Eenden jagen is geen sinecure
Stroppen en meevallers
p vermaard
L/* door z'n glans!
Agenda
Woensdag 4 Augustus 1937
Tweede Elad
Herinnering aan een groot jager
De film „Nederland" ook in de
Nederlandsche Bioscooptheaters
Groote doos 10 cent. Extra groote doos 15 cent.
Het Heldersche kamp
op de Jamboree
Het verpleeghuis voor
Ouden van Dagen
Invasie van Zwitsersche
Padvinders
Openbare Leeszaal
Herbouw van Jetty's hoeve
Toenadering tusschen
Engeland en Italië
W e mogen nog geen victorie roepen,
er de eerste teekenen zijn van een toena
dering tusschen Engeland en Italië, die
blijkt uit de briefwisseling tusschen den
Britschen premier, Chamberlain, en den
Italiaanschen dictator, Mussolini. Enge
land heeft er niets bij te winnen, dat de
verhouding met Italië steeds troebeler
wordt, integendeel, het kan er slechts
schade door lijden.
Burgerlijke Stand van Den Helder
r Het is ongelooflijk, hoeveel wild men
in het vroege ochtenduur in de wildernis
achter fort Erfprins aantreft: zóóveel,
dat het begrijpelijk is, dat in deze maan
den vele jagers iederen morgen voor het
aanbreken van den dageraad hun bed ver
laten en, voorzien van „spuit" en wei-
tasch, er heen gaan.
Men moet echter niet denken, dat men
reeds jager is als men een geweer bezit en
schieten kan. Daar is méér voor noodig: daar
voor is onder meer noodzakelijk, dat men een
studie van het wild maakt, dat men precies
weet, op welke uren van den dag men de
beste kansen heeft. Men moet beschikken over
een geoefend oog, over een eindeloos geduld,
en... over geluk. Harmonieeren al deze fac
toren, dan is er een kans, dat ge Uw vrouw
kunt verrassen met een edelen wildschotel,
hoewel dat nog lang geen regel is.
Ideaal jachtweer.
Over de landen komt de zon: een lichte
vlek achter de zeenevels; het is reeds nu te
zien, dat het somber zal blijven, volgens m'n
gezelschap ideaal voor de jacht.
Op het fort slaat het reveille: ver galmen
de klanken in den omtrek en uit het riet vlie
gen enkele vogels op.
Daar zit hier méér dan alleen eenden: zoo
zagen wij o.a. een paar reigers zich koninklijk
verheffen; kool- en houtduiven vliegen bij
tientallen rond, evenals zwermen jonge patrij
zen. Voorts... een enkele ekster, die op de
paaltjes achter het „Schapendijkie" zit te
filosofeeren.
De prooi nadert.
Plotseling hooren we weer eenden: dat
zachte, niet te omschrijven, gorgelachtige
geluid, dat de komst van een school aan
kondigt. We bukken, verschuilen ons ach
ter een wildernis van een halven meter
hoog gras en onkruid. Daar komen ze:
wel 200 meter hoog, 5 stuks, jonge
eenden.
Of ze ons in de kijkert gekregen hebben is
niet na te gaan, hoewel ze er uitgeslapen ge
noeg voor zijn. In ieder geval strijken ze neer
ergens in de buurt van een uitlooper der fort
grachten.
Als edele nazaten der laatste Mohikanen
gelijk, sluipen we door het land: dwars door
aardappelvelden, kooltuintjes en onkruid. De
voorman geeft inlichtingen op fluistertoon.
Zóó zacht, dat wij plotseling met één been
boven een gapenden put hangen, waar in de
diepte een zwarte substantie dreigend ligt te
glanzen: een ierput...
Brandnetels schrammen onze handen en ge
zicht... we tellen ze niet. Scherpe dorens
geven venijnige prikken in onze kuiten, die
helaas niet door beenkappen beschermd zijn.
Vlinders vliegen verschrikt weg als dwarre
lende stukjes papier.
Voor ons ligt het water: we zoeken het af
op 50 meter afstand. Niets te zien. Duko
staat voor ons als een standbeeld: zijn oogen
staan onbeweeglijk, de eene voorpoot centi
meters opgetild. Alleen het stukje staart
wringt heen en weer.
Boven ons zeilt een kokmeeuw ;zou die
soms voor stille verklikker hebben gespeeld?
Weer sluipen we verder en ineens rukte
Duko vooruit. Heeft de eenden in z'n neus ge
kregen. Verdwijnt met een zwaai in het riet
en... daar zijn ze al. Hevig met de vleugels
klappend gaan ze naar boven, maar de hagel
is nog sneller. 3 schoten knallen en 3 vogels
blijven steken in de vlucht. Nog eens wordt
losgebrand en drie eenden strijken neer in
het riet van een andere gracht.
We hollen erheen. Een drijft op het water.
De bruine wieken hangen slap. De beide an
dere zitten tusschen het riet.
Binnen 5 minuten zijn ze in ons bezit. De
buit wordt grooter.
Naar andere jachtoorden.
Hoe het zij, achter fort Erfprins wilde het
hierna niet meer vlotten, öf het was reeds te
laat en de eenden waren vertrokken naar de
polders en de Wieringermeer, waar ze zich in
deze dagen verzadigen aan het op het veld
staand graan, of ze zijn verschrikt wegge
vlogen naar een ander oord in de buurt.
Dus zochten we ander terrein. Voorbij de
Roode Brug op den Strooweg en de andere
grachten langs. Ook dóór is een gezochte wild
verblijfplaats, tot ver voorbij den nieuwen
weg naar Julianadorp en langs de spoorbaan.
Op weg erheen hooren we bijzonderhe
den. Hoe hier nog duchtig gestroopt
wordt en van het jagen van weleer. Toen
burgemeester Houwing nog op de fiets er
op uittoog, en van zijn jagersbloed. Hoe
hij, reeds op hoogen leeftijd, nog als een
jonge kerel over de hekken kroop en uren
lang op een patrijs of een haas kon wach
ten. Een jager van het goede soort.
En van dien jager, die zóó in het vuur
van de jacht gekomen was, dat hij lang
uit in een ierput terecht kwam en zoo
doende de kans beliep een zeer oneer-
vollen dood te sterven
Zwaar werk.
Het blijft eenzaam onder den rook van Den
Helder. Een enkele boerenarbeider komt langs.
Dat is alles.
Maar in de lucht, boven ons, d&ér leeft het
nu. Tientallen soorten vogels hebben hun lied
ingezet en zingen en fluiten en jubelen hun
vreugde uit. In de grachten en sloten steekt
af en toe een witvisch nieuwsgierig z'n glim
mende kop boven den waterspiegel uit om
direct erna weer weg te duiken. Vlinders
scheren over de klaver en de boterbloemen, en
libellen hangen te trillen in de lucht.
Het wordt warm en nu eerst krijgen we
een proefje van de vermoeienissen der jacht,
die echter nog lang zoo zwaar niet is als bij
voorbeeld die op konijnen en hazen.
Het gaat over onbegaanbare paden, op hel
lingen van 45 graden, over hard geworden
slijk en glibberigen modder. Het zweet loopt
in beekjes langs ons gezicht en onder iederen
voet voelen we een blaar geboren woren.
Duko heeft het druk. Van zijn vitaliteit be
grijpen we niets! Dat beest loopt nu al 4 uur
lang te draven en rennen door riet en boschjes
en "iet er nog zóó fiks uit, alsof z'n baas hem
een kwartier geleden uitgelaten heeft.
Even achter de spoorbaan krijgt hij het
weer te pakken: staat doodstil voor het zin
gende en zwaaiende riet. Ook wij doodstil:
eenden!" fluister ik opgewonden... Duko ver
dwijnt. Drie geweren zijn- gericht, klaar om
te vuren. Daar hooren we dê eenden: ze slaan
met de wieken, maar de knapen denken ons
door onder te duiken te kunnen verschalken.
Zal ze niet glad zitten. Duko wordt echter
nijdig omdat het zoo lang duurt...
Weer ritselt het, weer hooren we wat
plonsen en klapperen op het water en...
daar komt het: ...geen edel koppel een
den, maar een armzalige rietkip, die met
iets verontwaardigs in haar blik, zonder
ons verder eenige notitie te schenken, er
van door pagaait.
Duko staat te kijken of hij z'n laatste oortje
versnoept heeft. Hij begrijpt er niets van,
dat hij zich heeft kunnen alten bedotten en
dat nog wel door een r i e t k i p
Een blauwe reiger heeft het gezien en
schreeuwt treiterend naar beneden. Een schot
wordt voor de grap afgevuurd, maar hij
schijnt er niet eens bijzonder van geschrokken
te zijn. In ieder geval, hij komt na een paar
minuten weer terug en zoekt naar alle waar
schijnlijkheid onze hoofden als mikpunt om er
iets op te deponeeren.
Nog eenmaal is dien morgen het geluk met
ons, en dat nog wel geluk van groot formaat.
We krijgen een school van niet minder dan
8 eenden in het vizier en we slagen erin deze
tot op een meter of 20 te benaderen. Vier
gelukt het den dans te ontspringen, de ande
ren zijn het kind van de rekening en worden
door Duko opgehaald.
Maar dan wil het ook niet meer vlotten.
Nog een goed uur loopen ws te speuren, maar
geen eend is er meer te ontdekken. Trouwens,
de buit is vrij aardig, hoewel, gezien het feit,
dat dit de eerste dag van de opengestelde
jacht was, niet overweldigend.
Rest nog te vermelden, dat het duo blaren
op onze voeten vermeerderde tot een trio, en
dat onze kuiten ook op dit oogenblik nog veel
weg hebben van een dames-knippatroon, in
verband met de menigvuldige schrammen en
krassen van doornen, prikkeldraad en brand
netels.
Doch zou men bezwaar hebben ze op de
debetzijde te plaatsen van iets zóó spannends
als eer. jacht op wilde eenden?
Zeker niet!
Gala-Première op Vrijdag 13 Aug.
a.s. in het City-Theater" te Den
Haag.
Door de N.V. Haghe-Film, werd onder
artistieke leiding van Willy Mullens de film
„Nederland" vervaardigd. Deze film is
bedoeld als propaganda voor ons land in het
buitenland. Ook voor de eigen landgenooten
echter zal de schoonheid van ons land, zooals
deze in genoemde film naar voren wordt ge
bracht, een verrassing zijn.
Dank zij de activiteit van de Directie van
het „City Concern" zal de film binnenkort in
de Nederlandsche bioscooptheaters ter ver
tooning worden gebracht.
Op Vrijdag 13 Augustus a.s. zal in het
„City-Theater" te Den Haag de Gala-Première
plaatsvinden.
De Amerikaansche jongens op bult
uit.
Een der Heldersche padvinders, deelnemer
aan de Jamboree, stuurde ons een impressie
uit zijn kamp, welke we hier, een weinig
omgewerkt, laten volgen:
Temidden van Alkmaarder3, Horineezen en
Zwitsers hebben de Heldersche Jutters hun
kamp opgeslagen... en wat voor een kamp!
Men bereikt het via een toegangspoort,
waarop met groote letters „De Jutters" staat
geschreven en we vinden er een drietal kamp
keukens, aan weerszijden van het kampter
rein opgesteld. In deze keukens stellen een
paar koks met behulp van het koksmaatje
energieke pogingen in hst werk om het menu
voor den dag klaar te maken. Op het achter
terrein staat de groote 12-persoor.s tent,
welke omgeven is door enkele kieinere.
De stemming in het kamp is uitstekend
(wat we ons levendig kunnen indenken. Red.)
Als we niets te doen hebben dan zoeken we
de padvinders van de andere nationaliteiten
op. Vooral met de Amerikanen hebben we
drukke betrekkingen. Op den eersten dag,
dat ze hier waren, maakten ze veel indruk
met hun „wooden ihoes". zooals ze onze
solide Hollandsche klompen plegen te noemen.
En thans hoor je ze niet anders dan over
„change" spreken. Change is ruilen en zij
geven daarmede te kennen, dat ze allerlei
snuisterijen van zichzelf willen ruilen tegen
Hollandsche en ook andere onderscheidings-
teekens. Zoo kan het gebeuren, dat de arge-
looze Jamboree-bezoeker een padvinder met
Hollandsche onderscheidingsteekens ontmoet.
Spreekt men zoo'n jongen aan, dan zal hij
tot Uw verbazing zijn schouders ophalen en
waarschijnlijk .zoo iets mompelen van „Beg
your pardon, sir, can't understand you."
(„Neemt U me niet kwalijk, mijnheer, maar
ik versta U niet.")
Dit zijn zoo onze eerste ervaringen op de
Jamboree, waar we ons geweldig amuseeren.
We zullen er ons in de komende dagen dan
ook best doorheen slaan!
Wordt „aantrekkelijker" gemaakt.
Het is wenschelijk om door het aanbrengen
van enkele verbeteringen de conversatiezalen
in het verpleeghuis voor ouden van dagen aan
de Kerkgracht wat aantrekkelijker te maken,
schrijven B. en W. aan den Raad. De verbete
ringen bestaan in het vernieuwen van pleister
werk en verfwerk, het vervangen van glas
werk, enz. De kosten geraamd op 480.— te
verhoogen met een bedrag van 20.- voor
toezicht en met een bedrag van 100.—
wegens aandeel in de algemeene bedrijfskos
ten, of in totaal op .600.—.
Onder mededeeling, dat de Commissie van
bijstand voor de Publieke Werken, enz., zich
met het aanbrengen van de voorgestelde ver
beteringen kan vereenigen, verzoeken B. en W.
den Raad voor dit doel een crediet van 600
te willen verleenen.
Het Bestuur van het Gemeentelijk Bureau
voor Maatschappelijk Hulpbetoon heeft het
College van B. en W. verzocht verbetering te
willen brengen in den toestand, waarin het
lijkenhuisje van het verpleeghuis voor ouden
van dagen aan de Kerkgracht verkeert. Ge
bleken is, dat het inderdaad gewenscht is het
voor dit doel gebezigde, aan de achterzijde van
het verpleeghuis gelegen gebouwtje, dat voor
heen als garage bij den Directeur van den Ge
meentelijken Geneeskundigen- en Gezondheids
dienst in gebruik was, op afdoende wijze daar
voor in te richten. Daartoe is het noodig, dat
de vloer met tegels wordt belegd, de noodige
plafond- en wandbekleeding wordt aangebracht
en het geheel afgetimmerd en geverfd wordt.
De kosten van één en ander worden geraamd
op 500.te verhoogen met een bedrag van
41.67 voor toezicht en met een bedrag van
108.33, wegens aandeel in de algemeene be
drijfskosten, of in totaal op 650.—.
Onder mededeeling, dat de Commissie van
bijstand voor de Publieke Werken, enz., zich
met de voorgestelde verbeteringen kan veree
nigen, verzoeken B. en W. den Raad hiervoor
een crediet van 650.te willen verleenen.
Ie luitenant der Artillerie C. Tonnet op
Barnabasvan de Rijschool te Amersfoort,
die te Dublinzoo'n fraai succes boekte.
(Zie het bericht elders in dit blad).
Morgen komen 500 jongens uit
Helvetië onze stad bekijken.
Morgen zal onze stad bezocht worden door
een contingent van niet minder dan 520 Zwit
sersche padvinders, deelnemers aan de Wereld
jamboree te Vogelenzang. Met den trein van
8.57 uur zullen zij in Alkmaar aankomen,
vanwaar zij per autobus naar Den Helder ge
bracht zullen worden. Nabij het vliegkamp De
Kooy zal het groote gezelschap ontvangen
worden door het Gemeentebestuur, waarna ge
zamenlijk naar de kom der Gemeente gereden
wordt.
De jongens komen natuurlijk om het één en
ander in onze stad te bekijken. Zoo zullen 120
van hen een bezoek brengen aan den Onder
zeedienst en de andere 400 aan de Werf en
enkele mijnenvegers.
Vervolgens wordt een rondrit door de stad
gemaakt, waarbij o.m. op het programma
staat bezichtiging van het Monument op het
Helden-der-Zeeplein. Gedurende het verlof al
hier zal het carillon bespeeld worden door den
heer Tj. Dito, die o.m. het Zwitsersche Volks
lied zal doen hooren.
Des middags vertrekt het gezelschap per
autobus om een bezoek aan den afsluitdijk te
brengen.
EGYPTE KONINKRIJK
Gesluierde dames, waaronder de echtgenoote van den minister-president Kabas Pascha (Ze
van rechtsJ betreden het parlementsgebouw om de plechtige eed-aflegging van Koning
Parouk I bij te wonen.
Gedurende de maand Juli werd de Leeszaal
bezocht door 1363 mannen en 62 vrouwen,
tezamen 1415 personen. Uitgeleend werden
2067 romans, 1304 kinderboeken en 1203
studiewerken, totaal 4574 banden.
De volgende boeken zijn aangeschaft:
Romans: Dommisse, Het licht op den drem
pel; Dumas, De burggraaf van Bragelonne,
3 dln. (Verv. op: Twintig jaar later); Fallada,
Wij hadden eens een kind; Golding, De ach
tervolger; Man, de, Een stoombootje in de
mist; Nauwelaerts, Petroleum; Norel, Het
getij verloopt, SchaikWilling, Nachtvorst;
Smedley, Dochter van de aarde; Wodehouse,
Knap jij 't maar op, Jeeves!; Wren, Het laat
ste gevecht.
Studiewerken: Arendzen en Vriend, Modern
stucadoorwerk; Faust, Nieuwe gids van
Parijs; Gelder, van, Kunstgeschiedenis der Ne
derlanden; Halle, De vrouw uit het Sovjet-
Oosten; Kampeerplaatsen in Nederland; Koot,
Baden Powell, de Chief; Kroon en Van Nes,
Prepareeren; Reitell. Wat niet iedereen van
de hengelsport en van de vissen weet; De
Statenvertaling 16371937;Tussenbroek, van,
De arbeid als onderwerp in de beeldende kunst.
Geschenken: Vondel, van den, Lof, klacht,
toorn, scherts en schimp; Coloma, Gottes
Hand; Sheehan, Die Graber von Kilmorna;
Reisgidsen van NaardenBussum, Limburg
en Utrecht.
Gisterenmorgen werd in hotel „Den Burg",
door den architect G. de Beurs Gzn. aanbe
steed: De herbouw van Jetty's hoeve, aan de
Doggersvaart te Koegras, gem. Den Helder.
De uitslag luidt:
K. Venema, Den Helder 11800.
R. Noppert G. Oord, Den Helder 11940.
Modder Cuperus, Den Helder 12.000.
H. Doorn, Den Kelder 12500.
B. Veul, Schagerbrug, 12600.
A. de Cloe, Den Helder, 12700.
C. v. Essen, Den Heider 12760.
P. de Graai, Julianadorp 12957.
H. Hagen, den Helder 12997.
P. Doorn, St. Maartensbrug 13350.
P. de Geus, St. Maartensbrug 13387.
T. Borst, Gr. Keeten 13395.
P. Veeter, Callantsoog 13450.
D. de Graaf, Koegras 13500.
G. Groot, Den Helder 13560.
E. Zon, Julianadorp 13600.
R. Koppen, Julianadorp 13750.
C. Bot, Den Helder 13800.
T. Boekei, Schagen 13900.
Gebr. Veeter, Schagerbrug 13960.
Hoogzaat, Spanbroek 13996.
S. v. Schagen, Koegras 14560.—
J. W. Damiaan, Schoort 1588^.
De toestand in het Verre Oosten
nog verre van rooskleurig
De verwijdering tusschen beide landen is
begonnen bij de toepassing van de sanctie
maatregelen tegen Italië, bij den Italiaansch-
Abessijnschen oorlog. Al was dit een maat
regel van den Volkenbond, Italië is het meest
verbitterd geweest tegen Engeland, dat de
gezaghebbendste stem van Genève had. De
niet erkenning door Engeland van het ver
overde Abessijnsche gebied en later van het
Italiaansche imperium, heeft in Italië veel
kwaad bloed gezet en meermalen is de ver
houding tusschen beide landen zeer gespannen
geweest. Het tactisch optreden van Engeland
heeft erger doen voorkomen.
We zullen op deze geschiedenis niet te diep
ingaan en releveeren slechts in het kort den
gang van zaken van de laatste twee jaar, om
aan te toonen, dat de verwijdering tusschen
de twee machtige Europeesche rijken, steeds
grooter is geworden. Dit beteekent niet alleen
een gevaar voor de betrokken landen zelf,
maar voor den vrede van geheel Europa.
Engeland heeft, niettegenstaande haar
krachtig optreden, meermalen getracht een
verzoening tot stand te brengen met Italië,
maar die is door Italië altijd bruut- afgewezen.
Er schijnt dan nu een verandering op til te
zijn. De Engelsche premier heeft den eersten
stap tot toenadering gedaan en Mussolini
schijnt die niet bruut te hebben afgewezen en
heeft den premier direct geantwoord. Al is
de brief, zoowel als het antwoord, niet ge
publiceerd, aangenomen wordt, dat er de ern
stige bedoeling in wordt uitgesproken tot toe
nadering.
Een eigenaardigheid is, dat de briefwisse
ling heeft plaats gehad tusschen den Engel-
schen premier en Mussolini en niet tusschen
den Engelschen minister van buitenlandsche
zaken, Eden, en Mussolini.
De „Nw. Rott. Crt." schrijft daarover o.m.:
In het voorbijgaan van den minister van
buitenlandsche zaken bij deze briefwisseling
zit een element, dat democratische parlemen
tariërs ongetwijfeld bedenkelijk zullen vinden.
Het is echter begrijpelijk, dat onder de ge
geven omstandigheden het hoofd van het Brit-
sche kabinet aan de boodschap, welke hij den
Italiaanschen dictator te brengen had, het
volle gewicht gaf van zijn persoonlijkheid en
gezag, te meer, omdat de eerste minister in
Engeland ook constitutioneel of misschien
is het beter te zeggen traditioneel een po
sitie bekleedt, welke boven die van de overige
kabinetsministers uitsteekt.
Natuurhistorisch Museum. Elke week:
elke Woensdagmiddag van 35 uur, eiken
Zaterdagavond van 710 uur, den eersten
Woensdag van elke maand van 810 uur,
den eersten Zondag van elke maand van
3—5 u.
Bioscopen:
Rialto-theater, Spoorstraat, aanvang half 8:
„Intermezzo" en „Een meisje met protectie".
Tivoli-theater, Spoorstraat: aanvang half 8:
„The Great Ziegfeld".
Witte Bioscoop, Koningstraat, aanvang half 8:
„Vrouwen en Soldaten" met Hans Albers.
Opgenomen om 8 uur hedermorgen.
Barometerstand Den Helder 764.7
Temperatuur zeewater 17.2
Temperatuur lucht 14.7
Hoogste temperatuur hieht gisteren 19.1
Laagste temperatuur lucht gisteren 1S.4
Hoogwater, heden 6.05 18.50
Laagwater, heden 12.15 0.40
Hoogwater, Donderdag 7.10 19.55
Laagwater, Donderdag 13.35
Licht op, heden 21.19
£eq£A&eALcPden
Majoor v. d. Waag vertrekt uit
Den Helder.
De majoor A. van der Waag, Hoofdinstruc
teur bij het Regiment Kust-Artillerie te Den
Helder, wordt overgeplaatst naar het Garni
zoen te 's Gravenhage.
van Dinsdag 3 Augustus 1937.
BEVALLEN: A. DovesSchampers, d.
OVERLIJDEN: J, ArenösBujytenchjk, 75 j,