Sphuppei' en de kantoor bedienden Kooyman en mei. Bokhove. Ge woonlijk wordt de lift door den liftjongen bediend, doch deze was niet aanwezig zoodat een van de zoo juist genoemden de bedie ning verzorgde. Lift stopte niet. De lift moest oR de derde verdieping stop pen, doch dit is door lot nu toe onbekende oorzak niet gebeurd. De kooi schoot naar boven, waar op dc zolderverdieping het einde van de liftschacht is. Daar stuitte bet voertuig met het gevolg, dat alle staaldra den afknapten en de liftkooi neerstortte. De gevolgen waren ontzettend. De liftkooi werd totaal vernield en de schacht werd ge heel ontzet. De juffrouw van de telefooncentrale van hetg ebouw, welke in de onmiddellijke na bijheid van de liftschacht is gelegen, deelde ons in een onderhoud, dat wij kort na het ongeval met haar hadden, mede, dat zij op zeker moment een klap hoorde. Wanneer er. wat wel eens gebeurt in de koffiekamer stoelen omvallen, dan hoort zij een dergelijk geluid en zij dacht dan ook aanvankelijk, dat 'het er in de koffiekamer weer rumoe rig toeging. Toen plotseling volgde een geweldige slag. „Ik dacht, dat het geheele gebouw in el kaar ging en wist niet waar ik blijven moest". Even daarna begreep zij echter, dat er in de liftschacht iets moest zijn gebeurd, en zij bleef derhalve op haar post. Onmid dellijk steldezij den geneeskundigen dienst van hét .Tri.' kflffiis en 'ook de po litie werd gewaarschuwd. Zeer spoedig 'stonden drie ziekenauto's met personeel voor het gebouw en heel voorzichtig werden de zes gewonde personen uit de overblijfselen van de liftkooi te voor schijn gehaald. Volgens de tot dusver verkregen inlich tingen zijn- de verwondingen bij allen vrij ernstig, doch 'schijnt er voor geen van hen levensgevaar te bestaan. Drie families dakloos. Gisterochtend half acht brak brand uit in liet huis van de weduwe H. Drost aan de landzijde van de I8de laan te Wildervank, bewoond door drie gezinnen, t.w. J. Hens? san, L. van der Scheun en If. Oosting. De 'brandweer van Wildervank was spoedig ter plaatse. Hoewel zij het vuur krachtig be streed kon zij niet voorkomen, dat het huis tot den grond afbrandde. De drie in boedels gingen verloren. Het huis was ver zekerd, evenals het huisraad van de fami lies Henssen en van der Scheun. De inboe del van de familie Oosting was niet verze kerd. A De brand is ontstaan bij het aanmaken van een fornuis in de woning van Van der Scheun. 58 Zij zonk in haar stoel terug. Het publiek applaudisseerde als dol, de bijval ratelde als een salvo. Esther sprong even op van schrik, maar ging dadelijk weer rechtop zitten. „Wat raadt u mij aan?" Burg keek peinzend voor zich uit en over legde, welken raad hg Esther zou kunnen geven. Daarbij viel zijn blik toevallig op den ingang en hij verbleekte. „Je kunt Dongen gerust zeggen, dat ik ik bedoel, je kunt gerust morgen eens met hem gaan praten. Draai je niet om. Bij den ingang staat de heer Symes. die mij ook ken met nog een anderen heer." Esther keerde zich om. Lij nam een s'garet uit haar koker. Het was dus reeds te laat. Nu was er nog slechts één enkele weg: zelf han delend op te treden, stelling te nemen en e onderzoeken hoe diep men voornemens was toe te stooten. Burg fluisterde haar in, dat de beide heeren verdwenen waren. De laatste nummers van het programma werden afgewerkt, Burg en Esther applaudi- seerden mee, lachten mee en tobden hun yein af om een uitweg te vinden. De voorstelling was afgeloopen, zjj lieten zich hun gaucio e geven, werden met de menigte mee de s raa opgedrongen en scheidden na een langen anc Toen Esther reeds in een huurauto zat, keek zij nog, eens naar buiten. Daar stapte haar vriend Burg door den nacht. Hij liep moeizaam tegen den wind in en de straat veranderde zich voor haar oogen in een wijde prairie, waar een eenzame, oude bisonstier doorheen draafde, een machtig dier, een gevaarlijke en prachtige buiten de kudden levende reus maar oud en ziek. Daar draafde hij heen, met zware, schom melende schreden en machtige schouders, draafde voort in de woeste eindeloosheid, in den winter, in den nacht en in den dood, dien h, voelde naderen. Huiverend trok zij haar mantel dichter om zich heen. Nu niet meer denken! Dat mocht zij nu niet! Morgen zou er veel, zou alles beslist worden. Op een afstand van nauwelijks honderd meter achter haar reed een tweede huurauto, die bleef staan, toen Esther voor haar hotel uitstapte en doodmoe naar haar kamer ging. Zij sliep dadelijk in ei een nachtelijke uitgaan der, die beneden voor het huis nog een poosje heen en weer geloopen had, verdween na eenigen tijd in de richting der Tauenziënstrasse Den volgenden morgen moest Esther in Dongens anti-chambre vijf min. wachten voor de referendaris haar binnen liet komen. Hij was even hoffelijk als altijd, »n alleen slechts eenigszins verbaasd over haar vroege bezoek. Esther nam plaats en ging dadelijk tot den aanval over. „U laat mij nagaan, mijnheer de referenda ris"" „Dat is een soort stille bescherming voor u. Wij vreezen, dat Tsun Kayi en diens vrienden u niet welgezind zijn." „Wat heeft dat met mijn positie te maken?" De ander keek haar onveranderd vriendelijk aan. „De heer Burg heeft uit de school geklapt Eigenlijk niet heel correct van hem." Esther bespeurde, dat haar zenxwen het dreigden af te leggen tegenover deze glim lachende beleefdheid. Zjj was te ver1 gegaan, maar nu was er geen terugweg meer. De referendaris keek haar kalm aan. „Het spijt mij, dat u zich zoo opwindt. U miskent onze helaas noodzakelijke practfjk' eener hm. wederzijdsche bewaking." „Ik weet, dat men er mij van verdenkt, dat ik op de een of andere manier met de Rus sen in betrekking sta. Maar dat is onzin. Ik ben persoonlijk bevriend met Jury Zagairoff, een officieel onderhandelaar der Sowjets, dat is alles." Dongen glimlachte beleefd, maar niet over tuigd. „Dan hebt u immers des te minder aan leiding om een eventueele controle te vreezen." „Zegt u mij wat ik doen moet om mij van een valsche verdenking te zuiveren." „Maar wat is dat nu Er bestaat toch niet de minste gronc voor eenige wgziging in onze relaties? Wilde u dan met ons breken?" Het klonk zoo geheel en al terloops en on beduidend, wat Dongen daar het laatst ge zegd had, maar toch hoorde Esther duidelijk den waren zin en de bedreiging achter die wei nige woorden. Zij stond op. „Nu, er was niets nieuws en u weet, waar u mg kunt bereiken, mijnheer de referendaris." Esther Raleigh verliet, hoffelijk door Don gen begeleid, de kamer. Buiten kostte het haar moeite langzaam de trap af te gaan en toen zij eenmaal in de taxi zat, die haar naar het gebouw van de courant zou brengen, schokte een onbedwingbare, wilde huilkramp haar lichaam wel een minuut lang. In de hoofdingang van het redactiegebouw ontwaarde zij Dr. Mersheim. die haar tege moet liep, maar zoodra hij haar ook zag en herkende, trad hij snel de dichtsbij zijnde kamer binnen zonder nota van haar te nemen. Zij lachte bitter en klopte bij Burg aan. Juffrouw Cohen riep „binnen" en diende haar aan, zonder haar in de oogen te hebben kunnen kgken. Nu zat zij weer tegenover Burg, wiens ge zicht haar vervallen en erg verouderd voor kwam. Zijn oogen waren rood opgeloopen en zijn handen waren rusteloos. „Je hebt zeker niet gezien, Esther, of ik gisteravond door iemand gevolgd werd? Nu, ik merkte hetzelf ook pas na eenigen tijd. Het is een prettig gevoel, maar nu kan ik veel begrijpen, wat mij sedert dertig jaren onbegrijpelijk was. Heb je met Dongen ge sproken? Heeft het iets geholpen?" Esther ontkende dit laatste en vertelde hem het onderhoud. Burg knikte slechts. „Het is nu tamelijk onverschillig, wat je nog doet. Probeer maar," zijn stem stokte en het scheen hem moeite te kosten om voort te gaan „probeer maar op de een of andere manier Selfride te bereiken. Weet je, waar hg is?" Esther keek hem aan. Zij kon hem niet zeg gen, dat Selfride in Berlijn was. Zij zou het dadelijk probeeren zich met Selfride in ver binding te stellen. Burg haalde een gesloten couvert uit zijn zak. „Dit als je Selfride persoonlijk mocht ontmoeten, Esther, geef je dit aan hem. Als het niet och, dat doet er ook niet toe. Tot weerzien, mijn kind, leef recht gelukkig." Heel teeder nam hij haar hoofd tusschen zijn sidderende, groote handen, wischte met een vinger zacht een traan van Esthers wang en kuste haar. Zij beet zich de lippen aan bloed om riiet als een schoolmeisje in snikken uit te barsten, toen zij onder het verlaten van de kamer, terwijl zij nog eens omkeek, zag, dat Burg weer aan zijn tafel was gaan zitten en het hoofd op zijn gekruiste armen had laten vallen. De Zeeland, de boot, waarmede Jury onder weg was naar New York, had op de hoogte van Kaap St. Mathïeu machineschade opge loopen en bereikte Brest met halve kracht. Aan de passagiers werd medegedeeld, dat de reparatie vermoedelijk drie of vier dagen zou vorderen, en daar de verbinding van Brest naar de Vereenigde Staten ongunstig was. bleven de meesten hunner maar aan boord. Ook Jury wilde maar wachten en nam zich voor dien tijd te gebruiken om eens zeer uit voerig aan Esther te schrijven en zoo moge lijk een telefoongesprek af te spreken. Den eersten avond echter, dat het schip in de haven lag, liet de kapitein hem hij zich ont bieden en toonde hem een draadloos telegram, dat zgn verdere reis naar Amerika onmogelijk maakte. De Britsche politie had hem als Russisch agent en propagandist gesignaleerd en de Amerikanen hadden hun ambtenaren op Ellis Island reeds instructies gegeven Jury Zagainoff niet te laten landen, maar hem met de eerstvolgende boot, of met de Zeeland zelf weer naar Europa te sturen. Een telegram van deze zelfde strekking was ook voor de Zeeland, die men in volle zee waande, van de andere zijde reeds afgezonden. Op dit bericht ging Jury onmiddellijk aan wal en stelde zich met de vertegenwoordiging der Sowjets te Pargs in verbinding. Daar wist men natuurlijk nergens van, maar ried hem hem aan naar Parijs of naar Berlijn te gaan en nadere instructie uit Moskou te vra gen. Hij liet zijn bagage lossen en besloot, in het diepst van zijn hart geenszins ontevreden over de wending, die de zaken genomen had den, dan maar naar Berlijn te gaan. De confrontatie van Herdemerten met Tsun Kayi verliep dramatischer, dan Dr. Dongen en de rechter van instructie, Mehnert, hadden kunnen voorzien. Men had verwacht, dat de Japannees zijn stoïcijnsche kalmte bewaard zou hebben, maar inplaats daarvan verschoot hij van kleur, toen Herdemerten volkomen openhartig en zonder de minste terughouding vertelde, hoe Tsun hem misleid had. Het ge val scheen reeds volkomen opgehelderd te zijn, toen Tsun Kayi zich nogmaals tot George richtte en hem vroeg, hoe het toch mogelijk geweest was, dat hg hem dienzelfde avond nog had kunnen waarschuwen, dat de zaak verkeerd geloopen was. De rechter vroeg, wanneer dat gebeurd was en de Japannees verklaarde, dat hij eerst na deze waarschuwing naar het postkantoor ge gaan was om te telegrafeeren. Hij had George beloofd nog dienzelfden nacht bjj hem te ko men om haar de documenten terug te bren gen. Hier zweeg Tsun. (Kordt vctvolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 3