Strijd aan het
Guadarama-front
Drie gouden sleutels
Radioprogramma
SPANJE
Uit onze omgeving
DOOR:
8 PETIAN
ht'aóo Uwehihs
Offensief bij Madrid ontlastte
de troepen in het Noorden.
Mussolini wijzigt een Italiaansch
commando.
Gistermiddag zijn, naar Havas uit
Madrid meldt, de rechtsche troepen
weer tot krachtige aanvallen bij
Brunete, Quijorna, Villanueva del
Pardillo en Villafranca de Castillo
overgegaan. Veel tanks en strijd
wagens gingen den troepen vooraf,
terwijl de luchtmacht de aanvallen
steunde. De regeeringstroepen bo
den hardnekkig tegenstand, maar
volgens de tegenpartij slaagden de
rechtsche troepen er tenslotte in de
stelligen van de tegenstanders op de
beide oevers van de Guadarama te
bezetten.
De regeerinstroopen hebben, volgens be
richten uit dezelfde bron, een hevigen aan
val op den rechteroever ontketend in de
richting van Las Rozas, een knooppunt
van de wegen naar Corunna en het Esco-
riaal. Zij werden daarbij gesteund door vijf
bataljons en twintig tanks. Met het verlies
van 300 man en vier tanks moesten zij
zich evenwel terugtrekken.
Hevige gevechten rond Villa
nueva de Canada.
Gedurende den geheelen middag
was heuvel 660 ten Oosten van Vil
lanueva de Canada het terrein van
zeer hevige gevechten. Aan beide
zijden werd veel materiaal in den
strijd geworpen, terwijl ook groote
troepenmassa's in gevecht waren
gewikkeld.
Vroeg ïn den middag trachtten de opr
standelingen den gisteren begonnen aanval
voort te zetten, doch zij stuitten daarbij op
hevigen tegenstand der regeeringstroepen.
Deze laatsten heroverden heuvel 660, doch
zij werden door tegenaanvallen gedwongen
zich samen te trekken.
De generale staf van het leger der regee
ring heeft een analyse van den militairen
toestand gegeven, waarin hij de meening uit
spreekt, dat het offensief van de regeerings
troepen aan het front te Madrid den op-
marsch van de rechtschen in het noorden
tot staan heeft gebracht.
Verder wordt gezegd, dat de duce, ontevre
den over het optreden van generaal Man-
cini, dezen heeft vervangen door generaal
Bastico, die tot nu toe een divisie in Abes-
sinië commandeerde.
Deze heeft van Franco volmacht
geëischt om de Italiaansche strijd
krachten te hervormen. Bastico heeft
een dagorder gepubliceerd, waarin
hij zeide dat Santander onmiddellijk
genomen moet worden en dat dan
naar Madrid zal worden gemar
cheerd, waarbij alle hinderpalen uit
den weg zullen worden geruimd.
delit yan (,en striid in Aragon
deelt de generale staf mede, dat de druk
Rossa toeneet»t. Het schijnt, dat de
epen tan Franco meer dan zesduizend
i, tanen liebben geconcentreerd om een aan-
y i .i front van Estramadura,
doch de verdediging is hier krachtig geor-
Hier is de aardrijkskundige ge
steldheid van het land niet in het voordeel
van den aanvaller, zooals in het Basken
land.
VRIJDAG 23 JULI 1937.
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00
AVRO. 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.00 VARA.
10.40 VPRO. 11.00 VARA.
8.00 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding.
10.20 Declamatie.
10.40 Gramofoonmuziek.
11.10 Vervolg declamatie.
11.30 Gramofoonmuziek.
12.00 Kovacs Lajos' orkest en gramcfoonmuz.
2.00 Lyra-Trio.
2.45 Orgelsnel.
3.15 AVRO-Dansorkest.
4.00 Gramofoonmuziek.
5.00 Kinderuurtje.
5.30 Gramofoonmuziek.
6.00 „Musica" en gramofoonmuziek.
7.00 „De droogmaking van de Zuiderzee, caus.
7.20 Gramofoonmuziek.
7.30 Nieuws.
7.35 „God in ons leven", causerie.
8.20 Zang en piano.
8.30 Literaire causerie.
9.00 VARA-Groot-orkest en solist.
10.00 Gramofoonmuziek.
10.30 Berichten ANP.
10.40 Avondwfding.
11.00 Jazzmuziek (gr.pl.).
11.30—12.00 „Fantasia".
Algemeen programma, verzorgd door de
KRO.
8.009.15 en 10.00 Gramofoonmuziek.
11.30 Bijbelsche causerie.
12.00 Berichten.
12.15 KRO-orkest en gramofoonmuziek.
2.00 Orgelconcert.
3.00 Gramofoonmuziek.
4.00 Alt en piano.
(Om 4.10 Gramofoonmuziek).
4.40 Gramofoonmuziek.
5.10 De KRO-Melodisten Om 6.00 Land- en
tuinbouwhalfuur)
7.00 Berichten.
7.15 „Werkgelegenheid voor Nederlanders in
het buitenland", causerie.
7.35 Musica catholica.
8.00 Berichten ANP.
8.15 KRO-orkest, solisten en gramofoonmuz.
9.30 Lilly Mathé's Zigeunerorkest.
10.00 Gramofoonmuziek.
1^.10 De KRO-Boys en solist.
11.4012.00 Gramofoonmuziek.
ANNA PAULOWNA
Schoolzwemwedstrijden.
Woensdagmiddag werden in het zwembad
van hef. Witte Kruis de zwemwedstrijden
gehouden, die de zwemvereeniging O. V.
organiseerde voor de leerlingen der Open
bare scholen te Kleinesluis, Breezand, Oost
polder en Wieringerwaard,
De uitslagen waren:
25 M. schoolslag, meisjes: 1. N. Hoornen,
Wieringewaard 26.9 sec.; 2. A. Teutelings
Kleinesluis 27.4 sec.; 3. A. Kaan, W.W. 28.2
sec.; 4. K. Loer, Oostpolder 29 sec.; 5. H.
Wilms, Kleinesluis 29 sec.
25 M. schoolslag, jongen: 1. J. Wiggers,
Breezand, in den mooien tijd van 19 sec.;
2. J. Molenaar, K1.S1. 21.5 sec.; 3. K. Haver-
hoek, Oostpolder 25 sec.; 4. J. Koster Bree
zand 26 sec.; 5. P. de Schipper, Oostpolder
29.6 sec.
De vier maal 25 M„ een estafette, ge
zwommen door 2 jongens en 2 meisjes van
eenzelfde school, werd met flink verschil
gewonnen door Breezand in 1 min .57.3 sec.
KI.Sluis deed er 2 m. 03.4 sec. over.
Oostpolder en Wieringerwaard konden niet
DE DRIE MUSKETIER
267. TIJDENS DONDERSLAGEN
EN BLIKSEMFLITSEN.
Om zeker te zijn had Lord Winter direct
een bode te paard naar een dokter gezon
den. Deze kwam reeds om vier uur 's mor
gens in het slot aan. De wond was echter
reeds weer dicht en de dokter kon vaststel
len, dat er absoluut geen gevaar meer was,.
Toen de verzorgster daarop de kamer ver
liet, wachtte Mylady in gespannen aandacht
op Felton. Deze kwam echter niet. Tegelij»
kertijd bemerkte ze tot haar niet geringen
schrik, dat de wacht voor de deur 'n andere
uniform droeg. Maar ze beheerschte zich
en vroeg naar de verblijfplaats van Felton,
Het antwoord op haar vraag luidde, dat
hij een uur geleden was weggereden. Men
had Felton dus weggezonden omdat men
hem niet vertrouwde.
Om zes uur des middags trad Lord Win»
ter het vertrek binnen. Hij was tot de tan»
den toe gewapend.
„Zoo, nu is alles in orde" zei hij. „Pak
Uw goed in morgen vertrekt U."
Tegen tien uur brak een onweer los. Het
donderde en bliksemde geweldig. Het was
voor Mylady bijna een troost dat de natuur
aan den oproer, welke in haar binnenste
heex-schte scheen mee te doen.
Plotseling hoorde ze, dat er iemand op
het venster klopte,
268.
VERTROUWEN.
Een bliksemstraal verlichtte het venster
en ze zag buiten het gezicht van een man.
Snel liep ze naar het venster en rukte het
open „Felton"! riep ze uit. „Ja, dan ben ik
gei-ed."
„Ja zeker", antwoordde Felton. „Maar
maak niet te veel lawaai. Ik moet eerst de
ijzeren stangen doorvijlen. Sluit het ven
ster weer en gaat U gekleed op bed liggen.
Als ik klaar ben ,zal ik weer tegen het
venter kloppen."
Mylady bracht een uur in ademlooze span
ning door. Bij het minste gerucht op de
gang buiten, kromp ze ineen. Boven het
lawaai van den storm uit, hoorde ze het
ononderbroken geluid van het doorvijlen der
ijzeren stangen en bij iedere bliksemflits zag
ze het gelaat van Felton voor het venster.
Eindelijk werd er weer geklopt. Mylady
sprong van het bed op.
„Maar kunt U me nu ook volgen,"
vroeg Felton bezorgd. Hoe staat het met
Uw wond?"
„Ze doet me nog wel een beetje pijn, doch
belemmert me niet in mijn bewegingen.
Moet ik misschien ook nog wat meenemen?"
„Geld, wanneer U dat heeft."
elk' een viertal in het water brengen en
vormden een combinatie, die nu buiten me
dedinging bleef en den snelsten tijd maakte
1 min. 54.6 sec.
Springen en duiken meisjes: 1. H. Wilms,
2. A. Teuteling, 3. M. van Sikkelerus, 4. A.
de Beurs, allen van Kleinesluis; 5. J. Da-
vids, Breezand.
Springen en duiken jongens: 1. K. Ha-
verhoek, Oostp., 2. H. Blok, Kleinesluis, 3.
J. Molenaar, idem; 4. J. Wiggers, Bx-eezand,
5. G. Borst Az., id.
Kleinesluis had dus veel en goede sprin
gers en springstertjes.
De totale aantallen verworven punten wer
den: Kleinesluis 36, Breezand 19, Oostpolder
11, Wieringerwaard 8. School II, Breezand,
moest dus den wisselbeker afstaan aan
School I te Kleine Sluis.
De heer H. Jonker reikte de prijzen uit,
maar niet voordat hij het Witte Kruis en
het onderwijzend personeel bedankt had
voor de medewei'king en Mej. A. Kater ge-
compliteerd had, die zoo ijverig de leerlin
gen van School I „trainde". Spr. wees op
het procentsgewijs flinke aantal zwemmer-
tjes en zwemstertjes van den Oostpolder en
merkte op, dat de jongens van de Kleine
Sluis beter resultaten moesten bereiken. Zij
gebruiken het bad nog te veel als speel
plaats en moesten het er op toeleggen, dat
zij bij het van school gaan kunnen zeggen:
„Nu kan ik ook goed zwemmen".
Nadat de prijzen uitgereikt waren, dankte
de heer Mol namens de deelnemende scholen
het Witte Kruis, dat het bad voor school
zwemmen beschikbaar stelt en de vereeni-
ging O.V, voor het organiseeren der wed
strijden.
Duivensport.
Bij de wedvlucht van Corbeil had Altijd
Verder 21 vogels in concours, die om 6 u.
in vrijheid zijn gesteld. De eerste duif is
geconstateerd om 2 u. 27 sec., en de laatste
prijswinnende vogel om 2 11. 51 m. 39 sec.
Piijzen behaalden: G. de Boe 1 en 6; P.
de Vries 2, 3 en 5; A. Liefhebber 4 en 7.
SCHAGEN, 22 Juli..
95 Paarden f 150—500. 5 geldekoeien, ma
gere f 120—160, 32 idem vette f 200—310, 5
kalfkoeien f 225300, 53 nuchtere kalveren
f 8—16, 36 magere schapen f 1624, 41 id.
vette f 22—29, 48 lammeren f 10—13, 7 bok
ken en geiten f 310, 10 magere varkens
f 32—44, 14 idem vette per Kg. 5456 ct.,
57 biggen f 10—20. konijnen f 0.25—1.25,
kippen f 0.50—1, haantjes f 0.150.75.
AMSTERDAM. 21 Juli.
Veemarkt. Aanvoer: 247 vette kalve
ren: le kw. 63—70 ct., 2e kw. 57—62 ct., 3e
kw 5056 ct. per Kg. slachtgewicht; 80
nuchtere kalveren f 816 per stuk, 243 var
kens: vleeschvarkens, wegende Van 90110
Kg. 64—66 ct., zware varkens 6263 ct., vet
te varkens 6061 ct. per Kg. slachtgewicht.
Overzicht: Aanvoer vette kalveren gelijk
aan vorige week, handel zeer slepend.
hoogere prijzen. Nuchtere kalveren minder
aanvoer, handel stug, hoogere prijzen. Var
kens ruimeren aanvoer, handel zeer stug
en hoogere prijzen.
ALKMAAR. 21 Juli.
Aardappelen 2.204.60, aardbeien 2860,
aalbessen 6—12, andijvie 0.602.60, bloem
kool I 35.50, idem II 1.502.50, bieten
3.doperwten 2.307, druiven 2225,
groene kool 1.50—2.50, kropsla 0.60—2,20,
komkommers 1.502.50, meloenen 12—28,
peterselie 1.20—2, perziken 38, postelein
0.10—0.22, peulen 2—6.50, rabarber 0.50—2.80
roode kool 11.90, selderie 2.204.60, spi"
nazie 20—76, snijboonen 25.50, dubbele
spercieboonen 0.951.20, tuinboonen 0.40—
0.65, tomaten 36, uien 1.60—4.60. wortelen
3.50—8, zwarte bessen 16—17.
BROEK OP LANGENDIJK. 22 Juli.
Schotsche muizen 2.704.10, grooten 4
4.20, eigenheimers 3.20—3.50, bl. dito 2.80
3.50, drielingen 2.40—2.90, kleine 1.40, zilver"
drielingen 5.10. zilvernep 7—7.50, peen 2.60
4. spercieboonen 5.20—7.
Snijboonen f 5.30, tuinboonen f 3.403.60,
roode kool f 11.80, witte kool f 1.50, gele
kool f 2.703, bloemkool f 5.107.60, 2e s.
f 2.30, tomaten A f 4.60—7.20. B f 6.40, C f 4.
NOORDSCHARWOUDE, 22 Juli.
Schotsche muizen 2.703.50, grooten 3.70
4.20, eigenheimers 2.703.40, bl. dito 2.70
—3.10, drielingen 2.30—3.10, zilveruien 0.70
—1.20, drielingen 4.304.70, nep 6.80—7.40.
f 1—1.40, bloemkool f 3.80.
Spercieboonen f 6.407.30, tuinboonen
f 2.903.30, roode kool f 1.101.30, witte kool
FEUILLETON.
„Dien kant uit", zei de oude man, en wees naar het oosten ..Hij hoopt
over de Spaansche grens te komen, de dwaas. Maar hij zal jullie nie
ontsnappen, als je langs den grooten weg naar Castro Marim gaat. £n
ik mag lijden, dat je hem ophangt. Mijn familie in Almodorrer brengt
schande over het geslacht Coelho. En nu wil ik slapen
„Wij mogen toch zeker wel het huis doorzoeken? vroeg de man
Van de wet.
De oude haalde de schouders op, maar liet de deur open.
De politiemannen doorzochten het huis van den ^lder t°t den
zolder. Zij keken in de stallen en in den hooiberg, maar zij vondenXon
Salo Coelho niet. Zij konden niet weten dat een paar urerl tcvoren de
broer van GonCalo was komen vertellen, dat deze zou pogeri tc ^lucht™
naar Brazilië, met een schip, dat zeilklaar lag te Al,«ar Zq harden
paarden en vertrokken spoorslags in den va en en terug
Marim aan de Spaansche grens, vanwaar zij onverrichterzake terug
keerden naar Almodorrer. geworden, 'doordat de
Gongaio Coelho was in den middag wak g ,Q door.
zwollen als gevolg van een stoot tegen een probeeren
zich uit. „Zóó kom ik er nooit mompelde h. „.k moet pro
droog te worden". Hij trok zijn kleeren ui en jcans op ont_
<je «temen voor het hol. Wetawaar m, ]cnt(,mid<1y,
U9i. zijóhletae proviaoX-
zakje nam hij wat van den meegebrachten mondkost, dien hij met een
slok wijn naar binnen spoelde. Het voedsel en de zonnewarmte deden
hem goed; hij gevoelde zich bijna behaaglijk. Op nieuw legde hij zich
neer om te gaan slapen. Maar toen hij zijn oogen sloot, zag hij plotse
ling Francisco Ribeiro voor zich, die trots glimlachend wandelde door
zijn tuin. Het was hem, als rook hij de jasmijn en als hoorde hij het
gezang van den nachtegaal. Hij herinnerde zich den diepen zucht van
Francisco, die voorover zonk op het gras. Ineens drong het verschrik
kelijke van zijn daad, dat hij te voren nooit had beseft, tot hem door.
„Waarom heb ik het gedaan?" kreunde hij, waarom al die ellende,
al eeuwen lang? En hoeveel ellende zal er nog moeten volgen, vóór
de vaders niet meer aan hun zonen zullen leeren, dat de eer van de
familie alleen kan worden gered door een moord? Ik ben een moor
denaar, ik, Gongalo Coelho, ben op mijn twintigste jaar een moorde
naar". En hij sloeg de handen voor zijn gezicht, en snikte als een kind.
Van slapen kwam nu niets meer.
Verlangend wachtte hij op den nacht. „Ik moet hier vandaan",
jachtte het in zijn hoofd, „ik moet dit land uit, om een nieuw leven te
beginnen".
Zoo woelde hij in zijn gedachten, en bij het vallen van den avond
trok hij zijn kleeren aan, die nu waren gedroogd. Voorzichtig klom
hij weer boven uit het ravijn. Bij de eerste schreden deed alles hem
pijn: de voeten in de schoenen, die stug waren geworden en weer
barstig door het water en al zijn gewrichten, maar vooral de knie die
hij den vorigen dag had gestooten. Maar naarmate hij voortging voelde
hij zijn ledematen soepeler worden, en in den stillen nacht vorderde hij
gestadig naar het westen. Om vier uur in den morgen had hij den
iaatsten uitlooper van de Siërra bereikt. Vóór hem lag de vruchtbare
vlakte, die glooiend afliep naar den Atlantischen Oceaan. Ten zuid
westen zag hij het silhouet van Algezur, de haven, waar het schip
zeilklaar lag, dat hem naar Brazilië zou brengen. En daarachter zonk
bloedrood de maan in de duistere zee. Hij zocht weer naar een plek
om zich te verbergen: als hij nu doorging zou hij den volgenden dag
midden in de bewoonde vlakte zijn, met alle kans om te worden ge
vonden, en naar Almodorrer te worden teruggebracht. Hoewel hij nog
wel eens een paar uren kon gaan, vóór het helder dag was, leek het
veiliger een schuilplaats te zoeken. Zijn trouwe- ravijn was hier niet
meer te vinden: dat was hij midden in den nacht overgestoken op de
plaats waar het afboog naar het zuiden. Voor de laatste maal had hij
zijn dorst gelescht met het water van het riviertje; ook had hij zijn
kruik, waaruit de laatste wijn reeds lang was verdwenen, ermee gevuld.
Na lang zoeken meende hij een goede slaapstee te hebben gevonden
in een plek waar het bosch dichter dan elders was begroeid met lage
heesters. Daaronder was het beschut, en de dikke laag dorre blaren
vormde een warm, en naar verhouding comfortabel bed.
Lui strekte hij zich uit en na weinig oogenblikken viel hij in een
diepen droomeloozen slaap. Hij wist niet hoe lang hij had geslapen,
toen hij onrustig wakker werd. In het begin kon hij geen oorzaak ont
dekken, ofschoon hij zeker was, dat hem iets geweldig hinderde. Toen
hij geheel was ontwaakt voelde hij een bedrijvig loopen over zijn ge-
heele lichaam. Ook werd hij op zijn geheele huid moorddadig geprikt.
Hij begreep dat hij voor nachtleger een mierennest had uitgekozen
en dat de bewoners hiervan met hun spreekwoordelijken ijver onmid
dellijk waren begonnen hem op te eten. Hij sprong op, en liep een
honderd meter van deze weinig gastvrije insectenstad af. Daar trok
hij zijn kleeren uit, klopte ze flink af, keerde ze toen binnenste buiten,
en sloeg er nogmaals op met een stok, dien hij van een denneboom
had gebroken.
Zijn heele lichaam brandde, en hij wist geen middel om de pijn te
verminderen. Hij dacht erover, het water uit zijn kruik te gebruiken
om zijn huid mee te betten, maar hij wist, dat hij het den volgenden
dag hard noodig zou hebben. Zijn zenuwen, die toch al tot het uiterste
gespannen waren, werden hem de baas. Kermend wierp hij zich op den
grond, en hoopte, dat hij nu maar zou worden gevonden. Dan zou er
tenminste een eind zijn aan dit afschuwelijke bestaan.
Plotseling lag hij doodstil. In de verte hoorde hij stappen en het
geluid van onderdrukte stemmen. Ineens was al zijn begeerte om te
worden gepakt verdwenen. Hij schuifelde op handen en voeten weg,
en verstopte zich achter een boom. Toen keek hij behoedzaam om zich
heen, maar er was niets te zien. Wel verbeeldde hij zich, dat de stem
men nader kwamen. Hij kroop verder, door het lage onderhout naar
een groep coniferen, die meer naar beneden op de helling stond. Daar
wachtte hij met kloppend hart op de dingen, die zouden komen.
(Wordt vervolgd.)