Cor Krigée, v. Galenstraat 71.
k, ptebihbeurttn
NU VAREN
Texel
Strandfeest te
De Koog
Friesche Duimpjes
Cor Krigée,
Ziet onze KOOPJES-étalage
Krigée
„Gien blauwtje
per E.S.O.N.A.
naar Schoorl, Alkmaaj en
Amsterdam
Alle dagen (ook Zondags)
Een zeepaardje gevangen
De echte p. h, p. f 0.30
van Galenstraat 71, Tel. 399
Helders Warenhuis - Fa. Zoetelief, Keizerstraat 75
Bouwverguning
Burgerlijke Stand
IETS APARTS!
Bijzonder smakelijk zijn onze
APPELBROODJES per stuk
ROOMBROODJES
SUIKERVLINDERS w
CAKE BROOD a 0.16!
Eenigst adres voor GEMBERBROOD,
Het pikante fijn gekruide
Broodje per stuk f 025.
T exel
Hooibroci
Er is gewoon Krentenbrood
en er is Krentenbrood van
van Galenstraat 71, Tel. 399
Koningsweg 2
Tcxelsche vertelling
ViirfucfieAij,
Vervoer van visch per vliegtuig.
Mochten we Donderdag, schrijvende over
vervoer van visch door de lucht, het woord
utopistisch inlasschen al plaatsten we
daarachter een vraagteeken thans schijnt
de verwezenlijking van het denkbeeld dichter
by dan we zelf eigenlijk toen vermoedden.
In „De Telegraaf" van Vrijdagochtend komt
toch een artikel voor, waarin wordt aange
kondigd, dat, als nieuw bedrijf op luchtvaart
gebied, een vrachtdienst door de lucht zal
worden geopend tusschen Londen en Amster
dam, Brussel en Parijs.
Naar Amsterdam zal zelfs tweemaal per
dag worden gevlogen, uitsluitend voor het
vrachtvervoer.
Werden de vliegtuigen tot dusverre slechts
gebruikt, naast het vervoer van passagiers
en post, voor lichte vrachten, thans dus komt
er het speciale vrachtvervoer.
Men ziet hieruit, dat de ontwikkeling van
het vervoer langs dezen weg, gaat langs de
lijn, zooals die zich heeft ontwikkeld bij het
gebruik van de auto.
Er is dus nog een kleine stap te doen of
het idee van vischvervoer per vliegtuig is
verwezenlijkt.
Laten we dit goed in het oog houden en
reeds nu trachten verbinding te krijgen met
de maatschappij, die deze vrachtluchtdiensten
In bedrijf stelt.
Het eerst hiervan te profiteeren, kan een
daad zijn van zóó verstrekkende beteekenis
voor ons plaatselijk visscherijbedrijf, dat er in
dat opzicht zooiets als een omwenteling in
dat bedrijf kan plaats hebben.
Men vergete niet, dat Den Helder het bui
tengewone voorrecht heeft de beschikking te
hebben zoo althans medewerking van Ma
rine kan worden verkregen (waaraan niet
wordt getwijfeld) over een vliegveld, het
welk in andere aanvoerplaatsen wordt gemist
en hetwelk zoodanig is gelegen, dat de schui
ten rechtstreeks hun vangst aan dat vlieg
veld kunnen lossen.
Daarvan nu te profiteeren is van het
grootste belang.
Aalvisschery in het IJselmeer.
Het warme weer is van gunstigen invloed
geweest op de vangsten van aal in het IJsel
meer. De aanvoeren zijn sterk gestegen en
daar de prijs nu zelfs nog wat opliep, komt
dat de besommingen zeer ten goede.
Vooral met de kor heeft men uitstekende
uitkomsten.
Aalvisscherij in het IJselmeer
De aalvangsten in het IJselmeer waren
hooger dan eenige dagen terug. De warmte zal
hiervan wel de oorzaak zijn. Vangsten van
over de 400 pond per vaartuig kwamen voor.
De prijs ging tengevolge van den grooteren
aanvoer iets omlaag. Hoek- en fuikaal wordt
er steeds weinig gevangen; vooral de dikkere
aal laat zich in te geringe hoeveelheid zien.
Toenemend aantal varende traw
lers te IJmuiden.
Het aantal varende trawlers, dat langen tijd
ongeveer bleef staan op een veertigtal, is nu
geklommen tot boven de zestig en, wanneer
de uitkomsten zoo gunstig blijven als dat den
laatsten tijd het geval was, zullen er meer
schepen voor de vaart klaar gemaakt worden.
Ansjovis
Nu de teelt van ansjovis op 15 Juli is ge
ëindigd, kan worden opgemaakt hoe groot de
totale hoevelheid is, welke zich in depót be
vindt.
De Coöperatieve ansjovis-verkoopvereeni-
ging te Amsterdam maakt bekend, dat de
voorraad op 1 Juli 1937 was 26.672 ankers en
734 tonnen. Opgeslagen in Juli werden nog
206 ankers; uitgeslagen 348 ankers, zoodat de
voorraad op 1 Augustus was 27.530 ankers en
734 tonnen.
Daar de teelt dit jaar zeer schaarsch is ge
weest en de vraag naar het artikel blijft be
staan, terwijl aanvoer van Spanje niet heeft
plaats gehad, zullen de prijzen zeer vermoede
lijk een goede stijging ondergaan, zooals zich
trouwens dit jaar al voordeed, toen het met de
teelt van dit jaar niet overvloedig scheen te
gaan.
We hopen, dat de zouters, die nog met oude
voorraden zitten, van deze gunstige positie
profijt zullen mogen hebben, opdat hun verlie
zen der laatste jaren nog eenigszins gecompen
seerd mogen worden.
Broedplaatsen op Doggersbank.
Van Engelsche zijde is men de laatste jaren
druk doende om na te gaan, hoe de visch
zich in zee verplaatst, etc.
Vooral wordt er veel onder de Hollandsche
kust proef gevischt, waarbij dan de visch, na
te zyn gemerkt, weer overboord wordt gezet.
Zooals al eerder werd geschreven, wil men
vooral ook nagaan hoe groot percentage van
de gevangen visch, indien weer over booid
gezet, nog in leven blijft.
Men gaat dan van de veronderstelling uit,
dat visschen voor wetenschappelijke doel-
PPOBEEPT U MAAP
Tegen hoofdpijn, griep, rheumotiek, tandpijn,
kiespijn en menstruatiepijnen
S"
Dezer dagen heeft schipper- K. Bijl,
j alhier, een zeldzame vondst gedaan in i
zijn garnalenpuul. Hij was aan het
visschen dwars van de Westpunt op
Onrust, toen hij in zijn puul een... zee-
paardje vond. Dit is een zeldzame
vangst. Voor zoover men weet, is dit de
eerste keer, dat zoo'n diertje op deze
hoogte gevangen wordt. De schipper
heeft het paardje naar het Zoölogisch
Station aan de Buitenhaven gebracht,
j waar het zich uitstekend vermaakt in
een aquarium. Het instituut van Dr.
Verwey heeft er dus een aardige
attractie bij gekregen!
VJ
jQ/Jp
(n'l ani qekochle aDdikelen. Soüen
5 yid een.jadk ctoaiu iMïiefehd.
tzgesi Uelliei, diefstal, u)atek4cJvad&, frtasul
en tticfiaudjujóuj.
FIRMA EEEM3TERB OER, «uze**™.
einden op de gelijke wijze plaats heeft als de
praktijkvisscherij. Zou dat zoo zijn, dan zou
er een betrekkelijk hoog percentage in het
leven blijven.
Het opvallende der publicatie is, dat de
visch, gevangen onder de Hollandsche kust
en overgebracht naar Doggersbank, blijkt
daar veel harder te groeien dan in andere
gebieden. Men schrijft dat toe aan den voedsel-
rijkdom van Doggersbank, terwijl de visch-
bevolking er niet zoo talrijk is als onder de
Hollandsche kust.
Men zou dus daaruit de conclusie kunnen
trekken, dat een zekereuitdunning onder de
visch der Hollandsche kust min of meer be
vorderlijk zou zijn aan het sneller groeien
van de visch. Zou daaruit dan tevens de ge
volgtrekking gemaakt mogen worden, dat het
aan den wal brengen van wat kleine visch
door de kustvisschsrs eigenlijk den vischstand
ten goede kan komen?
Ook hier zal het juiste wel in het midden
liggen.
HET KANAAL OVER
De Engelsche zwemmer Tom Blower is deze
week van Calais naar Dover gezwommen in
13 uur en 21 minuten.
Emaille Keukenuitrusting, 24 dlg f 10.90 - ijzeren Koekepan 19 ct..
Broodtrommel 89 ct., alle kleuren - em. Emmers, div. kleuren, 49 ct.,
Koffie-, Thee- en Suikerbussen 39 ct. per stel, alle kleuren.
Het Strandfeest te De Koog dat gister,
begunstigd door bizonder fraai weder,- heeft
plaats gehad is zeer prettig verloopen. De
heer Hendriks, die als vast zomergast van
het Badhotel voor de tiende of elfde maal als
voorzitter van het feestcomité de leiding had
werd ditmaal bijgestaan door een comité, be
staande uit de dames Mevr. v. d. Moer, Mevr.
Ubbens, Mevr. Kranenburg, Mevr. Stempel,
Mevr. Kuiper en Mej. Kramer.
In de morgenuren had een wedstrijd plaats
in het vervaardigen van strandwerken voor
kinderen van badgasten, hieraan was groote
deelname. Er werd door de kinderen met zeer
veel ijver gewerkt en langzamerhand ver
schenen ware „zandkunstwerken" in de om
heining, waarbinnen de jeugd zich inspande.
De jury, die bestond uit de dames Mevr.
Stempel, Mevr. Kuiper en Mevr. Ubbens
kende de voor dezen wedstrijd beschikbare
fraaie prijzen als volgt toe:
Kinderen tot 8 jaar:
le prijs (keurig huisje met vensters) Rie
Kranenburg, 2e pr. (Mooi Texel), Anneke
Hoffenkamp en Anneke de Koning. 3e pr.
(ster). Ina Botjes en Ina Bareman ,3e pr.
(mooie berg) Fieke v. d. Willigen, tevens de
jongste deelnemer. (4y2 jaar oud).
Kinderen van 812 jaar.
le prijs (prachtig hondje) Kootje Kranen
burg, 2e pr. (Meikever) Nina Ubbens; 2e pr.
(schildpad) Geertruida Taconis en Rita v. d.
Moer. 3e pr. .(konijn) Jan Vader en Tootje
Vader. 3e idem (Vliegmachine) Hannie Vader
en Wim Vader. 3e pr (Sneekerpoort) Jan
Veldkamp. 4e (bloem) Berna Waldhauser en
Lidi Kuiper. 4e idem (vliegmachine) Hannie
Turkow, en Jan Verspoor.
Kinderen van 1216 jaar:
le pr. (Lepelaar) Molly en Elly Pennink. 2e
pr. (Tex. Boerderij) Corry v. Duinen en Lily
Arends; 3e pr. (hondje) Anneke ter Poorten
en Elly Paters.
In den namiddag bouwden kinderen van
Badgasten Zandwerken, die het tegen den
opkomenden vloed moesten uithouden. De
heer Ubbens, die later de prijzen uitreikte
deelde mede, dat het comité zich over de
plaats met de badmeesters had onderhouden.
Deze was zoo gekozen, dat zonder mededoo-
gen iedere vesting door den opkomenden
vloed moest worden vernietigd, 't Gevolg
dat de vlaggen geplaatst op de verschillende
forten de een na den ander bezweken. Het
laatste viel de vlag van „het Mierennest". De
Jury, bestaande uit de heeren Stempels, Vos
en Koker, kende de prijzen toe als volgt:
le pr. Lex Nicolai, Pim de Bruin-Kop,
Rudi Steup, Douwe de Haan. 2e pr. R. de
Bruin-Kops, Piet Cremers, Peter Marthof,
Hans v. d. Men. 3e pr. Piet de Houting, Jo de
Houting, Bert Veldkamp en Ina Veldkamp.
Een troostprijs werd gegeven aan een
viertal meisjes, n.1. aan Anny ter Poorten,
Elly Porters, Anneke Luisterburg en Peteke
Luisterburg.
De prysuitdeeling had plaats op het terras
van het Badpaviljoen. Hierby voerde in op
dracht van den heer Hendriks de heer Ubbens
voornamelijk het woord.
's Avonds werd als gewoonlijk een stoelen
dans gehouden.
Tex. Fanfarecorps gaf (aanvang 8 uur)
muziek op het terras van het Badhotel, daar
na volgde de traditioneele lampionoptocht
over de duinen en door het dorp. Hieraan was
ook de deelname groot, een fantastisch aan
zien leverde ook nu weer de zeer langen licht-
stoet by haar overgang over het duin.
Bijbouw woonhuis en stichten van een loods
S. W. Koning en cons. Oosterend, bewoner C.
Witte Pz.
Oosterend
Bloemenzaak geopend
Door den heer J. Barhorst is te Oosterend
op het Kerkplein aldaar een bloemenzaak ge
opend.
van 31 Juli t.m. 6 Aug. 1937.
GEBOREN: Reina Geziena, d. v. J. Halse-
ma en A. G. Bos; Niesje Cornelia, d. v. H.
Fenijn en J. A. Dros; Cornelia Anna, d. v.
R. Eelman en K. Vogelzang; Fokelientje, d. v.
Jan Daalder en S. M; Vos; Agatha Jacoba,
d. v. J. Smit en A. A. Hin; Albertha Petro-
nella, d. v. J. H. Nieboer en J. Slot.
ONDERTROUWD: Jacob van Heerwaarden
en Cornelia Witte; Christiaan Smit en Betsy
Roeper.
GETROUWD: Harm. Mulder en Feitje
Drijver.
OVERLEDEN: Cornelia van Gurp, 69 jaar,
wed. v. Jacob Eelman.
Gevonden: 1 kettinkje, 1 damesrijwiel,
1 Pr- gymn.schoenen; 1 pull-over met vulpot
lood. 1 fototoestel, 1 Lipssleutel; 1 zwart
katje.
INGEKOMEN PERSONEN.
G. Keyser en familie, Doopsgez., van Rhe-
nen naar Parkstr., Den Burg; Reinder de
Hoop, van Nieuwpoortslaan, Alkmaar, naar
Binnenburg 8, Den Burg; W. van Egmond,
echtgen. en kind van A. van Leeuwenhoek-
str., Utrecht 18, naar Waalenburg; A. van der
Grijn, Herv. en echtgen., van Middenmeer,
naar De Cocksdorp; C. de Koster, R.K., van
Rijksstraatweg 361, Haarlem, n. Oudeschild;
C. de Ru, N.H., van Den Haag, naar De
Koog; S. Dros, G.G., van Aalten naar Den
Burg, Weversstraat 58; Chrstina Arents, van
Zuidstr. 67, Den Helder, naar Den Hoorn 49;
G. van Andel, G.G., van Haarlemmerliede
naar De Cocksdorp 117; N. van Wincoop,
N.H., van Ermelo naar Gravenstraat 20; F.
van den Bosch. R.K., van Witte Rozenstr. 26.
Leiden naar Eierland 3; W. C. A. M. Reij,
R.K., van Stationsstr. 20 Asten (N.-B.), naar
Warmoestraat 18, Den Burg; W. J. Schagen,
van Rokin 8, Amsterdam, naar Oudeschild
282; Bastiaan Sjerp, van Indië naar De Mok,
Den Hoorn.
Probeert U ook eens ons
Tele'oon 399.
Zondag 8 Augustus 1937.
Ned. Herv. Gemeente.
Den Burg, v.m. 10 u. Ds. Visser.
Maandcollecte.
Oosterend, v.m. 10 u. Ds. A. W. Kok.
D 3 Waal, v.m. 10 u. Ds. Van 't Hooft.
Den Hoorn, v.m. 10.30 u. Cand. Karres
van Apeldoorn. Maandcollecte.
Den Hoorn, n.m. 8 u. Ds. Moen.
H. Avondmaal.
DeCocksdorp, v.m. 10.30 u. Ds, Salm.
Zuid-F.ierland, n.m. 4 u. Ds. Salm.
De Koog, v.m. 10 u. de heer De Ru.
Oudeschild, v.m. 10 u. Ds. Scholte.
Doopsgezinde Gemeente.
Den Burg, v.m. 10 u. Drs. P. Dijkema.
van Groningen.
Verkiezing Regiem. Comm.
Den Hoorn, v.m. 10.30 u. Ds. Smidts
van Den Helder.
Geref. Kerk.
Den Burg (Geb. Fanfare),
v.m. 10 u. Ds. v. d. Leer.
n.m. 7.30 u. Ds. Den Houting vanHuizem.
Oosterend, v.m. 10 u. Ds. den Houting
van Huizem.
n.m. 3 u. Ds. v. d. Leer.
Geref. Kerk.
Oosterend, v.m. 10 u. en n.m. 3 u. Ds. E.
C. B. Kok.
Leger des Heils, Den Burg.
Zondagmorgen 10 uur: Heiligingssamenkomst.
Zondagmiddag 4 uur: Openlucht.
Zondagavond 8 uur: Verlossingssamenkomst.
Kindersamenkomsten
Zondag 9 uur, 12.30 uur en 5 uur.
Donderdag is op de boerderij van den heer
KI. Eelman, te Harkebuurt, het aanwezige
hooi uitgereden, daar het zoo broeide, dat
men ernstig voor brand vreesde. De motor
spuit van Den Burg, was ter plaatse aan
wezig om bij uitbreken van brand direct hulp
te kunnen bieden.
rr
VOOR NEDERLAND
OUTIM OEGSTGEÉST
BIJ APOTHEKEN EN DROGISTEN
IN POE0ER CACHET-ÉNTABLETVQRM
Aai trok met geweld de alikruke kor over
het Wad, nijdig rukkend als het ding optornde
voor een mosselpolletje, zoodat het „ceel", dat
om zijn schouders lag, haast kreunde.
Hij had er geen oog voor, dat de zon zoo
prachtig opkwam daar aan de oosterkim,
waar alles in schitterende kleurenpracht
pronkte.
Hij had er geen oor voor, dat de vogelen-
bent, in allerlei toonaarden, juichte over den
overvloed, die moeder natuur bracht op hun
disch. Hij zag de lichte deining niet in het
watervlak, waarop teere brocaten en fluwee-
len kleuren lagen getooverd. Hij hoorde niet
de zachte murmeling van het water, stroo-
mend door de geulen van het Wad en hij
luisterde niet naar het koor van de pianis-
sitno-geluiden, die werden geperst uit den
slikgrond door alles wat daar leeft en gedijt.
Aai was te veel bezig met eigen gedachten,
die hem in zichzelf deden mokken en die heel
zijn wezen in beslag namen.
En hij trok den zwaren alikrukenkor maar
voort.; nu en dan den inhoud leegstortend in
het „veugele-bóötje", dat verankerd lag op
het Wad.
Hij dacht aan den vorigen avond, toen hy
Aagie voan Joans ter kermis had gevraagd.
Zij had niet „ja" en ze had niet „nee" ge
zegd.
En dat zat hem dwars. Had ze nu maar
„nee" gezegd, dan had hy tenminste zekerheid
gehad. Dan zou hij 't er wel uit gekregen heb
ben, wie hem dwars zat.
Nu had hij slechts vage vermoedens. En als
die vermoedens juist bleken te zyn, dan sloeg
ie 'm tot pap.
Zijn vingers jeukten en zijn woeste kracht
moest geuit worden, zoodat de alikruikenkor
met verwoedheid door het Wad werd ge
scheurd zonder dat Arie's woede getemperd
werd.
Want daar in zijn hoofd woelde er iets rond,
dat niet tot klaarheid kon worden gebracht.
„Oas 't die hoarlekijn voan 'n barrebier is,
die poas op 't dorp is komme weune, doan
slaan ik 'm tot pap", was de refreinzang, die
zijn hart maar aldoor zong en die zijn her
senen benevelde en die zijn woeste kracht op
veerde tot een Simsonsche geweldigheid.
Hij merkte niet. dat de vloed kwam op
zetten, dat de geulen snel zich vulden en dat
het water op het Wad al hooger en hooger
steeg.
Eindelijk, toen zijn armen, scharmaaiend
door het water sloegen, kwam hij wat tot
zichzelf, want zijn laarzen stroomden vol en
daaraan moest hij nu zijn aandacht schenken.
Met een zwaai slingerde hij de kor in het
bootje, jompte zelf er in, nam de riemen en
met forsche slagen roeide hy naar den wal.
Nu pas bemerkte hij, welk zwaar werk hij
had verricht, want 'n zekere moeheid kwam
over hem.
Doch het werk was nog lang niet aan kant.
De krukels moesten nog geschoond worden
en in balen gepakt. En de vangst was groot
geweest dien morgen.
Dat werd hij zich toen pas bewust en hij
begreep niet goed hoe hij er zooveel bij elkaar
had kunnen „harken".
Het was al tegen den middag, dat Aai bij
moeder kwam.
Moeder had het potje al klaar.
„Net op tied, Aai. ik docht, doat je 'n
ongeluk hoad hoad. Je bluuft aars nooit zoö
lang weg."
„Ja, d'r zoatte nogoal krukels", zei Aai,
„en doan gaan je niet zóó gauw weg, hee!"
„Voanzelf, dus je dag is goed".
„Jazuchtte Aai.
Moeder keek eens op, monsterde haar jon
gen en zei: „Skeelt d'r woat oan, Aai?"
„Nèèniks hóór!"
„Nou, ik docht 't zóó maar."
Moeder had inmiddels het eten op tafel ge
zet. Beiden namen plaats; ze vouwden de
handen en nuttigden het maal.
"Skei je nou oal uut?"
„Ja, moeder, ik hew gien trek".
„Woat is 'r doan toch, jonge?"
„Niks", antwoordde Aai eenigszins
kregel.
Zoo'n toon was moeder van Aai in 't geheel
niet gewend en daarom peinsde ze haar hoofd
moe, wat daarvan de oorzaak kon zijn. Aai
was altijd de gelijkmatigheid en bedaardheid
zelf. Ziek zag ie er heelemaal niet uit. Maar
wat dan?
Zooals gewoonlijk, als hy, midden in den
nacht, naar het Wad was gegaan, en daar
zwaren arbeid had verricht, ging Aai ook nu
een poos naar „kooi", maar hy kon nu den
slaap niet vatten. Hij woelde om en om en
was weldra weer beneden.
„Bei je d'r nou al weer?"
„Ja. ik moet de krukels oafskepe en
'k moet de botnetjes nag woat nakieke."
„Nou, eerst eve 'n bakkie koffie."
Moeder vroeg niets en Aai zei niets.
Tersluiks zat moeder hem aan te zien,
pogend te doorgronden wat er met Aai aan
de hand was.
Hoe zou ze ook. 't Was al zoo lang geleden,
dat ze zelf ter kermis ging. En nadien had
ze al zooveel verdriet gehad, dat ze aan „ker
mis" al in 't geheel niet dacht. Ze was nu
gelukkig met haar besten, werkzamen jongen,
die er steeds in slaagde ruim voldoende voor
hen beiden te verdienen. Zoo zelfs, dat ze voor
Aai genoeg had overgehouden, hem een uitzet
mee te geven als ook hij eenmaal zijn bruid
naar het raadhuis had geleid.
Maar dat er nu, op dit moment, een begin
vé.n verband tusschen Aai en raadhuis kan
worden gelegd en dat dit haar jongen uit het
gewone evenwicht bracht, dat besefte moeder
niet.
Toen het „bakkie" genuttigd was, zei Aai
zijn moeder goeden dag, schopte zich de klom
pen aan de voeten en ging 'dijkwaarts naar
zijn bezigheden.
Hy ging langs het huis van Aagie van Jans,
hopende een glimp van haar op te vangen.
Hij hoorde haar vroolijk gezang klinken
door de openstaande deur, maar haarzelf
kwam hy niet te zien.
En 't hamerde maar in z'n hoofd: ,,'k Slaan
'm tot pap".
Zonder het zich goed bewust te zyn, stond
hij al op den dijk.
De balen alikruken lagen tegen de steen-
glooiïng, halverwege in het water. Aanstonds
kwam de vrachtauto langs en dan zou hy ze
meegeven naar de haven, waar de boot ze
meenam naar den handelaar te Nieuwediep.
Zyn bolnetjes moesten noodig een goeie
beurt hebben. Hij legde ze langs het dijktalud
en begon te boeten.
Elke ruk, als hij de knoop toesnoerde, was
het of het garen zou afknappen. Ergens moest
hy zyn onvoldaanheid, zyn gramschap aan
luchten.
Ook deze arbeid kwam ten einde. De vracht
auto had de balen opgelaen en nu ging Aai
weer huiswaarts.
Moeder zat met het avondeten al te wach
ten. Bijna zwijgend werd het maal genuttigd.
Aai had nog wat wiedwerk in den tuin;
moeder haar huishoudelijke bezigheden.
„Kom Aai," had moeder gezegd, „mor
gen is het weer vroeg dag, we gaan naar bed."
„Ik gaan érst 't dorp nog in, moeder!"
Toen begon moeder wat te begrijpen en ze
dacht: „O, is 't daat? Daa's 'n gezonde ziekte."
„Nou, ik schuif dan maar in, wel te
ruste."
„Nacht, moeder," en Aai trok het dorp
in.
De schemering viel: eigenlijk duister werd
't om dezen tijd van het jaar niet.
Aai liep in de buurt van Aagie's huis.
hopend, dat ze het huis zou verlaten. Hij zou
haar dan op zij schieten en 'n praatje maken.
Geruimen tijd bleef hy zoo'n beetje rond-
dungelen, 'n beetje schuw, want de buurt zou
het gauw in de gaten hebben.
Net had Aai 'n rondje gemaakt of daar zag
hij Aagie het huis uit gaan. Ze had wat onder
d'r schort en sloeg het pad in naar de boer
derij, waar pas 'n „buitje" was gekomen, zoo
dat Aagie wel iets naar de kraamvrouw moest
brengen.
Dat was ,,'n skone gelegenheid" dacht Aai.
Net had hij die gedachte halfluid gepreveld
of hij zag de „boarrebier" snel achter Aagie
gaan. Die was hem net voor.
En weer hamerde 't in zrjn hoofd: „Toch
die hoarlekijn, ik slaan 'm tot pap!"
Arie nam niet den weg van het pad, dat
tusschen de tuinwallen lag, maar sprong over
een hek en kroop snel, bukkend onder de
„tuunwoal" door. voort.
De barbier had ook flink doorgeloopen en
nu hoorde Aai hem praten tegen Aagie.
„Zeg juf, willen wy samen kermis hou
den?"
„Wel nin ik."
„Waarom niet?"
„Omdat ik niet wil."
„Zoo, zeker wel dan met die armoe
zaaier, die krukelvisscher."
„Doat gaat joo niks aan."
„Dan wil 'k 'n zoen van je hebben."
„Dèèr heb je d'r ientje," en een kletsen
de klap vergezelde deze woorden.
„Jou feeks."
Met een sprong was Aai over den „tuun
woal", greep den „boarrebier" by de kraag en
slingerde hem op den grond; weer 'n forsche
greep en de „hoarlekyn" lag over de „tuun
woal".
„Zóó Aai," zei Aagie, „waar jee ok in
de buurt; ik hew 'n gróót gevolg, liekt 't wel."
't Was wat koeltjes, maar Aagie had meer
van die „zetten". Aai kende dat wel.
„Ik lóóp met je mee, Aagie."
„Oas ik 't hewe wil."
„En wil je doat?"
„Ja."
Toen Aai, wel wat laat, thuis kwam, lag
moeder te luisteren.
Aai hoorde haar in de bedsteé z;ch rond
draaien.
„Sliep je, moeder?"
„Nèè!"
„Ik goan mit Aagie voan Joans te ker
mis."
„Geluk 'r mee, jongen en geef je moe
der 'n zoen."
„Dag mem!"
„Nacht m'n jongen."
Aai had dus geen blauwtje lóópe.