Cor Krigée, v. Galenstraat 71. k, ptebihbeurttn NU VAREN Texel Strandfeest te De Koog Friesche Duimpjes Cor Krigée, Ziet onze KOOPJES-étalage Krigée „Gien blauwtje per E.S.O.N.A. naar Schoorl, Alkmaaj en Amsterdam Alle dagen (ook Zondags) Een zeepaardje gevangen De echte p. h, p. f 0.30 van Galenstraat 71, Tel. 399 Helders Warenhuis - Fa. Zoetelief, Keizerstraat 75 Bouwverguning Burgerlijke Stand IETS APARTS! Bijzonder smakelijk zijn onze APPELBROODJES per stuk ROOMBROODJES SUIKERVLINDERS w CAKE BROOD a 0.16! Eenigst adres voor GEMBERBROOD, Het pikante fijn gekruide Broodje per stuk f 025. T exel Hooibroci Er is gewoon Krentenbrood en er is Krentenbrood van van Galenstraat 71, Tel. 399 Koningsweg 2 Tcxelsche vertelling ViirfucfieAij, Vervoer van visch per vliegtuig. Mochten we Donderdag, schrijvende over vervoer van visch door de lucht, het woord utopistisch inlasschen al plaatsten we daarachter een vraagteeken thans schijnt de verwezenlijking van het denkbeeld dichter by dan we zelf eigenlijk toen vermoedden. In „De Telegraaf" van Vrijdagochtend komt toch een artikel voor, waarin wordt aange kondigd, dat, als nieuw bedrijf op luchtvaart gebied, een vrachtdienst door de lucht zal worden geopend tusschen Londen en Amster dam, Brussel en Parijs. Naar Amsterdam zal zelfs tweemaal per dag worden gevlogen, uitsluitend voor het vrachtvervoer. Werden de vliegtuigen tot dusverre slechts gebruikt, naast het vervoer van passagiers en post, voor lichte vrachten, thans dus komt er het speciale vrachtvervoer. Men ziet hieruit, dat de ontwikkeling van het vervoer langs dezen weg, gaat langs de lijn, zooals die zich heeft ontwikkeld bij het gebruik van de auto. Er is dus nog een kleine stap te doen of het idee van vischvervoer per vliegtuig is verwezenlijkt. Laten we dit goed in het oog houden en reeds nu trachten verbinding te krijgen met de maatschappij, die deze vrachtluchtdiensten In bedrijf stelt. Het eerst hiervan te profiteeren, kan een daad zijn van zóó verstrekkende beteekenis voor ons plaatselijk visscherijbedrijf, dat er in dat opzicht zooiets als een omwenteling in dat bedrijf kan plaats hebben. Men vergete niet, dat Den Helder het bui tengewone voorrecht heeft de beschikking te hebben zoo althans medewerking van Ma rine kan worden verkregen (waaraan niet wordt getwijfeld) over een vliegveld, het welk in andere aanvoerplaatsen wordt gemist en hetwelk zoodanig is gelegen, dat de schui ten rechtstreeks hun vangst aan dat vlieg veld kunnen lossen. Daarvan nu te profiteeren is van het grootste belang. Aalvisschery in het IJselmeer. Het warme weer is van gunstigen invloed geweest op de vangsten van aal in het IJsel meer. De aanvoeren zijn sterk gestegen en daar de prijs nu zelfs nog wat opliep, komt dat de besommingen zeer ten goede. Vooral met de kor heeft men uitstekende uitkomsten. Aalvisscherij in het IJselmeer De aalvangsten in het IJselmeer waren hooger dan eenige dagen terug. De warmte zal hiervan wel de oorzaak zijn. Vangsten van over de 400 pond per vaartuig kwamen voor. De prijs ging tengevolge van den grooteren aanvoer iets omlaag. Hoek- en fuikaal wordt er steeds weinig gevangen; vooral de dikkere aal laat zich in te geringe hoeveelheid zien. Toenemend aantal varende traw lers te IJmuiden. Het aantal varende trawlers, dat langen tijd ongeveer bleef staan op een veertigtal, is nu geklommen tot boven de zestig en, wanneer de uitkomsten zoo gunstig blijven als dat den laatsten tijd het geval was, zullen er meer schepen voor de vaart klaar gemaakt worden. Ansjovis Nu de teelt van ansjovis op 15 Juli is ge ëindigd, kan worden opgemaakt hoe groot de totale hoevelheid is, welke zich in depót be vindt. De Coöperatieve ansjovis-verkoopvereeni- ging te Amsterdam maakt bekend, dat de voorraad op 1 Juli 1937 was 26.672 ankers en 734 tonnen. Opgeslagen in Juli werden nog 206 ankers; uitgeslagen 348 ankers, zoodat de voorraad op 1 Augustus was 27.530 ankers en 734 tonnen. Daar de teelt dit jaar zeer schaarsch is ge weest en de vraag naar het artikel blijft be staan, terwijl aanvoer van Spanje niet heeft plaats gehad, zullen de prijzen zeer vermoede lijk een goede stijging ondergaan, zooals zich trouwens dit jaar al voordeed, toen het met de teelt van dit jaar niet overvloedig scheen te gaan. We hopen, dat de zouters, die nog met oude voorraden zitten, van deze gunstige positie profijt zullen mogen hebben, opdat hun verlie zen der laatste jaren nog eenigszins gecompen seerd mogen worden. Broedplaatsen op Doggersbank. Van Engelsche zijde is men de laatste jaren druk doende om na te gaan, hoe de visch zich in zee verplaatst, etc. Vooral wordt er veel onder de Hollandsche kust proef gevischt, waarbij dan de visch, na te zyn gemerkt, weer overboord wordt gezet. Zooals al eerder werd geschreven, wil men vooral ook nagaan hoe groot percentage van de gevangen visch, indien weer over booid gezet, nog in leven blijft. Men gaat dan van de veronderstelling uit, dat visschen voor wetenschappelijke doel- PPOBEEPT U MAAP Tegen hoofdpijn, griep, rheumotiek, tandpijn, kiespijn en menstruatiepijnen S" Dezer dagen heeft schipper- K. Bijl, j alhier, een zeldzame vondst gedaan in i zijn garnalenpuul. Hij was aan het visschen dwars van de Westpunt op Onrust, toen hij in zijn puul een... zee- paardje vond. Dit is een zeldzame vangst. Voor zoover men weet, is dit de eerste keer, dat zoo'n diertje op deze hoogte gevangen wordt. De schipper heeft het paardje naar het Zoölogisch Station aan de Buitenhaven gebracht, j waar het zich uitstekend vermaakt in een aquarium. Het instituut van Dr. Verwey heeft er dus een aardige attractie bij gekregen! VJ jQ/Jp (n'l ani qekochle aDdikelen. Soüen 5 yid een.jadk ctoaiu iMïiefehd. tzgesi Uelliei, diefstal, u)atek4cJvad&, frtasul en tticfiaudjujóuj. FIRMA EEEM3TERB OER, «uze**™. einden op de gelijke wijze plaats heeft als de praktijkvisscherij. Zou dat zoo zijn, dan zou er een betrekkelijk hoog percentage in het leven blijven. Het opvallende der publicatie is, dat de visch, gevangen onder de Hollandsche kust en overgebracht naar Doggersbank, blijkt daar veel harder te groeien dan in andere gebieden. Men schrijft dat toe aan den voedsel- rijkdom van Doggersbank, terwijl de visch- bevolking er niet zoo talrijk is als onder de Hollandsche kust. Men zou dus daaruit de conclusie kunnen trekken, dat een zekereuitdunning onder de visch der Hollandsche kust min of meer be vorderlijk zou zijn aan het sneller groeien van de visch. Zou daaruit dan tevens de ge volgtrekking gemaakt mogen worden, dat het aan den wal brengen van wat kleine visch door de kustvisschsrs eigenlijk den vischstand ten goede kan komen? Ook hier zal het juiste wel in het midden liggen. HET KANAAL OVER De Engelsche zwemmer Tom Blower is deze week van Calais naar Dover gezwommen in 13 uur en 21 minuten. Emaille Keukenuitrusting, 24 dlg f 10.90 - ijzeren Koekepan 19 ct.. Broodtrommel 89 ct., alle kleuren - em. Emmers, div. kleuren, 49 ct., Koffie-, Thee- en Suikerbussen 39 ct. per stel, alle kleuren. Het Strandfeest te De Koog dat gister, begunstigd door bizonder fraai weder,- heeft plaats gehad is zeer prettig verloopen. De heer Hendriks, die als vast zomergast van het Badhotel voor de tiende of elfde maal als voorzitter van het feestcomité de leiding had werd ditmaal bijgestaan door een comité, be staande uit de dames Mevr. v. d. Moer, Mevr. Ubbens, Mevr. Kranenburg, Mevr. Stempel, Mevr. Kuiper en Mej. Kramer. In de morgenuren had een wedstrijd plaats in het vervaardigen van strandwerken voor kinderen van badgasten, hieraan was groote deelname. Er werd door de kinderen met zeer veel ijver gewerkt en langzamerhand ver schenen ware „zandkunstwerken" in de om heining, waarbinnen de jeugd zich inspande. De jury, die bestond uit de dames Mevr. Stempel, Mevr. Kuiper en Mevr. Ubbens kende de voor dezen wedstrijd beschikbare fraaie prijzen als volgt toe: Kinderen tot 8 jaar: le prijs (keurig huisje met vensters) Rie Kranenburg, 2e pr. (Mooi Texel), Anneke Hoffenkamp en Anneke de Koning. 3e pr. (ster). Ina Botjes en Ina Bareman ,3e pr. (mooie berg) Fieke v. d. Willigen, tevens de jongste deelnemer. (4y2 jaar oud). Kinderen van 812 jaar. le prijs (prachtig hondje) Kootje Kranen burg, 2e pr. (Meikever) Nina Ubbens; 2e pr. (schildpad) Geertruida Taconis en Rita v. d. Moer. 3e pr. .(konijn) Jan Vader en Tootje Vader. 3e idem (Vliegmachine) Hannie Vader en Wim Vader. 3e pr (Sneekerpoort) Jan Veldkamp. 4e (bloem) Berna Waldhauser en Lidi Kuiper. 4e idem (vliegmachine) Hannie Turkow, en Jan Verspoor. Kinderen van 1216 jaar: le pr. (Lepelaar) Molly en Elly Pennink. 2e pr. (Tex. Boerderij) Corry v. Duinen en Lily Arends; 3e pr. (hondje) Anneke ter Poorten en Elly Paters. In den namiddag bouwden kinderen van Badgasten Zandwerken, die het tegen den opkomenden vloed moesten uithouden. De heer Ubbens, die later de prijzen uitreikte deelde mede, dat het comité zich over de plaats met de badmeesters had onderhouden. Deze was zoo gekozen, dat zonder mededoo- gen iedere vesting door den opkomenden vloed moest worden vernietigd, 't Gevolg dat de vlaggen geplaatst op de verschillende forten de een na den ander bezweken. Het laatste viel de vlag van „het Mierennest". De Jury, bestaande uit de heeren Stempels, Vos en Koker, kende de prijzen toe als volgt: le pr. Lex Nicolai, Pim de Bruin-Kop, Rudi Steup, Douwe de Haan. 2e pr. R. de Bruin-Kops, Piet Cremers, Peter Marthof, Hans v. d. Men. 3e pr. Piet de Houting, Jo de Houting, Bert Veldkamp en Ina Veldkamp. Een troostprijs werd gegeven aan een viertal meisjes, n.1. aan Anny ter Poorten, Elly Porters, Anneke Luisterburg en Peteke Luisterburg. De prysuitdeeling had plaats op het terras van het Badpaviljoen. Hierby voerde in op dracht van den heer Hendriks de heer Ubbens voornamelijk het woord. 's Avonds werd als gewoonlijk een stoelen dans gehouden. Tex. Fanfarecorps gaf (aanvang 8 uur) muziek op het terras van het Badhotel, daar na volgde de traditioneele lampionoptocht over de duinen en door het dorp. Hieraan was ook de deelname groot, een fantastisch aan zien leverde ook nu weer de zeer langen licht- stoet by haar overgang over het duin. Bijbouw woonhuis en stichten van een loods S. W. Koning en cons. Oosterend, bewoner C. Witte Pz. Oosterend Bloemenzaak geopend Door den heer J. Barhorst is te Oosterend op het Kerkplein aldaar een bloemenzaak ge opend. van 31 Juli t.m. 6 Aug. 1937. GEBOREN: Reina Geziena, d. v. J. Halse- ma en A. G. Bos; Niesje Cornelia, d. v. H. Fenijn en J. A. Dros; Cornelia Anna, d. v. R. Eelman en K. Vogelzang; Fokelientje, d. v. Jan Daalder en S. M; Vos; Agatha Jacoba, d. v. J. Smit en A. A. Hin; Albertha Petro- nella, d. v. J. H. Nieboer en J. Slot. ONDERTROUWD: Jacob van Heerwaarden en Cornelia Witte; Christiaan Smit en Betsy Roeper. GETROUWD: Harm. Mulder en Feitje Drijver. OVERLEDEN: Cornelia van Gurp, 69 jaar, wed. v. Jacob Eelman. Gevonden: 1 kettinkje, 1 damesrijwiel, 1 Pr- gymn.schoenen; 1 pull-over met vulpot lood. 1 fototoestel, 1 Lipssleutel; 1 zwart katje. INGEKOMEN PERSONEN. G. Keyser en familie, Doopsgez., van Rhe- nen naar Parkstr., Den Burg; Reinder de Hoop, van Nieuwpoortslaan, Alkmaar, naar Binnenburg 8, Den Burg; W. van Egmond, echtgen. en kind van A. van Leeuwenhoek- str., Utrecht 18, naar Waalenburg; A. van der Grijn, Herv. en echtgen., van Middenmeer, naar De Cocksdorp; C. de Koster, R.K., van Rijksstraatweg 361, Haarlem, n. Oudeschild; C. de Ru, N.H., van Den Haag, naar De Koog; S. Dros, G.G., van Aalten naar Den Burg, Weversstraat 58; Chrstina Arents, van Zuidstr. 67, Den Helder, naar Den Hoorn 49; G. van Andel, G.G., van Haarlemmerliede naar De Cocksdorp 117; N. van Wincoop, N.H., van Ermelo naar Gravenstraat 20; F. van den Bosch. R.K., van Witte Rozenstr. 26. Leiden naar Eierland 3; W. C. A. M. Reij, R.K., van Stationsstr. 20 Asten (N.-B.), naar Warmoestraat 18, Den Burg; W. J. Schagen, van Rokin 8, Amsterdam, naar Oudeschild 282; Bastiaan Sjerp, van Indië naar De Mok, Den Hoorn. Probeert U ook eens ons Tele'oon 399. Zondag 8 Augustus 1937. Ned. Herv. Gemeente. Den Burg, v.m. 10 u. Ds. Visser. Maandcollecte. Oosterend, v.m. 10 u. Ds. A. W. Kok. D 3 Waal, v.m. 10 u. Ds. Van 't Hooft. Den Hoorn, v.m. 10.30 u. Cand. Karres van Apeldoorn. Maandcollecte. Den Hoorn, n.m. 8 u. Ds. Moen. H. Avondmaal. DeCocksdorp, v.m. 10.30 u. Ds, Salm. Zuid-F.ierland, n.m. 4 u. Ds. Salm. De Koog, v.m. 10 u. de heer De Ru. Oudeschild, v.m. 10 u. Ds. Scholte. Doopsgezinde Gemeente. Den Burg, v.m. 10 u. Drs. P. Dijkema. van Groningen. Verkiezing Regiem. Comm. Den Hoorn, v.m. 10.30 u. Ds. Smidts van Den Helder. Geref. Kerk. Den Burg (Geb. Fanfare), v.m. 10 u. Ds. v. d. Leer. n.m. 7.30 u. Ds. Den Houting vanHuizem. Oosterend, v.m. 10 u. Ds. den Houting van Huizem. n.m. 3 u. Ds. v. d. Leer. Geref. Kerk. Oosterend, v.m. 10 u. en n.m. 3 u. Ds. E. C. B. Kok. Leger des Heils, Den Burg. Zondagmorgen 10 uur: Heiligingssamenkomst. Zondagmiddag 4 uur: Openlucht. Zondagavond 8 uur: Verlossingssamenkomst. Kindersamenkomsten Zondag 9 uur, 12.30 uur en 5 uur. Donderdag is op de boerderij van den heer KI. Eelman, te Harkebuurt, het aanwezige hooi uitgereden, daar het zoo broeide, dat men ernstig voor brand vreesde. De motor spuit van Den Burg, was ter plaatse aan wezig om bij uitbreken van brand direct hulp te kunnen bieden. rr VOOR NEDERLAND OUTIM OEGSTGEÉST BIJ APOTHEKEN EN DROGISTEN IN POE0ER CACHET-ÉNTABLETVQRM Aai trok met geweld de alikruke kor over het Wad, nijdig rukkend als het ding optornde voor een mosselpolletje, zoodat het „ceel", dat om zijn schouders lag, haast kreunde. Hij had er geen oog voor, dat de zon zoo prachtig opkwam daar aan de oosterkim, waar alles in schitterende kleurenpracht pronkte. Hij had er geen oor voor, dat de vogelen- bent, in allerlei toonaarden, juichte over den overvloed, die moeder natuur bracht op hun disch. Hij zag de lichte deining niet in het watervlak, waarop teere brocaten en fluwee- len kleuren lagen getooverd. Hij hoorde niet de zachte murmeling van het water, stroo- mend door de geulen van het Wad en hij luisterde niet naar het koor van de pianis- sitno-geluiden, die werden geperst uit den slikgrond door alles wat daar leeft en gedijt. Aai was te veel bezig met eigen gedachten, die hem in zichzelf deden mokken en die heel zijn wezen in beslag namen. En hij trok den zwaren alikrukenkor maar voort.; nu en dan den inhoud leegstortend in het „veugele-bóötje", dat verankerd lag op het Wad. Hij dacht aan den vorigen avond, toen hy Aagie voan Joans ter kermis had gevraagd. Zij had niet „ja" en ze had niet „nee" ge zegd. En dat zat hem dwars. Had ze nu maar „nee" gezegd, dan had hy tenminste zekerheid gehad. Dan zou hij 't er wel uit gekregen heb ben, wie hem dwars zat. Nu had hij slechts vage vermoedens. En als die vermoedens juist bleken te zyn, dan sloeg ie 'm tot pap. Zijn vingers jeukten en zijn woeste kracht moest geuit worden, zoodat de alikruikenkor met verwoedheid door het Wad werd ge scheurd zonder dat Arie's woede getemperd werd. Want daar in zijn hoofd woelde er iets rond, dat niet tot klaarheid kon worden gebracht. „Oas 't die hoarlekijn voan 'n barrebier is, die poas op 't dorp is komme weune, doan slaan ik 'm tot pap", was de refreinzang, die zijn hart maar aldoor zong en die zijn her senen benevelde en die zijn woeste kracht op veerde tot een Simsonsche geweldigheid. Hij merkte niet. dat de vloed kwam op zetten, dat de geulen snel zich vulden en dat het water op het Wad al hooger en hooger steeg. Eindelijk, toen zijn armen, scharmaaiend door het water sloegen, kwam hij wat tot zichzelf, want zijn laarzen stroomden vol en daaraan moest hij nu zijn aandacht schenken. Met een zwaai slingerde hij de kor in het bootje, jompte zelf er in, nam de riemen en met forsche slagen roeide hy naar den wal. Nu pas bemerkte hij, welk zwaar werk hij had verricht, want 'n zekere moeheid kwam over hem. Doch het werk was nog lang niet aan kant. De krukels moesten nog geschoond worden en in balen gepakt. En de vangst was groot geweest dien morgen. Dat werd hij zich toen pas bewust en hij begreep niet goed hoe hij er zooveel bij elkaar had kunnen „harken". Het was al tegen den middag, dat Aai bij moeder kwam. Moeder had het potje al klaar. „Net op tied, Aai. ik docht, doat je 'n ongeluk hoad hoad. Je bluuft aars nooit zoö lang weg." „Ja, d'r zoatte nogoal krukels", zei Aai, „en doan gaan je niet zóó gauw weg, hee!" „Voanzelf, dus je dag is goed". „Jazuchtte Aai. Moeder keek eens op, monsterde haar jon gen en zei: „Skeelt d'r woat oan, Aai?" „Nèèniks hóór!" „Nou, ik docht 't zóó maar." Moeder had inmiddels het eten op tafel ge zet. Beiden namen plaats; ze vouwden de handen en nuttigden het maal. "Skei je nou oal uut?" „Ja, moeder, ik hew gien trek". „Woat is 'r doan toch, jonge?" „Niks", antwoordde Aai eenigszins kregel. Zoo'n toon was moeder van Aai in 't geheel niet gewend en daarom peinsde ze haar hoofd moe, wat daarvan de oorzaak kon zijn. Aai was altijd de gelijkmatigheid en bedaardheid zelf. Ziek zag ie er heelemaal niet uit. Maar wat dan? Zooals gewoonlijk, als hy, midden in den nacht, naar het Wad was gegaan, en daar zwaren arbeid had verricht, ging Aai ook nu een poos naar „kooi", maar hy kon nu den slaap niet vatten. Hij woelde om en om en was weldra weer beneden. „Bei je d'r nou al weer?" „Ja. ik moet de krukels oafskepe en 'k moet de botnetjes nag woat nakieke." „Nou, eerst eve 'n bakkie koffie." Moeder vroeg niets en Aai zei niets. Tersluiks zat moeder hem aan te zien, pogend te doorgronden wat er met Aai aan de hand was. Hoe zou ze ook. 't Was al zoo lang geleden, dat ze zelf ter kermis ging. En nadien had ze al zooveel verdriet gehad, dat ze aan „ker mis" al in 't geheel niet dacht. Ze was nu gelukkig met haar besten, werkzamen jongen, die er steeds in slaagde ruim voldoende voor hen beiden te verdienen. Zoo zelfs, dat ze voor Aai genoeg had overgehouden, hem een uitzet mee te geven als ook hij eenmaal zijn bruid naar het raadhuis had geleid. Maar dat er nu, op dit moment, een begin vé.n verband tusschen Aai en raadhuis kan worden gelegd en dat dit haar jongen uit het gewone evenwicht bracht, dat besefte moeder niet. Toen het „bakkie" genuttigd was, zei Aai zijn moeder goeden dag, schopte zich de klom pen aan de voeten en ging 'dijkwaarts naar zijn bezigheden. Hy ging langs het huis van Aagie van Jans, hopende een glimp van haar op te vangen. Hij hoorde haar vroolijk gezang klinken door de openstaande deur, maar haarzelf kwam hy niet te zien. En 't hamerde maar in z'n hoofd: ,,'k Slaan 'm tot pap". Zonder het zich goed bewust te zyn, stond hij al op den dijk. De balen alikruken lagen tegen de steen- glooiïng, halverwege in het water. Aanstonds kwam de vrachtauto langs en dan zou hy ze meegeven naar de haven, waar de boot ze meenam naar den handelaar te Nieuwediep. Zyn bolnetjes moesten noodig een goeie beurt hebben. Hij legde ze langs het dijktalud en begon te boeten. Elke ruk, als hij de knoop toesnoerde, was het of het garen zou afknappen. Ergens moest hy zyn onvoldaanheid, zyn gramschap aan luchten. Ook deze arbeid kwam ten einde. De vracht auto had de balen opgelaen en nu ging Aai weer huiswaarts. Moeder zat met het avondeten al te wach ten. Bijna zwijgend werd het maal genuttigd. Aai had nog wat wiedwerk in den tuin; moeder haar huishoudelijke bezigheden. „Kom Aai," had moeder gezegd, „mor gen is het weer vroeg dag, we gaan naar bed." „Ik gaan érst 't dorp nog in, moeder!" Toen begon moeder wat te begrijpen en ze dacht: „O, is 't daat? Daa's 'n gezonde ziekte." „Nou, ik schuif dan maar in, wel te ruste." „Nacht, moeder," en Aai trok het dorp in. De schemering viel: eigenlijk duister werd 't om dezen tijd van het jaar niet. Aai liep in de buurt van Aagie's huis. hopend, dat ze het huis zou verlaten. Hij zou haar dan op zij schieten en 'n praatje maken. Geruimen tijd bleef hy zoo'n beetje rond- dungelen, 'n beetje schuw, want de buurt zou het gauw in de gaten hebben. Net had Aai 'n rondje gemaakt of daar zag hij Aagie het huis uit gaan. Ze had wat onder d'r schort en sloeg het pad in naar de boer derij, waar pas 'n „buitje" was gekomen, zoo dat Aagie wel iets naar de kraamvrouw moest brengen. Dat was ,,'n skone gelegenheid" dacht Aai. Net had hij die gedachte halfluid gepreveld of hij zag de „boarrebier" snel achter Aagie gaan. Die was hem net voor. En weer hamerde 't in zrjn hoofd: „Toch die hoarlekijn, ik slaan 'm tot pap!" Arie nam niet den weg van het pad, dat tusschen de tuinwallen lag, maar sprong over een hek en kroop snel, bukkend onder de „tuunwoal" door. voort. De barbier had ook flink doorgeloopen en nu hoorde Aai hem praten tegen Aagie. „Zeg juf, willen wy samen kermis hou den?" „Wel nin ik." „Waarom niet?" „Omdat ik niet wil." „Zoo, zeker wel dan met die armoe zaaier, die krukelvisscher." „Doat gaat joo niks aan." „Dan wil 'k 'n zoen van je hebben." „Dèèr heb je d'r ientje," en een kletsen de klap vergezelde deze woorden. „Jou feeks." Met een sprong was Aai over den „tuun woal", greep den „boarrebier" by de kraag en slingerde hem op den grond; weer 'n forsche greep en de „hoarlekyn" lag over de „tuun woal". „Zóó Aai," zei Aagie, „waar jee ok in de buurt; ik hew 'n gróót gevolg, liekt 't wel." 't Was wat koeltjes, maar Aagie had meer van die „zetten". Aai kende dat wel. „Ik lóóp met je mee, Aagie." „Oas ik 't hewe wil." „En wil je doat?" „Ja." Toen Aai, wel wat laat, thuis kwam, lag moeder te luisteren. Aai hoorde haar in de bedsteé z;ch rond draaien. „Sliep je, moeder?" „Nèè!" „Ik goan mit Aagie voan Joans te ker mis." „Geluk 'r mee, jongen en geef je moe der 'n zoen." „Dag mem!" „Nacht m'n jongen." Aai had dus geen blauwtje lóópe.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1937 | | pagina 7