De,.Flamingo brandend
neergestort
japanners dringen de
Chineezen terug
DAGBLAD VOOR DEN HELDER EN HOLLANDS NOORDERKWARTIER
N+ Nathans *f"
Bij de ramp van de Flamingo
Vijftien peisonen om het leven gekomen
N.V. WACO - Hoorn
DONDERDAG
29 JULI 1937
UITGAVE, N.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ V/H C. DE BOER JR., KONINGSTRAAT 78, DEN HELDER. TELEFOON 50 EN 412. POSTGIROREKENING 16066 65e JAARG- No. 8064
Waarschijnlijk geen blikseminslag
Als een brandende fakkel
De staart rookte
Uit elkaar gesprongen
Blusschen onmogelijk
Voorloopig oordeel van
een deskundige
Vanaf heden Zomerdienstregeling
Onze uitgebreide dienst- en
tariefregeling a 5 cent ver-
krijgbaar bij de chauffeurs
Dit nummer bevat 8 pagina's
EERBERICHT
DE BILT SEINT:
Japanschc lucht'
macht in actie
Hevig offensief tegen Peïping
HELDERSCHE COURANT
Onder de gemeente Beert, in de
nabijheid van Halle, even ten zui
den van Brussel, is gisterenmorgen
te ruim halt elf uur het K.L.M. toe
stel „Flamingo", een Douglas D.C. 2
brandend neergestort.
Alle vijftien inzittenden, vijf leden
der bemanning en tien passagiers,
kwamen om het leven.
Het toestel was gistermorgen te
9.20 van Schiphol vertrokken. Na
een tusschenlanding te Brussel,
waar de meeste passagiers van het
verongelukte vliegtuig zijn inge
stapt, is de „Flamingo" kort na het
vertrek van Brussel neergestort.
De „Flamingo" stond onder commando
[van vlieger C. T. R. Steensma, den zoon
iVan den hoofdofficier van den marinestoom-
iVaartdienst, B. D., den heer H. Steensma, die
eveneens in dienst is van de K.L.M.
Als tweede bestuurder-mecanicien was
aan boord de heer Geering en als radiote
legrafist de heer Ludekuize, terwijl mejuf
frouw Van der Laan dienst deed als ste-
wardesse.
Verder bevond zich nog aan boord als
passagier de werktuigkundige van de
K.L.M.. Wapperon, die zich voor werkzaam
heden met de „Flamingo" naar Parijs zou
begeven.
Aan boord bevonden zich tién
passagiers, vijf van Belgische natio
naliteit, drie Duitschers, een Mexi
caan en een Nederlander, de heer
Nathans, secretaris van de Interna
tionale Transportarbeidersfederatie.
Een der ooggetuigen van de ramp ver
telde ons, nog volkomen ontdaan over het
gebeurde, het volgende:
Ik zag het toestel op normale wij
ze uit de richting Brussel naderen.
Plotseling schoten vlammen rond
om uit het toestel en in een groote
boog stortte het vliegtuig omlaag.
Met een geweldigen slag kwam het
neer op een aardappelveld, dat op
ongeveer 500 meter van het station
van Beert gelegen is.
Met de overige getuigen van de vreese-
lijke ramp snelde ik onmiddellijk toe, maar
slaagde er niet in bij het toestel, dat als
een fakkel brandde, te komen, aangezien de
hitte van de brand ons noodzaakte, op een
afstand te blijven
Wij konden niets doen. Machteloos
moesten wij toezien, wetende -dat in het
vliegtuig menschen lagen. Het was echter
volstrekt duidelijk, dat zelfs al hadden wij
het toestel kunnen benaderen, onze hulp
slechts weinig had kunnen baten. Allé in
zittenden moeten, daar kan geen twijfel
aan zijn, op slag dood zijn geweest. Som
mige lijken waren uit het toestel geslin
gerd bij den val. Zij waren onherkenbaar...
Uit de getuigenverhooren is wel komen
vast te staan, dat het toestel in de lucht in
brand is gevlogen.
Volgens mededeelingen van de gendarme
rie te Hall hebben inwoners gezien, dat een
brandend vliegtuig de plaats passeerde.
Het was hun echter niet mogelijk de rich
ting van het vliegtuig te volgen. Andere
ooggetuigen verzekeren de linkermotor van 1
toestel hevig te hebben zien rooken, de sta
tionschef van Brages. de plaats waar de
.Flamingo" is neergestort, verklaarde dat
hij zich in het station bevond, toen het ge
luid van motoren van een betrekkelijk lus"
vliegend vliegtuig zijn aandacht rok. Op<
horten afstand zag hij toen een machine,
waarvan „de staart rookte". Hij dacht een
oogenblik met een reclamevliegtuig, dat
Tiet rook een woord tegen den hemel
schrijft, te doen te hebben, maar al spoe
dig ging het toestel dalen. Plotselin"
stond het geheele vliegtuig in vlammen.
Het toestel daalde snel, doch met den
heus naar beneden en viel te pletter op
den grond. Op hetzelfde oogenblik hoorde
hien een zware ontploffing en zag men de
stukken naar alle richtingen wegvliegen.^
Alle ooggetuigenverklaringen stemmen in
dd opzicht overeen. Zoodra de grond bereikt
Was is het toestel als het ware uit elkaar
Scspat.
De barograaf van het toestel wees
aan, dat de grootste hoogte, welke
het toestel sedert het vertrek uit
Brussel heeft bereikt, 800 tot 1000 m.
was. Waarschijnlijk heeft de piloot
geprobeerd door de wolken heen te
dringen om zoodoende boven de
heerschende regenbuien te geraken.
De verminkte lichamen van de
slachtoffers zijn nog niet vervoerd,
aangezien het parket nog
geen toestemming hiertoe heeft ge
geven.
Reeds spoedig na het gebeurde arriveer
den gendarmerie en marechaussee ter plaat
se. Ook het parket kwam een onderzoek in
stellen, terwijl uit Brussel Nederlandsche
luchtvaartautoriteiten naar de plaats van
het onheil snelden. Het terrein werd onmid
dellijk afgezet en streng toezicht werd ge
houden dat onbevoegden op een behoorlijke
afstand bleven. Zoodra de politie verschenen
was, stelde zij pogingen in het werk om 't
vuur dat loeiend voortbrandde, in de over
blijfselen van het totaal vernielde toestel,
te blusschen. Aangezien echter naar het
schijnt een behoorlijke voorraad bepzine in
de tanks was meegenomen, kon men er niet
in slagen, de vlammen te dooven. 's Mid
dags om twee uur brandde de ruïne nog
steeds voort, ondanks de omstandigheid,
dat men groote hoeveelheden zand en aar
de op het geheel had geworpen.
Onmiddellijk na hun aankomst op de
plaats, waar het vliegtuig „Flamingo" bran
dend is neergestort zijn de Nederlandsche
deskundigen, die met het middagvliegtuig
van de Air France naar Brussel waren ver
trokken, begonnen met het onderzoek naar
de oorzaken van de ramp, welk onderzoek
met groote moeilijkheden gepaard gaat
doordat het wrak van de Douglasmachine
grondig is vernield, terwijl bovendien ver
schillende wrakstukken door de Belgische
autoriteiten pas heden voor nader onder
zoek zullen worden vrijgegeven.
De chef van de werkplaatsen der K.L.M.
de heer Behage, heeft gisterenavond uit
Brussel de K.L.M.-directie telefonisch mede-
deeling gedaan van zijn eerste bevindingen
op de plaats van de ramp.
Uit de overeenstemmende verklaringen
van verschillende ooggetuigen was hem ge
bleken, dat men reeds, toen het vliegtuig
nog in de wolken vloog, had gehoord, dat
de motoren onregelmatig liepen. Op een
gegeven oogenblik kwam de machine op een
hoogte van ongeveer 300 meter in glijvlucht
uit de wolken. De linkermotor was toen ge
heel in rook gehuld en ongeveer 3 k.m.
voor de plaats, waar het toestel met den
grond in aanraking kwam, sloegen er groo
te vlammen uit..
Desondanks zette het vliegtuig zijn glij
vlucht voort, zoodat men den indruk
kreeg, dat de bestuurder bezig was een nood
landing te gaan maken. Of deze indruk
juist was zal bij nader onderzoek kunnen
blijken indien valt na te gaan, of de wielen
al of niet waren uitgepompt.
Even voordat de machine togen den grond
sloeg, maakte de neus een beweging naar
hoven. Dit kan veroorzaakt zijn doordat.het
hoogteroer door de vlammen, waardoor het
waarschijnlijk toen al was aangetast, naar
boven werd gedrukt. Vast staat, dat onmid
dellijk daarna het vliegtuig onder een hoek
van zestig graden recht tegen den grond
sloeg.
Over een afstand van 1200 meter
heeft de heer Behage het gebied,
waarboven het vliegtuig in glijvlucht
was, afgezocht en daarbij verschil
lende sporen van materialen ge
vonden, waaruit blijkt, dat inder
daad de linkervleugel van het toe
stel in de lucht reeds in brand
stond.
De Nederlandsche deskundigen hellen niet
over naar de theorie die de Belgische tech
nici, zij het ook na een oppervlakkig on
derzoek, hebben verkondigd, dat bliksem
inslag de oorzaak zou zijn, zij schijnen den
indruk te hebben gekregen, dat de brand of
ontploffing is ontstaan in de achterste ben-
zine-tank in den linkervleugel.
De leden der bemanning.
De gezagvoerder van het nabij Brussel
verongelukte K.L.M.-vliegtuig „Flamingo"
C. Th. R. Steensma, is op 27 September
1913 te Hellevoetsluis geboren. Op 11 Febr.
1936 kwam hij als vliegtuigbestuurder in
dienst van de K.L.M. Evenals alle overige
leden der bemanning was hij ongehuwd.
De tweede besturder, G. Geering, die in
opleiding was voor bestuurder-mecanicien,
is 9 September 1912 te Rotterdam geboren,
op 9 Mei 1936 kwam hij in dienst van de
K.L.M.
De radio-telegrafist B. van Ludekuize,
werd op 16 November 1912 geboren te Dur-
gerdam en trad op 11 November 1935 bij de
K.L.M. in dienst.
De om het leven gekomen stewardess, me
juffrouw M. J. van der Laan, is op 1 Febru
ari 1912 te Helpman geboren. Zij kwam op
1 Maart j.1. bij de K.L.M. in dienst.
De eenige Nederlandsche passagier bij de
ramp van de „Flamingo" omgekomen is de
heer N. Nathans, secretaris van de Interna
tionale Transportarbeiders Federatie, de
I.T.F.
Nathans werd op 7 December 1883 te Arn
hem geboren en was dus in de volle kracht
van zijn leven, 53 jaar oud.
Hij bezocht als jongen de H.B.S. te Rot
terdam en was van 19601910 als klerk, la
ter als commies werkzaam bij de spoorwe
gen (H.IJ.S.M.). Al spoedig trad de jonge
Nathans op den voorgrond in de organisa
tie der spoorwegmannen. In 1910, zeven en
twintig jaar oud, werd hij landelijk secre
taris van de Ned. Ver. van Spoorwegperso
neel. Hij werd als spoorwegcommies ont
slagen en wijdde zich van 19101922 ge
heel aan de moderne organisatie van spoor
wegpersoneel. Mede door zijn toedoen kwam
de „Ned. Vereeniging" tot grooten bloei. Ook
in de beweging der drankbestrijding nam
de overledene een vooraanstaande plaats
in. De betere opleiding en zijn scherpzinni
ge: geest brachten Nathans niet alleen in
de voorste rijen der nationale vakbeweging.
Ze zouden hem tot nog verantwoordeüjker
werk roepen.
Zoo werd hij in 1922 benoemd tot secreta
ris van de sectie spoorwegpersoneel der In
ternationale Transportarbeiders Federatie
(I.T.F.)welke functie hij met groote toe
wijding en plichtsbetrachting vervulde.
Voor de I.T.F. reisde de heer Nathans door
gansch Europa. Hij was een bescheiden en
sober mensch, die zich zelf op den achter
grond hield. Bij de internationale steunac-
tie voor de slachtoffers van het fascisme,
eerst in Italië, later in andere landen, speel
de hij een groote rol. Alles stelde hij in het
werk om het leed dezer van haard en hof
verdrevenen te verlichten. Ook velen die
niet tot zijn geestverwanten behoorden,
steunden hem bij dit humanitaire werk.
Met den heer Nathans gaat uit den dage-
lijkschen strijd der meeningen, een recht
schapen hoogstaand man heen, door vriend
en vijand gerespecteerd, niet in het minst
in zijn woonplaats Hilversum, waar hij ge-
ruimen tijd een vooraanstaande plaats in
den gemeenteraad innam.
Een zilveren vogel stort neer
Dan komt het noodlot: als een vogel met
zwarte wieken, die in den nacht over de
blinkende lijven der luchtreuzen wiekt.
Soms komt zij overdag...
Nog ligt den tijd in onze herinnering, dat
de nationale luchtvaart getroffen werd, keer
op keer, dat velen in den lande gingen
twijfelen aan de - betrouwbaarheid van de
K.L.M., dat men dacht dat de tijd van on-
gekenden opgang voorbij was.
Maar er waren er méér, die begrepen,
dat het niet anders kon, dat de oude wet
in vervulling moest gaan, die zegt dat er
geen nieuw verkeersmedium kan komen
zonder martelaren.
Vóór ons waren andere landen geweest,
die den tol aan het noodlot betaald hadden,
een héél zware tol... nu was het onze beurt.
Op de vliegvelden bleven de machines de
lucht ingaan: wanneer een juichende zon
in den strak-gespannen hemelkoepel stond,
maar ook wanneer de Noordwester over de
ze lage landen vaagde en het vliegen maak
te tot een kunst, welke zich onze K.L.M.-
piloten thans reeds gedurende vele jaren
de hunne kunnen noemen.
En Nederland bleef vliegen: van stad tot
stad, van grens tot grens. Na een korte in
zinking was daar een nieuwe opleving en
een nieuw vertrouwen in het meest mo
derne verkeersmiddel.
Wij meenden dat de tol betaald was. Dat
er geen martelaren meer gemaakt benoef-
den te worden en dat 'net aantal pionniers
dat bij de uitoefening van hun beroep den
dood vonden, niet meer uitgebreid zou wor
den.
Alzoo hadden wij gewikt, maar het nood
lot, het redelooze, heeft anders beschikt.
Vijftien menschen vonden gistermorgen
den dood in de lucht, den dood in het glan
zende Douglas-lijf, dat voortjoeg boven het
Belgische groene land.
Vijftien menschen zaten in stalen vee-
rende fauteuils, lazen hun kranten, of ke
ken verstrooid uit de ramen neer op de
zacht-trillende zilveren vleugels onder hen.
Zij vreesden niet, want het was de K.L.M.
waar zij mee vlogen en bij de K.L.M. vliegt
men toch veilig!
Vijftien menschen zijn op verschillende
vliegvelden ingestapt, zich niet bewust da!
het de laatste maal was dat zij contact had
den met de aarde.
Zoo vloog de „Flamingo" over steden en
Wederom heeft het redelooze
noodlot een maatschappij getroffen,
die zich in een benijdenswaardig
korten tijd niet alleen wist te ver
zekeren van een ongekende popu
lariteit bij de geheele natie, doch
die eveneens kans zag in de ge
heele wereld den naam te krijgen
van de meest vertrouwde lucht
vaartonderneming.
Het is jaren goed gegaan, jaren
lang vloog men van stad tot stad,
van werelddeel tot werelddeel. Er
was geen noodlot, er was slechts
een dienst, die op de meest ide
ale wijze functionneerde.
Zoo vlogen wij, en wij leerden
de wereld vliegen. Het was onze
K.L.M. en zij was in enkele jaren
vergroeid met ons volk.
dorpen en in de verte lonkte het blauwe
water van de zee.
Niemand heeft de zwarte noodlotsvogel
gezien, die hen volgde. Niemand bevroedde
dat na de laatste opstijging geen daling
meer zou volgen: dat daai over enkele mi
nuten slechts zou zijn een hoep wrakhout,
waartusschen zich de overblijfselen van 15
menschen bevonden.
Nog vóór enkele weken vlogen wij met
een K.L.M.-Douglas.
Ook over hel Belgische en men zal zich
herinneren op welk een enthousiaste wijze
wij schreven over de wijze waarop de K.L.M.
haar diensten onderhoud.
Wij schreven toen, -lat het vliegen er
reeds bij is gaan behooren. dat het voor
velen niet meer iets nieuws is, maar een
volkomen normale wijze van verkeer.
En toen wij liet schreven hebben wij on
willekeurig gedacht an de pioniers die
ook bij ons het leven lieten en die het na
geslacht eerbiedig in herinnering bewaart.
Bij ons in Nederland een woord, dat
in zich besluit de begrippén: soliditeit, vast
beradenheid, doorzettingsvermogen en ver
antwoordelijkheidsbesef.
Wij waren er zeker van dat de tijd der
pioniers voorbij was.
En nu op dezen droeven 28sten Juli van
het jaar 1937 stort een Nederlandsch vlieg
tuig neer. Een machine van onze K.L.M.
Door den aether gaat het bericht door
het land, van stad tot stad, van dorp tot
dorp.
Overal zien de menschen elkaar aan,: ont
zet, verbaasd, en enkelen misschien teleur
gesteld. Teleurgesteld dat het HUN K.L.M.
was, die getroffen werd op dezen stillen
dag.
Zoo was het de andere malen, zoo zal
het ongetwijfeld ook nu zijn.
De K.L.M. buigt nu het hoofd: leeft mee
met de smart dei' familieleden van de om
gekomenen. De K.I..M. zal getuigenis moe
ten afleggen over het gebruikte materiaal,
een getuigenis waarvan de uitslag niet twij
felachtig is.
En hoewel haar brevet van soliditeit en
veiligheid zeker ook thans geen knak zul
len krijgen, is haar smart over het voorge
vallene niet minder. Zij.kent haar toch van
zéér nabij.
Vele dagen zal het Nederlandsche volk
over dezen nieuwen ramp spreken, vele da
gen zal men ook deze slachtoffers betreu
ren.
Maar tenslotte is alle leed voorbijgaand,
zooals ook het leed voorbijgaand was van
de vorige rampen der K.L.M.
Men zal blijven vliegen, iederen dag van
iedere week. bij goed weer en als de weer
goden meejagen met de blinkende Holland-
sche vogels.
Men zal begrijpen dat ook dit ongeluk nog
op het debet gezet moet worden van het
nieuwe in deze wereld van snel-verkeer.
Begrijpen, dat hier slechts sprake is van
onmacht, van een, zij het diep betreurens
waardige. force majeure.
Ook deze schok zal de K.L.M. te boven
komen, omdat hier zeer waarschijnlijk
geen sprake is van schuld. Zij zal blijven
vliegen en haar naam zal blijvend met gul
den letters geschreven blijven in het Gou
den boek der luchtvaart.
In het Gouden boek, waarin de eere-plaats
ingeruimd is voor hen, die in deze jaren
gevallen zijn.
Ook de namen van deze 15 Flamingo
passagiers, waaraan wij op deze plaats een
eerbiedig In Memoriam wijden.
Verwachting: zwakke tot mati
ge noordwestelijke tot noor
delijke wind, half tot zwaar
bewolkt, weinig of geen re
gen, weinig verandering in
temperatuur.
Verdere vooruitzichten: weinig
of geen regen, ged. bewolkt,
koel weer.
De opmarsch der Japanners naar Pëi-
ping schijnt, volgens Un. Press, langzaam
maar zeker te vorderen.
De gevechten rondom de oude keizer
stad duurden gisteravond onverminderd
voort.
Japansche vliegtuigen bestrooiden gister
middag Chineesche troepenconcentraties, 5
kilometer ten Noorden van Peiping, her
haaldelijk met bommen, om te verhinde
ren, dat het 29ste Chineesche leger nieuwe
versterkingen krijgt.
De Chineezen blijken aanvankelijk eenige
successen te hebben behaald, doch volgens
de laatste berichten trekken zij thans od
verschillende punten terug.
De Chineezen trekken terug.
De militaire rapporten, welke té midder
nacht te Nanking zijn ontvangen, geven toe,
dat de Chineesche troepen uit Langfangtai
teruggetrokken moesten worden.
Toengsjau is. nog niet genomen, doch de
strijd wordt onder de muren van deze stad
voortgezet. Vermoedelijk zullen de Chinee
zen Nanjoean, dat hevig door de Japansche
artillerie en luchtmacht wordt bestookt, niet
kunnen houden.
Ten Noorden en ten Zuiden van Peking
werd gisteravond mitrailleur- en kanon
vuur gehoord. Japansche vliegtuigen heb
ben bommen geworpen nabij de Zuidelijke
muur der stad en het is mogelijk, dat de
Japansche troepen zullen trachten de stad
binnen te dringen. Gedurende den nacht heb
ben de Chineezen loopgraven aangelegd in
de hoofdstraten.
Vroeg in den ochtend werd vooral ten
Zuiden van de stad een hevig artillerievuur
gehoord. Men schat, dat ten minste tien
granaten per minuut werden afgeschoten.
Muiterij onder de troepen
Oost-Hopei?
van
Naar te Sjanghai verluidt is een afdeeling
miliciens uit Oost-Hopei gaan muiten tegen
het Japansche gezag. De troepen zijn over-
geloopen naar het 29ste Chineesche leger en
hebben den spoorbrug bij Iwansien vernield.
Hierdoor zijn de verbindingen tusschen
Tientsin en Sjanghaikwan verbroken, zoo
dat de aankomst van Japansche versterkin
gen uit Mantsjoekwo wordt verhinderd.
De strafexpeditie wordt voort
gezet.
Ook vannacht werd, volgens U.P. de Ja
pansche strafexpeditie in Noord-China on
verbiddelijk voortgezet.
Een omvangrijk gebied wordt door het
Japansche mitrailleur- en artillerievuur be
streken, terwijl de luchtmacht zonder onder
breking in actie is.
De Chineesche soldaten, die zich van Nan
■Toean naar Peiping hebben teruggetrokken
verklaarden, dat van de 5000 man, die in
Nan Joean gestationneerd waren, er dui
zend gedood of gewond zijn.
De Japanners beweren, dat Nan Joean to
taal verwoest is.
Dinsdagmiddag is Fengtai door een ont
zettend luchtbombardement geteisterd. Ook
deze stad hebben de Chineezen inmiddels
moeten prijsgeven.
Een kring om Peking.
Latere berichten melden, dat de Japanners
een kring om Peking trekken, w^elke zij
steeds nauwer toehalen. Alles wijst er op,
dat zij allereerst de hoofdstad ten val wil
len brengen.
Het bombardement op de omgeving van
de hoofdstad, dat gisteren werd ingeleid is
hedenochtend met groote kracht voortge
zet.
De gezanfschapswijk is' gebaricadeerd.
vrijwel alle vreemdelingen zijn daar verza
meld. Men verwacht dat de Japanneezen
zullen trachten vandaag de poorten der stad
op te blazen, daar men haar liever door
een stormloop zal willen nemen, dan de
kunstschatten der onde Keizersstad aan de
eevaren van een intensief bombardement
bloot te stellen. Dit zal slechts naar van
Japansche zijde werd verzekerd, in het al
leruiterste geval geschieden.
Berichten dat bommen op de stad zelf
zouden zijn geworpen, vinden geen beves
tiging.
i